
naar agenda
17 november 2005

naar agenda
15 december 2005
|
|
Aanwezig:
Voorzitter : de heer R. D. Blinker
Griffier : mevrouw A. Niesthoven
College : wethouder D. Rensen
Commissie: de heren W. M. De Koning (Stadsbelangen), M. Aközbek (CDA), A.J.
Stoop (Leefbaar Delft), R.M. De Prez (PvdA), A. van Leeuwen (VVD) D.
Riphagen (STIP) en J. Van den Doel (ChristenUnie/SGP);
de dames S.E. Wielens (STIP)(t/m punt 7), A.
Rusch (Stadsbelangen),
L.J. van der Hoek (VVD) (t/m punt 7), M.D.T.M.
De Jong (CDA), M.H.J.W.
Manggaprow (Leefbaar Delft) en S.Jähnichen (GroenLinks
De fracties Kroon en SP zijn afwezig zonder
opmerkingen over de stukken.
|
|
1. |
Opening
De voorzitter opent de vergadering om 20.10 uur |
|
|
2. |
Wethouder Rensen heeft de volgende
mededelingen:
· Het loket voor subsidies uit het Europees Sociaal Fonds (ESF-3) is
gesloten. Dat is een tegenvaller want de gemeente en enkele
zorginstellingen hadden aanvragen in voorbereiding.
· Het ministerie van Sociale zaken en Werkgelegenheid heeft de
subsidie
goedgekeurd voor het project Stuurvrouwen. Dit project behelst
het
binnenhalen en ondersteunen van allochtone vrouwen in
bestuursfuncties.
Het gaat om een bedrag van € 150.000,- totaal voor een
periode van 3 jaar.
· Het WWB-budget (wet Werk en Bijstand) 2005 is vastgesteld. Het
Delftse
bestand van bijstandsgerechtigden ontwikkelde zich in Delft
positiever dan
in vergelijkbare steden. Daarom wordt voor Delft een beperkt
tekort verwacht
van ca. € 100.000,- Voor 2006 is de prognose dat het tekort
blijft binnen het
verruimde budget.
· De rechtbank heeft bepaald dat de 14 uit huis geplaatste kinderen
uit één
Delfts gezin in elk geval nog tot en met januari niet naar de
ouders
teruggaan en onder toezicht van Bureau Jeugdzorg blijven.
|
|
|
3. |
Inventarisatie insprekers
De heer Van Schie, voorzitter Panel gehandicaptenbeleid, voor
agendapunt 7. De vergadering werd voor ongeveer 20 minuten geschorst
in verband met een protestactie van de heer Kirilov van de Vereniging
van Delftenaren met een Functiebeperking (VDF). De heer De Koning is
van mening dat de tijd die de politie nodig had om in de
commissiekamer te verschijnen, te lang is. |
|
|
4. |
Vaststellen besluitenlijsten van de
openbare en van de besloten vergadering van 13 oktober 2005. De
verslagen worden zonder wijzigingen vastgesteld.
|
|
|
5. |
Vaststellen lijst niet te bespreken
stukken
De lijst niet te bespreken stukken wordt vastgesteld.
|
|
|
6. |
Rondvraag
Mevrouw Van der Hoek vraagt de aandacht van wethouder en commissie
voor de organisatie van een armoededag in Delft Het college heeft de
motie van de VVD hierover overgenomen. Hoe staat het met de
voorbereiding en zijn er commissieleden die deze dag mee willen
organiseren? Spreekster gaat er vanuit dat de wethouder met haar van
mening is dat het de denk- en daadkracht van de organisatie vergroot
als enkele raadsleden zitting nemen in het organiserend comité.
Wethouder Rensen meldt dat de eerste
voorbereidende bespreking is geweest. Hij stelt het op prijs als leden
van de commissie meewerken. De dames Jähnichen, Van der Hoek en De
Jong en heer De Prez melden zich hiervoor aan. Mevrouw Van der Hoek
dankt de wethouder voor de informatie over de situatie van de
Stichting Vluchtelingenwerk Delft. Kan de wethouder toezeggen dat hij
de raad in de komende tijd regelmatig zal informeren? Wethouder
Rensen zegt dit toe. Het college heeft deze week de subsidie
vastgesteld voor 2004; hij informeert de commissie de volgende maand
weer.
|
|
|
|
Overleg met het
college |
|
|
7. |
Evaluatie
en Samenstelling Panel gehandicaptenbeleid
Dit onderwerp is ter bespreking gevraagd door mevrouw Van der Hoek.
De voorzitter geeft het woord aan de heer Van Schie. De heer Van Schie
is onafhankelijk voorzitter van het Panel gehandicaptenbeleid. Het
panel zet zich in constructieve zin in voor het gehandicaptenbeleid in
Delft. In 2002 zijn naar aanleiding van een evaluatie verbeteringen
doorgevoerd. In april 2004 zijn er vragen geweest van de commissie,
die bij een volgende evaluatie meegenomen konden worden. Het panel
heeft een moeilijke tijd gehad. Daarom is er in 2005 opnieuw een
evaluatie geweest. Op basis daarvan is er nu het Plan van Aanpak,
waarvan de commissie kennis heeft kunnen nemen. Als onafhankelijk
voorzitter is spreker positief over deze ontwikkelingen. Tien
organisaties willen hiermee positief aan de slag. Hij neemt afstand
van optreden van de VDF aan het begin van deze vergadering. Hij meldt
dat er nog steeds contact is met de VDF en dat ook deze organisatie
heeft uitgesproken zich in het Plan van Aanpak te kunnen vinden.
Mevrouw Van der Hoek: Het panel verenigt 11 organisaties. Hiervan
herkennen zich 10 in het verbeterplan. Wat heeft u als voorzitter
gedaan om het panel bij elkaar te houden? De heer Van Schie: deze
actie verraste ook hem. De evaluatie heeft juist geleid tot veel
overleg en de organisaties zijn nader tot elkaar gekomen.
De commissie maakt opmerkingen en stelt vragen over:
· De commissie heeft eerder intensief over het panel gesproken. Omdat
is
toegezegd dat de vragen die leefden bij de commissie bij de
evaluatie
betrokken zouden worden, lag plaatsing op de bespreekagenda
voor de
hand.
· De aanleiding tot de bemoeienis van de commissie was destijds een
andere groep die emotie en ratio niet wist te scheiden. VDF
heeft
overtuigend laten zien dat dit probleem nog bestaat.
· Er bestaan – ook binnen het panel – verschillende verwachtingen
over de rol
en functie van het panel.
· De wens wordt geuit om van het panel constructieve adviezen te
krijgen, in
het belang van de doelgroep.
· Een advies van het panel hoeft niet het advies van de meerderheid
te zijn.
Het noemen van onderbouwde meerder- en minderheidsstandpunten
wordt
juist op prijs gesteld.
· Spijtig dat deze evaluatie negatiever uitpakt dan de vorige.
· Had de onafhankelijke voorzitter de samenwerkingsproblemen en het
vergaderregime niet eerder moeten aanpakken?
· Heeft de wethouder niet een te sturende rol in de vergaderingen met
het
panel?
· Graag meer duidelijkheid over de rol van professionele organisaties
in het
panel. Hebben zij niet teveel invloed?
· Wat is de rol van het opbouwwerk, en is daar niet veel verloop?
· Nut van het opnemen van individuele leden wordt niet gezien.
Wethouder Rensen stelt dat het negatieve beeld dat uit de opmerkingen
van de commissie naar voren komt, niet overeenkomt met wat er
feitelijk nu gebeurt. Een groot aantal organisaties is verenigd in het
panel, en zij zijn uitstekend in staat om te verwoorden hoe zij tegen
zaken aankijken. Zij laten zich niet met een kluitje in het riet
sturen. Het panel is in grote meerderheid een club die goed
discussieert en stevig adviseert naar de gemeente. In het
basisdocument van het panel staat dat meerderheids- en minderheids-
standpunten moeten worden verwoord. Commissieleden stellen per
interruptie dat het de commissie was die hierop heeft moeten
aandringen en dat de commissie uitdrukkelijk om adviezen heeft moeten
vragen.
Wethouder Rensen meldt dat zijn invloed geringer is dan wordt gedacht.
Er is een vooroverleg met de ambtelijke organisatie en het overleg met
het college leidt herhaaldelijk tot inzichten die – zowel
voorbereidend als afrondend – in het collegestandpunt kunnen worden
meegenomen. Over de rol van het opbouwwerk heeft de wethouder niets te
zeggen. Het is goed om na te denken over de rol van de professionele
partijen in het panel. Zij geven zelf juist aan in het panel de
positie van hun cliënten te vertegenwoordigen. Bedoeling is om hun
cliëntenraden of ouderverenigingen meer toe te leiden naar het panel.
De evaluatie heeft betrekking op de periode 2004. Dat was een
moeilijke periode met stevige discussies over de tweede ronde
bezuinigingen WVG en het Verstrekkingenboek. Het protocol is een
advies aan de organisaties. Er werden steeds dezelfde zaken ter
discussie gesteld en dat schoot niet op. De ondersteuning door het
opbouwwerk was geen stabiele factor: kort geleden is de derde
opbouwwerker aangetreden. De commissie dringt er bij de wethouder en
bij de voorzitter van het panel op aan, het overleg met de VDF open te
houden en in gesprek te gaan. Wel is er begrip voor dat de eenheid
niet ten koste van alles behouden moet blijven. De voorzitter
concludeert dat alle fracties van mening zijn dat er geen individuele
cliënten toegevoegd moeten worden aan het panel. |
|
|
|
Overleg met
college |
|
|
8. |
Notitie
Stageproblematiek
Deze notitie is door het college opgesteld op verzoek van de
commissie. De commissie stelt vragen en maakt opmerkingen over:
· De notitie is een goede inventarisatie, helder geschreven en met
drie goede
actiepunten.
· Taak van de gemeente is het scheppen van randvoorwaarden.
Leerlingen,
werkgevers en scholen hebben dat nodig.
· Leer de leerlingen solliciteren.
· Spreek werkgevers aan op hun maatschappelijke verantwoordelijkheid,
niet alleen via de reguliere
organisaties, maar ook bijvoorbeeld via de
serviceclubs (Rotary, Lions etc.)
· Allochtone ouders hebben soms het gevoel dat er voor hun kinderen
niets
gedaan wordt, dus geef bekendheid aan de acties van de
gemeente.
· Werken met stagiaires kost tijd en moeite. Maak het daarom
aantrekkelijker voor werkgevers om stagiaires aan te nemen.
· Gesubsidieerde instellingen hebben ook een maatschappelijke
verantwoordelijkheid.
· De werkelijkheid van de stagiaires klopt vaak niet met hun beeld
van de
toekomst.
· Het is inmiddels duidelijk dat discriminatie op de arbeidsmarkt een
probleem is. Er moet een platform zijn waar – vermoeden van
–
discriminatie gemeld kan worden.
· Het gaat vaak mis als leerlingen eerst een stage moeten regelen en
daarna
pas toegang tot de school krijgen.
· Er is een onderscheid tussen wel en niet erkende leerbedrijven. Van
de
gesubsidieerde leerbedrijven mag je meer professionaliteit
verwachten in de
begeleiding.
· Er bestaat concurrentie tussen organisaties die leertrajecten
aanbieden.
· In Utrecht zijn behoorlijke resultaten behaald met het inschakelen
van
allochtone werkgevers. Het aanbod kan daardoor worden vergroot.
· Kinderen die stageplaatsen zoeken hebben ook vaak ouders die ergens
werken. Die netwerken worden ingeschakeld. Zulke netwerken
ontbreken bij
een bepaalde groep leerlingen.
· Hoe is het stagebeleid bij de gemeente zelf?
· Kan in het te ontwikkelen convenant van het Samenwerkingsverband
Onderwijs Bedrijfsleven Delf (SOD) de afspraak meegenomen
worden dat
de leerlingen op school leren solliciteren?
Wethouder Rensen: De notitie is een inventarisatie. De meeste stages
worden gevonden via netwerken, van kinderen en ouders, en van scholen.
De gemeente is geen stageloket, maar moet zich richten op het scheppen
van randvoorwaarden. Het
Samenwerkingsverband Onderwijs Bedrijfsleven Delft (SOD) is een
initiatief dat zich op die randvoorwaarden richt. Als het komt tot een
convenant, zal hij de suggesties van de commissie inbrengen. De
praktijkscholen groeien sterk, de jongeren komen daar vanaf zonder
diploma. De traditionele netwerken zijn voor deze groep niet
toereikend. Het gaat niet om de erkende en bekende plekken, maar om
het aanboren van nieuwe.
De opmerking uit de commissie dat er in de ontmoeting tussen leerling
en werkgever nogal eens wat misgaat, is hem uit het hart gegrepen.
Discriminatie is in de meeste gevallen te zware term hiervoor.
Onbekendheid is meestal de oorzaak. Bureau Discriminatie heeft hier
een rol in maar het Jongerenloket moet hier ook op inspringen. De
voorzitter concludeert dat de commissie de inhoud en de richting van
de nota Stageproblematiek onderschrijft. |
|
|
9. |
Sluiting van de vergadering
De voorzitter sluit de vergadering om 23.12 uur.
|
|