De uitdaging van kennismaken en meebesturen
Onderwerp
Programma Integratie en Activering
Inhoudsopgave
1.2 Wat aan deze nota vooraf ging
2.3 Voorbeelden kennismakingsprojecten
2.5 Leren van elkaar en andere gemeenten
3.1 Allochtonen móeten meebesturen
Tolerantie, multiculturele samenleving, normen en
waarden, veiligheid. Zomaar een paar begrippen die in het brandpunt van de
landelijke en lokale politiek staan.
De gemeente Delft voert op een samenhangende manier haar
integratiebeleid en oudkomersbeleid uit. Kennismaken en meebesturen is een van
de hoofddoelstellingen uit dit programma. Elkaar willen leren kennen,
respecteren en een plaats geven, en samen verantwoordelijkheid nemen zijn
daarbij sleutelbegrippen.
Sinds december 2002 spraken we
een paar maal met verschillende groepen vertegenwoordigers en professionals van
binnen en buiten de gemeente over dit thema. Deze bijeenkomsten zijn bekend
geworden onder de naam ‘ronde-tafelconferenties’. Enkele passages uit een van
de verslagen: ‘Ook op Delftse schaal moeten we blijven opletten dat we soms met
kleine woorden de kiem van grotere conflicten leggen. ... Kijk en luister goed
naar elkaar in de stad. Wat speelt er in andere culturen, wat nemen mensen mee
uit hun cultuur naar onze samenleving?’ Dit leidt tot de stelling dat je alleen
tot een rol in het dagelijks leven van de Nederlandse samenleving kunt komen op
basis van wederzijdse belangstelling, respect voor elkaar en veel met elkaar
praten. Tijdens een van de ronde-tafelconferenties werd geadviseerd ‘... dat
het kennismaken met elkaar en het kweken van onderling begrip in een ontspannen
sfeer moet gebeuren. Denk bijvoorbeeld aan eten, sport, naaicursus, verhalen
vertellen, en kleden maken.’ Bij kennismaken draait het om gewone mensen, de
samenleving in de wijk, de straat of langs de galerij – met respect voor alle
religies, rassen en culturen, of je hier nou geboren bent of niet.
Ook werd nog maar eens
vastgesteld dat er al veel concrete, leuke, creatieve en effectieve
activiteiten in de stad zijn die aan het behalen van de
integratiedoelstellingen bijdragen. Op dit terrein doen we reeds goede ervaringen
op zoals uit deze nota zal blijken.
Een andere vraag, die ook in een
van de ronde-tafelconferenties aan de orde kwam, is hoe mensen uit alle
culturen op allerlei niveaus samen verantwoording te laten nemen in onze
dagelijkse, Delftse maatschappij – in een medezeggenschapsraad op school, in
het bestuur van de sportvereniging, in de ondernemingsraad op het werk, in het
buurthuis, in de politiek of de vakbeweging? Veel maatschappelijke instellingen
realiseren zich dat er een wereld te winnen is wanneer allochtonen meebesturen
in ouderraden, medezeggenschap, politiek, verenigingen en projecten. Hoe
krijgen deze instellingen ‘meer kleur op de wangen’? Meebesturen is geen
kwestie van mogen, maar van moeten. Immers, de Delftse bevolking bestaat voor
zo’n 23% uit allochtonen. Veel van hen zijn vaak actief binnen de eigen kring.
De vraag is hoe we hen van daaruit ook hun verantwoordelijkheid kunnen laten
pakken in diverse andere sectoren en hen invloed kunnen laten uitoefenen.
Het college daagt iedere burger
uit deel te nemen aan de in deze nota vermelde activiteiten, mee te denken over
nieuwe, integratiebevorderende projecten en ook zelf de verantwoordelijkheid te
nemen door de hand uit te reiken naar die onbekende buurman of buurvrouw. Deze
nota wil een stimulans zijn om iedereen een plekje in de stad te bieden, te
midden van mensen die elkaar kennen en respecteren.
Zowel aan allochtone als aan autochtone kant is
er een grote groep die wel wil, maar niet goed weet hoe of niet kan (+/-),
naast een groep die helemaal niets van de ander wil weten (-/-). Het gaat er
juist om om te beginnen met de kleine groep voorlopers die wel wil, kan, de
affiniteit en de vaardigheden heeft en van daaruit de kring groter te maken (+/+).
Begin met bijvoorbeeld 50 ‘wegbereiders’ om het vertrouwen te vergroten, het
netwerk uit te breiden, mensen die een voorbeeldfunctie kunnen hebben.
Schematisch ziet dat er zo uit:
In hoofdstuk 2 staat Kennismaken centraal. Hierin staan we stil bij de
mogelijkheden om mensen elkaar op stads-, wijk-, buurt-, straat-, flat- of
galerijniveau te leren kennen en bij welke initiatieven er ontplooid zijn en zullen worden. In
hoofdstuk 3 vormt meebesturen het hoofdthema: wat verstaan we daaronder, welke
ervaringen zijn er en vooral: hoe stimuleren we allochtonen en autochtonen om
samen op het niveau van allerlei instellingen en organisaties hun
verantwoordelijkheid te nemen. In hoofdstuk 4 formuleren we de projecten die we
in 2004 uitvoeren of starten. In de bijlagen treft u tot slot informatie aan
over de achtergronden en totstandkoming van deze nota, alsmede een tabel met de
bevolkingssamenstelling van Delft.
Van het college wordt gevraagd kennis te nemen van de lopende projecten en
activiteiten en akkoord te gaan met de Agenda 2004 (hoofdstuk 4).
Naar aanleiding van de eerste ronde-tafelconferentie
ontstond de behoefte om rond het thema ‘kennismaken’ vanuit verschillende
initiatieven ervaringen uit te wisselen. Dit gebeurde tijdens de tweede
bijeenkomst waaraan een aantal deelnemers en initiatiefnemers van verschillende
projecten meededen. Zo leren we van elkaar, kunnen de initiatieven elkaar
wellicht versterken of kunnen nieuwe samenwerkingsvormen ontstaan.
In het collegeprogramma 2002-2006 met de titel Voorzetten
en doorzetten wordt over kennismaken het volgende gezegd: ‘De komende jaren
zetten we in op de kennismaking tussen (groepen) mensen van diverse afkomst.’
Het met elkaar leren kennismaken maakt deel uit van een breder sociaal beleid
waarbij regelingen worden ingezet, taalproblemen worden aangepakt, ouders bij
scholen worden betrokken en waar gestimuleerd wordt dat mensen hun uitkering
niet meer nodig hebben. In de tweede ronde van het collegebeleid zijn
belangrijke speerpunten: kennismaken, meebesturen en wonen. Een samenhangende
aanpak op deze thema’s moet eilandvorming, waarbij mensen zich steeds meer op
de eigen bevolkingsgroep, herkomst en gedachten terugtrekken, worden
tegengegaan. Zo is het in dit verband bijvoorbeeld ook niet wenselijk dat
sommige wijken hoge concentraties van bepaalde bevolkingsgroepen hebben.
Bij kennismaken draait het om
‘gewone’ mensen, de samenleving op straat, op de galerij en in de buurt. Mensen
van alle leeftijden, religies en afkomst. In het vorige hoofdstuk is al kort
een aantal laagdrempelige initiatieven genoemd met die menselijke maat. In dit
hoofdstuk staan we wat langer stil bij een paar bekende en onbekende projecten
die tijdens de tweede ronde-tafelconferentie besproken zijn; geen uitgebreide
projectbeschrijvingen, maar stimulerende en leerzame voorbeelden die anderen
misschien weer op nieuwe ideeën brengen.
Delftse Kleden
Delft is een stad van vele
culturen: vrouwen uit alle windstreken zijn in Delft samengestroomd en naast
geboren en getogen Delftenaren komen wonen. Al deze vrouwen bieden daarom de
stad Delft een wandkleed aan, om hun verbondenheid met elkaar en met de stad te
laten zien, maar ook de gebundelde kracht van de vele culturen die Delft rijk
is.
In de wijken Voorhof en Buitenhof
kwamen Delftse vrouwen van verschillende nationaliteiten, achtergronden en
leeftijden bijeen om te borduren aan een gezamenlijk kleed dat als thema 'aarde, water, vuur en lucht ' heeft. Elke groep borduurde een
gedeelte waarbij elke vrouw afzonderlijk een stukje van het kleed invulde. In
het voorjaar 2003 werden de kleden samengevoegd tot een groot, veelkleurig
kunstwerk en werd het project afgesloten met een feestelijke presentatie.
De kleden vormen een samensmelting van de vele culturen. Iedere cultuur
levert een 'lapje' aan dit wandkleed en is zo vertegenwoordigd in dit project.
Juist de universele taal van het handwerk, het samenwerken en de herkenning
binnen de verschillende culturen leidt tot iets wat uitstijgt boven het maken
van dit kunstwerk alleen. Het resultaat van Delftse Kleden is niet slechts de
wandkleden, maar ook alles wat erachter schuilgaat, de verhalen, de
ontmoetingen tussen vrouwen, de tegenslagen. Doel van dit project was het in
contact brengen van vrouwen uit de wijken Voorhof en Buitenhof. Vrouwen die in
dezelfde stad wonen maar die om welke reden dan ook niet bij elkaar om de
koffietafel zitten. Onder begeleiding van kunstenaar Tonny van Sommeren is de
universele taal van het handwerk een aanknopingspunt gebleken om contact te
maken. Juist daar waar taal en cultuur een barrière kunnen vormen. Het project
heeft een vervolg gekregen in ‘De Jurk van Delft’.
Een mooi voorbeeld is een project
in Jeruzalem waar bewoners uit verschillende groepen die in elkaars omgeving
wonen zelf geprobeerd hebben het onderlinge contact te verbeteren. Hierbij
waren professionals en burgers betrokken. Dit ontstond uit de constatering dat
dit politici niet lukte. Een van de deelnemers aan de ronde-tafelconferentie
kan daarover uit eigen ervaring vertellen en vindt dit een goed voorbeeld van
hoe de gemeente op een goede manier kan sturen door dit soort projecten te
faciliteren. Over dit onderwerp vond al eerder een workshop plaats in Delft.
Hieraan namen ook leden van de Tweede Kamer deel.
Praatcafé
Elk jaar komen er ongeveer 100
buitenlandse studenten naar Delft. Een christelijke organisatie is een
praatcafé gestart om hen in Delft te helpen opvangen. Hier is iedereen welkom,
ongeacht opvattingen of geloof. Ook Nederlandse studenten en niet-studenten
zijn welkom. Vanuit het praatcafé worden nieuwe initiatieven ontplooid als het
opzetten van een servicedesk en een kerstbrunch.
Wat eten we vandaag?
Een vriendenclub nam ooit het
initiatief om autochtonen thuis te laten koken voor allochtonen: de actie kreeg
de naam Wat eten we vandaag? Tijdens het kokkerellen en aan tafel
ontmoeten mensen elkaar op een heel ontspannen manier. Naast de etentjes is
inmiddels een picknick en een bingo georganiseerd en denkt men na over een
literaire avond.
In Holland staat een flat
Het project ‘In Holland staat een flat’ is
een project van kunstenaars Beierle & Keijser voor de bewoners van de
Lisztflat in Delft. Samen met bewoners uit de flat wordt gewerkt aan een
multiculturele scheurkalender voor 2004. Bewoners leveren materiaal en
bijdrages aan voor de kalender en de kunstenaars zorgen voor een passende
vormgeving en de verdere productie van de kalender tot een marktconform
product. Voor de opbrengst van de kalender wordt door de deelnemende bewoners
een bestemming gezocht. Gedacht wordt aan het verbeteren van de woonomgeving
van de flat, zoals bij voorbeeld het verbeteren van de speelmogelijkheden voor
kinderen of het verfraaien van de groenvoorzieningen rond de flat.
Dit waren zo maar wat bestaande
projecten, maar het borrelt op meer terreinen met nieuwe:
Dag van de dialoog
Een vaste dag in het jaar
gebruiken om een aantal activiteiten te organiseren om met elkaar te praten en
elkaar te leren kennen.
OPGENOMEN IN DE AGENDA
2004
Multiculturele markt
Dit project behelst het
onderzoeken van de mogelijkheden en het organiseren van een multiculturele
markt voor en na de zomer van 2004, aansluitend bij bestaande weekmarkten.
OPGENOMEN IN DE AGENDA
2004
‘Uitburgerings’cursus
In de uitburgeringscursus laten
we niet nieuwkomers zich oriënteren op de Nederlandse samenleving, maar willen
we juist alle Delftenaren in staat stellen zich te oriënteren op andere
culturen, talen en gewoonten om ook van die kant het multiculturele bewustzijn
te verhogen.
|
Sport en haar opvoedende
waarden voor individu (fysiek en mentaal) en samenleving (sociaal) wordt in de
notitie ‘Sportbeleid vanaf 2004; Sport in Delft’ benoemd als aantrekkelijk
middel om verschillende doelstellingen te bereiken. Ten aanzien van integratie
geldt dat sport een universele taal is die overal op de wereld gesproken wordt.
Het biedt daarmee bij uitstek de gelegenheid tot integratiebevorderende
activiteiten. Dit leidt tot een aantal deelprojecten die in samenwerking tussen
betrokken beleidsvelden en organisaties in de stad (migrantenorganisaties,
sportverenigingen, BWD, Jongerenraad) uitgevoerd kunnen worden.
In het kader van regulier
onderzoek naar sportdeelname en participatie en contacten met
migrantenorganisaties wordt een accent gelegd op het inventariseren van de
behoefte aan sportactiviteiten (en de aard daarvan) binnen de doelgroep. Met
behulp van die gegevens kan in het aanbod van activiteiten zoveel mogelijk
rekening gehouden worden met de vraag.
Deelproject Multiculturele Sportactiviteiten
a)
In evenementvorm typische sporten uit verschillende bevolkingsgroepen
demonstreren en met elkaar beoefenen.
b)
In toernooivorm Delftenaren in één of meerdere sporten tegen elkaar
laten uitkomen
c)
Migrantenorganisaties stimuleren teams aan sportactiviteiten in het kader
van Sport in Delft te laten meedoen
Deelproject Sportactiviteiten voor allochtone meisjes en
vrouwen
Sportdeelname van de
doelgroep allochtone meisjes/vrouwen vertoont een duidelijke achterstand.
Bekende activiteiten voor deze doelgroep zijn zwemmen en fietsen (zie ook Duale
Activiteiten). Zeker voor de meisjes moet bezien worden of uitbreiding naar
andere sporten mogelijk is. Input van de behoeftepeiling vormt hiervoor een
inspiratiebron
Deelproject Meebesturen
Aansluitend op initiatieven vanuit ‘Onbenut Talent’ gaat actie
ondernomen worden om allochtone stadgenoten te interesseren en in te schakelen
voor het bekleden van functies binnen sportorganisaties. In eerste instantie
wordt gedacht aan participatie in de organisatie van evenementen of activiteiten.
Een volgende stap is participatie in projecten, werkgroepen en besturen van
organisaties. Participant is het Bureau Vrijwilligerswerk dat in het kader van
de Tijdelijke Stimuleringsmaatregel Vrijwilligerswerk in 2004 zeven trainingen
verzorgt (telefoontraining, training actief luisteren, bestuurstraining,
werving en selectie van vrijwilligers, werkbegeleiding van vrijwilligers).
Deelproject Duale activiteiten
Er bestaan reeds sportieve
activiteiten die gekoppeld zijn aan taallessen: zwemmen voor oudkomers,
puppyzwemmen (voor moeders die alleen mogen komen als hun kind ook mee kan
komen), fietslessen voor oudkomers.
Deze activiteiten moeten worden voortgezet. Uitbreiding met andere sporten voor
met name allochtone vrouwen is wenselijk.
Deelproject Sport achter de Delftpas
De Delftpas wordt voor 42%
door allochtonen gekocht. In 2004 wordt het sportaanbod achter de Delftpas
uitgebreid, onder andere via cursussen en een sportkennismakingsstrippenkaart.
Minimaal tien sportverenigingen participeren hierin.
Deelproject Samenwerking
In de nota Tijdelijke Stimuleringsmaatregel
Vrijwilligerswerk is als onderdeel het ‘laaghangend fruit-fonds’ ingesteld. In
dit fonds is voor 2003 en 2004 € 50.000,- beschikbaar voor het faciliteren van
kleine projecten waarin tenminste twee vrijwilligersorganisaties samenwerken
ter versterking en uitwisseling van kennis, middelen en mensen. Hierin kunnen
accenten gelegd worden op samenwerking tussen twee migrantenorganisaties of
samenwerking tussen een migranten- en een autochtone organisatie.
Behalve de voorbeelden van de initiatieven die nu
lopen en door de deelnemers zijn genoemd, zijn er vele mogelijke voorbeelden
uit andere gemeenten te gebruiken die we met een aantal enthousiaste mensen in
Delft kunnen uitvoeren. We zouden dat kunnen starten door een bijeenkomst te
beleggen waar een aantal initiatiefnemers hun ideeën en ervaringen
doorvertellen.
Ook ligt er een uitdaging om meer verband tussen die
bestaande en nieuwe projecten aan te brengen. Zo zou je deelnemers van
verschillende projecten attent kunnen maken op andere initiatieven. Welke
mogelijkheden biedt internet? Hoe kunnen we de krachten bundelen in de
publiciteit door gezamenlijk naar buiten te treden in de lokale pers? Hoe
kunnen we het bedrijfsleven betrekken? Het ondersteunen en versterken van dit
netwerk draagt bij het succes van al deze activiteiten, ook in de
olievlekwerking die ervan uit gaat.
Delft is een veelkleurige, dichtbevolkte stad met
bijna 97.000 inwoners, ieder met zijn eigen achtergrond en beelden van de
wereld en van elkaar. We leven dicht op elkaar en soms ‘schuren’ al die beelden
ruw langs elkaar heen: onbegrip, intolerantie, discriminatie, agressie. We
merken dat vooral in buurten, straten en flats in wijken waar veel
nationaliteiten naast elkaar wonen. We kennen elkaars culturele achtergrond
doorgaans niet en verstaan elkaar soms niet. Er is in deze nota al het een en
ander gezegd over het brede sociale beleid van de gemeente Delft om deze
kloofjes en kloven te overbruggen. Vooral de projecten en activiteiten die in
dit stuk onder het thema ‘kennismaken’ staan, helpen ons – inwoners – op een
makkelijke, laagdrempelige en kleinschalige manier bij elkaar te komen en te
praten en te luisteren.
OPGENOMEN IN DE AGENDA
2004
Straat- en galerijgesprekken
Om de integratie op straat- en galerijniveau te
bevorderen initieert de gemeente Delft in 2004 stadsgesprekken om burgers uit
verschillende culturen elkaar beter te laten leren kennen. De stadsgesprekken
ondersteunen burgers een (beter) plekje in de samenleving te vinden en bieden
aanknopingspunten om zelfstandig in actie te komen. Onder andere met de
stadsgesprekken wil de gemeente ook concreet laten zien dat het de integratie
wil bevorderen. De gesprekken kunnen ook een educatief karakter hebben
(informatief, vaardigheden), bijvoorbeeld wanneer het gaat over een thema als
opvoeden & geloof.
OPGENOMEN IN DE AGENDA
2004
Club van ‘100’
Een grote groep inwoners en vertegenwoordigers van
verenigingen, bedrijven, maatschappelijke organisaties en politiek van Delft
verzamelen zich om in 2004 vier avonden in Theater De Veste om met elkaar in
gesprek te gaan over vastgelegde thema’s. Open, flexibel, uitnodigend,
informeel, dynamisch, inspirerend, ontspannend en interactief. Vooralsnog zijn
de thema’s Gastheerschap (9 maart), Opvoeden
(9 juni), Helden (3 november) en Geloof (8 december)
bepaald.
Club van 100, Gastheerschap, 9 maart 2004
Zoals we eerder lazen, is een groot deel van de
inwoners van Delft allochtoon, soms al vierde generatie. Veel maatschappelijke
instellingen realiseren zich dat er een wereld te winnen is wanneer deze
bevolkingsgroepen meebesturen in ouderraden, medezeggenschap, politiek,
verenigingen en projecten. Gezien de samenstelling van de Delftse bevolking is
meebesturen geen kwestie van mogen, maar van moeten.
Allochtonen zijn vaak actief binnen hun eigen kring. De
vraag is hoe we hen van daaruit ook hun verantwoordelijkheid kunnen laten nemen
in diverse andere sectoren en hen invloed kunnen laten uitoefenen. Kan je daar
een aanpak op organiseren zonder dat van bovenaf op te leggen? Daarvoor moeten
we allemaal willen oversteken naar andere eilanden en die verbinden tot steeds
meer vasteland. Ook hier weer geldt: het begint met elkaar willen leren kennen;
alleen dan kan je je beeld scherpen.
Meebesturen van allochtonen was het centrale thema
tijdens de derde ronde-tafelconferentie waarin vertegenwoordigers van diverse
maatschappelijke instellingen en verenigingen (o.a. universiteit,
atletiekvereniging, volksdansvereniging, basisschool, kringloopwinkel,
ouderenbond) en de gemeente met elkaar ervaringen deelden.
Meepraten en meebesturen en meedoen kan op veel
verschillende manieren en niveaus. Tijdens de ronde-tafelconferentie over
meebesturen kwamen de volgende ervaringen op tafel; een willekeurige greep die
soms ook de knelpunten laat zien.
Klantraden bestaan vaak uit ‘witte senioren’ en kennen
weinig doorstroom. Weinig kansen voor bijvoorbeeld jongere allochtonen dus. Zij
zouden actief benaderd en voorbereid kunnen worden. Vooral binnen het hoger
onderwijs lopen veel talenten van buitenlandse afkomst rond, waaronder
opvallend veel vrouwen.
Ongeveer 5% van de leden van een grote Delftse
atletiekvereniging is van allochtone afkomst. De vereniging werft niet gericht
bepaalde doelgroepen. Een
ledenwervingsactie in de Delftse Post leverde 50 – autochtone – nieuwe leden
op. Het bestuur bestaat uit 7 autochtone mannen en vrouwen; op zich een
afspiegeling van het ledenbestand dus dat is geen reden om mensen uit andere
bevolkingsgroepen in het bestuur te betrekken. Het ontbreken van
bestuurservaring is vaak een drempel om tot een bestuur toe te treden.
Een volksdansvereniging zou graag meer allochtonen lid
maken, maar vindt het moeilijk ze te werven. Aangegeven wordt dat mondeling
contact via sleutelfiguren vaak goed werkt. Er is inmiddels contact gelegd met
andere kleinschalige initiatieven om elkaar te ondersteunen.
Uit een ontmoeting tussen de Turkse moskee en de
Rotary in Delft volgde, dat de eerste allochtonen lid werden van de Rotary.
Hierdoor is een thema als integratie bij deze laatste op de agenda gekomen.
De ouderraad van een basisschool met veel leerlingen
uit andere culturen zoekt vooral mensen die praktische dingen willen doen en
organiseren. Een poging om ouders uit deze groepen te betrekken kwam pas
moeizaam op gang na intensief contact tussen allochtone (Turkse) en autochtone
ouders. Daarbij moesten onder andere wat vooroordelen gecorrigeerd worden.
De ouderenbond heeft moeite om de contacten met de
islamitische ouderenbond op gang te houden. De eigen, islamitische cultuur
wordt belangrijker gevonden dan verstrengeling van culturen, behalve rond
incidentele, gezamenlijke belangen als woonvormen voor ouderen en
welzijnsaspecten.
OPGENOMEN IN DE AGENDA 2004
Bevorderen diversiteit besturen en
bedrijven
Vanaf 2004 wordt de doelstelling van het project
Onbenut Talent (hoger opgeleide allochtonen op weg helpen naar een baan op
niveau) verbreed naar bestuursfuncties. Zowel op de terreinen sport, cultuur en
onderwijs als in het bedrijfsleven worden organisaties gestimuleerd meer
talenten in besturen, ondernemingsraden etc. te laten deelnemen. Hoewel het
meer gaat om het stimuleren van een bepaalde verandering, streven we ook
getalsmatig naar een doel: via het project toeleiden van 10 mensen. Daarbij
onderzoeken we in 2004 hoe we het best kengetallen kunnen verzamelen, die een
beeld helpen schetsen van de toename van het potentieel (onbenut) talent onder
allochtonen. De ICT-Kring Delft overweegt het project te ondersteunen met een
beknopte website waarop kandidaten hun CV’s anoniem kunnen publiceren opdat
werkgevers die kunnen raadplegen. Vacatures, ook voor bestuursfuncties, kunnen
tevens geplaatst worden in de eigen nieuwsbrief of die van zelforganisaties,
zoals Theater De Veste enige tijd geleden deed.
De gemeente zou een faciliterende en bemiddelende rol
kunnen spelen. Bijvoorbeeld bij de ontwikkeling van een bestand waarin gegevens
van kandidaten, bedrijven, instellingen en coaches/bemiddelaars zijn opgenomen.
Door dit instrument kunnen vraag en aanbod gematcht worden en kan gericht een
training of cursus gemaakt worden.
Vrijwilligersbank
voor allochtonen
Bestaat nog niet: een centraal punt voor bestuurs- en
andere vrijwilligersfuncties waar vacatures en allochtone belangstellenden bij
elkaar komen. Nader bekeken moet worden of dit idee gekoppeld wordt aan Onbenut
Talent of wordt ondergebracht bij de Vrijwilligerscentrale.
Andere ideeën zijn het opzetten van een scoutwerkgroep
die nieuw aanstormend allochtoon talent opleidings- en coachingsinstrumenten
biedt; een onderwijsproject in het kader van een bredere aanpak ten behoeve van
mentoraat/intermediairs; ontmoetingen en kennisoverdracht tussen ‘witte’
netwerken en allochtoon kader.
Uit alle ervaringen in paragraaf 4.2 is een aantal
lessen te trekken, aandachtspunten te halen en tips te verzamelen.
Dé methode om andere bevolkingsgroepen te bereiken is
er niet. Wel is het belangrijk dat je als bestuur/organisatie open staat en
bereid bent te investeren. En begin vooral klein. Respect voor elkaar en
elkaars cultuur is een centraal begrip. Als dat er niet is, is er geen
acceptatie en krijg je nooit allochtonen in een bestuur.
De ervaring dat wervingsadvertenties onvoldoende zijn
om allochtonen te doen solliciteren, wordt door iedereen gedeeld. Ten opzichte
van autochtonen blijken allochtonen terughoudender en minder assertief te zijn.
Gericht benaderen/werven en mondelinge informatie, bijvoorbeeld via kennissen
en netwerken, is effectiever. Belemmerende factoren zijn de cultuur van de
allochtone groep en van de organisatie, geld en de vraag hoe je mensen kunt
vasthouden - dat is bijna nog
moeilijker dan binnenhalen.
Vaak is ook niet duidelijk wat besturen inhoudt, wat
voor werk erbij om de hoek komt kijken en welke verantwoordelijkheden je hebt.
Dat betekent dat je dit als organisatie goed moet uitleggen. En dat je als
bestuur moet aangeven dat je wilt helpen. Een andere benadering is om
allochtonen zelf te vragen wat ze weerhoudt om in besturen of binnen andere
settings actief te worden.
Een sociologisch effect is, dat wanneer allochtonen
‘doorstoten’, dit weerstand dat bij autochtonen zal oproepen. Ook hiermee moet
je rekening houden.
In de oplossingensfeer zou je besturen met elkaar
kunnen laten kennismaken en op dit punt ervaringen laten uitwisselen. Je zou
gezamenlijk iets kunnen organiseren om vraag en aanbod bij elkaar te brengen.
Maar er zijn geen standaardoplossingen; je moet het situationeel bekijken en op
maat en stapsgewijs aanpakken.
Ook andersom vindt integratie plaats. In een
opgerichte Surinaamse club zaten oorspronkelijk alleen Surinamers; nu bestaat
bijna de helft uit Nederlanders.
Overige tips en aandachtspunten zijn:
-
Betaling voor een
bestuurslidmaatschap is voor sommige allochtonen een normale zaak;
-
Er zit veel potentieel
onder 2e generatie allochtonen; zij maken vaak deel uit van stevige
netwerken.
-
Heb oog voor de
procesmatige kant.
-
Wees er bijtijds bij als
je allochtonen wilt benaderen.
-
Organiseer bij de
opening van een sport- of schoolseizoen speciale introducties.
-
Maak een stappenplan als
je een allochtoon in je bestuur betrekt
-
Organiseer een podium om
je bestuur, ouderraad, vereniging, ondernemingsraad te presenteren.
-
Overweeg samenwerking
met de recent opgerichte allochtone businessclub.
In de nota staan veel nog uit te werken ideeën: een
handschoen om op te pakken. Een aantal projecten rond het thema Kennismaken en
Meebesturen gaat in 2004 concreet uitgevoerd of gestart worden. Daarbij zal het
succes niet alleen zitten in het realiseren van elke activiteit of project; de
kracht zit ‘m voor een groot deel in de samenhang, die er tussen de
initiatieven te ontdekken is, waardoor ze elkaar versterken en nog effectiever
worden.
De diverse projecten bevinden zich in verschillende
stadia en worden niet alle tegelijkertijd uitgevoerd. De beschrijvingen van elk
project zullen een aparte communicatieparagraaf bevatten.
1
Bevorderen
diversiteit besturen en bedrijven
Doelstelling: in 2004 tien allochtone talenten toeleiden naar
bestuurs- en commissiefunctie in verenigingen, het onderwijs en de zorg
Vanaf 2004 wordt de doelstelling van het project
Onbenut Talent (hoger opgeleide allochtonen op weg helpen naar een baan op
niveau) verbreed naar bestuursfuncties. Zowel op de terreinen sport, cultuur en
onderwijs als in het bedrijfsleven worden organisaties gestimuleerd meer
talenten in besturen, ondernemingsraden etc. te laten deelnemen. Hoewel het
meer gaat om het stimuleren van een bepaalde verandering, streven we ook
getalsmatig naar een doel: via het project toeleiden van 10 mensen. Daarbij
onderzoeken we in 2004 hoe we het best kengetallen kunnen verzamelen, die een
beeld helpen schetsen van de toename van het potentieel (onbenut) talent onder
allochtonen.
Om meer een afspiegeling van de samenstelling van de
Delftse bevolking te bereiken, streeft het project Onbenut Talent naar meer diversiteit
in de samenstelling van besturen en andere overlegorganen. Het ligt is de
bedoeling om ook het bedrijfsleven te benaderen en enthousiast te maken om met
allochtonen in gesprek te gaan, waar het gaat om bestuurlijke functies.
Uit de rondetafelgesprekken, eind 2002/2003, met
vertegenwoordigers uit het onderwijs, de sportwereld, cultuur en het
bedrijfsleven bleek de intentie, dat men hieraan graag wil bijdragen. Het
project omvat ook het informeren en enthousiast maken van allochtonen om lid te
worden van een sportclub of culturele vereniging. Hierover is met de Sportraad
contact. Verdere oriëntatie gaat in de richting van het voortgezet onderwijs
(aansluiting bij bestaande projecten en plannen van schoolbesturen).
Op het vakgebied cultuur is mogelijk aansluiting te
vinden bij het Actieplan cultuurbereik van het Ministerie van OC&W en
uiteraard bij de diverse Delftse organisaties die zich bezighouden met cultuur.
Zie ook Bevorderen
diversiteit besturen en bedrijven op pagina 8.
2
Sport en
integratie
Doelstelling: in 2004
- wordt één multicultureel sportevenement georganiseerd
- participeren drie migrantenorganisaties in het project Sport in Delft
- wordt een behoeftepeiling sportactiviteiten uitgevoerd onder
migranten(organisaties)
- participeren tien sportverenigingen met een aanbod achter de Delftpas
- ontstaan drie samenwerkingsverbanden tussen migrantenorganisaties en
sportverenigingen in het kader van
de ‘laaghangend fruitfonds’ –
regeling
Sport is een universele
taal die overal op de wereld gesproken wordt en biedt daarmee bij uitstek de
gelegenheid tot integratiebevorderende activiteiten. Dit leidt tot een aantal
deelprojecten die in samenwerking tussen gemeente en organisaties in de stad
uitgevoerd kunnen worden.
In het kader van regulier
onderzoek naar sportdeelname en participatie en contacten met
migrantenorganisaties wordt een accent gelegd op het inventariseren van de
behoefte aan sportactiviteiten (en de aard daarvan) binnen de doelgroep. Met
behulp van die gegevens kan in het aanbod van activiteiten zoveel mogelijk
rekening gehouden worden met de vraag.
Onder de noemer Sport en
integratie start in 2004 een aantal deelprojecten:
-
multiculturele sportactiviteiten;
-
sportactiviteiten voor allochtone meisjes en vrouwen
-
meebesturen
-
duale activiteiten
-
sport achter de Delftpas
-
samenwerking
Deze deelprojecten zijn elders in deze notitie
beschreven: zie Sport en integratie op pagina 4.
3
Straat- en
galerijgesprekken
Doelstelling: in 2004 vier bijeenkomsten met burgers en professionals organiseren,
inhakend op actuele situaties en ontwikkelingen
Een straat- of galerijgesprek vindt plaats met en
tussen de bewoners van een flat of straat in een bepaalde wijk. Een kleinschalige,
laagdrempelige bijeenkomst om ideeën en ervaringen met elkaar en met de
wethouder en een paar ambtenaren uit te wisselen. De onderwerpen liggen niet
vast mits deze over de directe leefomgeving en het samen leven in de flat of de
straat gaan. Op dit niveau kunnen ook gesprekken gevoerd worden waarbij
professionals betrokken zijn en die wel over een van te voren bepaald thema
gaan. Een voorbeeld zou kunnen zijn een gesprek met ouders en docenten van een
school waar een bepaalde problematiek speelt. In 2004 zijn vier gesprekken
gepland. Zie ook Straat- en galerijgesprekken
op pagina 6.
4
‘Club van 100’
Doelstelling: in 2004 vier bijeenkomsten met burgers organiseren over de thema’s
gastheerschap, opvoeden, helden en geloof.
Een grote groep inwoners en vertegenwoordigers van
verenigingen, bedrijven, maatschappelijke organisaties en politiek van Delft
verzamelen zich om in 2004 vier avonden in Theater De Veste met elkaar in
gesprek te gaan over vastgelegde thema’s. Open, flexibel, uitnodigend,
informeel, dynamisch, inspirerend, ontspannend en interactief. Vooralsnog zijn
de thema’s Gastheerschap (9 maart), Opvoeden (9 juni), Helden (3 november) en
Geloof (8 december) bepaald. De bijeenkomsten kenmerken zich door hun
interactieve karakter. Levendige discussie over hete hangijzers worden
afgewisseld met praktijkvoorbeelden. Elk hoofdthema wordt opgesplitst in
hanteerbare subthema’s met
verschillende werkvormen waaruit de deelnemers kunnen kiezen. Belangrijke
doelen zijn: het uitwisselen van informatie, visie c.q. meningen te vormen en
betrokkenheid en draagvlak creëren onder de deelnemers. Dit op een zodanige
manier dat de Club van 100 kritische maar betrokken ambassadeurs voor het
Delftse integratiebeleid zal voortbrengen. Geïnteresseerden zijn via de lokale
media (Stadskrant) opgeroepen zich aan te melden. Iedere inwoner van Delft kan
zich aanmelden. Daarom is ook niet bekend hoeveel mensen uiteindelijk op de
oproep zullen reageren en heeft dit initiatief de misschien wel ambitieuze naam
‘club van 100’ meegekregen. Het succes hangt evenwel niet af van het aantal
deelnemers, doch van de resultaten. Deze zullen begin 2005 aan de raad
gepresenteerd worden, samen met voorstellen hoe dit proces op gang te houden.
Zie ook Club van ‘100’ op pagina 6.
5
Multiculturele
markt
Doelstelling: in de eerste en de tweede helft van 2004 een multiculturele markt
organiseren, aansluitend bij de drie bestaande weekmarkten.
Dit project behelst het onderzoeken van de
mogelijkheden en het organiseren van een multiculturele markt voor en na de
zomer van 2004, aansluitend bij bestaande weekmarkten.
Overal ter wereld is de markt een plaats van handel;
in veel landen ook een plaats waar cultuuruitwisseling ontstaat. Niet alleen
door de verkoop van producten uit eigen en andere culturen, maar ook door
bijvoorbeeld verhalenvertellers, kunstenaars,acrobaten en ambachtslieden. De
Nederlandse markten hebben deze functie van cultuurplaats wat verloren. Het
idee van een multiculturele markt kan dan ook de ‘gewone’ weekmarkten in Delft
versterken. Aansluiting zoeken bij bestaande weekmarkten heeft een aantal
voordelen: de reguliere weekmarkten hebben reeds een grote aanloop van veel
mensen uit alle in Nederland woonachtige bevolkingsgroepen, er kan gebruik
worden gemaakt van de bestaande infrastructuur; de reguliere weekmarkten
krijgen hiermee een extra stimulans.
Dit concept wordt in Delft reeds gebruikt voor het
positief onder de aandacht brengen van andere (toeristische) kanten van Delft.
Ook de weekmarkt en bloemenmarkt zijn toeristische trekpleisters. Dit
kleurenconcept van Delft kan de vlag zijn waaronder de culturele markt kan
worden ingepast in de weekmarkt: het geeft letterlijk én figuurlijk meer kleur
aan de weekmarkt.
Voor het verder ontwikkelen van deze markt zullen we
samenwerking zoeken met onder andere
marktondernemers, culturele organisaties, het vakteam
CKE, allochtone ondernemers en winkeliersverenigingen. Zie ook Multiculturele markt op pagina 4.
6
Uitburgeringscursus
Doelstelling: in 2004 twee uitburgeringscursussen organiseren voor tien tot vijftien
burgers, startend na de zomer, gevolgd door drie uitburgeringscursussen in
2005.
De naam is misschien niet helemaal dekkend, maar geeft
goed aan wat we willen met deze tegenhanger van de inburgeringscursus. In de
uitburgeringscursus laten we niet nieuwkomers zich oriënteren op de Nederlandse
samenleving, maar willen we juist alle Delftenaren in staat stellen zich te
oriënteren op andere culturen, talen en gewoonten om ook van die kant het
multiculturele bewustzijn te verhogen.
We gaan ervan uit dat een aantal Delftenaren
geïnteresseerd is in andere culturen en dat zij best wat vaker contact met medeculturen
in ons land willen hebben én wellicht op vakantie willen in het land van
herkomst van allochtonen Delftenaren. Daarom ontwikkelen we in dit project een
land (taal, volken en culturen) een cursus voor autochtone inwoners waardoor
zij kunnen kennismaken met die medeculturen en willen die ook uitvoeren. Aan
het einde van de cursus weten de deelnemers iets van de geschiedenis, de taal,
gewoonten en andere culturele aspecten. Zie ook Uitburgeringscursus op pagina 4.
Met de uitvoering van de Agenda 2004 is een
totaalbedrag gemoeid van € 103.500,-. Hiervoor is reeds eerder dekking via de
Voorziening Integratie gevonden en toegezegd tot een bedrag van € 67.500,-,
grotendeels bestemd voor de uitvoering van de Club van 100.
Er wordt dekking uit de Voorziening Integratie
gevraagd voor het resterende bedrag van € 36.000,- voor met name de uitvoering
van de straat- en galerijgesprekken, het bevorderen van diversiteit, de
multiculturele markt en de uitburgeringscursussen.
We moeten het willen en we moeten
het samen doen - dat is de uitdaging aan allen: gemeente, bestuurders,
verenigingen, werkgevers, instellingen and last but not least de allochtone en
autochtone burger zelf. Het zijn lang niet altijd de grotere en kostbare
projecten, maar juiste de kleine, vaak onzichtbare 1-op-1 ontmoetingen tussen
mensen die de integratie op microniveau verbeteren. Want daar gebeurt het: een
praatje over de schutting, op straat, in de flat. Met deze nota wil het college
iedereen stimuleren werk te maken van integratie om Delft een plezierige
woonplaats voor iedereen te laten zijn. Er werk van maken kan, zoals u in deze
nota las, op heel veel verschillende manieren en we dagen u uit er nog meer
effectieve en resultaatgericht activiteiten te bedenken en vooral te gaan doen.
U zult in de gemeente een gewillige partner vinden.
Tot slot spreekt het college haar
dank uit aan alle deelnemers aan de ronde-tafelconferenties die samen de basis
voor deze nota hebben gelegd.
1 Bevolkingsgroepen in Delft
Met zijn bijna 97.000 inwoners is
Delft een middelgrote stad, ingeklemd tussen de grote agglomeraties Rotterdam,
Den Haag en Zoetermeer. Zo’n 23% van de inwoners is van allochtone afkomst.
Grotere bevolkingsgroepen vormen de Turken, Antillianen en Arubanen,
Surinamers, Marokkanen en Irakezen. Zie tabel 1 in de bijlagen voor een
compleet overzicht van de Delftse bevolking naar etniciteit.
2 Belangrijke doelgroepen
De opvang van allochtonen in de
stad en de zorg voor integratie en inburgering is een belangrijk aandachtspunt
in het collegeprogramma. Meer specifiek richt het beleid zicht op drie groepen:
·
Mensen
die met name in de jaren zestig en zeventig naar Nederland kwamen om tijdelijk
te werken doch hier vaste grond onder de voet vonden: de gastarbeiders en hun
gezinnen. Hen helpt het gemeentelijk oudkomersbeleid en o.a. het Centraal Punt
Oudkomers bij de integratie.
·
Vluchtelingen
die in ons land asiel zoeken en nieuwkomers. Zij hebben landelijk te maken met
strenge toelatingseisen en de verplichte inburgering zoals beschreven in de Wet
Inburgering Nieuwkomers (WIN).
·
De
kinderen van deze mensen, die hier als Nederlander geboren worden en opgroeien,
en van de eigen cultuur en van de Nederlandse dubbele sets waarden, normen,
taalgebruik e.d. meekrijgen. De derde en vierde generatie sinds de
gastarbeiders.
Tijdens het vorige college verscheen de integratienota
(2000). Daarin gaat het onder andere om het nemen van maatregelen om de leefsituatie van
mensen te verbeteren op het vlak van o.a. zorg, werk, inkomen. Deze nota kwam met medewerking van
veel mensen
in de stad tot stand en is met velen uitgevoerd. Soms gaat dat snel, maar soms
gaat het trager dan je wilt. Er zijn veel culturele eilanden in de stad en hoe
verbinden we die op een hechte wijze?
3 Integreren en inburgeren
Terecht kunnen we stellen dat
Delft, naast blauw, meer kleur op de wangen heeft. In onze dichtbevolkte,
multiculturele stadssamenleving komen we elkaar vaak tegen. Je zou kunnen afvragen
of we elkaar wel vaak genoeg tegenkomen en of we elkaar op genoeg plaatsen
tegen komen – als mensen onder elkaar. En dan nog: kennen wij elkaar, begrijpen
wij elkaar en respecteren wij elkaar? ‘Die erkenning’, zo stond reeds in de
Delftse integratienota in het jaar 2000, ‘is een voorwaarde om te komen tot een
goed evenwicht tussen identiteit en functioneren.’ Daarover en over hoe we ons
– nieuwe en oude inwoners van Delft – concreet bij elkaar betrokken kunnen
voelen en medeverantwoordelijkheid kunnen dragen voor de samenleving, sprak een
gezelschap van beroepsmatige- en ervaringsdeskundigen van binnen en buiten de
gemeentelijke organisatie in december 2002 tijdens de eerste
ronde-tafelconferentie.
4 Kennismaken en meebesturen
Dit was de naam van de eerste
ronde-tafelconferentie; een eerste stap op weg naar de nota die u nu leest en
dat in gesprek met mensen en organisaties in de stad tot stand is gekomen. We
bespraken allerlei bestaande en nieuwe manieren en ideeën om bevolkingsgroepen
in de stad met elkaar te kunnen laten kennismaken en over hoe we deze groepen
beter kunnen betrekken in allerlei besturen en andere overlegorganen. En vooral
over met welke concrete ideeën, projecten, activiteiten, initiatieven en
maatregelen we dat in Delft kunnen aanpakken of stimuleren. Dat zijn vaak juist
heel kleine, maar effectieve initiatieven. We beginnen daarmee gelukkig niet op
nul. Er gebeurt deze jaren al veel op dit terrein.
Een greep uit al die
integratiebevorderende activiteiten: zwemlessen, samen zingen en eten,
opvoedcursussen, verhalen vertellen, initiatieven op de brede school, en
projecten met soms prikkelende namen als Mobile Extravaganza, Delftse Kleden,
Omgekeerde Schoenendoos en de Scheurkalender van de Lisztflat. Een bonte
verzameling maar met een gemeenschappelijk kenmerk: mensen uit verschillende
culturen met elkaar te laten kennismaken. Lang niet altijd grootschalige
projecten, maar juist steeds op zoek naar de menselijke maat: de straat, de school, de galerij, het werk, de buurt, de
wijk. Daarbij gaat het overigens niet alleen over het contact tussen
allochtonen en autochtonen. Veel activiteiten kunnen ook het contact binnen een
bevolkingsgroep of tussen verschillende allochtone bevolkingsgroepen
verbeteren.
Door mee verantwoordelijkheid te dragen in besturen,
ouderraden op school, buurtorganisaties e.d. pakken mensen verantwoordelijkheid voor de samenleving waarin ze zijn
opgenomen. Wat is de meest effectieve manier om ervoor te zorgen dat steeds meer mensen van buitenlandse
afkomst actief meedenken en –doen op wijkmarkten, in
de gemeenteraad, op
scholen?
Vertrouwen
winnen
‘Met vertrouwen winnen ben je binnen.’, sprak een jonge Marokkaanse vrouw in een van de werkgroepen tijdens de ronde-tafelconferentie over kennismaken en meebesturen. De aanwezigen spraken over wat integreren eigenlijk is en hoe je bijvoorbeeld Marokkaanse jongeren zou kunnen benaderen. Een manier is hen zelf te vragen waaraan zij behoefte hebben. Dat is wat anders dan ongevraagd met projecten aankomen En hoe kijk je ertegen aan: is het een Marokkaans probleem of een maatschappelijk probleem? Veel jonge Marokkanen zijn hun identiteit kwijt en voelen zich nergens bij horen: ‘Je bent geen Marokkaan, maar ook geen Nederlander.’ Er zijn grote verschillen tussen generaties. De ouderen waren hier te gast om tijdelijk werk te verrichten en weer terug te gaan. De generatie van nu blijft hier en heeft kracht nodig om te overleven in een maatschappij waarin ze zich niet welkom voelen. Vraag hen wat hun probleem is en laat ze in de oplossing hun eigen verantwoordelijkheid nemen. Laat mensen – jongeren, maar zeker ook ouderen - meedenken en ga daar serieus op in. Slaagt het niet, dan kan je mensen daarop aanspreken. Een belangrijke voorwaarde voor succes is respect van de meerderheid; integratie wordt daarmee een stuk makkelijker. Uit de praktijk komt een voorbeeld van een werknemer van buitenlandse afkomst die door zijn vader thuis gehouden werd om op een jongere broer te passen. De werknemer krijgt hierdoor een conflict met zijn werkgever. Als beiden meer kennis van elkaars cultuur en waarden- en normenpatroon hadden gehad en afspraken hadden gemaakt over het inhalen van uren en het vooraf overleggen, zou ontslag wellicht zijn voorkomen.
Vertrouwen winnen vormt de kern.
Zoek daarbij betrokkenheid
in de wijk, de buurt of op school. Een goede ingang
is bijvoorbeeld huiswerkbegeleiding op school. Hiertoe is in Delft al een
eerste aanzet gedaan. Probeer daarbij meer in schotsen te denken
dan in eilandjes – de een kan je bij elkaar schuiven, de andere niet. De
werkgroep komt tot het advies dat het kennismaken met elkaar en het kweken van
onderling begrip in een ontspannen en kleinschalige sfeer moet gebeuren. Denk
bijvoorbeeld aan eten, sport, naaicursus, verhalen vertellen, en kleden maken.
Integratie gaat niet vanzelf
Een andere werkgroep richtte zich
op het inventariseren van allerlei uitvoerbare ideeën om mensen uit
verschillende culturen of bevolkingsgroepen met elkaar te laten kennismaken.
Ook werd besproken hoe je relatief kleine, soms particuliere initiatieven zou
kunnen uitbouwen. Als voorbeeld werd genomen het particuliere initiatief Wat
eten wij vandaag?, waarbij mensen uit verschillende groepen elkaar thuis
uitnodigen voor een maaltijd. Zo werd gedacht aan een eigen internetsite, samen
andere dingen doen, stukje in de Stadskrant schrijven, een nieuwjaarskaart
versturen, van elkaars talenten gebruikmaken bij het klussen en het instellen
van een soort mentorschap in de buurt voor nieuwe bewoners. Voorwaarden voor
succes zijn wel, zo zegt de werkgroep, dat iedereen een gemeenschappelijk
belang ervaart en zich actief, open en flexibel opstelt. Integratie gaat niet
vanzelf.
Ideeën rond het verkrijgen van invloed door mee te
besturen zijn: vacatures in besturen bekend
maken onder allochtonen. Een mooi voorbeeld komt uit Rotterdam-West
waar allochtone en autochtone ouders samen de verantwoordelijkheid op
school pakken. Essentieel
vindt een andere werkgroep, dat nieuwe, onervaren mensen worden gecoacht in de regels van het bestuursspel. Andere succesfactoren
die genoemd worden zijn: goede (mondelinge) informatie, laagdrempelige
promotie, de inzet van sleutelfiguren en rolmodellen en het bieden van
trainingen. Er klinkt ook een waarschuwing: hou het overzicht op alle projecten
en laat ze waar mogelijk samenwerken om te voorkomen dat het contraproductief
werkt.
Duurzame
investering
Met alle kleine en grote-, particuliere- en
overheidsinitiatieven moeten we duurzaam willen investeren in de samenleving in
de wetenschap dat de vruchten misschien pas over tien jaar kunnen worden
geplukt. Maar geldt hierbij ook niet dat met het samen daar naartoe op weg gaan
ook al een doel bereikt wordt? Wat je ook onderneemt met elkaar, de
laagdrempeligheid blijkt een gemeenschappelijk kenmerk, zo vinden alle
conferentiegangers. Hierbij kan ook de kerk of moskee kan een rol spelen. Spreek ouders aan op
hun rol als opvoeder; zij hebben hetzelfde belang op school. Heb ook aandacht voor
onderlinge verschillen en non-communicatie tussen allochtone groepen.
Allemaal stapje voor stapje op menselijk niveau, beginnetjes maken, bruggen
bouwen – laagdrempelig, en soms misschien een beetje brutaal. En het succes is
niet afhankelijk van de grootte of het budget van projecten.