Convenant Wonen Zorg en Welzijn Delft

Inleiding

Binnen de gemeente Delft hebben partijen die betrokken zijn bij wonen, zorg en welzijn gezamenlijk de doelstelling geformuleerd dat burgers die zorg en ondersteuning behoeven in staat worden gesteld zo lang als mogelijk en wenselijk is zelfstandig kunnen (blijven) wonen. Om dit te realiseren worden afspraken gemaakt die opgenomen zijn in dit convenant.

I .a Partijen

Burgemeester en wethouders van Delft, te dezen vertegenwoordigd door:

Wethouder D. Rensen en wethouder C. Baljé

Volkshuisvestingsgroep Woonbron/Maasoevers, vestiging Delftwonen, te dezen vertegenwoordigd door E. Zwijnenburg

Woningstichting Duwo, te dezen vertegenwoordigd door J. Benschop

Vidomes, vestiging Delft, gevestigd te Delft, ter zake van deze overeenkomst rechtsgeldig vertegenwoordigd door M. van Leeuwen

Vestia, vestiging Delft, gevestigd te Delft, ter zake van deze overeenkomst rechtsgeldig vertegenwoordigd door G. Den Ouden

Stichting Pieter van Foreest Zorginstellingen, gevestigd te Delft, ter zake van deze overeenkomst rechtsgeldig vertegenwoordigd door A.W.A. van Erkel

Stichting PCVB, gevestigd te Delft, ter zake van deze overeenkomst rechtsgeldig vertegenwoordigd door A. de Jong- Gebbeken

Stichting Kwadraad, gevestigd te Delft, ter zake van deze overeenkomst rechtsgeldig vertegenwoordigd door M. Suijker

Stichting Ouderenwerk Delft, gevestigd te Delft, ter zake van deze overeenkomst rechtsgeldig vertegenwoordigd door J. v.d. Burg

IPSE, gevestigd in Nootdorp, ter zake van deze overeenkomst rechtsgeldig vertegenwoordigd door A. Lubbers

GGZ, Delfland, gevestigd te Delft, ter zake van deze overeenkomst rechtsgeldig vertegenwoordigd door B. Mostert

Breed Welzijn Delft, gevestigd te Delft, ter zake van deze overeenkomst rechtsgeldig vertegenwoordigd door P. Rensen

Maatzorg/De Werven, gevestigd te Delft, ter zake van deze overeenkomst rechtsgeldig vertegenwoordigd door F. Linthorst

Stichting Woonbegeleiding/Maatschappelijke Opvang gevestigd te Delft, ter zake van deze overeenkomst rechtsgeldig vertegenwoordigd door J. Smit

b. Belangenvertegenwoordiging

De SSBO, gevestigd te Delft, ter zake van deze overeenkomst rechtsgeldig vertegenwoordigd door C. v.d. Meer

De RPCP, gevestigd te Delft, ter zake van deze overeenkomst rechtsgeldig vertegenwoordigd door J. de Borst

II. Aanleiding

1. De vermaatschappelijking van de zorg brengt met zich mee dat ouderen, mensen met een functiebeperking zoals lichamelijk- en verstandelijk gehandicapten en (ex) psychiatrische patiënten en mensen die gebruik maken van de maatschappelijke opvang, hierna te noemen doelgroep, zo lang mogelijk zelfstandig willen (blijven) wonen. Zij stellen nadere eisen aan de woning en de ondersteunende zorg- en dienstverlening.

2. Het niet optimaal op elkaar afgestemd zijn van diensten, voorzieningen en activiteiten van de partijen van deze overeenkomst.

3. De prognoses die aangeven dat er een grote behoefte is aan zelfstandige woningen met 24-uurs zorg en zorg op afroep.

4. De Wet op de Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) zal vermoedelijk in 2006 of 2007 (deels) in werking treden. De WMO bepaalt op welke terreinen de gemeente en instellingen beleid moeten voeren. In de WMO is de financiering geregeld, welke partijen bij de totstandkoming van dat beleid betrokken moeten worden en de wijze waarop prestaties zichtbaar moeten worden gemaakt.

III. Overwegingen

1. Wonen, zorg en welzijn is bij uitstek een complex beleidsveld dat door partijen integraal benaderd dient te worden. Samenwerking en afstemming tussen de betrokken partijen is noodzakelijk. Met inzet van de reeds bestaande middelen is binnen een gezamenlijke aanpak veel mogelijk. Tegelijkertijd zal de komende jaren door partijen extra geïnvesteerd moeten worden om de gestelde opgave te kunnen realiseren. Partijen erkennen en benadrukken dat de gemeente de aangewezen partij is om de regierol voor dit beleidsveld op zich te nemen.

2. Richtlijn voor dit convenant is de door partijen vastgestelde visienota ‘Wonen, zorg en welzijn, de opgave in Delft’, van september 2004, waarin het uitgangspunt wordt geformuleerd dat de doelgroep zo lang mogelijk zelfstandig moet kunnen (blijven) wonen. Om dit te realiseren wordt gestreefd naar een garantie voor ongeplande zorg voor alle burgers. Deze visienota is bijgevoegd als bijlage I en maakt integraal onderdeel uit van dit convenant.

3. De visienota omvat de volgende hoofdlijnen:

• De mensen die tot de hierboven vermelde doelgroepen behoren moeten zo maximaal de mogelijkheid krijgen om hun leven naar eigen inzicht in te richten. Hiervoor moet keuzevrijheid worden geboden en moeten meer keuzemogelijkheden worden geboden in geschikte woonvormen, dienst- en zorgverlening.
• Mensen willen zo lang mogelijk zelfstandig blijven wonen of weer zelfstandig gaan wonen. Hiervoor is vermaatschappelijking van de zorg een voorwaarde.
• Er dienen betere en geschikte woonvormen voor de doelgroepen te worden gerealiseerd. Het is wenselijk deze woonvormen meer te spreiden binnen Delft.
• Een goede infrastructuur van welzijnsdiensten is een belangrijke randvoorwaarde om de extramuralisering tot een succes te brengen.
• In het proces van extramuralisering is de zorg volgend. Om het zolang mogelijk zelfstandig wonen mogelijk te maken is een zorggarantie voor de ongeplande zorg noodzakelijk.
• Koppeling van wonen zorg en welzijn vindt plaats door woonservicezones te realiseren. In deze zones worden (zorg)woningen, zorg- en welzijnsactiviteiten al dan niet geclusterd aangeboden aan de mensen die tot de doelgroepen behoren.
• Partijen hebben zich uitgesproken om te komen tot een voldoende aanbod aan woningen met aanvullende dienstverlening van zorg en welzijn voor de hierboven genoemde doelgroepen. Hierbij is vraagsturing het uitgangspunt.
• Voor het realiseren van de beleidsvoornemens in de visienota moeten doelen worden uitgewerkt in prestatieafspraken.

4. Partijen binnen de gemeente Delft realiseren zich dat de komst van de Wet op de Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) grote veranderingen met zich zal brengen. De WMO zal naar verwachting een grotere samenhang creëren tussen preventieve, meer algemene voorzieningen en ondersteunende voorzieningen voor de individuele burger. In de WMO wordt de regierol neergelegd bij de gemeente.

IV. Inspanningsverplichting van partijen

Partijen spannen zich in om in onderlinge samenwerking en afstemming de kwalitatieve en kwantitatieve opgave voor Delft op het gebied van Wonen, Zorg en Welzijn te realiseren. Daartoe maken zij tweejaarlijks prestatieafspraken met een horizon van circa 10 jaar. Zoveel mogelijk wordt daarbij tegemoet gekomen aan de vraag van cliënten en consumenten. Toegankelijkheid en betaalbaarheid voor alle doelgroepen staan voorop.

Prestatieafspraken worden gemaakt op basis van eenheid van taal, een in gezamenlijkheid ontworpen kaart van Delft en monitoring van de ontwikkeling van vraag en aanbod op het gebied van Wonen, Zorg en Welzijn.

Eigen initiatieven

De convenantpartijen werken samen op basis van gelijkwaardigheid en respecteren ieders eigen verantwoordelijkheid en beslissingsvrijheid. Partijen aanvaarden dat samenwerking de beslissingsvrijheid van samenwerkende organisaties beïnvloedt door de afspraken die in de stuurgroep met andere organisaties worden gemaakt. In verband hiermee verplichten partijen zich om de eigen initiatieven op het vlak van wonen, zorg en welzijn, tijdig te melden in de stuurgroep opdat een eventueel advies van de stuurgroep nog invloed kan hebben op de besluitvorming. Over de wijze waarop de stand van uitvoering van de prestatieafspraken wordt gerapporteerd en besproken in de stuurgroep, wordt in de prestatieafspraken een werkwijze vastgelegd.

Kostenverdeling

Uitgangspunt is dat de kosten die gerelateerd zijn aan de primaire taken en verantwoordelijkheden van een partij, voor rekening zijn van die partij. De overheadkosten die verband houden met de samenwerking op basis van dit convenant, worden over partijen verdeeld. Per onderdeel wordt in de stuurgroep, op basis van een vastgestelde begroting, een verdeelsleutel afgesproken.

Voor werkzaamheden die het functioneren van de Stuurgroep bevorderen is er een werkbudget gecreëerd dat beheerd wordt door de gemeente. Op basis van draagkracht draagt iedere partij daaraan bij. De gemeente rapporteert jaarlijks schriftelijk aan de Stuurgroep welke uitgaven ten laste van het werkbudget zijn gedaan.

V. Organisatie en besluitvorming

De partijen hebben zich verenigd in de Stuurgroep Wonen, Zorg en Welzijn (WZW), die minimaal 6 maal per jaar bijeenkomt onder voorzitterschap van een lid van het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Delft. De stuurgroep adviseert alle partijen over onderwerpen die direct of indirect met wonen, zorg en welzijn te maken hebben binnen de gemeente Delft en indien van toepassing ook aan gemeenten en instellingen in het stadsgewest Haaglanden of de regio Delft/ Westland/ Oostland (DWO).

De Stuurgroep WZW formuleert opdrachten aan werk- en projectgroepen, bewaakt de voortang en beoordeelt adviezen van deze werk- en projectgroepen. Het secretariaat van de stuurgroep wordt door de gemeente verzorgd.

Besluitvorming

Aan de Stuurgroep nemen zelfstandige partijen deel, met eigen belangen en verantwoordingskaders. Partijen erkennen het gemeenschappelijk belang om in Delft een samenhangend beleid en aanbod op het gebied van Wonen, Zorg en Welzijn te realiseren. In werkgroepen en Stuurgroep kunnen echter onderwerpen aan de orde komen die het belang van een partij raken. Daarom wordt het volgende overeengekomen over de besluitvorming:

1. Werk- en projectgroepen

Indien in een werk- of projectgroep geen consensus wordt bereikt, wordt de vraagstelling ter besluitvorming voorgelegd aan de Stuurgroep.

2. Stuurgroep

· Besluiten over het werkbudget vereisen consensus van alle partijen.

· Besluiten die gevolgen hebben voor de financiën of de uitvoering van werkzaamheden van een partij worden met 2/3 meerderheid genomen en vereisen de instemming van de betrokken partij.

· Adviezen aan een of meerdere partijen betreffende de realisatie van het convenant en de prestatieafspraken, worden genomen met 2/3 meerderheid.

VI. Duur van het convenant en prestatieafspraken

• De planperiode waarbinnen de voorgenomen doelstellingen worden gerealiseerd loopt tot 2015. Het convenant wordt in beginsel steeds aangegaan voor de duur van 5 jaar.
• Inwerkingtreding kan alleen plaatsvinden nadat alle partijen formeel hebben ingestemd met dit convenant door middel van het zetten van een handtekening.
• Dit convenant treedt in werking op de eerstvolgende werkdag na ondertekening door alle partijen.

· Partijen spannen zich in om de prestatieafspraken voor twee jaar, uiterlijk in februari van het eerste jaar vast te leggen.

VII. Wijziging of beëindiging van het convenant

Partijen zullen in overleg treden over de noodzaak tot wijziging of beëindiging van dit convenant als:

1. De verplichtingen uit dit convenant niet worden nagekomen.
2. Zich onvoorziene omstandigheden voordoen, zoals wijziging in wet- en regelgeving, zodat het convenant redelijkerwijs niet kan worden voortgezet.
3. Een partij wenst deel te nemen aan het convenant. Toetsing van deelname vindt plaats in de Stuurgroep WZW.

Delft, 13 december 2004

Ondertekenaars partijen

Gemeente Delft ………………………………………………..

Volkshuisvestingsgroep Woonbron/Maasoevers,
vestiging Delftwonen ………………………………………………..

Woningstichting Duwo ………………………………………………..

Vidomes, vestiging Delft ………………………………………………..

Vestia, vestiging Delft ………………………………………………..

Stichting Pieter van Foreest Zorginstellingen ………………………………………………..

Stichting PCVB ………………………………………………..

Stichting Kwadraad ………………………………………………..

Stichting Ouderenwerk Delft ………………………………………………..

Ipse ………………………………………………..

GGZ Delfland ………………………………………………..

Breed Welzijn Delft ………………………………………………..

Maatzorg/ De Werven ………………………………………………..

Stichting Woonbegeleiding/ ………………………………………………..

Maatschappelijke Opvang

Medeondertekenaars

SSBO ………………………………………………..

RPCP ………………………………………………..

CONVENANT

WONEN, ZORG & WELZIJN

DELFT

Gemeente Delft
13 april 2004