Onderdeel E

 

 

 

Beantwoording Inspraak

Nieuwe Locatie Dagopvang Nijverheidsstraat

 

 

E Locatie Nijverheidsstraat

 

E Overzicht van alle insprekers

 

E 1 - ABVAKABO/FNV Bestuurs afdeling Delft (H. Cooiman, voorzitter)

E 2 - Anoniem

E 3 - P. Boersma

E 4 - J.J.M. Braat

E 5 - I.B. Bruggeman

E 6 - H. Buning

E 7 - Chinees Acupunctuurcentrum, Delft

E 8 - Van Beek, Kappers (M. van Beek)

E 9 - C.J. Broekhuizen

E 10 - J.J.M. Chapel

E 11 - Hotel Coen (N. Buys)

E 12 - R. van Dam

E 13 - J. Dekkers

E 14 - H. Deurlo (Voorzitter VVE Westlandseweg 13-113)

E 15 - L.M. Dijker, J.M.A. Dijker-Heijdel en F.C. Dijker

E 16 - M.B. Esseling

E 17 - Gebouw Essenstaete, Fabrieksstraat VVE (P. van Opzeeland)

E 18 - C.J. Broekhuizen

E 19 - B. v.d. Wilk

E 20 - M. Kloeg

E 21 - A.A.G. v.d. Maat

E 22 - M.A.J. Ruigrok-Verouden

E 23 - F.B.A. Ruigrok

E 24 - A.M. Fortuin

E 25 - Fam. Schouten

E 26 - A. Neemskruk

E 27 - J. Anders

E 28 - S. Jongejan

E 29 - V. Becker

E 30 - C. Tay

E 31 - G.C. Winkels

E 32 - Bezagen

E 33 - Natadarma

E 34 - J. Visser

E 35 - V. Braun

E 36 - P. Verhaar

E 37 - A. Moerman

E 38 - W. Kruijdenbero

E 39 - P. v. Opzeeland

E 40 - J. v. Duijm

E 41 - T. v.d. Bergh

E 42 - E. van Dijk

E 43 - K. Hinnen

E 44 - B en C. Ruijsenaars

E 45 - F.C. Verbeek

E 46 - H. v. Willenswaard

E 47 - B. Oosterman

E 48 - C. Jacobse

E 49 - D. v. Dam

E 50 - P. v/d Bosch

E 51 - M.E. Voogd

E 52 - J. v.d. Klundert

E 53 - G. Bachus

E 54 - R. Jacobse

E 55 - N. Sonneveld

E 56 - P. Jongeloen

E 57 - I. Brusseman

E 58 - B. v/d Hoven

E 59 - E. van Riet

E 60 - S. de Visser

E 61 - B. Jagesar

E 62 - H. Hassan

E 63 - M. Franceschini

E 64 - A. Gagesteijn

E 65 - C. van Ginkel

E 66 - Y. van Goldstein Brouwers

E 67 - Bewonersvereniging Grachtengebied Zuid (A.H.P. van der Burgh, voorzitter)

E 68 - R. Groot

E 69 - A. 't Hart

E 70 - P. Hellinga

E 71 - J.H. Idzes

E 72 - M. IJskes en L. Brandenburg

E 73 - M. van IJzerloo

E 74 - R.H.M. Jacobse

E 75 - P.M. Jutte

E 76 - R. Kas

E 77 - A. Kieftenburg

E 78 - M. Kloeg

E 79 - A. van de Klundert en G. Pellikaan

E 80 - M. Kluinhaar

E 81 - J. Knulst

E 82 - M. Kreuk en A. Veeke

E 83 - Dhr. de Leeuw

E 84 - A.C. Link Spindler

E 85 - S. Löwik-Stalenhoef

E 86 - E. van der Maat

E 87 - Melior Makelaardij / Financieel Zeker (J.B. Ridder)

E 88 - J.G. Mul

E 89 - J. Nieuwstraten

E 90 - J. Nieuwstraten-Stutz

E 91 - Ondernemersvereniging Voorhof Noord (A. Valkenburg, Secretaris)

E 92 - P. van Opzeeland

E 93 - G. Oorsouw

E 94 - N. Oosten

E 95 - T. Ramp

E 96 - J.P. de Roo

E 97 - Dhr. en mevr. Ruijssenaars

E 98 - Van Schaik

E 99 - R. Schouten

E 100 - Stichting Zorginstellingen Pieter van Foreest (T. Wolffenbuttel, locatiemanager)

E 101 - A.C.M. Thiel-de Haas

E 102 - A.C. van Tol

E 103 - F.C. Verbeek

E 104 - H. Verleg

E 105 - H. van Willenswaard

E 106 - Stad & Lande bv (Administratiemaatschappij / verhuurder van het complex Papsouwselaan 3-117, Delft)

E 107 - F. Timmerman

E 108 - F.C. Verbeek

E 109 - P.H.J. Verhaar

E 110 - E.A.M. Verleg-Windmeijer

E 111 - J.H. Visser en P.S. Visser

E 112 - Van der Vorm Vastgoed BV (R.V. de Graaff, Commercieel Directeur)

E 113 - R. de Vries

E 114 - R. de Vries

E 115 - Stichting Bedrijventerrein Vrijenban

E 116 - M.M.C.G. Warmoeskerken

E 117 - Werkgroep Krakeelpoolder/Westerkwartier ( J.P. de Vette)

E 118 - Wijtman Tweewielers (V.J. Wijtman)

E 119 - G. Winkels

E 120 - M.S. Zoetmulder

 

 

E Algemeen

 

Een groot aantal van de ingekomen inspraakreacties betreft de volgende onderwerpen:

I           Doel maatschappelijke opvang

II          Verslavingsbeleid

III          Doelgroep

IV         Overlast en beheer

V          Looproute

VI         Ligging in/tegen winkelgebied

VII        Ligging naast kinderspeelplaats

VIII       Ligging ten opzichte van station/Ontwikkeling Spoorzone

IX         Afstand tot de binnenstad

X          Schadeclaims

 

Alvorens in te gaan op de individuele inspraakreacties wordt een algemene reactie gegeven op voornoemde onderwerpen.

 

I Doel maatschappelijke opvang

 

Meerdere insprekers vragen zich af welke verantwoording de gemeente inzake de dagopvang heeft.

 

De gemeente heeft volgens de Welzijnswet een zorgplicht, maatschappelijke opvang en verslavingszorg maken hier onderdeel van uit. De doelstelling van maatschappelijke opvang in Nederland is: Het bieden van tijdelijk verblijf gekoppeld aan zorgverlening en begeleiding en/of het wegnemen van crises.

 

Cliënten in de maatschappelijke opvang hebben meestal een combinatie van psychische of psychiatrische problemen, relatieproblematiek, lichamelijk of seksueel geweld, verslaving of financiële problemen. Het gaat niet alleen om dak- en thuislozen maar ook om mishandelde vrouwen en hun kinderen. In Delft wordt gestreefd naar een zorgketen (preventie, zorg, nazorg), een vraaggestuurd en samenhangend aanbod en aandacht voor risicogroepen. Dit gebeurt onder andere door herstructurering van de sector (fusie tussen de verschillende opvangstichtingen) en samenwerking met andere partners (zoals politie, maatschappelijk werk, verslavingszorg, GGZ, schuldhulpverlening, etc.). De gemeente heeft hierin de regiefunctie en ontvangt een doeluitkering vanuit het ministerie van VWS. Op ambtelijk niveau vindt regelmatig afstemmingsoverleg plaats tussen Den Haag, Leiden, Gouda, Zoetermeer en Delft.

 

In de regio Delft/Westland/Oostland (DWO) houden vier instellingen zich met dit werk bezig. Het gaat om vier instellingen van verschillende grootte met ieder een eigen doelgroep. De Stichting Dienstencentrum over de Brug is - gemeten naar het personeelsbestand - relatief klein in omvang. Voor het Dienstencentrum biedt de herstructurering van de sector de mogelijkheid de plaats in de keten en het aanbod voor cliënten te versterken en tegelijkertijd de bedrijfsvoering - denk aan personeelsbeleid en beheer van de accommodatie - te professionaliseren. De vier betrokken instellingen werken op dit ogenblik aan een gezamenlijke visie op de toekomst.

 

II Verslavingsbeleid

 

Nauw verbonden aan de maatschappelijke opvang is het verslavingsbeleid van de gemeente Delft.

In de bezwaren wordt regelmatig gerefereerd aan de overlast van verslaafden en de vraag wat de gemeente hieraan doet.

 

Het verslavingsbeleid richt zich op het tegengaan van verslaving en het begeleiden van verslaafden, maar heeft daarmee ook een belangrijke maatschappelijke functie als het gaat om terugdringen van overlast en criminaliteit. De centrale doelstelling van het alcohol- en drugsbeleid is het ontmoedigen van gebruik van genotmiddelen en het beperken van de risico's van het gebruik voor de gebruiker zelf, diens omgeving en de maatschappij  als geheel.

Dit betekent dat:

- zoveel mogelijk startend gebruik moet worden tegengegaan en indien er wordt gebruikt er voor te zorgen dat dit verstandig gebeurt (door middel van preventie).

- aan verslaafden zorg verleend wordt waarbij gestreefd wordt naar onthouding of gecontroleerd gebruik.

- gebruikers en verslaafden de aansluiting bij de maatschappij niet verliezen dan wel weer terug krijgen (door middel van maatschappelijk herstel).

 

Parnassia biedt verslavingszorg aan in Delft. In de regio Delft/Westland/Oostland bestaat een uitgebreid voorlichtingsprogramma rond alcohol en drugs dat sterk op jongeren gericht is. Verslaving heeft niet alleen medische- maar ook veel psychosociale aspecten in zich. Bij Dienstencentrum over de Brug gaat het in de eerste plaats om dagopvang en niet om zorg. Parnassia en het dienstencentrum verwijzen waar nodig aan elkaar door en consulteren elkaar. Verder werkt het dienstencentrum samen met GGZ Delfland. Mensen van het zogenaamde 'bemoeizorgteam' (waar ook Parnassia aan deelneemt) komen regelmatig over de vloer voor consultatie en voor bepaalde bezoekers met psychiatrische problematiek die ze in behandeling hebben genomen.

 

Ter indicatie hierbij een aantal cijfermatige gegevens betreffende de bediening van de doelgroep:

- De dagopvang heeft ruim 50 tot 70 bezoekers per dag.

- Aan het zogenaamde 'veegproject' (dagbestedingsproject waarbij de doelgroep straatvuil in de stad opruimt) werken drie maal per week vijf tot zes gebruikers van de dagopvang mee.

- Het aantal drugsverslaafden in behandeling bij Parnassia bedraagt ongeveer 200 personen.

- Het aantal alcoholverslaafden in behandeling bij Parnassia bedraagt ongeveer 300 personen.

 

Van harddrugsverslaafden is bekend dat een deel van die groep zich veelvuldig schuldig maakt aan crimineel gedrag. Delft heeft veel last van deze zogeheten 'veelplegers'. Politie, justitie en gemeente maken veel werk van de aanpak van deze groep.

 

In Delft kennen we het interventieteam voor groepen jongeren, die overlast veroorzaken en soms (beginnend) crimineel gedrag vertonen. Het interventieteam bestaat uit jongerenwerk en jeugdpolitie, wanneer nodig aangevuld met medewerkers van Parnassia-verslavingszorg. Het is de taak van dit team negatief groepsgedrag te doorbreken en individuele jongeren met problemen weer op het goede spoor te krijgen. Voor jongeren die al herhaaldelijk crimineel gedrag vertonen bestaat een intensieve 'doorstromersaanpak'.

 

De top-10 van veelplegers wordt door de politie onder toezicht gehouden. In combinatie met strengere bestraffing van veelplegers houdt dit in dat het steeds lastiger wordt om op straat het oude gedrag vol te houden. In 2005 wordt gestart met het plaatsen van veelplegers op zogeheten 'rehabilitatie-trajecten'. Personen, die daartoe ook voldoende gemotiveerd zijn, krijgen dan half jaar opname in een verslavingszorgkliniek, gevolgd door een half jaar intensieve begeleiding gericht op reïntegratie in de samenleving.

 

III Doelgroep

 

Insprekers spreken veelal over drugsverslaafden die gebruik maken van de dagopvang.

 

De doelgroep van de dagopvang bestaat uit daklozen en alcohol- en drugsverslaafden. De meeste bezoekers van het dienstencentrum hebben echter wel een nachtverblijf; middels een kamer in onderhuur, het slapen bij verschillende kennissen of via de nachtopvang op de Houttuinen. Redenen voor dakloosheid zijn bijvoorbeeld oplopende schulden, uithuiszettingen, echtscheiding of het beëindigen van detentie. Het betreft voor het overgrote deel Delftenaren. De dagopvang geeft aan dat, onder invloed van de laagconjunctuur, het aantal daklozen toeneemt.

Politie en de dagopvang geven aan geen aanzuigende werking van daklozen of verslaafden uit Rotterdam of Den Haag te herkennen. Uit de gegevens van de politie blijkt dat verslaafden uit Rotterdam en Den Haag per trein komen, in Delft delicten plegen (o.a. zakkenrollerij) en daarna weer terugkeren naar de plaats van herkomst.

Op dit moment werkt het dienstencentrum aan een bezoekersmonitor, resultaten hiervan zullen naar verwachting gelijktijdig met de besluitvorming worden gepresenteerd.

 

 

IV Overlast en beheer

 

Insprekers ervaren reeds veel overlast en criminaliteit. Zij geven aan bang te zijn voor een toename van onveiligheid. Genoemd worden: (auto)inbraken, overnachten in portieken, stelen uit de supermarkt.

 

Het is hier van belang een onderscheid te maken naar overlast die in de huidige situatie ervaren wordt en mogelijke risico's die samenhangen met de eventuele komst van een dagopvangcentrum. Dat is van belang om te voorkomen dat alle overlast die na een eventuele komst van de dagopvang optreedt, wordt toegeschreven aan de bezoekers van een dagopvangcentrum. Het is ook van belang om bij die komst te kunnen vaststellen wat in een buurt en aan/in woon-of winkelcomplexen reeds aan maatregelen is genomen om de door insprekers genoemde huidige overlast tegen te gaan.

Het is zeker ook niet zo dat de overlastrisico's van de dagopvang redelijkerwijs gelijk gesteld kunnen worden met de algemene problematiek van criminaliteit en veiligheid. Zo wijken de criminaliteitscijfers in de omgeving van de locatie niet af van het algemene beeld in Delft.

 

Dat neemt overigens niet weg dat serieus gekeken moet worden naar de mogelijke risico's van de komst van een dagopvangcentrum naar de Nijverheidsstraat. Voor iedere mogelijke locatie wordt een zogeheten veiligheidsscan gemaakt, die een antwoord moet geven op de volgende vijf vragen:

1. De mogelijkheid voor de politie en medewerkers van het centrum om zicht te hebben op de doelgroep in de omgeving van het centrum,   

2. de bereikbaarheid van het centrum voor hulpdiensten,

3. het hebben van voldoende sociale controle in de omgeving,

4. de aanwezigheid van functies met een (semi-)openbaar karakter in de omgeving,

5. de aanwezigheid van functies met een eigen veiligheidsrisico in de omgeving.

 

De resultaten van de veiligheidsscan wegen mee bij de uiteindelijke keuze van een locatie. Zij kunnen ook een rol spelen bij het maken van afspraken over de gang van zaken rond de eventuele vestiging van een dagopvangcentrum.

 

Over de doelgroep kan het volgende worden gezegd. Gemiddeld wordt het centrum bezocht door ruim 50 tot 70 personen per dag, in feite een betrekkelijk kleine groep. Drugsverslaafden vormen een minderheid in de groep. Het huidige dagopvangcentrum is op werkdagen geopend van 11.00 tot 17.30 uur.

 

De overlast die het huidige centrum veroorzaakt hangt vooral samen met het niet hebben van een afgeschermde buitenruimte. Geregeld bevinden zich daardoor groepjes buiten het pand, waar omwonenden overlast van ervaren. Een nieuwe locatie voor het centrum is daarom alleen geschikt wanneer zich op de locatie zelf een afgeschermde buitenruimte bevindt. Overlast ontstaat ook op het moment dat iemand aan de voordeur onenigheid krijgt over bijvoorbeeld de toegang tot het centrum. Om die reden is in het programma van eisen meegenomen dat het centrum beschikt over een toegangssluis achter de voordeur. Een voorziening die op de huidige locatie niet aanwezig is. Het aantal meldingen bij de politie betreffende overlast rond het huidige centrum is in de periode van 1998 tot heden beperkt gebleven tot 45.

 

Gezien de omvang en de samenstelling van de groep die het dienstencentrum bezoekt, de aanpak rond de buitenruimte en de toegangssluis en de ervaringen van de laatste jaren is ons oordeel nu dat de risico's op overlast beperkt zijn.

 

Van belang is daarom de vraag of de risico's verder beperkt kunnen worden en of er bij incidenten adequaat wordt opgetreden. De volgende elementen zijn daarbij aan de orde.

Voorafgaand aan de komst van een centrum, maar zeker ook daarna, behoort een structureel overleg tussen omwonenden/belanghebbenden, dagopvang, politie en gemeente plaats te vinden om de gang van zaken in en om het centrum te bespreken en waar nodig bij te sturen.

Dat overleg moet resulteren in afspraken over regelmatig buitentoezicht door medewerkers, stadswachten en politie, over een snelle reactie op meldingen van overlast en criminaliteit in de omgeving en over het centrum. Maatregelen kunnen zijn: het opzeggen van de toegang, het niet kunnen aanhouden van een postadres of het niet kunnen verkrijgen van een slaappas voor de nachtopvang. Ervaring uit het verleden leert dat bezoekers zich ernstig getroffen voelen als ze toegang tot het dagopvangcentrum ontzegd wordt. De bezoekers beschouwen de dagopvang als een van de weinige plekken waar ze op adem kunnen komen. Zij niet er op uit zijn de verhouding met de buurt te verstoren, omdat ze zichzelf hiermee alleen maar in de vingers zullen snijden.

 

De Algemene Plaatselijke Verordening (APV) kent bepalingen die samenscholen en het gebruik van alcohol in de binnenstad verbieden. Op grond van de APV hebben handhavers bij dergelijke overtredingen een formele grond om op te treden. Zo geldt sinds kort een alcoholverbod rond de huidige vestiging van de dagopvang. Politie Haaglanden geeft aan dat het gebruik van harddrugs voor een belangrijk deel in drugspanden of bij een verslaafde thuis gebeurt - dus niet of nauwelijks buiten. Tegen dealen of gebruik in de openbare ruimte treedt de politie op.

 

Onze conclusie op het gebied van veiligheid is dat, gezien de omvang en de aard van de groep die het dienstencentrum bezoekt, de aanpak rond de buitenruimte en de toegangssluis en de ervaringen van de laatste jaren de risico's beperkt zijn. Dat neemt niet weg dat het belangrijk is structureel overleg te hebben tussen gemeente, politie, de dagopvang, omwonenden en ondernemers. Dat overleg moet leiden tot een beheerplan en regelmatige evaluatie van de gang van zaken. Daarbij horen ook een serieus sanctiebeleid van de dagopvang en afspraken over een snelle reactie van de hulpdiensten bij incidenten. Op deze wijze kan het beperkte risico worden verkleind en kan het vertrouwen ontstaan dat wangedrag effectief wordt aangepakt. Dit zal bijdragen aan de vermindering van het gevoel van onveiligheid.

 

V Looproute

 

Insprekers geven aan dat de looproutes van de locatie Nijverheidsstraat naar de binnenstad voeren over donkere en onoverzichtelijke routes.

 

De looproutes die vanuit de binnenstad het meest voor de hand liggen (bijv.: Coenderstraat/Lokomotiefpad, Westvest/Van Leeuwenhoeksingel/Westlandseweg) voeren alle over druk begane verkeersroutes. Nergens voert de route door uitsluitend woonomgeving.

De routes kennen echter wel lastige onderdelen. De voetgangersbuizen van de Irenetunnel en het Lokomotiefpad zijn weliswaar druk begaan, maar scoren uit het oogpunt van veiligheidsgevoel niet sterk.

Vanuit de binnenstad bezien heeft de looproute een aanzienlijke lengte. In de afweging met de andere mogelijke locaties zal dit een rol kunnen spelen. Daar staat voor deze locatie wel tegenover dat de locatie geografisch gezien zeer centraal ligt in de stad.

Van belang is verder hier te vermelden dat met de ontwikkeling van het spoorzonegebied de looproutes er anders komen uit te zien.

 

De huidige looproutes gaan niet door uitsluitend woonomgeving. De lastige onderdelen van de looproutes zullen met de komst van de spoortunnel verdwijnen. De totale lengte van de looproute wordt betrokken bij de afweging tussen alle locaties.

 

VI Ligging in/tegen winkelgebied

 

Insprekers verwachten een toename van diefstal van goederen omdat de beoogde locatie tegen een winkelcentrum en bij een supermarkt ligt.

 

Hier geldt ook wat in paragraaf IV 'Overlast en beheer' is gezegd. Het is van belang de algemene veiligheidsvraagstukken en de mogelijke gevolgen van de komst van een dagopvangcentrum niet gelijk te schakelen. Daartoe is bij deze inspraakreactie des te meer reden aangezien; door het bieden van een plaats, een programma en activiteiten draagt de dagopvang bij aan het tegengaan van overlast in stad en winkelcentra. Ook in de huidige situatie functioneert de dagopvang in de nabijheid van winkels en bedrijven (Nieuwe Langendijk). Van een duidelijk klachtenpatroon is daar echter geen sprake.

 

Vanwege de kleinschaligheid van de voorziening en de ervaringen op de huidige locatie gaat het college ervan uit dat de risico's voor de winkels in de omgeving beperkt zijn. Dat onder de voorwaarde dat in de beheersafspraken met betrokken partijen duidelijke afspraken worden gemaakt, dat deze adequaat worden uitgevoerd en door middel van een structureel overleg worden gevolgd. Daarbij zou de mogelijkheid kunnen worden betrokken om enige tijd na sluiting van het centrum door middel van een ronde om het centrum na te gaan of de bezoekers van het

centrum de directe omgeving inderdaad verlaten hebben.

 

VII Ligging naast kinderspeelplaats

 

Insprekers maken bezwaar tegen de mogelijke vestiging van het dagopvangcentrum tegen een kinderspeelplaats aan.

 

De beoogde locatie ligt tegen een kinderspeelplaats aan. Dit is een duidelijk aandachtspunt: het is zeker niet de bedoeling van het college om spelende kinderen stelselmatig met de bezoekers van het centrum in contact te laten komen. Voor het college betekent dit echter niet dat de Nijverheidsstraat afvalt als mogelijke locatie. Het betreft hier een kleine speelplek met enkele speeltoestellen gelegen op een niet direct voor de hand liggende plek. Wanneer niet een bevredigende situatie kan worden bereikt met én de speelplek én de dagopvang zal voor de speelplek - in overleg met betrokkenen - een andere oplossing gevonden moeten worden.

 

VIII Ligging ten opzichte van station/ontwikkeling spoorzone

 

Insprekers geven aan dat de nabijheid van het station verslaafden en daklozen uit omliggende steden naar het dagopvangcentrum zal trekken.

 

De politie constateert dat er verkeer is van verslaafden uit omliggende steden naar Delft. De bezoeken richten zich vooral op het verkrijgen van middelen om in de verslaving te kunnen voorzien. Deze mensen reizen in het algemeen dezelfde dag terug naar de plaats van herkomst.

Daarnaast is er wel sprake van verhuizing van mensen uit de doelgroep van de ene stad naar de andere. Hoewel de groep daklozen en verslaafden waarschijnlijk wat meer in beweging is dan andere groepen betreft het hier een normaal verkeer van en naar Delft. De doelgroep van de dagopvang zijn bewoners van Delft, Westland en Oostland. Verreweg de meeste bezoekers zijn Delftenaren. In geval van toename van het aantal bezoekers door de ligging ten opzichte van het station zouden beheersmaatregelen kunnen worden genomen, zoals het invoeren van een pasjessysteem.

Wat betreft de afstand tot het station heeft de gemeente het open gebied rondom het station als ongeschikt beschouwd vanwege de mogelijke stapeling van veiligheidsrisico's. De locatie aan de Nijverheidsstraat ligt hier buiten. De dagopvang is goed inpasbaar in de plannen van het spoorzonegebied

 

IX Afstand tot de binnenstad

 

Insprekers geven aan dat de locatie te ver buiten de binnenstad gelegen is.

 

De dagopvang biedt een laagdrempelige, gemakkelijk bereikbare huiskamerfunctie met sociaal-maatschappelijke begeleiding en activiteiten. Het leefdomein van de doelgroep is de binnenstad. Daar kan men anoniem de tijd door brengen, elkaar ontmoeten en de middelen verkrijgen die men nodig heeft. Een dagopvangcentrum in of bij de binnenstad voorkomt lange aanlooproutes door de stad en het rondzwerven van daklozen en verslaafden in de binnenstad. Daarnaast kan een grotere afstand mogelijk een drempel voor het bezoeken van de dagopvang geven, waardoor het zicht op de doelgroep verdwijnt. Een locatie in of nabij de binnenstad is derhalve essentieel om de doelgroep te kunnen bereiken.

 

Om deze redenen heeft het college het criterium in of nabij de binnenstad uitgewerkt in twee cirkels gelegen op respectievelijk 500 meter en 1 kilometer van de Markt. Bij de locatiekeuze zal ligging in het 500-metergebied beter scoren dan ligging in het '500m -1 km' gebied. Door zowel de gemeenteraad als insprekers is uitgesproken dat een geschikte locatie 'niet op een meter hoeft af te ketsen'. Dat is de reden dat het college die locaties die aan de rand van de kilometerzone gelegen zijn, meegenomen heeft in de toetsing. In het toetsingsdocument is aangegeven dat de locatie Nijverheidstraat net buiten de 1km-grens ligt.

Het college beschouwt de ligging buiten de 1km-zone als een zwak punt van deze locatie.

 

 

X Schadeclaims

 

Insprekers geven aan dat de waarde van hun woning of de opbrengst van hun onderneming zal dalen als het dagopvangcentrum aan de Nijverheidsstraat zal worden gevestigd en vragen zich af hoe de gemeente omgaat met de planschade.

 

De huidige bestemming staat maatschappelijke doeleinden niet toe. Om de dagopvang op de beoogde locatie te realiseren moet een bestemmingsplanprocedure worden gevolgd.

Indien belanghebbenden menen schade te lijden als gevolg van het wijzigen van het planologisch regime (de wijziging van het bestemmingsplan onder andere door vrijstellingverlening op grond van artikel 19 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening) dan kunnen zij na de bestemmingsplanwijziging bij de gemeenteraad een verzoek indienen om vergoeding van zogenoemde "planschade" als bedoeld in artikel 49 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening. Dat verzoek moet worden ingediend op een planschadeformulier dat aan de Publiekbalie verkrijgbaar is. Een dergelijk verzoek wordt voor advies voorgelegd aan een onafhankelijk adviesbureau, waarna het college van burgemeester en wethouders een besluit neemt. Dat besluit is vatbaar voor bezwaar en beroep.

 

 

E:  Beantwoording schriftelijke reacties Gemeenteopslag aan de Nijverheidsstraat

 

 

Toelichting op de beantwoording:

Omdat veel insprekers zich op dezelfde of vergelijkbare punten richten wordt voor het antwoord vaak verwezen naar de algemene beantwoording. Hiermee wordt voorkomen dat hetzelfde antwoord vaak moet worden gegeven, waardoor deze nota onoverzichtelijk zou worden. Wij vragen hiervoor uw begrip.

 

 

1. - ABVAKABO/FNV Bestuurs afdeling Delft (H. Cooiman, voorzitter)

1.1. Samenvatting: Inspreker geeft namens het bestuur de voorkeur aan deze locatie. (zonder toelichting).

Antwoord/conclusie: Het college heeft kennisgenomen van deze reactie.

 

2. - Anoniem

2.1. Samenvatting: Inspreker maakt bezwaar tegen deze locatie om verschillende redenen. De locatie ligt op meer dan 1 km afstand van de Markt en valt daarmee buiten het preferente 500 meter gebied en ook buiten het gebied van 1 km.

 Antwoord: Voor de beantwoording van uw reactie verwijzen we u naar de paragraaf E V 'Afstand tot de binnenstad' van het algemene gedeelte.

Conclusie: Door zowel de gemeenteraad als insprekers is uitgesproken dat een geschikte locatie 'niet op een meter hoeft af te kaatsen'. Dat is de reden dat het college die locaties die aan de rand van de kilometerzone gelegen zijn, meegenomen heeft in de toetsing. Deze redenering is van toepassing op de locatie Nijverheidsstraat. In het toetsingsdocument is aangegeven dat de locatie Nijverheidsstraat net buiten de 1km-grens ligt.

Het college beschouwt ligging buiten de 1km-zone als een zwak punt van deze locatie.

 

2.2. Samenvatting: Op de website van de gemeente wordt gesproken over aanlooproutes die door een "gevarieerd gebied" lopen. Inspreker wil graag weten wat hiermee bedoeld wordt in relatie tot deze locatie. Dit is een niets zeggend feit, dat zich altijd voordoet als men vanaf de Markt 1 km gaat lopen in welke richting dan ook.

Antwoord: Met gevarieerde omgeving wordt gedoeld op die buurten en straten waar in de praktijk niet alleen sprake is van bewoners- cq bestemmingsverkeer in die buurt of straat.

Conclusie: Inspraakreactie heeft geen invloed op besluitvorming.

 

2.3. Samenvatting: Inspreker is het niet eens met de uitspraak dat de locatie gunstig is

gelegen omdat deze niet uitsluitend in een woonomgeving is gelegen. In het gebied

zijn diverse wooneenheden aanwezig en ook nog gepland om gebouwd te worden. Een dagopvang kan voor omwonenden een probleem worden t.a.v. veiligheid en persoonlijke leefsfeer. De geplande nieuwe wooneenheden ontkrachten ook de argumentatie dat deze locatie gunstig zou zijn omdat ze niet uitsluitend in woonomgeving is gelegen.

Antwoord: De locatie Nijverheidsstraat bevindt zich in een gevarieerd gebied met diverse  functies, zoals een winkelfunctie. Daarnaast vinden er veel verkeersbewegingen in de omgeving plaats. De locatie bevindt zich niet in een omgeving die uitsluitend de functie wonen kent. Voor het aspect looproute verwijzen wij u naar E V 'Looproute' van het algemene gedeelte.

Conclusie: De locatie voldoet aan het criterium dat het in een niet uitsluitend woongebied gelegen is. De totale lengte van de looproute wordt betrokken bij de afweging tussen alle locaties.

 

2.4. Samenvatting: De locatie is bereikbaar vanaf de Markt via het loop/fietsviaduct over de Westlandseweg of onder het spoor via het spoorviaduct aan de Westlandseweg. Beide routes betreffen nauwe doorgangen. Dit is uit veiligheidsoverwegingen zeer ongewenst aangezien men op deze locaties overlast kan veroorzaken.

Antwoord: Voor de beantwoording van uw reactie over het aspect looproute verwijzen we u naar de paragraaf E V 'Looproute' van het algemene gedeelte.

Conclusie: De huidige looproutes gaan niet door uitsluitend woonomgeving. De lastige onderdelen van de looproutes zullen met de komst van de spoortunnel verdwijnen. De totale lengte van de looproute wordt betrokken bij de afweging tussen alle locaties.

 

2.5. Samenvatting: Het ongebouwde gebied tussen het Lokomotiefpad en de spoorbaan is nu al een plaats waar verslaafden zich graag ophouden. Men vreest een aanzuigende werking en de veiligheid kan in het geding komen.

Antwoord: Ons beeld van dit gebied is dat zich hier wel eens mensen ophouden, maar niet in die mate dat gezegd zou kunnen worden dat dit een duidelijk verblijfsgebied voor (groepen) verslaafden of daklozen is. Het betreft hier een gebied waarvoor nu en ook na de eventuele komst van de dagopvang  een bepaalde alertheid van de politie en andere toezichthouders nodig is. 

Conclusie: Deze inspraak heeft verder geen invloed op de besluitvorming.

 

2.6. Samenvatting: De naast de locatie gelegen kinderspeelplaats is aangelegd om kinderen veilig te laten spelen. De speelplaats verwijderen is een inbreuk op de woon- en leefsfeer en kapitaalvernietiging.

Antwoord: Voor de beantwoording van uw reactie verwijzen we u naar de paragraaf E VII 'Ligging naast kinderspeelplaats' van het algemene gedeelte. 

Conclusie: Het is zeker niet de bedoeling van het college om spelende kinderen stelselmatig met de bezoekers van het centrum in contact te laten komen. Voor het college betekent dit echter niet dat de Nijverheidsstraat afvalt als mogelijke locatie. Wanneer niet een bevredigende situatie kan worden bereikt met én de speelplek én de dagopvang zal voor de speelplek - in overleg met betrokkenen - een andere oplossing gevonden moeten worden.

 

2.7. Samenvatting: Op geringe afstand ligt een groot winkelcentrum wat het meest dichtbevolkte gebied is van Europa. Een opvang op deze locatie kan leiden tot de kat op het spek binden.

Antwoord: Voor de beantwoording van reacties aangaande de ligging ten opzichte van winkels verwijzen we u naar de paragraaf E VI 'Ligging in/tegen winkelgebied' van het algemene gedeelte.

Conclusie: Door het bieden van een plaats, een programma en activiteiten draagt de dagopvang bij aan het tegengaan van overlast in stad en winkelcentra. Vanwege de kleinschaligheid van de voorziening en de ervaringen op de huidige locatie gaat het college ervan uit dat de risico's voor de winkels in de omgeving beperkt zijn. Dat onder de voorwaarde dat in de beheersafspraken met betrokken partijen duidelijke afspraken worden gemaakt, dat deze adequaat worden uitgevoerd en door middel van een structureel overleg worden gevolgd. Daarbij zou de mogelijkheid kunnen worden betrokken om enige tijd na sluiting van het centrum door middel van een ronde om het centrum na te gaan of de bezoekers van het centrum de directe omgeving inderdaad verlaten hebben.

 

2.8. Samenvatting: Op formele gronden kan op deze locatie (gemeenteopslag) niet worden gebouwd. Ook de aanwezigheid van een LPG/benzine-station maakt bebouwing onmogelijk. De realisatie van een opvang op deze locatie zal niet op korte termijn kunnen worden gerealiseerd.

 Antwoord: Om deze functie te kunnen huisvesten, zal een bestemmingsplanprocedure gevolgd moeten worden. Daarnaast kan de dagopvang op deze locatie pas starten wanneer de milieucirkel van 80 meter, die van toepassing is op het gebied rondom het LPG-vulpunt, is opgeheven en het vulpunt ter plekke dus niet meer functioneert. Naar verwachting zal het vulpunt op het moment dat de dagopvang ter plekke kan gaan draaien gesloten zijn.

Conclusie: Deze inspraak heeft geen invloed op de besluitvorming.

 

3. - P. Boersma

3.1. Samenvatting: De locatie ligt in feite in de directe stationsomgeving en de

aangrenzende woonbuurten en is hierdoor ongeschikt.

Antwoord: De Nijverheidsstraat ligt op ruime afstand van het open gebied van het station. De kans dat mensen vanaf het stationsplein het dienstencentrum als ontmoetingsplek zullen gaan gebruiken of zelfs uit andere steden op het dienstencentrum zullen afkomen achten wij mede daarom klein. Indien een dergelijke ontwikkeling zich wel voordoet kan die door middel van bijvoorbeeld een inschrijf- of pasjessysteem worden gestopt.

Conclusie: Deze inspraak heeft geen invloed op de besluitvorming.

 

3.2. Samenvatting: Bevordering van openbaar vervoer gebruik via station Delft is niet

gebaat bij de dagopvang aan de Nijverheidsstraat.

Antwoord: Het college ziet niet in hoe het vestigen van de dagopvang aan de Nijverheidsstraat de aantrekkingskracht van het station zou kunnen verminderen.

Conclusie: Deze inspraak heeft geen invloed op de besluitvorming.

 

4. - J.J.M. Braat

4.1. Samenvatting: Inspreker is het oneens met deze locatie omdat ze te dichtbij het station is gelegen.

Antwoord: De Nijverheidsstraat ligt op ruime afstand van het open gebied van het station. De kans dat mensen vanaf het stationsplein het dienstencentrum als ontmoetingsplek zullen gaan gebruiken of zelfs uit andere steden op het dienstencentrum zullen afkomen achten wij mede daarom klein. Indien een dergelijke ontwikkeling zich wel voordoet kan die door middel van bijvoorbeeld een inschrijf- of pasjessysteem worden gestopt.

Conclusie: Deze inspraak heeft geen invloed op de besluitvorming.

 

5. - I.B. Bruggeman

5.1. Samenvatting: Inspreker is het oneens met de vestiging van de dagopvang op deze locatie omdat deze zeer dichtbij woningen en winkels gelegen is.

Antwoord: Voor beantwoording van uw reactie verwijzen wij u naar de paragraaf E IV 'Overlast en beheer'. De locatie Nijverheidsstraat bevindt zich in een gevarieerd gebied met diverse functies, zoals een winkelfunctie. Daarnaast vinden er veel verkeersbewegingen in de omgeving plaats. De locatie bevindt zich niet in een omgeving die uitsluitend de functie wonen kent.

Conclusie: Onze conclusie op het gebied van veiligheid is dat, gezien de omvang en de aard van de groep die het dienstencentrum bezoekt, de aanpak rond de buitenruimte en de toegangssluis en de ervaringen van de laatste jaren de risico's beperkt zijn. Dat neemt niet weg dat het belangrijk is structureel overleg te hebben tussen gemeente, politie, de dagopvang, omwonenden en ondernemers. Dat overleg moet leiden tot een beheerplan en regelmatige evaluatie van de gang van zaken. Daarbij horen ook een serieus sanctiebeleid van de dagopvang en afspraken over een snelle reactie van de hulpdiensten bij incidenten. Op deze wijze kan het beperkte risico worden verkleind en kan het vertrouwen ontstaan dat wangedrag effectief wordt aangepakt. Dit zal bijdragen aan de vermindering van het gevoel van onveiligheid.

 

5.2. Samenvatting: De Nijverheidsstraat is een doorgangsroute voor wandelaars naar de winkels aan de Papsouwselaan en winkelcentrum "De Hoven".

Antwoord: Het gebied kent een fors aantal verschillende functies, zowel kijkend naar de directe als de iets verder weg gelegen omgeving van de beoogde locatie. Het totale gebied vervult mede een centrumfunctie voor de gehele stad. Dat brengt bedrijvigheid en verkeer met zich mee. Inderdaad ook wandelaars en/of winkelend publiek tussen de winkels aan Papsouwselaan en het winkelcentrum 'De Hoven'.

Omdat de buitenruimte binnen het complex wordt gerealiseerd is datgene wat van het centrum gezien zal kunnen worden het komen en gaan van bezoekers. Het is ook mogelijk dat bezoekers van het centrum de looproute van bewoners kruisen. Dat zijn zaken die het college niet als hinderlijk beschouwt.

Conclusie: Deze inspraak heeft geen invloed op de besluitvorming.

 

5.3. Samenvatting: Op de Nijverheidsstraat staan veel auto's geparkeerd. Door vestiging van de dagopvang zal het aantal (auto-) inbraken en vernielingen behoorlijk toenemen.

Antwoord: Voor beantwoording van uw reactie verwijzen wij u naar de paragraaf E IV 'Overlast en beheer'. Van belang is hierbij te onderstrepen dat rond de huidige locatie de criminaliteitscijfers vergelijkbaar zijn met andere gebieden in de stad.

Conclusie: Onze conclusie op het gebied van veiligheid is dat, gezien de omvang en de aard van de groep die het dienstencentrum bezoekt, de aanpak rond de buitenruimte en de toegangssluis en de ervaringen van de laatste jaren de risico's beperkt zijn. Dat neemt niet weg dat het belangrijk is structureel overleg te hebben tussen gemeente, politie, de dagopvang, omwonenden en ondernemers. Dat overleg moet leiden tot een beheerplan en regelmatige evaluatie van de gang van zaken. Daarbij horen ook een serieus sanctiebeleid van de dagopvang en afspraken over een snelle reactie van de hulpdiensten bij incidenten. Op deze wijze kan het beperkte risico worden verkleind en kan het vertrouwen ontstaan dat wangedrag effectief wordt aangepakt. Dit zal bijdragen aan de vermindering van het gevoel van onveiligheid.

 

5.4. Samenvatting: De bouw van een dagopvang vlakbij de Aldi is geen goed idee aangezien de alcohol hier goedkoop te verkrijgen is.

Antwoord: De reactie veronderstelt dat door de komst van de dagopvang in de nabijheid van de Aldi overlast op straat als gevolg van het gebruik van alcohol op straat dan wel overlast op straat als  gevolg van alcoholgebruik in het centrum kunnen ontstaan. Dit is zeker een punt van aandacht. In het intern beheerregime van het centrum zal aan het meenemen van alcohol en het gebruik van alcohol in het centrum nadrukkelijk aandacht worden besteed. Dat geldt ook voor de beheerafspraken voor de omgeving van het centrum. Zo geldt voor de omgeving van de huidige dagopvang een verbod op het gebruik van alcohol op straat gebaseerd op de algemene plaatselijke verordening (APV).

Conclusie: Dit punt wordt betrokken in de beheerafspraken.

                       

6. - H. Buning

6.1. Samenvatting: De locatie is door omwonenden afgewezen aangezien zij niet hebben gekozen voor een dagopvang bij de keuze van hun woningen. De gemeente zou een andere locatie moeten zoeken, waarbij zowel aan de belangen van de verslaafden als die van omwonenden recht wordt gedaan.

Antwoord: De gemeente heeft volgens de Welzijnswet een zorgplicht, maatschappelijke opvang en verslavingszorg maken hier onderdeel van uit. De gemeente Delft zoekt naar een nieuwe locatie voor Stichting Dienstencentrum Over de Brug (OdB), een dagopvang voor verslaafden en daklozen. De functie van het pand aan de Oostsingel 76 past niet in het bestemmingsplan en bovendien is het pand te klein. Met het creëren van een dergelijke voorziening wordt recht gedaan aan de belangen van daklozen en verslaafden die overdag een plek zoeken. Het betreft hier een voorziening voor een groep mensen waarvan de omvang beperkt is. Er wordt een functie gerealiseerd waarvan redelijkerwijs gezegd kan worden dat de belangen van omwonenden niet geschaad worden. Zo is bijvoorbeeld van belang te onderstrepen dat rond de huidige locatie de criminaliteitscijfers vergelijkbaar zijn met andere gebieden in de stad. Wel is het van belang dat er een afgeschermde buitenruimte en de toegangssluis wordt gecreëerd. Daarnaast dient er structureel overleg te zijn tussen gemeente, politie, de dagopvang, omwonenden en ondernemers. Dat overleg moet leiden tot een beheerplan en regelmatige evaluatie van de gang van zaken. Daarbij horen ook een serieus sanctiebeleid van de dagopvang en afspraken over een snelle reactie van de hulpdiensten bij incidenten. Op deze wijze kan het beperkte risico worden verkleind en kan het vertrouwen ontstaan dat wangedrag effectief wordt aangepakt. Als aan deze randvoorwaarden wordt voldaan, zal naar overtuiging van het college de belangen van omwonenden niet geschaad worden.

Conclusie: Deze inspraakreactie heeft geen invloed op de besluitvorming.

 

7. - Chinees Acupunctuurcentrum, Delft

7.1. Samenvatting: Vestiging van de dagopvang in het centrum is geen goede keuze aangezien daar veel bedrijven (zoals dit bedrijf) gevestigd zijn. Klanten zullen afgeschrikt worden door het gedrag van sommige daklozen en verslaafden. Ook toeristen zullen afgeschrikt worden.

Antwoord: Voor de beantwoording van reacties aangaande de ligging ten opzichte van winkels verwijzen we u naar de paragraaf E VI 'Ligging in/tegen winkelgebied' van het algemene gedeelte. In antwoord op uw reactie over toeristen verwijzen we u naar paragraaf D IX Toerisme van het algemene gedeelte van de locatie GGD/Ambulancepost. Het gebied rondom de Nijverheidsstraat kent geen toeristische trekpleisters.

Conclusie: Door het bieden van een plaats, een programma en activiteiten draagt de dagopvang bij aan het tegengaan van overlast in stad en winkelcentra. Vanwege de kleinschaligheid van de voorziening en de ervaringen op de huidige locatie gaat het college ervan uit dat de risico's voor de winkels in de omgeving beperkt zijn. Dat onder de voorwaarde dat in de beheersafspraken met betrokken partijen duidelijke afspraken worden gemaakt, dat deze adequaat worden uitgevoerd en door middel van een structureel overleg worden gevolgd. Daarbij zou de mogelijkheid kunnen worden betrokken om enige tijd na sluiting van het centrum door middel van een ronde om het centrum na te gaan of de bezoekers van het centrum de directe omgeving inderdaad verlaten hebben.

 

8. - Van Beek, Kappers (M. van Beek)

8.1. Samenvatting: Inspreker reageert op de locaties in de omgeving van de

Papsouwselaan vanaf de Schie tot aan de provinciale weg. Inspreker is van mening

dat met het vestigen van de dagopvang op deze locatie het huidige beeld (imago) van de achterstandswijk Poptahof alleen maar worden versterkt, terwijl de gemeente heeft besloten om deze achterstandswijk te gaan aanpakken. Door het vestigen van de dagopvang op deze locatie zal de kans van slagen van de vernieuwingen heel moeilijk worden. Wanneer men bewoners en winkeliers vraagt om bij te dragen aan de vernieuwing van de Poptahof mag men van de gemeente verwachten hen daarbij te steunen en het niet moeilijker gaan maken door extra problemen te

creëren. Deze buurt heeft al te veel negatieve punten die eerst zullen moeten worden opgelost.

Antwoord: De locatie Nijverheidsstraat ligt niet in de Poptahof. De locatie ligt in een omgeving met een sterke menging van wonen, werken, winkelen en verkeer. Dat gebied is niet te typeren als achterstandsgebied.

Het gehele gebied van Spoorzone, Papsouwselaan en Poptahof krijgt te maken met herinrichting en vernieuwing. Het college vindt het niet aannemelijk dat een relatief kleine voorziening als het dienstencentrum die grote ontwikkeling negatief zou kunnen beïnvloeden. Het verkeer van en naar de dagopvang op zichzelf beschouwen wij niet als een aantasting van de leefbaarheid van het gebied. Rondhangen en ander hinderlijk gedrag wel. Dat is de reden dat het college overleg met de buurt en goede beheerafspraken van groot belang vindt.

Conclusie: Op grond van deze overwegingen verwachten wij geen negatief effect van een eventuele komst van het centrum op de staat van de buurt en de mogelijkheden tot verdere ontwikkeling van de buurt.  

 

9. - C.J. Broekhuizen

9.1. Samenvatting: Indien inspreker had geweten dat er eventueel een dagopvang in de buurt gevestigd zou worden had de inspreker nooit de woning aan de Fabrieksstraat gekocht.

Antwoord: Voor beantwoording van uw reactie verwijzen wij u naar paragraaf E IV  'Overlast en beheer' en paragraaf E X 'Schadeclaims'.

Conclusie: Omdat de dagopvang een kleinschalige voorziening is, en drugsgebruikers een minderheid van de bezoekers vormen en daarnaast door een goede inrichting van de locatie en beheer van de omgeving het risico op overlast en criminaliteit verder beperkt kan worden, kan -in objectieve zin- een voldoende niveau van veiligheid bereikt worden. Dat neemt niet weg dat het belangrijk is structureel overleg te hebben tussen gemeente, politie, de dagopvang, omwonenden en ondernemers. Dat overleg moet leiden tot een beheerplan en regelmatige evaluatie van de gang van zaken. Daarbij horen ook een serieus sanctiebeleid van de dagopvang en afspraken over een snelle reactie van de hulpdiensten bij incidenten. Op deze wijze kan het beperkte risico worden verkleind, moet ook het vertrouwen ontstaan dat wangedrag wordt aangepakt, waardoor uiteindelijk het gevoel van onveiligheid vermindert.

Bij de wijziging van het bestemmingsplan kunnen belanghebbenden verzoeken om planschadevergoeding.

 

9.2. Samenvatting: In de buurt zijn vaak auto-inbraken gepleegd en inbraken in diverse bergingen met veel schade en diefstallen. Door een dagopvang in deze woonomgeving te vestigen, zo dichtbij het station, zal de toeloop en overlast uit Den Haag en Rotterdam zeker toenemen.

Antwoord: Voor beantwoording van uw reactie verwijzen wij u naar de paragraaf E IV 'Overlast en beheer'. Van belang is hierbij te onderstrepen dat rond de huidige locatie de criminaliteitscijfers vergelijkbaar zijn met andere gebieden in de stad. De Nijverheidsstraat ligt op ruime afstand van het open gebied van het station. De kans dat mensen vanaf het stationsplein het dienstencentrum als ontmoetingsplek zullen gaan gebruiken of zelfs uit andere steden op het dienstencentrum zullen afkomen achten wij mede daarom klein. Indien een dergelijke ontwikkeling zich wel voordoet kan die door middel van bijvoorbeeld een inschrijf- of pasjessysteem worden gestopt.

Conclusie: Onze conclusie op het gebied van veiligheid is dat, gezien de omvang en de aard van de groep die het dienstencentrum bezoekt, de aanpak rond de buitenruimte en de toegangssluis en de ervaringen van de laatste jaren de risico's beperkt zijn. Dat neemt niet weg dat het belangrijk is structureel overleg te hebben tussen gemeente, politie, de dagopvang, omwonenden en ondernemers. Dat overleg moet leiden tot een beheerplan en regelmatige evaluatie van de gang van zaken. Daarbij horen ook een serieus sanctiebeleid van de dagopvang en afspraken over een snelle reactie van de hulpdiensten bij incidenten. Op deze wijze kan het beperkte risico worden verkleind en kan het vertrouwen ontstaan dat wangedrag effectief wordt aangepakt. Dit zal bijdragen aan de vermindering van het gevoel van onveiligheid.

 

9.3. Samenvatting: Ondanks dat de gemeente een probleem heeft met daklozen en verslaafden houdt dat niet in dat de gemeente deze problemen naar rustig levende inwoners kan verplaatsen.

Antwoord: Het betreft hier een voorziening voor een groep mensen waarvan de omvang beperkt is. Er wordt een functie gerealiseerd waarvan redelijkerwijs gezegd kan worden dat de belangen van omwonenden niet geschaad worden. Zo is bijvoorbeeld van belang te onderstrepen dat rond de huidige locatie de criminaliteitscijfers vergelijkbaar zijn met andere gebieden in de stad. Wel is het van belang dat er een afgeschermde buitenruimte en de toegangssluis wordt gecreëerd. Daarnaast dient er structureel overleg te zijn tussen gemeente, politie, de dagopvang, omwonenden en ondernemers. Dat overleg moet leiden tot een beheerplan en regelmatige evaluatie van de gang van zaken. Daarbij horen ook een serieus sanctiebeleid van de dagopvang en afspraken over een snelle reactie van de hulpdiensten bij incidenten. Op deze wijze kan het beperkte risico worden verkleind en kan het vertrouwen ontstaan dat wangedrag effectief wordt aangepakt. Als aan deze randvoorwaarden wordt voldaan, zal naar overtuiging van het college de belangen van omwonenden niet geschaad worden.

Conclusie: Deze inspraakreactie heeft geen invloed op de besluitvorming.

 

10. - J.J.M. Chapel

10.1. Samenvatting: De locatie is midden in een woonwijk gelegen en te dichtbij het N.S. station. Dit zal een aanzuigende werking hebben voor mensen van buiten Delft (Rotterdam en Den Haag).

Antwoord: De Nijverheidsstraat ligt op ruime afstand van het open gebied van het station. De kans dat mensen vanaf het stationsplein het dienstencentrum als ontmoetingsplek zullen gaan gebruiken of zelfs uit andere steden op het dienstencentrum zullen afkomen achten wij mede daarom klein. Indien een dergelijke ontwikkeling zich wel voordoet kan die door middel van bijvoorbeeld een inschrijf- of pasjessysteem worden gestopt.

Naar onze mening ligt de locatie in een gebied met veel verschillende functies en zeker niet middenin een woonwijk.

Conclusie: Deze inspraak heeft geen invloed op de besluitvorming.

 

10.2. Samenvatting: De locatie is niet geschikt omdat er pal naast de locatie vorig jaar een kinderspeeltuin is aangelegd waar veel gebruik van wordt gemaakt. In verband met de veiligheid zou deze speelplaats weer moeten verdwijnen wat weggegooid gemeenschapsgeld is.

Antwoord: Voor de beantwoording van uw reactie verwijzen we u naar de paragraaf E VII 'Ligging naast kinderspeelplaats' van het algemene gedeelte. 

Conclusie: Het is zeker niet de bedoeling van het college om spelende kinderen stelselmatig met de bezoekers van het centrum in contact te laten komen. Voor het college betekent dit echter niet dat de Nijverheidsstraat afvalt als mogelijke locatie. Wanneer niet een bevredigende situatie kan worden bereikt met én de speelplek én de dagopvang zal voor de speelplek - in overleg met betrokkenen - een andere oplossing gevonden moeten worden.

 

11. - Hotel Coen (N. Buys)

11.1. Samenvatting: Inspreker maakt bezwaar tegen deze locatie aangezien de dagopvang een aanzuigende werking zal veroorzaken op het station Delft en een verloedering van de stationsomgeving teweeg zal brengen. Ook zal er een kans op toename van criminaliteit zijn.

Antwoord: De Nijverheidsstraat ligt op ruime afstand van het open gebied van het station. De kans dat mensen vanaf het stationsplein het dienstencentrum als ontmoetingsplek zullen gaan gebruiken of zelfs uit andere steden op het dienstencentrum zullen afkomen achten wij mede daarom klein. Indien een dergelijke ontwikkeling zich wel voordoet kan die door middel van bijvoorbeeld een inschrijf- of pasjessysteem worden gestopt.

Conclusie: Deze inspraak heeft geen invloed op de besluitvorming.

 

11.2. Samenvatting: Het hotel zal inkomstenderving hebben doordat de gasten wegblijven.

Antwoord: In antwoord in algemene zin op uw reactie verwijzen we u naar paragraaf D IX Toerisme van het algemene gedeelte van de locatie GGD/Ambulancepost. Het gebied rondom de Nijverheidsstraat kent geen toeristische trekpleisters. Voor een reactie op het aspect inkomstenderving verwijzen wij u naar paragraaf E X 'Schadeclaims'.

Conclusie: Het geheel overziend kan nu naar ons oordeel niet gezegd dat de komst van het centrum tot een verslechtering van het (toeristisch) klimaat in het betrokken deel van de stad zal leiden.

Bij de wijziging van het bestemmingsplan kunnen belanghebbenden verzoeken om planschadevergoeding.

 

12. - R. van Dam

12.1. Samenvatting: Insprekers vinden de locatie ongeschikt omdat er een waardedaling van woningen op zal treden. De vraag is hoe de gemeente dit zal compenseren.

Antwoord: Voor beantwoording van uw reactie verwijzen wij u naar de paragraaf E X 'Schadeclaims'.

Conclusie: Bij de wijziging van het bestemmingsplan kunnen belanghebbenden verzoeken om planschadevergoeding.

 

12.2. Samenvatting: De aanlooproute naar het station is zeer kort, waardoor andere steden ook gebruik zullen maken van deze faciliteit. Ook liggen er scholen op de route.

Antwoord: De Nijverheidsstraat ligt op ruime afstand van het open gebied van het station. De kans dat mensen vanaf het stationsplein het dienstencentrum als ontmoetingsplek zullen gaan gebruiken of zelfs uit andere steden op het dienstencentrum zullen afkomen achten wij mede daarom klein. Indien een dergelijke ontwikkeling zich wel voordoet kan die door middel van bijvoorbeeld een inschrijf- of pasjessysteem worden gestopt. Voor de beantwoording van uw reactie ten aanzien van de looproute verwijzen we u naar de paragraaf E V 'Looproute' van het algemene gedeelte. Terzijde van de looproute Locomotiefpad ligt één school. Deze is echter niet georiënteerd op het Locomotiefpad. Het college ziet derhalve geen duidelijke relatie tussen mogelijk overlastgevend gedrag van de doelgroep en de school. We vinden het wel van belang met de school contact te onderhouden om dit punt goed te kunnen blijven volgen.

Conclusie: Deze reactie leidt met andere reacties tot het formuleren van een aantal aandachtspunten bij het realiseren van beheerafspraken indien de dagopvang gevestigd wordt aan de Nijverheidsstraat.

 

12.3. Samenvatting: De omgeving van de Nijverheidsstraat heeft al veel te kampen met overlast van de discotheek, de graffititunnel, criminaliteit van zaterdagavond bezoekers die teruglopen naar huis, bezoekers van de Aldi supermarkt en rondhangende verslaafden.

Antwoord: Het gebied kent een fors aantal verschillende functies, zowel kijkend naar de directe als de iets verder weg gelegen omgeving van de beoogde locatie. Het totale gebied vervult mede een centrumfunctie voor de gehele stad. Dat brengt bedrijvigheid en verkeer met zich mee. In zijn algemeenheid wil het college dat niet als overlast typeren. Overlast is wat mensen hindert bij het normaal functioneren in een dergelijk gebied.

Ons is bekend dat de discotheek voor overlast zorgt. Andere overlastgevende functies zijn ons niet bekend. Gezien het grote verschil in de openingstijden en de verkeersbarrière tussen locatie dagopvang en discotheek zien wij geen relatie tussen de functies.

Het college is van mening dat de buurt, afgezien van incidenten, er redelijk bijstaat. Naar ons oordeel is er zeker geen sprake van verloedering of verwaarlozing.

In de veiligheidsscan die van de omgeving van de mogelijke locatie wordt gemaakt worden de risico's op het gebied van overlast en veiligheid nader beschreven.

Conclusie: Deze inspraak heeft geen invloed op de besluitvorming.

 

12.4. Samenvatting: In de speeltuin, die is gerealiseerd na een lange procedure, zullen kinderen niet meer veilig kunnen spelen wanneer de verslaafden er na sluitingstijd zullen gaan gebruiken en spuiten zullen laten rondslingeren.

Antwoord: Voor de beantwoording van uw reactie verwijzen we u naar de paragraaf E VII 'Ligging naast kinderspeelplaats' van het algemene gedeelte. In de huidige drugsgebruikerswereld wordt niet of nauwelijks meer gebruik maakt van spuiten en dus naalden. Harddrugs, zoals crack en heroïne, worden verwarmd en vervolgens opgesnoven. Voor diegene die naalden gebruikt is het 'schone spuitenproject' van toepassing. Tegen inlevering van een oude spuit wordt een nieuwe spuit verstrekt. In of nabij de huidige locatie aan de Oostsingel zijn de afgelopen jaren geen spuiten aangetroffen. Het gevaar van rondslingerende gebruikte spuiten valt vrijwel volledig uit te sluiten.

Conclusie: Het is zeker niet de bedoeling van het college om spelende kinderen stelselmatig met de bezoekers van het centrum in contact te laten komen. Voor het college betekent dit echter niet dat de Nijverheidsstraat afvalt als mogelijke locatie. Wanneer niet een bevredigende situatie kan worden bereikt met én de speelplek én de dagopvang zal voor de speelplek - in overleg met betrokkenen - een andere oplossing gevonden moeten worden.

 

12.5. Samenvatting: In de omgeving van de locatie zijn veel bedrijven gevestigd die financiële gevolgen zullen ondervinden wanneer de dagopvang hier zou worden gerealiseerd.

 Antwoord: Voor beantwoording van uw reacties verwijzen wij u naar de paragraaf E IV  'Overlast en beheer' en paragraaf E X 'Schadeclaims'.

Conclusie: Omdat de dagopvang een kleinschalige voorziening is, en drugsgebruikers een minderheid van de bezoekers vormen en daarnaast door een goede inrichting van de locatie en beheer van de omgeving het risico op overlast en criminaliteit verder beperkt kan worden, kan -in objectieve zin- een voldoende niveau van veiligheid bereikt worden. Dat neemt niet weg dat het belangrijk is structureel overleg te hebben tussen gemeente, politie, de dagopvang, omwonenden en ondernemers. Dat overleg moet leiden tot een beheerplan en regelmatige evaluatie van de gang van zaken. Daarbij horen ook een serieus sanctiebeleid van de dagopvang en afspraken over een snelle reactie van de hulpdiensten bij incidenten. Op deze wijze kan het beperkte risico worden verkleind, moet ook het vertrouwen ontstaan dat wangedrag wordt aangepakt, waardoor uiteindelijk het gevoel van onveiligheid vermindert.

Bij de wijziging van het bestemmingsplan kunnen belanghebbenden verzoeken om planschadevergoeding.

 

12.6. Samenvatting: De drukte rondom de Aldi is al erg groot. Nog meer mensen in dit gebied zou het ondragelijk maken om de leefbaarheid te waarborgen.

Antwoord: Voor de beantwoording van reacties aangaande de ligging ten opzichte van winkels verwijzen we u naar de paragraaf E VI 'Ligging in/tegen winkelgebied' van het algemene gedeelte.

Conclusie: Door het bieden van een plaats, een programma en activiteiten draagt de dagopvang bij aan het tegengaan van overlast in stad en winkelcentra. Ook vanwege de kleinschaligheid van de voorziening en de ervaringen op de huidige locatie verwacht het college geen significante toename van overlast of criminaliteit bij of in winkels. Wel lijkt het ons van belang in de beheerafspraken die nodig zijn bij de eventuele komst van een centrum de relatie met de Aldi te betrekken. Daarbij zal bekeken moeten worden of het zinnig is enige tijd na sluitingstijd van het centrum na te gaan of de bezoekers van het centrum de directe omgeving inderdaad verlaten hebben.

 

13. - J. Dekkers

13.1. Samenvatting: Het oude centrum van Delft is niet het midden van de gemeente. De

meeste mensen wonen buiten het oude centrum. Daarom is deze locatie en de GGD

locatie meer centraal gelegen en beter bereikbaar voor de doelgroep. Deze locatie is beter dan de GGD vanwege de centrale ligging.

Antwoord: Het college kiest bewust voor een ligging in of nabij de binnenstad, aangezien de doelgroep zich daar ophoudt en op deze wijze de doelgroep bereikt kan worden. Paragraaf E V 'Ligging ten opzichte van de binnenstad' gaat hier verder op in. Inspreker merkt terecht op dat de locaties GGD en Nijverheidsstraat geografisch gezien centraal in de stad liggen. Het afstandverschil tussen deze twee locaties is niet zodanig dat alleen vanwege dit verschil de GGD boven de Nijverheidsstraat zou moeten prevaleren of andersom.

Conclusie:  Het college heeft kennisgenomen van de voorkeur van inspreker.

 

14. - H. Deurlo (Voorzitter VVE Westlandseweg 13-113)

14.1. Samenvatting: Insprekers maken bezwaar tegen deze locatie omdat de wijk erg

dichtbevolkt is. Zaken die een onveilig gevoel geven moeten aangepakt worden en

zeker niet worden uitgebreid.

Antwoord: Voor beantwoording van uw reactie verwijzen wij u naar de paragraaf E IV 'Overlast en beheer'. Van belang is hierbij te onderstrepen dat rond de huidige locatie de criminaliteitscijfers vergelijkbaar zijn met andere gebieden in de stad.

Conclusie: Onze conclusie op het gebied van veiligheid is dat, gezien de omvang en de aard van de groep die het dienstencentrum bezoekt, de aanpak rond de buitenruimte en de toegangssluis en de ervaringen van de laatste jaren de risico's beperkt zijn. Dat neemt niet weg dat het belangrijk is structureel overleg te hebben tussen gemeente, politie, de dagopvang, omwonenden en ondernemers. Dat overleg moet leiden tot een beheerplan en regelmatige evaluatie van de gang van zaken. Daarbij horen ook een serieus sanctiebeleid van de dagopvang en afspraken over een snelle reactie van de hulpdiensten bij incidenten. Op deze wijze kan het beperkte risico worden verkleind en kan het vertrouwen ontstaan dat wangedrag effectief wordt aangepakt. Dit zal bijdragen aan de vermindering van het gevoel van onveiligheid.

 

14.2. Samenvatting: Buiten de dagopvang zijn er vele niet beheersbare plekken waar

verslaafden zich kunnen gaan ophouden. In de dagopvang mag geen drugs gebruikt

worden. Daardoor zullen verslaafden drugs gebruiken in de trappenhuizen, steegjes en

portieken in de directe woonomgeving van het wooncomplex.

Antwoord: Voor de beantwoording van uw reactie in algemene zin verwijzen we u naar paragraaf E IV 'Overlast en beheer'. Om het niet nakomen van afspraken en slijtage van gemaakte afspraken te voorkomen is van belang dat het overleg tussen betrokkenen een blijvend karakter krijgt. Daarnaast kan het van belang zijn omwonenden meer te betrekken bij het werk van het centrum om de wederzijdse bekendheid te vergroten.

Conclusie: Blijvend overleg is nodig om het niet nakomen van afspraken tegen te gaan.

 

14.3. Samenvatting: Er zal een aanzuigende werking zijn op verslaafden uit Rotterdam, Den Haag en Leiden, waardoor de capaciteit van de opvang overschreden zal worden en men rond de woningen voor overlast zal zorgen. Ook kan dit spanningen geven

binnen de dagopvang zelf, aangezien niet alle groepen even goed samengaan.

Antwoord: De Nijverheidsstraat ligt op ruime afstand van het open gebied van het station. De kans dat mensen vanaf het stationsplein het dienstencentrum als ontmoetingsplek zullen gaan gebruiken of zelfs uit andere steden op het dienstencentrum zullen afkomen achten wij mede daarom klein. Indien een dergelijke ontwikkeling zich wel voordoet kan die door middel van bijvoorbeeld een inschrijf- of pasjessysteem worden gestopt.

Conclusie: Deze inspraak heeft geen invloed op de besluitvorming.

 

14.4. Samenvatting: Met de dagopvang pal naast de kinderspeeltuin zullen kinderen niet

meer veilig gebruik kunnen maken van deze faciliteit, aangezien er ook verslaafden

zullen gaan rondhangen.

Antwoord: Voor de beantwoording van uw reactie verwijzen we u naar de paragraaf E VII 'Ligging naast kinderspeelplaats' van het algemene gedeelte. 

Conclusie: Het is zeker niet de bedoeling van het college om spelende kinderen stelselmatig met de bezoekers van het centrum in contact te laten komen. Voor het college betekent dit echter niet dat de Nijverheidsstraat afvalt als mogelijke locatie. Wanneer niet een bevredigende situatie kan worden bereikt met én de speelplek én de dagopvang zal voor de speelplek - in overleg met betrokkenen - een andere oplossing gevonden moeten worden.

 

14.5. Samenvatting: Pinautomaten in de buurt zullen als onveilig gezien gaan worden.

Antwoord: Voor beantwoording van uw reactie verwijzen wij u in algemene zin naar de paragraaf E IV 'Overlast en beheer'. Van belang is hierbij te onderstrepen dat rond de huidige locatie de criminaliteitscijfers vergelijkbaar zijn met andere gebieden in de stad. Over de pinautomaten kan verder gezegd worden dat zij alle aan de Papsouwselaan gelegen zijn. Zeker rond en tijdens de openingsuren van het centrum is de Papsouwselaan druk genoeg om het risico van beroving aan een pinautomaat aanzienlijk te beperken.

Conclusie: Onze conclusie op het gebied van veiligheid is dat, gezien de omvang en de aard van de groep die het dienstencentrum bezoekt, de aanpak rond de buitenruimte en de toegangssluis en de ervaringen van de laatste jaren de risico's beperkt zijn. Dat neemt niet weg dat het belangrijk is structureel overleg te hebben tussen gemeente, politie, de dagopvang, omwonenden en ondernemers. Dat overleg moet leiden tot een beheerplan en regelmatige evaluatie van de gang van zaken. Daarbij horen ook een serieus sanctiebeleid van de dagopvang en afspraken over een snelle reactie van de hulpdiensten bij incidenten. Op deze wijze kan het beperkte risico worden verkleind en kan het vertrouwen ontstaan dat wangedrag effectief wordt aangepakt. Dit zal bijdragen aan de vermindering van het gevoel van onveiligheid.

 

14.6. Samenvatting: In de avonduren, na sluitingstijd om 16.30 uur, is er geen sociale

controle op de omgeving. De politie heeft totaal geen inzicht in de situatie. De bewoners zullen zich nog meer bedreigd gaan voelen.

Antwoord: Voor de beantwoording van uw reactie in algemene zin verwijzen we u naar paragraaf E IV 'Overlast en beheer'. Om het niet nakomen van afspraken en slijtage van gemaakte afspraken te voorkomen is van belang dat het overleg tussen betrokkenen een blijvend karakter krijgt. Daarnaast kan het van belang zijn omwonenden meer te betrekken bij het werk van het centrum om de wederzijdse bekendheid te vergroten.

Conclusie: Blijvend overleg is nodig om het niet nakomen van afspraken tegen te gaan.

 

14.7. Samenvatting: De aanlooproute vanaf het station is heel kort en zal een aanzuigende werking hebben op mensen die gebruik willen maken van de dagopvang. Deze aanlooproute loopt door en eindigt in een woonwijk en is een doorgaande route langs scholen.

Antwoord: De locatie Nijverheidsstraat bevindt zich in een gevarieerd gebied met diverse functies, zoals een winkelfunctie. Daarnaast vinden er veel verkeersbewegingen in de omgeving plaats. De locatie bevindt zich niet in een omgeving die uitsluitend de functie wonen kent.

De Nijverheidsstraat ligt op ruime afstand van het open gebied van het station. De kans dat mensen vanaf het stationsplein het dienstencentrum als ontmoetingsplek zullen gaan gebruiken of zelfs uit andere steden op het dienstencentrum zullen afkomen achten wij mede daarom klein. Indien een dergelijke ontwikkeling zich wel voordoet kan die door middel van bijvoorbeeld een inschrijf- of pasjessysteem worden gestopt. Voor de beantwoording van uw reactie ten aanzien van de looproute verwijzen we u naar de paragraaf E V 'Looproute' van het algemene gedeelte. Terzijde van de looproute Locomotiefpad ligt één school. Deze is echter niet georiënteerd op het Locomotiefpad. Het college ziet derhalve geen duidelijke relatie tussen mogelijk overlastgevend gedrag van de doelgroep en de school. We vinden het wel van belang met de school contact te onderhouden om dit punt goed te kunnen blijven volgen.

Conclusie: De huidige looproutes gaan niet door uitsluitend woonomgeving. Deze reactie leidt met andere reacties tot het formuleren van een aantal aandachtspunten bij het realiseren van beheerafspraken indien de dagopvang gevestigd wordt aan de Nijverheidsstraat.

 

14.8. Samenvatting: De Aldi ligt op 40 meter afstand van de dagopvang. Er zullen zich daar groepjes gaan ophouden en voor overlast gaan zorgen. Ook in winkelcentrum in den Hoven zullen zich groepjes gaan ophouden waardoor het onveiligheidsgevoel zal

toenemen.

Antwoord: Voor de beantwoording van reacties aangaande de ligging ten opzichte van winkels verwijzen we u naar de paragraaf E VI 'Ligging in/tegen winkelgebied' van het algemene gedeelte.

Conclusie: Door het bieden van een plaats, een programma en activiteiten draagt de dagopvang bij aan het tegengaan van overlast in stad en winkelcentra. Vanwege de kleinschaligheid van de voorziening en de ervaringen op de huidige locatie gaat het college ervan uit dat de risico's voor de winkels in de omgeving beperkt zijn. Dat onder de voorwaarde dat in de beheersafspraken met betrokken partijen duidelijke afspraken worden gemaakt, dat deze adequaat worden uitgevoerd en door middel van een structureel overleg worden gevolgd. Daarbij zou de mogelijkheid kunnen worden betrokken om enige tijd na sluiting van het centrum door middel van een ronde om het centrum na te gaan of de bezoekers van het centrum de directe omgeving inderdaad verlaten hebben.

 

 

14.9. Samenvatting: Woningen zullen in waarde dalen. De gemeente zal aansprakelijk

worden gesteld voor alle financiële schade die dit met zich meebrengt.

Antwoord: Voor beantwoording van uw reacties verwijzen wij u naar de paragraaf E IV  'Overlast en beheer' en paragraaf E X 'Schadeclaims'.

Conclusie: Omdat de dagopvang een kleinschalige voorziening is, en drugsgebruikers een minderheid van de bezoekers vormen en daarnaast door een goede inrichting van de locatie en beheer van de omgeving het risico op overlast en criminaliteit verder beperkt kan worden, kan -in objectieve zin- een voldoende niveau van veiligheid bereikt worden. Dat neemt niet weg dat het belangrijk is structureel overleg te hebben tussen gemeente, politie, de dagopvang, omwonenden en ondernemers. Dat overleg moet leiden tot een beheerplan en regelmatige evaluatie van de gang van zaken. Daarbij horen ook een serieus sanctiebeleid van de dagopvang en afspraken over een snelle reactie van de hulpdiensten bij incidenten. Op deze wijze kan het beperkte risico worden verkleind, moet ook het vertrouwen ontstaan dat wangedrag wordt aangepakt, waardoor uiteindelijk het gevoel van onveiligheid vermindert.

Bij de wijziging van het bestemmingsplan kunnen belanghebbenden verzoeken om planschadevergoeding.

 

14.10. Samenvatting: De vele kleinschalige bedrijven zullen ook de nodige maatregelen

moeten nemen om hun goederen veilig te stellen wat investeringen vereist.

Antwoord: Voor beantwoording van uw reacties verwijzen wij u naar de paragraaf E IV  'Overlast en beheer' en paragraaf E X 'Schadeclaims'.

Conclusie: Omdat de dagopvang een kleinschalige voorziening is, en drugsgebruikers een minderheid van de bezoekers vormen en daarnaast door een goede inrichting van de locatie en beheer van de omgeving het risico op overlast en criminaliteit verder beperkt kan worden, kan -in objectieve zin- een voldoende niveau van veiligheid bereikt worden. Dat neemt niet weg dat het belangrijk is structureel overleg te hebben tussen gemeente, politie, de dagopvang, omwonenden en ondernemers. Dat overleg moet leiden tot een beheerplan en regelmatige evaluatie van de gang van zaken. Daarbij horen ook een serieus sanctiebeleid van de dagopvang en afspraken over een snelle reactie van de hulpdiensten bij incidenten. Op deze wijze kan het beperkte risico worden verkleind, moet ook het vertrouwen ontstaan dat wangedrag wordt aangepakt, waardoor uiteindelijk het gevoel van onveiligheid vermindert.

Bij de wijziging van het bestemmingsplan kunnen belanghebbenden verzoeken om planschadevergoeding.

 

14.11. Samenvatting: Door de komst van de spoortunnel zal de loopafstand tot het station

vanaf de locatie nog minder zijn.

Antwoord: De Nijverheidsstraat blijft op ruime afstand van het open gebied van het station liggen. De kans dat mensen vanaf het stationsplein het dienstencentrum als ontmoetingsplek zullen gaan gebruiken of zelfs uit andere steden op het dienstencentrum zullen afkomen achten wij mede daarom klein. Indien een dergelijke ontwikkeling zich wel voordoet kan die door middel van bijvoorbeeld een inschrijf- of pasjessysteem worden gestopt.

Conclusie: Deze inspraak heeft geen invloed op de besluitvorming.

 

14.12. Samenvatting: Een aantal factoren verstoren nu al het wooncomfort en het gevoel van veiligheid. Dit zal zeker toenemen indien de dagopvang op deze locatie komt:

Intimiderende personen bij de Aldi, zwerfvuil, chaos bij het parkeren van auto's,

drugsgebruikers in de trappenhuizen, verkeersoverlast bij het tankstation Deko,

overlast van de bezoekers van de discotheek en geluidhinder van de wasstraat de

Wasbeer.

Antwoord: Het gebied kent een fors aantal verschillende functies, zowel kijkend naar de directe als de iets verder weg gelegen omgeving van de beoogde locatie. Het totale gebied vervult mede een centrumfunctie voor de gehele stad. Dat brengt bedrijvigheid en verkeer met zich mee. In zijn algemeenheid wil het college dat niet als overlast typeren. Overlast is wat mensen hindert bij het normaal functioneren in een dergelijk gebied.

Ons is bekend dat de discotheek voor overlast zorgt. Andere overlastgevende functies zijn ons niet bekend. Gezien het grote verschil in de openingstijden en de verkeersbarrière tussen locatie dagopvang en discotheek zien wij geen relatie tussen de functies.

Het college is van mening dat de buurt, afgezien van incidenten, er redelijk bijstaat. Naar ons oordeel is er zeker geen sprake van verloedering of verwaarlozing.

In de veiligheidsscan die van de omgeving van de mogelijke locatie wordt gemaakt worden de risico's op het gebied van overlast en veiligheid nader beschreven.

Conclusie: Deze inspraak heeft geen invloed op de besluitvorming.

 

15. - L.M. Dijker, J.M.A. Dijker-Heijdel en F.C. Dijker

15.1. Samenvatting: Insprekers maken bezwaar tegen deze locatie om verschillende

redenen. Insprekers vermoeden dat de aanwezige kinderspeelplaats zal verdwijnen bij

de bouw van de beoogde dagopvang. Dat is onacceptabel. Een verplaatsing naar een

andere locatie in de wijk zou kapitaalvernietiging zijn aangezien de speelplaats pas 3

jaar geleden is aangelegd.

Antwoord: Voor de beantwoording van uw reactie verwijzen we u naar de paragraaf E VII 'Ligging naast kinderspeelplaats' van het algemene gedeelte. 

Conclusie: Het is zeker niet de bedoeling van het college om spelende kinderen stelselmatig met de bezoekers van het centrum in contact te laten komen. Voor het college betekent dit echter niet dat de Nijverheidsstraat afvalt als mogelijke locatie. Wanneer niet een bevredigende situatie kan worden bereikt met én de speelplek én de dagopvang zal voor de speelplek - in overleg met betrokkenen - een andere oplossing gevonden moeten worden.

 

15.2. Samenvatting: Met de komst van een dagopvang zou het aantal confrontaties tussen onze kinderen en bezoekers van de opvang toenemen, met als gevolg een vertekend maatschappijbeeld bij kinderen wat onwenselijk is.

Antwoord: Over de aspecten overlast en beheer verwijzen wij u naar de paragraaf E IV 'Overlast en beheer' van het algemene gedeelte. Over kwetsbare doelgroepen en een dagopvang kan het volgende gezegd worden. Omdat de buitenruimte binnen het complex wordt gerealiseerd is datgene wat van het centrum gezien zal kunnen worden het komen en gaan van bezoekers. Het is ook mogelijk dat bezoekers van het centrum de looproute van bewoners kruisen. Dat zijn zaken die het college niet als hinderlijk beschouwt.

Het blijft echter denkbaar dat bezoekers van het centrum (rond sluitingstijd) rondhangen in de omgeving en zich daar hinderlijk kunnen gedragen. Hier zullen afspraken over moeten worden gemaakt. Dat houdt in dat voor de bezoekers van het centrum de regel moet gelden dat rondhangen in de omgeving van het centrum niet is toegestaan, hier kan dagelijks op gesurveilleerd worden. Op overtreding zullen sancties staan (bijvoorbeeld het ontzeggen van de toegang tot het centrum, het niet kunnen beschikken over een postadres bij het centrum of het niet kunnen verkrijgen van een pasje voor de nachtopvang). Geregeld moet worden dat signalen van omwonenden en belanghebbenden direct worden opgepakt door medewerkers van het centrum, dan wel de politie. In het overleg tussen centrum, buurt, politie en gemeente zullen de regels voorbereid worden en kan de gang van zaken regelmatig besproken worden.

Conclusie: Gezien het voorgaande ziet het college geen bijzondere risico's van de komst van een dagopvangcentrum in relatie tot bepaalde groepen bewoners in de omgeving van de Nijverheidsstraat.

 

15.3. Samenvatting: Zowel de veiligheid van persoonlijke spullen als de persoonlijke

veiligheid zal een groter risico lopen. Men verwacht niet veel van de toezeggingen

m.b.t. een beheerplan, sanctiebeleid, en snelle reactietijden van hulpdiensten die het

risico zouden verkleinen. Na verloop van tijd treedt slijtage op.

Antwoord: Voor de beantwoording van uw reactie in algemene zin verwijzen we u naar paragraaf E IV 'Overlast en beheer'. Om het niet nakomen van afspraken en slijtage van gemaakte afspraken te voorkomen is van belang dat het overleg tussen betrokkenen een blijvend karakter krijgt. Daarnaast kan het van belang zijn omwonenden meer te betrekken bij het werk van het centrum om de wederzijdse bekendheid te vergroten. Blijvend overleg is nodig om het niet nakomen van afspraken tegen te gaan.

 

15.4. Samenvatting: De komst van de Spoortunnel betekent dat de dagopvang (indien hij op deze locatie gerealiseerd zal worden) opnieuw zou moeten verhuizen. Dit is dan

kapitaalvernietiging.

Antwoord: Voor een antwoord op uw reactie verwijzen wij u naar de paragraaf VIII 'Ligging ten opzichte van station/Ontwikkeling Spoorzone' van het algemene gedeelte.

Conclusie: De dagopvang is goed inpasbaar in de plannen van het spoorzonegebied.

 

15.5. Samenvatting: Door de vestiging van de beoogde dagopvang zullen de woningen in prijs dalen. Men zal middels een taxatie de waarde laten vaststellen en men zal de

gemeente aansprakelijk stellen voor de waardevermindering. Men zal de kosten voor het benodigde afsluiten van de gemeenschappelijke ruimtes van het flatgebouw verhalen op de gemeente.

Antwoord: Voor beantwoording van uw reactie verwijzen wij u naar de paragraaf E X 'Schadeclaims'.

Conclusie: Bij de wijziging van het bestemmingsplan kunnen belanghebbenden verzoeken om planschadevergoeding.

 

15.6. Samenvatting: Op dit moment ervaart men al veel overlast door de aanwezigheid van de Aldi supermarkt (overlast door het parkeergedrag van klanten) en de discotheek (parkeergedrag van bezoekers). Ook ligt de wijk in de aanlooproute van de stad naar de verschillende woonwijken waardoor men al veel overlast heeft omdat er in auto's wordt ingebroken of omdat ze moedwillig beschadigd worden.

Antwoord: Het gebied kent een fors aantal verschillende functies, zowel kijkend naar de directe als de iets verder weg gelegen omgeving van de beoogde locatie. Het totale gebied vervult mede een centrumfunctie voor de gehele stad. Dat brengt bedrijvigheid en verkeer met zich mee. In zijn algemeenheid wil het college dat niet als overlast typeren. Overlast is wat mensen hindert bij het normaal functioneren in een dergelijk gebied.

Ons is bekend dat de discotheek voor overlast zorgt. Andere overlastgevende functies zijn ons niet bekend. Gezien het grote verschil in de openingstijden en de verkeersbarrière tussen locatie dagopvang en discotheek zien wij geen relatie tussen de functies.

In de veiligheidsscan die van de omgeving van de mogelijke locatie wordt gemaakt worden de risico's op het gebied van overlast en veiligheid nader beschreven.

Conclusie: Deze inspraak heeft geen invloed op de besluitvorming.

 

16. - M.B. Esseling

16.1. Samenvatting: De locatie is ongeschikt omdat ze in een druk winkelgebied is gelegen (winkelcentrum in den Hoven en de Aldi). Na sluitingstijd van de dagopvang zal er een aanzuigende werking van in den Hoven uitgaan en de Aldi en men zal blijven rondhangen waardoor een hangplek ontstaat. Een locatie buiten een druk winkelgebied heeft de voorkeur.

Antwoord: Voor de beantwoording van reacties aangaande de ligging ten opzichte van winkels verwijzen we u naar de paragraaf E VI 'Ligging in/tegen winkelgebied' van het algemene gedeelte.

Conclusie: Door het bieden van een plaats, een programma en activiteiten draagt de dagopvang bij aan het tegengaan van overlast in stad en winkelcentra. Vanwege de kleinschaligheid van de voorziening en de ervaringen op de huidige locatie gaat het college ervan uit dat de risico's voor de winkels in de omgeving beperkt zijn. Dat onder de voorwaarde dat in de beheersafspraken met betrokken partijen duidelijke afspraken worden gemaakt, dat deze adequaat worden uitgevoerd en door middel van een structureel overleg worden gevolgd. Daarbij zou de mogelijkheid kunnen worden betrokken om enige tijd na sluiting van het centrum door middel van een ronde om het centrum na te gaan of de bezoekers van het centrum de directe omgeving inderdaad verlaten hebben.

 

17. - Gebouw Essenstaete, Fabrieksstraat VVE (P. van Opzeeland).

17.1. Samenvatting: Insprekers maken bezwaar tegen deze locatie omdat de wijk erg

dichtbevolkt is. Zaken die een onveilig gevoel geven moeten aangepakt worden en

zeker niet worden uitgebreid.

Antwoord: De buurt rond de mogelijk locatie van de dagopvang is niet zozeer dichtbevolkt, maar kent wel een groot aantal verschillende functies. Dat brengt met zich mee dat er rond de dagopvang veel mensen en verkeer zijn. Dat element gecombineerd met de kleinschaligheid van de voorziening en de mogelijkheid via beheerafspraken risico's verder te beperken maakt dat de dagopvang vanuit veiligheidsoptiek in deze buurt inpasbaar is. Het veiligheidsgevoel in relatie tot de dagopvang zal moeten ontstaan uit overleg en een adequate uitvoering van de beheerafspraken.

Conclusie: De dagopvang is naar het oordeel van het college ook vanuit de optiek van veiligheid en onder voorwaarden inpasbaar in de buurt.

 

17.2. Samenvatting: Buiten de dagopvang zijn er vele plekken 'moeilijk controleerbaar' waar men zich kan ophouden zonder toezicht: overdekte oprijlaan, hal bij de

brievenbussen, Irenetunnel, enz. Aangezien bij de dagopvang niets gebruikt mag

worden zal men daar deze plekken voor gaan gebruiken.

Antwoord: Voor de beantwoording van uw reactie in algemene zin verwijzen we u naar paragraaf E IV 'Overlast en beheer'. Om het niet nakomen van afspraken en slijtage van gemaakte afspraken te voorkomen is van belang dat het overleg tussen betrokkenen een blijvend karakter krijgt. Daarnaast kan het van belang zijn omwonenden meer te betrekken bij het werk van het centrum om de wederzijdse bekendheid te vergroten.

Conclusie: Blijvend overleg is nodig om het niet nakomen van afspraken tegen te gaan.

 

17.3. Samenvatting: Er is een kans op een aanzuigende werking op groepjes daklozen uit Rotterdam, Rijswijk, Den Haag of Leiden. Daardoor zal de capaciteit van de

dagopvang snel te klein worden waardoor men zich in de buurt zal gaan ophouden

aangezien het complex midden in de looproute ligt. De gemeente stelt dat ze 13.000

bezoekers per jaar verwacht. De bereikbaarheid van de locatie vanuit de stad is kort

maar vanaf het station is het slechts 7 minuten lopen. Dit zal de aanzuigende werking

vergroten. De route loopt langs een school en diverse woningen.

Antwoord: De Nijverheidsstraat ligt op ruime afstand van het open gebied van het station. De kans dat mensen vanaf het stationsplein het dienstencentrum als ontmoetingsplek zullen gaan gebruiken of zelfs uit andere steden op het dienstencentrum zullen afkomen achten wij mede daarom klein. Indien een dergelijke ontwikkeling zich wel voordoet kan die door middel van bijvoorbeeld een inschrijf- of pasjessysteem worden gestopt. Voor de beantwoording van uw reactie ten aanzien van de looproute verwijzen we u naar de paragraaf E V 'Looproute' van het algemene gedeelte. Terzijde van de looproute Locomotiefpad ligt één school. Deze is echter niet georiënteerd op het Locomotiefpad. Het college ziet derhalve geen duidelijke relatie tussen mogelijk overlastgevend gedrag van de doelgroep en de school. We vinden het wel van belang met de school contact te onderhouden om dit punt goed te kunnen blijven volgen.

Conclusie: De huidige looproutes gaan niet door uitsluitend woonomgeving. De lastige onderdelen van de looproutes zullen met de komst van de spoortunnel verdwijnen. De totale lengte van de looproute wordt betrokken bij de afweging tussen alle locaties.

De inspraakreactie over de aanzuigende werking van het station heeft geen invloed op de besluitvorming. Deze reactie leidt met andere reacties tot het formuleren van een aantal aandachtspunten bij het realiseren van beheerafspraken indien de dagopvang gevestigd wordt aan de Nijverheidsstraat.

 

17.4. Samenvatting: Indien de dagopvang pal naast de speeltuin komt, zal deze niet meer veilig gebruikt kunnen worden aangezien verslaafden hier zullen gaan rondhangen. Het gebruik van de diverse speelautomaten aan de Papsouwselaan zal niet plezierig zijn met veel verslaafden in de buurt, dit is nu ook al het geval.

Antwoord: Voor de beantwoording van uw reactie verwijzen we u naar de paragraaf E VII 'Ligging naast kinderspeelplaats' van het algemene gedeelte. De relatie tussen de komst van de dagopvang en speelautomaten aan de Papsouwselaan kunnen wij niet plaatsen.

Conclusie: Het is zeker niet de bedoeling van het college om spelende kinderen stelselmatig met de bezoekers van het centrum in contact te laten komen. Voor het college betekent dit echter niet dat de Nijverheidsstraat afvalt als mogelijke locatie. Wanneer niet een bevredigende situatie kan worden bereikt met én de speelplek én de dagopvang zal voor de speelplek - in overleg met betrokkenen - een andere oplossing gevonden moeten worden.

 

17.5. Samenvatting: Na sluitingstijd in de avonduren, is er minimale sociale controle op de omgeving. De bewoners zullen zich nog meer bedreigd gaan voelen. Het

Locomotiefpad wordt nu al gemeden door zijn slechte reputatie (vanwege meerdere

overvallen). Grote groepen daklozen van diverse afkomst zal spanningen geven waardoor het gevoel van onveiligheid nog vergroot zal worden.Ook kunnen winkelende mensen lastig gevallen worden bij de nabijgelegen Aldi o.a. door bedelen.

Antwoord: Voor de beantwoording van uw reactie in algemene zin verwijzen we u naar paragraaf E IV 'Overlast en beheer'. Om het niet nakomen van afspraken en slijtage van gemaakte afspraken te voorkomen is van belang dat het overleg tussen betrokkenen een blijvend karakter krijgt. Daarnaast kan het van belang zijn omwonenden meer te betrekken bij het werk van het centrum om de wederzijdse bekendheid te vergroten.

Ons beeld van dit gebied is dat zich hier wel eens mensen ophouden, maar niet in die mate dat gezegd zou kunnen worden dat dit een duidelijk verblijfsgebied voor (groepen) verslaafden of daklozen is. Het betreft hier een gebied waarvoor nu en ook na de eventuele komst van de dagopvang  een bepaalde alertheid van de politie en andere toezichthouders nodig is. 

Conclusie: Blijvend overleg is nodig om het niet nakomen van afspraken tegen te gaan.

 

17.6. Samenvatting: Het overdekte winkelcentrum in de Hoven en de Irenetunnel bieden

beschutte plekjes om te gebruiken bij slecht weer. Dit veroorzaakt een gevoel van

onveiligheid bij de bewoners.

Antwoord: Voor de beantwoording van uw reactie in algemene zin verwijzen we u naar paragraaf E IV 'Overlast en beheer'. Om het niet nakomen van afspraken en slijtage van gemaakte afspraken te voorkomen is van belang dat het overleg tussen betrokkenen een blijvend karakter krijgt. Daarnaast kan het van belang zijn omwonenden meer te betrekken bij het werk van het centrum om de wederzijdse bekendheid te vergroten.

Conclusie: Blijvend overleg is nodig om het niet nakomen van afspraken tegen te gaan.

 

17.7. Samenvatting: De woningen zullen in waarde dalen waarvoor de gemeente

aansprakelijk gesteld zal worden.

Antwoord: Voor beantwoording van uw reactie verwijzen wij u naar de paragraaf E X 'Schadeclaims'.

Conclusie: Bij de wijziging van het bestemmingsplan kunnen belanghebbenden verzoeken om planschadevergoeding.

 

17.8. Samenvatting: De bedrijven in de buurt zullen waarschijnlijk hun maatregelen moeten nemen om hun spullen veilig te stellen. Bewoners die zich door de gemeente in de steek gelaten voelen, zullen bij overlast waarschijnlijk eigen maatregelen nemen met alle escalaties van dien.

Antwoord: Voor beantwoording van uw reacties verwijzen wij u naar de paragraaf E VI  'Ligging in/tegen winkelgebied' en paragraaf E X 'Schadeclaims'. Het college geeft er sterk de voorkeur aan dat eventueel ongenoegen ingebracht wordt in het overleg rond de dagopvang.

Conclusie: Door het bieden van een plaats, een programma en activiteiten draagt de dagopvang bij aan het tegengaan van overlast in stad en winkelcentra. Vanwege de kleinschaligheid van de voorziening en de ervaringen op de huidige locatie gaat het college ervan uit dat de risico's voor de winkels in de omgeving beperkt zijn. Dat onder de voorwaarde dat in de beheersafspraken met betrokken partijen duidelijke afspraken worden gemaakt, dat deze adequaat worden uitgevoerd en door middel van een structureel overleg worden gevolgd. Daarbij zou de mogelijkheid kunnen worden betrokken om enige tijd na sluiting van het centrum door middel van een ronde om het centrum na te gaan of de bezoekers van het centrum de directe omgeving inderdaad verlaten hebben.

Bij de wijziging van het bestemmingsplan kunnen belanghebbenden verzoeken om planschadevergoeding.

 

17.9. Samenvatting: Bij de aanleg van de Spoortunnel is ook het bouwen van een woonwijk vanaf de Fabrieksstraat t/m het Abtswoudse pad gepland. Daardoor komt de

dagopvang midden in een woonwijk te liggen. Insprekers kunnen zich niet voorstellen

dat dit het juiste beleid is van de gemeente Delft.

Antwoord: Voor een antwoord op uw reactie verwijzen wij u naar de paragraaf E VIII Ligging ten opzichte van station/Ontwikkeling Spoorzone.

Conclusie: De dagopvang is goed inpasbaar in de plannen van het spoorzonegebied.

 

Gebouw Essenstaete, Fabrieksstraat:

18. C.J. Broekhuizen

19. B. v.d. Wilk

20. M. Kloeg

21. A.A.G. v.d. Maat

22. M.A.J. Ruigrok-Verouden

23. F.B.A. Ruigrok

24. A.M. Fortuin

25. Fam. Schouten

26. A. Neemskruk

27. J. Anders

28. S. Jongejan

29. V. Becker

30. C. Tay

31. G.C. Winkels

32. Bezagen

33. Natadarma

34. J. Visser

35. V. Braun

36. P. Verhaar

37. A. Moerman

38. W. Kruijdenbero

39. P. v. Opzeeland

40. J. v. Duijm

41. T. v.d. Bergh

42. E. van Dijk

43. K. Hinnen

44. B en C. Ruijsenaars

45. F.C. Verbeek

46. H. v. Willenswaard

47. B. Oosterman

48. C. Jacobse

49. D. v. Dam

50. P. v/d Bosch

51. M.E. Voogd

52. J. v.d. Klundert

53. G. Bachus

54. R. Jacobse

55. N. Sonneveld

56. P. Jongeloen

57. I. Brusseman

58. B. v/d Hoven

59. E. van Riet

60. S. de Visser

61. B. Jagesar

62. H. Hassan

62.1. Samenvatting: Insprekers maken bezwaar tegen deze locatie omdat men voorziet dat de dagopvang ernstige overlast zal geven, bestaande uit: Lawaai, agressie,

dronken/gedrogeerde personen, gevaarlijk afval (besmette injectienaalden), crimineel

gedrag. Aangezien de dagopvang alleen overdag open is verwacht men met name 's

avonds en 's nachts veel problemen.

Antwoord: Voor beantwoording van uw reactie verwijzen wij u naar de paragraaf E IV 'Overlast en beheer'. Van belang is hierbij te onderstrepen dat rond de huidige locatie de criminaliteitscijfers vergelijkbaar zijn met andere gebieden in de stad.

In de huidige drugsgebruikerswereld wordt niet of nauwelijks meer gebruik maakt van spuiten en dus naalden. Harddrugs, zoals crack en heroïne, worden verwarmd en vervolgens opgesnoven. Voor diegene die naalden gebruikt is het 'schone spuitenproject' van toepassing. Tegen inlevering van een oude spuit wordt een nieuwe spuit verstrekt. In of nabij de huidige locatie aan de Oostsingel zijn de afgelopen jaren geen spuiten aangetroffen. Het gevaar van rondslingerende gebruikte spuiten valt vrijwel volledig uit te sluiten.

Conclusie: Onze conclusie op het gebied van veiligheid is dat, gezien de omvang en de aard van de groep die het dienstencentrum bezoekt, de aanpak rond de buitenruimte en de toegangssluis en de ervaringen van de laatste jaren de risico's beperkt zijn. Dat neemt niet weg dat het belangrijk is structureel overleg te hebben tussen gemeente, politie, de dagopvang, omwonenden en ondernemers. Dat overleg moet leiden tot een beheerplan en regelmatige evaluatie van de gang van zaken. Daarbij horen ook een serieus sanctiebeleid van de dagopvang en afspraken over een snelle reactie van de hulpdiensten bij incidenten. Op deze wijze kan het beperkte risico worden verkleind en kan het vertrouwen ontstaan dat wangedrag effectief wordt aangepakt. Dit zal bijdragen aan de vermindering van het gevoel van onveiligheid.

 

62.2. Samenvatting: Door de nabijheid van het centraal station zullen daklozen en

verslaafden uit Rotterdam en Den Haag worden.

Antwoord: De Nijverheidsstraat ligt op ruime afstand van het open gebied van het station. De kans dat mensen vanaf het stationsplein het dienstencentrum als ontmoetingsplek zullen gaan gebruiken of zelfs uit andere steden op het dienstencentrum zullen afkomen achten wij mede daarom klein. Indien een dergelijke ontwikkeling zich wel voordoet kan die door middel van bijvoorbeeld een inschrijf- of pasjessysteem worden gestopt.

Conclusie: Deze inspraak heeft geen invloed op de besluitvorming.

 

63. - M. Franceschini

63.1. Samenvatting: Inspreker is het oneens met de vestiging van de dagopvang op deze locatie omdat de locatie midden tussen het winkelcentrum In den Hoven en de Aldi is gelegen. Hierdoor zal diefstal in de winkels toenemen. Hierdoor zal het winkelcentrum een slechte reputatie krijgen en zullen klanten uitwijken naar andere winkelcentra waardoor winkels zullen moeten sluiten.

 Antwoord: Voor de beantwoording van reacties aangaande de ligging ten opzichte van winkels verwijzen we u naar de paragraaf E VI 'Ligging in/tegen winkelgebied' van het algemene gedeelte.

Conclusie: Door het bieden van een plaats, een programma en activiteiten draagt de dagopvang bij aan het tegengaan van overlast in stad en winkelcentra. Vanwege de kleinschaligheid van de voorziening en de ervaringen op de huidige locatie gaat het college ervan uit dat de risico's voor de winkels in de omgeving beperkt zijn. Dat onder de voorwaarde dat in de beheersafspraken met betrokken partijen duidelijke afspraken worden gemaakt, dat deze adequaat worden uitgevoerd en door middel van een structureel overleg worden gevolgd. Daarbij zou de mogelijkheid kunnen worden betrokken om enige tijd na sluiting van het centrum door middel van een ronde om het centrum na te gaan of de bezoekers van het centrum de directe omgeving inderdaad verlaten hebben.

 

63.2. Samenvatting: Er zal een nieuw pand gebouwd moeten worden. Daarom gaat de voorkeur uit naar de Crommelinlaan of de Surinamestraat aangezien daar alleen verbouwd hoeft te worden.

Antwoord: Het kostenaspect zal mee worden genomen in het bouwkundig haalbaarheidsonderzoek en onderdeel uitmaken van de finale afweging (naast de resultaten uit de inspraak en de veiligheidsscan). Het college maakt een kwalitatieve afweging. Dit betekent dat de goedkoopste locatie niet automatisch tot locatie wordt gekozen.

Conclusie: Het college heeft kennisgenomen van de voorkeur van inspreker.

 

 

 

64. - A. Gagesteijn

64.1. Samenvatting: Inspreker heeft bezwaar tegen de locatie aangezien deze gelegen nabij het appartementencomplex waar de inspreker woont. Dit zal overlast veroorzaken.

Antwoord: Voor beantwoording van uw reactie verwijzen wij u naar de paragraaf E IV 'Overlast en beheer'. Van belang is hierbij te onderstrepen dat rond de huidige locatie de criminaliteitscijfers vergelijkbaar zijn met andere gebieden in de stad.

Conclusie: Onze conclusie op het gebied van veiligheid is dat, gezien de omvang en de aard van de groep die het dienstencentrum bezoekt, de aanpak rond de buitenruimte en de toegangssluis en de ervaringen van de laatste jaren de risico's beperkt zijn. Dat neemt niet weg dat het belangrijk is structureel overleg te hebben tussen gemeente, politie, de dagopvang, omwonenden en ondernemers. Dat overleg moet leiden tot een beheerplan en regelmatige evaluatie van de gang van zaken. Daarbij horen ook een serieus sanctiebeleid van de dagopvang en afspraken over een snelle reactie van de hulpdiensten bij incidenten. Op deze wijze kan het beperkte risico worden verkleind en kan het vertrouwen ontstaan dat wangedrag effectief wordt aangepakt. Dit zal bijdragen aan de vermindering van het gevoel van onveiligheid.

 

64.2. Samenvatting: De locatie is pal naast een speeltuintje gelegen, waar kinderen veel gebruik van maken. Dit levert gevaar op i.v.m. rondslingerende injectiespuiten.

Antwoord: Voor de beantwoording van uw reactie verwijzen we u naar de paragraaf E VII 'Ligging naast kinderspeelplaats' van het algemene gedeelte. In de huidige drugsgebruikerswereld wordt niet of nauwelijks meer gebruik maakt van spuiten en dus naalden. Harddrugs, zoals crack en heroïne, worden verwarmd en vervolgens opgesnoven. Voor diegene die naalden gebruikt is het 'schone spuitenproject' van toepassing. Tegen inlevering van een oude spuit wordt een nieuwe spuit verstrekt. In of nabij de huidige locatie aan de Oostsingel zijn de afgelopen jaren geen spuiten aangetroffen. Het gevaar van rondslingerende gebruikte spuiten valt vrijwel volledig uit te sluiten.

Conclusie: Het is zeker niet de bedoeling van het college om spelende kinderen stelselmatig met de bezoekers van het centrum in contact te laten komen. Voor het college betekent dit echter niet dat de Nijverheidsstraat afvalt als mogelijke locatie. Wanneer niet een bevredigende situatie kan worden bereikt met én de speelplek én de dagopvang zal voor de speelplek - in overleg met betrokkenen - een andere oplossing gevonden moeten worden.

 

64.3. Samenvatting: De locatie is gelegen in een drukke woonwijk (waar ook een Aldi gevestigd is wat veel verkeer van personen en auto's met zich meebrengt). 

Antwoord: De buurt rond de mogelijk locatie van de dagopvang is niet zozeer dichtbevolkt, maar kent wel een groot aantal verschillende functies. Dat brengt met zich mee dat er rond de dagopvang veel mensen en verkeer zijn. Dat element gecombineerd met de kleinschaligheid van de voorziening en de mogelijkheid via beheerafspraken risico's verder te beperken maakt dat de dagopvang vanuit veiligheidsoptiek in deze buurt inpasbaar is. Het veiligheidsgevoel in relatie tot de dagopvang zal moeten ontstaan uit overleg en een adequate uitvoering van de beheerafspraken.

Conclusie: De dagopvang is naar het oordeel van het college ook vanuit de optiek van veiligheid en onder voorwaarden inpasbaar in de buurt.

 

65. - C. van Ginkel

65.1. Samenvatting: Inspreker is tegen de locatie omdat de aanwezigheid van de

dagopvang de kans op criminaliteit, inbraak, vernieling, drugs op straat, verpaupering

van de buurt verhoogt. De buurt zal niet meer veilig en rustig zijn.

Antwoord: Voor beantwoording van uw reactie verwijzen wij u naar de paragraaf E IV 'Overlast en beheer'. Van belang is hierbij te onderstrepen dat rond de huidige locatie de criminaliteitscijfers vergelijkbaar zijn met andere gebieden in de stad.

Conclusie: Onze conclusie op het gebied van veiligheid is dat, gezien de omvang en de aard van de groep die het dienstencentrum bezoekt, de aanpak rond de buitenruimte en de toegangssluis en de ervaringen van de laatste jaren de risico's beperkt zijn. Dat neemt niet weg dat het belangrijk is structureel overleg te hebben tussen gemeente, politie, de dagopvang, omwonenden en ondernemers. Dat overleg moet leiden tot een beheerplan en regelmatige evaluatie van de gang van zaken. Daarbij horen ook een serieus sanctiebeleid van de dagopvang en afspraken over een snelle reactie van de hulpdiensten bij incidenten. Op deze wijze kan het beperkte risico worden verkleind en kan het vertrouwen ontstaan dat wangedrag effectief wordt aangepakt. Dit zal bijdragen aan de vermindering van het gevoel van onveiligheid.

 

65.2. Samenvatting: De waarde van de huizen in de buurt zal dalen.

 Antwoord: Voor beantwoording van uw reacties verwijzen wij u naar de paragraaf E X 'Schadeclaims'.

Conclusie: Bij de wijziging van het bestemmingsplan kunnen belanghebbenden verzoeken om planschadevergoeding.

 

66. - Y. van Goldstein Brouwers

66.1. Samenvatting: Inspreker waardeert de inzet van de gemeente voor deze mensen

maar ziet enkele bezwaren bij deze locatie. De locatie is dichtbij het centraal station

gelegen waardoor de kans groot is dat het station onveiliger wordt. Ook is de kans

groot dat er een zuigende werking voor verslaafden vanuit Rotterdam en Den Haag

optreedt.

Antwoord: De Nijverheidsstraat ligt op ruime afstand van het open gebied van het station. De kans dat mensen vanaf het stationsplein het dienstencentrum als ontmoetingsplek zullen gaan gebruiken of zelfs uit andere steden op het dienstencentrum zullen afkomen achten wij mede daarom klein. Indien een dergelijke ontwikkeling zich wel voordoet kan die door middel van bijvoorbeeld een inschrijf- of pasjessysteem worden gestopt.

Conclusie: Deze inspraak heeft geen invloed op de besluitvorming.

 

66.2. Samenvatting: De kans is groot dat de nabijgelegen fietstunnel onveiliger zal worden,

zoals in Rotterdam het geval is geweest.

Antwoord: Voor de beantwoording van uw reactie over een mogelijke looproute verwijzen we u naar de paragraaf E V 'Looproute' van het algemene gedeelte. Voor het aspect veiligheid verwijzen wij u naar de paragraaf E IV 'Overlast en beheer'.

Conclusie: De huidige looproutes gaan niet door uitsluitend woonomgeving. De lastige onderdelen van de looproutes zullen met de komst van de spoortunnel verdwijnen. De totale lengte van de looproute wordt betrokken bij de afweging tussen alle locaties.

Onze conclusie op het gebied van veiligheid is dat, gezien de omvang en de aard van de groep die het dienstencentrum bezoekt, de aanpak rond de buitenruimte en de toegangssluis en de ervaringen van de laatste jaren de risico's beperkt zijn. Dat neemt niet weg dat het belangrijk is structureel overleg te hebben tussen gemeente, politie, de dagopvang, omwonenden en ondernemers. Dat overleg moet leiden tot een beheerplan en regelmatige evaluatie van de gang van zaken. Daarbij horen ook een serieus sanctiebeleid van de dagopvang en afspraken over een snelle reactie van de hulpdiensten bij incidenten. Op deze wijze kan het beperkte risico worden verkleind en kan het vertrouwen ontstaan dat wangedrag effectief wordt aangepakt. Dit zal bijdragen aan de vermindering van het gevoel van onveiligheid.

 

66.3. Samenvatting: De locatie ligt nabij de Voorhof en het winkelcentrum De Hoven waar

al veel druk op de openbare ruimte is door de hoge bevolkingsdichtheid en de

bevolkingsopbouw. Dit soort problemen zou men niet moeten stapelen.

Antwoord: De locatie Nijverheidsstraat ligt niet in de Poptahof. De locatie ligt in een omgeving met een sterke menging van wonen, werken, winkelen en verkeer. Dat gebied is niet te typeren als achterstandsgebied.

Het gehele gebied van Spoorzone, Papsouwselaan en Poptahof krijgt te maken met herinrichting en vernieuwing. Het college vindt het niet aannemelijk dat een relatief kleine voorziening als het dienstencentrum die grote ontwikkeling negatief zou kunnen beïnvloeden. Het verkeer van en naar de dagopvang op zichzelf beschouwen wij niet als een aantasting van de leefbaarheid van het gebied. Rondhangen en ander hinderlijk gedrag wel. Dat is de reden dat het college overleg met de buurt en goede beheerafspraken van groot belang vindt.

Conclusie: Op grond van deze overwegingen verwachten wij geen negatief effect van een eventuele komst van het centrum op de staat van de buurt en de mogelijkheden tot verdere ontwikkeling van de buurt.  

 

67. - Bewonersvereniging Grachtengebied Zuid (A.H.P. van der Burgh, voorzitter)

Reageert namens 190 leden van de bewonersvereniging.

67.1. Samenvatting: Bij deze locatie is de te verwachte overlast minder dan bij de twee

eerder voorgestelde locaties.

Antwoord: Het college van burgemeester en wethouders zal de overlast- en veiligheidssituatie rond de verschillende locaties bij de finale afweging met elkaar vergelijken.

Conclusie: Het college heeft kennisgenomen van de opvatting van inspreker.

 

67.2. Samenvatting: Deze locatie is centraler gelegen in de stad dan de eerder

voorgestelde twee locaties. Meerdere gebruikers van de dagopvang zullen dan zelfs

niet in de binnenstad hoeven te verblijven.

Antwoord: Het college kiest bewust voor een ligging in of nabij de binnenstad, aangezien de doelgroep zich daar ophoudt en op deze wijze de doelgroep bereikt kan worden. Paragraaf E V 'Ligging ten opzichte van de binnenstad' gaat hier verder op in. Inspreker merkt terecht op dat de locatie Nijverheidsstraat geografisch gezien centraal in de stad ligt. Of dit in vergelijking met andere locaties tot een grotere ontlasting van de binnenstad leidt is niet vast te stellen.

Conclusie: Het college heeft kennisgenomen van de opvatting van inspreker.

 

68. - R. Groot

68.1. Samenvatting: Inspreker maakt bezwaar tegen alle vier de locaties aangezien de

verslaafden in alle gevallen voor overlast zullen zorgen bij deze aanpak van de

problematiek. De beste aanpak is een afkick centrum ver van de stad.

Antwoord: De gemeente is verantwoordelijk voor maatschappelijke opvang in de regio Delft, Westland en Oostland, paragaaf EI 'Doel maatschappelijke opvang' gaat hier verder op in. De dagopvang is bedoeld voor daklozen en verslaafden, zie ook onder paragraaf E II 'Doelgroep dagopvang'. Het college kiest bewust voor een ligging in of nabij de binnenstad, aangezien de doelgroep zich daar ophoudt en op deze wijze de doelgroep bereikt kan worden. Paragraaf E IX 'Ligging ten opzichte van de binnenstad' gaat hier verder op in. Wij verwijzen u naar paragraaf E V voor overlast- en beheeraspecten van de locatie.

Conclusie: Het college blijft van mening dat de locatie in of nabij de binnenstad gelegen moet zijn.

 

69. -  A. 't Hart

69.1. Samenvatting: De locatie is te dichtbij het station gelegen (zonder toelichting).

Antwoord: De Nijverheidsstraat ligt op ruime afstand van het open gebied van het station. De kans dat mensen vanaf het stationsplein het dienstencentrum als ontmoetingsplek zullen gaan gebruiken of zelfs uit andere steden op het dienstencentrum zullen afkomen achten wij mede daarom klein. Indien een dergelijke ontwikkeling zich wel voordoet kan die door middel van bijvoorbeeld een inschrijf- of pasjessysteem worden gestopt.

Conclusie: Deze inspraak heeft geen invloed op de besluitvorming.

 

70. - P. Hellinga

70.1.     Samenvatting: Inspreker is voorstander van deze locatie. De locatie is goed

geïsoleerd van woonwijken en toch overal vrij

dichtbij (stad en station).

Antwoord: De locatie voldoet aan de gestelde criteria.

Conclusie: Het college heeft kennisgenomen van de voorkeur van inspreker.

 

 

 

71.       - J.H. Idzes

71.1 .      Samenvatting: Inspreker is tegen alle locaties (zonder toelichting).

  Antwoord/conclusie: Het college heeft kennisgenomen van deze reactie

 

72.       - M. IJskes en L. Brandenburg

72.1.     Samenvatting: Insprekers maken bezwaar tegen de locatie aan de Nijverheidsstraat omdat ze al veel overlast ervaren in de buurt: het achterlaten van rotzooi in de kelderboxopgang en het gebruik als openbaar toilet, onbevoegden die zich ophouden bij de kelderopgang die een gevoel van onveiligheid geven, mensen die bier drinken in de speeltuin en daar slapen en bedelende mensen bij de Aldi. Deze plekken lopen het risico na sluitingstijd van de dagopvang gebruikt te worden als hangplek. De kwaliteit van de omgeving gaat hierdoor achteruit.

Antwoord: Voor de beantwoording van uw reactie in algemene zin verwijzen we u naar paragraaf E IV 'Overlast en beheer'. Om het niet nakomen van afspraken en slijtage van gemaakte afspraken te voorkomen is van belang dat het overleg tussen betrokkenen een blijvend karakter krijgt. Daarnaast kan het van belang zijn omwonenden meer te betrekken bij het werk van het centrum om de wederzijdse bekendheid te vergroten.

Conclusie: Blijvend overleg is nodig om het niet nakomen van afspraken tegen te gaan.

 

72.2 .   Samenvatting: Indien de gemeente kiest voor deze locatie, eisen de insprekers van de gemeente: 1. hekwerken rond de kelderopgangen, 2. het afsluiten van het glazen trappenhuis aan de Nijverheidsstraat, 3. het voorkomen van een hangplek nabij het complex aan de Westlandseweg, 4. tegemoetkoming in de kosten van de waardedaling van de woning, 5. het naleven van de gemaakte afspraken op de lange termijn.

Antwoord: Voor beantwoording van uw reactie verwijzen wij u naar de paragraaf E IV  'Overlast en beheer' en paragraaf E X 'Schadeclaims'. Omdat de dagopvang een kleinschalige voorziening is, en drugsgebruikers een minderheid van de bezoekers vormen en daarnaast door een goede inrichting van de locatie en beheer van de omgeving het risico op overlast en criminaliteit verder beperkt kan worden, kan -in objectieve zin- een voldoende niveau van veiligheid bereikt worden. Dat neemt niet weg dat het belangrijk is structureel overleg te hebben tussen gemeente, politie, de dagopvang, omwonenden en ondernemers. Dat overleg moet leiden tot een beheerplan en regelmatige evaluatie van de gang van zaken. Daarbij horen ook een serieus sanctiebeleid van de dagopvang en afspraken over een snelle reactie van de hulpdiensten bij incidenten. Het college is niet overtuigd van de noodzaak tot verschillende fysieke ingrepen. Tegelijkertijd willen wij niet uitsluiten dat dergelijke ingrepen ook wel eens nodig kunnen zijn.

Bij de wijziging van het bestemmingsplan kunnen belanghebbenden verzoeken om planschadevergoeding.

Conclusie: De gestelde vragen zullen voor het merendeel in het beheerplan dan wel bij het monitoren van een lopend beheerplan aan de orde kunnen komen. Omdat vergelijkbare vragen ook bij andere locaties aan de orde zijn, leidt dit punt nu niet tot een onderscheidend aspect bij de afweging tussen locaties.

 

73.  - M. van IJzerloo

73.1.     Samenvatting: De locatie is gelegen in een industriewijk maar te dichtbij het station.

Antwoord: De Nijverheidsstraat ligt op ruime afstand van het open gebied van het station. De kans dat mensen vanaf het stationsplein het dienstencentrum als ontmoetingsplek zullen gaan gebruiken of zelfs uit andere steden op het dienstencentrum zullen afkomen achten wij mede daarom klein. Indien een dergelijke ontwikkeling zich wel voordoet kan die door middel van bijvoorbeeld een inschrijf- of pasjessysteem worden gestopt.

Conclusie: Deze inspraak heeft geen invloed op de besluitvorming.

 

74. - R.H.M. Jacobse

74.1.    Samenvatting: Door de dagopvang te verplaatsen naar deze locatie, verplaats je

alleen het probleem en worden andere mensen de dupe.

Antwoord: De gemeente is verantwoordelijk voor maatschappelijke opvang in de regio Delft, Westland en Oostland, paragaaf E I 'Doel maatschappelijke opvang' gaat hier verder op in. Wij verwijzen u naar paragraaf E IV voor overlast- en beheeraspecten van de locatie.

Conclusie: Omdat de dagopvang een kleinschalige voorziening is en drugsgebruikers een minderheid van de bezoekers vormen en daarnaast door een goede inrichting van de locatie en beheer van de omgeving het risico op overlast en criminaliteit verder beperkt kan worden, kan -in objectieve zin- een voldoende niveau van veiligheid bereikt worden.

 

74.2.     Samenvatting: Naast de locatie is een nieuwe speeltuin gevestigd en dat is niet ideaal. Spelende kinderen krijgen een slechte indruk.

Antwoord: Voor de beantwoording van uw reactie verwijzen we u naar de paragraaf E VII 'Ligging naast kinderspeelplaats' van het algemene gedeelte. 

Conclusie: Het is zeker niet de bedoeling van het college om spelende kinderen stelselmatig met de bezoekers van het centrum in contact te laten komen. Voor het college betekent dit echter niet dat de Nijverheidsstraat afvalt als mogelijke locatie. Wanneer niet een bevredigende situatie kan worden bereikt met én de speelplek én de dagopvang zal voor de speelplek - in overleg met betrokkenen - een andere oplossing gevonden moeten worden.

 

74.3.     Samenvatting: De kosten van deze operatie zullen voor de bewoners zijn, zowel

voor de nieuwbouw als voor de schade en de kosten van verzekeringspremies die zullen stijgen. Ook de waarde van de woningen zal dalen terwijl de OZB blijft stijgen.

Antwoord: Voor beantwoording van uw reacties verwijzen wij u naar de paragraaf E X    'Schadeclaims'. De OZB is gekoppeld aan de hoogte van de waarde van de woning.

Conclusie: Bij de wijziging van het bestemmingsplan kunnen belanghebbenden verzoeken om planschadevergoeding.

 

74.4.   Samenvatting: De locatie is dichtbij het station gelegen wat een aanzuigende werking op mensen uit de omliggende steden zal hebben.

Antwoord: De Nijverheidsstraat ligt op ruime afstand van het open gebied van het station. De kans dat mensen vanaf het stationsplein het dienstencentrum als ontmoetingsplek zullen gaan gebruiken of zelfs uit andere steden op het dienstencentrum zullen afkomen achten wij mede daarom klein. Indien een dergelijke ontwikkeling zich wel voordoet kan die door middel van bijvoorbeeld een inschrijf- of pasjessysteem worden gestopt.

Conclusie: Deze inspraak heeft geen invloed op de besluitvorming.

 

74.5.    Samenvatting: Voor de toerist is dit ook geen visitekaartje voor Delft.

Antwoord: In antwoord in algemene zin op uw reactie verwijzen we u naar paragraaf D IX Toerisme van het algemene gedeelte van de locatie GGD/Ambulancepost. Toeristen begeven zich vooral in de binnenstad. Het gebied rondom de Nijverheidsstraat kent geen toeristische trekpleisters.

Conclusie: Het geheel overziend kan nu naar ons oordeel niet gezegd dat de komst van het centrum tot een verslechtering van het (toeristisch) klimaat in het betrokken deel van de stad zal leiden.

 

75. - P.M. Jutte

75.1.    Samenvatting: Inspreker maakt bezwaar tegen deze locatie om verschillende

redenen. Er zullen meer verslaafden uit andere steden komen aangezien de locatie

maar 1 halte met de tram of bus vanaf het station is gelegen. Behalve naar de stad

zullen deze mensen ook naar het winkelcentrum in den Hoven gaan.

Antwoord: De politie constateert dat er verkeer is van verslaafden uit omliggende steden naar Delft, maar geeft aan dat dat verkeer zich vooral richt op het verkrijgen van middelen om in de verslaving te kunnen voorzien. Deze mensen reizen in het algemeen dezelfde dag terug naar de plaats van herkomst. Deze groep is niet of nauwelijks bezoeker van de dagopvang.

De dagopvang is bedoeld voor bezoekers uit de regio Delft, Westland en Oostland. Indien er een toeloop is van bezoekers van buiten deze regio, valt te denken aan de invoering van een pasjessysteem. Bezoekers van buiten het DWO-gebied komen hiervoor niet in aanmerking.

Conclusie: Inspraak heeft geen invloed op besluitvorming.

 

75.2.    Samenvatting: De locatie is op de rand van de Poptahof gelegen en dit is al een

achterstandswijk en heel dicht bevolkt. Moet de wijk nog meer achteruit.

Antwoord: De locatie Nijverheidsstraat ligt niet in de Poptahof. De locatie ligt in een omgeving met een sterke menging van wonen, werken, winkelen en verkeer. Dat gebied is niet te typeren als achterstandsgebied.

Het gehele gebied van Spoorzone, Papsouwselaan en Poptahof krijgt te maken met herinrichting en vernieuwing. Het college vindt het niet aannemelijk dat een relatief kleine voorziening als het dienstencentrum die grote ontwikkeling negatief zou kunnen beïnvloeden. Het verkeer van en naar de dagopvang op zichzelf beschouwen wij niet als een aantasting van de leefbaarheid van het gebied. Rondhangen en ander hinderlijk gedrag wel. Dat is de reden dat het college overleg met de buurt en goede beheerafspraken van groot belang vindt.

Conclusie: Op grond van deze overwegingen verwachten wij geen negatief effect van een eventuele komst van het centrum op de staat van de buurt en de mogelijkheden tot verdere ontwikkeling van de buurt.  

 

75.3.   Samenvatting:  Sinds een paar jaar is er een speeltuin naast de gemeenteopslag. Het voelt niet veilig om kinderen naast een dagopvang te laten spelen.

Antwoord: Voor de beantwoording van uw reactie verwijzen we u naar de paragraaf E VII 'Ligging naast kinderspeelplaats' van het algemene gedeelte. 

Conclusie: Het is zeker niet de bedoeling van het college om spelende kinderen stelselmatig met de bezoekers van het centrum in contact te laten komen. Voor het college betekent dit echter niet dat de Nijverheidsstraat afvalt als mogelijke locatie. Wanneer niet een bevredigende situatie kan worden bereikt met én de speelplek én de dagopvang zal voor de speelplek - in overleg met betrokkenen - een andere oplossing gevonden moeten worden.

 

75.4.   Samenvatting: Overdag kan men het portiek niet afsluiten en men heeft al verslaafden in het portiek gehad.

Antwoord: Voor de beantwoording van uw reactie in algemene zin verwijzen we u naar paragraaf E IV 'Overlast en beheer'. Om het niet nakomen van afspraken en slijtage van gemaakte afspraken te voorkomen is van belang dat het overleg tussen betrokkenen een blijvend karakter krijgt. Daarnaast kan het van belang zijn omwonenden meer te betrekken bij het werk van het centrum om de wederzijdse bekendheid te vergroten.

Conclusie: Blijvend overleg is nodig om het niet nakomen van afspraken tegen te gaan.

 

75.5.    Samenvatting: Nieuwbouw is duurder dan verbouw.

 Antwoord: Het kostenaspect zal mee worden genomen in het bouwkundig haalbaarheidsonderzoek en onderdeel uitmaken van de finale afweging (naast de resultaten uit de inspraak en de veiligheidsscan). Het college maakt een kwalitatieve afweging. Dit betekent dat de goedkoopste locatie niet automatisch tot locatie wordt gekozen.

Conclusie: Het kostenaspect wordt meegewogen in de finale afweging.

 

76. - R. Kas

76.1.    Samenvatting: De locatie is te dicht in de buurt van het station waardoor er

verslaafden uit andere plaatsen zullen komen. Dit zal extra overlast geven.

Antwoord: De Nijverheidsstraat ligt op ruime afstand van het open gebied van het station. De kans dat mensen vanaf het stationsplein het dienstencentrum als ontmoetingsplek zullen gaan gebruiken of zelfs uit andere steden op het dienstencentrum zullen afkomen achten wij mede daarom klein. Indien een dergelijke ontwikkeling zich wel voordoet kan die door middel van bijvoorbeeld een inschrijf- of pasjessysteem worden gestopt.

Conclusie: Deze inspraak heeft geen invloed op de besluitvorming.

 

77. - A. Kieftenburg

77.1.     Samenvatting: Door de komst van de Spoortunnel zou deze locatie moeten komen te vervallen. Hierdoor zal de dagopvang te dichtbij het station komen te liggen om geen aanzuigende werking te hebben. Ook gezien de gebrekkige opvang in

 Rijswijk, Den Haag en Rotterdam. De bezoekers uit Delft zullen verdrongen worden

 door bezoekers uit andere gemeenten.

  Antwoord: Voor een antwoord op uw reactie verwijzen wij u naar de paragraaf E VIII

                     Ligging ten opzichte van station/Ontwikkeling Spoorzone van het algemene gedeelte.

  Conclusie: De dagopvang is goed inpasbaar in de plannen van het spoorzonegebied.

 

77.2.     Samenvatting: De bezoekers zouden in het winkelcentrum In de Hoven kunnen

gaan rondhangen wat een verplaatsing van het probleem inhoudt en waar de

gemeente er geen grip meer op heeft.

Antwoord: Voor de beantwoording van reacties aangaande de ligging ten opzichte van winkels verwijzen we u naar de paragraaf E VI 'Ligging in/tegen winkelgebied' van het algemene gedeelte.

Conclusie: Door het bieden van een plaats, een programma en activiteiten draagt de dagopvang bij aan het tegengaan van overlast in stad en winkelcentra. Vanwege de kleinschaligheid van de voorziening en de ervaringen op de huidige locatie gaat het college ervan uit dat de risico's voor de winkels in de omgeving beperkt zijn. Dat onder de voorwaarde dat in de beheersafspraken met betrokken partijen duidelijke afspraken worden gemaakt, dat deze adequaat worden uitgevoerd en door middel van een structureel overleg worden gevolgd. Daarbij zou de mogelijkheid kunnen worden betrokken om enige tijd na sluiting van het centrum door middel van een ronde om het centrum na te gaan of de bezoekers van het centrum de directe omgeving inderdaad verlaten hebben.

 

77.3.     Samenvatting: Het betreft hier een wijk in opbouw; er komt steeds meer

woningbouw. De ligging aan een doorgaande wijk klopt: maar ook hier wonen veel

mensen; dit is voor de mensen uit de opvang eerder gevaarlijk dan een pré.

Antwoord: De locatie Nijverheidsstraat bevindt zich in een gevarieerd gebied met diverse functies, zoals een winkelfunctie. Daarnaast vinden er veel verkeersbewegingen in de omgeving plaats. De locatie bevindt zich niet in een omgeving die uitsluitend de functie wonen kent. Voor het aspect looproute verwijzen wij u naar E V 'Looproute' van het algemene gedeelte.

Conclusie: De locatie voldoet aan het criterium dat het in een niet uitsluitend woongebied gelegen is. De totale lengte van de looproute wordt betrokken bij de afweging tussen alle locaties.

 

77.4.    Samenvatting: Er zijn meerdere looproutes; het is toch niet de bedoeling dat de

mensen gaan uitwaaieren over alle wijken? Dit maakt het ook minder beheersbaar

voor de politie/gemeente.

Antwoord: Voor de beantwoording van uw reactie verwijzen we u naar de paragraaf E V 'Looproute' van het algemene gedeelte.

Conclusie: De huidige looproutes gaan niet door uitsluitend woonomgeving. De lastige onderdelen van de looproutes zullen met de komst van de spoortunnel verdwijnen. De totale lengte van de looproute wordt betrokken bij de afweging tussen alle locaties.

           

78. - M. Kloeg

78.1. Samenvatting: Inspreker maakt bezwaar tegen deze locatie aangezien ze niet aan de gestelde eisen voldoet. Aan criterium 7 (ligging aan straat met veel

verkeersbewegingen zal de sociale controle bevorderen) wordt niet voldaan

aangezien er sprake is van smalle straatjes zonder doorgaand verkeer.

Antwoord: De locatie Nijverheidsstraat bevindt zich in een gevarieerd gebied met diverse functies, zoals een winkelfunctie. Daarnaast vinden er veel verkeersbewegingen in de omgeving plaats. De locatie bevindt zich niet in een omgeving die uitsluitend de functie wonen kent. Voor het aspect looproute verwijzen wij u naar E V 'Looproute' van het algemene gedeelte.

Conclusie: De locatie voldoet aan het criterium dat het in een niet uitsluitend woongebied gelegen is. De totale lengte van de looproute wordt betrokken bij de afweging tussen alle locaties.

 

78.2. Samenvatting: De aanvoerroute vanaf het station loopt niet uitsluitend door

woonbuurten maar wel langs een belangrijk fietspad (Locomotiefpad) waarvan de

veiligheid, door gebrek aan autoverkeer, in gevaar komt. Ook de verbindingsroute met

de binnenstad loopt door de Irenetunnel; dit is onaangenaam voor de doelgroep,

fietsers en voetgangers.

Antwoord: Voor de beantwoording van uw reactie verwijzen we u naar de paragraaf E V 'Looproute' van het algemene gedeelte.

Ons beeld van het Lokomotiefgebied is dat zich hier wel eens mensen ophouden, maar niet in die mate dat gezegd zou kunnen worden dat dit een duidelijk verblijfsgebied voor (groepen) verslaafden of daklozen is. Het betreft hier een gebied waarvoor nu en ook na de eventuele komst van de dagopvang  een bepaalde alertheid van de politie en andere toezichthouders nodig is. 

Conclusie: De huidige looproutes gaan niet door uitsluitend woonomgeving. De lastige onderdelen van de looproutes zullen met de komst van de spoortunnel verdwijnen. De totale lengte van de looproute wordt betrokken bij de afweging tussen alle locaties.

 

78.3. Samenvatting: De locatie is gelegen in de onmiddellijke omgeving van de

koopappartementen aan de Fabrieksstraat en dit is voor de bewoner onaanvaardbaar

aangezien inspreker hoopte hier een goede oude dag te hebben.

Antwoord: Voor beantwoording van uw reactie verwijzen wij u naar paragraaf E IV  'Overlast en beheer' en paragraaf E X 'Schadeclaims'.

Conclusie: Omdat de dagopvang een kleinschalige voorziening is, en drugsgebruikers een minderheid van de bezoekers vormen en daarnaast door een goede inrichting van de locatie en beheer van de omgeving het risico op overlast en criminaliteit verder beperkt kan worden, kan -in objectieve zin- een voldoende niveau van veiligheid bereikt worden. Dat neemt niet weg dat het belangrijk is structureel overleg te hebben tussen gemeente, politie, de dagopvang, omwonenden en ondernemers. Dat overleg moet leiden tot een beheerplan en regelmatige evaluatie van de gang van zaken. Daarbij horen ook een serieus sanctiebeleid van de dagopvang en afspraken over een snelle reactie van de hulpdiensten bij incidenten. Op deze wijze kan het beperkte risico worden verkleind, moet ook het vertrouwen ontstaan dat wangedrag wordt aangepakt, waardoor uiteindelijk het gevoel van onveiligheid vermindert.

Bij de wijziging van het bestemmingsplan kunnen belanghebbenden verzoeken om planschadevergoeding.

 

79. - A. van de Klundert en G. Pellikaan

79.1. Samenvatting: Inspreker maakt bezwaar tegen deze locatie vanwege de nabijheid van

een kinderspeelplaats, benzinestation en winkelgebied.

Antwoord: Voor de beantwoording van reactie aangaande de ligging ten opzichte van winkels verwijzen we u naar de paragraaf E VI 'Ligging in/tegen winkelgebied' van het algemene gedeelte. Voor de beantwoording van uw reactie over de kinderspeelplaats verwijzen we u naar de paragraaf E VII 'Ligging naast kinderspeelplaats' van het algemene gedeelte. 

Conclusie: Door het bieden van een plaats, een programma en activiteiten draagt de dagopvang bij aan het tegengaan van overlast in stad en winkelcentra. Vanwege de kleinschaligheid van de voorziening en de ervaringen op de huidige locatie gaat het college ervan uit dat de risico's voor de winkels in de omgeving beperkt zijn. Dat onder de voorwaarde dat in de beheersafspraken met betrokken partijen duidelijke afspraken worden gemaakt, dat deze adequaat worden uitgevoerd en door middel van een structureel overleg worden gevolgd. Daarbij zou de mogelijkheid kunnen worden betrokken om enige tijd na sluiting van het centrum door middel van een ronde om het centrum na te gaan of de bezoekers van het centrum de directe omgeving inderdaad verlaten hebben.

Het is zeker niet de bedoeling van het college om spelende kinderen stelselmatig met de bezoekers van het centrum in contact te laten komen. Voor het college betekent dit echter niet dat de Nijverheidsstraat afvalt als mogelijke locatie. Wanneer niet een bevredigende situatie kan worden bereikt met én de speelplek én de dagopvang zal voor de speelplek - in overleg met betrokkenen - een andere oplossing gevonden moeten worden.

 

80. - M. Kluinhaar

80.1. Samenvatting: Inspreker maakt bezwaar tegen deze locatie omdat ze te ver van het

centrum is gelegen en daardoor veel heen- en weer geloop met zich mee zal brengen

wat problemen zal geven.

 Antwoord: Voor de beantwoording van uw reactie verwijzen we u naar de paragraaf E V 'Afstand tot de binnenstad' van het algemene gedeelte.

Conclusie: Door zowel de gemeenteraad als insprekers is uitgesproken dat een geschikte locatie 'niet op een meter hoeft af te kaatsen'. Dat is de reden dat het college die locaties die aan de rand van de kilometerzone gelegen zijn, meegenomen heeft in de toetsing. Deze redenering is van toepassing op de locatie Nijverheidsstraat. In het toetsingsdocument is aangegeven dat de locatie Nijverheidsstraat net buiten de 1km-grens ligt.

Het college beschouwt ligging buiten de 1km-zone als een zwak punt van deze locatie.

 

80.2. Samenvatting: Bezoekers van de dagopvang zullen als klant bij de Aldi autobezitters op het parkeerterrein lastigvallen.

Antwoord: Voor de beantwoording van reacties aangaande de ligging ten opzichte van winkels verwijzen we u naar de paragraaf E VI 'Ligging in/tegen winkelgebied' van het algemene gedeelte.

Conclusie: Door het bieden van een plaats, een programma en activiteiten draagt de dagopvang bij aan het tegengaan van overlast in stad en winkelcentra. Vanwege de kleinschaligheid van de voorziening en de ervaringen op de huidige locatie gaat het college ervan uit dat de risico's voor de winkels in de omgeving beperkt zijn. Dat onder de voorwaarde dat in de beheersafspraken met betrokken partijen duidelijke afspraken worden gemaakt, dat deze adequaat worden uitgevoerd en door middel van een structureel overleg worden gevolgd. Daarbij zou de mogelijkheid kunnen worden betrokken om enige tijd na sluiting van het centrum door middel van een ronde om het centrum na te gaan of de bezoekers van het centrum de directe omgeving inderdaad verlaten hebben.

 

            80.3.Samenvatting: Binnenkort zal op de Icarusweg gehandicaptenopvang gevestigd

worden. Het is de vraag of de combinatie met de dagopvang niet te riskant is.

Antwoord: Het college ziet gezien de geografische afstand tussen Nijverheidsstraat en Icarusweg geen relatie tussen de beide functies.

Conclusie: Deze inspraak heeft geen invloed op de besluitvorming.

 

81. -  J. Knulst

81.1. Samenvatting: Inspreker maakt bezwaar tegen deze locatie omdat er in het gebied

zeer weinig sociale controle is maar waar wel een belangrijke fietsroute vanuit Tanthof naar het centrum loopt.

Antwoord: Voor de beantwoording van uw reactie in algemene zin verwijzen we u naar paragraaf E IV 'Overlast en beheer'. Om het niet nakomen van afspraken en slijtage van gemaakte afspraken te voorkomen is van belang dat het overleg tussen betrokkenen een blijvend karakter krijgt. Daarnaast kan het van belang zijn omwonenden meer te betrekken bij het werk van het centrum om de wederzijdse bekendheid te vergroten.

Conclusie: Blijvend overleg is nodig om het niet nakomen van afspraken tegen te gaan.

 

81.2. Samenvatting: De locatie betreft een donkere, afgelegen plek langs het spoor met

slechte verlichting, weinig bebouwing en geen doorgaande weg, behalve een fietspad. Er hebben zich hier in de afgelopen periode als enige ernstige incidenten voorgedaan (moord, inval in de loodsen aan de Neringstraat). Er is ook een gevoel van onveiligheid in de buurt vanwege inbraakgolven, auto inbraken en vandalisme.

Antwoord: Het lijkt erop dat inspreker zich vergist in de precieze ligging van de locatie. Deze ligt zeker niet afgelegen. De veiligheidsproblematiek die inspreker schetst lijkt ons verder weinig verband te houden met de mogelijke komst van een dagopvang. In ieder geval is het zo dat in het gebied waar de dagopvang zich nu bevindt de criminaliteitscijfers niet afwijken van andere gebieden in de stad.

Conclusie: Deze inspraak heeft verder geen invloed op de besluitvorming.

 

81.3. Samenvatting: Na sluiting van de dagopvang is er overlast te verwachten vanwege de

ligging dichtbij het station en een groot winkelcentrum in combinatie met vele flats met

portieken. De flat aan de Papsouwselaan heeft al veel overlast te verduren door de

voorlopig vaste vestiging van de brandweer.

Antwoord: Voor de beantwoording van uw reactie in algemene zin verwijzen we u naar paragraaf E IV 'Overlast en beheer'. Om het niet nakomen van afspraken en slijtage van gemaakte afspraken te voorkomen is van belang dat het overleg tussen betrokkenen een blijvend karakter krijgt. Daarnaast kan het van belang zijn omwonenden meer te betrekken bij het werk van het centrum om de wederzijdse bekendheid te vergroten

Conclusie: Blijvend overleg is nodig om het niet nakomen van afspraken tegen te gaan.

 

81.4. Samenvatting: De gemeente Delft zou er, juist in deze tijden, naar moeten streven elk

gevoel van onveiligheid weg te nemen.

 Antwoord: De gemeente is verantwoordelijk voor maatschappelijke opvang in de regio Delft, Westland en Oostland, paragaaf EI 'Doel maatschappelijke opvang' gaat hier verder op in. Van belang is hier ook de constatering dat de dagopvang door het bieden van een 'eigen plek' aan verslaafden en daklozen bijdraagt aan de veiligheid in de stad. Wij verwijzen u naar paragraaf E V voor overlast- en beheeraspecten van de locatie.

Conclusie: Omdat de dagopvang een kleinschalige voorziening is en drugsgebruikers een minderheid van de bezoekers vormen en daarnaast door een goede inrichting van de locatie en beheer van de omgeving het risico op overlast en criminaliteit verder beperkt kan worden, kan -in objectieve zin- een voldoende niveau van veiligheid bereikt worden.

 

82. - M. Kreuk en A. Veeke

82.1    Samenvatting: De locatie is nabij het station gelegen met als gevolg dat er rond het

station (woonomgeving van de inspreker) verloedering plaats zal vinden.

Antwoord: De Nijverheidsstraat ligt op ruime afstand van het open gebied van het station. De kans dat mensen vanaf het stationsplein het dienstencentrum als ontmoetingsplek zullen gaan gebruiken of zelfs uit andere steden op het dienstencentrum zullen afkomen achten wij mede daarom klein. Indien een dergelijke ontwikkeling zich wel voordoet kan die door middel van bijvoorbeeld een inschrijf- of pasjessysteem worden gestopt. Wij verwijzen u naar paragraaf E V voor overlast- en beheeraspecten van de locatie.

Conclusie: Omdat de dagopvang een kleinschalige voorziening is en drugsgebruikers een minderheid van de bezoekers vormen en daarnaast door een goede inrichting van de locatie en beheer van de omgeving het risico op overlast en criminaliteit verder beperkt kan worden, kan -in objectieve zin- een voldoende niveau van veiligheid bereikt worden. Dat neemt niet weg dat het belangrijk is structureel overleg te hebben tussen gemeente, politie, de dagopvang, omwonenden en ondernemers. Dat overleg moet leiden tot een beheerplan en regelmatige evaluatie van de gang van zaken.

 

82.2     Samenvatting: De dagopvang zorgt voor een onveilig gevoel voor bewoners in de

buurt. De waarde van woningen in de buurt zal dalen.

Antwoord: Voor beantwoording van uw reacties verwijzen wij u naar de paragraaf E IV  'Overlast en beheer' en paragraaf E X 'Schadeclaims'.

Conclusie: Omdat de dagopvang een kleinschalige voorziening is, en drugsgebruikers een minderheid van de bezoekers vormen en daarnaast door een goede inrichting van de locatie en beheer van de omgeving het risico op overlast en criminaliteit verder beperkt kan worden, kan -in objectieve zin- een voldoende niveau van veiligheid bereikt worden. Dat neemt niet weg dat het belangrijk is structureel overleg te hebben tussen gemeente, politie, de dagopvang, omwonenden en ondernemers. Dat overleg moet leiden tot een beheerplan en regelmatige evaluatie van de gang van zaken. Daarbij horen ook een serieus sanctiebeleid van de dagopvang en afspraken over een snelle reactie van de hulpdiensten bij incidenten. Op deze wijze kan het beperkte risico worden verkleind, moet ook het vertrouwen ontstaan dat wangedrag wordt aangepakt, waardoor uiteindelijk het gevoel van onveiligheid vermindert.

Bij de wijziging van het bestemmingsplan kunnen belanghebbenden verzoeken om planschadevergoeding.

 

82.3     Samenvatting: Er zou een alternatieve locatie gezocht kunnen worden die niet nabij het

station of een woonwijk gelegen is (bedrijventerrein Oostpoortweg, Ruyven, Schieweg

Delft-Zuid). 

Antwoord: De genoemde locaties zijn aangedragen als alternatieve locatie voor de dagopvang. In de nabijheid van Oostpoortweg is de locatie Staalterrein meegenomen in de tweede inspraakronde. De locaties Ruyven en Schieweg liggen ruimschoots buiten het zoekgebied van een straal van 1 km vanaf de Markt. Voor de dagopvang is situering in of nabij de binnenstad essentieel voor het bereiken van de doelgroep. Op het afstandscriterium zijn beide locaties afgevallen. Paragraaf E IX 'Afstand tot binnenstad' gaat hier verder op in.

Conclusie: Het college blijft van mening dat de locatie in of nabij de binnenstad gelegen moet zijn.

 

83. - Dhr. de Leeuw

83.1.      Samenvatting: Deze locatie is geen reële optie omdat de LPG-benzinepomp het tot

een risico locatie maakt voor daklozen en verslaafden.

Antwoord: Om deze functie te kunnen huisvesten, zal een bestemmingsplanprocedure gevolgd moeten worden. Daarnaast kan de dagopvang op deze locatie pas starten wanneer de milieucirkel van 80 meter, die van toepassing is op het gebied rondom het LPG-vulpunt, is opgeheven en het vulpunt ter plekke dus niet meer functioneert. Naar verwachting zal het vulpunt op het moment dat de dagopvang ter plekke kan gaan draaien gesloten zijn.

Conclusie: Deze inspraak heeft geen invloed op de besluitvorming.

 

83.2.     Samenvatting: Verslaafden zullen om aan geld te komen inbraken willen plegen. Ook zijn de winkels en een parkeerplaats te dichtbij gevestigd. Eventuele schade ontstaan door inbraken kan op de gemeente Delft verhaald worden.

Antwoord: Voor beantwoording van uw reactie verwijzen wij u naar de paragraaf E IV 'Overlast en beheer'. Van belang is hierbij te onderstrepen dat rond de huidige locatie de criminaliteitscijfers vergelijkbaar zijn met andere gebieden in de stad.

Conclusie: Onze conclusie op het gebied van veiligheid is dat, gezien de omvang en de aard van de groep die het dienstencentrum bezoekt, de aanpak rond de buitenruimte en de toegangssluis en de ervaringen van de laatste jaren de risico's beperkt zijn. Dat neemt niet weg dat het belangrijk is structureel overleg te hebben tussen gemeente, politie, de dagopvang, omwonenden en ondernemers. Dat overleg moet leiden tot een beheerplan en regelmatige evaluatie van de gang van zaken. Daarbij horen ook een serieus sanctiebeleid van de dagopvang en afspraken over een snelle reactie van de hulpdiensten bij incidenten. Op deze wijze kan het beperkte risico worden verkleind en kan het vertrouwen ontstaan dat wangedrag effectief wordt aangepakt. Dit zal bijdragen aan de vermindering van het gevoel van onveiligheid.

 

83.3.     Samenvatting: Met de aanwezigheid van een kinderspeelplaats naast de opvang

voor verslaafden en daklozen wordt een onverantwoord risico gelopen. Het eventuele

besluit kan door de bestuursrechter ontbonden worden vanwege het maatschappelijk

belang.

Antwoord: Voor de beantwoording van uw reactie verwijzen we u naar de paragraaf E VII 'Ligging naast kinderspeelplaats' van het algemene gedeelte. 

Conclusie: Het is zeker niet de bedoeling van het college om spelende kinderen stelselmatig met de bezoekers van het centrum in contact te laten komen. Voor het college betekent dit echter niet dat de Nijverheidsstraat afvalt als mogelijke locatie. Wanneer niet een bevredigende situatie kan worden bereikt met én de speelplek én de dagopvang zal voor de speelplek - in overleg met betrokkenen - een andere oplossing gevonden moeten worden.

 

84. - A.C. Link Spindler

84.1.    Samenvatting: Inspreker is voorstander voor deze locatie (zonder toelichting).

Antwoord/conclusie: Het college heeft kennisgenomen van deze reactie.

 

85. - S. Löwik-Stalenhoef

85.1.     Samenvatting: Inspreker onderschrijft de gekozen toetsingscriteria maar maakt

bezwaar tegen de manier waarop de criteria worden toegepast op deze locatie. In

plaats van hemelsbreed te kijken zoals bij de cirkels van 500 meter en 1 kilometer

zou hier de looproute gemeten moeten worden, waarbij rekening gehouden wordt met

de locatie van de Methadonverstrekking aan het Noordeinde.

Antwoord: Voor de beantwoording van uw reactie verwijzen we u naar de paragraaf E V 'Afstand tot de binnenstad' van het algemene gedeelte.

Conclusie: Door zowel de gemeenteraad als insprekers is uitgesproken dat een geschikte locatie 'niet op een meter hoeft af te kaatsen'. Dat is de reden dat het college die locaties die aan de rand van de kilometerzone gelegen zijn, meegenomen heeft in de toetsing. Deze redenering is van toepassing op de locatie Nijverheidsstraat. In het toetsingsdocument is aangegeven dat de locatie Nijverheidsstraat net buiten de 1km-grens ligt.

Het college beschouwt ligging buiten de 1km-zone als een zwak punt van deze locatie.

 

85.2.     Samenvatting: Vanwege het risico van de aanzuigende werking zal het criterium van de nabijheid van het station zwaar moeten meewegen in het eindoordeel. Het

Dienstencentrum Over de Brug verwacht niet alleen onbeheersbare aantallen maar

ook een qua aard onbeheersbare groep verslaafden en daklozen. Ook hier is de

daadwerkelijke loopafstand vanaf het station van belang waarbij men niet alleen 'het

open gebied' in de afweging mee moet nemen maar een breder gebied. Ook de bouw

van de spoortunnel moet meegewogen worden waardoor de ligging van het station

zal veranderen.

Antwoord: De Nijverheidsstraat ligt op ruime afstand van het open gebied van het station. De kans dat mensen vanaf het stationsplein het dienstencentrum als ontmoetingsplek zullen gaan gebruiken of zelfs uit andere steden op het dienstencentrum zullen afkomen achten wij mede daarom klein. Indien een dergelijke ontwikkeling zich wel voordoet kan die door middel van bijvoorbeeld een inschrijf- of pasjessysteem worden gestopt. Voor het aspect Spoortunnel van uw inspraakreactie verwijzen wij u naar de paragraaf VIII 'Ligging ten opzichte van het station.

Conclusie: Deze inspraak heeft geen invloed op de besluitvorming. De dagopvang is goed inpasbaar in de plannen van het spoorzone gebied

 

85.3.     Samenvatting: Ligging buiten uitsluitend woongebied. De gemeente wil het ontstaan van hangplekken voorkomen door de locatie te voorzien van een afgesloten

buitenruimte waardoor men ook overlast voor de omgeving wil beperken. Indien de

gemeente daarvan overtuigd is, waarom is dit criterium dan überhaupt opgenomen? Inspreker maakt bezwaar tegen de beoordeling van de gemeente dat deze locatie aan dit criterium voldoet aangezien de doelgroep zich niet tot de voorkant van het gebouw zal beperken ook omdat er zich in de achterliggende woonwijk mogelijke hangplekken bevinden.

Antwoord: De locatie Nijverheidsstraat bevindt zich in een gevarieerd gebied met diverse functies, zoals een winkelfunctie. Daarnaast vinden er veel verkeersbewegingen in de omgeving plaats. Dat leidt ertoe dat zich -zeker rond en onder de openingstijden van het centrum voldoende sociale controle in het gebied is. Om het in de buurt blijven hangen na sluitingstijd te voorkomen kan in het beheerplan worden opgenomen dat op dat moment een ronde om het centrum gemaakt wordt om na te gaan of bezoekers de omgeving inderdaad verlaten hebben.

Conclusie: De locatie voldoet aan het criterium dat het in een niet uitsluitend woongebied gelegen is.

 

85.4.     Samenvatting: Wordt er in de financiële raming rekening gehouden met de

vergoedingen van planschade van de procedures die zullen volgen?

Antwoord: Nee. Gezien de inmiddels gegroeide jurisprudentie en de betrekkelijk kleine schaal van het centrum verwacht het college geen omvangrijke toekenning van planschadeclaims. Overigens zou het ramen van een bedrag bij alle locaties aan de orde zijn en zodoende ook geen bijdrage leveren aan de onderlinge vergelijking van locaties.

Conclusie: Het betreft hier een informatieve vraag.

 

85.5.     Samenvatting: Inspreker heeft voor deze wijk gekozen vanwege de

kindvriendelijkheid. Het streven naar een dagopvang zonder overlast voor de woonomgeving is heel mooi maar heeft zichzelf nog niet in de praktijk bewezen. Het gebrek aan totaalvisie vanuit de gemeente en de ervaringen vanuit andere gemeenten geven weinig vertrouwen in een succesvolle afloop. Men moet niet experimenteren als er kinderen in het geding zijn. De enige aanvaardbare locatie voor dit experiment is een afgelegen bedrijfsterrein.

Antwoord: Over de aspecten overlast en beheer verwijzen wij u naar de paragraaf E IV 'Overlast en beheer' van het algemene gedeelte. Over kwetsbare doelgroepen en een dagopvang kan het volgende gezegd worden. Omdat de buitenruimte binnen het complex wordt gerealiseerd is datgene wat van het centrum gezien zal kunnen worden het komen en gaan van bezoekers. Het is ook mogelijk dat bezoekers van het centrum de looproute van bewoners kruisen. Dat zijn zaken die het college niet als hinderlijk beschouwt.

Het blijft echter denkbaar dat bezoekers van het centrum (rond sluitingstijd) rondhangen in de omgeving en zich daar hinderlijk kunnen gedragen. Hier zullen afspraken over moeten worden gemaakt. Dat houdt in dat voor de bezoekers van het centrum de regel moet gelden dat rondhangen in de omgeving van het centrum niet is toegestaan, hier kan dagelijks op gesurveilleerd worden. Op overtreding zullen sancties staan (bijvoorbeeld het ontzeggen van de toegang tot het centrum, het niet kunnen beschikken over een postadres bij het centrum of het niet kunnen verkrijgen van een pasje voor de nachtopvang). Geregeld moet worden dat signalen van omwonenden en belanghebbenden direct worden opgepakt door medewerkers van het centrum, dan wel de politie. In het overleg tussen centrum, buurt, politie en gemeente zullen de regels voorbereid worden en kan de gang van zaken regelmatig besproken worden.

Conclusie: Gezien het voorgaande ziet het college geen bijzondere risico's van de komst van een dagopvangcentrum in relatie tot bepaalde groepen bewoners in de omgeving van de Nijverheidsstraat.

 

86. - E. van der Maat

86.1.   Samenvatting: De locatie heeft een aanzuigende werking op het stationsgebied.

Antwoord: De Nijverheidsstraat ligt op ruime afstand van het open gebied van het station. De kans dat mensen vanaf het stationsplein het dienstencentrum als ontmoetingsplek zullen gaan gebruiken of zelfs uit andere steden op het dienstencentrum zullen afkomen achten wij mede daarom klein. Indien een dergelijke ontwikkeling zich wel voordoet kan die door middel van bijvoorbeeld een inschrijf- of pasjessysteem worden gestopt.

Conclusie: Deze inspraak heeft geen invloed op de besluitvorming.

 

        86.2.   Samenvatting: De locatie is te dichtbij de Aldi gelegen, waar goedkoop bier wordt

      verkocht. De daklozen zullen daar 's ochtends voor de deur gaan hangen.

Antwoord: De reactie veronderstelt dat door de komst van de dagopvang in de nabijheid van de Aldi overlast op straat als gevolg van het gebruik van alcohol op straat dan wel overlast op straat als  gevolg van alcoholgebruik in het centrum kunnen ontstaan. Dit is zeker een punt van aandacht. In het intern beheerregime van het centrum zal aan het meenemen van alcohol en het gebruik van alcohol in het centrum nadrukkelijk aandacht worden besteed. Dat geldt ook voor de beheerafspraken voor de omgeving van het centrum. Zo geldt voor de omgeving van de huidige dagopvang een verbod op het gebruik van alcohol op straat gebaseerd op de algemene plaatselijke verordening (APV).

Conclusie: Dit punt wordt betrokken in de beheerafspraken.

 

86.3. Samenvatting: De kinderspeelplaats pal naast de locatie is recentelijk aangelegd.

ouders zullen hun kinderen hier niet laten spelen. In dat geval is sprake van

geldverspilling.

Antwoord: Voor de beantwoording van uw reactie verwijzen we u naar de paragraaf E VII 'Ligging naast kinderspeelplaats' van het algemene gedeelte. 

Conclusie: Het is zeker niet de bedoeling van het college om spelende kinderen stelselmatig met de bezoekers van het centrum in contact te laten komen. Voor het college betekent dit echter niet dat de Nijverheidsstraat afvalt als mogelijke locatie. Wanneer niet een bevredigende situatie kan worden bereikt met én de speelplek én de dagopvang zal voor de speelplek - in overleg met betrokkenen - een andere oplossing gevonden moeten worden.

 

86.4 Samenvatting: De vestiging van een dagopvang zal leiden tot een waardedaling van

De koopwoningen in de buurt.

Antwoord: Voor beantwoording van uw reacties verwijzen wij u naar de paragraaf E IV  'Overlast en beheer' en paragraaf E X 'Schadeclaims'.

Conclusie: Omdat de dagopvang een kleinschalige voorziening is, en drugsgebruikers een minderheid van de bezoekers vormen en daarnaast door een goede inrichting van de locatie en beheer van de omgeving het risico op overlast en criminaliteit verder beperkt kan worden, kan -in objectieve zin- een voldoende niveau van veiligheid bereikt worden. Dat neemt niet weg dat het belangrijk is structureel overleg te hebben tussen gemeente, politie, de dagopvang, omwonenden en ondernemers. Dat overleg moet leiden tot een beheerplan en regelmatige evaluatie van de gang van zaken. Daarbij horen ook een serieus sanctiebeleid van de dagopvang en afspraken over een snelle reactie van de hulpdiensten bij incidenten. Op deze wijze kan het beperkte risico worden verkleind, moet ook het vertrouwen ontstaan dat wangedrag wordt aangepakt, waardoor uiteindelijk het gevoel van onveiligheid vermindert.

Bij de wijziging van het bestemmingsplan kunnen belanghebbenden verzoeken om planschadevergoeding.

 

87. Melior Makelaardij / Financieel Zeker (J.B. Ridder)

87.1.   Samenvatting: Inspreker maakt bezwaar tegen deze locatie omdat de vestiging van de

dagopvang op 10 meter afstand grote gevolgen zal hebben voor de uitstraling van het

bedrijf. Er zullen vernielingen optreden en mensen zullen de locatie gaan mijden

waardoor omzetverlies zal optreden. Door een eventuele noodzakelijke verhuizing vanwege een negatieve uitstraling zal de huidige eigenaar van het pand de huurprijs moeten verlagen om een nieuwe huurder te kunnen vinden. Dit is ook voor hem een verlies.

Antwoord: Voor de beantwoording van reacties aangaande de ligging ten opzichte van winkels verwijzen we u naar de paragraaf E VI 'Ligging in/tegen winkelgebied' en  paragraaf E X 'Schadeclaims' van het algemene gedeelte.

Conclusie: Door het bieden van een plaats, een programma en activiteiten draagt de dagopvang bij aan het tegengaan van overlast in stad en winkelcentra. Vanwege de kleinschaligheid van de voorziening en de ervaringen op de huidige locatie gaat het college ervan uit dat de risico's voor de winkels in de omgeving beperkt zijn. Dat onder de voorwaarde dat in de beheersafspraken met betrokken partijen duidelijke afspraken worden gemaakt, dat deze adequaat worden uitgevoerd en door middel van een structureel overleg worden gevolgd. Daarbij zou de mogelijkheid kunnen worden betrokken om enige tijd na sluiting van het centrum door middel van een ronde om het centrum na te gaan of de bezoekers van het centrum de directe omgeving inderdaad verlaten hebben.

Bij de wijziging van het bestemmingsplan kunnen belanghebbenden verzoeken om planschadevergoeding.

 

87.2.   Samenvatting: De waarde van de woningen zal dalen met 10% vanwege de vestiging

van de dagopvang en daardoor ook voor de bewoners een grote financiële impact hebben.

Antwoord: Voor beantwoording van uw reacties verwijzen wij u naar de paragraaf E IV  'Overlast en beheer' en paragraaf E X 'Schadeclaims'.

Conclusie: Omdat de dagopvang een kleinschalige voorziening is, en drugsgebruikers een minderheid van de bezoekers vormen en daarnaast door een goede inrichting van de locatie en beheer van de omgeving het risico op overlast en criminaliteit verder beperkt kan worden, kan -in objectieve zin- een voldoende niveau van veiligheid bereikt worden. Dat neemt niet weg dat het belangrijk is structureel overleg te hebben tussen gemeente, politie, de dagopvang, omwonenden en ondernemers. Dat overleg moet leiden tot een beheerplan en regelmatige evaluatie van de gang van zaken. Daarbij horen ook een serieus sanctiebeleid van de dagopvang en afspraken over een snelle reactie van de hulpdiensten bij incidenten. Op deze wijze kan het beperkte risico worden verkleind, moet ook het vertrouwen ontstaan dat wangedrag wordt aangepakt, waardoor uiteindelijk het gevoel van onveiligheid vermindert.

Bij de wijziging van het bestemmingsplan kunnen belanghebbenden verzoeken om planschadevergoeding.

 

88. - J.G. Mul

88.1. Samenvatting: Inspreker maakt bezwaar tegen deze locatie omdat ze te dichtbij

station Delft Centraal is gelegen.

Antwoord: Voor de beantwoording van uw reactie verwijzen we u naar de paragraaf E V

'Afstand tot de binnenstad' van het algemene gedeelte.

Conclusie: Door zowel de gemeenteraad als insprekers is uitgesproken dat een

geschikte locatie 'niet op een meter hoeft af te kaatsen'. Dat is de reden dat het college

die locaties die aan de rand van de kilometerzone gelegen zijn, meegenomen heeft in

de toetsing. Deze redenering is van toepassing op de locatie Nijverheidsstraat. In het

toetsingsdocument is aangegeven dat de locatie Nijverheidsstraat net buiten de 1km-

grens ligt.

Het college beschouwt ligging buiten de 1km-zone als een zwak punt van deze locatie. 

 

88.2. Samenvatting: De locatie is zeer dichtbij de drukke tram/bushalte aan de

Westlandseweg/Krakeelpolderweg.

Antwoord: De politie constateert dat er verkeer is van verslaafden uit omliggende steden naar Delft, maar geeft aan dat dat verkeer zich vooral richt op het verkrijgen van middelen om in de verslaving te kunnen voorzien. Deze mensen reizen in het algemeen dezelfde dag terug naar de plaats van herkomst. Deze groep is niet of nauwelijks bezoeker van de dagopvang.

De dagopvang is bedoeld voor bezoekers uit de regio Delft, Westland en Oostland. Indien er een toeloop is van bezoekers van buiten deze regio, valt te denken aan de invoering van een pasjessysteem. Bezoekers van buiten het DWO-gebied komen hiervoor niet in aanmerking.

Conclusie: Inspraak heeft geen invloed op besluitvorming.

 

88.3.   Samenvatting: De locatie is pal naast de kleinschalige kinderspeelplaats gelegen.

Antwoord: Voor de beantwoording van uw reactie verwijzen we u naar de paragraaf E VII 'Ligging naast kinderspeelplaats' van het algemene gedeelte. 

Conclusie: Het is zeker niet de bedoeling van het college om spelende kinderen stelselmatig met de bezoekers van het centrum in contact te laten komen. Voor het college betekent dit echter niet dat de Nijverheidsstraat afvalt als mogelijke locatie. Wanneer niet een bevredigende situatie kan worden bereikt met én de speelplek én de dagopvang zal voor de speelplek - in overleg met betrokkenen - een andere oplossing gevonden moeten worden.

 

88.4.   Samenvatting: De locatie is dichtbij het overdekte winkelcentrum "In den Hoven"

gelegen.

Antwoord: Voor de beantwoording van reacties aangaande de ligging ten opzichte van winkels verwijzen we u naar de paragraaf E VI 'Ligging in/tegen winkelgebied' van het algemene gedeelte.

Conclusie: Door het bieden van een plaats, een programma en activiteiten draagt de dagopvang bij aan het tegengaan van overlast in stad en winkelcentra. Vanwege de kleinschaligheid van de voorziening en de ervaringen op de huidige locatie gaat het college ervan uit dat de risico's voor de winkels in de omgeving beperkt zijn. Dat onder de voorwaarde dat in de beheersafspraken met betrokken partijen duidelijke afspraken worden gemaakt, dat deze adequaat worden uitgevoerd en door middel van een structureel overleg worden gevolgd. Daarbij zou de mogelijkheid kunnen worden betrokken om enige tijd na sluiting van het centrum door middel van een ronde om het centrum na te gaan of de bezoekers van het centrum de directe omgeving inderdaad verlaten hebben.

 

89. -  J. Nieuwstraten.

89.1. Samenvatting: Direct naast de locatie is een kinderspeelplaats gevestigd. De verplaatsing hiervan is niet mogelijk omdat er geen andere geschikte locatie is. Het kan toch niet de bedoeling zijn naast de kinderspeelplaats een dagopvang voor daklozen en verslaafden te vestigen?

Antwoord: Voor de beantwoording van uw reactie verwijzen we u naar de paragraaf E VII 'Ligging naast kinderspeelplaats' van het algemene gedeelte. 

Conclusie: Het is zeker niet de bedoeling van het college om spelende kinderen stelselmatig met de bezoekers van het centrum in contact te laten komen. Voor het college betekent dit echter niet dat de Nijverheidsstraat afvalt als mogelijke locatie. Wanneer niet een bevredigende situatie kan worden bereikt met én de speelplek én de dagopvang zal voor de speelplek - in overleg met betrokkenen - een andere oplossing gevonden moeten worden.

 

89.2. Samenvatting: Er is al weinig rust in de woonomgeving vanwege de aanwezigheid van het politiebureau, de brandweer en de ambulancedienst aan de Hooikade (die op weg naar het ziekenhuis over de Westlandseweg rijdt). Ook trekt de discotheek op de Krakeelpolderweg al criminaliteit aan, is er bedrijvigheid rond de winkels en is de DEKO met het LPG-afvalpunt aanwezig.

Antwoord: Het gebied kent een fors aantal verschillende functies, zowel kijkend naar de directe als de iets verder weg gelegen omgeving van de beoogde locatie. Het totale gebied vervult mede een centrumfunctie voor de gehele stad. Dat brengt bedrijvigheid en verkeer met zich mee. In zijn algemeenheid wil het college dat niet als overlast typeren. Overlast is wat mensen hindert bij het normaal functioneren in een dergelijk gebied.

Ons is bekend dat de discotheek voor overlast zorgt. Andere overlastgevende functies zijn ons niet bekend. Gezien het grote verschil in de openingstijden en de verkeersbarrière tussen locatie dagopvang en discotheek zien wij geen relatie tussen de functies.

Het college is van mening dat de buurt, afgezien van incidenten, er redelijk bijstaat. Naar ons oordeel is er zeker geen sprake van verloedering of verwaarlozing.

In de veiligheidsscan die van de omgeving van de mogelijke locatie wordt gemaakt worden de risico's op het gebied van overlast en veiligheid nader beschreven.

Conclusie: Deze inspraak heeft geen invloed op de besluitvorming.

 

89.3. Samenvatting: Doordat er op de locatie van de dagopvang geen drugs e.d. gebruikt mogen worden zal het trappenhuis aan de zijde van het complex van de inspreker de eerste beschutte locatie zijn waar dat wel kan maar waar dat niet gewenst is. Indien de dagopvang op deze locatie gevestigd zal worden zal de inspreker er voor pleiten dat de kosten van het afsluiten van het trappenhuis verhaald worden op de gemeente.

Antwoord: Voor beantwoording van uw reactie verwijzen wij u naar de paragraaf E IV  'Overlast en beheer' en paragraaf E X 'Schadeclaims'. Omdat de dagopvang een kleinschalige voorziening is, en drugsgebruikers een minderheid van de bezoekers vormen en daarnaast door een goede inrichting van de locatie en beheer van de omgeving het risico op overlast en criminaliteit verder beperkt kan worden, kan -in objectieve zin- een voldoende niveau van veiligheid bereikt worden. Dat neemt niet weg dat het belangrijk is structureel overleg te hebben tussen gemeente, politie, de dagopvang, omwonenden en ondernemers. Dat overleg moet leiden tot een beheerplan en regelmatige evaluatie van de gang van zaken. Daarbij horen ook een serieus sanctiebeleid van de dagopvang en afspraken over een snelle reactie van de hulpdiensten bij incidenten. Het college is niet overtuigd van de noodzaak tot verschillende fysieke ingrepen. Tegelijkertijd willen wij niet uitsluiten dat dergelijke ingrepen ook wel eens nodig kunnen zijn.

Conclusie: Bij de wijziging van het bestemmingsplan kunnen belanghebbenden verzoeken om planschadevergoeding.

De gestelde vragen zullen voor het merendeel in het beheerplan dan wel bij het monitoren van een lopend beheerplan aan de orde kunnen komen. Omdat vergelijkbare vragen ook bij andere locaties aan de orde zijn, leidt dit punt nu niet tot een onderscheidend aspect bij de afweging tussen locaties.

 

90. - J. Nieuwstraten-Stutz

90.1.   Samenvatting: Inspreker maakt bezwaar tegen deze locatie omdat de aanzuigende

werking van zowel deze locatie als die op de Hooikade op de regio wordt onderschat.

Het treinstation van Delft heeft een directe verbinding met de locatie via het Lokomotiefpad op het voetpad naast het spoor over de Prinses Irenetunnel.

Antwoord: De Nijverheidsstraat ligt op ruime afstand van het open gebied van het station. De kans dat mensen vanaf het stationsplein het dienstencentrum als ontmoetingsplek zullen gaan gebruiken of zelfs uit andere steden op het dienstencentrum zullen afkomen achten wij mede daarom klein. Indien een dergelijke ontwikkeling zich wel voordoet kan die door middel van bijvoorbeeld een inschrijf- of pasjessysteem worden gestopt.

Conclusie: Deze inspraak heeft geen invloed op de besluitvorming.

 

90.2.   Samenvatting: Vanwege het besluit m.b.t. het bouwen van de Spoortunnel wordt de

bereikbaarheid van de dagopvang via het station nog eenvoudiger. Dit betekent dat

het bestemmingsplan gewijzigd zal worden rondom het spoor. Mede door deze

ontwikkelingen is het geen goed idee om een dagopvang te bouwen en daarna weer

af te breken.

Antwoord: Voor een antwoord op uw reactie verwijzen wij u naar de paragraaf E VIII Ligging ten opzichte van station/Ontwikkeling Spoorzone van het algemene gedeelte.

Conclusie: De dagopvang is goed inpasbaar in de plannen van het spoorzonegebied.

 

90.3.   Samenvatting: Direct naast de locatie is een kinderspeelplaats gevestigd. De

verplaatsing hiervan is niet mogelijk omdat er geen andere geschikte locatie is. Het

kan toch niet de bedoeling zijn naast de kinderspeelplaats een dagopvang voor

daklozen en verslaafden te vestigen?

Antwoord: Voor de beantwoording van uw reactie verwijzen we u naar de paragraaf E VII 'Ligging naast kinderspeelplaats' van het algemene gedeelte. 

Conclusie: Het is zeker niet de bedoeling van het college om spelende kinderen stelselmatig met de bezoekers van het centrum in contact te laten komen. Voor het college betekent dit echter niet dat de Nijverheidsstraat afvalt als mogelijke locatie. Wanneer niet een bevredigende situatie kan worden bereikt met én de speelplek én de dagopvang zal voor de speelplek - in overleg met betrokkenen - een andere oplossing gevonden moeten worden.

 

90.4.   Samenvatting: Er is al weinig rust in de woonomgeving vanwege de aanwezigheid van

het politiebureau, de brandweer en de ambulancedienst aan de Hooikade (die op weg

naar het ziekenhuis over de Westlandseweg rijdt). Ook trekt de discotheek op de

Krakeelpolderweg al criminaliteit aan, is er bedrijvigheid rond de winkels en is de

DEKO met het LPG-afvalpunt aanwezig.

Antwoord: Het gebied kent een fors aantal verschillende functies, zowel kijkend naar de directe als de iets verder weg gelegen omgeving van de beoogde locatie. Het totale gebied vervult mede een centrumfunctie voor de gehele stad. Dat brengt bedrijvigheid en verkeer met zich mee. In zijn algemeenheid wil het college dat niet als overlast typeren. Overlast is wat mensen hindert bij het normaal functioneren in een dergelijk gebied.

Ons is bekend dat de discotheek voor overlast zorgt. Andere overlastgevende functies zijn ons niet bekend. Gezien het grote verschil in de openingstijden en de verkeersbarrière tussen locatie dagopvang en discotheek zien wij geen relatie tussen de functies.

Het college is van mening dat de buurt, afgezien van incidenten, er redelijk bijstaat. Naar ons oordeel is er zeker geen sprake van verloedering of verwaarlozing.

In de veiligheidsscan die van de omgeving van de mogelijke locatie wordt gemaakt worden de risico's op het gebied van overlast en veiligheid nader beschreven.

Conclusie: Deze inspraak heeft geen invloed op de besluitvorming.

 

90.5.   Samenvatting: Doordat er op de locatie van de dagopvang geen drugs e.d. gebruikt

mogen worden zal het trappenhuis aan de zijde van het complex van de inspreker de

eerste beschutte locatie zijn waar dat wel kan maar waar dat niet gewenst is. Indien de dagopvang op deze locatie gevestigd zal worden zal de

inspreker er voor pleiten dat de kosten van het afsluiten van het trappenhuis verhaald

worden op de gemeente.

Antwoord: Voor beantwoording van uw reactie verwijzen wij u naar de paragraaf E IV  'Overlast en beheer' en paragraaf E X 'Schadeclaims'. Omdat de dagopvang een kleinschalige voorziening is, en drugsgebruikers een minderheid van de bezoekers vormen en daarnaast door een goede inrichting van de locatie en beheer van de omgeving het risico op overlast en criminaliteit verder beperkt kan worden, kan -in objectieve zin- een voldoende niveau van veiligheid bereikt worden. Dat neemt niet weg dat het belangrijk is structureel overleg te hebben tussen gemeente, politie, de dagopvang, omwonenden en ondernemers. Dat overleg moet leiden tot een beheerplan en regelmatige evaluatie van de gang van zaken. Daarbij horen ook een serieus sanctiebeleid van de dagopvang en afspraken over een snelle reactie van de hulpdiensten bij incidenten. Het college is niet overtuigd van de noodzaak tot verschillende fysieke ingrepen. Tegelijkertijd willen wij niet uitsluiten dat dergelijke ingrepen ook wel eens nodig kunnen zijn.

Conclusie: Bij de wijziging van het bestemmingsplan kunnen belanghebbenden verzoeken om planschadevergoeding.

De gestelde vragen zullen voor het merendeel in het beheerplan dan wel bij het monitoren van een lopend beheerplan aan de orde kunnen komen. Omdat vergelijkbare vragen ook bij andere locaties aan de orde zijn, leidt dit punt nu niet tot een onderscheidend aspect bij de afweging tussen locaties.

 

91. - Ondernemersvereniging Voorhof Noord (A. Valkenburg, Secretaris)

Namens de Ondernemersvereniging Voorhof Noord tekent de inspreker bezwaar aan tegen deze locatie.

91.1.   Samenvatting: Er zal een gevoel van onveiligheid ontstaan onder bewoners, bedrijven

en hun medewerkers en klanten. Dit is nu ook al het geval, gezien het grote aantal

inbraken. Deze situatie zal verergeren.

Antwoord: Voor beantwoording van uw reactie verwijzen wij u naar de paragraaf E IV 'Overlast en beheer'. Van belang is hierbij te onderstrepen dat rond de huidige locatie de criminaliteitscijfers vergelijkbaar zijn met andere gebieden in de stad.

Conclusie: Onze conclusie op het gebied van veiligheid is dat, gezien de omvang en de aard van de groep die het dienstencentrum bezoekt, de aanpak rond de buitenruimte en de toegangssluis en de ervaringen van de laatste jaren de risico's beperkt zijn. Dat neemt niet weg dat het belangrijk is structureel overleg te hebben tussen gemeente, politie, de dagopvang, omwonenden en ondernemers. Dat overleg moet leiden tot een beheerplan en regelmatige evaluatie van de gang van zaken. Daarbij horen ook een serieus sanctiebeleid van de dagopvang en afspraken over een snelle reactie van de hulpdiensten bij incidenten. Op deze wijze kan het beperkte risico worden verkleind en kan het vertrouwen ontstaan dat wangedrag effectief wordt aangepakt. Dit zal bijdragen aan de vermindering van het gevoel van onveiligheid.

 

91.2.   Samenvatting: De status van het winkelgebied in den Hoven zal achteruitgaan

waardoor de klandizie sterk zal afnemen.

Antwoord: Voor de beantwoording van reacties aangaande de ligging ten opzichte van winkels verwijzen we u naar de paragraaf E VI 'Ligging in/tegen winkelgebied' van het algemene gedeelte.

Conclusie: Door het bieden van een plaats, een programma en activiteiten draagt de dagopvang bij aan het tegengaan van overlast in stad en winkelcentra. Vanwege de kleinschaligheid van de voorziening en de ervaringen op de huidige locatie gaat het college ervan uit dat de risico's voor de winkels in de omgeving beperkt zijn. Dat onder de voorwaarde dat in de beheersafspraken met betrokken partijen duidelijke afspraken worden gemaakt, dat deze adequaat worden uitgevoerd en door middel van een structureel overleg worden gevolgd. Daarbij zou de mogelijkheid kunnen worden betrokken om enige tijd na sluiting van het centrum door middel van een ronde om het centrum na te gaan of de bezoekers van het centrum de directe omgeving inderdaad verlaten hebben.

 

91.3.   Samenvatting: De nabijheid van het centraal station zal een grote aantrekkingskracht

op daklozen uit andere steden binnen en buiten de Randstad hebben. Zij hebben

geen binding met de stad en/of buurt waardoor de kans op ongeregeldheden nog

groter is.

Antwoord: De Nijverheidsstraat ligt op ruime afstand van het open gebied van het station. De kans dat mensen vanaf het stationsplein het dienstencentrum als ontmoetingsplek zullen gaan gebruiken of zelfs uit andere steden op het dienstencentrum zullen afkomen achten wij mede daarom klein. Indien een dergelijke ontwikkeling zich wel voordoet kan die door middel van bijvoorbeeld een inschrijf- of pasjessysteem worden gestopt.

Conclusie: Deze inspraak heeft geen invloed op de besluitvorming.

 

92. - P. van Opzeeland

92.1. Samenvatting: Dit is geen goede locatie omdat er veel overlast zal zijn voor bewoners

vanwege de aanloop vanaf het station. 

Antwoord: Voor de beantwoording van uw reactie over de looproute verwijzen we u naar de paragraaf E V 'Looproute' van het algemene gedeelte. Voor beantwoording van uw reactie verwijzen wij u naar de paragraaf E IV 'Overlast en beheer'. Van belang is hierbij te onderstrepen dat rond de huidige locatie de criminaliteitscijfers vergelijkbaar zijn met andere gebieden in de stad.

Conclusie: De huidige looproutes gaan niet door uitsluitend woonomgeving. De lastige onderdelen van de looproutes zullen met de komst van de spoortunnel verdwijnen. De totale lengte van de looproute wordt betrokken bij de afweging tussen alle locaties. Onze conclusie op het gebied van veiligheid is dat, gezien de omvang en de aard van de groep die het dienstencentrum bezoekt, de aanpak rond de buitenruimte en de toegangssluis en de ervaringen van de laatste jaren de risico's beperkt zijn. Dat neemt niet weg dat het belangrijk is structureel overleg te hebben tussen gemeente, politie, de dagopvang, omwonenden en ondernemers. Dat overleg moet leiden tot een beheerplan en regelmatige evaluatie van de gang van zaken. Daarbij horen ook een serieus sanctiebeleid van de dagopvang en afspraken over een snelle reactie van de hulpdiensten bij incidenten. Op deze wijze kan het beperkte risico worden verkleind en kan het vertrouwen ontstaan dat wangedrag effectief wordt aangepakt. Dit zal bijdragen aan de vermindering van het gevoel van onveiligheid.

 

92.2.   Samenvatting: De spoortunnel gaat er komen en dat verandert de omgeving van de

Nijverheidsstraat doordat de dagopvang dan midden in een woonwijk komt te liggen. 

Antwoord: Voor een antwoord op uw reactie verwijzen wij u naar de paragraaf E VIII 'Ligging ten opzichte van station/Ontwikkeling Spoorzone' van het algemene gedeelte.

Conclusie: De dagopvang is goed inpasbaar in de plannen van het spoorzone gebied.

 

93. - G. Oorsouw

93.1.   Samenvatting: Inspreker is tegen de vestiging van de dagopvang op deze locatie

omdat men geen daklozen en verslaafden in de buurt nodig heeft.

Antwoord: De gemeente is verantwoordelijk voor maatschappelijke opvang in de regio Delft, Westland en Oostland, paragaaf EI 'Doel maatschappelijke opvang' gaat hier verder op in. De dagopvang is bedoeld voor daklozen en verslaafden, zie ook onder paragraaf E II 'Doelgroep dagopvang'. Het college kiest bewust voor een ligging in of nabij de binnenstad, aangezien de doelgroep zich daar ophoudt en op deze wijze de doelgroep bereikt kan worden. Paragraaf E IX 'Ligging ten opzichte van de binnenstad' gaat hier verder op in. Wij verwijzen u naar paragraaf E V voor overlast- en beheeraspecten van de locatie.

Conclusie: Het college blijft van mening dat de locatie in of nabij de binnenstad gelegen moet zijn. Omdat de dagopvang een kleinschalige voorziening is en drugsgebruikers een minderheid van de bezoekers vormen en daarnaast door een goede inrichting van de locatie en beheer van de omgeving het risico op overlast en criminaliteit verder beperkt kan worden, kan -in objectieve zin- een voldoende niveau van veiligheid bereikt worden.

 

94. - N. Oosten

94.1.   Samenvatting: Inspreker maakt bezwaar tegen deze locatie aangezien men al veel

last heeft van de Aldi voor wat betreft rommel en herrie. Ook heeft men in het

weekend veel last van de discotheek aangezien men auto's voor het flatgebouw

parkeert en rommel achterlaat. Met de daklozen zal er nog meer overlast komen

omdat het gebouw aan de achterkant te bereiken is.

Antwoord: Het gebied kent een fors aantal verschillende functies, zowel kijkend naar de directe als de iets verder weg gelegen omgeving van de beoogde locatie. Het totale gebied vervult mede een centrumfunctie voor de gehele stad. Dat brengt bedrijvigheid en verkeer met zich mee. In zijn algemeenheid wil het college dat niet als overlast typeren. Overlast is wat mensen hindert bij het normaal functioneren in een dergelijk gebied.

Ons is bekend dat de discotheek voor overlast zorgt. Andere overlastgevende functies zijn ons niet bekend. Gezien het grote verschil in de openingstijden en de verkeersbarrière tussen locatie dagopvang en discotheek zien wij geen relatie tussen de functies.

Het college is van mening dat de buurt, afgezien van incidenten, er redelijk bijstaat. Naar ons oordeel is er zeker geen sprake van verloedering of verwaarlozing.

In de veiligheidsscan die van de omgeving van de mogelijke locatie wordt gemaakt worden de risico's op het gebied van overlast en veiligheid nader beschreven.

Conclusie: Deze inspraak heeft geen invloed op de besluitvorming.

 

94.2.   Samenvatting: De onveiligheid zal toenemen. Er worden nu ook wekelijks mensen

lastig gevallen doordat daklozen om geld of sigaretten bedelen. Ook de speeltuin is

dan niet meer veilig voor kinderen.

Antwoord: Voor de beantwoording van reacties aangaande de ligging ten opzichte van winkels verwijzen we u naar de paragraaf E VI 'Ligging in/tegen winkelgebied' van het algemene gedeelte.

Conclusie: Door het bieden van een plaats, een programma en activiteiten draagt de dagopvang bij aan het tegengaan van overlast in stad en winkelcentra. Vanwege de kleinschaligheid van de voorziening en de ervaringen op de huidige locatie gaat het college ervan uit dat de risico's voor de winkels in de omgeving beperkt zijn. Dat onder de voorwaarde dat in de beheersafspraken met betrokken partijen duidelijke afspraken worden gemaakt, dat deze adequaat worden uitgevoerd en door middel van een structureel overleg worden gevolgd. Daarbij zou de mogelijkheid kunnen worden betrokken om enige tijd na sluiting van het centrum door middel van een ronde om het centrum na te gaan of de bezoekers van het centrum de directe omgeving inderdaad verlaten hebben.

 

94.3.   Samenvatting: De waarde van de huizen zal dalen.

Antwoord: Voor beantwoording van uw reacties verwijzen wij u naar de paragraaf E IV  'Overlast en beheer' en paragraaf E X 'Schadeclaims'.

Conclusie: Bij de wijziging van het bestemmingsplan kunnen belanghebbenden verzoeken om planschadevergoeding.

 

95. -  T. Ramp

95.1.   Samenvatting: Voorafgaand aan de te presenteren bezwaren vermeld de inspreker

dat er de laatste jaren al veel teniet is gedaan aan het voorheen aanwezige

woongenot door het verlenen aan, de vestiging van een discotheek, een steeds

verder uitbreidend benzinestation Deko, de ALDI met daarbij overlast van verkeer en

afvalverspreidend publiek en de vestiging van wasplaats 'WASBEERTJE'. Overlast zal alleen maar toenemen.

Antwoord: Het gebied kent een fors aantal verschillende functies, zowel kijkend naar de directe als de iets verder weg gelegen omgeving van de beoogde locatie. Het totale gebied vervult mede een centrumfunctie voor de gehele stad. Dat brengt bedrijvigheid en verkeer met zich mee. In zijn algemeenheid wil het college dat niet als overlast typeren. Overlast is wat mensen hindert bij het normaal functioneren in een dergelijk gebied.

Ons is bekend dat de discotheek voor overlast zorgt. Andere overlastgevende functies zijn ons niet bekend. Gezien het grote verschil in de openingstijden en de verkeersbarrière tussen locatie dagopvang en discotheek zien wij geen relatie tussen de functies.

Het college is van mening dat de buurt, afgezien van incidenten, er redelijk bijstaat. Naar ons oordeel is er zeker geen sprake van verloedering of verwaarlozing.

In de veiligheidsscan die van de omgeving van de mogelijke locatie wordt gemaakt worden de risico's op het gebied van overlast en veiligheid nader beschreven.

Conclusie: Deze inspraak heeft geen invloed op de besluitvorming.

 

95.2.   Samenvatting: Inspreker is tegen de locatie voor de dagopvang omdat er een

speeltuin direct naast de geplande dagopvang is gelegen.

Antwoord: Voor de beantwoording van uw reactie verwijzen we u naar de paragraaf E VII 'Ligging naast kinderspeelplaats' van het algemene gedeelte. 

Conclusie: Het is zeker niet de bedoeling van het college om spelende kinderen stelselmatig met de bezoekers van het centrum in contact te laten komen. Voor het college betekent dit echter niet dat de Nijverheidsstraat afvalt als mogelijke locatie. Wanneer niet een bevredigende situatie kan worden bereikt met én de speelplek én de dagopvang zal voor de speelplek - in overleg met betrokkenen - een andere oplossing gevonden moeten worden.

 

95.3.  Samenvatting: Er bevindt zich een bejaardenhuis in de directe omgeving. Bejaarden

durven straks niet meer naar buiten en zullen zich snel bedreigd voelen.

Antwoord: In algemene zin verwijzen wij u naar paragraaf E IV 'Overlast en beheer'. Hemelsbreed liggen de locatie van de dagopvang en het ouderencentrum Delfshove niet zo ver van elkaar. Wanneer de concrete situatie in ogenschouw wordt genomen blijkt echter dat de Papsouwselaan een duidelijke scheiding vormt en dat bovendien de toegangspartijen en looproutes van de beide centra een verschillende oriëntatie kennen. Een en ander neemt overigens niet weg dat het college het van belang acht Delfshove te betrekken in het overleg met de partijen uit de buurt van het centrum op het moment dat voor deze locatie zou worden gekozen.

Conclusie: Deze inspraak heeft geen invloed op de besluitvorming.

 

95.4.   Samenvatting: De in de wijk wonende kinderen en bejaarden mogen niet

geconfronteerd worden met drugsverslaafden en gebruik/handel in drugs (er wordt nu

in de weekends gehandeld in drugs door de discotheekbezoekers en hun handelaren).

Antwoord: Over de aspecten overlast en beheer verwijzen wij u naar de paragraaf E IV 'Overlast en beheer' van het algemene gedeelte. Over kwetsbare doelgroepen en een dagopvang kan het volgende gezegd worden.

Omdat de buitenruimte binnen het complex wordt gerealiseerd is datgene wat van het centrum gezien zal kunnen worden het komen en gaan van bezoekers. Het is ook mogelijk dat bezoekers van het centrum de looproute van bewoners kruisen. Dat zijn zaken die het college niet als hinderlijk beschouwt.

Het blijft echter denkbaar dat bezoekers van het centrum (rond sluitingstijd) rondhangen in de omgeving en zich daar hinderlijk kunnen gedragen. Hier zullen afspraken over moeten worden gemaakt. Dat houdt in dat voor de bezoekers van het centrum de regel moet gelden dat rondhangen in de omgeving van het centrum niet is toegestaan, hier kan dagelijks op gesurveilleerd worden. Op overtreding zullen sancties staan (bijvoorbeeld het ontzeggen van de toegang tot het centrum, het niet kunnen beschikken over een postadres bij het centrum of het niet kunnen verkrijgen van een pasje voor de nachtopvang). Geregeld moet worden dat signalen van omwonenden en belanghebbenden direct worden opgepakt door medewerkers van het centrum, dan wel de politie. In het overleg tussen centrum, buurt, politie en gemeente zullen de regels voorbereid worden en kan de gang van zaken regelmatig besproken worden.

Ons is bekend dat de discotheek voor overlast zorgt. Andere overlastgevende functies zijn ons niet bekend. Gezien het grote verschil in de openingstijden en de verkeersbarrière tussen locatie dagopvang en discotheek zien wij geen relatie tussen de functies.

Conclusie: Gezien het voorgaande ziet het college geen bijzondere risico's van de komst van een dagopvangcentrum in relatie tot bepaalde groepen bewoners in de omgeving van de Nijverheidsstraat.

 

95.5.   Samenvatting: De locatie en aanlooproute bevinden zich in de woonwijk (die

recentelijk is uitgebreid met het huizencomplex, Essenstaete, aan de Fabrieksstraat). 

Antwoord: De locatie Nijverheidsstraat bevindt zich in een gevarieerd gebied met diverse functies, zoals een winkelfunctie. Daarnaast vinden er veel verkeersbewegingen in de omgeving plaats. De locatie bevindt zich niet in een omgeving die uitsluitend de functie wonen kent. Voor het aspect looproute verwijzen wij u naar E V 'Looproute' van het algemene gedeelte.

Conclusie: De locatie voldoet aan het criterium dat het in een niet uitsluitend woongebied gelegen is. De totale lengte van de looproute wordt betrokken bij de afweging tussen alle locaties.

 

95.6.   Samenvatting: De buurt heeft al veel overlast van de ALDI, het bestemmingsverkeer,

het laden- en lossen van vrachtverkeer en zwerfafval. De buurt heeft nu al veel last van de bezoekers van de discotheek, bierblikjes, flesjes, scherven, restanten van maaltijden, schreeuwende mensen, spuiten en verslaafden. Zij veroorzaken nu al schade aan auto's en diefstal van onderdelen.

Antwoord: Het gebied kent een fors aantal verschillende functies, zowel kijkend naar de directe als de iets verder weg gelegen omgeving van de beoogde locatie. Het totale gebied vervult mede een centrumfunctie voor de gehele stad. Dat brengt bedrijvigheid en verkeer met zich mee. In zijn algemeenheid wil het college dat niet als overlast typeren. Overlast is wat mensen hindert bij het normaal functioneren in een dergelijk gebied.

Ons is bekend dat de discotheek voor overlast zorgt. Andere overlastgevende functies zijn ons niet bekend. Gezien het grote verschil in de openingstijden en de verkeersbarrière tussen locatie dagopvang en discotheek zien wij geen relatie tussen de functies.

Het college is van mening dat de buurt, afgezien van incidenten, er redelijk bijstaat. Naar ons oordeel is er zeker geen sprake van verloedering of verwaarlozing.

In de veiligheidsscan die van de omgeving van de mogelijke locatie wordt gemaakt worden de risico's op het gebied van overlast en veiligheid nader beschreven.

In de huidige drugsgebruikerswereld wordt niet of nauwelijks meer gebruik maakt van spuiten en dus naalden. Harddrugs, zoals crack en heroïne, worden verwarmd en vervolgens opgesnoven. Voor diegene die naalden gebruikt is het 'schone spuitenproject' van toepassing. Tegen inlevering van een oude spuit wordt een nieuwe spuit verstrekt. In of nabij de huidige locatie aan de Oostsingel zijn de afgelopen jaren geen spuiten aangetroffen. Het gevaar van rondslingerende gebruikte spuiten valt vrijwel volledig uit te sluiten.

Conclusie: Deze inspraak heeft geen invloed op de besluitvorming.

 

95.7.   Samenvatting: De buurt heeft geen goede naam, sterke structuur of sociale cohesie.

De buurt zal verder afglijden en/of verpauperen.

Antwoord: De locatie Nijverheidsstraat ligt niet in de Poptahof. De locatie ligt in een omgeving met een sterke menging van wonen, werken, winkelen en verkeer. Dat gebied is niet te typeren als achterstandsgebied.

Het gehele gebied van Spoorzone, Papsouwselaan en Poptahof krijgt te maken met herinrichting en vernieuwing. Het college vindt het niet aannemelijk dat een relatief kleine voorziening als het dienstencentrum die grote ontwikkeling negatief zou kunnen beïnvloeden. Het verkeer van en naar de dagopvang op zichzelf beschouwen wij niet als een aantasting van de leefbaarheid van het gebied. Rondhangen en ander hinderlijk gedrag wel. Dat is de reden dat het college overleg met de buurt en goede beheerafspraken van groot belang vindt.

Conclusie: Op grond van deze overwegingen verwachten wij geen negatief effect van een eventuele komst van het centrum op de staat van de buurt en de mogelijkheden tot verdere ontwikkeling van de buurt.  

 

95.8.   Samenvatting: De waarde van woningen zijn/blijven onder het landelijk gemiddelde

door negatieve invloeden in de directe omgeving. Zal de gemeente Delft het verschil

in waarde vergoeden van voor- en na de vestiging van de dagopvang? Hierbij stellen

de insprekers de gemeente op voorhand aansprakelijk voor het waardeverlies.

Antwoord: Voor beantwoording van uw reactie verwijzen wij u naar de paragraaf E X 'Schadeclaims'.

Conclusie: Bij de wijziging van het bestemmingsplan kunnen belanghebbenden verzoeken om planschadevergoeding.

 

95.9.   Samenvatting: Buiten de dagopvang zijn veel niet beheersbare mogelijkheden waar

de verslaafden zich kunnen ophouden, zoals bedrijfsterreinen die 24 uur per dag vrij

toegankelijk zijn en waar buiten werktijden toezicht ontbreekt. Daarnaast de

aanwezigheid van groenstroken/struiken en aanplantingen waar de verslaafden hun spuiten kunnen deponeren wat gevaarlijk speelgoed is voor de jeugd.

Antwoord: Voor de beantwoording van uw reactie in algemene zin verwijzen we u naar paragraaf E IV 'Overlast en beheer'. In de huidige drugsgebruikerswereld wordt niet of nauwelijks meer gebruik maakt van spuiten en dus naalden. Harddrugs, zoals crack en heroïne, worden verwarmd en vervolgens opgesnoven. Voor diegene die naalden gebruikt is het 'schone spuitenproject' van toepassing. Tegen inlevering van een oude spuit wordt een nieuwe spuit verstrekt. In of nabij de huidige locatie aan de Oostsingel zijn de afgelopen jaren geen spuiten aangetroffen. Het gevaar van rondslingerende gebruikte spuiten valt vrijwel volledig uit te sluiten.

Conclusie: Onze conclusie op het gebied van veiligheid is dat, gezien de omvang en de aard van de groep die het dienstencentrum bezoekt, de aanpak rond de buitenruimte en de toegangssluis en de ervaringen van de laatste jaren de risico's beperkt zijn. Dat neemt niet weg dat het belangrijk is structureel overleg te hebben tussen gemeente, politie, de dagopvang, omwonenden en ondernemers. Dat overleg moet leiden tot een beheerplan en regelmatige evaluatie van de gang van zaken. Daarbij horen ook een serieus sanctiebeleid van de dagopvang en afspraken over een snelle reactie van de hulpdiensten bij incidenten. Op deze wijze kan het beperkte risico worden verkleind en kan het vertrouwen ontstaan dat wangedrag effectief wordt aangepakt. Dit zal bijdragen aan de vermindering van het gevoel van onveiligheid.

 

95.10. Samenvatting: Verslaafden en daklozen hangen rond en/of overnachten in het

trappenhuis, galerij van appartementencomplex op vijf meter afstand (trappenhuis

wordt nu al als openbaar toilet gebruikt). De gemeente zal de kosten van het afsluiten

van het trappenhuis moeten betalen. 

Antwoord: Voor beantwoording van uw reactie verwijzen wij u naar de paragraaf E IV  'Overlast en beheer' en paragraaf E X 'Schadeclaims'. Omdat de dagopvang een kleinschalige voorziening is, en drugsgebruikers een minderheid van de bezoekers vormen en daarnaast door een goede inrichting van de locatie en beheer van de omgeving het risico op overlast en criminaliteit verder beperkt kan worden, kan -in objectieve zin- een voldoende niveau van veiligheid bereikt worden. Dat neemt niet weg dat het belangrijk is structureel overleg te hebben tussen gemeente, politie, de dagopvang, omwonenden en ondernemers. Dat overleg moet leiden tot een beheerplan en regelmatige evaluatie van de gang van zaken. Daarbij horen ook een serieus sanctiebeleid van de dagopvang en afspraken over een snelle reactie van de hulpdiensten bij incidenten. Het college is niet overtuigd van de noodzaak tot verschillende fysieke ingrepen. Tegelijkertijd willen wij niet uitsluiten dat dergelijke ingrepen ook wel eens nodig kunnen zijn.

Bij de wijziging van het bestemmingsplan kunnen belanghebbenden verzoeken om planschadevergoeding.

Conclusie: De gestelde vragen zullen voor het merendeel in het beheerplan dan wel bij het monitoren van een lopend beheerplan aan de orde kunnen komen. Omdat vergelijkbare vragen ook bij andere locaties aan de orde zijn, leidt dit punt nu niet tot een onderscheidend aspect bij de afweging tussen locaties.

 

 

 

95.11. Samenvatting: De veiligheid van nabijgelegen winkels komt in het gedrang.

Antwoord: Voor de beantwoording van reacties aangaande de ligging ten opzichte van winkels verwijzen we u naar de paragraaf E VI 'Ligging in/tegen winkelgebied' van het algemene gedeelte.

Conclusie: Door het bieden van een plaats, een programma en activiteiten draagt de dagopvang bij aan het tegengaan van overlast in stad en winkelcentra. Vanwege de kleinschaligheid van de voorziening en de ervaringen op de huidige locatie gaat het college ervan uit dat de risico's voor de winkels in de omgeving beperkt zijn. Dat onder de voorwaarde dat in de beheersafspraken met betrokken partijen duidelijke afspraken worden gemaakt, dat deze adequaat worden uitgevoerd en door middel van een structureel overleg worden gevolgd. Daarbij zou de mogelijkheid kunnen worden betrokken om enige tijd na sluiting van het centrum door middel van een ronde om het centrum na te gaan of de bezoekers van het centrum de directe omgeving inderdaad verlaten hebben.

 

95.12. Samenvatting: In de avonduren is er op dit moment geen (sociale) controle op de

omgeving. De politie heeft geen inzicht in de situatie. Bewoners zullen zich bedreigd

voelen. De omgeving van de aanwezige pinautomaten wordt onveilig.

Antwoord: Voor de beantwoording van uw reactie in algemene zin verwijzen we u naar paragraaf E IV 'Overlast en beheer'. Specifiek over hanggedrag na sluitingstijd het volgende. De dagopvang is dagelijks geopend van 11:00u tot 17:30u en vervult geen nachtopvangfunctie. De meeste bezoekers van het dienstencentrum hebben wel een nachtverblijf; middels een kamer in onderhuur, het slapen bij verschillende kennissen of via de nachtopvang op de Houttuinen. Desalniettemin moet ervoor gewaakt worden dat groepen bezoekers zich voor en na sluitingstijd gaan ophouden in de buurt van de dagopvang, bijvoorbeeld bij de portieken. Daarbij kan gedacht worden aan het maken van een ronde na sluitingstijd om er zeker van te zijn dat alle bezoekers het bedrijventerrein hebben verlaten. Over de pinautomaten kan verder gezegd worden dat zij alle aan de Papsouwselaan gelegen zijn. Zeker rond en tijdens de openingsuren van het centrum is de Papsouwselaan druk genoeg om het risico van beroving aan een pinautomaat aanzienlijk te beperken.

Conclusie: Omdat het hier gaat om een centrum voor dagopvang en met een aantal gerichte maatregelen kan worden voorkomen dat mensen na sluitingstijd blijven hangen deelt het college de opvatting van inspreker niet

 

95.13. Samenvatting: De vestiging van de nieuwe locatie is in strijd met het bestaande

bestemmingsplan. De inhoud hiervan is u bekend.

Antwoord: Een dagopvang past niet binnen de huidige bestemming. Om de dagopvang te kunnen realiseren dient een bestemmingsplanprocedure te worden gevolgd.

Conclusie: Wanneer de keuze op deze locatie valt dient een bestemmingsplanprocedure gevolgd te worden.

 

96. - J.P. de Roo

96.1.   Samenvatting: De locatie is ongeschikt vanwege de aanwezigheid van een

kinderspeelplaats, de supermarkt Aldi, het winkelcentrum in den Hoven, een

vuurgevaarlijk benzinestation en veel flatgebouwen met onafgesloten trappenhuizen.

Antwoord: Voor de beantwoording van reactie aangaande de ligging ten opzichte van winkels verwijzen we u naar de paragraaf E VI 'Ligging in/tegen winkelgebied' van het algemene gedeelte. Voor de beantwoording van uw reactie over de kinderspeelplaats verwijzen we u naar de paragraaf E VII 'Ligging naast kinderspeelplaats' van het algemene gedeelte.  Voor beantwoording van uw reactie over veiligheid verwijzen wij u naar de paragraaf E IV 'Overlast en beheer'. Van belang is hierbij te onderstrepen dat rond de huidige locatie de criminaliteitscijfers vergelijkbaar zijn met andere gebieden in de stad.

Conclusie: Onze conclusie op het gebied van veiligheid is dat, gezien de omvang en de aard van de groep die het dienstencentrum bezoekt, de aanpak rond de buitenruimte en de toegangssluis en de ervaringen van de laatste jaren de risico's beperkt zijn. Dat neemt niet weg dat het belangrijk is structureel overleg te hebben tussen gemeente, politie, de dagopvang, omwonenden en ondernemers. Dat overleg moet leiden tot een beheerplan en regelmatige evaluatie van de gang van zaken. Daarbij horen ook een serieus sanctiebeleid van de dagopvang en afspraken over een snelle reactie van de hulpdiensten bij incidenten. Op deze wijze kan het beperkte risico worden verkleind en kan het vertrouwen ontstaan dat wangedrag effectief wordt aangepakt. Dit zal bijdragen aan de vermindering van het gevoel van onveiligheid.

Door het bieden van een plaats, een programma en activiteiten draagt de dagopvang bij aan het tegengaan van overlast in stad en winkelcentra. Vanwege de kleinschaligheid van de voorziening en de ervaringen op de huidige locatie gaat het college ervan uit dat de risico's voor de winkels in de omgeving beperkt zijn. Dat onder de voorwaarde dat in de beheersafspraken met betrokken partijen duidelijke afspraken worden gemaakt, dat deze adequaat worden uitgevoerd en door middel van een structureel overleg worden gevolgd. Daarbij zou de mogelijkheid kunnen worden betrokken om enige tijd na sluiting van het centrum door middel van een ronde om het centrum na te gaan of de bezoekers van het centrum de directe omgeving inderdaad verlaten hebben.

Het is zeker niet de bedoeling van het college om spelende kinderen stelselmatig met de bezoekers van het centrum in contact te laten komen. Voor het college betekent dit echter niet dat de Nijverheidsstraat afvalt als mogelijke locatie. Wanneer niet een bevredigende situatie kan worden bereikt met én de speelplek én de dagopvang zal voor de speelplek - in overleg met betrokkenen - een andere oplossing gevonden moeten worden

 

97. - Dhr. en mevr. Ruijssenaars

97.1. Samenvatting: De locatie is, in tegenstelling tot de informatie in de informatiekrant, ingekapseld tussen wooneenheden, afgezien van enkele lichte industrie.

Antwoord: De locatie Nijverheidsstraat bevindt zich in een gevarieerd gebied met diverse functies, zoals een winkelfunctie. Daarnaast vinden er veel verkeersbewegingen in de omgeving plaats. De locatie bevindt zich niet in een omgeving die uitsluitend de functie wonen kent.

Conclusie: De locatie voldoet aan het criterium dat het in een niet uitsluitend woongebied gelegen is.

 

97.2. Samenvatting: De locatie ligt op een knooppunt van weggetjes en straatjes en de aanpalende gebouwen ontrekken de locatie aan het zicht. Vanuit het oogpunt van veiligheid is die geen ideale situatie.

Antwoord: De locatie Nijverheidsstraat bevindt zich in een gevarieerd gebied met diverse functies, zoals een winkelfunctie. Daarnaast vinden er veel verkeersbewegingen in de omgeving plaats. De locatie bevindt zich niet in een omgeving die uitsluitend de functie wonen kent. Door middel van een veiligheidsscan wordt een inventarisatie gemaakt van mogelijke risico's in de buurt. Deze scans zullen betrokken worden bij de uiteindelijke afweging van locaties.

Conclusie: De locatie voldoet aan het criterium dat het in een niet uitsluitend woongebied gelegen is. Mede op grond van de veiligheidsscan kunnen door middel van het overleg met de buurt in het beheerplan punten zoals door inspreker genoemd aangepakt worden.

 

97.3. Samenvatting: De locatie in de directe nabijheid van de ALDI is ongelukkig gekozen omdat er overlast voor het winkelend publiek zal zijn en er alcoholische drank te koop zal zijn op loopafstand van de dagopvang (bij de ALDI). Dat is vragen om problemen. 

Antwoord: Voor de beantwoording van reacties aangaande de ligging ten opzichte van winkels verwijzen we u naar de paragraaf E VI 'Ligging in/tegen winkelgebied' van het algemene gedeelte. De reactie veronderstelt dat door de komst van de dagopvang in de nabijheid van de Aldi overlast op straat als gevolg van het gebruik van alcohol op straat dan wel overlast op straat als  gevolg van alcoholgebruik in het centrum kunnen ontstaan. Dit is zeker een punt van aandacht. In het intern beheerregime van het centrum zal aan het meenemen van alcohol en het gebruik van alcohol in het centrum nadrukkelijk aandacht worden besteed. Dat geldt ook voor de beheerafspraken voor de omgeving van het centrum. Zo geldt voor de omgeving van de huidige dagopvang een verbod op het gebruik van alcohol op straat gebaseerd op de algemene plaatselijke verordening (APV).

Conclusie: Door het bieden van een plaats, een programma en activiteiten draagt de dagopvang bij aan het tegengaan van overlast in stad en winkelcentra. Vanwege de kleinschaligheid van de voorziening en de ervaringen op de huidige locatie gaat het college ervan uit dat de risico's voor de winkels in de omgeving beperkt zijn. Dat onder de voorwaarde dat in de beheersafspraken met betrokken partijen duidelijke afspraken worden gemaakt, dat deze adequaat worden uitgevoerd en door middel van een structureel overleg worden gevolgd. Daarbij zou de mogelijkheid kunnen worden betrokken om enige tijd na sluiting van het centrum door middel van een ronde om het centrum na te gaan of de bezoekers van het centrum de directe omgeving inderdaad verlaten hebben.

De verkoop van alcohol door de Aldi wordt betrokken in de beheerafspraken.

 

98. - Van Schaik

98.1. Samenvatting: Inspreker maakt bezwaar tegen deze locatie omdat de speeltuin die

er naast zit een hangplek zal worden waardoor de veiligheid van kinderen zal

afnemen.

Antwoord: Voor de beantwoording van uw reactie verwijzen we u naar de paragraaf E VII 'Ligging naast kinderspeelplaats' van het algemene gedeelte. 

Conclusie: Het is zeker niet de bedoeling van het college om spelende kinderen stelselmatig met de bezoekers van het centrum in contact te laten komen. Voor het college betekent dit echter niet dat de Nijverheidsstraat afvalt als mogelijke locatie. Wanneer niet een bevredigende situatie kan worden bereikt met én de speelplek én de dagopvang zal voor de speelplek - in overleg met betrokkenen - een andere oplossing gevonden moeten worden.

 

98.2. Samenvatting: Indien de waarde van de huizen zal dalen, zal de gemeente het

verlies dan bijleggen?

Antwoord: Voor beantwoording van uw reactie verwijzen wij u naar de paragraaf  E X 'Schadeclaims'.

Conclusie: Bij de wijziging van het bestemmingsplan kunnen belanghebbenden verzoeken om planschadevergoeding.

 

98.3. Samenvatting: Er is al veel overlast in de buurt van de Aldi, A&E en de discotheek

waardoor de veiligheid van het gebouw weg is. Afsluiten van het gebouw kost veel geld.

Antwoord: Het gebied kent een fors aantal verschillende functies, zowel kijkend naar de directe als de iets verder weg gelegen omgeving van de beoogde locatie. Het totale gebied vervult mede een centrumfunctie voor de gehele stad. Dat brengt bedrijvigheid en verkeer met zich mee. In zijn algemeenheid wil het college dat niet als overlast typeren. Overlast is wat mensen hindert bij het normaal functioneren in een dergelijk gebied.

Ons is bekend dat de discotheek voor overlast zorgt. Andere overlastgevende functies zijn ons niet bekend. Gezien het grote verschil in de openingstijden en de verkeersbarrière tussen locatie dagopvang en discotheek zien wij geen relatie tussen de functies.

Het college is van mening dat de buurt, afgezien van incidenten, er redelijk bijstaat. Naar ons oordeel is er zeker geen sprake van verloedering of verwaarlozing.

In de veiligheidsscan die van de omgeving van de mogelijke locatie wordt gemaakt worden de risico's op het gebied van overlast en veiligheid nader beschreven.

Voor beantwoording van uw reactie verwijzen wij u naar de paragraaf E IV  'Overlast en beheer' en paragraaf E X 'Schadeclaims'. Omdat de dagopvang een kleinschalige voorziening is, en drugsgebruikers een minderheid van de bezoekers vormen en daarnaast door een goede inrichting van de locatie en beheer van de omgeving het risico op overlast en criminaliteit verder beperkt kan worden, kan -in objectieve zin- een voldoende niveau van veiligheid bereikt worden. Dat neemt niet weg dat het belangrijk is structureel overleg te hebben tussen gemeente, politie, de dagopvang, omwonenden en ondernemers. Dat overleg moet leiden tot een beheerplan en regelmatige evaluatie van de gang van zaken. Daarbij horen ook een serieus sanctiebeleid van de dagopvang en afspraken over een snelle reactie van de hulpdiensten bij incidenten. Het college is niet overtuigd van de noodzaak tot verschillende fysieke ingrepen. Tegelijkertijd willen wij niet uitsluiten dat dergelijke ingrepen ook wel eens nodig kunnen zijn.

Conclusie: Bij de wijziging van het bestemmingsplan kunnen belanghebbenden verzoeken om planschadevergoeding.

De gestelde vragen zullen voor het merendeel in het beheerplan dan wel bij het monitoren van een lopend beheerplan aan de orde kunnen komen. Omdat vergelijkbare vragen ook bij andere locaties aan de orde zijn, leidt dit punt nu niet tot een onderscheidend aspect bij de afweging tussen locaties.

 

98.4. Samenvatting: De locatie is te dichtbij het gebouw van de insprekers gelegen

aangezien de bezoekers de weg over kunnen steken en in het trappenhuis staan. Met

name kinderen en vrouwen zijn daar bang voor.

Antwoord: Voor beantwoording van uw reactie verwijzen we u naar de paragraaf E IV 'Overlast en beheer'.

Conclusie: Omdat de dagopvang een kleinschalige voorziening is, en drugsgebruikers een minderheid van de bezoekers vormen en daarnaast door een goede inrichting van de locatie en beheer van de omgeving het risico op overlast en criminaliteit verder beperkt kan worden, kan -in objectieve zin- een voldoende niveau van veiligheid bereikt worden. Dat neemt niet weg dat het belangrijk is structureel overleg te hebben tussen gemeente, politie, de dagopvang, omwonenden en ondernemers. Dat overleg moet leiden tot een beheerplan en regelmatige evaluatie van de gang van zaken. Daarbij horen ook een serieus sanctiebeleid van de dagopvang en afspraken over een snelle reactie van de hulpdiensten bij incidenten. Op deze wijze kan het beperkte risico worden verkleind, moet ook het vertrouwen ontstaan dat wangedrag wordt aangepakt, waardoor uiteindelijk het gevoel van onveiligheid vermindert.

 

99. - R. Schouten

99.1.   Samenvatting: Het kostenplaatje lijkt onverantwoord aangezien er bestaande

locaties zijn.

Antwoord: Het kostenaspect zal mee worden genomen in het bouwkundig haalbaarheidsonderzoek en onderdeel uitmaken van de finale afweging (naast de resultaten uit de inspraak en de veiligheidsscan). Het college maakt een kwalitatieve afweging. Dit betekent dat de goedkoopste locatie niet automatisch tot locatie wordt gekozen.

Conclusie: Het kostenaspect worden meegewogen in de finale afweging.

 

99.2.   Samenvatting: De veiligheid kan nu niet gegarandeerd worden, dus ook in de

toekomst niet.

Antwoord: De overlast die het huidige centrum veroorzaakt hangt vooral samen met het niet hebben van een afgeschermde buitenruimte. Geregeld bevinden zich daardoor groepjes buiten het pand, waar omwonenden overlast van ervaren. Voor beantwoording van uw reactie in algemene zin verwijzen we u naar de paragraaf E IV 'Overlast en beheer'. Van belang is hierbij te onderstrepen dat rond de huidige locatie de criminaliteitscijfers vergelijkbaar zijn met andere gebieden in de stad.

Conclusie: Onze conclusie op het gebied van veiligheid is dat, gezien de omvang en de aard van de groep die het dienstencentrum bezoekt, de aanpak rond de buitenruimte en de toegangssluis en de ervaringen van de laatste jaren de risico's beperkt zijn. Dat neemt niet weg dat het belangrijk is structureel overleg te hebben tussen gemeente, politie, de dagopvang, omwonenden en ondernemers. Dat overleg moet leiden tot een beheerplan en regelmatige evaluatie van de gang van zaken. Daarbij horen ook een serieus sanctiebeleid van de dagopvang en afspraken over een snelle reactie van de hulpdiensten bij incidenten. Op deze wijze kan het beperkte risico worden verkleind en kan het vertrouwen ontstaan dat wangedrag effectief wordt aangepakt. Dit zal bijdragen aan de vermindering van het gevoel van onveiligheid.

 

99.3.   Samenvatting: Diverse geboden/verboden en verkeersregels worden regelmatig

Overtreden door de bezoekers van de dagopvang, wat hebben deze voor invloed aangezien er geen sancties op staan.

            Antwoord: Voor bezoekers van de dagopvang gelden dezelfde rechten en plichten als voor iedere Nederlander. Tegen overtredingen wordt opgetreden, bijvoorbeeld het overtreden van het alcoholverbod. Aan bezoekers van de dagopvang kunnen wel degelijk sancties worden opgelegd door medewerkers of bestuur van het centrum.

            Conclusie: Deze inspraakreactie heeft geen invloed op de besluitvorming.

 

99.4.   Samenvatting: Het optreden en de communicatie met gemeentemedewerkers is

niet echt motiverend.

Antwoord: De gemeente levert een grote inspanning om betrokkenen zo goed mogelijk van informatie te voorzien, hen op meerdere manieren gelegenheid te geven hun mening kenbaar te maken en daar zorgvuldig op te reageren.

Conclusie: Deze inspraak heeft geen invloed op de besluitvorming.

 

99.5.    Samenvatting: Het bestemmingsplan is woningen.

Antwoord: Voor deze locatie dient een bestemmingsplanwijziging te worden  doorgevoerd.

Conclusie:Deze inspraakreactie heeft geen invloed op de besluitvorming.

 

99.6.    Samenvatting: Er is geen of te weinig surveillance van de politie voor een wijk als

    deze.

Antwoord: Voor de beantwoording van uw reactie in algemene zin verwijzen we u naar paragraaf E IV 'Overlast en beheer'. Specifiek over hanggedrag na sluitingstijd het volgende. De dagopvang is dagelijks geopend van 11:00u tot 17:30u en vervult geen nachtopvangfunctie. De meeste bezoekers van het dienstencentrum hebben wel een nachtverblijf; middels een kamer in onderhuur, het slapen bij verschillende kennissen of via de nachtopvang op de Houttuinen. Desalniettemin moet ervoor gewaakt worden dat groepen bezoekers zich voor en na sluitingstijd gaan ophouden in de buurt van de dagopvang, bijvoorbeeld bij de portieken. Daarbij kan gedacht worden aan het maken van een ronde na sluitingstijd om er zeker van te zijn dat alle bezoekers het bedrijventerrein hebben verlaten.

Conclusie: Omdat het hier gaat om een centrum voor dagopvang en met een aantal gerichte maatregelen kan worden voorkomen dat mensen na sluitingstijd blijven hangen deelt het college de opvatting van inspreker niet.

 

99.7.   Samenvatting: Het wooncomfort zit nu op de grens aangezien er veel overlast is

   van zwerfvuil, drugsgebruikers, verkeer, bezoekers van de discotheek, en bezoekers

   van de wasstraat De Beer.

Antwoord: Het gebied kent een fors aantal verschillende functies, zowel kijkend naar de directe als de iets verder weg gelegen omgeving van de beoogde locatie. Het totale gebied vervult mede een centrumfunctie voor de gehele stad. Dat brengt bedrijvigheid en verkeer met zich mee. In zijn algemeenheid wil het college dat niet als overlast typeren. Overlast is wat mensen hindert bij het normaal functioneren in een dergelijk gebied.

Ons is bekend dat de discotheek voor overlast zorgt. Andere overlastgevende functies zijn ons niet bekend. Gezien het grote verschil in de openingstijden en de verkeersbarrière tussen locatie dagopvang en discotheek zien wij geen relatie tussen de functies.

Het college is van mening dat de buurt, afgezien van incidenten, er redelijk bijstaat. Naar ons oordeel is er zeker geen sprake van verloedering of verwaarlozing.

In de veiligheidsscan die van de omgeving van de mogelijke locatie wordt gemaakt worden de risico's op het gebied van overlast en veiligheid nader beschreven.

Conclusie: Deze inspraak heeft geen invloed op de besluitvorming.

 

100. - Stichting Zorginstellingen Pieter van Foreest (T. Wolffenbuttel, locatiemanager)

Namens de bewoners en medewerkers worden 185 handtekeningen ingediend.

100.1. Samenvatting: De locatie is bij WoonZorgcentrum Delfshove aan de overkant. In

Delfshove wonen 140 bewoners in het verzorgingshuis en 60 bewoners in de

aanleunwoningen. Dit is een kwetsbare groep in de samenleving. Insprekers zijn

geschrokken dat de gemeente deze locatie in overweging neemt.

Antwoord: In algemene zin verwijzen wij u naar paragraaf E IV 'Overlast en beheer'. Hemelsbreed liggen de locatie van de dagopvang en het ouderencentrum Delfshove niet zo ver van elkaar. Wanneer de concrete situatie in ogenschouw wordt genomen blijkt echter dat de Papsouwselaan een duidelijke scheiding vormt en dat bovendien de toegangspartijen en looproutes van de beide centra een verschillende oriëntatie kennen. Een en ander neemt overigens niet weg dat het college het van belang acht Delfshove te betrekken in het overleg met de partijen uit de buurt van het centrum op het moment dat voor deze locatie zou worden gekozen.

Conclusie: Deze inspraak heeft geen invloed op de besluitvorming.

 

100.2. Samenvatting: De instelling is een open instelling waar iedereen in en uit kan

          lopen. Momenteel komt het al vaak voor dat zwervers of anderen warmte zoeken bij de

voordeurhal of gaan rondhangen in de fietsenstalling. Dit geeft bewoners een zeer

onveilig gevoel.

Antwoord: Voor de beantwoording van uw reactie in algemene zin verwijzen we u naar paragraaf E IV 'Overlast en beheer'. Specifiek over hanggedrag na sluitingstijd het volgende. De dagopvang is dagelijks geopend van 11:00u tot 17:30u en vervult geen nachtopvangfunctie. De meeste bezoekers van het dienstencentrum hebben wel een nachtverblijf; middels een kamer in onderhuur, het slapen bij verschillende kennissen of via de nachtopvang op de Houttuinen. Desalniettemin moet ervoor gewaakt worden dat groepen bezoekers zich voor en na sluitingstijd gaan ophouden in de buurt van de dagopvang, bijvoorbeeld bij de portieken. Daarbij kan gedacht worden aan het maken van een ronde na sluitingstijd om er zeker van te zijn dat alle bezoekers de omgeving van het centrum hebben verlaten.

Conclusie: Omdat het hier gaat om een centrum voor dagopvang en met een aantal gerichte maatregelen kan worden voorkomen dat mensen na sluitingstijd blijven hangen deelt het college de opvatting van inspreker niet.

 

101. - A.C.M. Thiel-de Haas

101.1. Samenvatting: Inspreker maakt bezwaar tegen deze locatie om verschillende

redenen. Er is al veel onrust door de aanwezigheid van het politiebureau, een school,

winkels en het tankstation Deko.

Antwoord: Het gebied kent een fors aantal verschillende functies, zowel kijkend naar de directe als de iets verder weg gelegen omgeving van de beoogde locatie. Het totale gebied vervult mede een centrumfunctie voor de gehele stad. Dat brengt bedrijvigheid en verkeer met zich mee. In zijn algemeenheid wil het college dat niet als overlast typeren. Overlast is wat mensen hindert bij het normaal functioneren in een dergelijk gebied.

Het college is van mening dat de buurt, afgezien van incidenten, er redelijk bijstaat. Naar ons oordeel is er zeker geen sprake van verloedering of verwaarlozing.

In de veiligheidsscan die van de omgeving van de mogelijke locatie wordt gemaakt worden de risico's op het gebied van overlast en veiligheid nader beschreven.

Conclusie: Deze inspraak heeft geen invloed op de besluitvorming.

 

101.2. Samenvatting: De locatie ligt buiten de straal van 1 kilometer van de binnenstad.

Antwoord: Voor de beantwoording van uw reactie verwijzen we u naar de paragraaf E V 'Afstand tot de binnenstad' van het algemene gedeelte.

Conclusie: Door zowel de gemeenteraad als insprekers is uitgesproken dat een geschikte locatie 'niet op een meter hoeft af te kaatsen'. Dat is de reden dat het college die locaties die aan de rand van de kilometerzone gelegen zijn, meegenomen heeft in de toetsing. Deze redenering is van toepassing op de locatie Nijverheidsstraat. In het toetsingsdocument is aangegeven dat de locatie Nijverheidsstraat net buiten de 1km-grens ligt.

Het college beschouwt ligging buiten de 1km-zone als een zwak punt van deze locatie.

 

101.3. Samenvatting: Er zal door overlast en beeldvorming een sterke

waardevermindering van de appartementen optreden en/of onverkoopbaarheid.

Antwoord: Voor beantwoording van uw reacties verwijzen wij u naar de paragraaf E IV  'Overlast en beheer' en paragraaf E X 'Schadeclaims'.

Conclusie: Omdat de dagopvang een kleinschalige voorziening is, en drugsgebruikers een minderheid van de bezoekers vormen en daarnaast door een goede inrichting van de locatie en beheer van de omgeving het risico op overlast en criminaliteit verder beperkt kan worden, kan -in objectieve zin- een voldoende niveau van veiligheid bereikt worden. Dat neemt niet weg dat het belangrijk is structureel overleg te hebben tussen gemeente, politie, de dagopvang, omwonenden en ondernemers. Dat overleg moet leiden tot een beheerplan en regelmatige evaluatie van de gang van zaken. Daarbij horen ook een serieus sanctiebeleid van de dagopvang en afspraken over een snelle reactie van de hulpdiensten bij incidenten. Op deze wijze kan het beperkte risico worden verkleind, moet ook het vertrouwen ontstaan dat wangedrag wordt aangepakt, waardoor uiteindelijk het gevoel van onveiligheid vermindert.

Bij de wijziging van het bestemmingsplan kunnen belanghebbenden verzoeken om planschadevergoeding.

 

101.4. Samenvatting: Na sluitingstijd van de opvang zullen bezoekers gaan dwalen en

zwerven door de buurt.

Antwoord: Voor de beantwoording van uw reactie in algemene zin verwijzen we u naar paragraaf E IV 'Overlast en beheer'. Specifiek over hanggedrag na sluitingstijd het volgende. De dagopvang is dagelijks geopend van 11:00u tot 17:30u en vervult geen nachtopvangfunctie. De meeste bezoekers van het dienstencentrum hebben wel een nachtverblijf; middels een kamer in onderhuur, het slapen bij verschillende kennissen of via de nachtopvang op de Houttuinen. Desalniettemin moet ervoor gewaakt worden dat groepen bezoekers zich voor en na sluitingstijd gaan ophouden in de buurt van de dagopvang, bijvoorbeeld bij de portieken. Daarbij kan gedacht worden aan het maken van een ronde na sluitingstijd om er zeker van te zijn dat alle bezoekers het bedrijventerrein hebben verlaten.

Conclusie: Omdat het hier gaat om een centrum voor dagopvang en met een aantal gerichte maatregelen kan worden voorkomen dat mensen na sluitingstijd blijven hangen deelt het college de opvatting van inspreker niet.

 

101.5. Samenvatting: De verslaafden zullen gaan rondhangen op de kinderspeelplaats.

Antwoord: Voor de beantwoording van uw reactie verwijzen we u naar de paragraaf E VII 'Ligging naast kinderspeelplaats' van het algemene gedeelte. 

Conclusie: Het is zeker niet de bedoeling van het college om spelende kinderen stelselmatig met de bezoekers van het centrum in contact te laten komen. Voor het college betekent dit echter niet dat de Nijverheidsstraat afvalt als mogelijke locatie. Wanneer niet een bevredigende situatie kan worden bereikt met én de speelplek én de dagopvang zal voor de speelplek - in overleg met betrokkenen - een andere oplossing gevonden moeten worden.

 

101.6. Samenvatting: Er zal afval gaan rondslingeren en dan met name afval van

drugsverslaafden.

Antwoord: Voor beantwoording van uw reactie verwijzen wij u naar de paragraaf E IV 'Overlast en beheer'. Inspreker maakt impliciete een verwijzing naar mogelijke rondslingerende spuiten. In de huidige drugsgebruikerswereld wordt niet of nauwelijks meer gebruik maakt van spuiten en dus naalden. Harddrugs, zoals crack en heroïne, worden verwarmd en vervolgens opgesnoven. Voor diegene die naalden gebruikt is het 'schone spuitenproject' van toepassing. Tegen inlevering van een oude spuit wordt een nieuwe spuit verstrekt. In of nabij de huidige locatie aan de Oostsingel zijn de afgelopen jaren geen spuiten aangetroffen. Het gevaar van rondslingerende gebruikte spuiten valt vrijwel volledig uit te sluiten.

Conclusie: Onze conclusie op het gebied van veiligheid is dat, gezien de omvang en de aard van de groep die het dienstencentrum bezoekt, de aanpak rond de buitenruimte en de toegangssluis en de ervaringen van de laatste jaren de risico's beperkt zijn. Dat neemt niet weg dat het belangrijk is structureel overleg te hebben tussen gemeente, politie, de dagopvang, omwonenden en ondernemers. Dat overleg moet leiden tot een beheerplan en regelmatige evaluatie van de gang van zaken. Daarbij horen ook een serieus sanctiebeleid van de dagopvang en afspraken over een snelle reactie van de hulpdiensten bij incidenten. Op deze wijze kan het beperkte risico worden verkleind en kan het vertrouwen ontstaan dat wangedrag effectief wordt aangepakt. Dit zal bijdragen aan de vermindering van het gevoel van onveiligheid.

 

 

102. - A.C. van Tol

Namens de heer A.C. van Tol reageert mr. M.R. Plug van EBH advocaten op het voornemen van de gemeente om de Nijverheidstraat als locatie voor de dagopvang van daklozen en verslaafden aan te wijzen. Inspreker is eigenaar van een aantal onroerende zaken gelegen aan de Papsouwselaan die worden verhuurd aan de Aldi, Medior Vastgoed en Auto Electra Delft.

 

102.1. Samenvatting: Inspreker zal aanzienlijke vermogensschade lijden vanwege

waardevermindering van de onroerende zaken en gederfde huurinkomsten. Door de verwachte overlast zal de aantrekkingskracht van de Aldi aanmerkelijk afnemen. Ook de overige gebruikers van de panden zullen op zoek moeten gaan naar andere locaties voor hun bedrijfsactiviteiten waardoor de panden eventueel onverhuurbaar worden. Inspreker houdt de gemeente reeds op voorhand aansprakelijk voor de geleden schade en zal deze op de gemeente verhalen.

Antwoord: Voor beantwoording van uw reacties verwijzen wij u naar de paragraaf E IV  'Overlast en beheer' en paragraaf E X 'Schadeclaims'.

Conclusie: Bij de wijziging van het bestemmingsplan kunnen belanghebbenden verzoeken om planschadevergoeding.

 

102.2. Samenvatting: Uit het rapport van de gemeente blijkt dat de locatie op meer dan 1

      kilometer afstand van de Markt is gelegen. Daarmee legt de gemeente haar eigen

uitgangspunt terzijde. Door deze overschrijding van de kilometerzone wordt

rondzwerven in de buurt van de opvanglocatie in de hand gewerkt. De locatie behoort

op dit beoordelingspunt dan ook negatief te scoren.

Antwoord: Voor de beantwoording van uw reactie verwijzen we u naar de paragraaf E V 'Afstand tot de binnenstad' van het algemene gedeelte.

Conclusie: Door zowel de gemeenteraad als insprekers is uitgesproken dat een geschikte locatie 'niet op een meter hoeft af te kaatsen'. Dat is de reden dat het college die locaties die aan de rand van de kilometerzone gelegen zijn, meegenomen heeft in de toetsing. Deze redenering is van toepassing op de locatie Nijverheidsstraat. In het toetsingsdocument is aangegeven dat de locatie Nijverheidsstraat net buiten de 1km-grens ligt.

Het college beschouwt ligging buiten de 1km-zone als een zwak punt van deze locatie.

 

102.3. Samenvatting: De locatie past niet binnen het vigerende bestemmingsplan en een

eventuele aanpassing dan wel vrijstelling van het bestemmingsplan is in strijd met een

goede ruimtelijke ordening als bedoeld in artikel 10 van de Wet op de ruimtelijke

ordening.

Antwoord: Een dagopvang past niet binnen de huidige bestemming. Om de dagopvang te kunnen realiseren dient een bestemmingsplanprocedure te worden gevolgd.

Conclusie: Wanneer de keuze op deze locatie valt dient een bestemmingsplanprocedure gevolgd te worden.

 

102.4. Samenvatting: Blijkens de "Toetsing alternatieve locaties dagopvang" is geen

sprake van herontwikkelingsplannen waardoor een eventuele

(postzegel)planherziening gekarakteriseerd moet worden als ad-hoc planologie. In de

jurisprudentie en rechtsliteratuur is algemeen aanvaard dat planologie waar geen meeromvattend beleid achter zit, onwenselijk is en juridisch niet aanvaardbaar wordt geacht.

Antwoord: In de Nota Toetsing alternatieve locaties dagopvang zijn onder meer toetsingscreteria opgenomen waaraan een nieuwe locatie voor de dagopvang moet voldoen. De voorgedragen locaties zullen in meer of mindere mate aan deze criteria moeten voldoen. Afwegingscriteria komen voort uit de vraag: waar is een nieuwe locatie gelet op de karakteristieke van die functie ruimtelijke het best inpasbaar. Vervolgens zal voor die betreffende locatie de noodzakelijke juridisch planologische procedure worden gevolgd zoals deze in de Wet op de Ruimtelijke Ordening zijn verankerd. In die procedure worden al het ruimtelijke relevante beleid opgenomen in een zogenoemd ontwikkelingsplan dan wel in een bestemmingsplan. Beleidsaspecten daarbij zijn: ruimtelijke opzet van het (deel)gebied, milieu, mobiliteit, openbare ruimte, welzijn. Onjuist is derhalve de stellingname dat hier sprake is van postzegelplanolgie dan wel de afwezigheid van meeromvattend beleid.

Conclusie: Deze inspraakreactie heeft geen invloed op de besluitvorming.

 

102.5. Samenvatting: Binnen een straal van 80 meter van de mogelijke opvanglocatie

bevindt zich een LPG-vulpunt (tankstation) hetgeen betekent dat binnen die straal van

80 meter niet gebouwd mag worden. Het is de vraag of het LPG-vulpunt binnen de

twee jaar (de termijn waarbinnen het opvangcentrum dient te verhuizen) zal zijn

gesaneerd. Juridisch gezien bestaat voor het tankstation geen verplichting tot

sanering voor 1 januari 2008. Hierdoor heeft de gemeente de vraag of de locatie met

zekerheid te huren of te verwerven is binnen een periode van een jaar ten onrechte

bevestigend beantwoord. Bovendien is onvoldoende duidelijk in hoeverre de afkoop

van het tankstation binnen het in de toetsing genoemde budget van € 1,1 miljoen past.

Antwoord: Om deze functie te kunnen huisvesten, zal een bestemmingsplanprocedure gevolgd moeten worden. Daarnaast kan de dagopvang op deze locatie pas starten wanneer de milieucirkel van 80 meter, die van toepassing is op het gebied rondom het LPG-vulpunt, is opgeheven en het vulpunt ter plekke dus niet meer functioneert. Naar verwachting zal het vulpunt op het moment dat de dagopvang ter plekke kan gaan draaien gesloten zijn.

Conclusie: Deze inspraak heeft geen invloed op de besluitvorming.

 

102.6 Samenvatting: De locatie ligt net buiten het (in het rapport gearceerde)

stationsgebied. Daarom bestaat wel degelijk een reëel risico voor een aanzuigende werking uit andere regio's. Dit risico wordt versterkt door de aanwezigheid van de Aldi aangezien drugs- en drankverslaafden zich graag ophouden bij supermarkten. Ook de klanten zullen overlast ondervinden (diefstal, bedelen). Het is daarom onbegrijpelijk dat vraag 4 in het rapport positief is beantwoord.

Antwoord: De Nijverheidsstraat ligt op ruime afstand van het open gebied van het station. De kans dat mensen vanaf het stationsplein het dienstencentrum als ontmoetingsplek zullen gaan gebruiken of zelfs uit andere steden op het dienstencentrum zullen afkomen achten wij mede daarom klein. Indien een dergelijke ontwikkeling zich wel voordoet kan die door middel van bijvoorbeeld een inschrijf- of pasjessysteem worden gestopt. Voor de beantwoording van reacties aangaande de ligging ten opzichte van winkels verwijzen we u naar de paragraaf E VI 'Ligging in/tegen winkelgebied' van het algemene gedeelte.

Conclusie: Door het bieden van een plaats, een programma en activiteiten draagt de dagopvang bij aan het tegengaan van overlast in stad en winkelcentra. Vanwege de kleinschaligheid van de voorziening en de ervaringen op de huidige locatie gaat het college ervan uit dat de risico's voor de winkels in de omgeving beperkt zijn. Dat onder de voorwaarde dat in de beheersafspraken met betrokken partijen duidelijke afspraken worden gemaakt, dat deze adequaat worden uitgevoerd en door middel van een structureel overleg worden gevolgd. Daarbij zou de mogelijkheid kunnen worden betrokken om enige tijd na sluiting van het centrum door middel van een ronde om het centrum na te gaan of de bezoekers van het centrum de directe omgeving inderdaad verlaten hebben.

 

102.7 Samenvatting: Indien de gemeente over zal gaan tot herziening van de

bestemming, acht de inspreker zich gedwongen om gebruik te maken in beroep te

gaan. Ook ingeval het college een vrijstellingsprocedure zal doorlopen, zullen alle

juridische mogelijkheden door de inspreker doorlopen worden.

Antwoord: Het is aan de overweging van de inspreker om alle mogelijke juridische middelen in te zetten.

Conclusie: Deze inspraakreactie heeft geen invloed op de besluitvorming.

 

103. - F.C. Verbeek

103.1. Samenvatting: Er zijn teveel woningen en winkels in de omgeving van de locatie,

die hinder kunnen gaan ondervinden van de dagopvang.

Antwoord: De locatie Nijverheidsstraat bevindt zich in een gevarieerd gebied met diverse functies, zoals een winkelfunctie. Daarnaast vinden er veel verkeersbewegingen in de omgeving plaats. De locatie bevindt zich niet in een omgeving die uitsluitend de functie wonen kent. Voor de beantwoording van reactie aangaande de ligging ten opzichte van winkels verwijzen we u naar de paragraaf E VI 'Ligging in/tegen winkelgebied' van het algemene gedeelte.

Conclusie: Door het bieden van een plaats, een programma en activiteiten draagt de dagopvang bij aan het tegengaan van overlast in stad en winkelcentra. Vanwege de kleinschaligheid van de voorziening en de ervaringen op de huidige locatie gaat het college ervan uit dat de risico's voor de winkels in de omgeving beperkt zijn. Dat onder de voorwaarde dat in de beheersafspraken met betrokken partijen duidelijke afspraken worden gemaakt, dat deze adequaat worden uitgevoerd en door middel van een structureel overleg worden gevolgd. Daarbij zou de mogelijkheid kunnen worden betrokken om enige tijd na sluiting van het centrum door middel van een ronde om het centrum na te gaan of de bezoekers van het centrum de directe omgeving inderdaad verlaten hebben.

De locatie voldoet aan het criterium dat het in een niet uitsluitend woongebied gelegen is.

 

103.2. Samenvatting: Er is een tankstation in de buurt wat veel te gevaarlijk is voor de

gehele omgeving.

Antwoord: Om deze functie te kunnen huisvesten, zal een bestemmingsplanprocedure gevolgd moeten worden. Daarnaast kan de dagopvang op deze locatie pas starten wanneer de milieucirkel van 80 meter, die van toepassing is op het gebied rondom het LPG-vulpunt, is opgeheven en het vulpunt ter plekke dus niet meer functioneert. Naar verwachting zal het vulpunt op het moment dat de dagopvang ter plekke kan gaan draaien gesloten zijn.

Conclusie: Deze inspraak heeft geen invloed op de besluitvorming.

 

104. - H. Verleg

104.1. Samenvatting: Inspreker maakt bezwaar tegen deze locatie omdat ze in een heel

druk bewoonde woonwijk is gelegen.

Antwoord: De locatie Nijverheidsstraat bevindt zich in een gevarieerd gebied met diverse functies, zoals een winkelfunctie. Daarnaast vinden er veel verkeersbewegingen in de omgeving plaats. De locatie bevindt zich niet in een omgeving die uitsluitend de functie wonen kent. Voor het aspect looproute verwijzen wij u naar E V 'Looproute' van het algemene gedeelte.

Conclusie: De locatie voldoet aan het criterium dat het in een niet uitsluitend woongebied gelegen is. De totale lengte van de looproute wordt betrokken bij de afweging tussen alle locaties.

 

104.2. Samenvatting: Direct naast de locatie is een kinderspeelplaats wat het enige stukje

groen in de wijk is. Het kan toch niet de bedoeling zijn kinderen met verslaafden te

confronteren.

Antwoord: Voor de beantwoording van uw reactie verwijzen we u naar de paragraaf E VII 'Ligging naast kinderspeelplaats' van het algemene gedeelte. 

Conclusie: Het is zeker niet de bedoeling van het college om spelende kinderen stelselmatig met de bezoekers van het centrum in contact te laten komen. Voor het college betekent dit echter niet dat de Nijverheidsstraat afvalt als mogelijke locatie. Wanneer niet een bevredigende situatie kan worden bereikt met én de speelplek én de dagopvang zal voor de speelplek - in overleg met betrokkenen - een andere oplossing gevonden moeten worden.

 

104.3.   Samenvatting: De locatie ligt naast het tankstation Deko. Dit is gevaarlijk met name

als een verslaafde high of dronken is en een sigarettenpeuk weggooit.

Antwoord: Om deze functie te kunnen huisvesten, zal een bestemmingsplanprocedure gevolgd moeten worden. Daarnaast kan de dagopvang op deze locatie pas starten wanneer de milieucirkel van 80 meter, die van toepassing is op het gebied rondom het LPG-vulpunt, is opgeheven en het vulpunt ter plekke dus niet meer functioneert. Naar verwachting zal het vulpunt op het moment dat de dagopvang ter plekke kan gaan draaien gesloten zijn.

Conclusie: Deze inspraak heeft geen invloed op de besluitvorming.

 

104.4. Samenvatting: De waarde van de woningen zal dalen. De schade daarvan zal op de gemeente verhaald worden.

Antwoord: Voor beantwoording van uw reactie verwijzen wij u naar de paragraaf E X 'Schadeclaims'.

Conclusie: Bij de wijziging van het bestemmingsplan kunnen belanghebbenden verzoeken om planschadevergoeding.

 

104.5. Samenvatting: De auto's van de bewoners hebben al heel wat te lijden van bezoekers van de Aldi en lopen beschadigingen op door winkelwagentjes en het in- en

uitparkeren van bezoekers. Nu komt er nog een risicogroep bij die mogelijk auto-inbraken zullen plegen, etc.

Antwoord: Voor beantwoording van uw reactie verwijzen wij u naar de paragraaf E IV 'Overlast en beheer'. Van belang is hierbij te onderstrepen dat rond de huidige locatie de criminaliteitscijfers vergelijkbaar zijn met andere gebieden in de stad.

Conclusie: Onze conclusie op het gebied van veiligheid is dat, gezien de omvang en de aard van de groep die het dienstencentrum bezoekt, de aanpak rond de buitenruimte en de toegangssluis en de ervaringen van de laatste jaren de risico's beperkt zijn. Dat neemt niet weg dat het belangrijk is structureel overleg te hebben tussen gemeente, politie, de dagopvang, omwonenden en ondernemers. Dat overleg moet leiden tot een beheerplan en regelmatige evaluatie van de gang van zaken. Daarbij horen ook een serieus sanctiebeleid van de dagopvang en afspraken over een snelle reactie van de hulpdiensten bij incidenten. Op deze wijze kan het beperkte risico worden verkleind en kan het vertrouwen ontstaan dat wangedrag effectief wordt aangepakt. Dit zal bijdragen aan de vermindering van het gevoel van onveiligheid.

 

104.6. Samenvatting: De ingangen van de woningen moeten extra beveiligd worden. De

kosten hiervan moeten door de gemeente betaald worden.

Antwoord: Voor beantwoording van uw reactie verwijzen wij u naar de paragraaf E IV  'Overlast en beheer' en paragraaf E X 'Schadeclaims'.

Conclusie: Omdat de dagopvang een kleinschalige voorziening is, en drugsgebruikers een minderheid van de bezoekers vormen en daarnaast door een goede inrichting van de locatie en beheer van de omgeving het risico op overlast en criminaliteit verder beperkt kan worden, kan -in objectieve zin- een voldoende niveau van veiligheid bereikt worden. Dat neemt niet weg dat het belangrijk is structureel overleg te hebben tussen gemeente, politie, de dagopvang, omwonenden en ondernemers. Dat overleg moet leiden tot een beheerplan en regelmatige evaluatie van de gang van zaken. Daarbij horen ook een serieus sanctiebeleid van de dagopvang en afspraken over een snelle reactie van de hulpdiensten bij incidenten. Op deze wijze kan het beperkte risico worden verkleind, moet ook het vertrouwen ontstaan dat wangedrag wordt aangepakt, waardoor uiteindelijk het gevoel van onveiligheid vermindert.

Bij de wijziging van het bestemmingsplan kunnen belanghebbenden verzoeken om planschadevergoeding.

 

104.7. Samenvatting: Er is al veel overlast in de buurt vanwege de brandweer en politie,

discotheek, een torenflat, het Deko tankstation en de Aldi.

Antwoord: Het gebied kent een fors aantal verschillende functies, zowel kijkend naar de directe als de iets verder weg gelegen omgeving van de beoogde locatie. Het totale gebied vervult mede een centrumfunctie voor de gehele stad. Dat brengt bedrijvigheid en verkeer met zich mee. In zijn algemeenheid wil het college dat niet als overlast typeren. Overlast is wat mensen hindert bij het normaal functioneren in een dergelijk gebied.

Ons is bekend dat de discotheek voor overlast zorgt. Andere overlastgevende functies zijn ons niet bekend. Gezien het grote verschil in de openingstijden en de verkeersbarrière tussen locatie dagopvang en discotheek zien wij geen relatie tussen de functies.

Het college is van mening dat de buurt, afgezien van incidenten, er redelijk bijstaat. Naar ons oordeel is er zeker geen sprake van verloedering of verwaarlozing.

In de veiligheidsscan die van de omgeving van de mogelijke locatie wordt gemaakt worden de risico's op het gebied van overlast en veiligheid nader beschreven.

Conclusie: Deze inspraak heeft geen invloed op de besluitvorming.

             

105. - H. van Willenswaard

105.1. Samenvatting: Inspreker begrijpt niet waarom deze locatie als optie wordt

meegenomen aangezien de locatie volgens de inspreker nog niet goedgekeurd is

i.v.m. het LPG-punt in de buurt en dus het gebruik ervan nog niet zeker is.

Antwoord: Om deze functie te kunnen huisvesten, zal een bestemmingsplanprocedure gevolgd moeten worden. Daarnaast kan de dagopvang op deze locatie pas starten wanneer de milieucirkel van 80 meter, die van toepassing is op het gebied rondom het LPG-vulpunt, is opgeheven en het vulpunt ter plekke dus niet meer functioneert. Naar verwachting zal het vulpunt op het moment dat de dagopvang ter plekke kan gaan draaien gesloten zijn.

Conclusie: Deze inspraak heeft geen invloed op de besluitvorming.

 

105.2. Samenvatting: De locatie bevindt zich op een stil en donker hoekje in Delft, waardoor mensen zich er niet op hun gemak zullen voelen. Het gevoel van veiligheid zal niet vergroot worden.

Antwoord: Voor de beantwoording van uw reactie in algemene zin verwijzen we u naar paragraaf E IV 'Overlast en beheer'. Specifiek over hanggedrag na sluitingstijd het volgende. De dagopvang is dagelijks geopend van 11:00u tot 17:30u en vervult geen nachtopvangfunctie. De meeste bezoekers van het dienstencentrum hebben wel een nachtverblijf; middels een kamer in onderhuur, het slapen bij verschillende kennissen of via de nachtopvang op de Houttuinen. Desalniettemin moet ervoor gewaakt worden dat groepen bezoekers zich voor en na sluitingstijd gaan ophouden in de buurt van de dagopvang, bijvoorbeeld bij de portieken. Daarbij kan gedacht worden aan het maken van een ronde na sluitingstijd om er zeker van te zijn dat alle bezoekers het bedrijventerrein hebben verlaten.

Conclusie: Omdat het hier gaat om een centrum voor dagopvang en met een aantal gerichte maatregelen kan worden voorkomen dat mensen na sluitingstijd blijven hangen deelt het college de opvatting van inspreker niet.

 

105.3. Samenvatting: In verband met de ligging t.o.v. het station en de migratie vanuit andere steden is dit geen goede optie.

Antwoord: De Nijverheidsstraat ligt op ruime afstand van het open gebied van het station. De kans dat mensen vanaf het stationsplein het dienstencentrum als ontmoetingsplek zullen gaan gebruiken of zelfs uit andere steden op het dienstencentrum zullen afkomen achten wij mede daarom klein. Indien een dergelijke ontwikkeling zich wel voordoet kan die door middel van bijvoorbeeld een inschrijf- of pasjessysteem worden gestopt.

Conclusie: Deze inspraak heeft geen invloed op de besluitvorming.

 

105.4. Samenvatting: Nadeel van de locatie is de benodigde nieuwbouw van de dagopvang, wat een dure oplossing lijkt.

Antwoord: Het kostenaspect zal mee worden genomen in het bouwkundig haalbaarheidsonderzoek en onderdeel uitmaken van de finale afweging (naast de resultaten uit de inspraak en de veiligheidsscan). Het college maakt een kwalitatieve afweging. Dit betekent dat de goedkoopste locatie niet automatisch tot locatie wordt gekozen.

Conclusie: Het kostenaspect worden meegewogen in de finale afweging.

 

106. - Stad & Lande bv (Administratiemaatschappij / verhuurder van het complex Papsouwselaan 3-117, Delft)

106.1. Samenvatting: De insprekers zijn vooral bevreesd dat men het complex zal betreden en overlast zal veroorzaken.

Antwoord: Voor de beantwoording van reacties aangaande de ligging ten opzichte van winkels verwijzen we u naar de paragraaf E VI 'Ligging in/tegen winkelgebied' van het algemene gedeelte.

Conclusie: Door het bieden van een plaats, een programma en activiteiten draagt de dagopvang bij aan het tegengaan van overlast in stad en winkelcentra. Vanwege de kleinschaligheid van de voorziening en de ervaringen op de huidige locatie gaat het college ervan uit dat de risico's voor de winkels in de omgeving beperkt zijn. Dat onder de voorwaarde dat in de beheersafspraken met betrokken partijen duidelijke afspraken worden gemaakt, dat deze adequaat worden uitgevoerd en door middel van een structureel overleg worden gevolgd. Daarbij zou de mogelijkheid kunnen worden betrokken om enige tijd na sluiting van het centrum door middel van een ronde om het centrum na te gaan of de bezoekers van het centrum de directe omgeving inderdaad verlaten hebben.

 

106.2. Samenvatting: In het verleden werden er in de portiek van de flat regelmatig

drugsgebruikers aangetroffen die het gevoel van veiligheid van de huurders

ondermijnden. De insprekers willen geen herhaalde aanloop van daklozen en

verslaafden.

Antwoord: Voor de beantwoording van uw reactie in algemene zin verwijzen we u naar paragraaf E IV 'Overlast en beheer'. Specifiek over hanggedrag na sluitingstijd het volgende. De dagopvang is dagelijks geopend van 11:00u tot 17:30u en vervult geen nachtopvangfunctie. De meeste bezoekers van het dienstencentrum hebben wel een nachtverblijf; middels een kamer in onderhuur, het slapen bij verschillende kennissen of via de nachtopvang op de Houttuinen. Desalniettemin moet ervoor gewaakt worden dat groepen bezoekers zich voor en na sluitingstijd gaan ophouden in de buurt van de dagopvang, bijvoorbeeld bij de portieken. Daarbij kan gedacht worden aan het maken van een ronde na sluitingstijd om er zeker van te zijn dat alle bezoekers het bedrijventerrein hebben verlaten.

Conclusie: Omdat het hier gaat om een centrum voor dagopvang en met een aantal gerichte maatregelen kan worden voorkomen dat mensen na sluitingstijd blijven hangen deelt het college de opvatting van inspreker niet.

 

107. - F. Timmerman

107.1. Samenvatting: Inspreker maakt bezwaar tegen deze locatie omdat het hebben van een buitenruimte van minimaal 36 m² geen garantie biedt voor het voorkomen van

overlast in de buurt aangezien de kans groot is dat verslaafden blijven rondhangen na

sluitingstijd van de dagopvang.

Antwoord: Voor de beantwoording van uw reactie in algemene zin verwijzen we u naar paragraaf E IV 'Overlast en beheer'. Specifiek over hanggedrag na sluitingstijd het volgende. De dagopvang is dagelijks geopend van 11:00u tot 17:30u en vervult geen nachtopvangfunctie. De meeste bezoekers van het dienstencentrum hebben wel een nachtverblijf; middels een kamer in onderhuur, het slapen bij verschillende kennissen of via de nachtopvang op de Houttuinen. Desalniettemin moet ervoor gewaakt worden dat groepen bezoekers zich voor en na sluitingstijd gaan ophouden in de buurt van de dagopvang, bijvoorbeeld bij de portieken. Daarbij kan gedacht worden aan het maken van een ronde na sluitingstijd om er zeker van te zijn dat alle bezoekers het bedrijventerrein hebben verlaten.

Conclusie: Omdat het hier gaat om een centrum voor dagopvang en met een aantal gerichte maatregelen kan worden voorkomen dat mensen na sluitingstijd blijven hangen deelt het college de opvatting van inspreker niet.

 

107.2. Samenvatting: Men zal genoodzaakt zijn de flat aan de Westlandseweg aan alle kanten af te sluiten. Inspreker vraagt op wie de kosten hiervan te verhalen zijn.

Antwoord: Voor beantwoording van uw reactie verwijzen wij u naar de paragraaf E IV  'Overlast en beheer' en paragraaf E X 'Schadeclaims'.

Conclusie: Omdat de dagopvang een kleinschalige voorziening is, en drugsgebruikers een minderheid van de bezoekers vormen en daarnaast door een goede inrichting van de locatie en beheer van de omgeving het risico op overlast en criminaliteit verder beperkt kan worden, kan -in objectieve zin- een voldoende niveau van veiligheid bereikt worden. Dat neemt niet weg dat het belangrijk is structureel overleg te hebben tussen gemeente, politie, de dagopvang, omwonenden en ondernemers. Dat overleg moet leiden tot een beheerplan en regelmatige evaluatie van de gang van zaken. Daarbij horen ook een serieus sanctiebeleid van de dagopvang en afspraken over een snelle reactie van de hulpdiensten bij incidenten. Op deze wijze kan het beperkte risico worden verkleind, moet ook het vertrouwen ontstaan dat wangedrag wordt aangepakt, waardoor uiteindelijk het gevoel van onveiligheid vermindert.

Bij de wijziging van het bestemmingsplan kunnen belanghebbenden verzoeken om planschadevergoeding.

 

107.3. Samenvatting: De komst van de dagopvang direct naast de kinderspeeltuin zal de veiligheid van de kinderen beïnvloeden. De kinderspeelplaats zal weer moeten

verdwijnen aangezien ouders hun kinderen daar niet zullen willen laten spelen.

Antwoord: Voor de beantwoording van uw reactie verwijzen we u naar de paragraaf E VII 'Ligging naast kinderspeelplaats' van het algemene gedeelte. 

Conclusie: Het is zeker niet de bedoeling van het college om spelende kinderen stelselmatig met de bezoekers van het centrum in contact te laten komen. Voor het college betekent dit echter niet dat de Nijverheidsstraat afvalt als mogelijke locatie. Wanneer niet een bevredigende situatie kan worden bereikt met én de speelplek én de dagopvang zal voor de speelplek - in overleg met betrokkenen - een andere oplossing gevonden moeten worden.

 

107.4. Samenvatting: Het zwerfafval zal toenemen terwijl de bewoners daar al genoeg last van hebben vanwege de aanwezigheid van de Aldi. Het aantal bezoekers van de dagopvang zal in de toekomst toenemen wat meer overlast met zich meebrengt,

terwijl de bezoekers van de discotheek in het weekend nu al veel overlast veroorzaken.

Antwoord: Het gebied kent een fors aantal verschillende functies, zowel kijkend naar de directe als de iets verder weg gelegen omgeving van de beoogde locatie. Het totale gebied vervult mede een centrumfunctie voor de gehele stad. Dat brengt bedrijvigheid en verkeer met zich mee. In zijn algemeenheid wil het college dat niet als overlast typeren. Overlast is wat mensen hindert bij het normaal functioneren in een dergelijk gebied.

Ons is bekend dat de discotheek voor overlast zorgt. Andere overlastgevende functies zijn ons niet bekend. Gezien het grote verschil in de openingstijden en de verkeersbarrière tussen locatie dagopvang en discotheek zien wij geen relatie tussen de functies.

Het college is van mening dat de buurt, afgezien van incidenten, er redelijk bijstaat. Naar ons oordeel is er zeker geen sprake van verloedering of verwaarlozing.

In de veiligheidsscan die van de omgeving van de mogelijke locatie wordt gemaakt worden de risico's op het gebied van overlast en veiligheid nader beschreven.

Conclusie: Deze inspraak heeft geen invloed op de besluitvorming.

 

107.5. Samenvatting: De locatie valt buiten de 1000 meter grens vanaf de Markt (criterium 3) maar de conclusie is een +/-. De optie Westlandseweg/Krakeelpolderweg zou ongeschikt zijn omdat ze buiten een kilometer van de Markt is gelegen. Deze locatie en de Nijverheidsstraat liggen ongeveer op dezelfde hoogte. Dit zou ook voor criterium 4 moeten gelden (niet gelegen in openbaar gebied station). Ook hier zou de conclusie een +/- moeten zijn aangezien de locatie een straat oversteken van het open gebied rond het station ligt en daardoor een aanzuigende werking heeft. Ook de bouw van de Treintunnel zal gevolgen hebben voor de vaststelling van het stationsgebied.

Antwoord: Voor de beantwoording van uw reactie verwijzen we u naar de paragraaf E V 'Afstand tot de binnenstad' van het algemene gedeelte.

De Nijverheidsstraat ligt op ruime afstand van het open gebied van het station. De kans dat mensen vanaf het stationsplein het dienstencentrum als ontmoetingsplek zullen gaan gebruiken of zelfs uit andere steden op het dienstencentrum zullen afkomen achten wij mede daarom klein. Indien een dergelijke ontwikkeling zich wel voordoet kan die door middel van bijvoorbeeld een inschrijf- of pasjessysteem worden gestopt.

Conclusie: Door zowel de gemeenteraad als insprekers is uitgesproken dat een geschikte locatie 'niet op een meter hoeft af te kaatsen'. Dat is de reden dat het college die locaties die aan de rand van de kilometerzone gelegen zijn, meegenomen heeft in de toetsing. Deze redenering is van toepassing op de locatie Nijverheidsstraat. In het toetsingsdocument is aangegeven dat de locatie Nijverheidsstraat net buiten de 1km-grens ligt.

Het college beschouwt ligging buiten de 1km-zone als een zwak punt van deze locatie.

Het door de inspreker aangevoerde aspect over relatie tot (toekomstig) stationsgebied heeft geen invloed op de besluitvorming.

 

107.6. Samenvatting: De locatie heeft onvoldoende sociale controle en dit moet worden

meegenomen in de nog te uit te voeren veiligheidsscan.

Antwoord: Voor de beantwoording van uw reactie in algemene zin verwijzen we u naar paragraaf E IV 'Overlast en beheer'. 'Het hebben van voldoende sociale controle' is een van de vijf onderzoeksvragen in de veiligheidsscan.

Conclusie: Aan wens inspreker wordt voldaan.

 

107.7. Samenvatting: De locatie valt binnen de 80 meter milieucirkel van het LPG-vulpunt

de Deco waardoor niet gebouwd mag worden. In verband met nieuwe wetgeving zal

het LPG-vulpunt op deze locatie binnen 3 jaar gesaneerd moeten zijn.

Antwoord: Om deze functie te kunnen huisvesten, zal een bestemmingsplanprocedure gevolgd moeten worden. Daarnaast kan de dagopvang op deze locatie pas starten wanneer de milieucirkel van 80 meter, die van toepassing is op het gebied rondom het LPG-vulpunt, is opgeheven en het vulpunt ter plekke dus niet meer functioneert. Naar verwachting zal het vulpunt op het moment dat de dagopvang ter plekke kan gaan draaien gesloten zijn.

Conclusie: Deze inspraak heeft geen invloed op de besluitvorming.

 

107.8. Samenvatting: Het bestemmingsplan voorziet in utiliteitsbouw maar zullen

maatschappelijk/gemengde doeleinden waar de dagopvang onder valt ook hieronder

ingedeeld kunnen worden?

Antwoord: Om deze functie te kunnen huisvesten, zal een bestemmingsplanprocedure gevolgd moeten worden.

Conclusie: Inspreker stelt informatieve vraag.

 

108. - F.C. Verbeek

108.1. Samenvatting: Inspreker maakt bezwaar tegen deze locatie omdat er teveel woningen en winkels in de omgeving aanwezig zijn. Daarnaast is er ook een tankstation aanwezig. De locatie is te gevaarlijk voor de gehele omgeving.

Antwoord: De locatie Nijverheidsstraat bevindt zich in een gevarieerd gebied met diverse functies, zoals een winkelfunctie. Daarnaast vinden er veel verkeersbewegingen in de omgeving plaats. De locatie bevindt zich niet in een omgeving die uitsluitend de functie wonen kent. Voor de beantwoording van uw reactie aangaande de ligging ten opzichte van winkels verwijzen we u naar de paragraaf E VI 'Ligging in/tegen winkelgebied' van het algemene gedeelte.

Om deze functie te kunnen huisvesten, zal een bestemmingsplanprocedure gevolgd moeten worden. Daarnaast kan de dagopvang op deze locatie pas starten wanneer de milieucirkel van 80 meter, die van toepassing is op het gebied rondom het LPG-vulpunt, is opgeheven en het vulpunt ter plekke dus niet meer functioneert. Naar verwachting zal het vulpunt op het moment dat de dagopvang ter plekke kan gaan draaien gesloten zijn.

Conclusie: De locatie voldoet aan het criterium dat het in een niet uitsluitend woongebied gelegen is. Door het bieden van een plaats, een programma en activiteiten draagt de dagopvang bij aan het tegengaan van overlast in stad en winkelcentra. Vanwege de kleinschaligheid van de voorziening en de ervaringen op de huidige locatie gaat het college ervan uit dat de risico's voor de winkels in de omgeving beperkt zijn. Dat onder de voorwaarde dat in de beheersafspraken met betrokken partijen duidelijke afspraken worden gemaakt, dat deze adequaat worden uitgevoerd en door middel van een structureel overleg worden gevolgd. Daarbij zou de mogelijkheid kunnen worden betrokken om enige tijd na sluiting van het centrum door middel van een ronde om het centrum na te gaan of de bezoekers van het

centrum de directe omgeving inderdaad verlaten hebben.

De reactie over het tankstation heeft geen invloed op de besluitvorming.

 

109. - P.H.J. Verhaar

109.1. Samenvatting: Inspreker maakt bezwaar tegen deze locatie omdat ze te dichtbij het

station is gelegen en te dichtbij winkels.

Antwoord: Voor de beantwoording uw reactie aangaande de ligging ten opzichte van winkels verwijzen we u naar de paragraaf E VI 'Ligging in/tegen winkelgebied' van het algemene gedeelte. De Nijverheidsstraat ligt op ruime afstand van het open gebied van het station. De kans dat mensen vanaf het stationsplein het dienstencentrum als ontmoetingsplek zullen gaan gebruiken of zelfs uit andere steden op het dienstencentrum zullen afkomen achten wij mede daarom klein. Indien een dergelijke ontwikkeling zich wel voordoet kan die door middel van bijvoorbeeld een inschrijf- of pasjessysteem worden gestopt.

Conclusie: De locatie voldoet aan het criterium dat het in een niet uitsluitend woongebied gelegen is. Door het bieden van een plaats, een programma en activiteiten draagt de dagopvang bij aan het tegengaan van overlast in stad en winkelcentra. Vanwege de kleinschaligheid van de voorziening en de ervaringen op de huidige locatie gaat het college ervan uit dat de risico's voor de winkels in de omgeving beperkt zijn. Dat onder de voorwaarde dat in de beheersafspraken met betrokken partijen duidelijke afspraken worden gemaakt, dat deze adequaat worden uitgevoerd en door middel van een structureel overleg worden gevolgd. Daarbij zou de mogelijkheid kunnen worden betrokken om enige tijd na sluiting van het centrum door middel van een ronde om het centrum na te gaan of de bezoekers van het

centrum de directe omgeving inderdaad verlaten hebben.

Deze inspraak over ligging ten opzichte van het station heeft geen invloed op de besluitvorming.

 

109.2. Samenvatting: Toekomstige woningen komen in het gedrang door de komst van de

treintunnel.

Antwoord: Voor een antwoord op uw reactie verwijzen wij u naar de paragraaf E VIII 'Ligging ten opzichte van station/Ontwikkeling Spoorzone' van het algemene gedeelte.

Conclusie: De dagopvang is goed inpasbaar in de plannen van het spoorzone gebied.

 

109.3. Samenvatting: Er is dure nieuwbouw nodig.

 Antwoord: Het kostenaspect zal mee worden genomen in het bouwkundig haalbaarheidsonderzoek en onderdeel uitmaken van de finale afweging (naast de resultaten uit de inspraak en de veiligheidsscan). Het college maakt een kwalitatieve afweging. Dit betekent dat de goedkoopste locatie niet automatisch tot locatie wordt gekozen.

Conclusie: Het kostenaspect worden meegewogen in de finale afweging.

 

110. E.A.M. Verleg-Windmeijer

112.1.      Samenvatting: Insprekers zijn het oneens met deze locatie omdat de buurt

            overbevolkt is en te dichtbij winkelcentra is gelegen.

Antwoord: Voor de beantwoording uw reactie aangaande de ligging ten opzichte van winkels verwijzen we u naar de paragraaf E VI 'Ligging in/tegen winkelgebied' van het algemene gedeelte. De locatie Nijverheidsstraat bevindt zich in een gevarieerd gebied met diverse functies, zoals een winkelfunctie. Daarnaast vinden er veel verkeersbewegingen in de omgeving plaats. De locatie bevindt zich niet in een omgeving die uitsluitend de functie wonen kent.

Conclusie: De locatie voldoet aan het criterium dat het in een niet uitsluitend woongebied gelegen is. Door het bieden van een plaats, een programma en activiteiten draagt de dagopvang bij aan het tegengaan van overlast in stad en winkelcentra. Vanwege de kleinschaligheid van de voorziening en de ervaringen op de huidige locatie gaat het college ervan uit dat de risico's voor de winkels in de omgeving beperkt zijn. Dat onder de voorwaarde dat in de beheersafspraken met betrokken partijen duidelijke afspraken worden gemaakt, dat deze adequaat worden uitgevoerd en door middel van een structureel overleg worden gevolgd. Daarbij zou de mogelijkheid kunnen worden betrokken om enige tijd na sluiting van het centrum door middel van een ronde om het centrum na te gaan of de bezoekers van het

centrum de directe omgeving inderdaad verlaten hebben.

 

111. - J.H. Visser en P.S. Visser

111.1. Samenvatting: Insprekers maken bezwaar tegen deze locatie omdat de dagopvang veel overlast zal veroorzaken.

Antwoord: Voor beantwoording van uw reactie verwijzen wij u naar de paragraaf E IV 'Overlast en beheer'. Van belang is hierbij te onderstrepen dat rond de huidige locatie de criminaliteitscijfers vergelijkbaar zijn met andere gebieden in de stad.

Conclusie: Onze conclusie op het gebied van veiligheid is dat, gezien de omvang en de aard van de groep die het dienstencentrum bezoekt, de aanpak rond de buitenruimte en de toegangssluis en de ervaringen van de laatste jaren de risico's beperkt zijn. Dat neemt niet weg dat het belangrijk is structureel overleg te hebben tussen gemeente, politie, de dagopvang, omwonenden en ondernemers. Dat overleg moet leiden tot een beheerplan en regelmatige evaluatie van de gang van zaken. Daarbij horen ook een serieus sanctiebeleid van de dagopvang en afspraken over een snelle reactie van de hulpdiensten bij incidenten. Op deze wijze kan het beperkte risico worden verkleind en kan het vertrouwen ontstaan dat wangedrag effectief wordt aangepakt. Dit zal bijdragen aan de vermindering van het gevoel van onveiligheid.

 

111.2. Samenvatting: Insprekers geven twee suggesties voor alternatieve locaties.

Antwoord/conclusie: In de tweede inspraakronde is het niet meer mogelijk om alternatieve locaties aan te dragen.

 

112. - Van der Vorm Vastgoed BV (R.V. de Graaff, Commercieel Directeur)

Inspreker is eigenaar van Winkelcentrum "De Hovenpassage", kantoorgebouw "Torenhove", een aantal winkelunits aan de Papsouwselaan en het flatgebouw aan het Arthur van Schendelplein 1 t/m 198.

112.1. Samenvatting: Inspreker maakt bezwaar tegen deze locatie aangezien ondernemers en bewoners met de negatieve consequenties van de vestiging van de dagopvang geconfronteerd zullen worden. De locatie is gelegen tussen het station en het winkelgebied aan de Papsouwselaan/Martinus Nijhofflaan. Inspreker voorziet een

aanzuigende werking met name vanuit Rotterdam en Den Haag, vanwege de goede bereikbaarheid per trein en tram. Dit staat haaks op de door de gemeente bepaalde voorwaarde waaraan de locatie moet voldoen.

Antwoord: De Nijverheidsstraat ligt op ruime afstand van het open gebied van het station. De kans dat mensen vanaf het stationsplein het dienstencentrum als ontmoetingsplek zullen gaan gebruiken of zelfs uit andere steden op het dienstencentrum zullen afkomen achten wij mede daarom klein. Indien een dergelijke ontwikkeling zich wel voordoet kan die door middel van bijvoorbeeld een inschrijf- of pasjessysteem worden gestopt.

Conclusie: Deze inspraak heeft geen invloed op de besluitvorming.

 

112.2. Samenvatting: Na sluiting van de dagopvang vormt de "Hovenpassage" die ook 's

avonds geopend is een warm en droog onderkomen voor de daklozen. Gezien de korte afstand (een kwartier lopen) tussen de opvang en het winkelgebied verwacht men ook overdag een trek naar het winkelcentrum. Dit zal overlast veroorzaken. Hierdoor wordt het noodzakelijk meer beveiligingsbeambten in te zetten, dan tot nu toe het geval is. Deze extra kosten zullen niet gedragen kunnen worden door de ondernemers die het nu al moeilijk genoeg hebben.

Antwoord: Voor de beantwoording van reacties aangaande de ligging ten opzichte van winkels verwijzen we u naar de paragraaf E VI 'Ligging in/tegen winkelgebied' van het algemene gedeelte.

Conclusie: Door het bieden van een plaats, een programma en activiteiten draagt de dagopvang bij aan het tegengaan van overlast in stad en winkelcentra. Vanwege de kleinschaligheid van de voorziening en de ervaringen op de huidige locatie gaat het college ervan uit dat de risico's voor de winkels in de omgeving beperkt zijn. Dat onder de voorwaarde dat in de beheersafspraken met betrokken partijen duidelijke afspraken worden gemaakt, dat deze adequaat worden uitgevoerd en door middel van een structureel overleg worden gevolgd. Daarbij zou de mogelijkheid kunnen worden betrokken om enige tijd na sluiting van het centrum door middel van een ronde om het centrum na te gaan of de bezoekers van het centrum de directe omgeving inderdaad verlaten hebben.

 

112.3. Samenvatting: Van der Vorm Vastgoed is een aantal jaren geleden door de

gemeente verzocht te participeren in de herstructurering van de wijk Poptahof om er

daarmee een leefbare en veilige wijk van de maken. De herontwikkeling van het winkelgebied waar zij zich mee bezig houden kan een investering omvatten van ca. € 50 miljoen, verspreid over meerdere jaren. Alvorens men besluit om dit traject voort te zetten zal men zich beraden op mogelijke toekomstige omgevingsfactoren die de belegging nadelig kunnen beïnvloeden. Indien in februari 2005 de keuze valt op deze locatie of op de GGD/Ambulancepost zal men genoodzaakt zijn het standpunt inzake de participatie aan de herstructurering van de Poptahof te heroverwegen.

Antwoord/conclusie: Op 07-01-2005  heeft wethouder Grashoff een gesprek gevoerd met van der Vorm Vastgoed. In dit gesprek is afgesproken de lopende intentie-overeenkomst inzake de ontwikkelingen bij het winkelcentrum In de Hoven te verlengen. Daarbij is in goed onderling overleg vastgesteld dat de eventuele vestiging van de dagopvang op de locaties Zuidwal/Crommelinplein of Nijverheidsstraat niet van doorslaggevende invloed is op de verdere samenwerking inzake de Poptahof.

 

113. - R. de Vries

113.1. Samenvatting: Inspreker maakt bezwaar tegen deze locatie vanwege de aanzuigende werking door de nabijheid van het station. Inspreker citeert de website van de gemeente Leiden waar veel overlast op het station is geconstateerd vanwege de nabij gelegen dagopvang voor daklozen en verslaafden. Het CDA in Leiden is van

mening dat er een toename van het aantal verslaafden is opgetreden vanwege het

aangescherpte veiligheidsbeleid in Amsterdam en Rotterdam.

Antwoord: De Nijverheidsstraat ligt op ruime afstand van het open gebied van het station. De kans dat mensen vanaf het stationsplein het dienstencentrum als ontmoetingsplek zullen gaan gebruiken of zelfs uit andere steden op het dienstencentrum zullen afkomen achten wij mede daarom klein. Indien een dergelijke ontwikkeling zich wel voordoet kan die door middel van bijvoorbeeld een inschrijf- of pasjessysteem worden gestopt. Navraag bij de gemeente Leiden leert dat er op dit ogenblik geen dagopvang voor verslaafden bij het station is. Leiden kent op dit moment een dienstencentrum gelegen aan de Oude Rijn, niet in de directe nabijheid van het station. In verband met de overlast van verslaafden bij het station in Leiden zijn vanuit de Leidse gemeenteraad vragen gesteld over de eventuele voornemens van het college extra voorzieningen voor de doelgroep te realiseren. Het college heeft daarop geantwoord te streven naar een tweede opvangvoorziening. Er is dus geen sprake van dat een dagopvangcentrum op dit ogenblik bij het station in Leiden bestaat en daar zelf voor overlast zou zorgen.

Conclusie: Deze inspraak heeft geen invloed op de besluitvorming.

 

113.2. Samenvatting: Vestiging van de dagopvang zal veel overlast veroorzaken in de

omliggende woonwijk en ervaringen in andere gemeenten laten zien dat dit wordt

veroorzaakt door het ontbreken van aansluitende 24-uurs opvang in 1 pand.

Antwoord: Voor de beantwoording van uw reactie in algemene zin verwijzen we u naar paragraaf E IV 'Overlast en beheer'. Specifiek over hanggedrag na sluitingstijd het volgende. De dagopvang is dagelijks geopend van 11:00u tot 17:30u en vervult geen nachtopvangfunctie. De meeste bezoekers van het dienstencentrum hebben wel een nachtverblijf; middels een kamer in onderhuur, het slapen bij verschillende kennissen of via de nachtopvang op de Houttuinen. Desalniettemin moet ervoor gewaakt worden dat groepen bezoekers zich voor en na sluitingstijd gaan ophouden in de buurt van de dagopvang, bijvoorbeeld bij de portieken. Daarbij kan gedacht worden aan het maken van een ronde na sluitingstijd om er zeker van te zijn dat alle bezoekers het bedrijventerrein hebben verlaten.

Voor beantwoording van uw reactie over dag- en nachtopvang als een 24-uurs voorziening verwijzen wij naar de paragraaf E II 'Verslavingsbeleid' en E III 'Doelgroep'. De meeste bezoekers van het dienstencentrum hebben echter wel een nachtverblijf; middels een kamer in onderhuur, het slapen bij verschillende kennissen of via de nachtopvang op de Houttuinen.

Conclusie: Omdat het hier gaat om een centrum voor dagopvang en met een aantal gerichte maatregelen kan worden voorkomen dat mensen na sluitingstijd blijven hangen deelt het college de opvatting van inspreker niet.

 

113.3. Samenvatting: Indien de gemeente besluit de dagopvang hier te vestigen moet ze

rekening houden met de financiële gevolgen van planschadeprocedures.

Antwoord: Gezien de inmiddels gegroeide jurisprudentie en de betrekkelijk kleine schaal van het centrum verwacht het college geen omvangrijke toekenning van planschadeclaims. Overigens zou het ramen van een bedrag bij alle locaties aan de orde zijn en zodoende ook geen bijdrage leveren aan de onderlinge vergelijking van locaties.

Conclusie: Het betreft hier een informatieve vraag.

 

114. - R. de Vries

114.1. Samenvatting: De dagopvang krijgt/heeft een regionale functie (ten Oosten/Westen

van Delft). Het is daarom vreemd dat in de uitleg bij criterium 5 wordt aangegeven dat de doelgroep zich bevindt op of rondom de Markt. Hiermee wordt het zoekgebied ingeperkt en een veronderstelling gemaakt van de aanvoerroutes. Vanwege de regionale functie zou het logisch zijn te zoeken naar ander vervoer voor de doelgroep naar de dagopvang (zoals in Eindhoven). Het getuigt van onzorgvuldigheid dat er geen onderzoek is gedaan naar alternatieve vervoersmogelijkheden.

Antwoord: De doelgroep is -ook in Delft-  sterk geneigd de binnenstad op te zoeken. De redenen daarvoor zijn divers. De drukte biedt gebruikers of mensen zonder vaste verblijfplaats meer de anonimiteit dan een woonwijk en biedt ook een omgeving waarin aan de middelen kan worden gekomen om in de verslaving te voorzien. In de Delftse binnenstad zijn dan ook meerdere plekken waar daklozen/verslaafden elkaar ontmoeten.

Om zoveel mogelijk mensen uit de doelgroep te kunnen trekken moet het dienstencentrum in of nabij die binnenstad gelegen zijn. Meer afstand leidt tot een hogere drempel voor (even) een bezoek aan het centrum. Daardoor zullen meer mensen blijven rondhangen in de binnenstad en ontstaat het risico van meer overlast.

Tegelijkertijd is de doelgroep dan minder in beeld bij de medewerkers van het dienstencentrum, kan er minder begeleiding geboden worden en neemt men minder deel aan de geboden activiteiten.

Bijkomend nadeel is dat een verder weg gelegen centrum tot langere looproutes leidt.

Een globale inventarisatie in het land leert dat in het overgrote deel van de gemeenten met een dagopvangcentrum dat centrum in de binnenstad gelegen is.

Door de politie wordt het belang van een nauwe relatie met de binnenstad onderstreept.

Conclusie: Het college blijft van mening dat de locatie in of nabij de binnenstad gelegen moet zijn. De locatie aan de Nijverheidstraat voldoet aan dit criterium

 

114.2. Samenvatting: Indien de doelgroep ook uit de Tanthof regio komt of via Station Zuid, dan kunnen de aanvoerroutes ook via de achter de GGD liggende woonwijk lopen. Het is onzorgvuldig dat de gemeente de woonwijk in de directe omgeving uitsluit als criterium vanwege het uitwaaiereffect van de bezoekers in de wijk, voor en na sluitingstijd, zoals ook het geval is rondom de huidige locatie, inclusief de bijbehorende overlast. Daarom had deze locatie op dit punt maximaal een +/- moeten krijgen en had het criterium "niet gelegen in-, nabij een woonwijk" meegenomen moeten worden.

Antwoord: Het gebied kent een fors aantal verschillende functies, zowel kijkend naar de directe als de iets verder weg gelegen omgeving van de beoogde locatie. Het totale gebied vervult mede een centrumfunctie voor de gehele stad. Dat brengt bedrijvigheid en verkeer met zich mee. De locatie bevindt zich niet in een omgeving die uitsluitend de functie wonen kent. Omdat de buitenruimte binnen het complex wordt gerealiseerd is datgene wat van het centrum gezien zal kunnen worden het komen en gaan van bezoekers. Het is ook mogelijk dat bezoekers van het centrum de looproute van bewoners kruisen. Dat zijn zaken die het college niet als hinderlijk beschouwt.

Conclusie: De locatie voldoet aan het criterium dat het in een niet uitsluitend woongebied gelegen is.

 

114.3. Samenvatting: De nabijheid van het station wordt in de criteria bij de GGD

aangegeven als een plus terwijl de gemeente dit als een zwak punt beschouwd. Dit is

tegenstrijdig en dit punt had een min moeten krijgen.

Antwoord: Voor de beantwoording van uw reactie verwijzen wij u naar paragraaf D VII 'Aanzuigende werking/relatie met (nieuw) station' van het algemene gedeelte van de GGD-locatie.

Conclusie: Aanzuigende werking kan indien nodig uitgesloten worden en de herinrichting van de spoorzone hoeft niet noodzakelijk een negatieve uitwerking op de situatie rond een mogelijke dagopvang in het GGD-gebouw te hebben. De ligging nabij het station wordt wel als een zwak punt van deze locatie gezien.

 

115. - Stichting Bedrijventerrein Vrijenban

Namens de Stichting Bedrijventerrein Vrijenban wil Van Diepen van der Kroef advocaten  inspreken m.b.t. deze locatie. De stichting omvat de volgende participanten:

Bruker AXS B.V.

De Delftse Pauw B.V.

V.o.f. J. Dullemond

P.A.J.M. van den Bosch resp. Archibald B.V.

Auto HiFi Corner B.V.

Internationaal Transportbedrijf L. van der Lee en Zonen B.V.

Van Haaren Vastgoed B.V.

Hittech Assembly B.V.

Studentenhuis Surinamestraat 3a

115.1. Samenvatting: Deze locatie heeft geen nadelen; het voordeel is dat het eigen grond van de gemeente betreft. De situatie met de LPG-pomp behoeft geen groot bezwaar te zijn, mede gelet op het feit dat een grote woonflat aanzienlijk dichter bij de LPG-pomp staat dan de beoogde dagopvang.

Antwoord: Locatie Nijverheidstraat voldoet aan de gestelde criteria en is daarmee geschikt voor de functie van dagopvang. Om deze functie te kunnen huisvesten, zal een bestemmingsplanprocedure gevolgd moeten worden. Daarnaast kan de dagopvang op deze locatie pas starten wanneer de milieucirkel van 80 meter, die van toepassing is op het gebied rondom het LPG-vulpunt, is opgeheven en het vulpunt ter plekke dus niet meer functioneert. Naar verwachting zal het vulpunt op het moment dat de dagopvang ter plekke kan gaan draaien gesloten zijn.

Conclusie: Het college heeft kennis genomen van de voorkeur van insprekers.

 

116. - M.M.C.G. Warmoeskerken

116.1. Samenvatting: Deze locatie lijkt zeer geschikt omdat er nieuwbouw neergezet kan

worden zodat de locatie volledig naar wens ingericht kan worden.

Antwoord: Programma van eisen kan gerealiseerd worden op deze locatie.

Conclusie: Het college heeft kennis genomen van de voorkeur van inspreker.

 

117. - Werkgroep Krakeelpoolder/Westerkwartier ( J.P. de Vette)

117.1. Samenvatting: Insprekers maken bezwaar tegen deze locatie omdat de afstand van het station naar de locatie erg kort is. Een opvangplek in de nabijheid van het station trekt veel mensen van buiten Delft aan, met alle gevolgen van dien.

Antwoord: De Nijverheidsstraat ligt op ruime afstand van het open gebied van het station. De kans dat mensen vanaf het stationsplein het dienstencentrum als ontmoetingsplek zullen gaan gebruiken of zelfs uit andere steden op het dienstencentrum zullen afkomen achten wij mede daarom klein. Indien een dergelijke ontwikkeling zich wel voordoet kan die door middel van bijvoorbeeld een inschrijf- of pasjessysteem worden gestopt.

Conclusie: Deze inspraak heeft geen invloed op de besluitvorming.

 

117.2. Samenvatting: Aan de Krakeelpolderweg, Staalmeesterstraat en Frank van

Borselenstraat zijn reeds diverse portieken en galerijen op verzoek van de bewoners

afgesloten om drugsverslaafden te weren. Ook beschadigingen aan auto's neemt

toe. Na de sluiting van perron 0 in Rotterdam nam de overlast bij het

station en omgeving van het Westerkwartier toe. Om de huidige overlast te weren

hebben de bewoners verzocht om diverse portieken en pleinen in het Westerkwartier

af te sluiten. Door de vestiging van de opvangplek zal de overlast toenemen.

Antwoord: Voor beantwoording van uw reactie verwijzen wij u naar de paragraaf E IV 'Overlast en beheer'. Van belang is hierbij te onderstrepen dat rond de huidige locatie de criminaliteitscijfers vergelijkbaar zijn met andere gebieden in de stad. Het effect van het vestigen van de dagopvang aan de Nijverheidsstraat is naar de mening van het college niet te vergelijken met de situatie rond perron nul. Het gaat hier om een andere doelgroep, andere getallen en een andere aanpak. Het college ziet verder niet in hoe een vestiging van de dagopvang aan de Nijverheidsstraat de beschreven vragen zou kunnen verergeren. De dagopvang levert ook juist een bijdrage aan het verminderen van overlast in de stad.

Conclusie: Onze conclusie op het gebied van veiligheid is dat, gezien de omvang en de aard van de groep die het dienstencentrum bezoekt, de aanpak rond de buitenruimte en de toegangssluis en de ervaringen van de laatste jaren de risico's beperkt zijn.

 

118. - Wijtman Tweewielers (V.J. Wijtman)

118.1. Samenvatting: Inspreker verwacht een toename van overlast (winkeldiefstal, onveilig gevoel van klanten die daardoor de wijk gaan mijden) vanwege het dichtbij gelegen station. Hierdoor zal er sprake zijn van een enorme schadepost. Deze zal verhaald worden op de gemeente.

Antwoord: Voor beantwoording van uw reactie verwijzen wij u naar de paragraaf E IV  'Overlast en beheer' en paragraaf E X 'Schadeclaims'.

Conclusie: Omdat de dagopvang een kleinschalige voorziening is, en drugsgebruikers een minderheid van de bezoekers vormen en daarnaast door een goede inrichting van de locatie en beheer van de omgeving het risico op overlast en criminaliteit verder beperkt kan worden, kan -in objectieve zin- een voldoende niveau van veiligheid bereikt worden. Dat neemt niet weg dat het belangrijk is structureel overleg te hebben tussen gemeente, politie, de dagopvang, omwonenden en ondernemers. Dat overleg moet leiden tot een beheerplan en regelmatige evaluatie van de gang van zaken. Daarbij horen ook een serieus sanctiebeleid van de dagopvang en afspraken over een snelle reactie van de hulpdiensten bij incidenten. Op deze wijze kan het beperkte risico worden verkleind, moet ook het vertrouwen ontstaan dat wangedrag wordt aangepakt, waardoor uiteindelijk het gevoel van onveiligheid vermindert.

Bij de wijziging van het bestemmingsplan kunnen belanghebbenden verzoeken om planschadevergoeding.

 

119. - G. Winkels

119.1. Samenvatting: Inspreker maakt bezwaar tegen de locatie voor de dagopvang omdat naast de plek waar de opvang gebouwd moet worden een kinderspeeltuin is

gevestigd. Mogelijk liggen er dan spuitnaalden in de speeltuin of de verslaafde gaat in

het gras liggen en drugs gebruiken.

Antwoord: Voor de beantwoording van uw reactie verwijzen we u naar de paragraaf E VII 'Ligging naast kinderspeelplaats' van het algemene gedeelte. In de huidige drugsgebruikerswereld wordt niet of nauwelijks meer gebruik maakt van spuiten en dus naalden. Harddrugs, zoals crack en heroïne, worden verwarmd en vervolgens opgesnoven. Voor diegene die naalden gebruikt is het 'schone spuitenproject' van toepassing. Tegen inlevering van een oude spuit wordt een nieuwe spuit verstrekt. In of nabij de huidige locatie aan de Oostsingel zijn de afgelopen jaren geen spuiten aangetroffen. Het gevaar van rondslingerende gebruikte spuiten valt vrijwel volledig uit te sluiten.

Conclusie: Het is zeker niet de bedoeling van het college om spelende kinderen stelselmatig met de bezoekers van het centrum in contact te laten komen. Voor het college betekent dit echter niet dat de Nijverheidsstraat afvalt als mogelijke locatie. Wanneer niet een bevredigende situatie kan worden bereikt met én de speelplek én de dagopvang zal voor de speelplek - in overleg met betrokkenen - een andere oplossing gevonden moeten worden.

 

119.2. Samenvatting: Er loopt nu al een dronken man rond die voor overlast zorgt en waar de politieauto aan voorbij rijdt. De overlast zal alleen maar toenemen met de komst van de dagopvang.

Antwoord: Voor beantwoording van uw reactie verwijzen wij u naar de paragraaf E IV 'Overlast en beheer'. Van belang is hierbij te onderstrepen dat rond de huidige locatie de criminaliteitscijfers vergelijkbaar zijn met andere gebieden in de stad. Tegen overtredingen wordt door politie opgetreden, bijvoorbeeld bij de handhaving van het alcoholverbod rondom de Oostsingel.

Conclusie: Onze conclusie op het gebied van veiligheid is dat, gezien de omvang en de aard van de groep die het dienstencentrum bezoekt, de aanpak rond de buitenruimte en de toegangssluis en de ervaringen van de laatste jaren de risico's beperkt zijn. Dat neemt niet weg dat het belangrijk is structureel overleg te hebben tussen gemeente, politie, de dagopvang, omwonenden en ondernemers. Dat overleg moet leiden tot een beheerplan en regelmatige evaluatie van de gang van zaken. Daarbij horen ook een serieus sanctiebeleid van de dagopvang en afspraken over een snelle reactie van de hulpdiensten bij incidenten. Op deze wijze kan het beperkte risico worden verkleind en kan het vertrouwen ontstaan dat wangedrag effectief wordt aangepakt. Dit zal bijdragen aan de vermindering van het gevoel van onveiligheid.

 

119.3. Samenvatting: Een goede alternatieve locatie zou het Staalterrein kunnen zijn omdat dat aan de rand van Delft gevestigd is. Ook het GGD gebouw lijkt een goede optie omdat daar geen kinderen in de buurt spelen.

    Antwoord: Het staalterrein voldoet net zoals de locatie Nijverheidstraat aan het

    afstandscriterium. De locatie Nijverheidsstraat bevindt zich net zoals de locatie GGD in

    een gevarieerd gebied met diverse functies, zoals een winkelfunctie. Daarnaast vinden

    er veel verkeersbewegingen in de omgeving plaats. De locaties bevinden zich niet in

    een omgeving die uitsluitend de functie wonen kent.

    Conclusie: Het college heeft kennisgenomen van de opvatting van inspreker.

 

120. M.S. Zoetmulder

120.1. Samenvatting: De laatste vier voorgestelde locaties lijken ieder beter te zijn dan de

twee eerder voorgestelde locaties. Ook hier zal de te verwachten overlast niet gering

zijn voor omwonenden en bedrijven maar de impact zal minder groot zijn.

Antwoord: Alle zes de locaties voldoen aan de gestelde criteria en zijn daarmee geschikt voor de functie van dagopvang.

Conclusie: Het college heeft kennisgenomen van de mening van inspreker.

 

120.2. Samenvatting: Deze locatie en de GGD locatie is het meest centraal gelegen.

Deze locatie is wel even dichtbij het station als de eerder voorgestelde Gasthuisplaats.

Antwoord: Het college kiest bewust voor een ligging in of nabij de binnenstad, aangezien de doelgroep zich daar ophoudt en op deze wijze de doelgroep bereikt kan worden. Paragraaf E V 'Ligging ten opzichte van de binnenstad' gaat hier verder op in. Inspreker merkt terecht op dat de locaties GGD en Nijverheidsstraat geografisch gezien centraal in de stad liggen. Het afstandverschil tussen deze twee locaties is niet zodanig dat alleen vanwege dit verschil de GGD boven de Nijverheidsstraat zou moeten prevaleren of andersom.

Conclusie:  Het college heeft kennisgenomen van de mening van inspreker.

 

 

 

 

 

 

 

 

??

 

??

 

??

 

??