SURINAMESTRAAT 1
Het pand
Op dit
moment wordt het pand gebruikt voor meerdere functies.
De begane
grond (oppervlakte 320 m2) is aan de voorzijde aan beide zijden van
de entree in gebruik als kantoorruimte, daarachter wordt het gebouw gebruikt
als een zalencentrum met een bar.
De
verdieping (oppervlakte 235 m2) wordt gebruikt voor twee woningen
met buitenruimten op het dak van het naastgelegen pand. De eerste verdieping
wordt bereikt via een aparte entree die gezamenlijk wordt gebruikt door beide
woningen.
Inpassing programma van eisen
Binnen het
bestaande gebouw kan het programma, ca 336 m2
bebouwd en 36 m2 buitenruimte, worden gerealiseerd. Er is echter een
behoorlijke beperking bij de indeling van de begane grond, omdat deze
ingesloten is door omringende bebouwing en aan drie zijden geen buitengevels
heeft.
Voor de
buitenruimte moet op de begane grond een patio worden gecreëerd. Deze kan
bijvoorbeeld geplaatst worden tegen de naastgelegen showroom waarvoor ook een
deel van de opbouw verwijderd moet worden. Dit onttrekt dus ook een extra
oppervlak op de eerste verdieping.
Een andere
optie is de patio te plaatsen in de zone waar geen verdieping boven zit.
Hierbij moet goed worden gekeken naar het voorkomen van geluidsoverlast voor
het naastgelegen pand, waar op de eerste verdieping studenten zijn gehuisvest.
Er van uit
gaande dat er op de begane grond 280 m2 + patio en op de verdieping
56 m2 + vide patio bruto vloeroppervlak moet worden gerealiseerd,
resteert er op de begane grond 6 m2 en op verdieping 179 m2,
afhankelijk van de positie van de patio. Dit kan gevoegd worden bij de
dagopvang of afzonderlijk gebruikt worden voor een nader te bepalen kleine
functie. Deze ruimte moet dan worden voorzien van een eigen toegang en trap
naar de verdieping. Aangezien deze voorzieningen aan de enige gevel liggen,
wordt de daglichttoetreding hierdoor nog extra beperkt.
Meerdere
ruimten in het programma van eisen hebben daglicht nodig. Hiervoor zijn minimum
eisen gesteld in het bouwbesluit. Dit heeft tot gevolg dat de vrijheid van
indelen van de begane grond wordt beperkt. Door het creëren van een patio is
dit deels te verhelpen, maar het blijft een aandachtspunt.
Conclusie
Op basis
van de huidige bevindingen, gebaseerd op programma, een opname ter plekke en
bestudering van de tekeningen, kan gesteld worden dat huisvesting van de
dagopvang in het pand haalbaar is maar wel sterke beperkingen kent.
Er zijn
twee opties mogelijk (zie bijlage 6 en 7).
- het pand
geheel gebruiken voor dagopvang, ca. 555 m2 (incl. buitenruimte) of
het pand deels gebruiken voor de dagopvang, 336 m2 (+36 m2
buitenruimte) en een extra functie
(afhankelijk
van de positie van de patio)
Gezien de
wijziging van de functie zullen er aanpassingen nodig zijn ten gevolge van het
bouwbesluit en de regelgeving.
Nadere
studie en overleg zijn hiervoor noodzakelijk.
Bouwkundige opname Surinamestraat 1.
Constructie:
Het pand is opgebouwd uit een staalconstructie met gevels
van metselwerk.
Het is niet te beoordelen of de bekleding van de
staalconstructie voldoet aan de brandwerendheidseisen.
Na 1995 is er een verdieping op het pand geplaatst. De
toenmalige kapconstructie is verwijderd en vervangen door een nieuwe stalen
constructie met lichte gevels.
De vloer van de verdieping bestaat uit een geprofileerde
staalplaat vermoedelijk in combinatie met gewapend beton en een dekvloer.
Het dak bestaat uit een geprofileerde staalplaat. Gezien de
recente bouw mag worden uitgegaan dat het dak voorzien is van isolatie conform
de geldende normen.
Gevels:
Op de begane grond is alleen de straatgevel zichtbaar. Deze
is van baksteen en vertoont geen gebreken.
De verdieping heeft een afwerking van geschilderde
rabatdelen.
Het geheel verkeerd in goede staat.
Begane grond vloer:
Deze vloer bestaat uit een betonvloer afgewerkt met
marmoleum. In de sanitaire ruimte zijn tegels geplaatst en in de bar liggen
houten vloerdelen.
Volgens de huidige eigenaar is de begane grondvloer
uitgevoerd met isolatie en in het werk gestort op een ondervloer van
bestrating. Deze vloer is dus vermoedelijk niet gefundeerd.
Plafond begane grond:
In de grote zaal en de verkeersruimte hangen
systeemplafonds.
In de ontvangstruimte is een baldakijn opgehangen en is de
bovenliggende afwerking niet zichtbaar. In de naastgelegen bar is het plafond
gestuct.
Binnenwanden begane grond:
De wanden bestaan voornamelijk uit lichte samengestelde
wanden, type metalstud of stokkenwand.
De afwerking is van wisselende kwaliteit en niet overal afgemaakt.
Verdieping:
De algemene afwerking van de woningen is goed en passend bij
de recente bouwaard.
Brandveiligheid:
De brandscheiding tussen de twee verdiepingen is niet met
het oog te controleren. Aangezien de opbouw na 1995 is geplaatst, mogen we
aannemen dat deze aan de geldende eisen voldoet.
Installaties:
Bestaande installatie voor toe- en afvoer van lucht oogt
recent.
Bij herinrichting zal de ventilatie-installatie moeten
worden aangepast aan het nieuwe gebruik en functie.
De capaciteit van de cv-installatie moet gecontroleerd
worden met betrekking tot het nieuwe gebruik en eventueel hiervoor worden
aangepast.
Bijlage 6
Surinamestraat optie a.
dagopvang
verdieping
dagopvang
begane
grond
Bijlage 7 Surinamestraat optie b.
dagopvang n.t.b.
functie
verdieping
dagopvang
begane
grond
Zuidwal 3b, de GGD.
Het pand
betreft een gedeelte van een groter gebouw, in welk gedeelte nu kantoorfuncties
en de ambulancedienst zijn gevestigd. De dagopvang dient goed gescheiden te
worden van het overige bouwdeel. De huidig hoofdingang dient beschikbaar te
blijven voor de andere gebruikers.
Inpassing programma van eisen
Binnen het
bestaande gebouw kan het programma van eisen groot ca. 336 m2 + 36
m2 buitenruimte goed worden ingepast. Het huidige garagedeel voldoet niet aan
eisen die gesteld worden aan verblijfsruimten. In technische zin zal het geen
probleem zijn dit aan te passen.
Om een
goede compartimentering mogelijk te
maken en de huidige entreehal voor andere gebruikers beschikbaar te
houden dient het programma over begane grond en verdieping verdeeld te worden.
Een
belangrijke rol speelt de keuze van de plaats voor de buitenruimte.
Vooralsnog
onderscheiden we hier 2 mogelijkheden te weten:
a. buitenruimte op de te omsluiten inrit
van de garage.
b. buitenruimte in een gedeelte van de
huidige garage, waarvoor een gedeelte
van het dak dient te worden verwijderd.
a.
buitenruimte vóór de garage.
In dit
geval is het goed mogelijk op de begane grond 280 à 300 m2 vrij te
maken voor het programma. De overige ruimten kunnen op de verdieping worden
gerealiseerd.
De
buitenruimte kan goed worden afgeschermd met een gesloten wand, die het zicht
ontneemt en privacy geeft.
Met deze
optie kan tegemoet worden gekomen aan de wensen van de dagopvang om alle
cliëntenruimten op de begane grond te situeren.
b.
buitenruimte “in” de garage.
Wordt
gekozen voor deze optie dan zal een deel van de huidige garage tot patio moeten
worden verbouwd. Het gedeelte van het gebouw dat op de begane grond beschikbaar
komt voor de dagopvang zal hierdoor kleiner zijn dan in optie a.
Enkele
ruimten die vanuit het oogpunt van de organisatie bij voorkeur op de
begane
grond dienen te worden gesitueerd zullen op de 1e verdieping moeten
worden
geplaatst. Het lijkt niet een eerste keuze, maar kan wel tot een goede
oplossing leiden.
Conclusie,
Op basis
van de huidige bevindingen, gebaseerd op het programma van eisen, een opname
ter plekke en bestudering van de tekeningen, kan gesteld worden dat huisvesting
van
de
dagopvang in het pand goed mogelijk is.
Bouwkundige opname GGD, Zuidwal 3b.
Het pand is
na 1990 gebouwd en is zowel binnen als buiten in goede staat.
De vloeren
van de kantoren en de verkeersruimten zijn voorzien van linoleum. In deze ruimten is een systeemplafond
aanwezig. De binnenwanden zijn afgewerkt met schilderwerk.
De garage is opgebouwd uit een lichte staalconstructie in
combinatie met sandwich-gevelpanelen. De ventilatieroosters in deze panelen
zijn afgestemd op het gebruik als garage en niet afsluitbaar. Om het als een binnenruimte te kunnen
gebruiken voor de dagopvang zullen de gevels van de garage moeten worden
aangepast aan de eisen voor een verblijfsfunctie conform het bouwbesluit.
Afhankelijk van de functies die in dit bouwdeel worden ondergebracht zal de
gevel moeten worden vervangen of worden aangepast.
De garagevloer is een monolite betonvloer waarin een
afwateringsgoot is opgenomen van flinke afmetingen. Verwacht mag worden dat
deze vloer niet geisoleerd is. Middels het aanbrengen van een zwevende dekvloer
op isolatie is dit te verhelpen.
Het gebouw wordt nu voor één functie gebruikt. Gezien de
aard van de dagopvang zal moeten worden voorzien in een aparte ingang voor deze
nieuwe functie. Ook zal er gekeken moeten worden naar de brandwerende en
akoestische isolatie van de scheidingsconstructies. Om dezelfde redenen zijn de
vluchtroutes een aandachtspunt. Aanpassing van de brandbeveiligingsinstallatie
zal conform de eisen van het bouwbesluit moeten worden uitgevoerd.
Het gecombineerd gebruik van de verwarming- en
ventilatie-installaties lijkt goed mogelijk. Wel zal moeten worden voorzien in
een uitbreiding t.b.v. de huidige garage.
Een nadere inventarisatie moet hiervoor plaats vinden.
Bijlage 8 GGD optie a.
verdieping
buiten-
ruimte
begane grond
Bijlage 9 GGD optie b.
verdieping
buiten-
ruimte
begane grond