Beëindiging van de rijksbekostiging voor het
onderwijs in allochtone levende talen (OALT) per 1 augustus 2004 heeft
ingrijpende gevolgen. De uitvoering van OALT bekostigt Delft vanuit de hiervoor
geoormerkte rijksmiddelen.
De gevolgen van het beëindigen van OALT treffen het
personeel dat dit onderwijs verzorgt, de kinderen die voor deze lessen na
schooltijd in aanmerking komen en de migrantengroeperingen waarvoor OALT
aangeboden is. Een deel van deze
groepen heeft kenbaar gemaakt in eigen beheer het onderhouden van de eigen taal
voor basisschoolkinderen in Delft te willen gaan verzorgen.
Besluitvorming en voorschriften die op het
beëindigen van OALT per 1 augustus 2004 betrekking hebben, zijn op dit moment
nog niet volledig bekend.
Aanvullingen en wijzigingen op
grond van nog te verschijnen wet- en regelgeving blijven dus mogelijk.
In deze nota wordt zo volledig mogelijk een
overzicht gegeven van de gevolgen. Ook worden er concrete voorstellen gedaan
over de wijze waarop de komende jaren onder de werking van het
onderwijsbeleidsplan voor de periode 2005-2008 de eigen taalontwikkeling van
kinderen in de basisschoolleeftijd voor de huidige OALT-groepen in Delft een
ander vervolg kan krijgen. Verslagen van gevoerde overleggen met de OALT-leraren
en de afzonderlijke (zelf)organisaties zijn voor de raadsleden ter inzage
gelegd.
2.0.
huidige stand van zaken in Delft.
OALT is lokaal onderwijsbeleid en wordt verzorgd
voor bepaalde taal/cultuurgroepen van in aanmerking komende leerlingen in de basisschoolleeftijd.
In het schooljaar 2003-2004 is voor 5 taal/cultuurgroepen een OALT-aanbod
uitgevoerd. In alle gevallen betreft het OALT in de vorm van cultuuronderwijs,
de ontwikkeling van de eigen moedertaal staat daarbij voorop.
OALT in de zin van taalondersteuning onder
schooltijd voor het bevorderen van het leren en beheersen van de Nederlandse
taal is sinds 1 augustus 2003 in Delft afgeschaft. Alleen voor het Turks was
daarvan voor 1 augustus 2003 nog sprake; een evaluatieonderzoek door de universiteit
van Tilburg kon de meerwaarde van deze vorm van OALT in Delft niet aantonen.
2.1.
OALT-talen en leerlingaantallen in het schooljaar 2003-2004.
Taalgroep aantal
leerlingen
Turks 64
Marokkaans 42
Vietnamees 22(waarvan
01 niet behorend tot de doelgroep)
Iraans/Farsi 46(waarvan
39 niet behorend tot de doelgroep)
Spaans* 10
---
188
*gegevens Spaans zijn gebaseerd op opgave 2002-2003
2.2.
OALT-leraren.
Taalgroep aantal leraren totale formatie in fte
Turks 3 1,9759
Marokkaans 3 0,7211
Vietnamees 1 0,3254
Iraans/Farsi 1 0,4211
Spaans 1 0,2167
--------- ---------
9
3,6602
2.3.
OALT-middelen.
Voor OALT is in Delft aan rijkssubsidie tot 1
augustus 2004 per schooljaar zo’n €350.000 beschikbaar. De afgelopen jaren is niet
het gehele rijksbudget besteed; resterende gelden opgenomen in de voorziening
OALT dienen aan het rijk terugbetaald te worden. De verworven rente kan alleen
de eerstkomende schooljaren als dekking dienen om een mogelijk vervolg van de
taallessen in eigen beheer door de zelforganisaties in beperkte mate te
subsidiëren. Na het onderwijsbeleidsplan 2005-2008 zijn derhalve geen middelen
meer beschikbaar.
Voor materiële voorzieningen en andere onkosten zal
volgens bijgevoegde criteria een tegemoetkoming aangevraagd kunnen worden
(bijlage 1.).
2.4.
werkgeverschap en andere lokale verantwoordelijken.
De OALT-leraren zijn aangesteld in het openbaar
primair onderwijs. Aanstelling in het openbaar onderwijs heeft als achtergrond
dat er voorheen onder het Onderwijs Eigen Taal en Cultuur (OETC) ook sprake was
van aanstelling in deze denominatie.
Per 1 augustus 2003 zijn alle OALT-leraren in het
Risico Dragend Deel van de Formatie (RDDF) geplaatst. Deze maatregel is genomen
vanwege de aankondiging van de minister in mei 2003 dat zij voornemens is de
bekostiging van OALT per 1 augustus 2004 te beëindigen. De Tweede Kamer heeft
recent het betreffende wetsvoorstel aangenomen.
Inmiddels heeft de minister met de vakcentrales ook
een akkoord bereikt over een sociaal plan voor de OALT-leraren. De tekst
hiervan is recent gepubliceerd. Belangrijke onderdelen daarin zijn het streven
naar passende arbeid - bij voorkeur in een onderwijsfunctie -, loonsuppletie
gedurende bepaalde tijd bij een vervolg in een functie met een lager schaalniveau
maar minimaal gebaseerd op schaal 4 van het Rechtspositiebesluit WPO/WEC en de
mogelijkheid voor afkoop van het bovenwettelijk deel van de uitkering voor
50-jarigen en ouder bij vestiging buiten Nederland.
Volgens de werking van het sociaal plan worden de
schoolbesturen in Delft en de gemeente Delft ten aanzien van
herplaatsingsmogelijkheden op hun verantwoordelijkheid aangesproken. In het Op
Overeenstemming Gericht Overleg (LOKABEL) zijn de gevolgen van het beëindigen
van OALT aan de schoolbesturen voorgelegd. Het conceptverslag van LOKABEL
aangaande dit agendapunt is bijgevoegd. Geen van de OALT-leraren heeft een
Nederlandse onderwijsbevoegdheid voor het primair onderwijs (PABO). De kans op
aansluitende aanstelling in onderwijsgevende functies in het primair onderwijs
is dus gering.
Schoolbesturen en de gemeente Delft moeten zich dus
inzetten voor herbenoeming van het gewezen OALT-personeel op andere
onderwijs(ondersteunende) functies en daarnaast wordt gekeken naar het gebruik
van de (interne) gemeentelijke arbeidsmarkt.
Vooruitlopend op de vaststelling van het sociaal
plan is voor de OALT-leraren een loopbaantraining gestart. Een in de doelgroep
gespecialiseerd bureau voert het traject uit.
2.5.
zelforganisaties en andere betrokkenen.
Uitgaande van het huidige OALT-aanbod in Delft, is
de betrokken zelforganisaties gevraagd om met de gemeente in gesprek te gaan.
Vanuit de gemeente Delft is de intentie uitgesproken om na te gaan of de
organisaties in eigen beheer een vervolg aan het moedertaalonderwijs willen
geven en welke vragen zij daarbij aan de gemeente Delft hebben.
4 van de 5 taalgroepen hebben aan de uitnodiging
gehoor gegeven. De Spaanse organisatie is (nog) niet op het gespreksverzoek
ingegaan.
Ten aanzien van de Vietnamese groepering in Delft
wordt opgemerkt dat deze niet in de zin
van een zelforganisatie geformaliseerd is. Het gesprek heeft derhalve
plaatsgevonden met (een vertegenwoordiging van) de ouders van Vietnamese
OALT-leerlingen en de OALT-lerares Vietnamees.
(Vertegenwoordigers van) de Turkse, Marokkaanse
Iranese en Vietnamese groeperingen geven aan waarde te hechten aan het
voortzetten van ontwikkeling van de eigen moedertaal. Zij willen een rol
vervullen bij een vervolg in eigen beheer.
De Werkgroep Migranten Communicatie (WMC) heeft
vervolgens de gelegenheid gehad te reageren. Deze reactie is bijgevoegd.
3.0
voorstellen.
·
De OALT-leraren over deze voornemens informeren;
·
Uitsluitend gedurende de resterende tijd van het
huidige onderwijsbeleidsplan en de periode van het onderwijsbeleidsplan
2005-2008 jaarlijks een bedrag van totaal maximaal €30.000,-- beschikbaar
stellen om de aangewezen zelforganisaties die een vervolg van eigen
taalonderwijs realiseren een subsidie te verstrekken volgens hiervoor
opgestelde condities;
·
In het kader van een sociaal plan, waarvoor de
medewerking van de schoolbesturen en de gemeente wordt gevraagd zal
a.
nagegaan worden of er voor één of meerdere
medewerkers een passend loopbaanvervolg binnen het onderwijs gevonden kan
worden.
b.
vervolgens nagegaan worden of er passende functies
binnen de (interne) arbeidsmarkt van (de gemeente) Delft zijn
·
de stichting openbaar onderwijs Delft/Rijswijk te
verzoeken de aanstellingen van betrokken OALT-leraren per 31 juli 2004 te beëindigen;
·
intrekken van de verordening OETC en de beleidsnota
OALT 2000.
Bijlage 1. behorende bij ‘nota beëindiging van
Onderwijs Allochtone Levende Talen (OALT) per 1 augustus 2004’.
Algemeen.
Van
toepassing is de ‘Subsidieverordening maatschappelijke activiteiten gemeente
Delft 2002’.
Aanvullend geldt het
volgende.
-
de mogelijkheid tot subsidie is beperkt tot de
jaren 2004 t/m 2008; de subsidie voor 2004 betreft de periode augustus t/m
december 2004 (=5/12 deel);
-
de subsidie is bestemd voor educatie van de eigen
moedertaal aan in Delft woonachtige kinderen in de basisschoolleeftijd (4 t/m
12 jaar), waarvan minimaal één ouder uit de bepaalde groepering afkomstig is;
-
een aanvraag kan worden ingediend door (een
zelforganisatie van) een taalgroep die tot 1 augustus 2004 in Delft uit de
rijksmiddelen OALT bekostigd werd;
-
per jaar wordt een aanvraag ingediend;
-
per deelnemend kind worden bij de aanvraag de
volgende gegevens verstrekt:
·
naam en voornamen,
·
geboortedatum
·
adres en woonplaats
·
naam ouders
·
naam basisschool en leerjaar
-
het maximum aantal kinderen waarvoor per taalgroep
een vergoeding aangevraagd kan worden, wordt bepaald aan de hand van het
gemiddelde aantal deelnemers van de afgelopen 3 jaar (gedurende de eerste jaren
worden de gegevens OALT hierbij betrokken);
-
bij de aanvraag wordt een presentieoverzicht van de
afgelopen periode overlegd;
-
voor minder dan 12 leerlingen kan geen aanvraag
worden ingediend;
-
de activiteiten zijn uitsluitend gericht op het
verwerven van de eigen allochtone taal;
-
de aanvrager is verantwoordelijk en aansprakelijk
voor de uitvoering en de kwaliteit van de activiteiten;
-
de aanvrager draagt zelf zorg voor het verwerven
van een ruimte voor de activiteiten.
De
subsidie zal bestaan uit:
-
een bedrag van €23,50 per leerling per jaar als
tegemoetkoming voor alle materiële voorzieningen;
en
-
een bedrag van €700,-- per 15 leerlingen per jaar
voor andere onkosten;
-
rekening houdend met bovenstaande bedragen is een
totaal bedrag van maximaal €7.000,--
subsidie per taalgroep per jaar mogelijk.
Als
het door alle organisaties gezamenlijk aangevraagde totaalbedrag de op
jaarbasis beschikbare middelen te boven gaat, worden de subsidies zonodig met
een gelijk percentage gekort.
In
beginsel wordt een voorschot verstrekt aan de hand van de aanvraag. Definitieve
afrekening vindt plaats na de voorgeschreven verantwoording.
Weergave
van de bespreking uit het conceptverslag van LOKABEL d.d. 29 april 2004.
‘Er
is met de zelforganisaties gesproken en uitgelegd wat er staat te gebeuren.
Door zorgvuldig boekhouden is er een reserve opgebouwd (rente) die de komende
vier jaar kan worden ingezet. De heer Rensen wil de zelforganisaties in de
gelegenheid stellen zelf het aanbod te verzorgen.
Stanislascollege:
De heer Loogman vraagt zich af in hoeverre een zachte afbouw zinnig is; OALT is
immers geen succes gebleken. De heer Loogman stelt voor de tijdelijke middelen
in extra lessen Nederlands te investeren.
De heer Rensen geeft aan dat taalverwerving in het
kader van het onderwijsachterstandenbeleid opnieuw ter discussie staat.
Op dit moment wordt medewerking gevraagd aan
uitvoering van het sociaal plan met realistische herplaatsing binnen de scholen
of gemeente. De OALT leerkrachten hebben geen Nederlandse onderwijsbevoegdheid
voor het primair onderwijs. Mevrouw Thijsse verzoekt de besturen passende
vacatures te melden waarop mevrouw Cools aangeeft dat voor haar bestuur de
RK-identiteit een selectiecriterium is.
Conclusie:
Er wordt instemming gegeven aan het voorstel met in
achtneming van bovenstaande kanttekening.”
Reactie
van de onderwijsgroep van de Werkgroep Migranten Communicatie.
De Gemeente Delft
Vakteam Onderwijs
t.a.v. mevr. Thijsse
Postbus 78
2600 ME
Delft
Delft,
14 april 2004
Onderwerp: Ondersteuning OALT in nieuwe vorm
Geachte mevrouw Thijsse,
De Werkgroep Onderwijs van de WMC (Werkgroep
Migranten Communicatie), het platform van de migrantenzelforganisaties in
Delft, vraagt in verband met de verandering van het OALT-beleid uw aandacht
voor het volgende.
Als
reactie op het concept voorstel "Nota beëindiging van Onderwijs Allochtone
Levende Talen (OALT) per augustus 2004" hebben wij overleg gevoerd. Ons
voorstel is de lessen OALT voort te zetten, buiten de reguliere lestijden.
Het voortzetten van OALT
buiten schooltijd heeft voor de migrantenkinderen zonder meer veel positieve
elementen voor het ontwikkelen van de identiteit van het kind.
Het beheersen van de
moedertaal helpt het kind om een tweede taal te beheersen. En het beheersen van
tweede taal heeft veel sociale en economische
voordelen.
Op sociaal gebied wordt
het kind voorbereid om te assimileren aan de sociale regels en andere culturen
en opvattingen te accepteren. Op economisch gebied wordt het kind goed
voorbereid om een functie in onze samenleving te vervullen en kan hij daardoor
bijdragen aan de economie van ons land.
De
moedertaal is de bron van de verdere ontwikkelingen van het kind en de toekomst
van de komende generaties in ons land.
De integratie van de migranten
gemeenschap in Nederland wordt vooral bevorderd en gestimuleerd door het
onderwijs. Onder het motto "Als men een school opent, sluit men daardoor
een gevangenis", pleiten wij bij de Gemeente Delft om mee te werken aan
het voortzetten van OALT in een andere vorm. Voorwaarde is wel, dat deze niet
ten kosten mag gaan van de kwaliteit en neutraliteit van OALT en dat het een
onderwijsgericht karakter blijft houden.
Daarom verzoeken wij om
steun van de Gemeente bij het realiseren van de volgende punten voor elke
taalgroep bij het nieuwe OALT-beleid in Delft:
1.
Doel: Bij het voortzetten van OALT, in een nieuwe
vorm, moet deze het onderwijsgebonden karakter (inhoud en aard) blijven
behouden.
2.
Doelgroep: volgens dit voorstel is de subsidie
bedoeld voor educatie van de eigen moedertaal aan in Delft woonachtige kinderen
in het basisonderwijs.
Volgens ons zou dit ook moeten gelden voor de in Delft schoolgaande kinderen.
Tevens moeten de omliggende gemeenten als Pijnacker (Delfgauw) hier bij horen.
Deze kleine gemeenten zijn niet in staat om met hun eigen OALT onderwijs aan
tweetalige kinderen te realiseren. Dit komt o.a. door het aantal geringe
tweetalige leerlingen. Tevens zijn uit pedagogisch oogpunt deze kleine klassen
niet geschikt voor de leerlingen. Hiervoor ligt er een actie bij de wethouder
dhr D. Rensen om met zijn collega's wethouder onderwijs dit af te stemmen.
3.
Leeftijd: de leeftijd categorie zou iets ruimer
moeten, namelijk vanaf 4 t/m 16 jaar. Dit wegens de specifieke achtergronden
van deze kinderen.
4.
leslokaal:
Het leslokaal zou aan een onderwijsgerichte sfeer moeten voldoen, vanwege alle
bijbehorende positieve pedagogische aspecten.
5.
Aantal
kinderen per taalgroep: reduceren van minimaal aantal van 12 kinderen naar 10.
6.
Subsidie:
Volgens ons zou hier een hogere onkostenvergoeding, van bij voorbeeld 60 euro
per leerling als tegemoetkoming voor alle materiele voorzieningen tegenover
moeten staan. Een bedrag van maximaal 5000 euro per taalgroep voor diverse
onkosten (vergoeding leraar, culturele activiteiten, boeken enz).
Wij verzoeken u dit voorstel in overweging te nemen,
in het belang van onze kinderen.
In afwachting van uw
reactie,
Met vriendelijke groeten,
Namens de Werkgroep
Onderwijs van de WMC,
Elias Soltani
Opbouwwerker BWD
Werkgroep Migranten
Communicatie
Buitenhofdreef 272
2625 RE Delft
e.mail: e.soltani@breedwelzijndelft.nl