Handhaven,
het voorkomen van misbruik en oneigenlijk gebruik van uitkeringen, is een van
de speerpunten in het rijksbeleid. Om dit te stimuleren heeft het Ministerie
verschillende initiatieven ontwikkeld.
Een
goed handhavingsbeleid is, zeker nu de gemeente volledig financieel verantwoordelijk
wordt voor de uitvoering van de Wet werk en bijstand, ook in het belang van de
gemeente.
Een
van de initiatieven van het Rijk is het stimuleren van het zgn. ‘Hoogwaardig
Handhaven’. Het Ministerie heeft hierover een boekwerkje[1]
gepubliceerd. Hoogwaardig handhaven richt zich op het vroegtijdig ontdekken van
fraude. Dit begint reeds bij de uitkeringsaanvraag en loopt nadien de gehele
uitkeringsperiode door.
Het
concept hoogwaardig handhaven is gebaseerd op onderzoeken en praktijkervaringen
gedurende de afgelopen jaren. Een van de uitkomsten daarbij is dat een direct
en gericht onderzoek naar een fraudesignaal meer resultaat oplevert dan
ongerichte controles.
Vanuit
Stimulansz is vorig jaar een publicatie verschenen over de ervaringen bij het
opsporen van fraude middels risicoprofielen[2]. Bij deze inventarisatie is gebleken dat
verschillende gemeenten controles uitvoeren bij groepen bijstandsklanten die
worden geselecteerd op basis van enkelvoudige profielen, zoals kamerbewoners,
dak en thuislozen, of meerdere uitkeringen op een adres.
De
groepen bijstandsklanten worden geselecteerd op basis van objectieve criteria,
die geenszins gebaseerd zijn op vooroordelen. Middels een pilot zou onderzocht
kunnen worden in hoeverre deze gerichte controles effectiever zijn dan aselecte
controles. Dit vraagt uiteraard wel een bestuurlijke instemming.
Om
een goed handhavingsbeleid goed in te bedden in een gemeentelijke organisaties
heeft het Rijk een tweetal subsidieregelingen vastgesteld die het gemeenten
mogelijk maken om extra personeel, belast met opsporing en controle aan te
stellen.
Van
een van beide regelingen heeft Delft reeds gebruik gemaakt. Met deze
subsidieregeling is inmiddels een extra sociaal rechercheur aangesteld.
Enige
jaren geleden is gestart met de regionale interdisciplinaire fraudeteams. In
dergelijke teams, regionaal opererend, waren verschillende disciplines die
bezig hielden met het opsporen van fraudes vertegenwoordigd. Naast sociaal
rechercheurs werd hieraan ook
deelgenomen door medewerkers vanuit de belastingdienst, de immigratiedienst, de
douane, de energiebedrijven, de UWV etc. Zij voeren veelal gerichte controles
uit naar bepaalde vormen van fraude of binnen bepaalde bedrijfstakken.
Deze
teams worden opgeheven. In plaats daarvan wil het rijk starten met grotere
samenwerkingsverbanden, de Regionale Interventieteams. Ook Delft is verzocht
hieraan deel te nemen. Hoe deze deelname plaats zal vinden is op dit moment nog
niet duidelijk. Het is de bedoeling dat de start hiervan plaats zal vinden per
1-1-2005. Duidelijk is in ieder geval wel dat het regionale verband waar Delft
deel van zal uitmaken zal bestaan uit de gemeenten behorend tot de
politieregio’s Haaglanden en Hollands Midden. In totaal betreffen dit 43
gemeenten.
Het
is de bedoeling dat men hierbij projectmatig controles gaat uitvoeren binnen de
verschillende gemeenten.
Fraudebeleidsplan
Een
van de conclusies uit het LAT-project is dat de gemeente moet beschikken over
een meerjarig fraudebeleidsplan. Hier wordt het kader vastgesteld, en de
doelstellingen, waarop het fraudebeleid zich die periode op zal richten. Na
afloop van deze periode kan het plan en de uitkomsten van het fraudeonderzoek
worden geëvalueerd en worden bijgesteld. Op deze wijze wordt het fraudebeleid
ook politiek gedragen.
Reeds
voor de uitkomsten van het LAT-project beschikte Delft reeds over een meerjarig
fraudebeleidsplan. Dit plan gold voor de periode 2000 tot en met 2004.
Binnenkort zal dit plan, met de uitkomsten worden geëvalueerd en bijgesteld. Een nieuw plan zal ter vaststelling
worden aangeboden.
In
oktober 2000 heeft de gemeenteraad haar akkoord gegeven tot het starten van een
pilot om huisbezoeken af te leggen bij klanten van WIZ. Deze huisbezoeken
werden deels aangekondigd en deels onaangekondigd verricht. Medio 2001 werd dit
project geëvalueerd en werd besloten de mogelijkheden van huisbezoeken als
structureel onderdeel van het gehele uitkeringsproces in te voeren.
Een
aantal consulenten werden hierbij opgeleid tot researchconsulenten. Op dit
moment is er 0,66 fte beschikbaar (3 consulenten voor ieder 8 uur per week).
Tevens
werd een protocol vastgesteld.
Met
de ‘tijdelijke stimuleringsregeling intensivering opsporing en controle Abw’
kan de gemeente een subsidie aanvragen voor een verdere opsporing en controle.
Naast de eerder toegekende subsidie voor het aanstellen van een sociaal
rechercheur biedt de regeling de mogelijkheid tot het aanstellen van een
tweetal controle ambtenaren.
Werkzaamheden
Uit
de toelichting bij de subsidieregeling blijkt dat deze controle medewerkers
zich bezig moeten houden met: werkzaamheden, zoals het afleggen van
huisbezoeken om mogelijk partnerfraude te onderzoeken en om adresgegevens van
de bijstandsklant te verifiëren. Tot deze zaak behoren ook de voorbereidende
werkzaamheden ten behoeve van het afleggen van huis- en bedrijfsbezoeken. Tot
slot kan de controleambtenaar ook gebruikt worden om deel te nemen aan
multidisciplinaire fraudeteams om gezamenlijke controles uit te oefenen bij
bedrijven.
De
taken die deze controleambtenaren uitvoeren kunnen veelal dienen als
voorbereidend werk op een nader onderzoek door de sociaal rechercheurs. Dit
betekent voor hen een taakverlichting. Het gevolg is dat de sociaal
rechercheurs effectiever kunnen worden ingezet.
Subsidiebedrag
Op
grond van het aantal klanten kan de gemeente Delft een subsidie ontvangen voor
de salariskosten van een tweetal controleambtenaren. Het maximaal subsidiabele
bedrag bedraagt per fte € 45.000,00 per jaar. In principe is dit voldoende.
Voorgesteld
wordt:
-
een subsidieaanvraag in te dienen voor het aantrekken van twee extra
controleambtenaren.