Geacht college,

 

1. Inleiding

Sinds 1998 zijn gemeenten verantwoordelijk voor de uitvoering van de Wet inburgering nieuwkomers (WIN). In de WIN is geregeld dat – behoudens bepaalde uitzonderingen – alle nieuwkomers die een geldige verblijfsvergunning hebben een inburgeringsprogramma moeten volgen. Doel van het inburgeringsprogramma is nieuwkomers in staat te stellen om zelfstandig deel te nemen aan de Nederlandse samenleving en waar mogelijk aansluiting te vinden op de arbeidsmarkt.

 

Een belangrijk aspect van de inburgeringsplicht is de handhaving ervan. De handhaving is een taak van het college van burgemeester en wethouders en houdt in dat wordt toegezien op de nakoming van de inburgeringsplicht.

Nakoming wordt zonodig afgedwongen door middel van een bestuurlijke boete. Voor uitkeringsgerechtigden ligt er een relatie tussen de Wet werk en bijstand (WWB) en de WIN als het gaat om de handhaving van de inburgeringsplicht.

 

Op grond van artikel 47 van de invoeringswet WWB zijn gemeenten sinds de invoering van de WWB gehouden om een verordening op te stellen, waarin nadere regels worden gesteld over de hoogte van de bestuurlijke boete. De verordening moet uiterlijk per 1 januari 2005 in werking treden. In de invoeringswet is geregeld dat het Boetebesluit inburgering nieuwkomers van kracht blijft, zolang de nieuwe verordening er nog niet is.

 

Als bijlage bij deze nota bieden wij u de Boeteverordening WIN met toelichting aan.

 

2. De regeling voor invoering van de WWB

In de WIN is bepaald dat, indien de nieuwkomer niet voldoet aan de wettelijke inburgeringsverplichtingen, sanctionering plaatsvindt door het opleggen van een bestuurlijke boete. Dit geldt voor zowel uitkeringsgerechtigde nieuwkomers als voor niet uitkeringsgerechtigden.

 

Voor uitkeringsgerechtigde nieuwkomers maken de inburgerings- verplichtingen tevens deel uit van de aan de bijstandsuitkering verbonden verplichtingen. Indien niet voldaan wordt aan dergelijke aan de bijstandsuitkering verbonden verplichtingen, vindt afstemming tussen de Algemene bijstandswet (Abw) en de WIN plaats door een verlaging van de uitkering.

 

Niet uitkeringsgerechtigden kunnen een boete opgelegd krijgen. De hoogte van de boete is via een Algemene Maatregel van Bestuur (Boetebesluit inburgering nieuwkomers) gelijk gesteld aan de toe te passen maatregel in het kader van de Abw.

 

De hoogte van de maatregelen zijn vastgelegd in het Maatregelenbesluit Abw, IOAW en IOAZ. Het betreft dan een maatregel van de derde categorie. Op grond van het maatregelenbesluit wordt bij deze gedraging een korting toegepast van 20% van de bijstandsnorm gedurende een maand. Bij herhaling van de verwijtbare gedraging binnen een periode van twaalf maanden wordt een korting van 40% gedurende een maand toegepast.

 

3. De situatie in 2004

Op 1 januari 2004 is de WWB ingevoerd. Gemeenten moeten nu een nieuwe verordening opstellen waarin de samenhang bij handhaving van de inburgeringsplicht tussen de WIN en de WWB wordt vastgelegd. Deze verordening moet uiterlijk 1 januari 2005 van kracht worden. Tot de nieuwe verordening van kracht is, geldt de oude situatie (Boetebesluit inburgering nieuwkomers).

 

4. De regeling na 2004

Met de inwerkingtreding van de WWB is het systeem van boeten en maatregelen van de Abw  komen te vervallen. De gemeente moet nu zelf haar sanctiebeleid vormgeven en vastleggen in een verordening. Deze verordening wordt aangeduid als de Maatregelenverordening en kent slechts een soort sanctie: het verlagen van de bijstandsuitkering.

Om gemeenten in staat te stellen de hoogte van de boeten op grond van de WIN af te stemmen op de hoogte van de maatregelen, is via artikel 47 van de Invoeringswet WWB artikel 18, lid 7 van de WIN gewijzigd. Het nieuwe artikel bepaalt dat gemeenten bij verordening nadere regels moeten stellen over de hoogte van de bestuurlijke boete.

 

In de nieuwe situatie vindt de sanctionering bij het niet voldoen aan de inburgeringsverplichtingen niet meer automatisch op twee verschillende manieren plaats (het verlagen van de uitkering voor bijstandsgerechtigde nieuwkomers en het opleggen van een bestuurlijke boete voor niet-bijstandsgerechtigde nieuwkomers). Een maatregel op grond van de WWB kan namelijk alleen worden opgelegd als iemand zich niet houdt aan de verplichtingen die rechtstreeks zijn verbonden aan het ontvangen van de bijstandsuitkering (o.a. een inspanningsverplichting om algemeen geaccepteerde arbeid te verkrijgen en te accepteren).

Dat betekent dat de uitkering alleen kan worden verlaagd als het inburgeringsprogramma door de gemeente tevens is gedefinieerd als een reïntegratietraject in de aan de Maatregelenverordening gekoppelde Reïntegratieverordening. In dat geval wordt het inburgeringstraject namelijk aangemerkt als een voorziening gericht op arbeidsinschakeling en heeft de nieuwkomer de verplichting om in het kader van een reïntegratietraject deel te nemen aan het inburgeringsprogramma. Wanneer de nieuwkomer zich niet aan de verplichtingen van de WIN houdt, schendt hij daarmee ook de plicht tot arbeidsinschakeling (artikel 9, WWB).

 

Door de koppeling van de sanctionering bij de WIN aan de WWB wordt voor de WIN dezelfde systematiek gevolgd als vastgelegd in de Maatregelen- verordening WWB. Dat betekent dat als iemand voor de eerste keer een sanctie krijgt in het kader van de WIN de bijstandsnorm 20% wordt verlaagd gedurende één maand. Treedt binnen 12 maanden voor de tweede keer sanctiewaardig gedrag op, dan wordt de bijstandsnorm 100% verlaagd gedurende één maand. 

 

Voor de niet-uitkeringsgerechtigde nieuwkomer wordt in het bijgaand boetebesluit vastgelegd dat de hoogte van de boete net als voorheen gelijk wordt gesteld aan de toe te passen sanctie op de bijstandsuitkering.

 

5. Ingangsdatum

De Boeteverordening WIN treedt in werking met ingang van 1 januari 2005, met in acht name van artikel 8 van de Tijdelijke Referendumwet op grond waarvan deze verordening referendabel is.

 

De Invoeringswet WWB kent voor wat betreft de WIN geen bijzonder overgangsrecht. Dit heeft tot gevolg dat de Boeteverordening WIN, nadat deze in werking is getreden, op alle gevallen van toepassing is, ook op gedragingen die voor de inwerkingtreding van deze verordening hebben plaatsgevonden.

 

6. Panel Werk en Inkomen

Door de late toezending hebben de panelorganisaties dit stuk niet met hun achterban kunnen bespreken. Het panel ziet echter geen aanleiding een negatief advies over de verordening uit te brengen. Wel wordt de gemeente gevraagd rekening te houden met nog uit te brengen advies van de Werkgroep Migranten Communicatie. Dit advies zal uiterlijk 1 oktober schriftelijk aan de gemeente worden toegezonden.

 

Het Panel vraagt de gemeente, zoals zij dit ook vroeg bij de advisering over de maatregelverordening, terughoudend te zijn met het opleggen van bestuurlijke boetes.

 

7. Gevraagd besluit

-          akkoord te gaan met de bijgaande Boeteverordening WIN, ingaande per 1 januari 2005.

 

 

 

 

Atie Hoekman

Carolien Rotteveel

 

Beleid en Projecten