De uitdaging van kennismaken en meebesturen

 

Datum

23 maart 2004

Ons Kenmerk

414510

Opstellers

Peter Tangel

Bijlagen


0        

Onderwerp

Programma Integratie en Activering

 

 

 


Inhoudsopgave

 

1       INLEIDING   1

1.1         Beleid  1

1.2        Wat aan deze nota vooraf ging  1

1.3        De uitdaging  1

1.4         Een benadering  2

1.5         Leeswijzer 2

 

2       KENNISMAKEN  3

2.1         Eilandvorming tegengaan  3

2.2         ‘Gewone’ mensen  3

2.3         Voorbeelden kennismakingsprojecten  3

2.4         Sport en integratie  4

2.5         Leren van elkaar en andere gemeenten  5

2.6         Communicatie verbeteren  6

 

3       MEEBESTUREN  7

3.1         Allochtonen móeten meebesturen  7

3.2         Ervaringen uit ‘het veld’ 7

3.3         Initiatieven en ideeën  8

3.4         Tips en aandachtspunten  8

 

4       AGENDA 2004  10

 

5       FINANCIEN  13

 

6       SLOT  14

 

Bijlage 1 Achtergronden  15

 

Bijlage 2 Bevolking in Delft 18

 


1              INLEIDING

 

1.1       Beleid

Tolerantie, multiculturele samenleving, normen en waarden, veiligheid. Zomaar een paar begrippen die in het brandpunt van de landelijke en lokale politiek staan.

 

De gemeente Delft voert op een samenhangende manier haar integratiebeleid en oudkomersbeleid uit. Kennismaken en meebesturen is een van de hoofddoelstellingen uit dit programma. Elkaar willen leren kennen, respecteren en een plaats geven, en samen verantwoordelijkheid nemen zijn daarbij sleutelbegrippen.

 

1.2       Wat aan deze nota vooraf ging

Sinds december 2002 spraken we een paar maal met verschillende groepen vertegenwoordigers en professionals van binnen en buiten de gemeente over dit thema. Deze bijeenkomsten zijn bekend geworden onder de naam ‘ronde-tafelconferenties’. Enkele passages uit een van de verslagen: ‘Ook op Delftse schaal moeten we blijven opletten dat we soms met kleine woorden de kiem van grotere conflicten leggen. ... Kijk en luister goed naar elkaar in de stad. Wat speelt er in andere culturen, wat nemen mensen mee uit hun cultuur naar onze samenleving?’ Dit leidt tot de stelling dat je alleen tot een rol in het dagelijks leven van de Nederlandse samenleving kunt komen op basis van wederzijdse belangstelling, respect voor elkaar en veel met elkaar praten. Tijdens een van de ronde-tafelconferenties werd geadviseerd ‘... dat het kennismaken met elkaar en het kweken van onderling begrip in een ontspannen sfeer moet gebeuren. Denk bijvoorbeeld aan eten, sport, naaicursus, verhalen vertellen, en kleden maken.’ Bij kennismaken draait het om gewone mensen, de samenleving in de wijk, de straat of langs de galerij – met respect voor alle religies, rassen en culturen, of je hier nou geboren bent of niet.

 

Ook werd nog maar eens vastgesteld dat er al veel concrete, leuke, creatieve en effectieve activiteiten in de stad zijn die aan het behalen van de integratiedoelstellingen bijdragen. Op dit terrein doen we reeds goede ervaringen op zoals uit deze nota zal blijken.

 

Een andere vraag, die ook in een van de ronde-tafelconferenties aan de orde kwam, is hoe mensen uit alle culturen op allerlei niveaus samen verantwoording te laten nemen in onze dagelijkse, Delftse maatschappij – in een medezeggenschapsraad op school, in het bestuur van de sportvereniging, in de ondernemingsraad op het werk, in het buurthuis, in de politiek of de vakbeweging? Veel maatschappelijke instellingen realiseren zich dat er een wereld te winnen is wanneer allochtonen meebesturen in ouderraden, medezeggenschap, politiek, verenigingen en projecten. Hoe krijgen deze instellingen ‘meer kleur op de wangen’? Meebesturen is geen kwestie van mogen, maar van moeten. Immers, de Delftse bevolking bestaat voor zo’n 23% uit allochtonen. Veel van hen zijn vaak actief binnen de eigen kring. De vraag is hoe we hen van daaruit ook hun verantwoordelijkheid kunnen laten pakken in diverse andere sectoren en hen invloed kunnen laten uitoefenen.

 

1.3       De uitdaging

Het college daagt iedere burger uit deel te nemen aan de in deze nota vermelde activiteiten, mee te denken over nieuwe, integratiebevorderende projecten en ook zelf de verantwoordelijkheid te nemen door de hand uit te reiken naar die onbekende buurman of buurvrouw. Deze nota wil een stimulans zijn om iedereen een plekje in de stad te bieden, te midden van mensen die elkaar kennen en respecteren.

 

1.4       Een benadering


Zowel aan allochtone als aan autochtone kant is er een grote groep die wel wil, maar niet goed weet hoe of niet kan (+/-), naast een groep die helemaal niets van de ander wil weten (-/-). Het gaat er juist om om te beginnen met de kleine groep voorlopers die wel wil, kan, de affiniteit en de vaardigheden heeft en van daaruit de kring groter te maken (+/+). Begin met bijvoorbeeld 50 ‘wegbereiders’ om het vertrouwen te vergroten, het netwerk uit te breiden, mensen die een voorbeeldfunctie kunnen hebben. Schematisch ziet dat er zo uit:

 


1.5       Leeswijzer

In hoofdstuk 2 staat Kennismaken centraal. Hierin staan we stil bij de mogelijkheden om mensen elkaar op stads-, wijk-, buurt-, straat-, flat- of galerijniveau te leren kennen en bij welke initiatieven  er ontplooid zijn en zullen worden. In hoofdstuk 3 vormt meebesturen het hoofdthema: wat verstaan we daaronder, welke ervaringen zijn er en vooral: hoe stimuleren we allochtonen en autochtonen om samen op het niveau van allerlei instellingen en organisaties hun verantwoordelijkheid te nemen. In hoofdstuk 4 formuleren we de projecten die we in 2004 uitvoeren of starten. In de bijlagen treft u tot slot informatie aan over de achtergronden en totstandkoming van deze nota, alsmede een tabel met de bevolkingssamenstelling van Delft.

 

Van het college wordt gevraagd kennis te nemen van de lopende projecten en activiteiten en akkoord te gaan met de Agenda 2004 (hoofdstuk 4).


2              KENNISMAKEN

 

Naar aanleiding van de eerste ronde-tafelconferentie ontstond de behoefte om rond het thema ‘kennismaken’ vanuit verschillende initiatieven ervaringen uit te wisselen. Dit gebeurde tijdens de tweede bijeenkomst waaraan een aantal deelnemers en initiatiefnemers van verschillende projecten meededen. Zo leren we van elkaar, kunnen de initiatieven elkaar wellicht versterken of kunnen nieuwe samenwerkingsvormen ontstaan.

 

2.1       Eilandvorming tegengaan

In het collegeprogramma 2002-2006 met de titel Voorzetten en doorzetten wordt over kennismaken het volgende gezegd: ‘De komende jaren zetten we in op de kennismaking tussen (groepen) mensen van diverse afkomst.’ Het met elkaar leren kennismaken maakt deel uit van een breder sociaal beleid waarbij regelingen worden ingezet, taalproblemen worden aangepakt, ouders bij scholen worden betrokken en waar gestimuleerd wordt dat mensen hun uitkering niet meer nodig hebben. In de tweede ronde van het collegebeleid zijn belangrijke speerpunten: kennismaken, meebesturen en wonen. Een samenhangende aanpak op deze thema’s moet eilandvorming, waarbij mensen zich steeds meer op de eigen bevolkingsgroep, herkomst en gedachten terugtrekken, worden tegengegaan. Zo is het in dit verband bijvoorbeeld ook niet wenselijk dat sommige wijken hoge concentraties van bepaalde bevolkingsgroepen hebben.

 

2.2       ‘Gewone’ mensen

Bij kennismaken draait het om ‘gewone’ mensen, de samenleving op straat, op de galerij en in de buurt. Mensen van alle leeftijden, religies en afkomst. In het vorige hoofdstuk is al kort een aantal laagdrempelige initiatieven genoemd met die menselijke maat. In dit hoofdstuk staan we wat langer stil bij een paar bekende en onbekende projecten die tijdens de tweede ronde-tafelconferentie besproken zijn; geen uitgebreide projectbeschrijvingen, maar stimulerende en leerzame voorbeelden die anderen misschien weer op nieuwe ideeën brengen.

 

2.3       Voorbeelden kennismakingsprojecten

 

Delftse Kleden

Delft is een stad van vele culturen: vrouwen uit alle windstreken zijn in Delft samengestroomd en naast geboren en getogen Delftenaren komen wonen. Al deze vrouwen bieden daarom de stad Delft een wandkleed aan, om hun verbondenheid met elkaar en met de stad te laten zien, maar ook de gebundelde kracht van de vele culturen die Delft rijk is.

 

In de wijken Voorhof en Buitenhof kwamen Delftse vrouwen van verschillende nationaliteiten, achtergronden en leeftijden bijeen om te borduren aan een gezamenlijk kleed dat als thema 'aarde, water, vuur en lucht ' heeft. Elke groep borduurde een gedeelte waarbij elke vrouw afzonderlijk een stukje van het kleed invulde. In het voorjaar 2003 werden de kleden samengevoegd tot een groot, veelkleurig kunstwerk en werd het project afgesloten met een feestelijke presentatie.

 

De kleden vormen een samensmelting van de vele culturen. Iedere cultuur levert een 'lapje' aan dit wandkleed en is zo vertegenwoordigd in dit project. Juist de universele taal van het handwerk, het samenwerken en de herkenning binnen de verschillende culturen leidt tot iets wat uitstijgt boven het maken van dit kunstwerk alleen. Het resultaat van Delftse Kleden is niet slechts de wandkleden, maar ook alles wat erachter schuilgaat, de verhalen, de ontmoetingen tussen vrouwen, de tegenslagen. Doel van dit project was het in contact brengen van vrouwen uit de wijken Voorhof en Buitenhof. Vrouwen die in dezelfde stad wonen maar die om welke reden dan ook niet bij elkaar om de koffietafel zitten. Onder begeleiding van kunstenaar Tonny van Sommeren is de universele taal van het handwerk een aanknopingspunt gebleken om contact te maken. Juist daar waar taal en cultuur een barrière kunnen vormen. Het project heeft een vervolg gekregen in ‘De Jurk van Delft’.

 

Samenwonen, samen doen

Een mooi voorbeeld is een project in Jeruzalem waar bewoners uit verschillende groepen die in elkaars omgeving wonen zelf geprobeerd hebben het onderlinge contact te verbeteren. Hierbij waren professionals en burgers betrokken. Dit ontstond uit de constatering dat dit politici niet lukte. Een van de deelnemers aan de ronde-tafelconferentie kan daarover uit eigen ervaring vertellen en vindt dit een goed voorbeeld van hoe de gemeente op een goede manier kan sturen door dit soort projecten te faciliteren. Over dit onderwerp vond al eerder een workshop plaats in Delft. Hieraan namen ook leden van de Tweede Kamer deel.

 

Praatcafé

Elk jaar komen er ongeveer 100 buitenlandse studenten naar Delft. Een christelijke organisatie is een praatcafé gestart om hen in Delft te helpen opvangen. Hier is iedereen welkom, ongeacht opvattingen of geloof. Ook Nederlandse studenten en niet-studenten zijn welkom. Vanuit het praatcafé worden nieuwe initiatieven ontplooid als het opzetten van een servicedesk en een kerstbrunch.

 

Wat eten we vandaag?

Een vriendenclub nam ooit het initiatief om autochtonen thuis te laten koken voor allochtonen: de actie kreeg de naam Wat eten we vandaag? Tijdens het kokkerellen en aan tafel ontmoeten mensen elkaar op een heel ontspannen manier. Naast de etentjes is inmiddels een picknick en een bingo georganiseerd en denkt men na over een literaire avond.

 

In Holland staat een flat

Het project ‘In Holland staat een flat’ is een project van kunstenaars Beierle & Keijser voor de bewoners van de Lisztflat in Delft. Samen met bewoners uit de flat wordt gewerkt aan een multiculturele scheurkalender voor 2004. Bewoners leveren materiaal en bijdrages aan voor de kalender en de kunstenaars zorgen voor een passende vormgeving en de verdere productie van de kalender tot een marktconform product. Voor de opbrengst van de kalender wordt door de deelnemende bewoners een bestemming gezocht. Gedacht wordt aan het verbeteren van de woonomgeving van de flat, zoals bij voorbeeld het verbeteren van de speelmogelijkheden voor kinderen of het verfraaien van de groenvoorzieningen rond de flat.

 

Dit waren zo maar wat bestaande projecten, maar het borrelt op meer terreinen met nieuwe:

 

Dag van de dialoog

Een vaste dag in het jaar gebruiken om een aantal activiteiten te organiseren om met elkaar te praten en elkaar te leren kennen.

 

OPGENOMEN IN DE AGENDA 2004

 
Multiculturele markt

Dit project behelst het onderzoeken van de mogelijkheden en het organiseren van een multiculturele markt voor en na de zomer van 2004, aansluitend bij bestaande weekmarkten.

 

OPGENOMEN IN DE AGENDA 2004

 
‘Uitburgerings’cursus

In de uitburgeringscursus laten we niet nieuwkomers zich oriënteren op de Nederlandse samenleving, maar willen we juist alle Delftenaren in staat stellen zich te oriënteren op andere culturen, talen en gewoonten om ook van die kant het multiculturele bewustzijn te verhogen.

 

 

OPGENOMEN IN DE AGENDA 2004

 
2.4       Sport en integratie

Sport en haar opvoedende waarden voor individu (fysiek en mentaal) en samenleving (sociaal) wordt in de notitie ‘Sportbeleid vanaf 2004; Sport in Delft’ benoemd als aantrekkelijk middel om verschillende doelstellingen te bereiken. Ten aanzien van integratie geldt dat sport een universele taal is die overal op de wereld gesproken wordt. Het biedt daarmee bij uitstek de gelegenheid tot integratiebevorderende activiteiten. Dit leidt tot een aantal deelprojecten die in samenwerking tussen betrokken beleidsvelden en organisaties in de stad (migrantenorganisaties, sportverenigingen, BWD, Jongerenraad) uitgevoerd kunnen worden.

In het kader van regulier onderzoek naar sportdeelname en participatie en contacten met migrantenorganisaties wordt een accent gelegd op het inventariseren van de behoefte aan sportactiviteiten (en de aard daarvan) binnen de doelgroep. Met behulp van die gegevens kan in het aanbod van activiteiten zoveel mogelijk rekening gehouden worden met de vraag.

 

 

Deelproject Multiculturele Sportactiviteiten

a)       In evenementvorm typische sporten uit verschillende bevolkingsgroepen demonstreren en met elkaar beoefenen.

b)       In toernooivorm Delftenaren in één of meerdere sporten tegen elkaar laten uitkomen

c)       Migrantenorganisaties stimuleren teams aan sportactiviteiten in het kader van Sport in Delft te laten meedoen

 

Deelproject Sportactiviteiten voor allochtone meisjes en vrouwen

Sportdeelname van de doelgroep allochtone meisjes/vrouwen vertoont een duidelijke achterstand. Bekende activiteiten voor deze doelgroep zijn zwemmen en fietsen (zie ook Duale Activiteiten). Zeker voor de meisjes moet bezien worden of uitbreiding naar andere sporten mogelijk is. Input van de behoeftepeiling vormt hiervoor een inspiratiebron

 

Deelproject Meebesturen

Aansluitend op initiatieven vanuit ‘Onbenut Talent’ gaat actie ondernomen worden om allochtone stadgenoten te interesseren en in te schakelen voor het bekleden van functies binnen sportorganisaties. In eerste instantie wordt gedacht aan participatie in de organisatie van evenementen of activiteiten. Een volgende stap is participatie in projecten, werkgroepen en besturen van organisaties. Participant is het Bureau Vrijwilligerswerk dat in het kader van de Tijdelijke Stimuleringsmaatregel Vrijwilligerswerk in 2004 zeven trainingen verzorgt (telefoontraining, training actief luisteren, bestuurstraining, werving en selectie van vrijwilligers, werkbegeleiding van vrijwilligers).

 

Deelproject Duale activiteiten

Er bestaan reeds sportieve activiteiten die gekoppeld zijn aan taallessen: zwemmen voor oudkomers, puppyzwemmen (voor moeders die alleen mogen komen als hun kind ook mee kan komen), fietslessen  voor oudkomers. Deze activiteiten moeten worden voortgezet. Uitbreiding met andere sporten voor met name allochtone vrouwen is wenselijk.

 

Deelproject Sport achter de Delftpas

De Delftpas wordt voor 42% door allochtonen gekocht. In 2004 wordt het sportaanbod achter de Delftpas uitgebreid, onder andere via cursussen en een sportkennismakingsstrippenkaart. Minimaal tien sportverenigingen participeren hierin.

 

Deelproject Samenwerking

In de nota Tijdelijke Stimuleringsmaatregel Vrijwilligerswerk is als onderdeel het ‘laaghangend fruit-fonds’ ingesteld. In dit fonds is voor 2003 en 2004 € 50.000,- beschikbaar voor het faciliteren van kleine projecten waarin tenminste twee vrijwilligersorganisaties samenwerken ter versterking en uitwisseling van kennis, middelen en mensen. Hierin kunnen accenten gelegd worden op samenwerking tussen twee migrantenorganisaties of samenwerking tussen een migranten- en een autochtone organisatie.

 

 

2.5       Leren van elkaar en andere gemeenten

Behalve de voorbeelden van de initiatieven die nu lopen en door de deelnemers zijn genoemd, zijn er vele mogelijke voorbeelden uit andere gemeenten te gebruiken die we met een aantal enthousiaste mensen in Delft kunnen uitvoeren. We zouden dat kunnen starten door een bijeenkomst te beleggen waar een aantal initiatiefnemers hun ideeën en ervaringen doorvertellen.

 

Ook ligt er een uitdaging om meer verband tussen die bestaande en nieuwe projecten aan te brengen. Zo zou je deelnemers van verschillende projecten attent kunnen maken op andere initiatieven. Welke mogelijkheden biedt internet? Hoe kunnen we de krachten bundelen in de publiciteit door gezamenlijk naar buiten te treden in de lokale pers? Hoe kunnen we het bedrijfsleven betrekken? Het ondersteunen en versterken van dit netwerk draagt bij het succes van al deze activiteiten, ook in de olievlekwerking die ervan uit gaat.

 

 

2.6       Communicatie verbeteren

Delft is een veelkleurige, dichtbevolkte stad met bijna 97.000 inwoners, ieder met zijn eigen achtergrond en beelden van de wereld en van elkaar. We leven dicht op elkaar en soms ‘schuren’ al die beelden ruw langs elkaar heen: onbegrip, intolerantie, discriminatie, agressie. We merken dat vooral in buurten, straten en flats in wijken waar veel nationaliteiten naast elkaar wonen. We kennen elkaars culturele achtergrond doorgaans niet en verstaan elkaar soms niet. Er is in deze nota al het een en ander gezegd over het brede sociale beleid van de gemeente Delft om deze kloofjes en kloven te overbruggen. Vooral de projecten en activiteiten die in dit stuk onder het thema ‘kennismaken’ staan, helpen ons – inwoners – op een makkelijke, laagdrempelige en kleinschalige manier bij elkaar te komen en te praten en te luisteren.

 

OPGENOMEN IN DE AGENDA 2004

 
Straat- en galerijgesprekken

Om de integratie op straat- en galerijniveau te bevorderen initieert de gemeente Delft in 2004 stadsgesprekken om burgers uit verschillende culturen elkaar beter te laten leren kennen. De stadsgesprekken ondersteunen burgers een (beter) plekje in de samenleving te vinden en bieden aanknopingspunten om zelfstandig in actie te komen. Onder andere met de stadsgesprekken wil de gemeente ook concreet laten zien dat het de integratie wil bevorderen. De gesprekken kunnen ook een educatief karakter hebben (informatief, vaardigheden), bijvoorbeeld wanneer het gaat over een thema als opvoeden & geloof.

 

OPGENOMEN IN DE AGENDA 2004

 
Club van ‘100’

Een grote groep inwoners en vertegenwoordigers van verenigingen, bedrijven, maatschappelijke organisaties en politiek van Delft verzamelen zich om in 2004 vier avonden in Theater De Veste om met elkaar in gesprek te gaan over vastgelegde thema’s. Open, flexibel, uitnodigend, informeel, dynamisch, inspirerend, ontspannend en interactief. Vooralsnog zijn de thema’s Gastheerschap (9 maart), Opvoeden

(9 juni), Helden (3 november) en Geloof (8 december) bepaald.

 

Club van 100, Gastheerschap, 9 maart 2004

 


 


3              MEEBESTUREN

 

3.1       Allochtonen móeten meebesturen

Zoals we eerder lazen, is een groot deel van de inwoners van Delft allochtoon, soms al vierde generatie. Veel maatschappelijke instellingen realiseren zich dat er een wereld te winnen is wanneer deze bevolkingsgroepen meebesturen in ouderraden, medezeggenschap, politiek, verenigingen en projecten. Gezien de samenstelling van de Delftse bevolking is meebesturen geen kwestie van mogen, maar van moeten.

 

Allochtonen zijn vaak actief binnen hun eigen kring. De vraag is hoe we hen van daaruit ook hun verantwoordelijkheid kunnen laten nemen in diverse andere sectoren en hen invloed kunnen laten uitoefenen. Kan je daar een aanpak op organiseren zonder dat van bovenaf op te leggen? Daarvoor moeten we allemaal willen oversteken naar andere eilanden en die verbinden tot steeds meer vasteland. Ook hier weer geldt: het begint met elkaar willen leren kennen; alleen dan kan je je beeld scherpen.

 

Meebesturen van allochtonen was het centrale thema tijdens de derde ronde-tafelconferentie waarin vertegenwoordigers van diverse maatschappelijke instellingen en verenigingen (o.a. universiteit, atletiekvereniging, volksdansvereniging, basisschool, kringloopwinkel, ouderenbond) en de gemeente met elkaar ervaringen deelden.

 

3.2       Ervaringen uit ‘het veld’

Meepraten en meebesturen en meedoen kan op veel verschillende manieren en niveaus. Tijdens de ronde-tafelconferentie over meebesturen kwamen de volgende ervaringen op tafel; een willekeurige greep die soms ook de knelpunten laat zien.

 

Klantraden bestaan vaak uit ‘witte senioren’ en kennen weinig doorstroom. Weinig kansen voor bijvoorbeeld jongere allochtonen dus. Zij zouden actief benaderd en voorbereid kunnen worden. Vooral binnen het hoger onderwijs lopen veel talenten van buitenlandse afkomst rond, waaronder opvallend veel vrouwen.

 

Ongeveer 5% van de leden van een grote Delftse atletiekvereniging is van allochtone afkomst. De vereniging werft niet gericht bepaalde doelgroepen.  Een ledenwervingsactie in de Delftse Post leverde 50 – autochtone – nieuwe leden op. Het bestuur bestaat uit 7 autochtone mannen en vrouwen; op zich een afspiegeling van het ledenbestand dus dat is geen reden om mensen uit andere bevolkingsgroepen in het bestuur te betrekken. Het ontbreken van bestuurservaring is vaak een drempel om tot een bestuur toe te treden.

 

Een volksdansvereniging zou graag meer allochtonen lid maken, maar vindt het moeilijk ze te werven. Aangegeven wordt dat mondeling contact via sleutelfiguren vaak goed werkt. Er is inmiddels contact gelegd met andere kleinschalige initiatieven om elkaar te ondersteunen.

 

Uit een ontmoeting tussen de Turkse moskee en de Rotary in Delft volgde, dat de eerste allochtonen lid werden van de Rotary. Hierdoor is een thema als integratie bij deze laatste op de agenda gekomen.

 

De ouderraad van een basisschool met veel leerlingen uit andere culturen zoekt vooral mensen die praktische dingen willen doen en organiseren. Een poging om ouders uit deze groepen te betrekken kwam pas moeizaam op gang na intensief contact tussen allochtone (Turkse) en autochtone ouders. Daarbij moesten onder andere wat vooroordelen gecorrigeerd worden.

 

De ouderenbond heeft moeite om de contacten met de islamitische ouderenbond op gang te houden. De eigen, islamitische cultuur wordt belangrijker gevonden dan verstrengeling van culturen, behalve rond incidentele, gezamenlijke belangen als woonvormen voor ouderen en welzijnsaspecten.

 
3.3       Initiatieven en ideeën

 

OPGENOMEN IN DE AGENDA 2004

 
Bevorderen diversiteit besturen en bedrijven

Vanaf 2004 wordt de doelstelling van het project Onbenut Talent (hoger opgeleide allochtonen op weg helpen naar een baan op niveau) verbreed naar bestuursfuncties. Zowel op de terreinen sport, cultuur en onderwijs als in het bedrijfsleven worden organisaties gestimuleerd meer talenten in besturen, ondernemingsraden etc. te laten deelnemen. Hoewel het meer gaat om het stimuleren van een bepaalde verandering, streven we ook getalsmatig naar een doel: via het project toeleiden van 10 mensen. Daarbij onderzoeken we in 2004 hoe we het best kengetallen kunnen verzamelen, die een beeld helpen schetsen van de toename van het potentieel (onbenut) talent onder allochtonen. De ICT-Kring Delft overweegt het project te ondersteunen met een beknopte website waarop kandidaten hun CV’s anoniem kunnen publiceren opdat werkgevers die kunnen raadplegen. Vacatures, ook voor bestuursfuncties, kunnen tevens geplaatst worden in de eigen nieuwsbrief of die van zelforganisaties, zoals Theater De Veste enige tijd geleden deed.

 

De gemeente zou een faciliterende en bemiddelende rol kunnen spelen. Bijvoorbeeld bij de ontwikkeling van een bestand waarin gegevens van kandidaten, bedrijven, instellingen en coaches/bemiddelaars zijn opgenomen. Door dit instrument kunnen vraag en aanbod gematcht worden en kan gericht een training of cursus gemaakt worden.

 

Vrijwilligersbank voor allochtonen

Bestaat nog niet: een centraal punt voor bestuurs- en andere vrijwilligersfuncties waar vacatures en allochtone belangstellenden bij elkaar komen. Nader bekeken moet worden of dit idee gekoppeld wordt aan Onbenut Talent of wordt ondergebracht bij de Vrijwilligerscentrale.

 

Andere ideeën zijn het opzetten van een scoutwerkgroep die nieuw aanstormend allochtoon talent opleidings- en coachingsinstrumenten biedt; een onderwijsproject in het kader van een bredere aanpak ten behoeve van mentoraat/intermediairs; ontmoetingen en kennisoverdracht tussen ‘witte’ netwerken en allochtoon kader.

 

3.4       Tips en aandachtspunten

Uit alle ervaringen in paragraaf 4.2 is een aantal lessen te trekken, aandachtspunten te halen en tips te verzamelen.

 

Dé methode om andere bevolkingsgroepen te bereiken is er niet. Wel is het belangrijk dat je als bestuur/organisatie open staat en bereid bent te investeren. En begin vooral klein. Respect voor elkaar en elkaars cultuur is een centraal begrip. Als dat er niet is, is er geen acceptatie en krijg je nooit allochtonen in een bestuur.

 

De ervaring dat wervingsadvertenties onvoldoende zijn om allochtonen te doen solliciteren, wordt door iedereen gedeeld. Ten opzichte van autochtonen blijken allochtonen terughoudender en minder assertief te zijn. Gericht benaderen/werven en mondelinge informatie, bijvoorbeeld via kennissen en netwerken, is effectiever. Belemmerende factoren zijn de cultuur van de allochtone groep en van de organisatie, geld en de vraag hoe je mensen kunt vasthouden -  dat is bijna nog moeilijker dan binnenhalen.

 

Vaak is ook niet duidelijk wat besturen inhoudt, wat voor werk erbij om de hoek komt kijken en welke verantwoordelijkheden je hebt. Dat betekent dat je dit als organisatie goed moet uitleggen. En dat je als bestuur moet aangeven dat je wilt helpen. Een andere benadering is om allochtonen zelf te vragen wat ze weerhoudt om in besturen of binnen andere settings actief te worden.

 

Een sociologisch effect is, dat wanneer allochtonen ‘doorstoten’, dit weerstand dat bij autochtonen zal oproepen. Ook hiermee moet je rekening houden.

 

In de oplossingensfeer zou je besturen met elkaar kunnen laten kennismaken en op dit punt ervaringen laten uitwisselen. Je zou gezamenlijk iets kunnen organiseren om vraag en aanbod bij elkaar te brengen. Maar er zijn geen standaardoplossingen; je moet het situationeel bekijken en op maat en stapsgewijs aanpakken.

 

Ook andersom vindt integratie plaats. In een opgerichte Surinaamse club zaten oorspronkelijk alleen Surinamers; nu bestaat bijna de helft uit Nederlanders.

 

Overige tips en aandachtspunten zijn:

-          Betaling voor een bestuurslidmaatschap is voor sommige allochtonen een normale zaak;

-          Er zit veel potentieel onder 2e generatie allochtonen; zij maken vaak deel uit van stevige netwerken.

-          Heb oog voor de procesmatige kant.

-          Wees er bijtijds bij als je allochtonen wilt benaderen.

-          Organiseer bij de opening van een sport- of schoolseizoen speciale introducties.

-          Maak een stappenplan als je een allochtoon in je bestuur betrekt

-          Organiseer een podium om je bestuur, ouderraad, vereniging, ondernemingsraad te presenteren.

-          Overweeg samenwerking met de recent opgerichte allochtone businessclub.

 


4              AGENDA 2004

 

In de nota staan veel nog uit te werken ideeën: een handschoen om op te pakken. Een aantal projecten rond het thema Kennismaken en Meebesturen gaat in 2004 concreet uitgevoerd of gestart worden. Daarbij zal het succes niet alleen zitten in het realiseren van elke activiteit of project; de kracht zit ‘m voor een groot deel in de samenhang, die er tussen de initiatieven te ontdekken is, waardoor ze elkaar versterken en nog effectiever worden.

 

De diverse projecten bevinden zich in verschillende stadia en worden niet alle tegelijkertijd uitgevoerd. De beschrijvingen van elk project zullen een aparte communicatieparagraaf bevatten.

 

1          Bevorderen diversiteit besturen en bedrijven

 

Doelstelling: in 2004 tien allochtone talenten toeleiden naar bestuurs- en commissiefunctie in verenigingen, het onderwijs en de zorg

 

 

Vanaf 2004 wordt de doelstelling van het project Onbenut Talent (hoger opgeleide allochtonen op weg helpen naar een baan op niveau) verbreed naar bestuursfuncties. Zowel op de terreinen sport, cultuur en onderwijs als in het bedrijfsleven worden organisaties gestimuleerd meer talenten in besturen, ondernemingsraden etc. te laten deelnemen. Hoewel het meer gaat om het stimuleren van een bepaalde verandering, streven we ook getalsmatig naar een doel: via het project toeleiden van 10 mensen. Daarbij onderzoeken we in 2004 hoe we het best kengetallen kunnen verzamelen, die een beeld helpen schetsen van de toename van het potentieel (onbenut) talent onder allochtonen.

 

Om meer een afspiegeling van de samenstelling van de Delftse bevolking te bereiken, streeft het project Onbenut Talent naar meer diversiteit in de samenstelling van besturen en andere overlegorganen. Het ligt is de bedoeling om ook het bedrijfsleven te benaderen en enthousiast te maken om met allochtonen in gesprek te gaan, waar het gaat om bestuurlijke functies.

 

Uit de rondetafelgesprekken, eind 2002/2003, met vertegenwoordigers uit het onderwijs, de sportwereld, cultuur en het bedrijfsleven bleek de intentie, dat men hieraan graag wil bijdragen. Het project omvat ook het informeren en enthousiast maken van allochtonen om lid te worden van een sportclub of culturele vereniging. Hierover is met de Sportraad contact. Verdere oriëntatie gaat in de richting van het voortgezet onderwijs (aansluiting bij bestaande projecten en plannen van schoolbesturen).

 

Op het vakgebied cultuur is mogelijk aansluiting te vinden bij het Actieplan cultuurbereik van het Ministerie van OC&W en uiteraard bij de diverse Delftse organisaties die zich bezighouden met cultuur.

Zie ook Bevorderen diversiteit besturen en bedrijven op pagina 8.

 

2          Sport en integratie

 

Doelstelling: in 2004

- wordt één multicultureel sportevenement georganiseerd

- participeren drie migrantenorganisaties in het project Sport in Delft

- wordt een behoeftepeiling sportactiviteiten uitgevoerd onder migranten(organisaties)

- participeren tien sportverenigingen met een aanbod achter de Delftpas

- ontstaan drie samenwerkingsverbanden tussen migrantenorganisaties en sportverenigingen in het kader van 

  de ‘laaghangend fruitfonds’ – regeling

 

 

Sport is een universele taal die overal op de wereld gesproken wordt en biedt daarmee bij uitstek de gelegenheid tot integratiebevorderende activiteiten. Dit leidt tot een aantal deelprojecten die in samenwerking tussen gemeente en organisaties in de stad uitgevoerd kunnen worden.

In het kader van regulier onderzoek naar sportdeelname en participatie en contacten met migrantenorganisaties wordt een accent gelegd op het inventariseren van de behoefte aan sportactiviteiten (en de aard daarvan) binnen de doelgroep. Met behulp van die gegevens kan in het aanbod van activiteiten zoveel mogelijk rekening gehouden worden met de vraag.

Onder de noemer Sport en integratie start in 2004 een aantal deelprojecten:

-          multiculturele sportactiviteiten;

-          sportactiviteiten voor allochtone meisjes en vrouwen

-          meebesturen

-          duale activiteiten

-          sport achter de Delftpas

-          samenwerking

Deze deelprojecten zijn elders in deze notitie beschreven: zie Sport en integratie op pagina 4.

 

3          Straat- en galerijgesprekken

 

Doelstelling: in 2004 vier bijeenkomsten met burgers en professionals organiseren, inhakend op actuele situaties en ontwikkelingen

 

 

Een straat- of galerijgesprek vindt plaats met en tussen de bewoners van een flat of straat in een bepaalde wijk. Een kleinschalige, laagdrempelige bijeenkomst om ideeën en ervaringen met elkaar en met de wethouder en een paar ambtenaren uit te wisselen. De onderwerpen liggen niet vast mits deze over de directe leefomgeving en het samen leven in de flat of de straat gaan. Op dit niveau kunnen ook gesprekken gevoerd worden waarbij professionals betrokken zijn en die wel over een van te voren bepaald thema gaan. Een voorbeeld zou kunnen zijn een gesprek met ouders en docenten van een school waar een bepaalde problematiek speelt. In 2004 zijn vier gesprekken gepland. Zie ook Straat- en galerijgesprekken op pagina 6.

 

4          ‘Club van 100’

 

Doelstelling: in 2004 vier bijeenkomsten met burgers organiseren over de thema’s gastheerschap, opvoeden, helden en geloof.

 

 

Een grote groep inwoners en vertegenwoordigers van verenigingen, bedrijven, maatschappelijke organisaties en politiek van Delft verzamelen zich om in 2004 vier avonden in Theater De Veste met elkaar in gesprek te gaan over vastgelegde thema’s. Open, flexibel, uitnodigend, informeel, dynamisch, inspirerend, ontspannend en interactief. Vooralsnog zijn de thema’s Gastheerschap (9 maart), Opvoeden (9 juni), Helden (3 november) en Geloof (8 december) bepaald. De bijeenkomsten kenmerken zich door hun interactieve karakter. Levendige discussie over hete hangijzers worden afgewisseld met praktijkvoorbeelden. Elk hoofdthema wordt opgesplitst in hanteerbare subthema’s  met verschillende werkvormen waaruit de deelnemers kunnen kiezen. Belangrijke doelen zijn: het uitwisselen van informatie, visie c.q. meningen te vormen en betrokkenheid en draagvlak creëren onder de deelnemers. Dit op een zodanige manier dat de Club van 100 kritische maar betrokken ambassadeurs voor het Delftse integratiebeleid zal voortbrengen. Geïnteresseerden zijn via de lokale media (Stadskrant) opgeroepen zich aan te melden. Iedere inwoner van Delft kan zich aanmelden. Daarom is ook niet bekend hoeveel mensen uiteindelijk op de oproep zullen reageren en heeft dit initiatief de misschien wel ambitieuze naam ‘club van 100’ meegekregen. Het succes hangt evenwel niet af van het aantal deelnemers, doch van de resultaten. Deze zullen begin 2005 aan de raad gepresenteerd worden, samen met voorstellen hoe dit proces op gang te houden. Zie ook Club van ‘100’ op pagina 6.

 

5          Multiculturele markt

 

Doelstelling: in de eerste en de tweede helft van 2004 een multiculturele markt organiseren, aansluitend bij de drie bestaande weekmarkten.

 

Dit project behelst het onderzoeken van de mogelijkheden en het organiseren van een multiculturele markt voor en na de zomer van 2004, aansluitend bij bestaande weekmarkten.

Overal ter wereld is de markt een plaats van handel; in veel landen ook een plaats waar cultuuruitwisseling ontstaat. Niet alleen door de verkoop van producten uit eigen en andere culturen, maar ook door bijvoorbeeld verhalenvertellers, kunstenaars,acrobaten en ambachtslieden. De Nederlandse markten hebben deze functie van cultuurplaats wat verloren. Het idee van een multiculturele markt kan dan ook de ‘gewone’ weekmarkten in Delft versterken. Aansluiting zoeken bij bestaande weekmarkten heeft een aantal voordelen: de reguliere weekmarkten hebben reeds een grote aanloop van veel mensen uit alle in Nederland woonachtige bevolkingsgroepen, er kan gebruik worden gemaakt van de bestaande infrastructuur; de reguliere weekmarkten krijgen hiermee een extra stimulans.

Dit concept wordt in Delft reeds gebruikt voor het positief onder de aandacht brengen van andere (toeristische) kanten van Delft. Ook de weekmarkt en bloemenmarkt zijn toeristische trekpleisters. Dit kleurenconcept van Delft kan de vlag zijn waaronder de culturele markt kan worden ingepast in de weekmarkt: het geeft letterlijk én figuurlijk meer kleur aan de weekmarkt.

Voor het verder ontwikkelen van deze markt zullen we samenwerking zoeken met onder andere

marktondernemers, culturele organisaties, het vakteam CKE, allochtone ondernemers en winkeliersverenigingen. Zie ook Multiculturele markt op pagina 4.

 

6          Uitburgeringscursus

 

Doelstelling: in 2004 twee uitburgeringscursussen organiseren voor tien tot vijftien burgers, startend na de zomer, gevolgd door drie uitburgeringscursussen in 2005.

 

 

De naam is misschien niet helemaal dekkend, maar geeft goed aan wat we willen met deze tegenhanger van de inburgeringscursus. In de uitburgeringscursus laten we niet nieuwkomers zich oriënteren op de Nederlandse samenleving, maar willen we juist alle Delftenaren in staat stellen zich te oriënteren op andere culturen, talen en gewoonten om ook van die kant het multiculturele bewustzijn te verhogen.

We gaan ervan uit dat een aantal Delftenaren geïnteresseerd is in andere culturen en dat zij best wat vaker contact met medeculturen in ons land willen hebben én wellicht op vakantie willen in het land van herkomst van allochtonen Delftenaren. Daarom ontwikkelen we in dit project een land (taal, volken en culturen) een cursus voor autochtone inwoners waardoor zij kunnen kennismaken met die medeculturen en willen die ook uitvoeren. Aan het einde van de cursus weten de deelnemers iets van de geschiedenis, de taal, gewoonten en andere culturele aspecten. Zie ook Uitburgeringscursus op pagina 4.


5              FINANCIEN

 

Met de uitvoering van de Agenda 2004 is een totaalbedrag gemoeid van € 103.500,-. Hiervoor is reeds eerder dekking via de Voorziening Integratie gevonden en toegezegd tot een bedrag van € 67.500,-, grotendeels bestemd voor de uitvoering van de Club van 100.

 

Er wordt dekking uit de Voorziening Integratie gevraagd voor het resterende bedrag van € 36.000,- voor met name de uitvoering van de straat- en galerijgesprekken, het bevorderen van diversiteit, de multiculturele markt en de uitburgeringscursussen.

6              SLOT

 

We moeten het willen en we moeten het samen doen - dat is de uitdaging aan allen: gemeente, bestuurders, verenigingen, werkgevers, instellingen and last but not least de allochtone en autochtone burger zelf. Het zijn lang niet altijd de grotere en kostbare projecten, maar juiste de kleine, vaak onzichtbare 1-op-1 ontmoetingen tussen mensen die de integratie op microniveau verbeteren. Want daar gebeurt het: een praatje over de schutting, op straat, in de flat. Met deze nota wil het college iedereen stimuleren werk te maken van integratie om Delft een plezierige woonplaats voor iedereen te laten zijn. Er werk van maken kan, zoals u in deze nota las, op heel veel verschillende manieren en we dagen u uit er nog meer effectieve en resultaatgericht activiteiten te bedenken en vooral te gaan doen. U zult in de gemeente een gewillige partner vinden.

 

Tot slot spreekt het college haar dank uit aan alle deelnemers aan de ronde-tafelconferenties die samen de basis voor deze nota hebben gelegd.

 


Bijlage 1 Achtergronden

 
 

1          Bevolkingsgroepen in Delft

Met zijn bijna 97.000 inwoners is Delft een middelgrote stad, ingeklemd tussen de grote agglomeraties Rotterdam, Den Haag en Zoetermeer. Zo’n 23% van de inwoners is van allochtone afkomst. Grotere bevolkingsgroepen vormen de Turken, Antillianen en Arubanen, Surinamers, Marokkanen en Irakezen. Zie tabel 1 in de bijlagen voor een compleet overzicht van de Delftse bevolking naar etniciteit.

 

2          Belangrijke doelgroepen

De opvang van allochtonen in de stad en de zorg voor integratie en inburgering is een belangrijk aandachtspunt in het collegeprogramma. Meer specifiek richt het beleid zicht op drie groepen:

·         Mensen die met name in de jaren zestig en zeventig naar Nederland kwamen om tijdelijk te werken doch hier vaste grond onder de voet vonden: de gastarbeiders en hun gezinnen. Hen helpt het gemeentelijk oudkomersbeleid en o.a. het Centraal Punt Oudkomers bij de integratie.

·         Vluchtelingen die in ons land asiel zoeken en nieuwkomers. Zij hebben landelijk te maken met strenge toelatingseisen en de verplichte inburgering zoals beschreven in de Wet Inburgering Nieuwkomers (WIN).

·         De kinderen van deze mensen, die hier als Nederlander geboren worden en opgroeien, en van de eigen cultuur en van de Nederlandse dubbele sets waarden, normen, taalgebruik e.d. meekrijgen. De derde en vierde generatie sinds de gastarbeiders.

 

Tijdens het vorige college verscheen de integratienota (2000). Daarin gaat het onder andere om het nemen van maatregelen om de leefsituatie van mensen te verbeteren op het vlak van o.a. zorg, werk, inkomen. Deze nota kwam met medewerking van veel mensen in de stad tot stand en is met velen uitgevoerd. Soms gaat dat snel, maar soms gaat het trager dan je wilt. Er zijn veel culturele eilanden in de stad en hoe verbinden we die op een hechte wijze?

 

3          Integreren en inburgeren

Terecht kunnen we stellen dat Delft, naast blauw, meer kleur op de wangen heeft. In onze dichtbevolkte, multiculturele stadssamenleving komen we elkaar vaak tegen. Je zou kunnen afvragen of we elkaar wel vaak genoeg tegenkomen en of we elkaar op genoeg plaatsen tegen komen – als mensen onder elkaar. En dan nog: kennen wij elkaar, begrijpen wij elkaar en respecteren wij elkaar? ‘Die erkenning’, zo stond reeds in de Delftse integratienota in het jaar 2000, ‘is een voorwaarde om te komen tot een goed evenwicht tussen identiteit en functioneren.’ Daarover en over hoe we ons – nieuwe en oude inwoners van Delft – concreet bij elkaar betrokken kunnen voelen en medeverantwoordelijkheid kunnen dragen voor de samenleving, sprak een gezelschap van beroepsmatige- en ervaringsdeskundigen van binnen en buiten de gemeentelijke organisatie in december 2002 tijdens de eerste ronde-tafelconferentie.

 

4          Kennismaken en meebesturen

Dit was de naam van de eerste ronde-tafelconferentie; een eerste stap op weg naar de nota die u nu leest en dat in gesprek met mensen en organisaties in de stad tot stand is gekomen. We bespraken allerlei bestaande en nieuwe manieren en ideeën om bevolkingsgroepen in de stad met elkaar te kunnen laten kennismaken en over hoe we deze groepen beter kunnen betrekken in allerlei besturen en andere overlegorganen. En vooral over met welke concrete ideeën, projecten, activiteiten, initiatieven en maatregelen we dat in Delft kunnen aanpakken of stimuleren. Dat zijn vaak juist heel kleine, maar effectieve initiatieven. We beginnen daarmee gelukkig niet op nul. Er gebeurt deze jaren al veel op dit terrein.

 

Een greep uit al die integratiebevorderende activiteiten: zwemlessen, samen zingen en eten, opvoedcursussen, verhalen vertellen, initiatieven op de brede school, en projecten met soms prikkelende namen als Mobile Extravaganza, Delftse Kleden, Omgekeerde Schoenendoos en de Scheurkalender van de Lisztflat. Een bonte verzameling maar met een gemeenschappelijk kenmerk: mensen uit verschillende culturen met elkaar te laten kennismaken. Lang niet altijd grootschalige projecten, maar juist steeds op zoek naar de menselijke maat: de straat, de school, de galerij, het werk, de buurt, de wijk. Daarbij gaat het overigens niet alleen over het contact tussen allochtonen en autochtonen. Veel activiteiten kunnen ook het contact binnen een bevolkingsgroep of tussen verschillende allochtone bevolkingsgroepen verbeteren.

 

Door mee verantwoordelijkheid te dragen in besturen, ouderraden op school, buurtorganisaties e.d. pakken mensen verantwoordelijkheid voor de samenleving waarin ze zijn opgenomen. Wat is de meest effectieve manier om ervoor te zorgen dat steeds meer mensen van buitenlandse afkomst actief meedenken en –doen op wijkmarkten, in de gemeenteraad, op scholen?

 

Vertrouwen winnen

‘Met vertrouwen winnen ben je binnen.’, sprak een jonge Marokkaanse vrouw in een van de werkgroepen tijdens de ronde-tafelconferentie over kennismaken en meebesturen. De aanwezigen spraken over wat integreren eigenlijk is en hoe je bijvoorbeeld Marokkaanse jongeren zou kunnen benaderen. Een manier is hen zelf te vragen waaraan zij behoefte hebben. Dat is wat anders dan ongevraagd met projecten aankomen En hoe kijk je ertegen aan: is het een Marokkaans probleem of een maatschappelijk probleem? Veel jonge Marokkanen zijn hun identiteit kwijt en voelen zich nergens bij horen: ‘Je bent geen Marokkaan, maar ook geen Nederlander.’ Er zijn grote verschillen tussen generaties. De ouderen waren hier te gast om tijdelijk werk te verrichten en weer terug te gaan. De generatie van nu blijft hier en heeft kracht nodig om te overleven in een maatschappij waarin ze zich niet welkom voelen. Vraag hen wat hun probleem is en laat ze in de oplossing hun eigen verantwoordelijkheid nemen. Laat mensen – jongeren, maar zeker ook ouderen - meedenken en ga daar serieus op in. Slaagt het niet, dan kan je mensen daarop aanspreken. Een belangrijke voorwaarde voor succes is respect van de meerderheid; integratie wordt daarmee een stuk makkelijker. Uit de praktijk komt een voorbeeld van een werknemer van buitenlandse afkomst die door zijn vader thuis gehouden werd om op een jongere broer te passen. De werknemer krijgt hierdoor een conflict met zijn werkgever. Als beiden meer kennis van elkaars cultuur en waarden- en normenpatroon hadden gehad en afspraken hadden gemaakt over het inhalen van uren en het vooraf overleggen, zou ontslag wellicht zijn voorkomen.

Vertrouwen winnen vormt de kern. Zoek daarbij betrokkenheid in de wijk, de buurt of op school. Een goede ingang is bijvoorbeeld huiswerkbegeleiding op school. Hiertoe is in Delft al een eerste aanzet gedaan. Probeer daarbij meer in schotsen te denken dan in eilandjes – de een kan je bij elkaar schuiven, de andere niet. De werkgroep komt tot het advies dat het kennismaken met elkaar en het kweken van onderling begrip in een ontspannen en kleinschalige sfeer moet gebeuren. Denk bijvoorbeeld aan eten, sport, naaicursus, verhalen vertellen, en kleden maken.

 

Integratie gaat niet vanzelf

Een andere werkgroep richtte zich op het inventariseren van allerlei uitvoerbare ideeën om mensen uit verschillende culturen of bevolkingsgroepen met elkaar te laten kennismaken. Ook werd besproken hoe je relatief kleine, soms particuliere initiatieven zou kunnen uitbouwen. Als voorbeeld werd genomen het particuliere initiatief Wat eten wij vandaag?, waarbij mensen uit verschillende groepen elkaar thuis uitnodigen voor een maaltijd. Zo werd gedacht aan een eigen internetsite, samen andere dingen doen, stukje in de Stadskrant schrijven, een nieuwjaarskaart versturen, van elkaars talenten gebruikmaken bij het klussen en het instellen van een soort mentorschap in de buurt voor nieuwe bewoners. Voorwaarden voor succes zijn wel, zo zegt de werkgroep, dat iedereen een gemeenschappelijk belang ervaart en zich actief, open en flexibel opstelt. Integratie gaat niet vanzelf.

 

Ideeën rond het verkrijgen van invloed door mee te besturen zijn: vacatures in besturen bekend maken onder allochtonen. Een mooi voorbeeld komt uit Rotterdam-West waar allochtone en autochtone ouders samen de verantwoordelijkheid op school pakken. Essentieel vindt een andere werkgroep, dat nieuwe, onervaren mensen worden gecoacht in de regels van het bestuursspel. Andere succesfactoren die genoemd worden zijn: goede (mondelinge) informatie, laagdrempelige promotie, de inzet van sleutelfiguren en rolmodellen en het bieden van trainingen. Er klinkt ook een waarschuwing: hou het overzicht op alle projecten en laat ze waar mogelijk samenwerken om te voorkomen dat het contraproductief werkt.

 

Duurzame investering

Met alle kleine en grote-, particuliere- en overheidsinitiatieven moeten we duurzaam willen investeren in de samenleving in de wetenschap dat de vruchten misschien pas over tien jaar kunnen worden geplukt. Maar geldt hierbij ook niet dat met het samen daar naartoe op weg gaan ook al een doel bereikt wordt? Wat je ook onderneemt met elkaar, de laagdrempeligheid blijkt een gemeenschappelijk kenmerk, zo vinden alle conferentiegangers. Hierbij kan ook de kerk of moskee kan een rol spelen. Spreek ouders aan op hun rol als opvoeder; zij hebben hetzelfde belang op school. Heb ook aandacht voor onderlinge verschillen en non-communicatie tussen allochtone groepen. Allemaal stapje voor stapje op menselijk niveau, beginnetjes maken, bruggen bouwen – laagdrempelig, en soms misschien een beetje brutaal. En het succes is niet afhankelijk van de grootte of het budget van projecten.

 

Bijlage 2 Bevolking in Delft

 

 

Tabel 1. Bevolking in Delft naar etniciteit per 1 januari 2003.