11 oktober 2004

STARTNOTITIE

ONDERWIJSBELEIDSPLAN 2005-2008

Bijgesteld naar aanleiding van besprekingen met:

1.       de onderwijswerkgroep.d.d. 11 mei 2004 en 20 september 2004

2.       de drie ‘grote’ schoolbesturen, d.d. 9 juni 2004

3.       alle schoolbesturen basisonderwijs, d.d. 14 september 2004

4.       de coördinatoren WSNS, d.d. 4 juni 2004 en 10 september 2004

5.       de directeuren van de scholen voor speciaal onderwijs, d.d. 26 mei 2004 en 9 september 2004

6.       Besturenoverleg primair en voortgezet onderwijs ‘LOKABEL’ d.d. 11 oktober 2004

 

1.Inleiding

Het huidige Onderwijsbeleidsplan ‘De Bakens Verzet’ loopt tot en met 2004 en heeft vanwege de ‘schooljarencyclus’ binnen het onderwijs een uitloop tot 1 augustus 2005. Om tijdig een nieuw onderwijsbeleidsplan voor de periode 2005-2008 operationeel te hebben, wordt nu, door middel van een startbrief met de voorbereiding ervan begonnen. Zodoende is er voldoende tijd om, bij de totstandkoming van het definitieve plan, de verschillende betrokken partijen te raadplegen.

 

Daarbij kunnen we al met een aantal zaken rekening houden.

 

De gemeente Delft heeft een grote traditie in het voeren van lokaal onderwijsbeleid. Het Delftse lokale onderwijsbeleid heeft een sterk eigen karakter, de gemeente zal trachten dit ook voor de komende periode zoveel mogelijk te continueren. In het collegeprogramma ‘Voorzetten en doorzetten’ komt duidelijk naar voren dat het college van B & W grote waarde hecht aan het creëren ontwikkelingskansen voor jongeren. Daarbinnen vervult het onderwijs een belangrijke functie. Het college acht de samenwerking tussen onderwijs en andere beleidsterreinen en de samenwerking tussen de gemeente en het onderwijsveld daarom van groot belang. 

 

Naast het collegeprogramma is er ook een tweetal rijksontwikkelingen dat in acht genomen moet worden bij het schrijven van dit onderwijsbeleidsplan. Het gaat enerzijds om forse rijksbezuinigingen op o.a. onderwijsachterstanden en OALT. En anderzijds de vergrote autonomie voor scholen die de komende jaren zal worden uitgebouwd. De gemeente zal daardoor op bepaalde gebieden minder middelen tot haar beschikking hebben.

 

Verder is in de afgelopen periode een aantal beslissingen genomen, in samenspraak met LOKABEL, dat een voorschot neemt op het onderwijsbeleidsplan 2005-2008. Zo zijn er recent besluiten genomen over DIA2, ID-banen in het onderwijs en de schoolmediatheek. Vrij recent is er ook een akkoord bereikt over het onderwijsachterstandenbeleid voor de periode 2005-2008 en de invoering van pilots in het kader van techniekeducatie.

 

Een aantal speerpunten dat over lengte van jaren stevige voet aan de grond heeft gekregen, wordt gecontinueerd: schoolzwemmen, bewegingsonderwijs, natuur en milieu educatie, cultuureducatie.

 

De marges waarbinnen het onderwijsbeleidsplan tot stand komt zijn, mede gelet op rijksbezuinigingen, smal. Toch is het ons streven om ruimte voor discussie te creëren, zodat de betrokkenheid van de gemeenteraad en vooral het onderwijsveld bij het lokaal onderwijsbeleid kan worden versterkt.

 


2. Ontwikkelingen in onderwijsbeleid

 

2.1 Delftse ontwikkelingen

 

2.1.1 Onderwijs

Delft heeft een grote traditie in het voeren van eigen onderwijsbeleid en investeert jaarlijks een fors bedrag eigen middelen in onderwijs, naast de middelen van rijkswege (zie bijlage 1). In het collegeprogramma 2002 – 2006 komt onderwijs dan ook sterk naar voren. Daarin is een aantal belangrijke ijkpunten opgesteld voor lokaal onderwijsbeleid, niet alleen in de paragraaf onderwijs, maar ook in de paragrafen Jongerenbeleid en Delft Kennisstad. Een belangrijk uitgangspunt is het tegengaan en verminderen van onderwijsachterstanden. Een van de concrete doelstellingen die zijn gesteld voor deze collegeperiode is de taal- en rekenprestaties van kinderen met een onderwijsachterstand ieder jaar dichter bij het algemeen gemiddelde te laten komen. In dit kader loopt er een aantal grote projecten: GOA, Onderwijskansenbeleid, Zorgstructuur voortgezet onderwijs en Weer Samen Naar School. Een uitgangspunt van het Delftse beleid is de wijkaanpak. Ook rond onderwijs wordt daarop ingespeeld met projecten als: de Brede School, de JGZ-teams en de Voorschool. Deze projecten dienen meestal een breder doel, namelijk ontwikkelingskansen van kinderen te vergroten.

 

2.1.2 Jongerenbeleid

Naast het specifieke onderwijsbeleid zijn er ook beleidsterreinen die raken aan onderwijs. Een voorbeeld is jongerenbeleid. Het college wil de verschillende beleidsterreinen meer tot elkaar brengen, zodat sprake kan zijn van een integrale aanpak van jongerenwerk en jeud(gezondheids)zorg. Het 3-jarige preventieprogramma is hiervan een voorbeeld, met aan onderwijs (vooral op het gebied van onderwijsachterstanden) gerelateerde projecten als de Zomerschool, huiswerkbegeleiding en sociale vaardigheidstraining.

Ook het RMC-project ‘Een sluitende aanpak’ is een voorbeeld van zo’n integrale benadering, waar naast het primaire doel: ‘het verwerven van een startkwalificatie’, ook gelijktijdig andere doelen worden behartigd zoals: aandacht voor leerwerktrajecten, vinden van perspectiefvol werk, voorkomen/tegengaan van werkloosheid.

 

2.1.3 Delft Kennisstad

Onder de noemer Delft Kennisstad wordt met een groot aantal activiteiten het imago van Delft als hoogwaardige techniekstad versterkt. Daarbinnen is aandacht voor de versterking van het techniekonderwijs in Delft in het primair en voortgezet onderwijs. De belangstelling voor techniek neemt steeds meer af bij kinderen en jongeren. Het college acht het dan ook van belang dat de komende jaren veel wordt geïnvesteerd in het aantrekkelijk maken van techniekonderwijs.

 

 


2.2 Landelijke ontwikkelingen in onderwijsbeleid

 

Alhoewel het Delftse onderwijsbeleid een sterk eigen karakter heeft, is het afhankelijk van (veranderingen in) rijksbeleid. Voor het nieuwe OBP is een aantal veranderingen van belang. De komende jaren zal een rolwisseling van gemeente en schoolbesturen gaan plaatsvinden. De schoolbesturen krijgen meer autonomie en krijgen meer middelen rechtstreeks van het Rijk. Zo zullen de middelen voor schoolbegeleiding en de onderhoudsmiddelen voor de buitenkant van de scholen rechtstreeks aan de scholen worden uitgekeerd.

Een tweede verandering vindt plaats op het gebied van de onderwijsachterstanden. De komende jaren zal er flink bezuinigd worden op de gemeentelijke middelen beginnend vanaf augustus 2005. Tevens zijn de resterende middelen voor een groot deel geoormerkt en dus niet meer vrij besteedbaar. Ook op dit gebied krijgen de schoolbesturen meer autonomie.

 

2.3 Gemeentelijke bezuinigingen

 

Gemeentebreed krijgt Delft ook te maken met bezuinigingen vanuit het Rijk. Inmiddels heeft het college van B & W van de gemeente Delft haar positie bepaald in reactie op de in het regeerakkoord en de, in de Rijksbegroting 2005, neergelegde maatregelen Een eerste standpunt bepaling duidt erop dat het college oog heeft voor de grote rijksbezuinigingen op onderwijs. Het college doet in 2004 geen voorstellen om extra te bezuinigen op de activiteiten in het onderwijsbeleid. Wel wordt voorgesteld om te bezuinigen op het ambtelijk apparaat en kan het vakteam onderwijs daarbij betrokken worden. De ambtelijke capaciteit is slechts in beperkte mate  onderdeel van het onderwijsbeleidsplan. Dit betekent dat het huidige gemeentelijk onderwijsbeleid, afgezien van de rijksbezuinigingen op onderwijs, zoveel mogelijk kan worden voortgezet. In oktober, bij de behandeling van de Programmabegroting 2005, zal hierover meer duidelijkheid bestaan.

 

2.4 Kortlopende geldstromen

 

Tot slot, is er nog een andere ontwikkeling waarbij rekening gehouden dient te worden bij het schrijven van het OBP 2005 - 2008. Er zijn projecten die nauw zijn gekoppeld aan financieringsstromen voor bepaalde termijn. Zoals de middelen voor preventie, die maar voor een periode van drie jaar beschikbaar blijven, eindigend in 2005.

Hetzelfde geldt voor de middelen voor DIA en het Techniekproject. Deze gemeentelijke middelen zijn beschikbaar tot en met 2009.

Tevens zal de financiering van de (rijks)middelen voor integratie- en oudkomersbeleid worden veranderd in verband met de aanpassing van de wet inburgering nieuwkomers. Naar verwachting zal dat minder middelen voor de gemeente betekenen. Dit heeft vooral gevolgen voor het gemeentelijk onderwijsachterstanden beleid (centrale opvang).

 


3. Uitgangspunten voor het gemeentelijk onderwijsbeleid inclusief financiële kader voor de periode 2005 – 2008.

 

Uit ‘De Bakens Verzet’: de rol van de gemeente Delft kan tweeledig getypeerd worden:

-          regisseur: de gemeente tracht partijen bij elkaar te brengen en al samenwerkend passende antwoorden te vinden op Delftse problemen;

-          stimulator: de gemeente zoekt samen met de onderwijsinstellingen en de wijkbewoners naar creatieve oplossingen voor onderwijs- en schoolproblemen, zoals voortijdige schoolverlaten en de opvang van vluchtelingenkinderen.

 

De uitgangspunten voor het gemeentelijk onderwijsbeleid voor de periode 2005-2008 zijn drieledig:

 

I.        Relatie gemeente en schoolbesturen: Partnerschap

Allereerst is het van belang te bepalen welke rol de gemeente bekleedt in het lokaal onderwijsbeleid en in welke verhouding zij staat tot het onderwijsveld. De gemeente hecht grote waarde aan een goede samenwerking tussen haar en de schoolbesturen. Partnerschap is voor een goede kwaliteit van het onderwijs en haar omgeving van groot belang.

Partnerschap van gemeente en schoolbesturen heeft als kenmerken:

Ø       Samenwerking van partijen;

Ø       Autonomie van de schoolbesturen inzake de kwaliteit en de inhoud van het onderwijs;

Ø       Cofinanciering;

Ø       Subsidievoorwaarden, te stellen door de gemeente met prestatie-indicatoren;

Ø       Verantwoording op resultaten.

 

II.   Inhoudelijke uitgangspunten:

De taken voor de gemeente worden door veranderingen vanuit het rijk gewijzigd. Voor de kwaliteit van het onderwijs zijn de scholen primair verantwoordelijk. De gemeente draagt vooral zorg voor de onderwijsomgeving; de gemeente richt zich op het vormgeven van een infrastructuur rond de school. Netwerken die de onderwijsfunctie kunnen versterken. Daarnaast blijft de gemeente Delft in samenwerking met haar partners actief het onderwijs zelf ondersteunen (algemeen schoolmedewerkers, DIA, vakonderwijs). De inhoudelijke uitgangspunten zullen we kort hieronder weergeven, in het hoofdstuk dat volgt zullen deze punten nader uitgewerkt worden.

 

1.        De gemeente richt zich op de versterking van netwerken ter ondersteuning van de onderwijsfunctie. Daarbij is samenwerking met aanpalende beleidsterreinen aan de orde, zoals zorg, veiligheid, gezondheid. Dit betekent concreet:

- De verdere uitbouw van de Brede School (2- 16 jaar)

-  De opzet van de JGZ-teams in de wijk met een relatie naar de ontwikkeling van zorgteams in het primair onderwijs. Van belang is hierbij de samenwerking met de WSNS-verbanden (2- 12 jaar).

-  Van toenemend belang in de komende periode wordt de leerlinggebonden financiering (LGF). Over de mogelijke inzet van de Gemeente Delft in dit kader zal overleg plaatsvinden met het Delfts speciaal onderwijs.

- In het voortgezet onderwijs is de versterking van de Centrale Zorgcomissie, uitgevoerd door het ‘Samenwerkingsverband VO Delft plus‘ aan de orde.

- Ook het project ‘De veilige school’, dat nu nog in de kinderschoenen staat zal ten behoeve van het voortgezet onderwijs verder ontwikkeld worden.

- Voor de oudere jeugd, van 16-24 jaar worden de ontwikkelingen in het RMC-project ‘Een sluitende aanpak’ verder uitgewerkt.

Met deze netwerken wordt als het ware een ruggengraat gemaakt voor de ondersteuning van de onderwijskolom van primair onderwijs tot voortgezet onderwijs eerste en tweede fase en het vervolgtraject onderwijs, van 2 tot 24 jaar.

 

2.        Delft Kennisstad: DIA, stimulering techniek en beroepsonderwijs.

De gemeente wil het succesvolle DIA-traject in de volgende beleidsplanperiode continueren. De afspraken met LOKABEL zijn daar al over gemaakt.

Ook over de stimulering van techniek in het onderwijs, een aandachtspunt uit het lopend beleidsplan, is een nota verschenen en kunnen de daarvoor bestemde middelen worden ingezet voor uitvoering van de activiteiten in het kader van dit project.

In zake het beroepsonderwijs willen wij een ‘aanjaagfunctie’ gaan vervullen. Dit wordt op hoofdlijnen uitgewerkt in hoofdstuk 4, paragraaf 4 ‘Delft Kennisstad’.

 

3.        Heroriëntatie op het onderwijsachterstandenbeleid als gevolg van rijksbezuinigingen. Met veel aandacht voor taalonderwijs en de nieuwe schakelfunctie. Het VVE-beleid heeft binnen de gemeente Delft altijd een hoge prioriteit gehad. Dat de gemeente haar beleid hierin kan voortzetten stemt tot tevredenheid. Tevens zal er invulling gegeven moeten worden aan de schakelfunctie. De gemeente krijgt een verantwoordelijkheid in het lokaal organiseren van een schakelfunctie, in aanvulling op de schakelactiviteiten van scholen voor primair onderwijs. Hoe die schakelfunctie vorm gaat krijgen is een zaak van lokaal overleg. Men kan voor de Delftse situatie denken aan de huidige kopklas, de centrale opvang en voorzieningen voor schoolverlaters, zoals ‘De Wissel’ en het BASTA-project.

 

4.        Continueren van breed vormende onderdelen van het Delftse onderwijsbeleid, zoals schoolzwemmen, vakonderwijs gymnastiek, cultuureducatie en natuur- en milieu educatie.

 


III.   Instrumentele randvoorwaarden:

·       De gemeente stopt met ‘ongeclausuleerde’ toedeling van formatieve middelen.  De gemeente stelt nu nog elk jaar extra middelen in de vorm van taakrealisatie beschikbaar, aan scholen voor personele inzet. De gemeente zal de beschikbare middelen gaan bestemmen voor actieve beleidsvoering, vooral gekoppeld aan projectenbeleid. In dat kader zal een budget beschikbaar blijven voor projectgebonden faciliteiten.

Het betreft hier nadrukkelijk geen bezuiniging van taakrealisatie middelen, maar een gewijzigde inzet daarvan.

·       De gemeente wil een aantal zaken blijven stimuleren. Zij wil dit doen op basis van koppeling van middelen, die de schoolbesturen voor taken van het rijk ontvangen aan extra gemeentelijke middelen (cofinanciering). Voorbeelden in dit kader zijn het lopende DIA-beleid, het project ‘Schoolmediatheek in het basisonderwijs’ en het beleid rond schoolbegeleiding. In de overleggen met de schoolbesturen is nader ingegaan op het principe van cofinanciering. Cofinanciering moet gezien worden als een middel om vorm te geven aan partnership en mag niet gezien worden als sturingsinstrument van de gemeente. In dit kader is dan ook afgesproken, dat eerst overeenstemming bereikt moet worden over de beleidsdoelstellingen en pas daarna een gesprek plaatsvindt over hoe de beleidsdoelstellingen in gezamenlijkheid kunnen worden gefinancierd. Daarbij behouden de besturen de vrijheid om wel of niet te participeren.

·       Ook zal gebruik worden gemaakt van de onderwijsmonitor. De onderwijsmonitor geeft schoolbesturen, scholen en de gemeente meer inzicht in de stand van zaken omtrent het Delftse onderwijs. Met behulp van de monitor kan het al dan niet realiseren van doelen gevolgd worden en kan beleid bijgesteld of vernieuwd worden.

 


4. Inzet van de gemeente Delft bij het opstellen van een nieuw onderwijsbeleidsplan voor de periode 2005 –2008.

 

4.1 Kansenbeleid

 

In oktober 2002 is het GOA-plan 2002-2006 definitief door de gemeenteraad van Delft vastgesteld. Vanuit Rijkswege is er echter een tweetal ontwikkelingen in gang gezet,  waardoor we worden genoodzaakt om dit lopende GOA-plan open te breken. Allereerst valt een fors deel van de rijksmiddelen ten behoeve van het onderwijsachterstandenbeleid weg (zie paragraaf 2.2.). Het effect van deze bezuinigingen wordt versterkt doordat ook de middelen vanuit het integratiefonds teruglopen. Ten tweede zal er vanaf augustus 2006 sprake zijn van nieuwe bestuurlijke verhoudingen. Vanaf dat moment zijn de gemeenten niet meer GOA-planplichtig.

Het onderwijsachterstandenplan zal onderdeel gaan uitmaken van het onderwijsbeleidsplan met dezelfde duur als het onderwijsbeleidsplan. De operationalisatie van dit plan vindt plaats door het samenwerkingsverband GOA en resulteert in een GOA-werkplan.

Inmiddels is in het LOKABEL van 14 juni jl positief advies uitgebracht op het voorstel ‘bijstelling van het GOA-plan’.

 

4.2 De zorgstructuur primair onderwijs en voortgezet onderwijs

 

De veranderingen in het rijksbeleid met betrekking tot de jeugdgezondheidszorg vormen de aanleiding tot belangrijke organisatorische wijzigingen in de jeugd gezondheidszorg in het algemeen en ook  in relatie tot het onderwijs in de gemeente Delft.  In de jeugdgezondheidszorg willen we toe naar een stevige ruggengraat in de eerste lijn met als taken: het ondersteunen van scholen, gezinnen en kinderopvang, preventie, kortdurende hulpverlening en doorverwijzing naar de zorg. Die ruggengraat wordt in de wijken gevormd door de JGZ-teams, waarin GGD, consultatiebureaus, schoolmaatschappelijk werk en opvoedadviseurs samenwerken, in de scholen voor voortgezet onderwijs door de Zorgteams en Centrale Zorgcommissie en voor de groep 16-23 jaar door het werk van het RMC. Een aantal belangrijke doelstellingen binnen het optimaliseren van de zorgstructuur voor 0-23 jarigen voor de komende beleidsperiode zal hieronder verder worden uitgewerkt.

 

Primair onderwijs

In het primair onderwijs is het niet gelukt een zorgplatform te realiseren. Wel werken de samenwerkingsverbanden WSNS op eigen kracht samen aan de verwezenlijking van zorgdoelstellingen.

In de nieuwe beleidsplanperiode willen wij , in nauw overleg met de samenwerkingsverbanden WSNS, realiseren, dat alle basisscholen een zorgteam kunnen krijgen, dat gebruik kan maken van zorgfuncties, die de gemeente op wijkniveau in het kader van de JGZ-teams tot stand aan het brengen is. Gedacht wordt om het schoolmaatschappelijk werk en de logopedie hierbij te betrekken.

De JGZ-teams krijgen een centrale signalerende en verwijzende functie voor de voorschool.

In het overleg met de schoolbesturen is nadere informatie verstrekt over de relatie JGZ en onderwijs. Vooral is daarbij ingegaan op:

In het Onderwijsbeleidsplan zal hierop nader worden ingegaan. In het bestek van de startnotitie volstaan wij met op te merken dat:

 

Recent heeft zich in het kader van de Jeugdgezondheidszorg een nieuwe ontwikkeling voorgedaan. Als gevolg van de veranderde wetgeving in het kader van de Jeugdzorg kan het Medisch Kinderdagverblijf niet langer onderwijs geven aan bij hen geplaatste, gehandicapte jonge kinderen. Op basis van besprekingen met de samenwerkingsverbanden WSNS en het Pedologisch Instituut Den Haag, is gekeken naar mogelijkheden van een doorstart in de vorm van een lesplaats in Delft  van het Pedologisch Instituut. Een en ander zal dit najaar getoetst worden op de realiseringsmogelijkheden.

 

Voortgezet onderwijs

Een van de doelstellingen in de ‘Bakens Verzet’ is het organiseren van een samenhangende zorgstructuur voortgezet onderwijs. Recent is de centrale zorgcommissie voortgezet onderwijs (CZC) van start gegaan en is Delft een lesplaats VSO-ZMOK rijker. Nog dit jaar zal het centrum voor voortijdige schoolverlaters ‘De Wissel’ worden verbonden aan de VSO-ZMOK lesplaats van de J.C.Pleijsierschool. De toewijzing van leerlingen zal dan gaan verlopen via de CZC.

In de komende beleidsperiode willen we de uitbouw van de CZC verder stimuleren.

Bij de verdere ontwikkeling van het onderwijsbeleidsplan zal aandacht gegeven worden aan een aantal mogelijke actiepunten:

1.       De instelling van een  functie, verbonden aan de CZC, die fungeert als een voorportaal voor ouders in het speciaal onderwijs en hen helpt bij de verwijzing naar het juiste REC.

Daarbij kunnen ouders ook geholpen worden om hun kind te plaatsen op een reguliere school met inzet van Leerlinggebonden financiering (LGF).

2.       Vanuit het speciaal onderwijs wordt ook aandacht gevraagd voor ZMOLK’ers, dat zijn gedragsproblematische leerlingen met een laag IQ.

 

In het verlengde hiervan is er de afgelopen jaren ook veel geïnvesteerd in het terugdringen van het aantal voortijdige schoolverlaters en het voorkomen van verzuim. In dit kader is het project BASTA opgezet om notoire spijbelaars met een alternatieve straf weer op het rechte pad te krijgen. Het kabinet zal de komende periode extra gaan investeren in het terugdringen van het aantal voortijdige schoolverlaters en het voorkomen van verzuim. De gemeente vanuit haar wettelijke taak zal zich dan ook blijven inzetten voor dit onderwerp.

 

Ook het RMC is een taak die de gemeente zal blijven uitvoeren. Nog steeds zijn er veel jongeren zonder startkwalificatie. Met het project ‘Een sluitende aanpak voor 16 – 23 – jarigen’ zal de gemeente Delft zich blijven inzetten voor deze jongeren. Tevens zal er vanuit deze zorgstructuur meer nadruk worden gelegd op het terugdringen van de jeugdwerkloosheid en preventie van jeugdcriminaliteit.

 

4.3 De Delftse plus op onderwijs

 

Hieronder valt een aantal activiteiten:

·         Natuur-en milieueducatie (primair en voortgezet onderwijs)

·         Cultuureducatie (primair en voortgezet onderwijs)

·         Schoolmediatheek (alleen primair onderwijs)

·         Bewegingsonderwijs (alleen primair onderwijs)

 

De gemeente investeert jaarlijks in stimulering van extra activiteiten binnen het onderwijs. Zoals op het gebied van cultuureducatie en natuur- en milieu educatie. Vanuit het Rijk is ten aanzien van cultuureducatie een extra financiële impuls aangekondigd. Dit geld zou rechtstreeks naar de scholen gaan. Een koppeling van de inzet van school- en gemeentelijke middelen in een gezamenlijk contract cultuureducatie ligt dus voor de hand.

 

Onlangs heeft er in LOKABEL besluitvorming plaatsgevonden over het projectplan ‘Schoolmediatheek in het basisonderwijs’. Door akkoord te gaan met het voorstel is er een voorschot genomen op het OBP 2005-2008. Het projectplan bestrijkt een periode van 5 jaar, van 2004 tot en met 2008. In die periode zullen alle basisscholen in Delft de kans krijgen hun schoolmediatheek her in te richten met hulp van de centrale schoolmediatheek. Naast het moderniseren van de boekencollectie zal tevens het gebruik van ICT binnen de schoolmediatheek mogelijk gemaakt worden, in de vorm van een geautomatiseerd zoeksysteem. Tevens wordt gestreefd naar het realiseren van een boekenbestel- en bezorgfunctie voor scholen.

 

De gemeente blijft vasthouden aan de huidige regeling voor bewegingsonderwijs, dat betekent een verdubbeling van de rijksnorm. De gemeente overweegt, mede op basis van de toekomstige invoering van de lumpsumbekostiging een andere manier van financieren. In het overleg met de besturen is aangegeven dat de gemeente Delft zich zal conformeren aan het verzilveringsbedrag in overeenstemming met de rijksnorm (art. 123 derde lid, WPO). De middelen die hierdoor vrij zullen vallen, zullen ten behoeve van gezond bewegen voor kinderen beschikbaar blijven. Wij overwegen een nadrukkelijke koppeling met het SPORTVISIE beleid tot stand te brengen.

 

De gemeente hecht veel waarde aan het schoolzwemmen en de Delftse vangnetconstructie (DDVC). Daarom zal zij dit beleid continueren in de volgende beleidsperiode. Binnen de Zomerschool worden ook zwemlessen aangeboden, deze blijken enorm succesvol. Dit is dus nog een manier om bepaalde DDVC-kinderen een diploma te laten halen.

Vanuit de Herman Broerenschool is aangedrongen de huidige schoolzwemregeling, ook ten behoeve van de leerlingen van het VSO-ZMLK,  in stand te houden. Het schoolzwemmen is van grote waarde voor de sociale ontwikkeling van deze kinderen. De gemeente zal bij de opstelling van het nieuwe onderwijsbeleidsplan hiermee rekening houden.

 

4.4 Delft Kennisstad.   

 

In het OBP “De bakens verzet’  zijn onder dit hoofdstuk een tweetal projecten benoemd:

1. Het DIA –project (Delfts informatiserings- en automatiseringsbeleid). (primair en voortgezet onderwijs)

2. Stimuleren van techniek in het onderwijs. (primair onderwijs)

De komende beleidsplanperiode willen wij daaraan een nieuw aandachtspunt toevoegen:

3. Ontwikkeling van het beroepsonderwijs in Delft. (voortgezet onderwijs)

De eerste twee projecten zijn in de afgelopen periode mogelijk gemaakt door de inzet van EZH-middelen en de reserve nutsbedrijven, die zijn gekoppeld met schoolmiddelen.

 

Recent heeft besluitvorming plaatsgevonden over de voortzetting van het DIA-project in het primair onderwijs (DIA2). Hiervoor heeft de gemeenteraad opnieuw specifieke middelen toegekend. De besteding van € 300.000,- ten behoeve van het voortgezet onderwijs, uit de eerste DIA-periode, zal nog het komend schooljaar in overleg met de scholen worden aangegeven.

Ten aanzien van stimulering van techniek zal dit voorjaar een nota verschijnen en kan, bij positieve advisering, het project van start gaan.

Beide projecten zullen worden opgenomen in het OBP 2005-2008.

 

Voortgezet onderwijs

Naast de impuls die wij geven aan Techniek in het onderwijs, willen wij de komende beleidsperiode samen met scholen en het bedrijfsleven, zowel binnen Delft als in de regio, onze aandacht nadrukkelijk richten op het beroepsonderwijs. In dit kader loopt er al een aantal ontwikkelingen, die mede door gemeentelijke initiatieven van de grond gekomen zijn.

Wij denken daarbij aan de Beroepsonderwijsdag en aan de ontwikkeling van de module Mechatronica in het vmbo (uitgevoerd door het Grotius College in samenwerking met het Christelijk Lyceum Delft en het Sint-Stanislascollege ) en het mbo (Mondriaan College). Recent is een platform van lokale directeuren VMBO opgericht. Deze zullen we betrekken bij nader overleg. Waarbij de besluitvorming vanzelfsprekend voorbehouden blijft aan de schoolbesturen.

 

De provincie Zuid-Holland tracht op basis van regionale arrangementen beweging te krijgen in de totstandkoming van gezonde en perspectiefrijke afdelingen in het vmbo.

Onze rol daarin, is in overleg met de Delftse scholen voor voortgezet onderwijs de afgelopen jaren terughoudend geweest.

Met de provincie constateren wij, dat er te weinig voortgang is in de herstructurering van het VMBO in de Delftse regio.

Dit is niet in het belang van het beroepsonderwijs, waar 60% van de leerlingen onderwijs volgt. De Gemeente Delft wil samen met het voortgezet onderwijs het belang van goed beroepsonderwijs voor de samenleving en voor Delft onderstrepen, zeker omdat er behoefte is aan goed geschoolde vaklieden, liefst met ambachtelijke kennis van meerdere disciplines.

Zoals eerder al gesteld, vinden wij het de primaire taak van de scholen voor voortgezet onderwijs om hun onderwijsaanbod te bepalen en attractief te maken. Daarom zien wij een gemeentelijke rol in deze dan ook in een ‘aanjaagfunctie’.

Dit vanuit een visie, dat:

-          Delft vanuit een stedelijke traditie een voorhoede functie wil vervullen in het (technisch) beroepsonderwijs over de volle breedte van de beroepskolom: vmbo-mbo- hbo-wo;

-          De gemeente en de regio moeten zorgen voor een goed bereikbare infrastructuur;

-          De gemeente beroepsonderwijs als een leerroute met perspectief wil stimuleren (aantrekkelijk beroepsonderwijs).

Bij de invulling van een aanjaagfunctie denken wij aan het volgende:

-          De gemeente brengt samen met de provincie en de regio partijen bij elkaar: scholen, bedrijfsleven.

-          De gemeente stimuleert innovatie:

·         in het kader van regionale arrangementen wordt onderwijsaanbod ontwikkeld, waar behoefte aan is in de lokale /regionale situatie;

·         Naast bestaande opleidingen wordt gekeken naar nieuwe openingsvarianten, zoals o.a. mechatronica, metaalelectro etc.

 

 

-          De relaties in de beroepskolom worden versterkt. Daarbij kan gedacht worden aan:

·         het opruimen van schotten en drempels tussen de schoolsoorten, het ontwikkelen van een doorstroomagenda, bijvoorbeeld het maken van afspraken tussen vmbo en mbo, zodat snelle leerlingen al onderdelen uit het mbo kunnen volgen op het vmbo;

·         dat het in bepaalde gevallen mogelijk wordt het vmbo diploma in het mbo af te ronden.

 

-          In het kader van het onderwijshuisvestingsbeleid wordt prioriteit gegeven aan:

·         Gemeenschappelijk gebruik van praktijkruimten;

·         Gemeenschappelijke nieuwbouw door scholen en bedrijven, zodat stages en leerwerktrajecten dichtbij huis kunnen worden uitgevoerd.

 

4.5 School en samenleving

 

Binnen de omgeving van het onderwijs is een belangrijke rol weggelegd voor de Brede Schoolontwikkeling. Vanuit het collegeprogramma wordt er grote waarde gehecht aan het Brede School project en vanuit lokaal onderwijs zal deze ontwikkeling dan ook worden voortgezet. Het doel  van de Brede School is ongewijzigd: ‘Wijkgericht meer samenhang aanbrengen tussen onderwijs, kinderopvang, jeugdbeleid en culturele, sportieve en opvoedingsondersteunende activiteiten, met als doel de ontwikkelingskansen van kinderen te verbeteren’. De komende beleidsperiode zal door middel van uitbouw en verdieping verder toegewerkt worden naar deze doelstelling.

Zo zal techniek als thema worden opgenomen in het Brede Schoolprogramma en zal de BOS-driehoek (Buurt, Onderwijs en Sport) programmatisch verder uitgewerkt worden. Dit betekent een gestructureerd aanbod van sportactiviteiten voor kinderen en jongeren in Delft.  Dit jaar zullen ook de wijken Binnenstad, Wippolder en Hof van Delft starten met een Brede Schoolprogramma. Ook zal er verdere samenwerking komen tussen de Brede School en de JGZ-teams in de wijken, die met een pilot later dit jaar van start gaat. In samenwerking met de JGZ-teams zal vervolgens een aanbod gericht op ouders worden samengesteld.

Extra aandacht zal uitgaan naar het (waar nodig) toeleiden van kinderen met onderwijsachterstanden naar Brede Schoolactiviteiten en het verdiepen van de samenwerking tussen scholen en kinderopvang organisatorisch en inhoudelijk.

Bij de bespreking van dit punt met de schoolbesturen, is vanuit de besturen gevraagd het draagvlak van het beleid onder de afzonderlijke scholen te doen vergroten. Daarbij werd aangegeven dat een aantal kleine schoolbesturen moeite heeft met het sluiten van hun peuterspeelzaal als gevolg van wijziging in peuterspeelzaalbeleid. Sommige schoolbesturen bepleiten een grotere inbreng van de scholen in de brede schoolontwikkeling. De wethouder is daar positief op ingegaan en heeft aangegeven ruimte te bieden aan de scholen om te participeren in de planvoorbereiding en daar ook tijd voor te willen uittrekken, om zo een verdiepingsslag te kunnen maken. Verder wees hij de schoolbesturen op nieuwe ontwikkelingen op het gebied van het naschoolse activiteiten programma, in de vorm van dagarrangementen.

Tevens is een begin gemaakt met brede school activiteiten in het voortgezet onderwijs. Dit najaarsprogramma draait de brede school alleen op de VMBO-locatie van het Grotius College. Volgend voorjaar kan het programma worden uitgebreid naar de andere twee scholen voor voortgezet onderwijs in Delft (VMBO-locaties).

 

Naast de Brede School zijn er vanuit de gemeente ook andere projecten gestart die zich concentreren op en rond scholen. Dit jaar is het project Veilige School gestart. Ook in dit project komen meerdere beleidsterreinen samen. Een voorbeeld daarvan is extra aandacht te geven aan goede voorlichting over gezondheid en verslaving op scholen vanuit de jeugdgezondheidszorg. Ook vanuit preventief oogpunt (preventiebeleid) zal invulling gegeven worden aan het creëren van een veilig schoolklimaat.

In het rectorenoverleg is gewezen op een tekort dat is ontstaan in het project de Veilige School. De wethouder heeft toegezegd dit tekort te zullen inbrengen bij de behandeling van de Programmabegroting 2005.

 

4.6 De ondersteuning van het Delftse onderwijs.

 

Om de kwaliteit van het onderwijs te waarborgen is extra ondersteuning van cruciaal belang. Daarom subsidieert de gemeente een aantal van deze activiteiten. Waaronder schoolbegeleiding en impulsen voor personeelsbeleid.

 

Primair onderwijs

De Rijksmiddelen voor schoolbegeleiding zullen door de rijksoverheid de komende vier jaar worden gedecentraliseerd naar de schoolbesturen.Hierbij is sprake van een gedeeltelijke rijkssubsidie en van een gemeentelijke subsidie. De lokale overheid beslist zelf over de inzet van het gemeentelijk deel. We achten het van belang om vanuit de gemeente extra middelen te blijven inzetten op schoolbegeleiding. De inzet is om te gaan werken met cofinanciering. Dat wil zeggen dat de gemeente het huidige bedrag wil blijven investeren in een gezamenlijk contract met de schoolbesturen als deze hun middelen voor schoolbegeleiding ook beschikbaar stellen.

Door de drie grote schoolbesturen voor primair onderwijs is een voorstel ingebracht, dat beoogt enerzijds een eind te maken aan de gedwongen winkelnering van de scholen bij OnderwijsAdvies en dat anderzijds recht doet aan het behoud van de infrastructuur voor begeleiding en ondersteuning.

In dat voorstel gaan de schoolbesturen er vanuit, dat de gemeente de middelen voor schoolbegeleiding in volle omvang beschikbaar houdt en dat de schoolbestuurlijke begeleidings middelen in de loop van dit onderwijsbeleidsplan op basis van geleidelijkheid worden afgebouwd.

De gemeente Delft wil positief ingaan op dit voorstel met daarin de aanpassing, dat het afbouwpercentage van de schoolbesturen ook voor het gemeentelijk deel zal worden gehanteerd, gekoppeld aan  de toezegging, dat de middelen weer beschikbaar komen in het onderwijs .

Het aangepaste voorstel ziet er als volgt uit:

1.       Gemeente en schoolbesturen geven aan in de onderwijsbeleidsplanperiode de huidige middelen te blijven inzetten voor begeleiding, advies, ondersteuning en hulpverlening.

2.       In overeenstemming met de afbouwregeling van de rijksoverheid, maken de gemeente en schoolbesturen afspraken  over een Delftse variant.  Daarin wordt uitgewerkt,dat:

-                     in 2007 50% van de middelen “vrij besteedbaar” is voor de schoolbesturen en de gemeente;

-                      de andere 50% zal gezamenlijk worden ingezet, zoals tot nu toe gebruikelijk is

             via OnderwijsAdvies. Omdat de afspraken rond schoolbegeleiding de nodige zorgvuldigheid vereisen, zodat de middelen goed kunnen worden besteed, zal dit najaar een tijdelijke werkgroep worden ingesteld. In deze werkgroep maken naast vertegenwoordigers van de schoolbesturen ook OnderwijsAdvies en de Gemeente Delft deel uit;

-                     De periode tot 2007 geldt als overgangsperiode, waarbij geleidelijk naar de 50% norm wordt toegewerkt.

De betekenis van dit akkoord, is dat OnderwijsAdvies de ruimte krijgt toe te werken naar vraaggericht werken. Anderszins wordt ook recht gedaan aan de wens van de schoolbesturen om te komen tot een meer eigen invulling, waarbij ook  buiten OnderwijsAdvies expertise kan worden ingewonnen. De gemeente Delft zal haar vrije deel op basis van een nadere uitwerking gaan inzetten ten behoeve van zaken zoals logopedie, schoolmaatschappelijk werk en het vormgeven van een lesplaats van het  Pedologisch Instituut. De nadere uitwerking zal plaatsvinden in nauw overleg met de samenwerkingsverbanden WSNS.

Ook met de scholen voor speciaal onderwijs zullen op basis van voorgaand voorstel concrete afspraken worden gemaakt over de besteding van de middelen schoolbegeleiding.

 

Primair en voortgezet onderwijs

De openstaande onderwijsvacatures in Delft zijn op dit moment redelijk tot goed vervuld. Toch zal het in de toekomst nodig blijven om aandacht te besteden aan personeelsbezetting in de scholen. Daarom zal een deel van de middelen die nu bestemd zijn voor impulsen voor personeelsbeleid gereserveerd blijven. Voorspellingen vanuit het rijk geven aan dat we op korte termijn weer met tekortfuncties kunnen worden geconfronteerd. Door het instandhouden van een kleine overlegstructuur, samen met de scholen, kan in geval van nood onmiddellijk worden gereageerd op toekomstige knelpunten.

 

In het kader van het personeelsbeleid willen wij ook aandacht schenken aan de positie van de algemeen schoolmedewerkers.Op de scholen in Delft zijn algemeen schoolmedewerkers werkzaam in dienst van de gemeente Delft. Door wijzigingen in rijksbeleid rond gesubsidieerde arbeid zijn gemeenten met kortingen geconfronteerd. Toch acht de gemeente het van belang om te blijven investeren in de inzet van algemeen schoolmedewerkers op de scholen. In december 2003 is daarvoor een voorstel aangenomen in LOKABEL. Het voorstel behelst een cofinanciering van gemeente en schoolbesturen. De gemeente neemt 1/3 deel van de totale extra kosten voor haar rekening en de schoolbesturen zo’n 2/3 deel. Het voorstel heeft betrekking op de zittende groep, wiens werk (voor een jaar) is gegarandeerd in de huidige functie.

In de loop van 2004 zal een vervolgplan worden uitgewerkt, om deze functies ook voor langere termijn in stand te kunnen houden.

 

4.7 Onderwijshuisvesting

 

Primair en voortgezet onderwijs

Op rijksniveau worden voorbereidingen getroffen om een deel van de huisvestingsmiddelen en verantwoordelijkheden rechtstreeks naar de schoolbesturen over te hevelen.

Het betreft in eerste instantie de middelen voor onderhoud, renovatie en aanpassing van schoolgebouwen binnen het voortgezet onderwijs. De componenten uitbreiding en nieuwbouw blijven onderdeel van de zorgplicht van de gemeente.

Daarnaast voert het rijk een onderzoek uit naar de haalbaarheid van het decentraliseren van de middelen voor onderhoud, renovatie en aanpassing  naar de schoolbesturen voor primair onderwijs. Ook hierbij is het uitgangspunt, dat uitbreiding en nieuwbouw een zaak van de gemeente zal blijven.

 

Inmiddels is het overleg met vertegenwoordigers van de Delftse schoolbesturen over het onderwerp “Moderne school” in volle gang. Ontwikkelingen als werkplekken voor docenten, ICT aanpassingen en samenwerking met kinderopvang worden daarbij meegenomen evenals de inzet tot het optimaal benutten van schoolaccommodaties waardoor medegebruik –bijvoorbeeld voor Brede School onderdelen- mogelijk wordt. Hierbij wordt het eigen profiel van de Delftse scholen gerespecteerd en mogelijk versterkt. Het is de bedoeling om de uitkomsten van de gezamenlijke visie op een modern schoolgebouw te vertalen in voorzieningen die kunnen worden vast gelegd in de Verordening  Onderwijshuisvesting gemeente Delft 2004.

 

4.8 De Delftse Onderwijsmonitor

 

Primair en voortgezet onderwijs

De periode van het OBP 2001-2004 heeft met betrekking tot de monitor vooral in het teken gestaan van de keuze voor de inhoud en vormgeving van de Delftse onderwijsmonitor. De besluiten zijn genomen om een 5-tal zogenaamde modules in  te voeren, namelijk de modules PO, VO, VVE, taal&rekenen en VSV & verzuim. Er is inmiddels een voorzichtig begin gemaakt met de invoering van een deel van de modules.

De komende beleidsperiode zal vooral gebruikt worden voor de verdere invoering van de modules. De monitor zal daarbij worden ingezet als lokaal beleidsinformatiesysteem en sturingsinstrument, maar ook, gezien het uitgangspunt van de zakelijker subsidierelaties tussen gemeenten en het onderwijsveld, nadrukkelijker in beeld komen als verantwoordingsinstrument. Daarnaast zullen in deze periode de schooladministraties digitaal worden gekoppeld aan de gemeentelijke basisadministratie.

Verder zal het overleg met de schoolbesturen worden opgestart voor de inrichting van een zogenaamde ‘databank scholen- en bestuurlijke informatieservice’. Deze databank kan dienen als informatiepunt waar schoolbesturen hun informatie kunnen ‘opvragen’ in het teken van kwaliteitszorg en managementinformatie.

 

4.9 Overige onderwerpen

 

Primair onderwijs

Vervolg op Onderwijs Allochtone Levende Talen (OALT)

Naar verwachting zal per 1 augustus 2004 de financiering voor OALT door het Rijk beëindigd worden. Een wetsvoorstel daartoe is door de Tweede Kamer aangenomen. Voor de taal/cultuurgroepen waarvoor al eigen taal onderwijs in Delft onder OALT bestond, wordt nog voor de duur van dit onderwijsbeleidsplan (periode 2005 – 2008) bezien of een vervolg in eigen beheer door de betreffende zelforganisaties haalbaar is. Hiervoor kan een geringe subsidie beschikbaar komen als materiële bijdrage/onkostenvergoeding.


5. Betere communicatie met het onderwijsveld

 

Een van de doelstellingen van het nieuwe onderwijsbeleidsplan is een goede communicatie tussen de gemeente, het onderwijsveld en de onderwijsgebruikers.

De gemeente Delft is van mening dat er op dit vlak nog veel kan verbeteren. Juist de communicatie met het onderwijsveld is van belang bij het bepalen van de juiste koers van het beleid en bij het goed ten uitvoer brengen van het beleid. Dit sluit aan bij de conclusies van de Onderwijsraad (adviesorgaan van de Minister) naar aanleiding van een door hen verricht grootschalig landelijk onderzoek op het gebied van communicatie tussen de bij het onderwijs betrokken partijen.

 

De betrokkenheid van het veld is afhankelijk van de invloed die zij kunnen uitoefenen op het beleid. Wanneer er een meer wederkerige relatie is tussen beleidsmedewerkers en het onderwijsveld, zien beleidsmedewerkers hoe het uitgezette beleid in de praktijk tot uiting komt en heeft het onderwijsveld meer invloed op de beleidsontwikkeling. Om beter inzicht te krijgen in de praktijk, zal de praktijk ook meer opgezocht moeten worden.

Een manier om dit te bereiken, is om het beleidsplan meer interactief te maken. Het onderwijs-beleidsplan krijgt wel een vierjarig kader, maar met een tussentijdse (na twee jaar) evaluatie. Het onderwijsbeleidsplan krijgt daardoor een dynamischer karakter en het onderwijsveld wordt zo de kans geboden tussentijds inspraak te hebben in het onderwijsbeleid. In samenwerking met het vakteam Communicatie van de gemeente Delft zal er voor de komende jaren een communicatieplan worden opgesteld, zodat de belangrijke rol van goede communicatie tussen betrokken partijen (ouders, leerkrachten, gemeenteraad en het bestuur) een duidelijke plek krijgt binnen het lokaal onderwijsbeleid.

 

Op gebied van de digitale communicatie kan ook nog veel verbeterd worden. Door digitale koppeling tussen scholen en gemeente kan ook meer inzicht verkregen worden in de onderwijspraktijk. Dit is niet alleen voor de gemeente van belang, maar ook voor de scholen zelf.

De onderwijsportal van de gemeente is een andere manier om de communicatie tussen scholen en gemeente beter op gang te krijgen. Door samen te werken blijft de site actueel en zodoende nuttig voor alle betrokken partijen, scholen, ouders, kinderen/jongeren, andere onderwijsinstanties etc.

In een tweetal gesprekken met de schoolbesturen is bevestigd dat de communicatie beter kan en beter moet. De probleemanalyse wordt door de besturen gedeeld. Een heikel punt vormt het bezoek van beleidsambtenaren aan scholen.

 Afgesproken is dat een aparte werkgroep communicatie een communicatieplan gaat uitwerken, waarin alle aspecten van het beleidsproces de aandacht krijgen: beleidsvoorbereiding, -advisering, -vaststelling en –evaluatie. Hierbij wordt ook ingegaan op zaken als accounthouderschap, relatiemanagement, formele en informele overlegvormen.

 

Verder is vanuit de besturen positief ingegaan op een voorstel van gemeentezijde om ook het bestuurlijk overleg in aangepaste vorm te voeren. Hierbij wordt een scheiding gemaakt tussen de grote schoolbesturen voor basisonderwijs (met bovenschoolse directies) en de kleine schoolbesturen voor basisonderwijs. LOKABEL blijft wel in formele zin het beleidsadviserende orgaan richting de Gemeenteraad. De andere overleggen spelen een belangrijke rol in de beleidsvoorbereiding.

Tevens wordt vanuit de gemeente positief ingegaan op een structureel overleg met de scholen voor speciaal onderwijs (‘REC-scholen’). Doelstelling van dit laatste overleg is dat het algemene Delftse onderwijsbeleid meer kan worden afgestemd op de wensen en de behoeften van het speciaal onderwijs.
6. Middelen

 

In bijlage 1 treft u de meest recente bedragen aan van de gemeentelijke middelen welke betrekking hebben op het onderwijsbeleidsplan. De bedragen zijn gesplitst in de structurele middelen (volgens productenraming Delft 2004) en de incidentele middelen (voorzieningen en kredieten).

In deze opstelling is tevens in beeld gebracht wat de rijksbijdrage is. Deze bijdrage kan gegeven worden als doeluitkering of als algemene uitkering uit het gemeentefonds.

In principe zijn echter alle middelen gemeentelijke middelen (bijna € 12 miljoen), waarvan ruim € 8 miljoen gedekt wordt door inkomsten van het rijk en bijna € 4 miljoen door de gemeente Delft. Voor incidentele middelen heeft Delft ruim € 4 miljoen beschikbaar.

De ambtelijke kosten zijn niet in de opgave betrokken.

 

De volgende opmerkingen willen wij nog plaatsen bij het financiële overzicht.

 

Kansenbeleid

In het overzicht wordt in beeld gebracht wat de rijksvergoeding voor het gemeentelijk achterstandsplan is in het kalenderjaar 2004. Dit bedrag zal volgens een inschatting ten gevolge van gewijzigd rijksbeleid in de komende onderwijsbeleidsplan periode en met name vanaf 2006 afnemen met ongeveer € 500.000. Waarschijnlijk zal ook de rijksbijdrage van € 200.000 voor de onderwijskansenscholen in dat jaar vervallen. Ook de verandering in de oudkomersregeling zal naar verwachting minder middelen met zich meebrengen voor het kansenbeleid.Om ook na 2006 nog  een verantwoord achterstandenbeleid te kunnen voeren zal naast minder uitgaven voor een aantal zaken een beroep moeten worden gedaan op de incidentele middelen van de achterstandenvoorziening.

 

Leerlingenbeleid

De kosten van het leerlingenvervoer (ruim € 0,7 miljoen) zijn nauwelijks te beïnvloeden. Deze middelen worden aan ouders verstrekt op basis van een wettelijke verplichting. Ook de middelen voor de samenwerkingsverbanden zijn door het rijk geoormerkt en dus niet beïnvloedbaar door de gemeente. Deze middelen worden rechtstreeks door het rijk voldaan aan de samenwerkingsverbanden in Delft.

De Zmok/Wissel gelden zijn gebaseerd op de volgroeide situatie van het in januari 2004 geopende lespunt in Delft. In de aanvangsjaren zijn incidenteel ten gevolge van de t-1 constructie (leerlingen tellen een jaar later pas mee voor de rijksbekostiging) nog extra middelen nodig. Hiervoor zal een beroep moeten worden gedaan op de obp voorziening.

 

De Delftse plus op onderwijsinhoud

De gemeentelijke stimuleringsmiddelen voor dit onderdeel bedragen in het totaal ongeveer € 600.000. Deze middelen zijn ook beschikbaar in het nieuwe onderwijsbeleidsplan. Wel is het uiteraard mogelijk binnen deze middelen nadere afwegingen te maken.

 

Scholen voor de toekomst

Voor DIA2 en Techniek is in de komende periode een bedrag  beschikbaar van bijna € 3 miljoen. Dit is incidenteel geld dat komt uit de EZH-gelden en de reserve nutsbedrijven. Lokabel is al akkoord gegaan met de inzet van de middelen voor DIA2.

 

School en samenleving

De gemeentelijke middelen bedragen voor de Brede School en de JGZ-teams bijna € 0,6 miljoen. Deze middelen zijn ook in de periode 2005-2008 beschikbaar.

 

Ondersteuning van het Delftse onderwijs

Voor ondersteuning van het Delftse onderwijs bedragen de gemeentelijke middelen € 0,5 miljoen. Ten aanzien van de financiering van de algemeen schoolmedewerkers is voor 2004 in overleg met lokabel een tijdelijke regeling overeengekomen. Het opstellen en de financiering van een definitieve regeling maakt onderdeel uit van het nieuwe obp.

De rijksbijdrage voor schoolbegeleiding gaat vanaf 2005 geleidelijk veranderen. In 2008 zal de totale bijdrage die nu naar de gemeente gaat, zijn overgeheveld naar de schoolbesturen. Voor de gemeente vervalt de instandshoudingsplicht van schoolbegeleiding. De gemeentelijke middelen schoolbegeleiding (€ 0,2 miljoen) komen daardoor uiteindelijk vrij. Over de inzet van deze middelen dienen afspraken te worden gemaakt.

Voor de mogelijke voortzetting van de impuls personeelsbeleid kunnen de niet gebruikte gelden (ongeveer €0,2 miljoen) uit het lopende obp worden gebruikt.

 

Onderwijshuisvesting

De huisvestingsmiddelen met inbegrip van de centrale gymnastieklokalen en de verhuurde onderwijsgebouwen bedragen ongeveer € 6,2 miljoen op jaarbasis. Deze middelen zijn onderdeel van een sub-circuit binnen de onderwijsbegroting voor lokaal onderwijsbeleid. Dat houdt in, dat deze middelen alleen voor huisvesting beschikbaar zijn en niet inwisselbaar zijn voor ander beleid.

 

Monitor/overig

In het vorige obp is voor monitoring, incl de personeelskosten, een bedrag uitgetrokken van € 50 duizend. Dit bedrag is onvoldoende om de monitoring in de komende tijd vorm te geven.

 

De rijksbijdrage (€ 0,3 miljoen) voor oalt onderwijs komt naar verwachting in 2004 te vervallen. De niet bestemde rijksbijdrage, welke toegevoegd is aan de voorziening oalt dient te worden teruggeven aan het rijk. Dit geldt niet voor de aan deze voorziening toegevoegde rente (€ 150 duizend). Dit bedrag is beschikbaar in het nieuwe obp als subsidie voor zelforganisatie die voortzetting in eigen taal educatie in eigen beheer realiseren.

 

Het zal duidelijk zijn dat onderstaande rijksbezuinigingen c.q. gewijzigde financieringsstromen  het noodzakelijk zullen maken om enerzijds afspraken te maken met de Delftse schoolbesturen over cofinanciering en anderzijds een beroep zal moeten worden gedaan op het vrij besteedbare deel van de onderwijsvoorzieningen.

 

Het betreft bezuinigingen voor de gemeente Delft op:

OALT                                                                      € 0,3 miljoen

GOA                                                                        € 0,5 miljoen

Onderwijskansen scholen                                        € 0,2 miljoen

Schoolbegeleiding                                                   € 0,3 miljoen

 

Daarnaast zullen minder oudkomersmiddelen beschikbaar komen en zijn reeds in lokabel beslissingen genomen welke gefinancierd dienen te worden uit de beschikbare middelen van het nieuwe onderwijsbeleidsplan.


Communicatieparagraaf

 

Hierna wordt de procedure voor de ontwikkeling van een nieuw onderwijsbeleidsplan beschreven.

 

D A T U M

 

 

 

Februari

29 Maart

1 April

April tot oktober

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

11 oktober

oktober/november

A C T I E

 

STARTBRIEF

 

Voorbereiden startbrief

Concept Startbrief

Startbrief naar alle scholen

Bespreken Startbrief

+

Terugkoppeling naar achterban

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Vaststellen startbrief

Vaststellen startbrief

O V E R L E G

 

 

 

Vakteam & Wethouder

LOKABEL

 

Onderwijswerkgroep,

GOA,

DIA,

Huisvestingswerkgroep,

Inspraak wijkwerkgroepen Brede School,

Samenwerkingsverbanden WSNS p.o. en VO/VSO,

Kinderopvang,

OnderwijsAdvies,

VAK,

Papaver,

GGD,

Schoolmaatschappelijk werk

LOKABEL

B & W

D A T U M

 

 

 

september

 

30 november

 

14 december

februari

 

 

 

 

 

 

februari

 

 

maart

A C T I E

 

OBP 2005 – 2008

 

Start schrijven OBP

 

Concept OBP aanleveren aan

B & W

Fiat B & W

Bespreken concept OBP

 

 

 

Via onderwijsmarkt, waar alle

Adviesorganen, belanghebbenden

voor worden uitgenodigd

Op overeenstemming gerichte bespreking Onderwijsbeleidsplan

Aanpassen FIMA verordening

Raadsprocedure

O V E R L E G

 

 

 

 

 

 

 

B & W

Onderwijswerkgroep

GOA

DIA

Huisvestingswerkgroep

 

 

 

LOKABEL

 

 

B & W

Commissie WZO

Gemeenteraad van Delft

 

 

 

 


bijlage 1

 

Globaal overzicht beschikbare middelen op basis van productenraming 2004

 

                                                                   

                

 

bedragen x

1.000,-

 

 

 

      totaal

      rijksverg

     gem rek

 

Structurele middelen

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

kansen

Gem Achterstandsmiddelen

 

1812

1588

224

 

 

 

 

 

 

leerlingbeleid

Leerlingvervoer

 

711

 

711

 

R.M.C.

 

254

205

49

 

Samenwerkingsverbanden

 

354

354

0

 

Zorgstructuur  VO

 

60

 

60

 

ZMOK/Wissel

 

146

 

146

 

Zorgplatform po

 

64

 

64

 

 

 

 

 

 

Delftse plus op

Cultuurtraject v.o.

 

20

 

20

onderwijs

Natuureducatie

 

90

 

90

 

Schoolzwemmen

 

190

 

190

 

Vakonderwijs

 

277

 

277

 

 

 

 

 

 

school/samenleving

Brede School (tbv uitv programma’s

 

335

 

335

 

Logopedie JGZ teams

 

91

 

91

 

Schoolmaats werk JGZ teams

 

169

 

169

 

 

 

 

 

 

ondersteuning v.h.

Algemeen schoolmedewerkers

 

115

 

115

Delftse onderwijs

Taakrealisatie

 

172

 

172

 

Schoolbegeleiding

 

508

316

192

 

Schoolwerkweken

 

10

 

10

 

 

 

 

 

 

onderwijshuisvesting

rente afschrijving

4000

 

 

 

 

verzeker/belastingen

700

 

 

 

 

buitenkant onderhoud

630

 

 

 

 

huur

460

 

 

 

 

overig

410

 

 

 

 

totaal

6200

6200

5500

700

 

 

 

 

 

 

monitor/overig

Subsidie adviesorganen

 

14

 

14

 

OBP/monitoring

 

70

 

70

 

OALT

 

292

286

6

 

 

 

 

 

 

 

Totaal structurele middelen

 

11954

8249

3705

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Incidenteel middelen

 

 

 

 

 

Dit zijn de vrij besteedbare middelen welke in de komende vierjarige periode van het obp kunnen worden ingezet. Het betreft hier de inzet van voorzieningen en kredieten.

 

 

 

Voorzieningen (vrij besteedbare deel)

 

 

 

 

Achterstandsvoorziening

 

 

 

450

 

OBP voorziening

 

 

 

250

 

OALT voorziening

 

 

 

150

 

Voorziening vijfjaarlijkse afrekeningen

 

 

100

 

Kredieten

Impuls Personeelsbeleid Delft

 

 

 

200

 

DIA 1 voorziening tbv vervanging in DIA2 (EZH)

 

908

 

DIA 1 Techniek (EZH)

 

 

 

630

 

Digitale koppeling (projectnr 71735)

 

 

113

 

Digitale zeskamp (projectnr 70567)

 

 

179

 

DIA 2/Techniek (reserve nutswinsten)

 

 

1400

 

Totaal incidentele middelen

 

 

 

4380

 

 

 

 


Bijlage 2

                                   Overzicht van gehanteerde afkortingen

 

 

 

 

 

 

 

 

B

BASTA

Project inhoudende motiverende leerstraf

 

 

 

 

B&W

Burgemeester en wethouders

 

 

BOS-driehoek

Buurt, Onderwijs en Sport driehoek

 

 

 

 

 

 

C

CZC

Centrale Zorgcommissie

 

 

 

 

 

 

 

D

DDVC

De Delftse Vangnet Constructie

 

 

DIA

Delftse Informatiserings- en Automatiseringsafspraak

 

 

 

 

 

 

E

EZH-gelden

Energiebedrijf Zuid-Holland

 

 

 

De Gemeente Delft heeft haar aandelenpakket uit het Energiebedrijf verzilverd

 

 

en de miljoenen via een unieke procedure met de Delftse burgers in nieuw

 

 

beleid vertaald. Voor het onderwijs zijn vooral van belang de EZH-projecten

 

 

Scholen voor de toekomst en Zorg en activiteiten rond de scholen

 

 

 

 

 

 

G

GGD

Gemeentelijke Gezondheidsdienst

 

GOA

Gemeentelijk Onderwijs Achterstanden (beleid)

 

 

 

 

 

 

H

HBO

Hoger Beroepsonderwijs

 

 

 

 

 

 

 

I

ICT

Informatie- en communicatietechnologie

 

ID-banen

In- en doorstroombanen

 

 

 

 

 

 

 

J

JGZ-teams

Jeugdgezondheidszorgteams

 

 

 

 

 

 

 

L

LGF

Leerlinggebonden financiering

 

 

 

 

 

 

 

M

MBO

Middelbaar Beroepsonderwijs

 

 

 

 

 

 

 

O

OALT

Onderwijs in Allochtone Levende Talen

 

OBP

Onderwijsbeleidsplan

 

 

 

 

 

 

 

 

P

PO

Primair Onderwijs

 

 

 

 

 

 

 

 

R

REC

Regionaal Expertise Centrum

 

 

RMC

Regionaal Meld- en Coordinatiepunt

 

 

 

 

 

 

V

VBO

Voorbereidend Beroepsonderwijs

 

VMBO

Voobereidend Middelbaar Beroepsonderwijs

 

VO

Voortgezet Onderwijs

 

 

VSO

Voortgezet Speciaal Onderwijs

 

 

VSV

Voortijdig Schoolverlaters

 

 

VVE

Voor- en Vroegschoolse Educatie

 

 

 

 

 

 

W

WO

Wetenschappelijk Onderwijs

 

 

WSNS-verbanden

Weer Samen Naar School verbanden

 

 

 

 

 

 

Z

ZMOK

Zeer Moeilijk Opvoedbare Kinderen