Onderdeel E
Beantwoording Inspraak
Nieuwe Locatie Dagopvang Nijverheidsstraat
E Locatie Nijverheidsstraat
E Overzicht van alle insprekers
E 1 - ABVAKABO/FNV Bestuurs afdeling Delft (H. Cooiman, voorzitter)
E 2 - Anoniem
E 3 - P. Boersma
E 4 - J.J.M. Braat
E 5 - I.B. Bruggeman
E 6 - H. Buning
E 7 - Chinees Acupunctuurcentrum, Delft
E 8 - Van Beek, Kappers (M. van Beek)
E 9 - C.J. Broekhuizen
E 10 - J.J.M. Chapel
E 11 - Hotel Coen (N. Buys)
E 12 - R. van Dam
E 13 - J. Dekkers
E 14 - H. Deurlo (Voorzitter VVE Westlandseweg 13-113)
E 15 - L.M. Dijker, J.M.A. Dijker-Heijdel en F.C. Dijker
E 16 - M.B. Esseling
E 17 - Gebouw Essenstaete, Fabrieksstraat VVE (P. van Opzeeland)
E 18 - C.J. Broekhuizen
E 19 - B. v.d. Wilk
E 20 - M. Kloeg
E 21 - A.A.G. v.d. Maat
E 22 - M.A.J. Ruigrok-Verouden
E 23 - F.B.A. Ruigrok
E 24 - A.M. Fortuin
E 25 - Fam. Schouten
E 26 - A. Neemskruk
E 27 - J. Anders
E 28 - S. Jongejan
E 29 - V. Becker
E 30 - C. Tay
E 31 - G.C. Winkels
E 32 - Bezagen
E 33 - Natadarma
E 34 - J. Visser
E 35 - V. Braun
E 36 - P. Verhaar
E 37 - A. Moerman
E 38 - W. Kruijdenbero
E 39 - P. v. Opzeeland
E 40 - J. v. Duijm
E 41 - T. v.d. Bergh
E 42 - E. van Dijk
E 43 - K. Hinnen
E 44 - B en C. Ruijsenaars
E 45 - F.C. Verbeek
E 46 - H. v. Willenswaard
E 47 - B. Oosterman
E 48 - C. Jacobse
E 49 - D. v. Dam
E 50 - P. v/d Bosch
E 51 - M.E. Voogd
E 52 - J. v.d. Klundert
E 53 - G. Bachus
E 54 - R. Jacobse
E 55 - N. Sonneveld
E 56 - P. Jongeloen
E 57 - I. Brusseman
E 58 - B. v/d Hoven
E 59 - E. van Riet
E 60 - S. de Visser
E 61 - B. Jagesar
E 62 - H. Hassan
E 63 - M. Franceschini
E 64 - A. Gagesteijn
E 65 - C. van Ginkel
E 66 - Y. van Goldstein Brouwers
E 67 - Bewonersvereniging Grachtengebied Zuid (A.H.P. van der Burgh,
voorzitter)
E 68 - R. Groot
E 69 - A. 't Hart
E 70 - P. Hellinga
E 71 - J.H. Idzes
E 72 - M. IJskes en L. Brandenburg
E 73 - M. van IJzerloo
E 74 - R.H.M. Jacobse
E 75 - P.M. Jutte
E 76 - R. Kas
E 77 - A. Kieftenburg
E 78 - M. Kloeg
E 79 - A. van de Klundert en G. Pellikaan
E 80 - M. Kluinhaar
E 81 - J. Knulst
E 82 - M. Kreuk en A. Veeke
E 83 - Dhr. de Leeuw
E 84 - A.C. Link Spindler
E 85 - S. Löwik-Stalenhoef
E 86 - E. van der Maat
E 87 - Melior Makelaardij / Financieel Zeker (J.B. Ridder)
E 88 - J.G. Mul
E 89 - J. Nieuwstraten
E 90 - J. Nieuwstraten-Stutz
E 91 - Ondernemersvereniging Voorhof Noord (A. Valkenburg, Secretaris)
E 92 - P. van Opzeeland
E 93 - G. Oorsouw
E 94 - N. Oosten
E 95 - T. Ramp
E 96 - J.P. de Roo
E 97 - Dhr. en mevr. Ruijssenaars
E 98 - Van Schaik
E 99 - R. Schouten
E 100 - Stichting Zorginstellingen Pieter van Foreest (T. Wolffenbuttel,
locatiemanager)
E 101 - A.C.M. Thiel-de Haas
E 102 - A.C. van Tol
E 103 - F.C. Verbeek
E 104 - H. Verleg
E 105 - H. van Willenswaard
E 106 - Stad & Lande bv (Administratiemaatschappij / verhuurder van
het complex Papsouwselaan 3-117, Delft)
E 107 - F. Timmerman
E 108 - F.C. Verbeek
E 109 - P.H.J. Verhaar
E 110 - E.A.M. Verleg-Windmeijer
E 111 - J.H. Visser en P.S.
Visser
E 112 - Van der Vorm Vastgoed BV (R.V. de Graaff, Commercieel Directeur)
E 113 - R. de Vries
E 114 - R. de Vries
E 115 - Stichting Bedrijventerrein Vrijenban
E 116 - M.M.C.G. Warmoeskerken
E 117 - Werkgroep Krakeelpoolder/Westerkwartier ( J.P. de Vette)
E 118 - Wijtman Tweewielers (V.J. Wijtman)
E 119 - G. Winkels
E 120 - M.S. Zoetmulder
E Algemeen
Een groot aantal van de ingekomen inspraakreacties betreft de volgende
onderwerpen:
I Doel maatschappelijke
opvang
II Verslavingsbeleid
III Doelgroep
IV Overlast en beheer
V Looproute
VI Ligging in/tegen
winkelgebied
VII Ligging naast
kinderspeelplaats
VIII Ligging ten opzichte van
station/Ontwikkeling Spoorzone
IX Afstand tot de
binnenstad
X Schadeclaims
Alvorens in te gaan op de individuele inspraakreacties wordt een
algemene reactie gegeven op voornoemde onderwerpen.
I Doel maatschappelijke opvang
Meerdere insprekers vragen zich af welke verantwoording de gemeente
inzake de dagopvang heeft.
De gemeente heeft volgens de Welzijnswet een zorgplicht,
maatschappelijke opvang en verslavingszorg maken hier onderdeel van uit. De
doelstelling van maatschappelijke opvang in Nederland is: Het bieden van
tijdelijk verblijf gekoppeld aan zorgverlening en begeleiding en/of het
wegnemen van crises.
Cliënten in de maatschappelijke opvang hebben meestal een combinatie van
psychische of psychiatrische problemen, relatieproblematiek, lichamelijk of
seksueel geweld, verslaving of financiële problemen. Het gaat niet alleen om
dak- en thuislozen maar ook om mishandelde vrouwen en hun kinderen. In Delft
wordt gestreefd naar een zorgketen (preventie, zorg, nazorg), een vraaggestuurd
en samenhangend aanbod en aandacht voor risicogroepen. Dit gebeurt onder andere
door herstructurering van de sector (fusie tussen de verschillende
opvangstichtingen) en samenwerking met andere partners (zoals politie,
maatschappelijk werk, verslavingszorg, GGZ, schuldhulpverlening, etc.). De
gemeente heeft hierin de regiefunctie en ontvangt een doeluitkering vanuit het
ministerie van VWS. Op ambtelijk niveau vindt regelmatig afstemmingsoverleg
plaats tussen Den Haag, Leiden, Gouda, Zoetermeer en Delft.
In de regio Delft/Westland/Oostland (DWO) houden vier instellingen zich
met dit werk bezig. Het gaat om vier instellingen van verschillende grootte met
ieder een eigen doelgroep. De Stichting Dienstencentrum over de Brug is -
gemeten naar het personeelsbestand - relatief klein in omvang. Voor het
Dienstencentrum biedt de herstructurering van de sector de mogelijkheid de
plaats in de keten en het aanbod voor cliënten te versterken en tegelijkertijd
de bedrijfsvoering - denk aan personeelsbeleid en beheer van de accommodatie -
te professionaliseren. De vier betrokken instellingen werken op dit ogenblik
aan een gezamenlijke visie op de toekomst.
II Verslavingsbeleid
Nauw verbonden aan de maatschappelijke opvang is het verslavingsbeleid
van de gemeente Delft.
In de bezwaren wordt regelmatig gerefereerd aan de overlast van
verslaafden en de vraag wat de gemeente hieraan doet.
Het verslavingsbeleid richt zich op het tegengaan van verslaving en het
begeleiden van verslaafden, maar heeft daarmee ook een belangrijke
maatschappelijke functie als het gaat om terugdringen van overlast en
criminaliteit. De centrale doelstelling van het alcohol- en drugsbeleid is het
ontmoedigen van gebruik van genotmiddelen en het beperken van de risico's van
het gebruik voor de gebruiker zelf, diens omgeving en de maatschappij als geheel.
Dit betekent dat:
- zoveel mogelijk startend gebruik moet worden tegengegaan en indien er
wordt gebruikt er voor te zorgen dat dit verstandig gebeurt (door middel van
preventie).
- aan verslaafden zorg verleend wordt waarbij gestreefd wordt naar
onthouding of gecontroleerd gebruik.
- gebruikers en verslaafden de aansluiting bij de maatschappij niet
verliezen dan wel weer terug krijgen (door middel van maatschappelijk herstel).
Parnassia biedt verslavingszorg aan in Delft. In de regio
Delft/Westland/Oostland bestaat een uitgebreid voorlichtingsprogramma rond
alcohol en drugs dat sterk op jongeren gericht is. Verslaving heeft niet alleen
medische- maar ook veel psychosociale aspecten in zich. Bij Dienstencentrum
over de Brug gaat het in de eerste plaats om dagopvang en niet om zorg.
Parnassia en het dienstencentrum verwijzen waar nodig aan elkaar door en
consulteren elkaar. Verder werkt het dienstencentrum samen met GGZ Delfland.
Mensen van het zogenaamde 'bemoeizorgteam' (waar ook Parnassia aan deelneemt)
komen regelmatig over de vloer voor consultatie en voor bepaalde bezoekers met
psychiatrische problematiek die ze in behandeling hebben genomen.
Ter indicatie hierbij een aantal cijfermatige gegevens betreffende de
bediening van de doelgroep:
- De dagopvang heeft ruim 50 tot 70 bezoekers per dag.
- Aan het zogenaamde 'veegproject' (dagbestedingsproject waarbij de
doelgroep straatvuil in de stad opruimt) werken drie maal per week vijf tot zes
gebruikers van de dagopvang mee.
- Het aantal drugsverslaafden in behandeling bij Parnassia bedraagt
ongeveer 200 personen.
- Het aantal alcoholverslaafden in behandeling bij Parnassia bedraagt
ongeveer 300 personen.
Van harddrugsverslaafden is bekend dat een deel van die groep zich
veelvuldig schuldig maakt aan crimineel gedrag. Delft heeft veel last van deze
zogeheten 'veelplegers'. Politie, justitie en gemeente maken veel werk van de
aanpak van deze groep.
In Delft kennen we het interventieteam voor groepen jongeren, die
overlast veroorzaken en soms (beginnend) crimineel gedrag vertonen. Het
interventieteam bestaat uit jongerenwerk en jeugdpolitie, wanneer nodig
aangevuld met medewerkers van Parnassia-verslavingszorg. Het is de taak van dit
team negatief groepsgedrag te doorbreken en individuele jongeren met problemen
weer op het goede spoor te krijgen. Voor jongeren die al herhaaldelijk
crimineel gedrag vertonen bestaat een intensieve 'doorstromersaanpak'.
De top-10 van veelplegers wordt door de politie onder toezicht gehouden.
In combinatie met strengere bestraffing van veelplegers houdt dit in dat het
steeds lastiger wordt om op straat het oude gedrag vol te houden. In 2005 wordt
gestart met het plaatsen van veelplegers op zogeheten
'rehabilitatie-trajecten'. Personen, die daartoe ook voldoende gemotiveerd
zijn, krijgen dan half jaar opname in een verslavingszorgkliniek, gevolgd door
een half jaar intensieve begeleiding gericht op reïntegratie in de samenleving.
III Doelgroep
Insprekers spreken veelal over drugsverslaafden die gebruik maken van de
dagopvang.
De doelgroep van de dagopvang bestaat uit daklozen en alcohol- en
drugsverslaafden. De meeste bezoekers van het dienstencentrum hebben echter wel
een nachtverblijf; middels een kamer in onderhuur, het slapen bij verschillende
kennissen of via de nachtopvang op de Houttuinen. Redenen voor dakloosheid zijn
bijvoorbeeld oplopende schulden, uithuiszettingen, echtscheiding of het
beëindigen van detentie. Het betreft voor het overgrote deel Delftenaren. De
dagopvang geeft aan dat, onder invloed van de laagconjunctuur, het aantal
daklozen toeneemt.
Politie en de dagopvang geven aan geen aanzuigende werking van daklozen
of verslaafden uit Rotterdam of Den Haag te herkennen. Uit de gegevens van de
politie blijkt dat verslaafden uit Rotterdam en Den Haag per trein komen, in
Delft delicten plegen (o.a. zakkenrollerij) en daarna weer terugkeren naar de
plaats van herkomst.
Op dit moment werkt het dienstencentrum aan een bezoekersmonitor,
resultaten hiervan zullen naar verwachting gelijktijdig met de besluitvorming
worden gepresenteerd.
IV Overlast en beheer
Insprekers ervaren reeds veel overlast en criminaliteit. Zij geven aan
bang te zijn voor een toename van onveiligheid. Genoemd worden: (auto)inbraken,
overnachten in portieken, stelen uit de supermarkt.
Het is hier van belang een onderscheid te maken naar overlast die in de
huidige situatie ervaren wordt en mogelijke risico's die samenhangen met de
eventuele komst van een dagopvangcentrum. Dat is van belang om te voorkomen dat
alle overlast die na een eventuele komst van de dagopvang optreedt, wordt
toegeschreven aan de bezoekers van een dagopvangcentrum. Het is ook van belang
om bij die komst te kunnen vaststellen wat in een buurt en aan/in woon-of
winkelcomplexen reeds aan maatregelen is genomen om de door insprekers genoemde
huidige overlast tegen te gaan.
Het is zeker ook niet zo dat de overlastrisico's van de dagopvang
redelijkerwijs gelijk gesteld kunnen worden met de algemene problematiek van
criminaliteit en veiligheid. Zo wijken de criminaliteitscijfers in de omgeving
van de locatie niet af van het algemene beeld in Delft.
Dat neemt overigens niet weg dat serieus gekeken moet worden naar de
mogelijke risico's van de komst van een dagopvangcentrum naar de
Nijverheidsstraat. Voor iedere mogelijke locatie wordt een zogeheten
veiligheidsscan gemaakt, die een antwoord moet geven op de volgende vijf
vragen:
1. De mogelijkheid voor de politie en medewerkers van het centrum om
zicht te hebben op de doelgroep in de omgeving van het centrum,
2. de bereikbaarheid van het centrum voor hulpdiensten,
3. het hebben van voldoende sociale controle in de omgeving,
4. de aanwezigheid van functies met een (semi-)openbaar karakter in de
omgeving,
5. de aanwezigheid van functies met een eigen veiligheidsrisico in de
omgeving.
De resultaten van de veiligheidsscan wegen mee bij de uiteindelijke
keuze van een locatie. Zij kunnen ook een rol spelen bij het maken van
afspraken over de gang van zaken rond de eventuele vestiging van een
dagopvangcentrum.
Over de doelgroep kan het volgende worden gezegd. Gemiddeld wordt het
centrum bezocht door ruim 50 tot 70 personen per dag, in feite een betrekkelijk
kleine groep. Drugsverslaafden vormen een minderheid in de groep. Het huidige
dagopvangcentrum is op werkdagen geopend van 11.00 tot 17.30 uur.
De overlast die het huidige centrum veroorzaakt hangt vooral samen met
het niet hebben van een afgeschermde buitenruimte. Geregeld bevinden zich
daardoor groepjes buiten het pand, waar omwonenden overlast van ervaren. Een
nieuwe locatie voor het centrum is daarom alleen geschikt wanneer zich op de
locatie zelf een afgeschermde buitenruimte bevindt. Overlast ontstaat ook op
het moment dat iemand aan de voordeur onenigheid krijgt over bijvoorbeeld de
toegang tot het centrum. Om die reden is in het programma van eisen meegenomen
dat het centrum beschikt over een toegangssluis achter de voordeur. Een
voorziening die op de huidige locatie niet aanwezig is. Het aantal meldingen
bij de politie betreffende overlast rond het huidige centrum is in de periode
van 1998 tot heden beperkt gebleven tot 45.
Gezien de omvang en de samenstelling van de groep die het
dienstencentrum bezoekt, de aanpak rond de buitenruimte en de toegangssluis en
de ervaringen van de laatste jaren is ons oordeel nu dat de risico's op
overlast beperkt zijn.
Van belang is daarom de vraag of de risico's verder beperkt kunnen
worden en of er bij incidenten adequaat wordt opgetreden. De volgende elementen
zijn daarbij aan de orde.
Voorafgaand aan de komst van een centrum, maar zeker ook daarna, behoort
een structureel overleg tussen omwonenden/belanghebbenden, dagopvang, politie
en gemeente plaats te vinden om de gang van zaken in en om het centrum te
bespreken en waar nodig bij te sturen.
Dat overleg moet resulteren in afspraken over regelmatig buitentoezicht
door medewerkers, stadswachten en politie, over een snelle reactie op meldingen
van overlast en criminaliteit in de omgeving en over het centrum. Maatregelen
kunnen zijn: het opzeggen van de toegang, het niet kunnen aanhouden van een
postadres of het niet kunnen verkrijgen van een slaappas voor de nachtopvang.
Ervaring uit het verleden leert dat bezoekers zich ernstig getroffen voelen als
ze toegang tot het dagopvangcentrum ontzegd wordt. De bezoekers beschouwen de
dagopvang als een van de weinige plekken waar ze op adem kunnen komen. Zij niet
er op uit zijn de verhouding met de buurt te verstoren, omdat ze zichzelf
hiermee alleen maar in de vingers zullen snijden.
De Algemene Plaatselijke Verordening (APV) kent bepalingen die
samenscholen en het gebruik van alcohol in de binnenstad verbieden. Op grond
van de APV hebben handhavers bij dergelijke overtredingen een formele grond om op
te treden. Zo geldt sinds kort een alcoholverbod rond de huidige vestiging van
de dagopvang. Politie Haaglanden geeft aan dat het gebruik van harddrugs voor
een belangrijk deel in drugspanden of bij een verslaafde thuis gebeurt - dus
niet of nauwelijks buiten. Tegen dealen of gebruik in de openbare ruimte treedt
de politie op.
Onze conclusie op het gebied van veiligheid is dat, gezien de omvang en
de aard van de groep die het dienstencentrum bezoekt, de aanpak rond de
buitenruimte en de toegangssluis en de ervaringen van de laatste jaren de
risico's beperkt zijn. Dat neemt niet weg dat het belangrijk is structureel
overleg te hebben tussen gemeente, politie, de dagopvang, omwonenden en
ondernemers. Dat overleg moet leiden tot een beheerplan en regelmatige
evaluatie van de gang van zaken. Daarbij horen ook een serieus sanctiebeleid
van de dagopvang en afspraken over een snelle reactie van de hulpdiensten bij
incidenten. Op deze wijze kan het beperkte risico worden verkleind en kan het
vertrouwen ontstaan dat wangedrag effectief wordt aangepakt. Dit zal bijdragen
aan de vermindering van het gevoel van onveiligheid.
V Looproute
Insprekers geven aan dat de looproutes van de locatie Nijverheidsstraat
naar de binnenstad voeren over donkere en onoverzichtelijke routes.
De looproutes die vanuit de binnenstad het meest voor de hand liggen
(bijv.: Coenderstraat/Lokomotiefpad, Westvest/Van
Leeuwenhoeksingel/Westlandseweg) voeren alle over druk begane verkeersroutes.
Nergens voert de route door uitsluitend woonomgeving.
De routes kennen echter wel lastige onderdelen. De voetgangersbuizen van
de Irenetunnel en het Lokomotiefpad zijn weliswaar druk begaan, maar scoren uit
het oogpunt van veiligheidsgevoel niet sterk.
Vanuit de binnenstad bezien heeft de looproute een aanzienlijke lengte.
In de afweging met de andere mogelijke locaties zal dit een rol kunnen spelen.
Daar staat voor deze locatie wel tegenover dat de locatie geografisch gezien
zeer centraal ligt in de stad.
Van belang is verder hier te vermelden dat met de ontwikkeling van het
spoorzonegebied de looproutes er anders komen uit te zien.
De huidige looproutes gaan niet door uitsluitend woonomgeving. De
lastige onderdelen van de looproutes zullen met de komst van de spoortunnel
verdwijnen. De totale lengte van de looproute wordt betrokken bij de afweging
tussen alle locaties.
VI Ligging in/tegen winkelgebied
Insprekers verwachten een toename van diefstal van goederen omdat de
beoogde locatie tegen een winkelcentrum en bij een supermarkt ligt.
Hier geldt ook wat in paragraaf IV 'Overlast en beheer' is gezegd. Het
is van belang de algemene veiligheidsvraagstukken en de mogelijke gevolgen van
de komst van een dagopvangcentrum niet gelijk te schakelen. Daartoe is bij deze
inspraakreactie des te meer reden aangezien; door het bieden van een plaats,
een programma en activiteiten draagt de dagopvang bij aan het tegengaan van
overlast in stad en winkelcentra. Ook in de huidige situatie functioneert de
dagopvang in de nabijheid van winkels en bedrijven (Nieuwe Langendijk). Van een
duidelijk klachtenpatroon is daar echter geen sprake.
Vanwege de kleinschaligheid van de voorziening en de ervaringen op de
huidige locatie gaat het college ervan uit dat de risico's voor de winkels in
de omgeving beperkt zijn. Dat onder de voorwaarde dat in de beheersafspraken
met betrokken partijen duidelijke afspraken worden gemaakt, dat deze adequaat
worden uitgevoerd en door middel van een structureel overleg worden gevolgd.
Daarbij zou de mogelijkheid kunnen worden betrokken om enige tijd na sluiting
van het centrum door middel van een ronde om het centrum na te gaan of de
bezoekers van het
centrum de directe omgeving inderdaad verlaten hebben.
VII Ligging naast kinderspeelplaats
Insprekers maken bezwaar tegen de mogelijke vestiging van het
dagopvangcentrum tegen een kinderspeelplaats aan.
De beoogde locatie ligt tegen een kinderspeelplaats aan. Dit is een
duidelijk aandachtspunt: het is zeker niet de bedoeling van het college om
spelende kinderen stelselmatig met de bezoekers van het centrum in contact te
laten komen. Voor het college betekent dit echter niet dat de Nijverheidsstraat
afvalt als mogelijke locatie. Het betreft hier een kleine speelplek met enkele
speeltoestellen gelegen op een niet direct voor de hand liggende plek. Wanneer
niet een bevredigende situatie kan worden bereikt met én de speelplek én de
dagopvang zal voor de speelplek - in overleg met betrokkenen - een andere
oplossing gevonden moeten worden.
VIII Ligging ten opzichte van station/ontwikkeling spoorzone
Insprekers geven aan dat de nabijheid van het station verslaafden en
daklozen uit omliggende steden naar het dagopvangcentrum zal trekken.
De politie constateert dat er verkeer is van verslaafden uit omliggende
steden naar Delft. De bezoeken richten zich vooral op het verkrijgen van
middelen om in de verslaving te kunnen voorzien. Deze mensen reizen in het
algemeen dezelfde dag terug naar de plaats van herkomst.
Daarnaast is er wel sprake van verhuizing van mensen uit de doelgroep
van de ene stad naar de andere. Hoewel de groep daklozen en verslaafden
waarschijnlijk wat meer in beweging is dan andere groepen betreft het hier een
normaal verkeer van en naar Delft. De doelgroep van de dagopvang zijn bewoners
van Delft, Westland en Oostland. Verreweg de meeste bezoekers zijn Delftenaren.
In geval van toename van het aantal bezoekers door de ligging ten opzichte van
het station zouden beheersmaatregelen kunnen worden genomen, zoals het invoeren
van een pasjessysteem.
Wat betreft de afstand tot het station heeft de gemeente het open gebied
rondom het station als ongeschikt beschouwd vanwege de mogelijke stapeling van
veiligheidsrisico's. De locatie aan de Nijverheidsstraat ligt hier buiten. De
dagopvang is goed inpasbaar in de plannen van het spoorzonegebied
IX Afstand tot de binnenstad
Insprekers geven aan dat de locatie te ver buiten de binnenstad gelegen
is.
De dagopvang biedt een laagdrempelige, gemakkelijk bereikbare
huiskamerfunctie met sociaal-maatschappelijke begeleiding en activiteiten. Het
leefdomein van de doelgroep is de binnenstad. Daar kan men anoniem de tijd door
brengen, elkaar ontmoeten en de middelen verkrijgen die men nodig heeft. Een
dagopvangcentrum in of bij de binnenstad voorkomt lange aanlooproutes door de
stad en het rondzwerven van daklozen en verslaafden in de binnenstad. Daarnaast
kan een grotere afstand mogelijk een drempel voor het bezoeken van de dagopvang
geven, waardoor het zicht op de doelgroep verdwijnt. Een locatie in of nabij de
binnenstad is derhalve essentieel om de doelgroep te kunnen bereiken.
Om deze redenen heeft het college het criterium in of nabij de
binnenstad uitgewerkt in twee cirkels gelegen op respectievelijk 500 meter en 1
kilometer van de Markt. Bij de locatiekeuze zal ligging in het 500-metergebied
beter scoren dan ligging in het '500m -1 km' gebied. Door zowel de gemeenteraad
als insprekers is uitgesproken dat een geschikte locatie 'niet op een meter
hoeft af te ketsen'. Dat is de reden dat het college die locaties die aan de
rand van de kilometerzone gelegen zijn, meegenomen heeft in de toetsing. In het
toetsingsdocument is aangegeven dat de locatie Nijverheidstraat net buiten de
1km-grens ligt.
Het college beschouwt de ligging buiten de 1km-zone als een zwak punt
van deze locatie.
X Schadeclaims
Insprekers geven aan dat de waarde van hun woning of de opbrengst van
hun onderneming zal dalen als het dagopvangcentrum aan de Nijverheidsstraat zal
worden gevestigd en vragen zich af hoe de gemeente omgaat met de planschade.
De huidige bestemming staat maatschappelijke doeleinden niet toe. Om de
dagopvang op de beoogde locatie te realiseren moet een bestemmingsplanprocedure
worden gevolgd.
Indien belanghebbenden menen schade te lijden als gevolg van het
wijzigen van het planologisch regime (de wijziging van het bestemmingsplan
onder andere door vrijstellingverlening op grond van artikel 19 van de Wet op
de Ruimtelijke Ordening) dan kunnen zij na de bestemmingsplanwijziging bij de
gemeenteraad een verzoek indienen om vergoeding van zogenoemde "planschade"
als bedoeld in artikel 49 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening. Dat verzoek
moet worden ingediend op een planschadeformulier dat aan de Publiekbalie
verkrijgbaar is. Een dergelijk verzoek wordt voor advies voorgelegd aan een
onafhankelijk adviesbureau, waarna het college van burgemeester en wethouders
een besluit neemt. Dat besluit is vatbaar voor bezwaar en beroep.
E: Beantwoording schriftelijke
reacties Gemeenteopslag aan de Nijverheidsstraat
Toelichting op de beantwoording:
Omdat veel insprekers zich op dezelfde of vergelijkbare punten richten
wordt voor het antwoord vaak verwezen naar de algemene beantwoording. Hiermee
wordt voorkomen dat hetzelfde antwoord vaak moet worden gegeven, waardoor deze
nota onoverzichtelijk zou worden. Wij vragen hiervoor uw begrip.
1. - ABVAKABO/FNV Bestuurs afdeling Delft (H. Cooiman, voorzitter)
1.1. Samenvatting: Inspreker geeft namens het bestuur de voorkeur aan
deze locatie. (zonder toelichting).
Antwoord/conclusie: Het college heeft kennisgenomen van deze reactie.
2. - Anoniem
2.1. Samenvatting: Inspreker maakt bezwaar tegen deze locatie om
verschillende redenen. De locatie ligt op meer dan 1 km afstand van de Markt en
valt daarmee buiten het preferente 500 meter gebied en ook buiten het gebied
van 1 km.
Antwoord: Voor de beantwoording
van uw reactie verwijzen we u naar de paragraaf E V 'Afstand tot de binnenstad'
van het algemene gedeelte.
Conclusie: Door zowel de gemeenteraad als insprekers is uitgesproken dat
een geschikte locatie 'niet op een meter hoeft af te kaatsen'. Dat is de reden
dat het college die locaties die aan de rand van de kilometerzone gelegen zijn,
meegenomen heeft in de toetsing. Deze redenering is van toepassing op de
locatie Nijverheidsstraat. In het toetsingsdocument is aangegeven dat de locatie
Nijverheidsstraat net buiten de 1km-grens ligt.
Het college beschouwt ligging buiten de 1km-zone als een zwak punt van
deze locatie.
2.2. Samenvatting: Op de website van de gemeente wordt gesproken over
aanlooproutes die door een "gevarieerd gebied" lopen. Inspreker wil
graag weten wat hiermee bedoeld wordt in relatie tot deze locatie. Dit is een
niets zeggend feit, dat zich altijd voordoet als men vanaf de Markt 1 km gaat
lopen in welke richting dan ook.
Antwoord: Met gevarieerde omgeving wordt gedoeld op die buurten en
straten waar in de praktijk niet alleen sprake is van bewoners- cq
bestemmingsverkeer in die buurt of straat.
Conclusie: Inspraakreactie heeft geen invloed op besluitvorming.
2.3. Samenvatting: Inspreker is het niet eens met de uitspraak dat de
locatie gunstig is
gelegen omdat deze niet uitsluitend in een woonomgeving is gelegen. In
het gebied
zijn diverse wooneenheden aanwezig en ook nog gepland om gebouwd te
worden. Een dagopvang kan voor omwonenden een probleem worden t.a.v. veiligheid
en persoonlijke leefsfeer. De geplande nieuwe wooneenheden ontkrachten ook de
argumentatie dat deze locatie gunstig zou zijn omdat ze niet uitsluitend in
woonomgeving is gelegen.
Antwoord: De locatie Nijverheidsstraat bevindt zich in een gevarieerd gebied
met diverse functies, zoals een
winkelfunctie. Daarnaast vinden er veel verkeersbewegingen in de omgeving
plaats. De locatie bevindt zich niet in een omgeving die uitsluitend de functie
wonen kent. Voor het aspect looproute verwijzen wij u naar E V 'Looproute' van
het algemene gedeelte.
Conclusie: De locatie voldoet aan het criterium dat het in een niet
uitsluitend woongebied gelegen is. De totale lengte van de looproute wordt
betrokken bij de afweging tussen alle locaties.
2.4. Samenvatting: De locatie is bereikbaar vanaf de Markt via het
loop/fietsviaduct over de Westlandseweg of onder het spoor via het spoorviaduct
aan de Westlandseweg. Beide routes betreffen nauwe doorgangen. Dit is uit
veiligheidsoverwegingen zeer ongewenst aangezien men op deze locaties overlast
kan veroorzaken.
Antwoord: Voor de beantwoording van uw reactie over het aspect looproute
verwijzen we u naar de paragraaf E V 'Looproute' van het algemene gedeelte.
Conclusie: De huidige looproutes gaan niet door uitsluitend woonomgeving.
De lastige onderdelen van de looproutes zullen met de komst van de spoortunnel
verdwijnen. De totale lengte van de looproute wordt betrokken bij de afweging
tussen alle locaties.
2.5. Samenvatting: Het ongebouwde gebied tussen het Lokomotiefpad en de
spoorbaan is nu al een plaats waar verslaafden zich graag ophouden. Men vreest
een aanzuigende werking en de veiligheid kan in het geding komen.
Antwoord: Ons beeld van dit gebied is dat zich hier wel eens mensen
ophouden, maar niet in die mate dat gezegd zou kunnen worden dat dit een
duidelijk verblijfsgebied voor (groepen) verslaafden of daklozen is. Het
betreft hier een gebied waarvoor nu en ook na de eventuele komst van de
dagopvang een bepaalde alertheid van de
politie en andere toezichthouders nodig is.
Conclusie: Deze inspraak heeft verder geen invloed op de besluitvorming.
2.6. Samenvatting: De naast de locatie gelegen kinderspeelplaats is
aangelegd om kinderen veilig te laten spelen. De speelplaats verwijderen is een
inbreuk op de woon- en leefsfeer en kapitaalvernietiging.
Antwoord: Voor de beantwoording van uw reactie verwijzen we u naar de
paragraaf E VII 'Ligging naast kinderspeelplaats' van het algemene
gedeelte.
Conclusie: Het is zeker niet de bedoeling van het college om spelende
kinderen stelselmatig met de bezoekers van het centrum in contact te laten
komen. Voor het college betekent dit echter niet dat de Nijverheidsstraat
afvalt als mogelijke locatie. Wanneer niet een bevredigende situatie kan worden
bereikt met én de speelplek én de dagopvang zal voor de speelplek - in overleg
met betrokkenen - een andere oplossing gevonden moeten worden.
2.7. Samenvatting: Op geringe afstand ligt een groot winkelcentrum wat
het meest dichtbevolkte gebied is van Europa. Een opvang op deze locatie kan
leiden tot de kat op het spek binden.
Antwoord: Voor de beantwoording van reacties aangaande de ligging ten
opzichte van winkels verwijzen we u naar de paragraaf E VI 'Ligging in/tegen
winkelgebied' van het algemene gedeelte.
Conclusie: Door het bieden van een plaats, een programma en activiteiten
draagt de dagopvang bij aan het tegengaan van overlast in stad en winkelcentra.
Vanwege de kleinschaligheid van de voorziening en de ervaringen op de huidige
locatie gaat het college ervan uit dat de risico's voor de winkels in de
omgeving beperkt zijn. Dat onder de voorwaarde dat in de beheersafspraken met
betrokken partijen duidelijke afspraken worden gemaakt, dat deze adequaat
worden uitgevoerd en door middel van een structureel overleg worden gevolgd. Daarbij
zou de mogelijkheid kunnen worden betrokken om enige tijd na sluiting van het
centrum door middel van een ronde om het centrum na te gaan of de bezoekers van
het centrum de directe omgeving inderdaad verlaten hebben.
2.8. Samenvatting: Op formele gronden kan op deze locatie
(gemeenteopslag) niet worden gebouwd. Ook de aanwezigheid van een
LPG/benzine-station maakt bebouwing onmogelijk. De realisatie van een opvang op
deze locatie zal niet op korte termijn kunnen worden gerealiseerd.
Antwoord: Om deze functie te
kunnen huisvesten, zal een bestemmingsplanprocedure gevolgd moeten worden.
Daarnaast kan de dagopvang op deze locatie pas starten wanneer de milieucirkel
van 80 meter, die van toepassing is op het gebied rondom het LPG-vulpunt, is
opgeheven en het vulpunt ter plekke dus niet meer functioneert. Naar
verwachting zal het vulpunt op het moment dat de dagopvang ter plekke kan gaan
draaien gesloten zijn.
Conclusie: Deze inspraak heeft geen invloed op de besluitvorming.
3. - P. Boersma
3.1. Samenvatting: De locatie ligt in feite in de directe
stationsomgeving en de
aangrenzende woonbuurten en is hierdoor ongeschikt.
Antwoord: De Nijverheidsstraat ligt op ruime afstand van het open gebied
van het station. De kans dat mensen vanaf het stationsplein het dienstencentrum
als ontmoetingsplek zullen gaan gebruiken of zelfs uit andere steden op het
dienstencentrum zullen afkomen achten wij mede daarom klein. Indien een
dergelijke ontwikkeling zich wel voordoet kan die door middel van bijvoorbeeld
een inschrijf- of pasjessysteem worden gestopt.
Conclusie: Deze inspraak heeft geen invloed op de besluitvorming.
3.2. Samenvatting: Bevordering van openbaar vervoer gebruik via station
Delft is niet
gebaat bij de dagopvang aan de Nijverheidsstraat.
Antwoord: Het college ziet niet in hoe het vestigen van de dagopvang aan
de Nijverheidsstraat de aantrekkingskracht van het station zou kunnen
verminderen.
Conclusie: Deze inspraak heeft geen invloed op de besluitvorming.
4. - J.J.M. Braat
4.1. Samenvatting: Inspreker is het oneens met deze locatie omdat ze te
dichtbij het station is gelegen.
Antwoord: De Nijverheidsstraat ligt op ruime afstand van het open gebied
van het station. De kans dat mensen vanaf het stationsplein het dienstencentrum
als ontmoetingsplek zullen gaan gebruiken of zelfs uit andere steden op het
dienstencentrum zullen afkomen achten wij mede daarom klein. Indien een
dergelijke ontwikkeling zich wel voordoet kan die door middel van bijvoorbeeld
een inschrijf- of pasjessysteem worden gestopt.
Conclusie: Deze inspraak heeft geen invloed op de besluitvorming.
5. - I.B. Bruggeman
5.1. Samenvatting: Inspreker is het oneens met de vestiging van de
dagopvang op deze locatie omdat deze zeer dichtbij woningen en winkels gelegen
is.
Antwoord: Voor beantwoording van uw reactie verwijzen wij u naar de
paragraaf E IV 'Overlast en beheer'. De locatie Nijverheidsstraat bevindt zich
in een gevarieerd gebied met diverse functies, zoals een winkelfunctie.
Daarnaast vinden er veel verkeersbewegingen in de omgeving plaats. De locatie
bevindt zich niet in een omgeving die uitsluitend de functie wonen kent.
Conclusie: Onze conclusie op het gebied van veiligheid is dat, gezien de
omvang en de aard van de groep die het dienstencentrum bezoekt, de aanpak rond
de buitenruimte en de toegangssluis en de ervaringen van de laatste jaren de
risico's beperkt zijn. Dat neemt niet weg dat het belangrijk is structureel
overleg te hebben tussen gemeente, politie, de dagopvang, omwonenden en
ondernemers. Dat overleg moet leiden tot een beheerplan en regelmatige
evaluatie van de gang van zaken. Daarbij horen ook een serieus sanctiebeleid
van de dagopvang en afspraken over een snelle reactie van de hulpdiensten bij
incidenten. Op deze wijze kan het beperkte risico worden verkleind en kan het
vertrouwen ontstaan dat wangedrag effectief wordt aangepakt. Dit zal bijdragen
aan de vermindering van het gevoel van onveiligheid.
5.2. Samenvatting: De Nijverheidsstraat is een doorgangsroute voor
wandelaars naar de winkels aan de Papsouwselaan en winkelcentrum "De
Hoven".
Antwoord: Het gebied kent een fors aantal verschillende functies, zowel
kijkend naar de directe als de iets verder weg gelegen omgeving van de beoogde
locatie. Het totale gebied vervult mede een centrumfunctie voor de gehele stad.
Dat brengt bedrijvigheid en verkeer met zich mee. Inderdaad ook wandelaars
en/of winkelend publiek tussen de winkels aan Papsouwselaan en het
winkelcentrum 'De Hoven'.
Omdat de buitenruimte binnen het complex wordt gerealiseerd is datgene
wat van het centrum gezien zal kunnen worden het komen en gaan van bezoekers.
Het is ook mogelijk dat bezoekers van het centrum de looproute van bewoners
kruisen. Dat zijn zaken die het college niet als hinderlijk beschouwt.
Conclusie: Deze inspraak heeft geen invloed op de besluitvorming.
5.3. Samenvatting: Op de Nijverheidsstraat staan veel auto's geparkeerd.
Door vestiging van de dagopvang zal het aantal (auto-) inbraken en vernielingen
behoorlijk toenemen.
Antwoord: Voor beantwoording van uw reactie verwijzen wij u naar de paragraaf
E IV 'Overlast en beheer'. Van belang is hierbij te onderstrepen dat rond de
huidige locatie de criminaliteitscijfers vergelijkbaar zijn met andere gebieden
in de stad.
Conclusie: Onze conclusie op het gebied van veiligheid is dat, gezien de
omvang en de aard van de groep die het dienstencentrum bezoekt, de aanpak rond
de buitenruimte en de toegangssluis en de ervaringen van de laatste jaren de
risico's beperkt zijn. Dat neemt niet weg dat het belangrijk is structureel
overleg te hebben tussen gemeente, politie, de dagopvang, omwonenden en
ondernemers. Dat overleg moet leiden tot een beheerplan en regelmatige
evaluatie van de gang van zaken. Daarbij horen ook een serieus sanctiebeleid
van de dagopvang en afspraken over een snelle reactie van de hulpdiensten bij
incidenten. Op deze wijze kan het beperkte risico worden verkleind en kan het
vertrouwen ontstaan dat wangedrag effectief wordt aangepakt. Dit zal bijdragen
aan de vermindering van het gevoel van onveiligheid.
5.4. Samenvatting: De bouw van een dagopvang vlakbij de Aldi is geen
goed idee aangezien de alcohol hier goedkoop te verkrijgen is.
Antwoord: De reactie veronderstelt dat door de komst van de dagopvang in
de nabijheid van de Aldi overlast op straat als gevolg van het gebruik van
alcohol op straat dan wel overlast op straat als gevolg van alcoholgebruik in het centrum kunnen ontstaan. Dit is
zeker een punt van aandacht. In het intern beheerregime van het centrum zal aan
het meenemen van alcohol en het gebruik van alcohol in het centrum nadrukkelijk
aandacht worden besteed. Dat geldt ook voor de beheerafspraken voor de omgeving
van het centrum. Zo geldt voor de omgeving van de huidige dagopvang een verbod
op het gebruik van alcohol op straat gebaseerd op de algemene plaatselijke
verordening (APV).
Conclusie: Dit punt wordt betrokken in de beheerafspraken.
6. - H. Buning
6.1. Samenvatting: De locatie is door omwonenden afgewezen aangezien zij
niet hebben gekozen voor een dagopvang bij de keuze van hun woningen. De
gemeente zou een andere locatie moeten zoeken, waarbij zowel aan de belangen
van de verslaafden als die van omwonenden recht wordt gedaan.
Antwoord: De gemeente heeft volgens de Welzijnswet een zorgplicht,
maatschappelijke opvang en verslavingszorg maken hier onderdeel van uit. De
gemeente Delft zoekt naar een nieuwe locatie voor Stichting Dienstencentrum
Over de Brug (OdB), een dagopvang voor verslaafden en daklozen. De functie van
het pand aan de Oostsingel 76 past niet in het bestemmingsplan en bovendien is
het pand te klein. Met het creëren van een dergelijke voorziening wordt recht
gedaan aan de belangen van daklozen en verslaafden die overdag een plek zoeken.
Het betreft hier een voorziening voor een groep mensen waarvan de omvang
beperkt is. Er wordt een functie gerealiseerd waarvan redelijkerwijs gezegd kan
worden dat de belangen van omwonenden niet geschaad worden. Zo is bijvoorbeeld
van belang te onderstrepen dat rond de huidige locatie de criminaliteitscijfers
vergelijkbaar zijn met andere gebieden in de stad. Wel is het van belang dat er
een afgeschermde buitenruimte en de toegangssluis wordt gecreëerd. Daarnaast
dient er structureel overleg te zijn tussen gemeente, politie, de dagopvang,
omwonenden en ondernemers. Dat overleg moet leiden tot een beheerplan en
regelmatige evaluatie van de gang van zaken. Daarbij horen ook een serieus
sanctiebeleid van de dagopvang en afspraken over een snelle reactie van de
hulpdiensten bij incidenten. Op deze wijze kan het beperkte risico worden
verkleind en kan het vertrouwen ontstaan dat wangedrag effectief wordt
aangepakt. Als aan deze randvoorwaarden wordt voldaan, zal naar overtuiging van
het college de belangen van omwonenden niet geschaad worden.
Conclusie: Deze inspraakreactie heeft geen invloed op de besluitvorming.
7. - Chinees Acupunctuurcentrum, Delft
7.1. Samenvatting: Vestiging van de dagopvang in het centrum is geen
goede keuze aangezien daar veel bedrijven (zoals dit bedrijf) gevestigd zijn.
Klanten zullen afgeschrikt worden door het gedrag van sommige daklozen en
verslaafden. Ook toeristen zullen afgeschrikt worden.
Antwoord: Voor de beantwoording van reacties aangaande de ligging ten
opzichte van winkels verwijzen we u naar de paragraaf E VI 'Ligging in/tegen
winkelgebied' van het algemene gedeelte. In antwoord op uw reactie over
toeristen verwijzen we u naar paragraaf D IX Toerisme van het algemene gedeelte
van de locatie GGD/Ambulancepost. Het gebied rondom de Nijverheidsstraat kent
geen toeristische trekpleisters.
Conclusie: Door het bieden van een plaats, een programma en activiteiten
draagt de dagopvang bij aan het tegengaan van overlast in stad en winkelcentra.
Vanwege de kleinschaligheid van de voorziening en de ervaringen op de huidige
locatie gaat het college ervan uit dat de risico's voor de winkels in de omgeving
beperkt zijn. Dat onder de voorwaarde dat in de beheersafspraken met betrokken
partijen duidelijke afspraken worden gemaakt, dat deze adequaat worden
uitgevoerd en door middel van een structureel overleg worden gevolgd. Daarbij
zou de mogelijkheid kunnen worden betrokken om enige tijd na sluiting van het
centrum door middel van een ronde om het centrum na te gaan of de bezoekers van
het centrum de directe omgeving inderdaad verlaten hebben.
8. - Van Beek, Kappers (M. van Beek)
8.1. Samenvatting: Inspreker reageert op de locaties in de omgeving van
de
Papsouwselaan vanaf de Schie tot aan de provinciale weg. Inspreker is
van mening
dat met het vestigen van de dagopvang op deze locatie het huidige beeld
(imago) van de achterstandswijk Poptahof alleen maar worden versterkt, terwijl
de gemeente heeft besloten om deze achterstandswijk te gaan aanpakken. Door het
vestigen van de dagopvang op deze locatie zal de kans van slagen van de
vernieuwingen heel moeilijk worden. Wanneer men bewoners en winkeliers vraagt om
bij te dragen aan de vernieuwing van de Poptahof mag men van de gemeente
verwachten hen daarbij te steunen en het niet moeilijker gaan maken door extra
problemen te
creëren. Deze buurt heeft al te veel negatieve punten die eerst zullen
moeten worden opgelost.
Antwoord: De locatie Nijverheidsstraat ligt niet in de Poptahof. De
locatie ligt in een omgeving met een sterke menging van wonen, werken, winkelen
en verkeer. Dat gebied is niet te typeren als achterstandsgebied.
Het gehele gebied van Spoorzone, Papsouwselaan en Poptahof krijgt te
maken met herinrichting en vernieuwing. Het college vindt het niet aannemelijk
dat een relatief kleine voorziening als het dienstencentrum die grote
ontwikkeling negatief zou kunnen beïnvloeden. Het verkeer van en naar de dagopvang
op zichzelf beschouwen wij niet als een aantasting van de leefbaarheid van het
gebied. Rondhangen en ander hinderlijk gedrag wel. Dat is de reden dat het
college overleg met de buurt en goede beheerafspraken van groot belang vindt.
Conclusie: Op grond van deze overwegingen verwachten wij geen negatief
effect van een eventuele komst van het centrum op de staat van de buurt en de
mogelijkheden tot verdere ontwikkeling van de buurt.
9. - C.J. Broekhuizen
9.1. Samenvatting: Indien inspreker had geweten dat er eventueel een
dagopvang in de buurt gevestigd zou worden had de inspreker nooit de woning aan
de Fabrieksstraat gekocht.
Antwoord: Voor beantwoording van uw reactie verwijzen wij u naar
paragraaf E IV 'Overlast en beheer' en
paragraaf E X 'Schadeclaims'.
Conclusie: Omdat de dagopvang een kleinschalige voorziening is, en
drugsgebruikers een minderheid van de bezoekers vormen en daarnaast door een
goede inrichting van de locatie en beheer van de omgeving het risico op
overlast en criminaliteit verder beperkt kan worden, kan -in objectieve zin-
een voldoende niveau van veiligheid bereikt worden. Dat neemt niet weg dat het
belangrijk is structureel overleg te hebben tussen gemeente, politie, de
dagopvang, omwonenden en ondernemers. Dat overleg moet leiden tot een
beheerplan en regelmatige evaluatie van de gang van zaken. Daarbij horen ook
een serieus sanctiebeleid van de dagopvang en afspraken over een snelle reactie
van de hulpdiensten bij incidenten. Op deze wijze kan het beperkte risico
worden verkleind, moet ook het vertrouwen ontstaan dat wangedrag wordt
aangepakt, waardoor uiteindelijk het gevoel van onveiligheid vermindert.
Bij de wijziging van het bestemmingsplan kunnen belanghebbenden
verzoeken om planschadevergoeding.
9.2. Samenvatting: In de buurt zijn vaak auto-inbraken gepleegd en
inbraken in diverse bergingen met veel schade en diefstallen. Door een
dagopvang in deze woonomgeving te vestigen, zo dichtbij het station, zal de
toeloop en overlast uit Den Haag en Rotterdam zeker toenemen.
Antwoord: Voor beantwoording van uw reactie verwijzen wij u naar de
paragraaf E IV 'Overlast en beheer'. Van belang is hierbij te onderstrepen dat
rond de huidige locatie de criminaliteitscijfers vergelijkbaar zijn met andere
gebieden in de stad. De Nijverheidsstraat ligt op ruime afstand van het open
gebied van het station. De kans dat mensen vanaf het stationsplein het
dienstencentrum als ontmoetingsplek zullen gaan gebruiken of zelfs uit andere
steden op het dienstencentrum zullen afkomen achten wij mede daarom klein.
Indien een dergelijke ontwikkeling zich wel voordoet kan die door middel van
bijvoorbeeld een inschrijf- of pasjessysteem worden gestopt.
Conclusie: Onze conclusie op het gebied van veiligheid is dat, gezien de
omvang en de aard van de groep die het dienstencentrum bezoekt, de aanpak rond
de buitenruimte en de toegangssluis en de ervaringen van de laatste jaren de
risico's beperkt zijn. Dat neemt niet weg dat het belangrijk is structureel
overleg te hebben tussen gemeente, politie, de dagopvang, omwonenden en
ondernemers. Dat overleg moet leiden tot een beheerplan en regelmatige
evaluatie van de gang van zaken. Daarbij horen ook een serieus sanctiebeleid
van de dagopvang en afspraken over een snelle reactie van de hulpdiensten bij
incidenten. Op deze wijze kan het beperkte risico worden verkleind en kan het
vertrouwen ontstaan dat wangedrag effectief wordt aangepakt. Dit zal bijdragen
aan de vermindering van het gevoel van onveiligheid.
9.3. Samenvatting: Ondanks dat de gemeente een probleem heeft met
daklozen en verslaafden houdt dat niet in dat de gemeente deze problemen naar
rustig levende inwoners kan verplaatsen.
Antwoord: Het betreft hier een voorziening voor een groep mensen waarvan
de omvang beperkt is. Er wordt een functie gerealiseerd waarvan redelijkerwijs
gezegd kan worden dat de belangen van omwonenden niet geschaad worden. Zo is
bijvoorbeeld van belang te onderstrepen dat rond de huidige locatie de
criminaliteitscijfers vergelijkbaar zijn met andere gebieden in de stad. Wel is
het van belang dat er een afgeschermde buitenruimte en de toegangssluis wordt
gecreëerd. Daarnaast dient er structureel overleg te zijn tussen gemeente,
politie, de dagopvang, omwonenden en ondernemers. Dat overleg moet leiden tot
een beheerplan en regelmatige evaluatie van de gang van zaken. Daarbij horen
ook een serieus sanctiebeleid van de dagopvang en afspraken over een snelle
reactie van de hulpdiensten bij incidenten. Op deze wijze kan het beperkte
risico worden verkleind en kan het vertrouwen ontstaan dat wangedrag effectief
wordt aangepakt. Als aan deze randvoorwaarden wordt voldaan, zal naar
overtuiging van het college de belangen van omwonenden niet geschaad worden.
Conclusie: Deze inspraakreactie heeft geen invloed op de besluitvorming.
10. - J.J.M. Chapel
10.1. Samenvatting: De locatie is midden in een woonwijk gelegen en te
dichtbij het N.S. station. Dit zal een aanzuigende werking hebben voor mensen
van buiten Delft (Rotterdam en Den Haag).
Antwoord: De Nijverheidsstraat ligt op ruime afstand van het open gebied
van het station. De kans dat mensen vanaf het stationsplein het dienstencentrum
als ontmoetingsplek zullen gaan gebruiken of zelfs uit andere steden op het
dienstencentrum zullen afkomen achten wij mede daarom klein. Indien een
dergelijke ontwikkeling zich wel voordoet kan die door middel van bijvoorbeeld
een inschrijf- of pasjessysteem worden gestopt.
Naar onze mening ligt de locatie in een gebied met veel verschillende
functies en zeker niet middenin een woonwijk.
Conclusie: Deze inspraak heeft geen invloed op de besluitvorming.
10.2. Samenvatting: De locatie is niet geschikt omdat er pal naast de
locatie vorig jaar een kinderspeeltuin is aangelegd waar veel gebruik van wordt
gemaakt. In verband met de veiligheid zou deze speelplaats weer moeten
verdwijnen wat weggegooid gemeenschapsgeld is.
Antwoord: Voor de beantwoording van uw reactie verwijzen we u naar de
paragraaf E VII 'Ligging naast kinderspeelplaats' van het algemene
gedeelte.
Conclusie: Het is zeker niet de bedoeling van het college om spelende
kinderen stelselmatig met de bezoekers van het centrum in contact te laten
komen. Voor het college betekent dit echter niet dat de Nijverheidsstraat
afvalt als mogelijke locatie. Wanneer niet een bevredigende situatie kan worden
bereikt met én de speelplek én de dagopvang zal voor de speelplek - in overleg
met betrokkenen - een andere oplossing gevonden moeten worden.
11. - Hotel Coen (N. Buys)
11.1. Samenvatting: Inspreker maakt bezwaar tegen deze locatie aangezien
de dagopvang een aanzuigende werking zal veroorzaken op het station Delft en
een verloedering van de stationsomgeving teweeg zal brengen. Ook zal er een
kans op toename van criminaliteit zijn.
Antwoord: De Nijverheidsstraat ligt op ruime afstand van het open gebied
van het station. De kans dat mensen vanaf het stationsplein het dienstencentrum
als ontmoetingsplek zullen gaan gebruiken of zelfs uit andere steden op het
dienstencentrum zullen afkomen achten wij mede daarom klein. Indien een
dergelijke ontwikkeling zich wel voordoet kan die door middel van bijvoorbeeld
een inschrijf- of pasjessysteem worden gestopt.
Conclusie: Deze inspraak heeft geen invloed op de besluitvorming.
11.2. Samenvatting: Het hotel zal inkomstenderving hebben doordat de
gasten wegblijven.
Antwoord: In antwoord in algemene zin op uw reactie verwijzen we u naar
paragraaf D IX Toerisme van het algemene gedeelte van de locatie
GGD/Ambulancepost. Het gebied rondom de Nijverheidsstraat kent geen
toeristische trekpleisters. Voor een reactie op het aspect inkomstenderving
verwijzen wij u naar paragraaf E X 'Schadeclaims'.
Conclusie: Het geheel overziend kan nu naar ons oordeel niet gezegd dat
de komst van het centrum tot een verslechtering van het (toeristisch) klimaat
in het betrokken deel van de stad zal leiden.
Bij de wijziging van het bestemmingsplan kunnen belanghebbenden
verzoeken om planschadevergoeding.
12. - R. van Dam
12.1. Samenvatting: Insprekers vinden de locatie ongeschikt omdat er een
waardedaling van woningen op zal treden. De vraag is hoe de gemeente dit zal
compenseren.
Antwoord: Voor beantwoording van uw reactie verwijzen wij u naar de
paragraaf E X 'Schadeclaims'.
Conclusie: Bij de wijziging van het bestemmingsplan kunnen
belanghebbenden verzoeken om planschadevergoeding.
12.2. Samenvatting: De aanlooproute naar het station is zeer kort,
waardoor andere steden ook gebruik zullen maken van deze faciliteit. Ook liggen
er scholen op de route.
Antwoord: De Nijverheidsstraat ligt op ruime afstand van het open gebied
van het station. De kans dat mensen vanaf het stationsplein het dienstencentrum
als ontmoetingsplek zullen gaan gebruiken of zelfs uit andere steden op het
dienstencentrum zullen afkomen achten wij mede daarom klein. Indien een
dergelijke ontwikkeling zich wel voordoet kan die door middel van bijvoorbeeld
een inschrijf- of pasjessysteem worden gestopt. Voor de beantwoording van uw
reactie ten aanzien van de looproute verwijzen we u naar de paragraaf E V
'Looproute' van het algemene gedeelte. Terzijde van de looproute Locomotiefpad
ligt één school. Deze is echter niet georiënteerd op het Locomotiefpad. Het
college ziet derhalve geen duidelijke relatie tussen mogelijk overlastgevend
gedrag van de doelgroep en de school. We vinden het wel van belang met de
school contact te onderhouden om dit punt goed te kunnen blijven volgen.
Conclusie: Deze reactie leidt met andere reacties tot het formuleren van
een aantal aandachtspunten bij het realiseren van beheerafspraken indien de
dagopvang gevestigd wordt aan de Nijverheidsstraat.
12.3. Samenvatting: De omgeving van de Nijverheidsstraat heeft al veel
te kampen met overlast van de discotheek, de graffititunnel, criminaliteit van
zaterdagavond bezoekers die teruglopen naar huis, bezoekers van de Aldi
supermarkt en rondhangende verslaafden.
Antwoord: Het gebied kent een fors aantal verschillende functies, zowel
kijkend naar de directe als de iets verder weg gelegen omgeving van de beoogde
locatie. Het totale gebied vervult mede een centrumfunctie voor de gehele stad.
Dat brengt bedrijvigheid en verkeer met zich mee. In zijn algemeenheid wil het
college dat niet als overlast typeren. Overlast is wat mensen hindert bij het
normaal functioneren in een dergelijk gebied.
Ons is bekend dat de discotheek voor overlast zorgt. Andere
overlastgevende functies zijn ons niet bekend. Gezien het grote verschil in de
openingstijden en de verkeersbarrière tussen locatie dagopvang en discotheek
zien wij geen relatie tussen de functies.
Het college is van mening dat de buurt, afgezien van incidenten, er
redelijk bijstaat. Naar ons oordeel is er zeker geen sprake van verloedering of
verwaarlozing.
In de veiligheidsscan die van de omgeving van de mogelijke locatie wordt
gemaakt worden de risico's op het gebied van overlast en veiligheid nader
beschreven.
Conclusie: Deze inspraak heeft geen invloed op de besluitvorming.
12.4. Samenvatting: In de speeltuin, die is gerealiseerd na een lange
procedure, zullen kinderen niet meer veilig kunnen spelen wanneer de
verslaafden er na sluitingstijd zullen gaan gebruiken en spuiten zullen laten
rondslingeren.
Antwoord: Voor de beantwoording van uw reactie verwijzen we u naar de
paragraaf E VII 'Ligging naast kinderspeelplaats' van het algemene gedeelte. In
de huidige drugsgebruikerswereld wordt niet of nauwelijks meer gebruik maakt van
spuiten en dus naalden. Harddrugs, zoals crack en heroïne, worden verwarmd en
vervolgens opgesnoven. Voor diegene die naalden gebruikt is het 'schone
spuitenproject' van toepassing. Tegen inlevering van een oude spuit wordt een
nieuwe spuit verstrekt. In of nabij de huidige locatie aan de Oostsingel zijn
de afgelopen jaren geen spuiten aangetroffen. Het gevaar van rondslingerende
gebruikte spuiten valt vrijwel volledig uit te sluiten.
Conclusie: Het is zeker niet de bedoeling van het college om spelende
kinderen stelselmatig met de bezoekers van het centrum in contact te laten
komen. Voor het college betekent dit echter niet dat de Nijverheidsstraat
afvalt als mogelijke locatie. Wanneer niet een bevredigende situatie kan worden
bereikt met én de speelplek én de dagopvang zal voor de speelplek - in overleg
met betrokkenen - een andere oplossing gevonden moeten worden.
12.5. Samenvatting: In de omgeving van de locatie zijn veel bedrijven
gevestigd die financiële gevolgen zullen ondervinden wanneer de dagopvang hier
zou worden gerealiseerd.
Antwoord: Voor beantwoording van
uw reacties verwijzen wij u naar de paragraaf E IV 'Overlast en beheer' en paragraaf E X 'Schadeclaims'.
Conclusie: Omdat de dagopvang een kleinschalige voorziening is, en
drugsgebruikers een minderheid van de bezoekers vormen en daarnaast door een
goede inrichting van de locatie en beheer van de omgeving het risico op
overlast en criminaliteit verder beperkt kan worden, kan -in objectieve zin-
een voldoende niveau van veiligheid bereikt worden. Dat neemt niet weg dat het
belangrijk is structureel overleg te hebben tussen gemeente, politie, de
dagopvang, omwonenden en ondernemers. Dat overleg moet leiden tot een
beheerplan en regelmatige evaluatie van de gang van zaken. Daarbij horen ook een
serieus sanctiebeleid van de dagopvang en afspraken over een snelle reactie van
de hulpdiensten bij incidenten. Op deze wijze kan het beperkte risico worden
verkleind, moet ook het vertrouwen ontstaan dat wangedrag wordt aangepakt,
waardoor uiteindelijk het gevoel van onveiligheid vermindert.
Bij de wijziging van het bestemmingsplan kunnen belanghebbenden
verzoeken om planschadevergoeding.
12.6. Samenvatting: De drukte rondom de Aldi is al erg groot. Nog meer
mensen in dit gebied zou het ondragelijk maken om de leefbaarheid te
waarborgen.
Antwoord: Voor de beantwoording van reacties aangaande de ligging ten
opzichte van winkels verwijzen we u naar de paragraaf E VI 'Ligging in/tegen
winkelgebied' van het algemene gedeelte.
Conclusie: Door het bieden van een plaats, een programma en activiteiten
draagt de dagopvang bij aan het tegengaan van overlast in stad en winkelcentra.
Ook vanwege de kleinschaligheid van de voorziening en de ervaringen op de
huidige locatie verwacht het college geen significante toename van overlast of
criminaliteit bij of in winkels. Wel lijkt het ons van belang in de
beheerafspraken die nodig zijn bij de eventuele komst van een centrum de
relatie met de Aldi te betrekken. Daarbij zal bekeken moeten worden of het
zinnig is enige tijd na sluitingstijd van het centrum na te gaan of de
bezoekers van het centrum de directe omgeving inderdaad verlaten hebben.
13. - J. Dekkers
13.1. Samenvatting: Het oude centrum van Delft is niet het midden van de
gemeente. De
meeste mensen wonen buiten het oude centrum. Daarom is deze locatie en
de GGD
locatie meer centraal gelegen en beter bereikbaar voor de doelgroep.
Deze locatie is beter dan de GGD vanwege de centrale ligging.
Antwoord: Het college kiest bewust voor een ligging in of nabij de binnenstad,
aangezien de doelgroep zich daar ophoudt en op deze wijze de doelgroep bereikt
kan worden. Paragraaf E V 'Ligging ten opzichte van de binnenstad' gaat hier
verder op in. Inspreker merkt terecht op dat de locaties GGD en
Nijverheidsstraat geografisch gezien centraal in de stad liggen. Het
afstandverschil tussen deze twee locaties is niet zodanig dat alleen vanwege
dit verschil de GGD boven de Nijverheidsstraat zou moeten prevaleren of
andersom.
Conclusie: Het college heeft
kennisgenomen van de voorkeur van inspreker.
14. - H. Deurlo (Voorzitter VVE Westlandseweg 13-113)
14.1. Samenvatting: Insprekers maken bezwaar tegen deze locatie omdat de
wijk erg
dichtbevolkt is. Zaken die een onveilig gevoel geven moeten aangepakt
worden en
zeker niet worden uitgebreid.
Antwoord: Voor beantwoording van uw reactie verwijzen wij u naar de
paragraaf E IV 'Overlast en beheer'. Van belang is hierbij te onderstrepen dat
rond de huidige locatie de criminaliteitscijfers vergelijkbaar zijn met andere
gebieden in de stad.
Conclusie: Onze conclusie op het gebied van veiligheid is dat, gezien de
omvang en de aard van de groep die het dienstencentrum bezoekt, de aanpak rond
de buitenruimte en de toegangssluis en de ervaringen van de laatste jaren de
risico's beperkt zijn. Dat neemt niet weg dat het belangrijk is structureel
overleg te hebben tussen gemeente, politie, de dagopvang, omwonenden en
ondernemers. Dat overleg moet leiden tot een beheerplan en regelmatige
evaluatie van de gang van zaken. Daarbij horen ook een serieus sanctiebeleid
van de dagopvang en afspraken over een snelle reactie van de hulpdiensten bij
incidenten. Op deze wijze kan het beperkte risico worden verkleind en kan het
vertrouwen ontstaan dat wangedrag effectief wordt aangepakt. Dit zal bijdragen
aan de vermindering van het gevoel van onveiligheid.
14.2. Samenvatting: Buiten de dagopvang zijn er vele niet beheersbare
plekken waar
verslaafden zich kunnen gaan ophouden. In de dagopvang mag geen drugs
gebruikt
worden. Daardoor zullen verslaafden drugs gebruiken in de trappenhuizen,
steegjes en
portieken in de directe woonomgeving van het wooncomplex.
Antwoord: Voor de beantwoording van uw reactie in algemene zin verwijzen
we u naar paragraaf E IV 'Overlast en beheer'. Om het niet nakomen van
afspraken en slijtage van gemaakte afspraken te voorkomen is van belang dat het
overleg tussen betrokkenen een blijvend karakter krijgt. Daarnaast kan het van
belang zijn omwonenden meer te betrekken bij het werk van het centrum om de
wederzijdse bekendheid te vergroten.
Conclusie: Blijvend overleg is nodig om het niet nakomen van afspraken
tegen te gaan.
14.3. Samenvatting: Er zal een aanzuigende werking zijn op verslaafden
uit Rotterdam, Den Haag en Leiden, waardoor de capaciteit van de opvang
overschreden zal worden en men rond de woningen voor overlast zal zorgen. Ook
kan dit spanningen geven
binnen de dagopvang zelf, aangezien niet alle groepen even goed
samengaan.
Antwoord: De Nijverheidsstraat ligt op ruime afstand van het open gebied
van het station. De kans dat mensen vanaf het stationsplein het dienstencentrum
als ontmoetingsplek zullen gaan gebruiken of zelfs uit andere steden op het
dienstencentrum zullen afkomen achten wij mede daarom klein. Indien een
dergelijke ontwikkeling zich wel voordoet kan die door middel van bijvoorbeeld
een inschrijf- of pasjessysteem worden gestopt.
Conclusie: Deze inspraak heeft geen invloed op de besluitvorming.
14.4. Samenvatting: Met de dagopvang pal naast de kinderspeeltuin zullen
kinderen niet
meer veilig gebruik kunnen maken van deze faciliteit, aangezien er ook
verslaafden
zullen gaan rondhangen.
Antwoord: Voor de beantwoording van uw reactie verwijzen we u naar de
paragraaf E VII 'Ligging naast kinderspeelplaats' van het algemene
gedeelte.
Conclusie: Het is zeker niet de bedoeling van het college om spelende
kinderen stelselmatig met de bezoekers van het centrum in contact te laten
komen. Voor het college betekent dit echter niet dat de Nijverheidsstraat
afvalt als mogelijke locatie. Wanneer niet een bevredigende situatie kan worden
bereikt met én de speelplek én de dagopvang zal voor de speelplek - in overleg
met betrokkenen - een andere oplossing gevonden moeten worden.
14.5. Samenvatting: Pinautomaten in de buurt zullen als onveilig gezien
gaan worden.
Antwoord: Voor beantwoording van uw reactie verwijzen wij u in algemene
zin naar de paragraaf E IV 'Overlast en beheer'. Van belang is hierbij te
onderstrepen dat rond de huidige locatie de criminaliteitscijfers vergelijkbaar
zijn met andere gebieden in de stad. Over de pinautomaten kan verder gezegd
worden dat zij alle aan de Papsouwselaan gelegen zijn. Zeker rond en tijdens de
openingsuren van het centrum is de Papsouwselaan druk genoeg om het risico van
beroving aan een pinautomaat aanzienlijk te beperken.
Conclusie: Onze conclusie op het gebied van veiligheid is dat, gezien de
omvang en de aard van de groep die het dienstencentrum bezoekt, de aanpak rond
de buitenruimte en de toegangssluis en de ervaringen van de laatste jaren de
risico's beperkt zijn. Dat neemt niet weg dat het belangrijk is structureel
overleg te hebben tussen gemeente, politie, de dagopvang, omwonenden en
ondernemers. Dat overleg moet leiden tot een beheerplan en regelmatige
evaluatie van de gang van zaken. Daarbij horen ook een serieus sanctiebeleid
van de dagopvang en afspraken over een snelle reactie van de hulpdiensten bij
incidenten. Op deze wijze kan het beperkte risico worden verkleind en kan het
vertrouwen ontstaan dat wangedrag effectief wordt aangepakt. Dit zal bijdragen
aan de vermindering van het gevoel van onveiligheid.
14.6. Samenvatting: In de avonduren, na sluitingstijd om 16.30 uur, is
er geen sociale
controle op de omgeving. De politie heeft totaal geen inzicht in de
situatie. De bewoners zullen zich nog meer bedreigd gaan voelen.
Antwoord: Voor de beantwoording van uw reactie in algemene zin verwijzen
we u naar paragraaf E IV 'Overlast en beheer'. Om het niet nakomen van
afspraken en slijtage van gemaakte afspraken te voorkomen is van belang dat het
overleg tussen betrokkenen een blijvend karakter krijgt. Daarnaast kan het van
belang zijn omwonenden meer te betrekken bij het werk van het centrum om de
wederzijdse bekendheid te vergroten.
Conclusie: Blijvend overleg is nodig om het niet nakomen van afspraken
tegen te gaan.
14.7. Samenvatting: De aanlooproute vanaf het station is heel kort en
zal een aanzuigende werking hebben op mensen die gebruik willen maken van de
dagopvang. Deze aanlooproute loopt door en eindigt in een woonwijk en is een
doorgaande route langs scholen.
Antwoord: De locatie Nijverheidsstraat bevindt zich in een gevarieerd
gebied met diverse functies, zoals een winkelfunctie. Daarnaast vinden er veel
verkeersbewegingen in de omgeving plaats. De locatie bevindt zich niet in een
omgeving die uitsluitend de functie wonen kent.
De Nijverheidsstraat ligt op ruime afstand van het open gebied van het
station. De kans dat mensen vanaf het stationsplein het dienstencentrum als
ontmoetingsplek zullen gaan gebruiken of zelfs uit andere steden op het
dienstencentrum zullen afkomen achten wij mede daarom klein. Indien een
dergelijke ontwikkeling zich wel voordoet kan die door middel van bijvoorbeeld
een inschrijf- of pasjessysteem worden gestopt. Voor de beantwoording van uw
reactie ten aanzien van de looproute verwijzen we u naar de paragraaf E V
'Looproute' van het algemene gedeelte. Terzijde van de looproute Locomotiefpad
ligt één school. Deze is echter niet georiënteerd op het Locomotiefpad. Het
college ziet derhalve geen duidelijke relatie tussen mogelijk overlastgevend gedrag
van de doelgroep en de school. We vinden het wel van belang met de school
contact te onderhouden om dit punt goed te kunnen blijven volgen.
Conclusie: De huidige looproutes gaan niet door uitsluitend
woonomgeving. Deze reactie leidt met andere reacties tot het formuleren van een
aantal aandachtspunten bij het realiseren van beheerafspraken indien de
dagopvang gevestigd wordt aan de Nijverheidsstraat.
14.8. Samenvatting: De Aldi ligt op 40 meter afstand van de dagopvang.
Er zullen zich daar groepjes gaan ophouden en voor overlast gaan zorgen. Ook in
winkelcentrum in den Hoven zullen zich groepjes gaan ophouden waardoor het
onveiligheidsgevoel zal
toenemen.
Antwoord: Voor de beantwoording van reacties aangaande de ligging ten
opzichte van winkels verwijzen we u naar de paragraaf E VI 'Ligging in/tegen
winkelgebied' van het algemene gedeelte.
Conclusie: Door het bieden van een plaats, een programma en activiteiten
draagt de dagopvang bij aan het tegengaan van overlast in stad en winkelcentra.
Vanwege de kleinschaligheid van de voorziening en de ervaringen op de huidige
locatie gaat het college ervan uit dat de risico's voor de winkels in de
omgeving beperkt zijn. Dat onder de voorwaarde dat in de beheersafspraken met
betrokken partijen duidelijke afspraken worden gemaakt, dat deze adequaat
worden uitgevoerd en door middel van een structureel overleg worden gevolgd.
Daarbij zou de mogelijkheid kunnen worden betrokken om enige tijd na sluiting
van het centrum door middel van een ronde om het centrum na te gaan of de
bezoekers van het centrum de directe omgeving inderdaad verlaten hebben.
14.9. Samenvatting: Woningen zullen in waarde dalen. De gemeente zal
aansprakelijk
worden gesteld voor alle financiële schade die dit met zich meebrengt.
Antwoord: Voor beantwoording van uw reacties verwijzen wij u naar de
paragraaf E IV 'Overlast en beheer' en
paragraaf E X 'Schadeclaims'.
Conclusie: Omdat de dagopvang een kleinschalige voorziening is, en
drugsgebruikers een minderheid van de bezoekers vormen en daarnaast door een
goede inrichting van de locatie en beheer van de omgeving het risico op
overlast en criminaliteit verder beperkt kan worden, kan -in objectieve zin-
een voldoende niveau van veiligheid bereikt worden. Dat neemt niet weg dat het
belangrijk is structureel overleg te hebben tussen gemeente, politie, de
dagopvang, omwonenden en ondernemers. Dat overleg moet leiden tot een
beheerplan en regelmatige evaluatie van de gang van zaken. Daarbij horen ook
een serieus sanctiebeleid van de dagopvang en afspraken over een snelle reactie
van de hulpdiensten bij incidenten. Op deze wijze kan het beperkte risico
worden verkleind, moet ook het vertrouwen ontstaan dat wangedrag wordt
aangepakt, waardoor uiteindelijk het gevoel van onveiligheid vermindert.
Bij de wijziging van het bestemmingsplan kunnen belanghebbenden
verzoeken om planschadevergoeding.
14.10. Samenvatting: De vele kleinschalige bedrijven zullen ook de
nodige maatregelen
moeten nemen om hun goederen veilig te stellen wat investeringen
vereist.
Antwoord: Voor beantwoording van uw reacties verwijzen wij u naar de
paragraaf E IV 'Overlast en beheer' en
paragraaf E X 'Schadeclaims'.
Conclusie: Omdat de dagopvang een kleinschalige voorziening is, en
drugsgebruikers een minderheid van de bezoekers vormen en daarnaast door een
goede inrichting van de locatie en beheer van de omgeving het risico op
overlast en criminaliteit verder beperkt kan worden, kan -in objectieve zin-
een voldoende niveau van veiligheid bereikt worden. Dat neemt niet weg dat het
belangrijk is structureel overleg te hebben tussen gemeente, politie, de
dagopvang, omwonenden en ondernemers. Dat overleg moet leiden tot een
beheerplan en regelmatige evaluatie van de gang van zaken. Daarbij horen ook
een serieus sanctiebeleid van de dagopvang en afspraken over een snelle reactie
van de hulpdiensten bij incidenten. Op deze wijze kan het beperkte risico
worden verkleind, moet ook het vertrouwen ontstaan dat wangedrag wordt
aangepakt, waardoor uiteindelijk het gevoel van onveiligheid vermindert.
Bij de wijziging van het bestemmingsplan kunnen belanghebbenden
verzoeken om planschadevergoeding.
14.11. Samenvatting: Door de komst van de spoortunnel zal de loopafstand
tot het station
vanaf de locatie nog minder zijn.
Antwoord: De Nijverheidsstraat blijft op ruime afstand van het open
gebied van het station liggen. De kans dat mensen vanaf het stationsplein het
dienstencentrum als ontmoetingsplek zullen gaan gebruiken of zelfs uit andere
steden op het dienstencentrum zullen afkomen achten wij mede daarom klein.
Indien een dergelijke ontwikkeling zich wel voordoet kan die door middel van
bijvoorbeeld een inschrijf- of pasjessysteem worden gestopt.
Conclusie: Deze inspraak heeft geen invloed op de besluitvorming.
14.12. Samenvatting: Een aantal factoren verstoren nu al het wooncomfort
en het gevoel van veiligheid. Dit zal zeker toenemen indien de dagopvang op
deze locatie komt:
Intimiderende personen bij de Aldi, zwerfvuil, chaos bij het parkeren
van auto's,
drugsgebruikers in de trappenhuizen, verkeersoverlast bij het
tankstation Deko,
overlast van de bezoekers van de discotheek en geluidhinder van de
wasstraat de
Wasbeer.
Antwoord: Het gebied kent een fors aantal verschillende functies, zowel
kijkend naar de directe als de iets verder weg gelegen omgeving van de beoogde
locatie. Het totale gebied vervult mede een centrumfunctie voor de gehele stad.
Dat brengt bedrijvigheid en verkeer met zich mee. In zijn algemeenheid wil het
college dat niet als overlast typeren. Overlast is wat mensen hindert bij het
normaal functioneren in een dergelijk gebied.
Ons is bekend dat de discotheek voor overlast zorgt. Andere
overlastgevende functies zijn ons niet bekend. Gezien het grote verschil in de
openingstijden en de verkeersbarrière tussen locatie dagopvang en discotheek
zien wij geen relatie tussen de functies.
Het college is van mening dat de buurt, afgezien van incidenten, er
redelijk bijstaat. Naar ons oordeel is er zeker geen sprake van verloedering of
verwaarlozing.
In de veiligheidsscan die van de omgeving van de mogelijke locatie wordt
gemaakt worden de risico's op het gebied van overlast en veiligheid nader
beschreven.
Conclusie: Deze inspraak heeft geen invloed op de besluitvorming.
15. - L.M. Dijker, J.M.A. Dijker-Heijdel en F.C. Dijker
15.1. Samenvatting: Insprekers maken bezwaar tegen deze locatie om
verschillende
redenen. Insprekers vermoeden dat de aanwezige kinderspeelplaats zal
verdwijnen bij
de bouw van de beoogde dagopvang. Dat is onacceptabel. Een verplaatsing
naar een
andere locatie in de wijk zou kapitaalvernietiging zijn aangezien de
speelplaats pas 3
jaar geleden is aangelegd.
Antwoord: Voor de beantwoording van uw reactie verwijzen we u naar de
paragraaf E VII 'Ligging naast kinderspeelplaats' van het algemene
gedeelte.
Conclusie: Het is zeker niet de bedoeling van het college om spelende
kinderen stelselmatig met de bezoekers van het centrum in contact te laten
komen. Voor het college betekent dit echter niet dat de Nijverheidsstraat
afvalt als mogelijke locatie. Wanneer niet een bevredigende situatie kan worden
bereikt met én de speelplek én de dagopvang zal voor de speelplek - in overleg
met betrokkenen - een andere oplossing gevonden moeten worden.
15.2. Samenvatting: Met de komst van een dagopvang zou het aantal
confrontaties tussen onze kinderen en bezoekers van de opvang toenemen, met als
gevolg een vertekend maatschappijbeeld bij kinderen wat onwenselijk is.
Antwoord: Over de aspecten overlast en beheer verwijzen wij u naar de
paragraaf E IV 'Overlast en beheer' van het algemene gedeelte. Over kwetsbare
doelgroepen en een dagopvang kan het volgende gezegd worden. Omdat de
buitenruimte binnen het complex wordt gerealiseerd is datgene wat van het
centrum gezien zal kunnen worden het komen en gaan van bezoekers. Het is ook
mogelijk dat bezoekers van het centrum de looproute van bewoners kruisen. Dat
zijn zaken die het college niet als hinderlijk beschouwt.
Het blijft echter denkbaar dat bezoekers van het centrum (rond
sluitingstijd) rondhangen in de omgeving en zich daar hinderlijk kunnen
gedragen. Hier zullen afspraken over moeten worden gemaakt. Dat houdt in dat
voor de bezoekers van het centrum de regel moet gelden dat rondhangen in de
omgeving van het centrum niet is toegestaan, hier kan dagelijks op
gesurveilleerd worden. Op overtreding zullen sancties staan (bijvoorbeeld het
ontzeggen van de toegang tot het centrum, het niet kunnen beschikken over een
postadres bij het centrum of het niet kunnen verkrijgen van een pasje voor de
nachtopvang). Geregeld moet worden dat signalen van omwonenden en
belanghebbenden direct worden opgepakt door medewerkers van het centrum, dan
wel de politie. In het overleg tussen centrum, buurt, politie en gemeente
zullen de regels voorbereid worden en kan de gang van zaken regelmatig
besproken worden.
Conclusie: Gezien het voorgaande ziet het college geen bijzondere
risico's van de komst van een dagopvangcentrum in relatie tot bepaalde groepen
bewoners in de omgeving van de Nijverheidsstraat.
15.3. Samenvatting: Zowel de veiligheid van persoonlijke spullen als de
persoonlijke
veiligheid zal een groter risico lopen. Men verwacht niet veel van de
toezeggingen
m.b.t. een beheerplan, sanctiebeleid, en snelle reactietijden van
hulpdiensten die het
risico zouden verkleinen. Na verloop van tijd treedt slijtage op.
Antwoord: Voor de beantwoording van uw reactie in algemene zin verwijzen
we u naar paragraaf E IV 'Overlast en beheer'. Om het niet nakomen van
afspraken en slijtage van gemaakte afspraken te voorkomen is van belang dat het
overleg tussen betrokkenen een blijvend karakter krijgt. Daarnaast kan het van
belang zijn omwonenden meer te betrekken bij het werk van het centrum om de
wederzijdse bekendheid te vergroten. Blijvend overleg is nodig om het niet
nakomen van afspraken tegen te gaan.
15.4. Samenvatting: De komst van de Spoortunnel betekent dat de
dagopvang (indien hij op deze locatie gerealiseerd zal worden) opnieuw zou
moeten verhuizen. Dit is dan
kapitaalvernietiging.
Antwoord: Voor een antwoord op uw reactie verwijzen wij u naar de
paragraaf VIII 'Ligging ten opzichte van station/Ontwikkeling Spoorzone' van
het algemene gedeelte.
Conclusie: De dagopvang is goed inpasbaar in de plannen van het
spoorzonegebied.
15.5. Samenvatting: Door de vestiging van de beoogde dagopvang zullen de
woningen in prijs dalen. Men zal middels een taxatie de waarde laten
vaststellen en men zal de
gemeente aansprakelijk stellen voor de waardevermindering. Men zal de
kosten voor het benodigde afsluiten van de gemeenschappelijke ruimtes van het
flatgebouw verhalen op de gemeente.
Antwoord: Voor beantwoording van uw reactie verwijzen wij u naar de
paragraaf E X 'Schadeclaims'.
Conclusie: Bij de wijziging van het bestemmingsplan kunnen
belanghebbenden verzoeken om planschadevergoeding.
15.6. Samenvatting: Op dit moment ervaart men al veel overlast door de
aanwezigheid van de Aldi supermarkt (overlast door het parkeergedrag van
klanten) en de discotheek (parkeergedrag van bezoekers). Ook ligt de wijk in de
aanlooproute van de stad naar de verschillende woonwijken waardoor men al veel
overlast heeft omdat er in auto's wordt ingebroken of omdat ze moedwillig
beschadigd worden.
Antwoord: Het gebied kent een fors aantal verschillende functies, zowel
kijkend naar de directe als de iets verder weg gelegen omgeving van de beoogde
locatie. Het totale gebied vervult mede een centrumfunctie voor de gehele stad.
Dat brengt bedrijvigheid en verkeer met zich mee. In zijn algemeenheid wil het
college dat niet als overlast typeren. Overlast is wat mensen hindert bij het
normaal functioneren in een dergelijk gebied.
Ons is bekend dat de discotheek voor overlast zorgt. Andere
overlastgevende functies zijn ons niet bekend. Gezien het grote verschil in de
openingstijden en de verkeersbarrière tussen locatie dagopvang en discotheek
zien wij geen relatie tussen de functies.
In de veiligheidsscan die van de omgeving van de mogelijke locatie wordt
gemaakt worden de risico's op het gebied van overlast en veiligheid nader
beschreven.
Conclusie: Deze inspraak heeft geen invloed op de besluitvorming.
16. - M.B. Esseling
16.1. Samenvatting: De locatie is ongeschikt omdat ze in een druk
winkelgebied is gelegen (winkelcentrum in den Hoven en de Aldi). Na
sluitingstijd van de dagopvang zal er een aanzuigende werking van in den Hoven
uitgaan en de Aldi en men zal blijven rondhangen waardoor een hangplek
ontstaat. Een locatie buiten een druk winkelgebied heeft de voorkeur.
Antwoord: Voor de beantwoording van reacties aangaande de ligging ten
opzichte van winkels verwijzen we u naar de paragraaf E VI 'Ligging in/tegen
winkelgebied' van het algemene gedeelte.
Conclusie: Door het bieden van een plaats, een programma en activiteiten
draagt de dagopvang bij aan het tegengaan van overlast in stad en winkelcentra.
Vanwege de kleinschaligheid van de voorziening en de ervaringen op de huidige
locatie gaat het college ervan uit dat de risico's voor de winkels in de
omgeving beperkt zijn. Dat onder de voorwaarde dat in de beheersafspraken met
betrokken partijen duidelijke afspraken worden gemaakt, dat deze adequaat
worden uitgevoerd en door middel van een structureel overleg worden gevolgd.
Daarbij zou de mogelijkheid kunnen worden betrokken om enige tijd na sluiting
van het centrum door middel van een ronde om het centrum na te gaan of de
bezoekers van het centrum de directe omgeving inderdaad verlaten hebben.
17. - Gebouw Essenstaete, Fabrieksstraat VVE (P. van Opzeeland).
17.1. Samenvatting: Insprekers maken bezwaar tegen deze locatie omdat de
wijk erg
dichtbevolkt is. Zaken die een onveilig gevoel geven moeten aangepakt worden
en
zeker niet worden uitgebreid.
Antwoord: De buurt rond de mogelijk locatie van de dagopvang is niet
zozeer dichtbevolkt, maar kent wel een groot aantal verschillende functies. Dat
brengt met zich mee dat er rond de dagopvang veel mensen en verkeer zijn. Dat
element gecombineerd met de kleinschaligheid van de voorziening en de
mogelijkheid via beheerafspraken risico's verder te beperken maakt dat de
dagopvang vanuit veiligheidsoptiek in deze buurt inpasbaar is. Het
veiligheidsgevoel in relatie tot de dagopvang zal moeten ontstaan uit overleg
en een adequate uitvoering van de beheerafspraken.
Conclusie: De dagopvang is naar het oordeel van het college ook vanuit
de optiek van veiligheid en onder voorwaarden inpasbaar in de buurt.
17.2. Samenvatting: Buiten de dagopvang zijn er vele plekken 'moeilijk
controleerbaar' waar men zich kan ophouden zonder toezicht: overdekte
oprijlaan, hal bij de
brievenbussen, Irenetunnel, enz. Aangezien bij de dagopvang niets
gebruikt mag
worden zal men daar deze plekken voor gaan gebruiken.
Antwoord: Voor de beantwoording van uw reactie in algemene zin verwijzen
we u naar paragraaf E IV 'Overlast en beheer'. Om het niet nakomen van
afspraken en slijtage van gemaakte afspraken te voorkomen is van belang dat het
overleg tussen betrokkenen een blijvend karakter krijgt. Daarnaast kan het van
belang zijn omwonenden meer te betrekken bij het werk van het centrum om de
wederzijdse bekendheid te vergroten.
Conclusie: Blijvend overleg is nodig om het niet nakomen van afspraken
tegen te gaan.
17.3. Samenvatting: Er is een kans op een aanzuigende werking op
groepjes daklozen uit Rotterdam, Rijswijk, Den Haag of Leiden. Daardoor zal de
capaciteit van de
dagopvang snel te klein worden waardoor men zich in de buurt zal gaan
ophouden
aangezien het complex midden in de looproute ligt. De gemeente stelt dat
ze 13.000
bezoekers per jaar verwacht. De bereikbaarheid van de locatie vanuit de
stad is kort
maar vanaf het station is het slechts 7 minuten lopen. Dit zal de
aanzuigende werking
vergroten. De route loopt langs een school en diverse woningen.
Antwoord: De Nijverheidsstraat ligt op ruime afstand van het open gebied
van het station. De kans dat mensen vanaf het stationsplein het dienstencentrum
als ontmoetingsplek zullen gaan gebruiken of zelfs uit andere steden op het
dienstencentrum zullen afkomen achten wij mede daarom klein. Indien een
dergelijke ontwikkeling zich wel voordoet kan die door middel van bijvoorbeeld
een inschrijf- of pasjessysteem worden gestopt. Voor de beantwoording van uw
reactie ten aanzien van de looproute verwijzen we u naar de paragraaf E V
'Looproute' van het algemene gedeelte. Terzijde van de looproute Locomotiefpad
ligt één school. Deze is echter niet georiënteerd op het Locomotiefpad. Het
college ziet derhalve geen duidelijke relatie tussen mogelijk overlastgevend
gedrag van de doelgroep en de school. We vinden het wel van belang met de
school contact te onderhouden om dit punt goed te kunnen blijven volgen.
Conclusie: De huidige looproutes gaan niet door uitsluitend
woonomgeving. De lastige onderdelen van de looproutes zullen met de komst van
de spoortunnel verdwijnen. De totale lengte van de looproute wordt betrokken
bij de afweging tussen alle locaties.
De inspraakreactie over de aanzuigende werking van het station heeft
geen invloed op de besluitvorming. Deze reactie leidt met andere reacties tot
het formuleren van een aantal aandachtspunten bij het realiseren van
beheerafspraken indien de dagopvang gevestigd wordt aan de Nijverheidsstraat.
17.4. Samenvatting: Indien de dagopvang pal naast de speeltuin komt, zal
deze niet meer veilig gebruikt kunnen worden aangezien verslaafden hier zullen
gaan rondhangen. Het gebruik van de diverse speelautomaten aan de Papsouwselaan
zal niet plezierig zijn met veel verslaafden in de buurt, dit is nu ook al het
geval.
Antwoord: Voor de beantwoording van uw reactie verwijzen we u naar de
paragraaf E VII 'Ligging naast kinderspeelplaats' van het algemene gedeelte. De
relatie tussen de komst van de dagopvang en speelautomaten aan de Papsouwselaan
kunnen wij niet plaatsen.
Conclusie: Het is zeker niet de bedoeling van het college om spelende
kinderen stelselmatig met de bezoekers van het centrum in contact te laten
komen. Voor het college betekent dit echter niet dat de Nijverheidsstraat
afvalt als mogelijke locatie. Wanneer niet een bevredigende situatie kan worden
bereikt met én de speelplek én de dagopvang zal voor de speelplek - in overleg
met betrokkenen - een andere oplossing gevonden moeten worden.
17.5. Samenvatting: Na sluitingstijd in de avonduren, is er minimale
sociale controle op de omgeving. De bewoners zullen zich nog meer bedreigd gaan
voelen. Het
Locomotiefpad wordt nu al gemeden door zijn slechte reputatie (vanwege
meerdere
overvallen). Grote groepen daklozen van diverse afkomst zal spanningen
geven waardoor het gevoel van onveiligheid nog vergroot zal worden.Ook kunnen
winkelende mensen lastig gevallen worden bij de nabijgelegen Aldi o.a. door
bedelen.
Antwoord: Voor de beantwoording van uw reactie in algemene zin verwijzen
we u naar paragraaf E IV 'Overlast en beheer'. Om het niet nakomen van
afspraken en slijtage van gemaakte afspraken te voorkomen is van belang dat het
overleg tussen betrokkenen een blijvend karakter krijgt. Daarnaast kan het van
belang zijn omwonenden meer te betrekken bij het werk van het centrum om de
wederzijdse bekendheid te vergroten.
Ons beeld van dit gebied is dat zich hier wel eens mensen ophouden, maar
niet in die mate dat gezegd zou kunnen worden dat dit een duidelijk
verblijfsgebied voor (groepen) verslaafden of daklozen is. Het betreft hier een
gebied waarvoor nu en ook na de eventuele komst van de dagopvang een bepaalde alertheid van de politie en
andere toezichthouders nodig is.
Conclusie: Blijvend overleg is nodig om het niet nakomen van afspraken
tegen te gaan.
17.6. Samenvatting: Het overdekte winkelcentrum in de Hoven en de
Irenetunnel bieden
beschutte plekjes om te gebruiken bij slecht weer. Dit veroorzaakt een
gevoel van
onveiligheid bij de bewoners.
Antwoord: Voor de beantwoording van uw reactie in algemene zin verwijzen
we u naar paragraaf E IV 'Overlast en beheer'. Om het niet nakomen van
afspraken en slijtage van gemaakte afspraken te voorkomen is van belang dat het
overleg tussen betrokkenen een blijvend karakter krijgt. Daarnaast kan het van
belang zijn omwonenden meer te betrekken bij het werk van het centrum om de
wederzijdse bekendheid te vergroten.
Conclusie: Blijvend overleg is nodig om het niet nakomen van afspraken
tegen te gaan.
17.7. Samenvatting: De woningen zullen in waarde dalen waarvoor de
gemeente
aansprakelijk gesteld zal worden.
Antwoord: Voor beantwoording van uw reactie verwijzen wij u naar de
paragraaf E X 'Schadeclaims'.
Conclusie: Bij de wijziging van het bestemmingsplan kunnen
belanghebbenden verzoeken om planschadevergoeding.
17.8. Samenvatting: De bedrijven in de buurt zullen waarschijnlijk hun
maatregelen moeten nemen om hun spullen veilig te stellen. Bewoners die zich
door de gemeente in de steek gelaten voelen, zullen bij overlast waarschijnlijk
eigen maatregelen nemen met alle escalaties van dien.
Antwoord: Voor beantwoording van uw reacties verwijzen wij u naar de
paragraaf E VI 'Ligging in/tegen
winkelgebied' en paragraaf E X 'Schadeclaims'. Het college geeft er sterk de
voorkeur aan dat eventueel ongenoegen ingebracht wordt in het overleg rond de
dagopvang.
Conclusie: Door het bieden van een plaats, een programma en activiteiten
draagt de dagopvang bij aan het tegengaan van overlast in stad en winkelcentra.
Vanwege de kleinschaligheid van de voorziening en de ervaringen op de huidige
locatie gaat het college ervan uit dat de risico's voor de winkels in de
omgeving beperkt zijn. Dat onder de voorwaarde dat in de beheersafspraken met
betrokken partijen duidelijke afspraken worden gemaakt, dat deze adequaat
worden uitgevoerd en door middel van een structureel overleg worden gevolgd.
Daarbij zou de mogelijkheid kunnen worden betrokken om enige tijd na sluiting
van het centrum door middel van een ronde om het centrum na te gaan of de bezoekers
van het centrum de directe omgeving inderdaad verlaten hebben.
Bij de wijziging van het bestemmingsplan kunnen belanghebbenden
verzoeken om planschadevergoeding.
17.9. Samenvatting: Bij de aanleg van de Spoortunnel is ook het bouwen
van een woonwijk vanaf de Fabrieksstraat t/m het Abtswoudse pad gepland.
Daardoor komt de
dagopvang midden in een woonwijk te liggen. Insprekers kunnen zich niet
voorstellen
dat dit het juiste beleid is van de gemeente Delft.
Antwoord: Voor een antwoord op uw reactie verwijzen wij u naar de
paragraaf E VIII Ligging ten opzichte van station/Ontwikkeling Spoorzone.
Conclusie: De dagopvang is goed inpasbaar in de plannen van het
spoorzonegebied.
Gebouw Essenstaete, Fabrieksstraat:
18. C.J. Broekhuizen
19. B. v.d. Wilk
20. M. Kloeg
21. A.A.G. v.d. Maat
22. M.A.J. Ruigrok-Verouden
23. F.B.A. Ruigrok
24. A.M. Fortuin
25. Fam. Schouten
26. A. Neemskruk
27. J. Anders
28. S. Jongejan
29. V. Becker
30. C. Tay
31. G.C. Winkels
32. Bezagen
33. Natadarma
34. J. Visser
35. V. Braun
36. P. Verhaar
37. A. Moerman
38. W. Kruijdenbero
39. P. v. Opzeeland
40. J. v. Duijm
41. T. v.d. Bergh
42. E. van Dijk
43. K. Hinnen
44. B en C. Ruijsenaars
45. F.C. Verbeek
46. H. v. Willenswaard
47. B. Oosterman
48. C. Jacobse
49. D. v. Dam
50. P. v/d Bosch
51. M.E. Voogd
52. J. v.d. Klundert
53. G. Bachus
54. R. Jacobse
55. N. Sonneveld
56. P. Jongeloen
57. I. Brusseman
58. B. v/d Hoven
59. E. van Riet
60. S. de Visser
61. B. Jagesar
62. H. Hassan
62.1. Samenvatting: Insprekers maken bezwaar tegen deze locatie omdat
men voorziet dat de dagopvang ernstige overlast zal geven, bestaande uit:
Lawaai, agressie,
dronken/gedrogeerde personen, gevaarlijk afval (besmette
injectienaalden), crimineel
gedrag. Aangezien de dagopvang alleen overdag open is verwacht men met
name 's
avonds en 's nachts veel problemen.
Antwoord: Voor beantwoording van uw reactie verwijzen wij u naar de
paragraaf E IV 'Overlast en beheer'. Van belang is hierbij te onderstrepen dat
rond de huidige locatie de criminaliteitscijfers vergelijkbaar zijn met andere
gebieden in de stad.
In de huidige drugsgebruikerswereld wordt niet of nauwelijks meer
gebruik maakt van spuiten en dus naalden. Harddrugs, zoals crack en heroïne,
worden verwarmd en vervolgens opgesnoven. Voor diegene die naalden gebruikt is
het 'schone spuitenproject' van toepassing. Tegen inlevering van een oude spuit
wordt een nieuwe spuit verstrekt. In of nabij de huidige locatie aan de
Oostsingel zijn de afgelopen jaren geen spuiten aangetroffen. Het gevaar van
rondslingerende gebruikte spuiten valt vrijwel volledig uit te sluiten.
Conclusie: Onze conclusie op het gebied van veiligheid is dat, gezien de
omvang en de aard van de groep die het dienstencentrum bezoekt, de aanpak rond
de buitenruimte en de toegangssluis en de ervaringen van de laatste jaren de
risico's beperkt zijn. Dat neemt niet weg dat het belangrijk is structureel
overleg te hebben tussen gemeente, politie, de dagopvang, omwonenden en
ondernemers. Dat overleg moet leiden tot een beheerplan en regelmatige
evaluatie van de gang van zaken. Daarbij horen ook een serieus sanctiebeleid
van de dagopvang en afspraken over een snelle reactie van de hulpdiensten bij
incidenten. Op deze wijze kan het beperkte risico worden verkleind en kan het
vertrouwen ontstaan dat wangedrag effectief wordt aangepakt. Dit zal bijdragen
aan de vermindering van het gevoel van onveiligheid.
62.2. Samenvatting: Door de nabijheid van het centraal station zullen
daklozen en
verslaafden uit Rotterdam en Den Haag worden.
Antwoord: De Nijverheidsstraat ligt op ruime afstand van het open gebied
van het station. De kans dat mensen vanaf het stationsplein het dienstencentrum
als ontmoetingsplek zullen gaan gebruiken of zelfs uit andere steden op het
dienstencentrum zullen afkomen achten wij mede daarom klein. Indien een
dergelijke ontwikkeling zich wel voordoet kan die door middel van bijvoorbeeld
een inschrijf- of pasjessysteem worden gestopt.
Conclusie: Deze inspraak heeft geen invloed op de besluitvorming.
63. - M. Franceschini
63.1. Samenvatting: Inspreker is het oneens met de vestiging van de
dagopvang op deze locatie omdat de locatie midden tussen het winkelcentrum In
den Hoven en de Aldi is gelegen. Hierdoor zal diefstal in de winkels toenemen.
Hierdoor zal het winkelcentrum een slechte reputatie krijgen en zullen klanten
uitwijken naar andere winkelcentra waardoor winkels zullen moeten sluiten.
Antwoord: Voor de beantwoording
van reacties aangaande de ligging ten opzichte van winkels verwijzen we u naar
de paragraaf E VI 'Ligging in/tegen winkelgebied' van het algemene gedeelte.
Conclusie: Door het bieden van een plaats, een programma en activiteiten
draagt de dagopvang bij aan het tegengaan van overlast in stad en winkelcentra.
Vanwege de kleinschaligheid van de voorziening en de ervaringen op de huidige
locatie gaat het college ervan uit dat de risico's voor de winkels in de
omgeving beperkt zijn. Dat onder de voorwaarde dat in de beheersafspraken met
betrokken partijen duidelijke afspraken worden gemaakt, dat deze adequaat
worden uitgevoerd en door middel van een structureel overleg worden gevolgd.
Daarbij zou de mogelijkheid kunnen worden betrokken om enige tijd na sluiting
van het centrum door middel van een ronde om het centrum na te gaan of de
bezoekers van het centrum de directe omgeving inderdaad verlaten hebben.
63.2. Samenvatting: Er zal een nieuw pand gebouwd moeten worden. Daarom
gaat de voorkeur uit naar de Crommelinlaan of de Surinamestraat aangezien daar
alleen verbouwd hoeft te worden.
Antwoord: Het kostenaspect zal mee worden genomen in het bouwkundig
haalbaarheidsonderzoek en onderdeel uitmaken van de finale afweging (naast de
resultaten uit de inspraak en de veiligheidsscan). Het college maakt een
kwalitatieve afweging. Dit betekent dat de goedkoopste locatie niet automatisch
tot locatie wordt gekozen.
Conclusie: Het college heeft kennisgenomen van de voorkeur van
inspreker.
64. - A. Gagesteijn
64.1. Samenvatting: Inspreker heeft bezwaar tegen de locatie aangezien
deze gelegen nabij het appartementencomplex waar de inspreker woont. Dit zal
overlast veroorzaken.
Antwoord: Voor beantwoording van uw reactie verwijzen wij u naar de
paragraaf E IV 'Overlast en beheer'. Van belang is hierbij te onderstrepen dat
rond de huidige locatie de criminaliteitscijfers vergelijkbaar zijn met andere
gebieden in de stad.
Conclusie: Onze conclusie op het gebied van veiligheid is dat, gezien de
omvang en de aard van de groep die het dienstencentrum bezoekt, de aanpak rond
de buitenruimte en de toegangssluis en de ervaringen van de laatste jaren de risico's
beperkt zijn. Dat neemt niet weg dat het belangrijk is structureel overleg te
hebben tussen gemeente, politie, de dagopvang, omwonenden en ondernemers. Dat
overleg moet leiden tot een beheerplan en regelmatige evaluatie van de gang van
zaken. Daarbij horen ook een serieus sanctiebeleid van de dagopvang en
afspraken over een snelle reactie van de hulpdiensten bij incidenten. Op deze
wijze kan het beperkte risico worden verkleind en kan het vertrouwen ontstaan
dat wangedrag effectief wordt aangepakt. Dit zal bijdragen aan de vermindering
van het gevoel van onveiligheid.
64.2. Samenvatting: De locatie is pal naast een speeltuintje gelegen,
waar kinderen veel gebruik van maken. Dit levert gevaar op i.v.m.
rondslingerende injectiespuiten.
Antwoord: Voor de beantwoording van uw reactie verwijzen we u naar de
paragraaf E VII 'Ligging naast kinderspeelplaats' van het algemene gedeelte. In
de huidige drugsgebruikerswereld wordt niet of nauwelijks meer gebruik maakt
van spuiten en dus naalden. Harddrugs, zoals crack en heroïne, worden verwarmd
en vervolgens opgesnoven. Voor diegene die naalden gebruikt is het 'schone
spuitenproject' van toepassing. Tegen inlevering van een oude spuit wordt een
nieuwe spuit verstrekt. In of nabij de huidige locatie aan de Oostsingel zijn
de afgelopen jaren geen spuiten aangetroffen. Het gevaar van rondslingerende
gebruikte spuiten valt vrijwel volledig uit te sluiten.
Conclusie: Het is zeker niet de bedoeling van het college om spelende
kinderen stelselmatig met de bezoekers van het centrum in contact te laten
komen. Voor het college betekent dit echter niet dat de Nijverheidsstraat
afvalt als mogelijke locatie. Wanneer niet een bevredigende situatie kan worden
bereikt met én de speelplek én de dagopvang zal voor de speelplek - in overleg
met betrokkenen - een andere oplossing gevonden moeten worden.
64.3. Samenvatting: De locatie is gelegen in een drukke woonwijk (waar
ook een Aldi gevestigd is wat veel verkeer van personen en auto's met zich
meebrengt).
Antwoord: De buurt rond de mogelijk locatie van de dagopvang is niet
zozeer dichtbevolkt, maar kent wel een groot aantal verschillende functies. Dat
brengt met zich mee dat er rond de dagopvang veel mensen en verkeer zijn. Dat
element gecombineerd met de kleinschaligheid van de voorziening en de
mogelijkheid via beheerafspraken risico's verder te beperken maakt dat de
dagopvang vanuit veiligheidsoptiek in deze buurt inpasbaar is. Het
veiligheidsgevoel in relatie tot de dagopvang zal moeten ontstaan uit overleg
en een adequate uitvoering van de beheerafspraken.
Conclusie: De dagopvang is naar het oordeel van het college ook vanuit
de optiek van veiligheid en onder voorwaarden inpasbaar in de buurt.
65. - C. van Ginkel
65.1. Samenvatting: Inspreker is tegen de locatie omdat de aanwezigheid
van de
dagopvang de kans op criminaliteit, inbraak, vernieling, drugs op
straat, verpaupering
van de buurt verhoogt. De buurt zal niet meer veilig en rustig zijn.
Antwoord: Voor beantwoording van uw reactie verwijzen wij u naar de
paragraaf E IV 'Overlast en beheer'. Van belang is hierbij te onderstrepen dat
rond de huidige locatie de criminaliteitscijfers vergelijkbaar zijn met andere
gebieden in de stad.
Conclusie: Onze conclusie op het gebied van veiligheid is dat, gezien de
omvang en de aard van de groep die het dienstencentrum bezoekt, de aanpak rond
de buitenruimte en de toegangssluis en de ervaringen van de laatste jaren de
risico's beperkt zijn. Dat neemt niet weg dat het belangrijk is structureel
overleg te hebben tussen gemeente, politie, de dagopvang, omwonenden en
ondernemers. Dat overleg moet leiden tot een beheerplan en regelmatige
evaluatie van de gang van zaken. Daarbij horen ook een serieus sanctiebeleid
van de dagopvang en afspraken over een snelle reactie van de hulpdiensten bij
incidenten. Op deze wijze kan het beperkte risico worden verkleind en kan het
vertrouwen ontstaan dat wangedrag effectief wordt aangepakt. Dit zal bijdragen
aan de vermindering van het gevoel van onveiligheid.
65.2. Samenvatting: De waarde van de huizen in de buurt zal dalen.
Antwoord: Voor beantwoording van
uw reacties verwijzen wij u naar de paragraaf E X 'Schadeclaims'.
Conclusie: Bij de wijziging van het bestemmingsplan kunnen
belanghebbenden verzoeken om planschadevergoeding.
66. - Y. van Goldstein Brouwers
66.1. Samenvatting: Inspreker waardeert de inzet van de gemeente voor
deze mensen
maar ziet enkele bezwaren bij deze locatie. De locatie is dichtbij het
centraal station
gelegen waardoor de kans groot is dat het station onveiliger wordt. Ook
is de kans
groot dat er een zuigende werking voor verslaafden vanuit Rotterdam en
Den Haag
optreedt.
Antwoord: De Nijverheidsstraat ligt op ruime afstand van het open gebied
van het station. De kans dat mensen vanaf het stationsplein het dienstencentrum
als ontmoetingsplek zullen gaan gebruiken of zelfs uit andere steden op het
dienstencentrum zullen afkomen achten wij mede daarom klein. Indien een
dergelijke ontwikkeling zich wel voordoet kan die door middel van bijvoorbeeld
een inschrijf- of pasjessysteem worden gestopt.
Conclusie: Deze inspraak heeft geen invloed op de besluitvorming.
66.2. Samenvatting: De kans is groot dat de nabijgelegen fietstunnel
onveiliger zal worden,
zoals in Rotterdam het geval is geweest.
Antwoord: Voor de beantwoording van uw reactie over een mogelijke
looproute verwijzen we u naar de paragraaf E V 'Looproute' van het algemene
gedeelte. Voor het aspect veiligheid verwijzen wij u naar de paragraaf E IV
'Overlast en beheer'.
Conclusie: De huidige looproutes gaan niet door uitsluitend
woonomgeving. De lastige onderdelen van de looproutes zullen met de komst van
de spoortunnel verdwijnen. De totale lengte van de looproute wordt betrokken
bij de afweging tussen alle locaties.
Onze conclusie op het gebied van veiligheid is dat, gezien de omvang en
de aard van de groep die het dienstencentrum bezoekt, de aanpak rond de
buitenruimte en de toegangssluis en de ervaringen van de laatste jaren de
risico's beperkt zijn. Dat neemt niet weg dat het belangrijk is structureel
overleg te hebben tussen gemeente, politie, de dagopvang, omwonenden en
ondernemers. Dat overleg moet leiden tot een beheerplan en regelmatige
evaluatie van de gang van zaken. Daarbij horen ook een serieus sanctiebeleid
van de dagopvang en afspraken over een snelle reactie van de hulpdiensten bij
incidenten. Op deze wijze kan het beperkte risico worden verkleind en kan het
vertrouwen ontstaan dat wangedrag effectief wordt aangepakt. Dit zal bijdragen
aan de vermindering van het gevoel van onveiligheid.
66.3. Samenvatting: De locatie ligt nabij de Voorhof en het
winkelcentrum De Hoven waar
al veel druk op de openbare ruimte is door de hoge bevolkingsdichtheid
en de
bevolkingsopbouw. Dit soort problemen zou men niet moeten stapelen.
Antwoord: De locatie Nijverheidsstraat ligt niet in de Poptahof. De
locatie ligt in een omgeving met een sterke menging van wonen, werken, winkelen
en verkeer. Dat gebied is niet te typeren als achterstandsgebied.
Het gehele gebied van Spoorzone, Papsouwselaan en Poptahof krijgt te
maken met herinrichting en vernieuwing. Het college vindt het niet aannemelijk
dat een relatief kleine voorziening als het dienstencentrum die grote
ontwikkeling negatief zou kunnen beïnvloeden. Het verkeer van en naar de
dagopvang op zichzelf beschouwen wij niet als een aantasting van de
leefbaarheid van het gebied. Rondhangen en ander hinderlijk gedrag wel. Dat is
de reden dat het college overleg met de buurt en goede beheerafspraken van
groot belang vindt.
Conclusie: Op grond van deze overwegingen verwachten wij geen negatief
effect van een eventuele komst van het centrum op de staat van de buurt en de
mogelijkheden tot verdere ontwikkeling van de buurt.
67. - Bewonersvereniging Grachtengebied Zuid (A.H.P. van der Burgh,
voorzitter)
Reageert namens 190 leden van de bewonersvereniging.
67.1. Samenvatting: Bij deze locatie is de te verwachte overlast minder
dan bij de twee
eerder voorgestelde locaties.
Antwoord: Het college van burgemeester en wethouders zal de overlast- en
veiligheidssituatie rond de verschillende locaties bij de finale afweging met
elkaar vergelijken.
Conclusie: Het college heeft kennisgenomen van de opvatting van
inspreker.
67.2. Samenvatting: Deze locatie is centraler gelegen in de stad dan de
eerder
voorgestelde twee locaties. Meerdere gebruikers van de dagopvang zullen
dan zelfs
niet in de binnenstad hoeven te verblijven.
Antwoord: Het college kiest bewust voor een ligging in of nabij de
binnenstad, aangezien de doelgroep zich daar ophoudt en op deze wijze de
doelgroep bereikt kan worden. Paragraaf E V 'Ligging ten opzichte van de
binnenstad' gaat hier verder op in. Inspreker merkt terecht op dat de locatie
Nijverheidsstraat geografisch gezien centraal in de stad ligt. Of dit in
vergelijking met andere locaties tot een grotere ontlasting van de binnenstad
leidt is niet vast te stellen.
Conclusie: Het college heeft kennisgenomen van de opvatting van
inspreker.
68. - R. Groot
68.1. Samenvatting: Inspreker maakt bezwaar tegen alle vier de locaties
aangezien de
verslaafden in alle gevallen voor overlast zullen zorgen bij deze aanpak
van de
problematiek. De beste aanpak is een afkick centrum ver van de stad.
Antwoord: De gemeente is verantwoordelijk voor maatschappelijke opvang
in de regio Delft, Westland en Oostland, paragaaf EI 'Doel maatschappelijke opvang'
gaat hier verder op in. De dagopvang is bedoeld voor daklozen en verslaafden,
zie ook onder paragraaf E II 'Doelgroep dagopvang'. Het college kiest bewust
voor een ligging in of nabij de binnenstad, aangezien de doelgroep zich daar
ophoudt en op deze wijze de doelgroep bereikt kan worden. Paragraaf E IX
'Ligging ten opzichte van de binnenstad' gaat hier verder op in. Wij verwijzen
u naar paragraaf E V voor overlast- en beheeraspecten van de locatie.
Conclusie: Het college blijft van mening dat de locatie in of nabij de
binnenstad gelegen moet zijn.
69. - A. 't Hart
69.1. Samenvatting: De locatie is te dichtbij het station gelegen
(zonder toelichting).
Antwoord: De Nijverheidsstraat ligt op ruime afstand van het open gebied
van het station. De kans dat mensen vanaf het stationsplein het dienstencentrum
als ontmoetingsplek zullen gaan gebruiken of zelfs uit andere steden op het
dienstencentrum zullen afkomen achten wij mede daarom klein. Indien een
dergelijke ontwikkeling zich wel voordoet kan die door middel van bijvoorbeeld
een inschrijf- of pasjessysteem worden gestopt.
Conclusie: Deze inspraak heeft geen invloed op de besluitvorming.
70. - P. Hellinga
70.1. Samenvatting: Inspreker
is voorstander van deze locatie. De locatie is goed
geïsoleerd van woonwijken en toch overal vrij
dichtbij (stad en station).
Antwoord: De locatie voldoet aan de gestelde criteria.
Conclusie: Het college heeft kennisgenomen van de voorkeur van
inspreker.
71. - J.H. Idzes
71.1 . Samenvatting:
Inspreker is tegen alle locaties (zonder toelichting).
Antwoord/conclusie: Het college
heeft kennisgenomen van deze reactie
72. - M. IJskes en L.
Brandenburg
72.1. Samenvatting: Insprekers
maken bezwaar tegen de locatie aan de Nijverheidsstraat omdat ze al veel
overlast ervaren in de buurt: het achterlaten van rotzooi in de kelderboxopgang
en het gebruik als openbaar toilet, onbevoegden die zich ophouden bij de
kelderopgang die een gevoel van onveiligheid geven, mensen die bier drinken in
de speeltuin en daar slapen en bedelende mensen bij de Aldi. Deze plekken lopen
het risico na sluitingstijd van de dagopvang gebruikt te worden als hangplek.
De kwaliteit van de omgeving gaat hierdoor achteruit.
Antwoord: Voor de beantwoording van uw reactie in algemene zin verwijzen
we u naar paragraaf E IV 'Overlast en beheer'. Om het niet nakomen van
afspraken en slijtage van gemaakte afspraken te voorkomen is van belang dat het
overleg tussen betrokkenen een blijvend karakter krijgt. Daarnaast kan het van
belang zijn omwonenden meer te betrekken bij het werk van het centrum om de
wederzijdse bekendheid te vergroten.
Conclusie: Blijvend overleg is nodig om het niet nakomen van afspraken
tegen te gaan.
72.2 . Samenvatting: Indien de
gemeente kiest voor deze locatie, eisen de insprekers van de gemeente: 1.
hekwerken rond de kelderopgangen, 2. het afsluiten van het glazen trappenhuis
aan de Nijverheidsstraat, 3. het voorkomen van een hangplek nabij het complex
aan de Westlandseweg, 4. tegemoetkoming in de kosten van de waardedaling van de
woning, 5. het naleven van de gemaakte afspraken op de lange termijn.
Antwoord: Voor beantwoording van uw reactie verwijzen wij u naar de
paragraaf E IV 'Overlast en beheer' en
paragraaf E X 'Schadeclaims'. Omdat de dagopvang een kleinschalige voorziening
is, en drugsgebruikers een minderheid van de bezoekers vormen en daarnaast door
een goede inrichting van de locatie en beheer van de omgeving het risico op
overlast en criminaliteit verder beperkt kan worden, kan -in objectieve zin-
een voldoende niveau van veiligheid bereikt worden. Dat neemt niet weg dat het
belangrijk is structureel overleg te hebben tussen gemeente, politie, de
dagopvang, omwonenden en ondernemers. Dat overleg moet leiden tot een
beheerplan en regelmatige evaluatie van de gang van zaken. Daarbij horen ook
een serieus sanctiebeleid van de dagopvang en afspraken over een snelle reactie
van de hulpdiensten bij incidenten. Het college is niet overtuigd van de
noodzaak tot verschillende fysieke ingrepen. Tegelijkertijd willen wij niet uitsluiten
dat dergelijke ingrepen ook wel eens nodig kunnen zijn.
Bij de wijziging van het bestemmingsplan kunnen belanghebbenden
verzoeken om planschadevergoeding.
Conclusie: De gestelde vragen zullen voor het merendeel in het
beheerplan dan wel bij het monitoren van een lopend beheerplan aan de orde
kunnen komen. Omdat vergelijkbare vragen ook bij andere locaties aan de orde
zijn, leidt dit punt nu niet tot een onderscheidend aspect bij de afweging
tussen locaties.
73. - M. van IJzerloo
73.1. Samenvatting: De
locatie is gelegen in een industriewijk maar te dichtbij het station.
Antwoord: De Nijverheidsstraat ligt op ruime afstand van het open gebied
van het station. De kans dat mensen vanaf het stationsplein het dienstencentrum
als ontmoetingsplek zullen gaan gebruiken of zelfs uit andere steden op het
dienstencentrum zullen afkomen achten wij mede daarom klein. Indien een
dergelijke ontwikkeling zich wel voordoet kan die door middel van bijvoorbeeld
een inschrijf- of pasjessysteem worden gestopt.
Conclusie: Deze inspraak heeft geen invloed op de besluitvorming.
74. - R.H.M. Jacobse
74.1. Samenvatting: Door de
dagopvang te verplaatsen naar deze locatie, verplaats je
alleen het probleem en worden andere mensen de dupe.
Antwoord: De gemeente is verantwoordelijk voor maatschappelijke opvang
in de regio Delft, Westland en Oostland, paragaaf E I 'Doel maatschappelijke
opvang' gaat hier verder op in. Wij verwijzen u naar paragraaf E IV voor
overlast- en beheeraspecten van de locatie.
Conclusie: Omdat de dagopvang een kleinschalige voorziening is en
drugsgebruikers een minderheid van de bezoekers vormen en daarnaast door een
goede inrichting van de locatie en beheer van de omgeving het risico op
overlast en criminaliteit verder beperkt kan worden, kan -in objectieve zin-
een voldoende niveau van veiligheid bereikt worden.
74.2. Samenvatting: Naast de
locatie is een nieuwe speeltuin gevestigd en dat is niet ideaal. Spelende
kinderen krijgen een slechte indruk.
Antwoord: Voor de beantwoording van uw reactie verwijzen we u naar de
paragraaf E VII 'Ligging naast kinderspeelplaats' van het algemene
gedeelte.
Conclusie: Het is zeker niet de bedoeling van het college om spelende
kinderen stelselmatig met de bezoekers van het centrum in contact te laten komen.
Voor het college betekent dit echter niet dat de Nijverheidsstraat afvalt als
mogelijke locatie. Wanneer niet een bevredigende situatie kan worden bereikt
met én de speelplek én de dagopvang zal voor de speelplek - in overleg met
betrokkenen - een andere oplossing gevonden moeten worden.
74.3. Samenvatting: De kosten
van deze operatie zullen voor de bewoners zijn, zowel
voor de nieuwbouw als voor de schade en de kosten van
verzekeringspremies die zullen stijgen. Ook de waarde van de woningen zal dalen
terwijl de OZB blijft stijgen.
Antwoord: Voor beantwoording van uw reacties verwijzen wij u naar de
paragraaf E X 'Schadeclaims'. De OZB
is gekoppeld aan de hoogte van de waarde van de woning.
Conclusie: Bij de wijziging van het bestemmingsplan kunnen
belanghebbenden verzoeken om planschadevergoeding.
74.4. Samenvatting: De locatie
is dichtbij het station gelegen wat een aanzuigende werking op mensen uit de
omliggende steden zal hebben.
Antwoord: De Nijverheidsstraat ligt op ruime afstand van het open gebied
van het station. De kans dat mensen vanaf het stationsplein het dienstencentrum
als ontmoetingsplek zullen gaan gebruiken of zelfs uit andere steden op het
dienstencentrum zullen afkomen achten wij mede daarom klein. Indien een
dergelijke ontwikkeling zich wel voordoet kan die door middel van bijvoorbeeld
een inschrijf- of pasjessysteem worden gestopt.
Conclusie: Deze inspraak heeft geen invloed op de besluitvorming.
74.5. Samenvatting: Voor de
toerist is dit ook geen visitekaartje voor Delft.
Antwoord: In antwoord in algemene zin op uw reactie verwijzen we u naar
paragraaf D IX Toerisme van het algemene gedeelte van de locatie
GGD/Ambulancepost. Toeristen begeven zich vooral in de binnenstad. Het gebied
rondom de Nijverheidsstraat kent geen toeristische trekpleisters.
Conclusie: Het geheel overziend kan nu naar ons oordeel niet gezegd dat
de komst van het centrum tot een verslechtering van het (toeristisch) klimaat
in het betrokken deel van de stad zal leiden.
75. - P.M. Jutte
75.1. Samenvatting: Inspreker
maakt bezwaar tegen deze locatie om verschillende
redenen. Er zullen meer verslaafden uit andere steden komen aangezien de
locatie
maar 1 halte met de tram of bus vanaf het station is gelegen. Behalve
naar de stad
zullen deze mensen ook naar het winkelcentrum in den Hoven gaan.
Antwoord: De politie constateert dat er verkeer is van verslaafden uit
omliggende steden naar Delft, maar geeft aan dat dat verkeer zich vooral richt
op het verkrijgen van middelen om in de verslaving te kunnen voorzien. Deze
mensen reizen in het algemeen dezelfde dag terug naar de plaats van herkomst.
Deze groep is niet of nauwelijks bezoeker van de dagopvang.
De dagopvang is bedoeld voor bezoekers uit de regio Delft, Westland en
Oostland. Indien er een toeloop is van bezoekers van buiten deze regio, valt te
denken aan de invoering van een pasjessysteem. Bezoekers van buiten het
DWO-gebied komen hiervoor niet in aanmerking.
Conclusie: Inspraak heeft geen invloed op besluitvorming.
75.2. Samenvatting: De locatie
is op de rand van de Poptahof gelegen en dit is al een
achterstandswijk en heel dicht bevolkt. Moet de wijk nog meer achteruit.
Antwoord: De locatie Nijverheidsstraat ligt niet in de Poptahof. De
locatie ligt in een omgeving met een sterke menging van wonen, werken, winkelen
en verkeer. Dat gebied is niet te typeren als achterstandsgebied.
Het gehele gebied van Spoorzone, Papsouwselaan en Poptahof krijgt te
maken met herinrichting en vernieuwing. Het college vindt het niet aannemelijk
dat een relatief kleine voorziening als het dienstencentrum die grote
ontwikkeling negatief zou kunnen beïnvloeden. Het verkeer van en naar de
dagopvang op zichzelf beschouwen wij niet als een aantasting van de
leefbaarheid van het gebied. Rondhangen en ander hinderlijk gedrag wel. Dat is
de reden dat het college overleg met de buurt en goede beheerafspraken van
groot belang vindt.
Conclusie: Op grond van deze overwegingen verwachten wij geen negatief
effect van een eventuele komst van het centrum op de staat van de buurt en de
mogelijkheden tot verdere ontwikkeling van de buurt.
75.3. Samenvatting: Sinds een paar jaar is er een speeltuin
naast de gemeenteopslag. Het voelt niet veilig om kinderen naast een dagopvang
te laten spelen.
Antwoord: Voor de beantwoording van uw reactie verwijzen we u naar de
paragraaf E VII 'Ligging naast kinderspeelplaats' van het algemene
gedeelte.
Conclusie: Het is zeker niet de bedoeling van het college om spelende
kinderen stelselmatig met de bezoekers van het centrum in contact te laten
komen. Voor het college betekent dit echter niet dat de Nijverheidsstraat
afvalt als mogelijke locatie. Wanneer niet een bevredigende situatie kan worden
bereikt met én de speelplek én de dagopvang zal voor de speelplek - in overleg
met betrokkenen - een andere oplossing gevonden moeten worden.
75.4. Samenvatting: Overdag kan
men het portiek niet afsluiten en men heeft al verslaafden in het portiek
gehad.
Antwoord: Voor de beantwoording van uw reactie in algemene zin verwijzen
we u naar paragraaf E IV 'Overlast en beheer'. Om het niet nakomen van
afspraken en slijtage van gemaakte afspraken te voorkomen is van belang dat het
overleg tussen betrokkenen een blijvend karakter krijgt. Daarnaast kan het van
belang zijn omwonenden meer te betrekken bij het werk van het centrum om de
wederzijdse bekendheid te vergroten.
Conclusie: Blijvend overleg is nodig om het niet nakomen van afspraken
tegen te gaan.
75.5. Samenvatting: Nieuwbouw
is duurder dan verbouw.
Antwoord: Het kostenaspect zal
mee worden genomen in het bouwkundig haalbaarheidsonderzoek en onderdeel
uitmaken van de finale afweging (naast de resultaten uit de inspraak en de
veiligheidsscan). Het college maakt een kwalitatieve afweging. Dit betekent dat
de goedkoopste locatie niet automatisch tot locatie wordt gekozen.
Conclusie: Het kostenaspect wordt meegewogen in de finale afweging.
76. - R. Kas
76.1. Samenvatting: De locatie
is te dicht in de buurt van het station waardoor er
verslaafden uit andere plaatsen zullen komen. Dit zal extra overlast
geven.
Antwoord: De Nijverheidsstraat ligt op ruime afstand van het open gebied
van het station. De kans dat mensen vanaf het stationsplein het dienstencentrum
als ontmoetingsplek zullen gaan gebruiken of zelfs uit andere steden op het
dienstencentrum zullen afkomen achten wij mede daarom klein. Indien een
dergelijke ontwikkeling zich wel voordoet kan die door middel van bijvoorbeeld
een inschrijf- of pasjessysteem worden gestopt.
Conclusie: Deze inspraak heeft geen invloed op de besluitvorming.
77. - A. Kieftenburg
77.1. Samenvatting: Door de
komst van de Spoortunnel zou deze locatie moeten komen te vervallen. Hierdoor
zal de dagopvang te dichtbij het station komen te liggen om geen aanzuigende
werking te hebben. Ook gezien de gebrekkige opvang in
Rijswijk, Den Haag en Rotterdam.
De bezoekers uit Delft zullen verdrongen worden
door bezoekers uit andere
gemeenten.
Antwoord: Voor een antwoord op
uw reactie verwijzen wij u naar de paragraaf E VIII
Ligging ten
opzichte van station/Ontwikkeling Spoorzone van het algemene gedeelte.
Conclusie: De dagopvang is goed
inpasbaar in de plannen van het spoorzonegebied.
77.2. Samenvatting: De
bezoekers zouden in het winkelcentrum In de Hoven kunnen
gaan rondhangen wat een verplaatsing van het probleem inhoudt en waar de
gemeente er geen grip meer op heeft.
Antwoord: Voor de beantwoording van reacties aangaande de ligging ten
opzichte van winkels verwijzen we u naar de paragraaf E VI 'Ligging in/tegen
winkelgebied' van het algemene gedeelte.
Conclusie: Door het bieden van een plaats, een programma en activiteiten
draagt de dagopvang bij aan het tegengaan van overlast in stad en winkelcentra.
Vanwege de kleinschaligheid van de voorziening en de ervaringen op de huidige
locatie gaat het college ervan uit dat de risico's voor de winkels in de
omgeving beperkt zijn. Dat onder de voorwaarde dat in de beheersafspraken met
betrokken partijen duidelijke afspraken worden gemaakt, dat deze adequaat
worden uitgevoerd en door middel van een structureel overleg worden gevolgd.
Daarbij zou de mogelijkheid kunnen worden betrokken om enige tijd na sluiting
van het centrum door middel van een ronde om het centrum na te gaan of de
bezoekers van het centrum de directe omgeving inderdaad verlaten hebben.
77.3. Samenvatting: Het
betreft hier een wijk in opbouw; er komt steeds meer
woningbouw. De ligging aan een doorgaande wijk klopt: maar ook hier
wonen veel
mensen; dit is voor de mensen uit de opvang eerder gevaarlijk dan een
pré.
Antwoord: De locatie Nijverheidsstraat bevindt zich in een gevarieerd
gebied met diverse functies, zoals een winkelfunctie. Daarnaast vinden er veel
verkeersbewegingen in de omgeving plaats. De locatie bevindt zich niet in een
omgeving die uitsluitend de functie wonen kent. Voor het aspect looproute
verwijzen wij u naar E V 'Looproute' van het algemene gedeelte.
Conclusie: De locatie voldoet aan het criterium dat het in een niet
uitsluitend woongebied gelegen is. De totale lengte van de looproute wordt
betrokken bij de afweging tussen alle locaties.
77.4. Samenvatting: Er zijn
meerdere looproutes; het is toch niet de bedoeling dat de
mensen gaan uitwaaieren over alle wijken? Dit maakt het ook minder
beheersbaar
voor de politie/gemeente.
Antwoord: Voor de beantwoording van uw reactie verwijzen we u naar de
paragraaf E V 'Looproute' van het algemene gedeelte.
Conclusie: De huidige looproutes gaan niet door uitsluitend
woonomgeving. De lastige onderdelen van de looproutes zullen met de komst van
de spoortunnel verdwijnen. De totale lengte van de looproute wordt betrokken
bij de afweging tussen alle locaties.
78. - M. Kloeg
78.1. Samenvatting: Inspreker maakt bezwaar tegen deze locatie aangezien
ze niet aan de gestelde eisen voldoet. Aan criterium 7 (ligging aan straat met
veel
verkeersbewegingen zal de sociale controle bevorderen) wordt niet
voldaan
aangezien er sprake is van smalle straatjes zonder doorgaand verkeer.
Antwoord: De locatie Nijverheidsstraat bevindt zich in een gevarieerd
gebied met diverse functies, zoals een winkelfunctie. Daarnaast vinden er veel
verkeersbewegingen in de omgeving plaats. De locatie bevindt zich niet in een
omgeving die uitsluitend de functie wonen kent. Voor het aspect looproute
verwijzen wij u naar E V 'Looproute' van het algemene gedeelte.
Conclusie: De locatie voldoet aan het criterium dat het in een niet
uitsluitend woongebied gelegen is. De totale lengte van de looproute wordt
betrokken bij de afweging tussen alle locaties.
78.2. Samenvatting: De aanvoerroute vanaf het station loopt niet
uitsluitend door
woonbuurten maar wel langs een belangrijk fietspad (Locomotiefpad)
waarvan de
veiligheid, door gebrek aan autoverkeer, in gevaar komt. Ook de
verbindingsroute met
de binnenstad loopt door de Irenetunnel; dit is onaangenaam voor de doelgroep,
fietsers en voetgangers.
Antwoord: Voor de beantwoording van uw reactie verwijzen we u naar de
paragraaf E V 'Looproute' van het algemene gedeelte.
Ons beeld van het Lokomotiefgebied is dat zich hier wel eens mensen
ophouden, maar niet in die mate dat gezegd zou kunnen worden dat dit een
duidelijk verblijfsgebied voor (groepen) verslaafden of daklozen is. Het
betreft hier een gebied waarvoor nu en ook na de eventuele komst van de
dagopvang een bepaalde alertheid van de
politie en andere toezichthouders nodig is.
Conclusie: De huidige looproutes gaan niet door uitsluitend
woonomgeving. De lastige onderdelen van de looproutes zullen met de komst van
de spoortunnel verdwijnen. De totale lengte van de looproute wordt betrokken
bij de afweging tussen alle locaties.
78.3. Samenvatting: De locatie is gelegen in de onmiddellijke omgeving
van de
koopappartementen aan de Fabrieksstraat en dit is voor de bewoner
onaanvaardbaar
aangezien inspreker hoopte hier een goede oude dag te hebben.
Antwoord: Voor beantwoording van uw reactie verwijzen wij u naar
paragraaf E IV 'Overlast en beheer' en
paragraaf E X 'Schadeclaims'.
Conclusie: Omdat de dagopvang een kleinschalige voorziening is, en
drugsgebruikers een minderheid van de bezoekers vormen en daarnaast door een
goede inrichting van de locatie en beheer van de omgeving het risico op
overlast en criminaliteit verder beperkt kan worden, kan -in objectieve zin-
een voldoende niveau van veiligheid bereikt worden. Dat neemt niet weg dat het
belangrijk is structureel overleg te hebben tussen gemeente, politie, de
dagopvang, omwonenden en ondernemers. Dat overleg moet leiden tot een
beheerplan en regelmatige evaluatie van de gang van zaken. Daarbij horen ook
een serieus sanctiebeleid van de dagopvang en afspraken over een snelle reactie
van de hulpdiensten bij incidenten. Op deze wijze kan het beperkte risico
worden verkleind, moet ook het vertrouwen ontstaan dat wangedrag wordt
aangepakt, waardoor uiteindelijk het gevoel van onveiligheid vermindert.
Bij de wijziging van het bestemmingsplan kunnen belanghebbenden
verzoeken om planschadevergoeding.
79. - A. van de Klundert en G. Pellikaan
79.1. Samenvatting: Inspreker maakt bezwaar tegen deze locatie vanwege
de nabijheid van
een kinderspeelplaats, benzinestation en winkelgebied.
Antwoord: Voor de beantwoording van reactie aangaande de ligging ten
opzichte van winkels verwijzen we u naar de paragraaf E VI 'Ligging in/tegen
winkelgebied' van het algemene gedeelte. Voor de beantwoording van uw reactie
over de kinderspeelplaats verwijzen we u naar de paragraaf E VII 'Ligging naast
kinderspeelplaats' van het algemene gedeelte.
Conclusie: Door het bieden van een plaats, een programma en activiteiten
draagt de dagopvang bij aan het tegengaan van overlast in stad en winkelcentra.
Vanwege de kleinschaligheid van de voorziening en de ervaringen op de huidige
locatie gaat het college ervan uit dat de risico's voor de winkels in de
omgeving beperkt zijn. Dat onder de voorwaarde dat in de beheersafspraken met
betrokken partijen duidelijke afspraken worden gemaakt, dat deze adequaat
worden uitgevoerd en door middel van een structureel overleg worden gevolgd.
Daarbij zou de mogelijkheid kunnen worden betrokken om enige tijd na sluiting
van het centrum door middel van een ronde om het centrum na te gaan of de
bezoekers van het centrum de directe omgeving inderdaad verlaten hebben.
Het is zeker niet de bedoeling van het college om spelende kinderen
stelselmatig met de bezoekers van het centrum in contact te laten komen. Voor
het college betekent dit echter niet dat de Nijverheidsstraat afvalt als
mogelijke locatie. Wanneer niet een bevredigende situatie kan worden bereikt
met én de speelplek én de dagopvang zal voor de speelplek - in overleg met
betrokkenen - een andere oplossing gevonden moeten worden.
80. - M. Kluinhaar
80.1. Samenvatting: Inspreker maakt bezwaar tegen deze locatie omdat ze
te ver van het
centrum is gelegen en daardoor veel heen- en weer geloop met zich mee
zal brengen
wat problemen zal geven.
Antwoord: Voor de beantwoording
van uw reactie verwijzen we u naar de paragraaf E V 'Afstand tot de binnenstad'
van het algemene gedeelte.
Conclusie: Door zowel de gemeenteraad als insprekers is uitgesproken dat
een geschikte locatie 'niet op een meter hoeft af te kaatsen'. Dat is de reden
dat het college die locaties die aan de rand van de kilometerzone gelegen zijn,
meegenomen heeft in de toetsing. Deze redenering is van toepassing op de
locatie Nijverheidsstraat. In het toetsingsdocument is aangegeven dat de
locatie Nijverheidsstraat net buiten de 1km-grens ligt.
Het college beschouwt ligging buiten de 1km-zone als een zwak punt van
deze locatie.
80.2. Samenvatting: Bezoekers van de dagopvang zullen als klant bij de
Aldi autobezitters op het parkeerterrein lastigvallen.
Antwoord: Voor de beantwoording van reacties aangaande de ligging ten
opzichte van winkels verwijzen we u naar de paragraaf E VI 'Ligging in/tegen
winkelgebied' van het algemene gedeelte.
Conclusie: Door het bieden van een plaats, een programma en activiteiten
draagt de dagopvang bij aan het tegengaan van overlast in stad en winkelcentra.
Vanwege de kleinschaligheid van de voorziening en de ervaringen op de huidige
locatie gaat het college ervan uit dat de risico's voor de winkels in de
omgeving beperkt zijn. Dat onder de voorwaarde dat in de beheersafspraken met
betrokken partijen duidelijke afspraken worden gemaakt, dat deze adequaat
worden uitgevoerd en door middel van een structureel overleg worden gevolgd.
Daarbij zou de mogelijkheid kunnen worden betrokken om enige tijd na sluiting
van het centrum door middel van een ronde om het centrum na te gaan of de
bezoekers van het centrum de directe omgeving inderdaad verlaten hebben.
80.3.Samenvatting:
Binnenkort zal op de Icarusweg gehandicaptenopvang gevestigd
worden. Het is de vraag of de combinatie met de dagopvang niet te
riskant is.
Antwoord: Het college ziet gezien de geografische afstand tussen
Nijverheidsstraat en Icarusweg geen relatie tussen de beide functies.
Conclusie: Deze inspraak heeft geen invloed op de besluitvorming.
81. - J. Knulst
81.1. Samenvatting: Inspreker maakt bezwaar tegen deze locatie omdat er
in het gebied
zeer weinig sociale controle is maar waar wel een belangrijke fietsroute
vanuit Tanthof naar het centrum loopt.
Antwoord: Voor de beantwoording van uw reactie in algemene zin verwijzen
we u naar paragraaf E IV 'Overlast en beheer'. Om het niet nakomen van
afspraken en slijtage van gemaakte afspraken te voorkomen is van belang dat het
overleg tussen betrokkenen een blijvend karakter krijgt. Daarnaast kan het van
belang zijn omwonenden meer te betrekken bij het werk van het centrum om de
wederzijdse bekendheid te vergroten.
Conclusie: Blijvend overleg is nodig om het niet nakomen van afspraken
tegen te gaan.
81.2. Samenvatting: De locatie betreft een donkere, afgelegen plek langs
het spoor met
slechte verlichting, weinig bebouwing en geen doorgaande weg, behalve
een fietspad. Er hebben zich hier in de afgelopen periode als enige ernstige
incidenten voorgedaan (moord, inval in de loodsen aan de Neringstraat). Er is
ook een gevoel van onveiligheid in de buurt vanwege inbraakgolven, auto
inbraken en vandalisme.
Antwoord: Het lijkt erop dat inspreker zich vergist in de precieze
ligging van de locatie. Deze ligt zeker niet afgelegen. De
veiligheidsproblematiek die inspreker schetst lijkt ons verder weinig verband
te houden met de mogelijke komst van een dagopvang. In ieder geval is het zo
dat in het gebied waar de dagopvang zich nu bevindt de criminaliteitscijfers
niet afwijken van andere gebieden in de stad.
Conclusie: Deze inspraak heeft verder geen invloed op de besluitvorming.
81.3. Samenvatting: Na sluiting van de dagopvang is er overlast te
verwachten vanwege de
ligging dichtbij het station en een groot winkelcentrum in combinatie
met vele flats met
portieken. De flat aan de Papsouwselaan heeft al veel overlast te
verduren door de
voorlopig vaste vestiging van de brandweer.
Antwoord: Voor de beantwoording van uw reactie in algemene zin verwijzen
we u naar paragraaf E IV 'Overlast en beheer'. Om het niet nakomen van
afspraken en slijtage van gemaakte afspraken te voorkomen is van belang dat het
overleg tussen betrokkenen een blijvend karakter krijgt. Daarnaast kan het van
belang zijn omwonenden meer te betrekken bij het werk van het centrum om de
wederzijdse bekendheid te vergroten
Conclusie: Blijvend overleg is nodig om het niet nakomen van afspraken
tegen te gaan.
81.4. Samenvatting: De gemeente Delft zou er, juist in deze tijden, naar
moeten streven elk
gevoel van onveiligheid weg te nemen.
Antwoord: De gemeente is
verantwoordelijk voor maatschappelijke opvang in de regio Delft, Westland en
Oostland, paragaaf EI 'Doel maatschappelijke opvang' gaat hier verder op in.
Van belang is hier ook de constatering dat de dagopvang door het bieden van een
'eigen plek' aan verslaafden en daklozen bijdraagt aan de veiligheid in de
stad. Wij verwijzen u naar paragraaf E V voor overlast- en beheeraspecten van
de locatie.
Conclusie: Omdat de dagopvang een kleinschalige voorziening is en
drugsgebruikers een minderheid van de bezoekers vormen en daarnaast door een
goede inrichting van de locatie en beheer van de omgeving het risico op
overlast en criminaliteit verder beperkt kan worden, kan -in objectieve zin-
een voldoende niveau van veiligheid bereikt worden.
82. - M. Kreuk en A. Veeke
82.1 Samenvatting: De locatie
is nabij het station gelegen met als gevolg dat er rond het
station (woonomgeving van de inspreker) verloedering plaats zal vinden.
Antwoord: De Nijverheidsstraat ligt op ruime afstand van het open gebied
van het station. De kans dat mensen vanaf het stationsplein het dienstencentrum
als ontmoetingsplek zullen gaan gebruiken of zelfs uit andere steden op het
dienstencentrum zullen afkomen achten wij mede daarom klein. Indien een dergelijke
ontwikkeling zich wel voordoet kan die door middel van bijvoorbeeld een
inschrijf- of pasjessysteem worden gestopt. Wij verwijzen u naar paragraaf E V
voor overlast- en beheeraspecten van de locatie.
Conclusie: Omdat de dagopvang een kleinschalige voorziening is en
drugsgebruikers een minderheid van de bezoekers vormen en daarnaast door een
goede inrichting van de locatie en beheer van de omgeving het risico op
overlast en criminaliteit verder beperkt kan worden, kan -in objectieve zin-
een voldoende niveau van veiligheid bereikt worden. Dat neemt niet weg dat het
belangrijk is structureel overleg te hebben tussen gemeente, politie, de
dagopvang, omwonenden en ondernemers. Dat overleg moet leiden tot een
beheerplan en regelmatige evaluatie van de gang van zaken.
82.2 Samenvatting: De
dagopvang zorgt voor een onveilig gevoel voor bewoners in de
buurt. De waarde van woningen in de buurt zal dalen.
Antwoord: Voor beantwoording van uw reacties verwijzen wij u naar de
paragraaf E IV 'Overlast en beheer' en
paragraaf E X 'Schadeclaims'.
Conclusie: Omdat de dagopvang een kleinschalige voorziening is, en
drugsgebruikers een minderheid van de bezoekers vormen en daarnaast door een
goede inrichting van de locatie en beheer van de omgeving het risico op
overlast en criminaliteit verder beperkt kan worden, kan -in objectieve zin-
een voldoende niveau van veiligheid bereikt worden. Dat neemt niet weg dat het
belangrijk is structureel overleg te hebben tussen gemeente, politie, de
dagopvang, omwonenden en ondernemers. Dat overleg moet leiden tot een
beheerplan en regelmatige evaluatie van de gang van zaken. Daarbij horen ook
een serieus sanctiebeleid van de dagopvang en afspraken over een snelle reactie
van de hulpdiensten bij incidenten. Op deze wijze kan het beperkte risico
worden verkleind, moet ook het vertrouwen ontstaan dat wangedrag wordt
aangepakt, waardoor uiteindelijk het gevoel van onveiligheid vermindert.
Bij de wijziging van het bestemmingsplan kunnen belanghebbenden
verzoeken om planschadevergoeding.
82.3 Samenvatting: Er zou een
alternatieve locatie gezocht kunnen worden die niet nabij het
station of een woonwijk gelegen is (bedrijventerrein Oostpoortweg,
Ruyven, Schieweg
Delft-Zuid).
Antwoord: De genoemde locaties zijn aangedragen als alternatieve locatie
voor de dagopvang. In de nabijheid van Oostpoortweg is de locatie Staalterrein
meegenomen in de tweede inspraakronde. De locaties Ruyven en Schieweg liggen
ruimschoots buiten het zoekgebied van een straal van 1 km vanaf de Markt. Voor
de dagopvang is situering in of nabij de binnenstad essentieel voor het
bereiken van de doelgroep. Op het afstandscriterium zijn beide locaties
afgevallen. Paragraaf E IX 'Afstand tot binnenstad' gaat hier verder op in.
Conclusie: Het college blijft van mening dat de locatie in of nabij de
binnenstad gelegen moet zijn.
83. - Dhr. de Leeuw
83.1. Samenvatting: Deze
locatie is geen reële optie omdat de LPG-benzinepomp het tot
een risico locatie maakt voor daklozen en verslaafden.
Antwoord: Om deze functie te kunnen huisvesten, zal een
bestemmingsplanprocedure gevolgd moeten worden. Daarnaast kan de dagopvang op
deze locatie pas starten wanneer de milieucirkel van 80 meter, die van
toepassing is op het gebied rondom het LPG-vulpunt, is opgeheven en het vulpunt
ter plekke dus niet meer functioneert. Naar verwachting zal het vulpunt op het
moment dat de dagopvang ter plekke kan gaan draaien gesloten zijn.
Conclusie: Deze inspraak heeft geen invloed op de besluitvorming.
83.2. Samenvatting:
Verslaafden zullen om aan geld te komen inbraken willen plegen. Ook zijn de
winkels en een parkeerplaats te dichtbij gevestigd. Eventuele schade ontstaan
door inbraken kan op de gemeente Delft verhaald worden.
Antwoord: Voor beantwoording van uw reactie verwijzen wij u naar de
paragraaf E IV 'Overlast en beheer'. Van belang is hierbij te onderstrepen dat
rond de huidige locatie de criminaliteitscijfers vergelijkbaar zijn met andere
gebieden in de stad.
Conclusie: Onze conclusie op het gebied van veiligheid is dat, gezien de
omvang en de aard van de groep die het dienstencentrum bezoekt, de aanpak rond
de buitenruimte en de toegangssluis en de ervaringen van de laatste jaren de
risico's beperkt zijn. Dat neemt niet weg dat het belangrijk is structureel
overleg te hebben tussen gemeente, politie, de dagopvang, omwonenden en
ondernemers. Dat overleg moet leiden tot een beheerplan en regelmatige
evaluatie van de gang van zaken. Daarbij horen ook een serieus sanctiebeleid
van de dagopvang en afspraken over een snelle reactie van de hulpdiensten bij
incidenten. Op deze wijze kan het beperkte risico worden verkleind en kan het
vertrouwen ontstaan dat wangedrag effectief wordt aangepakt. Dit zal bijdragen
aan de vermindering van het gevoel van onveiligheid.
83.3. Samenvatting: Met de
aanwezigheid van een kinderspeelplaats naast de opvang
voor verslaafden en daklozen wordt een onverantwoord risico gelopen. Het
eventuele
besluit kan door de bestuursrechter ontbonden worden vanwege het
maatschappelijk
belang.
Antwoord: Voor de beantwoording van uw reactie verwijzen we u naar de
paragraaf E VII 'Ligging naast kinderspeelplaats' van het algemene
gedeelte.
Conclusie: Het is zeker niet de bedoeling van het college om spelende
kinderen stelselmatig met de bezoekers van het centrum in contact te laten
komen. Voor het college betekent dit echter niet dat de Nijverheidsstraat
afvalt als mogelijke locatie. Wanneer niet een bevredigende situatie kan worden
bereikt met én de speelplek én de dagopvang zal voor de speelplek - in overleg met
betrokkenen - een andere oplossing gevonden moeten worden.
84. - A.C. Link Spindler
84.1. Samenvatting: Inspreker
is voorstander voor deze locatie (zonder toelichting).
Antwoord/conclusie: Het college heeft kennisgenomen van deze reactie.
85. - S. Löwik-Stalenhoef
85.1. Samenvatting: Inspreker
onderschrijft de gekozen toetsingscriteria maar maakt
bezwaar tegen de manier waarop de criteria worden toegepast op deze
locatie. In
plaats van hemelsbreed te kijken zoals bij de cirkels van 500 meter en 1
kilometer
zou hier de looproute gemeten moeten worden, waarbij rekening gehouden
wordt met
de locatie van de Methadonverstrekking aan het Noordeinde.
Antwoord: Voor de beantwoording van uw reactie verwijzen we u naar de
paragraaf E V 'Afstand tot de binnenstad' van het algemene gedeelte.
Conclusie: Door zowel de gemeenteraad als insprekers is uitgesproken dat
een geschikte locatie 'niet op een meter hoeft af te kaatsen'. Dat is de reden
dat het college die locaties die aan de rand van de kilometerzone gelegen zijn,
meegenomen heeft in de toetsing. Deze redenering is van toepassing op de
locatie Nijverheidsstraat. In het toetsingsdocument is aangegeven dat de
locatie Nijverheidsstraat net buiten de 1km-grens ligt.
Het college beschouwt ligging buiten de 1km-zone als een zwak punt van
deze locatie.
85.2. Samenvatting: Vanwege
het risico van de aanzuigende werking zal het criterium van de nabijheid van
het station zwaar moeten meewegen in het eindoordeel. Het
Dienstencentrum Over de Brug verwacht niet alleen onbeheersbare
aantallen maar
ook een qua aard onbeheersbare groep verslaafden en daklozen. Ook hier
is de
daadwerkelijke loopafstand vanaf het station van belang waarbij men niet
alleen 'het
open gebied' in de afweging mee moet nemen maar een breder gebied. Ook
de bouw
van de spoortunnel moet meegewogen worden waardoor de ligging van het
station
zal veranderen.
Antwoord: De Nijverheidsstraat ligt op ruime afstand van het open gebied
van het station. De kans dat mensen vanaf het stationsplein het dienstencentrum
als ontmoetingsplek zullen gaan gebruiken of zelfs uit andere steden op het
dienstencentrum zullen afkomen achten wij mede daarom klein. Indien een
dergelijke ontwikkeling zich wel voordoet kan die door middel van bijvoorbeeld
een inschrijf- of pasjessysteem worden gestopt. Voor het aspect Spoortunnel van
uw inspraakreactie verwijzen wij u naar de paragraaf VIII 'Ligging ten opzichte
van het station.
Conclusie: Deze inspraak heeft geen invloed op de besluitvorming. De
dagopvang is goed inpasbaar in de plannen van het spoorzone gebied
85.3. Samenvatting: Ligging
buiten uitsluitend woongebied. De gemeente wil het ontstaan van hangplekken
voorkomen door de locatie te voorzien van een afgesloten
buitenruimte waardoor men ook overlast voor de omgeving wil beperken.
Indien de
gemeente daarvan overtuigd is, waarom is dit criterium dan überhaupt
opgenomen? Inspreker maakt bezwaar tegen de beoordeling van de gemeente dat
deze locatie aan dit criterium voldoet aangezien de doelgroep zich niet tot de voorkant
van het gebouw zal beperken ook omdat er zich in de achterliggende woonwijk
mogelijke hangplekken bevinden.
Antwoord: De locatie Nijverheidsstraat bevindt zich in een gevarieerd
gebied met diverse functies, zoals een winkelfunctie. Daarnaast vinden er veel
verkeersbewegingen in de omgeving plaats. Dat leidt ertoe dat zich -zeker rond
en onder de openingstijden van het centrum voldoende sociale controle in het
gebied is. Om het in de buurt blijven hangen na sluitingstijd te voorkomen kan
in het beheerplan worden opgenomen dat op dat moment een ronde om het centrum
gemaakt wordt om na te gaan of bezoekers de omgeving inderdaad verlaten hebben.
Conclusie: De locatie voldoet aan het criterium dat het in een niet
uitsluitend woongebied gelegen is.
85.4. Samenvatting: Wordt er
in de financiële raming rekening gehouden met de
vergoedingen van planschade van de procedures die zullen volgen?
Antwoord: Nee. Gezien de inmiddels gegroeide jurisprudentie en de
betrekkelijk kleine schaal van het centrum verwacht het college geen
omvangrijke toekenning van planschadeclaims. Overigens zou het ramen van een
bedrag bij alle locaties aan de orde zijn en zodoende ook geen bijdrage leveren
aan de onderlinge vergelijking van locaties.
Conclusie: Het betreft hier een informatieve vraag.
85.5. Samenvatting: Inspreker
heeft voor deze wijk gekozen vanwege de
kindvriendelijkheid. Het streven naar een dagopvang zonder overlast voor
de woonomgeving is heel mooi maar heeft zichzelf nog niet in de praktijk
bewezen. Het gebrek aan totaalvisie vanuit de gemeente en de ervaringen vanuit
andere gemeenten geven weinig vertrouwen in een succesvolle afloop. Men moet
niet experimenteren als er kinderen in het geding zijn. De enige aanvaardbare
locatie voor dit experiment is een afgelegen bedrijfsterrein.
Antwoord: Over de aspecten overlast en beheer verwijzen wij u naar de
paragraaf E IV 'Overlast en beheer' van het algemene gedeelte. Over kwetsbare
doelgroepen en een dagopvang kan het volgende gezegd worden. Omdat de buitenruimte
binnen het complex wordt gerealiseerd is datgene wat van het centrum gezien zal
kunnen worden het komen en gaan van bezoekers. Het is ook mogelijk dat
bezoekers van het centrum de looproute van bewoners kruisen. Dat zijn zaken die
het college niet als hinderlijk beschouwt.
Het blijft echter denkbaar dat bezoekers van het centrum (rond
sluitingstijd) rondhangen in de omgeving en zich daar hinderlijk kunnen
gedragen. Hier zullen afspraken over moeten worden gemaakt. Dat houdt in dat
voor de bezoekers van het centrum de regel moet gelden dat rondhangen in de
omgeving van het centrum niet is toegestaan, hier kan dagelijks op
gesurveilleerd worden. Op overtreding zullen sancties staan (bijvoorbeeld het
ontzeggen van de toegang tot het centrum, het niet kunnen beschikken over een
postadres bij het centrum of het niet kunnen verkrijgen van een pasje voor de
nachtopvang). Geregeld moet worden dat signalen van omwonenden en
belanghebbenden direct worden opgepakt door medewerkers van het centrum, dan
wel de politie. In het overleg tussen centrum, buurt, politie en gemeente
zullen de regels voorbereid worden en kan de gang van zaken regelmatig
besproken worden.
Conclusie: Gezien het voorgaande ziet het college geen bijzondere
risico's van de komst van een dagopvangcentrum in relatie tot bepaalde groepen
bewoners in de omgeving van de Nijverheidsstraat.
86. - E. van der Maat
86.1. Samenvatting: De locatie
heeft een aanzuigende werking op het stationsgebied.
Antwoord: De Nijverheidsstraat ligt op ruime afstand van het open gebied
van het station. De kans dat mensen vanaf het stationsplein het dienstencentrum
als ontmoetingsplek zullen gaan gebruiken of zelfs uit andere steden op het
dienstencentrum zullen afkomen achten wij mede daarom klein. Indien een
dergelijke ontwikkeling zich wel voordoet kan die door middel van bijvoorbeeld
een inschrijf- of pasjessysteem worden gestopt.
Conclusie: Deze inspraak heeft geen invloed op de besluitvorming.
86.2. Samenvatting: De locatie is te dichtbij de
Aldi gelegen, waar goedkoop bier wordt
verkocht. De daklozen
zullen daar 's ochtends voor de deur gaan hangen.
Antwoord: De reactie veronderstelt dat door de komst van de dagopvang in
de nabijheid van de Aldi overlast op straat als gevolg van het gebruik van
alcohol op straat dan wel overlast op straat als gevolg van alcoholgebruik in het centrum kunnen ontstaan. Dit is
zeker een punt van aandacht. In het intern beheerregime van het centrum zal aan
het meenemen van alcohol en het gebruik van alcohol in het centrum nadrukkelijk
aandacht worden besteed. Dat geldt ook voor de beheerafspraken voor de omgeving
van het centrum. Zo geldt voor de omgeving van de huidige dagopvang een verbod
op het gebruik van alcohol op straat gebaseerd op de algemene plaatselijke
verordening (APV).
Conclusie: Dit punt wordt betrokken in de beheerafspraken.
86.3. Samenvatting: De kinderspeelplaats pal naast de locatie is
recentelijk aangelegd.
ouders zullen hun kinderen hier niet laten spelen. In dat geval is
sprake van
geldverspilling.
Antwoord: Voor de beantwoording van uw reactie verwijzen we u naar de
paragraaf E VII 'Ligging naast kinderspeelplaats' van het algemene
gedeelte.
Conclusie: Het is zeker niet de bedoeling van het college om spelende
kinderen stelselmatig met de bezoekers van het centrum in contact te laten
komen. Voor het college betekent dit echter niet dat de Nijverheidsstraat
afvalt als mogelijke locatie. Wanneer niet een bevredigende situatie kan worden
bereikt met én de speelplek én de dagopvang zal voor de speelplek - in overleg
met betrokkenen - een andere oplossing gevonden moeten worden.
86.4 Samenvatting: De vestiging van een dagopvang zal leiden tot een
waardedaling van
De koopwoningen in de buurt.
Antwoord: Voor beantwoording van uw reacties verwijzen wij u naar de
paragraaf E IV 'Overlast en beheer' en
paragraaf E X 'Schadeclaims'.
Conclusie: Omdat de dagopvang een kleinschalige voorziening is, en
drugsgebruikers een minderheid van de bezoekers vormen en daarnaast door een
goede inrichting van de locatie en beheer van de omgeving het risico op
overlast en criminaliteit verder beperkt kan worden, kan -in objectieve zin-
een voldoende niveau van veiligheid bereikt worden. Dat neemt niet weg dat het
belangrijk is structureel overleg te hebben tussen gemeente, politie, de
dagopvang, omwonenden en ondernemers. Dat overleg moet leiden tot een
beheerplan en regelmatige evaluatie van de gang van zaken. Daarbij horen ook
een serieus sanctiebeleid van de dagopvang en afspraken over een snelle reactie
van de hulpdiensten bij incidenten. Op deze wijze kan het beperkte risico
worden verkleind, moet ook het vertrouwen ontstaan dat wangedrag wordt
aangepakt, waardoor uiteindelijk het gevoel van onveiligheid vermindert.
Bij de wijziging van het bestemmingsplan kunnen belanghebbenden
verzoeken om planschadevergoeding.
87. Melior Makelaardij / Financieel Zeker (J.B. Ridder)
87.1. Samenvatting: Inspreker
maakt bezwaar tegen deze locatie omdat de vestiging van de
dagopvang op 10 meter afstand grote gevolgen zal hebben voor de uitstraling
van het
bedrijf. Er zullen vernielingen optreden en mensen zullen de locatie
gaan mijden
waardoor omzetverlies zal optreden. Door een eventuele noodzakelijke
verhuizing vanwege een negatieve uitstraling zal de huidige eigenaar van het
pand de huurprijs moeten verlagen om een nieuwe huurder te kunnen vinden. Dit
is ook voor hem een verlies.
Antwoord: Voor de beantwoording van reacties aangaande de ligging ten
opzichte van winkels verwijzen we u naar de paragraaf E VI 'Ligging in/tegen
winkelgebied' en paragraaf E X
'Schadeclaims' van het algemene gedeelte.
Conclusie: Door het bieden van een plaats, een programma en activiteiten
draagt de dagopvang bij aan het tegengaan van overlast in stad en winkelcentra.
Vanwege de kleinschaligheid van de voorziening en de ervaringen op de huidige
locatie gaat het college ervan uit dat de risico's voor de winkels in de
omgeving beperkt zijn. Dat onder de voorwaarde dat in de beheersafspraken met
betrokken partijen duidelijke afspraken worden gemaakt, dat deze adequaat
worden uitgevoerd en door middel van een structureel overleg worden gevolgd.
Daarbij zou de mogelijkheid kunnen worden betrokken om enige tijd na sluiting
van het centrum door middel van een ronde om het centrum na te gaan of de
bezoekers van het centrum de directe omgeving inderdaad verlaten hebben.
Bij de wijziging van het bestemmingsplan kunnen belanghebbenden
verzoeken om planschadevergoeding.
87.2. Samenvatting: De waarde
van de woningen zal dalen met 10% vanwege de vestiging
van de dagopvang en daardoor ook voor de bewoners een grote financiële
impact hebben.
Antwoord: Voor beantwoording van uw reacties verwijzen wij u naar de
paragraaf E IV 'Overlast en beheer' en
paragraaf E X 'Schadeclaims'.
Conclusie: Omdat de dagopvang een kleinschalige voorziening is, en
drugsgebruikers een minderheid van de bezoekers vormen en daarnaast door een
goede inrichting van de locatie en beheer van de omgeving het risico op
overlast en criminaliteit verder beperkt kan worden, kan -in objectieve zin-
een voldoende niveau van veiligheid bereikt worden. Dat neemt niet weg dat het
belangrijk is structureel overleg te hebben tussen gemeente, politie, de
dagopvang, omwonenden en ondernemers. Dat overleg moet leiden tot een
beheerplan en regelmatige evaluatie van de gang van zaken. Daarbij horen ook
een serieus sanctiebeleid van de dagopvang en afspraken over een snelle reactie
van de hulpdiensten bij incidenten. Op deze wijze kan het beperkte risico
worden verkleind, moet ook het vertrouwen ontstaan dat wangedrag wordt
aangepakt, waardoor uiteindelijk het gevoel van onveiligheid vermindert.
Bij de wijziging van het bestemmingsplan kunnen belanghebbenden
verzoeken om planschadevergoeding.
88. - J.G. Mul
88.1. Samenvatting: Inspreker maakt bezwaar tegen deze locatie omdat ze
te dichtbij
station Delft Centraal is gelegen.
Antwoord: Voor de beantwoording van uw reactie verwijzen we u naar de
paragraaf E V
'Afstand tot de binnenstad' van het algemene gedeelte.
Conclusie: Door zowel de gemeenteraad als insprekers is uitgesproken dat
een
geschikte locatie 'niet op een meter hoeft af te kaatsen'. Dat is de
reden dat het college
die locaties die aan de rand van de kilometerzone gelegen zijn,
meegenomen heeft in
de toetsing. Deze redenering is van toepassing op de locatie Nijverheidsstraat.
In het
toetsingsdocument is aangegeven dat de locatie Nijverheidsstraat net
buiten de 1km-
grens ligt.
Het college beschouwt ligging buiten de 1km-zone als een zwak punt van
deze locatie.
88.2. Samenvatting: De locatie is zeer dichtbij de drukke tram/bushalte
aan de
Westlandseweg/Krakeelpolderweg.
Antwoord: De politie constateert dat er verkeer is van verslaafden uit
omliggende steden naar Delft, maar geeft aan dat dat verkeer zich vooral richt
op het verkrijgen van middelen om in de verslaving te kunnen voorzien. Deze
mensen reizen in het algemeen dezelfde dag terug naar de plaats van herkomst.
Deze groep is niet of nauwelijks bezoeker van de dagopvang.
De dagopvang is bedoeld voor bezoekers uit de regio Delft, Westland en
Oostland. Indien er een toeloop is van bezoekers van buiten deze regio, valt te
denken aan de invoering van een pasjessysteem. Bezoekers van buiten het
DWO-gebied komen hiervoor niet in aanmerking.
Conclusie: Inspraak heeft geen invloed op besluitvorming.
88.3. Samenvatting: De locatie
is pal naast de kleinschalige kinderspeelplaats gelegen.
Antwoord: Voor de beantwoording van uw reactie verwijzen we u naar de
paragraaf E VII 'Ligging naast kinderspeelplaats' van het algemene
gedeelte.
Conclusie: Het is zeker niet de bedoeling van het college om spelende
kinderen stelselmatig met de bezoekers van het centrum in contact te laten
komen. Voor het college betekent dit echter niet dat de Nijverheidsstraat
afvalt als mogelijke locatie. Wanneer niet een bevredigende situatie kan worden
bereikt met én de speelplek én de dagopvang zal voor de speelplek - in overleg
met betrokkenen - een andere oplossing gevonden moeten worden.
88.4. Samenvatting: De locatie
is dichtbij het overdekte winkelcentrum "In den Hoven"
gelegen.
Antwoord: Voor de beantwoording van reacties aangaande de ligging ten
opzichte van winkels verwijzen we u naar de paragraaf E VI 'Ligging in/tegen
winkelgebied' van het algemene gedeelte.
Conclusie: Door het bieden van een plaats, een programma en activiteiten
draagt de dagopvang bij aan het tegengaan van overlast in stad en winkelcentra.
Vanwege de kleinschaligheid van de voorziening en de ervaringen op de huidige
locatie gaat het college ervan uit dat de risico's voor de winkels in de
omgeving beperkt zijn. Dat onder de voorwaarde dat in de beheersafspraken met
betrokken partijen duidelijke afspraken worden gemaakt, dat deze adequaat
worden uitgevoerd en door middel van een structureel overleg worden gevolgd.
Daarbij zou de mogelijkheid kunnen worden betrokken om enige tijd na sluiting
van het centrum door middel van een ronde om het centrum na te gaan of de
bezoekers van het centrum de directe omgeving inderdaad verlaten hebben.
89. - J. Nieuwstraten.
89.1. Samenvatting: Direct naast de locatie is een kinderspeelplaats
gevestigd. De verplaatsing hiervan is niet mogelijk omdat er geen andere
geschikte locatie is. Het kan toch niet de bedoeling zijn naast de
kinderspeelplaats een dagopvang voor daklozen en verslaafden te vestigen?
Antwoord: Voor de beantwoording van uw reactie verwijzen we u naar de
paragraaf E VII 'Ligging naast kinderspeelplaats' van het algemene
gedeelte.
Conclusie: Het is zeker niet de bedoeling van het college om spelende
kinderen stelselmatig met de bezoekers van het centrum in contact te laten
komen. Voor het college betekent dit echter niet dat de Nijverheidsstraat
afvalt als mogelijke locatie. Wanneer niet een bevredigende situatie kan worden
bereikt met én de speelplek én de dagopvang zal voor de speelplek - in overleg
met betrokkenen - een andere oplossing gevonden moeten worden.
89.2. Samenvatting: Er is al weinig rust in de woonomgeving vanwege de
aanwezigheid van het politiebureau, de brandweer en de ambulancedienst aan de
Hooikade (die op weg naar het ziekenhuis over de Westlandseweg rijdt). Ook
trekt de discotheek op de Krakeelpolderweg al criminaliteit aan, is er
bedrijvigheid rond de winkels en is de DEKO met het LPG-afvalpunt aanwezig.
Antwoord: Het gebied kent een fors aantal verschillende functies, zowel
kijkend naar de directe als de iets verder weg gelegen omgeving van de beoogde
locatie. Het totale gebied vervult mede een centrumfunctie voor de gehele stad.
Dat brengt bedrijvigheid en verkeer met zich mee. In zijn algemeenheid wil het
college dat niet als overlast typeren. Overlast is wat mensen hindert bij het
normaal functioneren in een dergelijk gebied.
Ons is bekend dat de discotheek voor overlast zorgt. Andere
overlastgevende functies zijn ons niet bekend. Gezien het grote verschil in de
openingstijden en de verkeersbarrière tussen locatie dagopvang en discotheek
zien wij geen relatie tussen de functies.
Het college is van mening dat de buurt, afgezien van incidenten, er
redelijk bijstaat. Naar ons oordeel is er zeker geen sprake van verloedering of
verwaarlozing.
In de veiligheidsscan die van de omgeving van de mogelijke locatie wordt
gemaakt worden de risico's op het gebied van overlast en veiligheid nader
beschreven.
Conclusie: Deze inspraak heeft geen invloed op de besluitvorming.
89.3. Samenvatting: Doordat er op de locatie van de dagopvang geen drugs
e.d. gebruikt mogen worden zal het trappenhuis aan de zijde van het complex van
de inspreker de eerste beschutte locatie zijn waar dat wel kan maar waar dat
niet gewenst is. Indien de dagopvang op deze locatie gevestigd zal worden zal
de inspreker er voor pleiten dat de kosten van het afsluiten van het
trappenhuis verhaald worden op de gemeente.
Antwoord: Voor beantwoording van uw reactie verwijzen wij u naar de
paragraaf E IV 'Overlast en beheer' en
paragraaf E X 'Schadeclaims'. Omdat de dagopvang een kleinschalige voorziening
is, en drugsgebruikers een minderheid van de bezoekers vormen en daarnaast door
een goede inrichting van de locatie en beheer van de omgeving het risico op
overlast en criminaliteit verder beperkt kan worden, kan -in objectieve zin-
een voldoende niveau van veiligheid bereikt worden. Dat neemt niet weg dat het
belangrijk is structureel overleg te hebben tussen gemeente, politie, de
dagopvang, omwonenden en ondernemers. Dat overleg moet leiden tot een
beheerplan en regelmatige evaluatie van de gang van zaken. Daarbij horen ook
een serieus sanctiebeleid van de dagopvang en afspraken over een snelle reactie
van de hulpdiensten bij incidenten. Het college is niet overtuigd van de
noodzaak tot verschillende fysieke ingrepen. Tegelijkertijd willen wij niet
uitsluiten dat dergelijke ingrepen ook wel eens nodig kunnen zijn.
Conclusie: Bij de wijziging van het bestemmingsplan kunnen
belanghebbenden verzoeken om planschadevergoeding.
De gestelde vragen zullen voor het merendeel in het beheerplan dan wel
bij het monitoren van een lopend beheerplan aan de orde kunnen komen. Omdat
vergelijkbare vragen ook bij andere locaties aan de orde zijn, leidt dit punt
nu niet tot een onderscheidend aspect bij de afweging tussen locaties.
90. - J. Nieuwstraten-Stutz
90.1. Samenvatting: Inspreker
maakt bezwaar tegen deze locatie omdat de aanzuigende
werking van zowel deze locatie als die op de Hooikade op de regio wordt
onderschat.
Het treinstation van Delft heeft een directe verbinding met de locatie
via het Lokomotiefpad op het voetpad naast het spoor over de Prinses
Irenetunnel.
Antwoord: De Nijverheidsstraat ligt op ruime afstand van het open gebied
van het station. De kans dat mensen vanaf het stationsplein het dienstencentrum
als ontmoetingsplek zullen gaan gebruiken of zelfs uit andere steden op het
dienstencentrum zullen afkomen achten wij mede daarom klein. Indien een
dergelijke ontwikkeling zich wel voordoet kan die door middel van bijvoorbeeld
een inschrijf- of pasjessysteem worden gestopt.
Conclusie: Deze inspraak heeft geen invloed op de besluitvorming.
90.2. Samenvatting: Vanwege het
besluit m.b.t. het bouwen van de Spoortunnel wordt de
bereikbaarheid van de dagopvang via het station nog eenvoudiger. Dit
betekent dat
het bestemmingsplan gewijzigd zal worden rondom het spoor. Mede door
deze
ontwikkelingen is het geen goed idee om een dagopvang te bouwen en
daarna weer
af te breken.
Antwoord: Voor een antwoord op uw reactie verwijzen wij u naar de paragraaf
E VIII Ligging ten opzichte van station/Ontwikkeling Spoorzone van het algemene
gedeelte.
Conclusie: De dagopvang is goed inpasbaar in de plannen van het
spoorzonegebied.
90.3. Samenvatting: Direct
naast de locatie is een kinderspeelplaats gevestigd. De
verplaatsing hiervan is niet mogelijk omdat er geen andere geschikte
locatie is. Het
kan toch niet de bedoeling zijn naast de kinderspeelplaats een dagopvang
voor
daklozen en verslaafden te vestigen?
Antwoord: Voor de beantwoording van uw reactie verwijzen we u naar de
paragraaf E VII 'Ligging naast kinderspeelplaats' van het algemene
gedeelte.
Conclusie: Het is zeker niet de bedoeling van het college om spelende
kinderen stelselmatig met de bezoekers van het centrum in contact te laten
komen. Voor het college betekent dit echter niet dat de Nijverheidsstraat
afvalt als mogelijke locatie. Wanneer niet een bevredigende situatie kan worden
bereikt met én de speelplek én de dagopvang zal voor de speelplek - in overleg
met betrokkenen - een andere oplossing gevonden moeten worden.
90.4. Samenvatting: Er is al
weinig rust in de woonomgeving vanwege de aanwezigheid van
het politiebureau, de brandweer en de ambulancedienst aan de Hooikade
(die op weg
naar het ziekenhuis over de Westlandseweg rijdt). Ook trekt de
discotheek op de
Krakeelpolderweg al criminaliteit aan, is er bedrijvigheid rond de
winkels en is de
DEKO met het LPG-afvalpunt aanwezig.
Antwoord: Het gebied kent een fors aantal verschillende functies, zowel
kijkend naar de directe als de iets verder weg gelegen omgeving van de beoogde
locatie. Het totale gebied vervult mede een centrumfunctie voor de gehele stad.
Dat brengt bedrijvigheid en verkeer met zich mee. In zijn algemeenheid wil het
college dat niet als overlast typeren. Overlast is wat mensen hindert bij het
normaal functioneren in een dergelijk gebied.
Ons is bekend dat de discotheek voor overlast zorgt. Andere
overlastgevende functies zijn ons niet bekend. Gezien het grote verschil in de
openingstijden en de verkeersbarrière tussen locatie dagopvang en discotheek
zien wij geen relatie tussen de functies.
Het college is van mening dat de buurt, afgezien van incidenten, er
redelijk bijstaat. Naar ons oordeel is er zeker geen sprake van verloedering of
verwaarlozing.
In de veiligheidsscan die van de omgeving van de mogelijke locatie wordt
gemaakt worden de risico's op het gebied van overlast en veiligheid nader
beschreven.
Conclusie: Deze inspraak heeft geen invloed op de besluitvorming.
90.5. Samenvatting: Doordat er
op de locatie van de dagopvang geen drugs e.d. gebruikt
mogen worden zal het trappenhuis aan de zijde van het complex van de
inspreker de
eerste beschutte locatie zijn waar dat wel kan maar waar dat niet
gewenst is. Indien de dagopvang op deze locatie gevestigd zal worden zal de
inspreker er voor pleiten dat de kosten van het afsluiten van het
trappenhuis verhaald
worden op de gemeente.
Antwoord: Voor beantwoording van uw reactie verwijzen wij u naar de
paragraaf E IV 'Overlast en beheer' en
paragraaf E X 'Schadeclaims'. Omdat de dagopvang een kleinschalige voorziening
is, en drugsgebruikers een minderheid van de bezoekers vormen en daarnaast door
een goede inrichting van de locatie en beheer van de omgeving het risico op
overlast en criminaliteit verder beperkt kan worden, kan -in objectieve zin-
een voldoende niveau van veiligheid bereikt worden. Dat neemt niet weg dat het
belangrijk is structureel overleg te hebben tussen gemeente, politie, de
dagopvang, omwonenden en ondernemers. Dat overleg moet leiden tot een beheerplan
en regelmatige evaluatie van de gang van zaken. Daarbij horen ook een serieus
sanctiebeleid van de dagopvang en afspraken over een snelle reactie van de
hulpdiensten bij incidenten. Het college is niet overtuigd van de noodzaak tot
verschillende fysieke ingrepen. Tegelijkertijd willen wij niet uitsluiten dat
dergelijke ingrepen ook wel eens nodig kunnen zijn.
Conclusie: Bij de wijziging van het bestemmingsplan kunnen
belanghebbenden verzoeken om planschadevergoeding.
De gestelde vragen zullen voor het merendeel in het beheerplan dan wel
bij het monitoren van een lopend beheerplan aan de orde kunnen komen. Omdat
vergelijkbare vragen ook bij andere locaties aan de orde zijn, leidt dit punt
nu niet tot een onderscheidend aspect bij de afweging tussen locaties.
91. - Ondernemersvereniging Voorhof Noord (A. Valkenburg, Secretaris)
Namens de Ondernemersvereniging Voorhof Noord tekent de inspreker
bezwaar aan tegen deze locatie.
91.1. Samenvatting: Er zal een
gevoel van onveiligheid ontstaan onder bewoners, bedrijven
en hun medewerkers en klanten. Dit is nu ook al het geval, gezien het
grote aantal
inbraken. Deze situatie zal verergeren.
Antwoord: Voor beantwoording van uw reactie verwijzen wij u naar de
paragraaf E IV 'Overlast en beheer'. Van belang is hierbij te onderstrepen dat
rond de huidige locatie de criminaliteitscijfers vergelijkbaar zijn met andere
gebieden in de stad.
Conclusie: Onze conclusie op het gebied van veiligheid is dat, gezien de
omvang en de aard van de groep die het dienstencentrum bezoekt, de aanpak rond
de buitenruimte en de toegangssluis en de ervaringen van de laatste jaren de
risico's beperkt zijn. Dat neemt niet weg dat het belangrijk is structureel
overleg te hebben tussen gemeente, politie, de dagopvang, omwonenden en
ondernemers. Dat overleg moet leiden tot een beheerplan en regelmatige
evaluatie van de gang van zaken. Daarbij horen ook een serieus sanctiebeleid
van de dagopvang en afspraken over een snelle reactie van de hulpdiensten bij
incidenten. Op deze wijze kan het beperkte risico worden verkleind en kan het
vertrouwen ontstaan dat wangedrag effectief wordt aangepakt. Dit zal bijdragen
aan de vermindering van het gevoel van onveiligheid.
91.2. Samenvatting: De status
van het winkelgebied in den Hoven zal achteruitgaan
waardoor de klandizie sterk zal afnemen.
Antwoord: Voor de beantwoording van reacties aangaande de ligging ten
opzichte van winkels verwijzen we u naar de paragraaf E VI 'Ligging in/tegen
winkelgebied' van het algemene gedeelte.
Conclusie: Door het bieden van een plaats, een programma en activiteiten
draagt de dagopvang bij aan het tegengaan van overlast in stad en winkelcentra.
Vanwege de kleinschaligheid van de voorziening en de ervaringen op de huidige
locatie gaat het college ervan uit dat de risico's voor de winkels in de
omgeving beperkt zijn. Dat onder de voorwaarde dat in de beheersafspraken met
betrokken partijen duidelijke afspraken worden gemaakt, dat deze adequaat
worden uitgevoerd en door middel van een structureel overleg worden gevolgd. Daarbij
zou de mogelijkheid kunnen worden betrokken om enige tijd na sluiting van het
centrum door middel van een ronde om het centrum na te gaan of de bezoekers van
het centrum de directe omgeving inderdaad verlaten hebben.
91.3. Samenvatting: De nabijheid
van het centraal station zal een grote aantrekkingskracht
op daklozen uit andere steden binnen en buiten de Randstad hebben. Zij
hebben
geen binding met de stad en/of buurt waardoor de kans op ongeregeldheden
nog
groter is.
Antwoord: De Nijverheidsstraat ligt op ruime afstand van het open gebied
van het station. De kans dat mensen vanaf het stationsplein het dienstencentrum
als ontmoetingsplek zullen gaan gebruiken of zelfs uit andere steden op het
dienstencentrum zullen afkomen achten wij mede daarom klein. Indien een
dergelijke ontwikkeling zich wel voordoet kan die door middel van bijvoorbeeld
een inschrijf- of pasjessysteem worden gestopt.
Conclusie: Deze inspraak heeft geen invloed op de besluitvorming.
92. - P. van Opzeeland
92.1. Samenvatting: Dit is geen goede locatie omdat er veel overlast zal
zijn voor bewoners
vanwege de aanloop vanaf het station.
Antwoord: Voor de beantwoording van uw reactie over de looproute
verwijzen we u naar de paragraaf E V 'Looproute' van het algemene gedeelte.
Voor beantwoording van uw reactie verwijzen wij u naar de paragraaf E IV
'Overlast en beheer'. Van belang is hierbij te onderstrepen dat rond de huidige
locatie de criminaliteitscijfers vergelijkbaar zijn met andere gebieden in de
stad.
Conclusie: De huidige looproutes gaan niet door uitsluitend
woonomgeving. De lastige onderdelen van de looproutes zullen met de komst van
de spoortunnel verdwijnen. De totale lengte van de looproute wordt betrokken
bij de afweging tussen alle locaties. Onze conclusie op het gebied van
veiligheid is dat, gezien de omvang en de aard van de groep die het
dienstencentrum bezoekt, de aanpak rond de buitenruimte en de toegangssluis en
de ervaringen van de laatste jaren de risico's beperkt zijn. Dat neemt niet weg
dat het belangrijk is structureel overleg te hebben tussen gemeente, politie,
de dagopvang, omwonenden en ondernemers. Dat overleg moet leiden tot een
beheerplan en regelmatige evaluatie van de gang van zaken. Daarbij horen ook
een serieus sanctiebeleid van de dagopvang en afspraken over een snelle reactie
van de hulpdiensten bij incidenten. Op deze wijze kan het beperkte risico
worden verkleind en kan het vertrouwen ontstaan dat wangedrag effectief wordt
aangepakt. Dit zal bijdragen aan de vermindering van het gevoel van onveiligheid.
92.2. Samenvatting: De
spoortunnel gaat er komen en dat verandert de omgeving van de
Nijverheidsstraat doordat de dagopvang dan midden in een woonwijk komt
te liggen.
Antwoord: Voor een antwoord op uw reactie verwijzen wij u naar de
paragraaf E VIII 'Ligging ten opzichte van station/Ontwikkeling Spoorzone' van
het algemene gedeelte.
Conclusie: De dagopvang is goed inpasbaar in de plannen van het
spoorzone gebied.
93. - G. Oorsouw
93.1. Samenvatting: Inspreker
is tegen de vestiging van de dagopvang op deze locatie
omdat men geen daklozen en verslaafden in de buurt nodig heeft.
Antwoord: De gemeente is verantwoordelijk voor maatschappelijke opvang
in de regio Delft, Westland en Oostland, paragaaf EI 'Doel maatschappelijke
opvang' gaat hier verder op in. De dagopvang is bedoeld voor daklozen en
verslaafden, zie ook onder paragraaf E II 'Doelgroep dagopvang'. Het college
kiest bewust voor een ligging in of nabij de binnenstad, aangezien de doelgroep
zich daar ophoudt en op deze wijze de doelgroep bereikt kan worden. Paragraaf E
IX 'Ligging ten opzichte van de binnenstad' gaat hier verder op in. Wij
verwijzen u naar paragraaf E V voor overlast- en beheeraspecten van de locatie.
Conclusie: Het college blijft van mening dat de locatie in of nabij de
binnenstad gelegen moet zijn. Omdat de dagopvang een kleinschalige voorziening
is en drugsgebruikers een minderheid van de bezoekers vormen en daarnaast door
een goede inrichting van de locatie en beheer van de omgeving het risico op
overlast en criminaliteit verder beperkt kan worden, kan -in objectieve zin-
een voldoende niveau van veiligheid bereikt worden.
94. - N. Oosten
94.1. Samenvatting: Inspreker
maakt bezwaar tegen deze locatie aangezien men al veel
last heeft van de Aldi voor wat betreft rommel en herrie. Ook heeft men
in het
weekend veel last van de discotheek aangezien men auto's voor het
flatgebouw
parkeert en rommel achterlaat. Met de daklozen zal er nog meer overlast
komen
omdat het gebouw aan de achterkant te bereiken is.
Antwoord: Het gebied kent een fors aantal verschillende functies, zowel
kijkend naar de directe als de iets verder weg gelegen omgeving van de beoogde
locatie. Het totale gebied vervult mede een centrumfunctie voor de gehele stad.
Dat brengt bedrijvigheid en verkeer met zich mee. In zijn algemeenheid wil het
college dat niet als overlast typeren. Overlast is wat mensen hindert bij het
normaal functioneren in een dergelijk gebied.
Ons is bekend dat de discotheek voor overlast zorgt. Andere
overlastgevende functies zijn ons niet bekend. Gezien het grote verschil in de
openingstijden en de verkeersbarrière tussen locatie dagopvang en discotheek
zien wij geen relatie tussen de functies.
Het college is van mening dat de buurt, afgezien van incidenten, er
redelijk bijstaat. Naar ons oordeel is er zeker geen sprake van verloedering of
verwaarlozing.
In de veiligheidsscan die van de omgeving van de mogelijke locatie wordt
gemaakt worden de risico's op het gebied van overlast en veiligheid nader
beschreven.
Conclusie: Deze inspraak heeft geen invloed op de besluitvorming.
94.2. Samenvatting: De
onveiligheid zal toenemen. Er worden nu ook wekelijks mensen
lastig gevallen doordat daklozen om geld of sigaretten bedelen. Ook de
speeltuin is
dan niet meer veilig voor kinderen.
Antwoord: Voor de beantwoording van reacties aangaande de ligging ten
opzichte van winkels verwijzen we u naar de paragraaf E VI 'Ligging in/tegen
winkelgebied' van het algemene gedeelte.
Conclusie: Door het bieden van een plaats, een programma en activiteiten
draagt de dagopvang bij aan het tegengaan van overlast in stad en winkelcentra.
Vanwege de kleinschaligheid van de voorziening en de ervaringen op de huidige
locatie gaat het college ervan uit dat de risico's voor de winkels in de
omgeving beperkt zijn. Dat onder de voorwaarde dat in de beheersafspraken met
betrokken partijen duidelijke afspraken worden gemaakt, dat deze adequaat
worden uitgevoerd en door middel van een structureel overleg worden gevolgd.
Daarbij zou de mogelijkheid kunnen worden betrokken om enige tijd na sluiting
van het centrum door middel van een ronde om het centrum na te gaan of de
bezoekers van het centrum de directe omgeving inderdaad verlaten hebben.
94.3. Samenvatting: De waarde
van de huizen zal dalen.
Antwoord: Voor beantwoording van uw reacties verwijzen wij u naar de
paragraaf E IV 'Overlast en beheer' en
paragraaf E X 'Schadeclaims'.
Conclusie: Bij de wijziging van het bestemmingsplan kunnen
belanghebbenden verzoeken om planschadevergoeding.
95. - T. Ramp
95.1. Samenvatting: Voorafgaand
aan de te presenteren bezwaren vermeld de inspreker
dat er de laatste jaren al veel teniet is gedaan aan het voorheen
aanwezige
woongenot door het verlenen aan, de vestiging van een discotheek, een
steeds
verder uitbreidend benzinestation Deko, de ALDI met daarbij overlast van
verkeer en
afvalverspreidend publiek en de vestiging van wasplaats 'WASBEERTJE'.
Overlast zal alleen maar toenemen.
Antwoord: Het gebied kent een fors aantal verschillende functies, zowel
kijkend naar de directe als de iets verder weg gelegen omgeving van de beoogde
locatie. Het totale gebied vervult mede een centrumfunctie voor de gehele stad.
Dat brengt bedrijvigheid en verkeer met zich mee. In zijn algemeenheid wil het
college dat niet als overlast typeren. Overlast is wat mensen hindert bij het
normaal functioneren in een dergelijk gebied.
Ons is bekend dat de discotheek voor overlast zorgt. Andere
overlastgevende functies zijn ons niet bekend. Gezien het grote verschil in de
openingstijden en de verkeersbarrière tussen locatie dagopvang en discotheek
zien wij geen relatie tussen de functies.
Het college is van mening dat de buurt, afgezien van incidenten, er
redelijk bijstaat. Naar ons oordeel is er zeker geen sprake van verloedering of
verwaarlozing.
In de veiligheidsscan die van de omgeving van de mogelijke locatie wordt
gemaakt worden de risico's op het gebied van overlast en veiligheid nader
beschreven.
Conclusie: Deze inspraak heeft geen invloed op de besluitvorming.
95.2. Samenvatting: Inspreker
is tegen de locatie voor de dagopvang omdat er een
speeltuin direct naast de geplande dagopvang is gelegen.
Antwoord: Voor de beantwoording van uw reactie verwijzen we u naar de
paragraaf E VII 'Ligging naast kinderspeelplaats' van het algemene
gedeelte.
Conclusie: Het is zeker niet de bedoeling van het college om spelende
kinderen stelselmatig met de bezoekers van het centrum in contact te laten
komen. Voor het college betekent dit echter niet dat de Nijverheidsstraat
afvalt als mogelijke locatie. Wanneer niet een bevredigende situatie kan worden
bereikt met én de speelplek én de dagopvang zal voor de speelplek - in overleg
met betrokkenen - een andere oplossing gevonden moeten worden.
95.3. Samenvatting: Er bevindt
zich een bejaardenhuis in de directe omgeving. Bejaarden
durven straks niet meer naar buiten en zullen zich snel bedreigd voelen.
Antwoord: In algemene zin verwijzen wij u naar paragraaf E IV 'Overlast
en beheer'. Hemelsbreed liggen de locatie van de dagopvang en het
ouderencentrum Delfshove niet zo ver van elkaar. Wanneer de concrete situatie
in ogenschouw wordt genomen blijkt echter dat de Papsouwselaan een duidelijke
scheiding vormt en dat bovendien de toegangspartijen en looproutes van de beide
centra een verschillende oriëntatie kennen. Een en ander neemt overigens niet
weg dat het college het van belang acht Delfshove te betrekken in het overleg
met de partijen uit de buurt van het centrum op het moment dat voor deze
locatie zou worden gekozen.
Conclusie: Deze inspraak heeft geen invloed op de besluitvorming.
95.4. Samenvatting: De in de
wijk wonende kinderen en bejaarden mogen niet
geconfronteerd worden met drugsverslaafden en gebruik/handel in drugs
(er wordt nu
in de weekends gehandeld in drugs door de discotheekbezoekers en hun
handelaren).
Antwoord: Over de aspecten overlast en beheer verwijzen wij u naar de
paragraaf E IV 'Overlast en beheer' van het algemene gedeelte. Over kwetsbare
doelgroepen en een dagopvang kan het volgende gezegd worden.
Omdat de buitenruimte binnen het complex wordt gerealiseerd is datgene
wat van het centrum gezien zal kunnen worden het komen en gaan van bezoekers.
Het is ook mogelijk dat bezoekers van het centrum de looproute van bewoners
kruisen. Dat zijn zaken die het college niet als hinderlijk beschouwt.
Het blijft echter denkbaar dat bezoekers van het centrum (rond
sluitingstijd) rondhangen in de omgeving en zich daar hinderlijk kunnen
gedragen. Hier zullen afspraken over moeten worden gemaakt. Dat houdt in dat
voor de bezoekers van het centrum de regel moet gelden dat rondhangen in de
omgeving van het centrum niet is toegestaan, hier kan dagelijks op
gesurveilleerd worden. Op overtreding zullen sancties staan (bijvoorbeeld het
ontzeggen van de toegang tot het centrum, het niet kunnen beschikken over een
postadres bij het centrum of het niet kunnen verkrijgen van een pasje voor de
nachtopvang). Geregeld moet worden dat signalen van omwonenden en
belanghebbenden direct worden opgepakt door medewerkers van het centrum, dan
wel de politie. In het overleg tussen centrum, buurt, politie en gemeente
zullen de regels voorbereid worden en kan de gang van zaken regelmatig
besproken worden.
Ons is bekend dat de discotheek voor overlast zorgt. Andere
overlastgevende functies zijn ons niet bekend. Gezien het grote verschil in de
openingstijden en de verkeersbarrière tussen locatie dagopvang en discotheek
zien wij geen relatie tussen de functies.
Conclusie: Gezien het voorgaande ziet het college geen bijzondere
risico's van de komst van een dagopvangcentrum in relatie tot bepaalde groepen
bewoners in de omgeving van de Nijverheidsstraat.
95.5. Samenvatting: De locatie
en aanlooproute bevinden zich in de woonwijk (die
recentelijk is uitgebreid met het huizencomplex, Essenstaete, aan de
Fabrieksstraat).
Antwoord: De locatie Nijverheidsstraat bevindt zich in een gevarieerd
gebied met diverse functies, zoals een winkelfunctie. Daarnaast vinden er veel
verkeersbewegingen in de omgeving plaats. De locatie bevindt zich niet in een
omgeving die uitsluitend de functie wonen kent. Voor het aspect looproute
verwijzen wij u naar E V 'Looproute' van het algemene gedeelte.
Conclusie: De locatie voldoet aan het criterium dat het in een niet
uitsluitend woongebied gelegen is. De totale lengte van de looproute wordt
betrokken bij de afweging tussen alle locaties.
95.6. Samenvatting: De buurt
heeft al veel overlast van de ALDI, het bestemmingsverkeer,
het laden- en lossen van vrachtverkeer en zwerfafval. De buurt heeft nu
al veel last van de bezoekers van de discotheek, bierblikjes, flesjes,
scherven, restanten van maaltijden, schreeuwende mensen, spuiten en
verslaafden. Zij veroorzaken nu al schade aan auto's en diefstal van
onderdelen.
Antwoord: Het gebied kent een fors aantal verschillende functies, zowel
kijkend naar de directe als de iets verder weg gelegen omgeving van de beoogde
locatie. Het totale gebied vervult mede een centrumfunctie voor de gehele stad.
Dat brengt bedrijvigheid en verkeer met zich mee. In zijn algemeenheid wil het
college dat niet als overlast typeren. Overlast is wat mensen hindert bij het
normaal functioneren in een dergelijk gebied.
Ons is bekend dat de discotheek voor overlast zorgt. Andere
overlastgevende functies zijn ons niet bekend. Gezien het grote verschil in de
openingstijden en de verkeersbarrière tussen locatie dagopvang en discotheek
zien wij geen relatie tussen de functies.
Het college is van mening dat de buurt, afgezien van incidenten, er
redelijk bijstaat. Naar ons oordeel is er zeker geen sprake van verloedering of
verwaarlozing.
In de veiligheidsscan die van de omgeving van de mogelijke locatie wordt
gemaakt worden de risico's op het gebied van overlast en veiligheid nader
beschreven.
In de huidige drugsgebruikerswereld wordt niet of nauwelijks meer
gebruik maakt van spuiten en dus naalden. Harddrugs, zoals crack en heroïne,
worden verwarmd en vervolgens opgesnoven. Voor diegene die naalden gebruikt is
het 'schone spuitenproject' van toepassing. Tegen inlevering van een oude spuit
wordt een nieuwe spuit verstrekt. In of nabij de huidige locatie aan de
Oostsingel zijn de afgelopen jaren geen spuiten aangetroffen. Het gevaar van
rondslingerende gebruikte spuiten valt vrijwel volledig uit te sluiten.
Conclusie: Deze inspraak heeft geen invloed op de besluitvorming.
95.7. Samenvatting: De buurt heeft
geen goede naam, sterke structuur of sociale cohesie.
De buurt zal verder afglijden en/of verpauperen.
Antwoord: De locatie Nijverheidsstraat ligt niet in de Poptahof. De
locatie ligt in een omgeving met een sterke menging van wonen, werken, winkelen
en verkeer. Dat gebied is niet te typeren als achterstandsgebied.
Het gehele gebied van Spoorzone, Papsouwselaan en Poptahof krijgt te
maken met herinrichting en vernieuwing. Het college vindt het niet aannemelijk
dat een relatief kleine voorziening als het dienstencentrum die grote
ontwikkeling negatief zou kunnen beïnvloeden. Het verkeer van en naar de
dagopvang op zichzelf beschouwen wij niet als een aantasting van de
leefbaarheid van het gebied. Rondhangen en ander hinderlijk gedrag wel. Dat is
de reden dat het college overleg met de buurt en goede beheerafspraken van
groot belang vindt.
Conclusie: Op grond van deze overwegingen verwachten wij geen negatief
effect van een eventuele komst van het centrum op de staat van de buurt en de
mogelijkheden tot verdere ontwikkeling van de buurt.
95.8. Samenvatting: De waarde
van woningen zijn/blijven onder het landelijk gemiddelde
door negatieve invloeden in de directe omgeving. Zal de gemeente Delft
het verschil
in waarde vergoeden van voor- en na de vestiging van de dagopvang?
Hierbij stellen
de insprekers de gemeente op voorhand aansprakelijk voor het
waardeverlies.
Antwoord: Voor beantwoording van uw reactie verwijzen wij u naar de
paragraaf E X 'Schadeclaims'.
Conclusie: Bij de wijziging van het bestemmingsplan kunnen
belanghebbenden verzoeken om planschadevergoeding.
95.9. Samenvatting: Buiten de
dagopvang zijn veel niet beheersbare mogelijkheden waar
de verslaafden zich kunnen ophouden, zoals bedrijfsterreinen die 24 uur
per dag vrij
toegankelijk zijn en waar buiten werktijden toezicht ontbreekt.
Daarnaast de
aanwezigheid van groenstroken/struiken en aanplantingen waar de
verslaafden hun spuiten kunnen deponeren wat gevaarlijk speelgoed is voor de
jeugd.
Antwoord: Voor de beantwoording van uw reactie in algemene zin verwijzen
we u naar paragraaf E IV 'Overlast en beheer'. In de huidige
drugsgebruikerswereld wordt niet of nauwelijks meer gebruik maakt van spuiten
en dus naalden. Harddrugs, zoals crack en heroïne, worden verwarmd en
vervolgens opgesnoven. Voor diegene die naalden gebruikt is het 'schone
spuitenproject' van toepassing. Tegen inlevering van een oude spuit wordt een
nieuwe spuit verstrekt. In of nabij de huidige locatie aan de Oostsingel zijn
de afgelopen jaren geen spuiten aangetroffen. Het gevaar van rondslingerende
gebruikte spuiten valt vrijwel volledig uit te sluiten.
Conclusie: Onze conclusie op het gebied van veiligheid is dat, gezien de
omvang en de aard van de groep die het dienstencentrum bezoekt, de aanpak rond
de buitenruimte en de toegangssluis en de ervaringen van de laatste jaren de
risico's beperkt zijn. Dat neemt niet weg dat het belangrijk is structureel
overleg te hebben tussen gemeente, politie, de dagopvang, omwonenden en
ondernemers. Dat overleg moet leiden tot een beheerplan en regelmatige
evaluatie van de gang van zaken. Daarbij horen ook een serieus sanctiebeleid
van de dagopvang en afspraken over een snelle reactie van de hulpdiensten bij
incidenten. Op deze wijze kan het beperkte risico worden verkleind en kan het
vertrouwen ontstaan dat wangedrag effectief wordt aangepakt. Dit zal bijdragen
aan de vermindering van het gevoel van onveiligheid.
95.10. Samenvatting: Verslaafden en daklozen hangen rond en/of
overnachten in het
trappenhuis, galerij van appartementencomplex op vijf meter afstand
(trappenhuis
wordt nu al als openbaar toilet gebruikt). De gemeente zal de kosten van
het afsluiten
van het trappenhuis moeten betalen.
Antwoord: Voor beantwoording van uw reactie verwijzen wij u naar de
paragraaf E IV 'Overlast en beheer' en
paragraaf E X 'Schadeclaims'. Omdat de dagopvang een kleinschalige voorziening
is, en drugsgebruikers een minderheid van de bezoekers vormen en daarnaast door
een goede inrichting van de locatie en beheer van de omgeving het risico op overlast
en criminaliteit verder beperkt kan worden, kan -in objectieve zin- een
voldoende niveau van veiligheid bereikt worden. Dat neemt niet weg dat het
belangrijk is structureel overleg te hebben tussen gemeente, politie, de
dagopvang, omwonenden en ondernemers. Dat overleg moet leiden tot een
beheerplan en regelmatige evaluatie van de gang van zaken. Daarbij horen ook
een serieus sanctiebeleid van de dagopvang en afspraken over een snelle reactie
van de hulpdiensten bij incidenten. Het college is niet overtuigd van de
noodzaak tot verschillende fysieke ingrepen. Tegelijkertijd willen wij niet
uitsluiten dat dergelijke ingrepen ook wel eens nodig kunnen zijn.
Bij de wijziging van het bestemmingsplan kunnen belanghebbenden
verzoeken om planschadevergoeding.
Conclusie: De gestelde vragen zullen voor het merendeel in het
beheerplan dan wel bij het monitoren van een lopend beheerplan aan de orde
kunnen komen. Omdat vergelijkbare vragen ook bij andere locaties aan de orde
zijn, leidt dit punt nu niet tot een onderscheidend aspect bij de afweging
tussen locaties.
95.11. Samenvatting: De veiligheid van nabijgelegen winkels komt in het
gedrang.
Antwoord: Voor de beantwoording van reacties aangaande de ligging ten
opzichte van winkels verwijzen we u naar de paragraaf E VI 'Ligging in/tegen
winkelgebied' van het algemene gedeelte.
Conclusie: Door het bieden van een plaats, een programma en activiteiten
draagt de dagopvang bij aan het tegengaan van overlast in stad en winkelcentra.
Vanwege de kleinschaligheid van de voorziening en de ervaringen op de huidige
locatie gaat het college ervan uit dat de risico's voor de winkels in de
omgeving beperkt zijn. Dat onder de voorwaarde dat in de beheersafspraken met
betrokken partijen duidelijke afspraken worden gemaakt, dat deze adequaat
worden uitgevoerd en door middel van een structureel overleg worden gevolgd.
Daarbij zou de mogelijkheid kunnen worden betrokken om enige tijd na sluiting
van het centrum door middel van een ronde om het centrum na te gaan of de
bezoekers van het centrum de directe omgeving inderdaad verlaten hebben.
95.12. Samenvatting: In de avonduren is er op dit moment geen (sociale)
controle op de
omgeving. De politie heeft geen inzicht in de situatie. Bewoners zullen
zich bedreigd
voelen. De omgeving van de aanwezige pinautomaten wordt onveilig.
Antwoord: Voor de beantwoording van uw reactie in algemene zin verwijzen
we u naar paragraaf E IV 'Overlast en beheer'. Specifiek over hanggedrag na
sluitingstijd het volgende. De dagopvang is dagelijks geopend van 11:00u tot
17:30u en vervult geen nachtopvangfunctie. De meeste bezoekers van het
dienstencentrum hebben wel een nachtverblijf; middels een kamer in onderhuur,
het slapen bij verschillende kennissen of via de nachtopvang op de Houttuinen.
Desalniettemin moet ervoor gewaakt worden dat groepen bezoekers zich voor en na
sluitingstijd gaan ophouden in de buurt van de dagopvang, bijvoorbeeld bij de
portieken. Daarbij kan gedacht worden aan het maken van een ronde na
sluitingstijd om er zeker van te zijn dat alle bezoekers het bedrijventerrein
hebben verlaten. Over de pinautomaten kan verder gezegd worden dat zij alle aan
de Papsouwselaan gelegen zijn. Zeker rond en tijdens de openingsuren van het
centrum is de Papsouwselaan druk genoeg om het risico van beroving aan een
pinautomaat aanzienlijk te beperken.
Conclusie: Omdat het hier gaat om een centrum voor dagopvang en met een
aantal gerichte maatregelen kan worden voorkomen dat mensen na sluitingstijd
blijven hangen deelt het college de opvatting van inspreker niet
95.13. Samenvatting: De vestiging van de nieuwe locatie is in strijd met
het bestaande
bestemmingsplan. De inhoud hiervan is u bekend.
Antwoord: Een dagopvang past niet binnen de huidige bestemming. Om de
dagopvang te kunnen realiseren dient een bestemmingsplanprocedure te worden
gevolgd.
Conclusie: Wanneer de keuze op deze locatie valt dient een
bestemmingsplanprocedure gevolgd te worden.
96. - J.P. de Roo
96.1. Samenvatting: De locatie
is ongeschikt vanwege de aanwezigheid van een
kinderspeelplaats, de supermarkt Aldi, het winkelcentrum in den Hoven,
een
vuurgevaarlijk benzinestation en veel flatgebouwen met onafgesloten
trappenhuizen.
Antwoord: Voor de beantwoording van reactie aangaande de ligging ten
opzichte van winkels verwijzen we u naar de paragraaf E VI 'Ligging in/tegen
winkelgebied' van het algemene gedeelte. Voor de beantwoording van uw reactie
over de kinderspeelplaats verwijzen we u naar de paragraaf E VII 'Ligging naast
kinderspeelplaats' van het algemene gedeelte.
Voor beantwoording van uw reactie over veiligheid verwijzen wij u naar
de paragraaf E IV 'Overlast en beheer'. Van belang is hierbij te onderstrepen
dat rond de huidige locatie de criminaliteitscijfers vergelijkbaar zijn met
andere gebieden in de stad.
Conclusie: Onze conclusie op het gebied van veiligheid is dat, gezien de
omvang en de aard van de groep die het dienstencentrum bezoekt, de aanpak rond
de buitenruimte en de toegangssluis en de ervaringen van de laatste jaren de
risico's beperkt zijn. Dat neemt niet weg dat het belangrijk is structureel
overleg te hebben tussen gemeente, politie, de dagopvang, omwonenden en
ondernemers. Dat overleg moet leiden tot een beheerplan en regelmatige
evaluatie van de gang van zaken. Daarbij horen ook een serieus sanctiebeleid
van de dagopvang en afspraken over een snelle reactie van de hulpdiensten bij
incidenten. Op deze wijze kan het beperkte risico worden verkleind en kan het
vertrouwen ontstaan dat wangedrag effectief wordt aangepakt. Dit zal bijdragen
aan de vermindering van het gevoel van onveiligheid.
Door het bieden van een plaats, een programma en activiteiten draagt de
dagopvang bij aan het tegengaan van overlast in stad en winkelcentra. Vanwege
de kleinschaligheid van de voorziening en de ervaringen op de huidige locatie gaat
het college ervan uit dat de risico's voor de winkels in de omgeving beperkt
zijn. Dat onder de voorwaarde dat in de beheersafspraken met betrokken partijen
duidelijke afspraken worden gemaakt, dat deze adequaat worden uitgevoerd en
door middel van een structureel overleg worden gevolgd. Daarbij zou de
mogelijkheid kunnen worden betrokken om enige tijd na sluiting van het centrum
door middel van een ronde om het centrum na te gaan of de bezoekers van het
centrum de directe omgeving inderdaad verlaten hebben.
Het is zeker niet de bedoeling van het college om spelende kinderen
stelselmatig met de bezoekers van het centrum in contact te laten komen. Voor
het college betekent dit echter niet dat de Nijverheidsstraat afvalt als
mogelijke locatie. Wanneer niet een bevredigende situatie kan worden bereikt
met én de speelplek én de dagopvang zal voor de speelplek - in overleg met
betrokkenen - een andere oplossing gevonden moeten worden
97. - Dhr. en mevr. Ruijssenaars
97.1. Samenvatting: De locatie is, in tegenstelling tot de informatie in
de informatiekrant, ingekapseld tussen wooneenheden, afgezien van enkele lichte
industrie.
Antwoord: De locatie Nijverheidsstraat bevindt zich in een gevarieerd
gebied met diverse functies, zoals een winkelfunctie. Daarnaast vinden er veel
verkeersbewegingen in de omgeving plaats. De locatie bevindt zich niet in een
omgeving die uitsluitend de functie wonen kent.
Conclusie: De locatie voldoet aan het criterium dat het in een niet
uitsluitend woongebied gelegen is.
97.2. Samenvatting: De locatie ligt op een knooppunt van weggetjes en
straatjes en de aanpalende gebouwen ontrekken de locatie aan het zicht. Vanuit
het oogpunt van veiligheid is die geen ideale situatie.
Antwoord: De locatie Nijverheidsstraat bevindt zich in een gevarieerd
gebied met diverse functies, zoals een winkelfunctie. Daarnaast vinden er veel
verkeersbewegingen in de omgeving plaats. De locatie bevindt zich niet in een
omgeving die uitsluitend de functie wonen kent. Door middel van een
veiligheidsscan wordt een inventarisatie gemaakt van mogelijke risico's in de
buurt. Deze scans zullen betrokken worden bij de uiteindelijke afweging van
locaties.
Conclusie: De locatie voldoet aan het criterium dat het in een niet
uitsluitend woongebied gelegen is. Mede op grond van de veiligheidsscan kunnen
door middel van het overleg met de buurt in het beheerplan punten zoals door
inspreker genoemd aangepakt worden.
97.3. Samenvatting: De locatie in de directe nabijheid van de ALDI is
ongelukkig gekozen omdat er overlast voor het winkelend publiek zal zijn en er
alcoholische drank te koop zal zijn op loopafstand van de dagopvang (bij de
ALDI). Dat is vragen om problemen.
Antwoord: Voor de beantwoording van reacties aangaande de ligging ten
opzichte van winkels verwijzen we u naar de paragraaf E VI 'Ligging in/tegen
winkelgebied' van het algemene gedeelte. De reactie veronderstelt dat door de
komst van de dagopvang in de nabijheid van de Aldi overlast op straat als
gevolg van het gebruik van alcohol op straat dan wel overlast op straat
als gevolg van alcoholgebruik in het
centrum kunnen ontstaan. Dit is zeker een punt van aandacht. In het intern
beheerregime van het centrum zal aan het meenemen van alcohol en het gebruik
van alcohol in het centrum nadrukkelijk aandacht worden besteed. Dat geldt ook
voor de beheerafspraken voor de omgeving van het centrum. Zo geldt voor de
omgeving van de huidige dagopvang een verbod op het gebruik van alcohol op
straat gebaseerd op de algemene plaatselijke verordening (APV).
Conclusie: Door het bieden van een plaats, een programma en activiteiten
draagt de dagopvang bij aan het tegengaan van overlast in stad en winkelcentra.
Vanwege de kleinschaligheid van de voorziening en de ervaringen op de huidige
locatie gaat het college ervan uit dat de risico's voor de winkels in de
omgeving beperkt zijn. Dat onder de voorwaarde dat in de beheersafspraken met
betrokken partijen duidelijke afspraken worden gemaakt, dat deze adequaat
worden uitgevoerd en door middel van een structureel overleg worden gevolgd.
Daarbij zou de mogelijkheid kunnen worden betrokken om enige tijd na sluiting
van het centrum door middel van een ronde om het centrum na te gaan of de
bezoekers van het centrum de directe omgeving inderdaad verlaten hebben.
De verkoop van alcohol door de Aldi wordt betrokken in de
beheerafspraken.
98. - Van Schaik
98.1. Samenvatting: Inspreker maakt bezwaar tegen deze locatie omdat de
speeltuin die
er naast zit een hangplek zal worden waardoor de veiligheid van kinderen
zal
afnemen.
Antwoord: Voor de beantwoording van uw reactie verwijzen we u naar de
paragraaf E VII 'Ligging naast kinderspeelplaats' van het algemene
gedeelte.
Conclusie: Het is zeker niet de bedoeling van het college om spelende
kinderen stelselmatig met de bezoekers van het centrum in contact te laten
komen. Voor het college betekent dit echter niet dat de Nijverheidsstraat
afvalt als mogelijke locatie. Wanneer niet een bevredigende situatie kan worden
bereikt met én de speelplek én de dagopvang zal voor de speelplek - in overleg met
betrokkenen - een andere oplossing gevonden moeten worden.
98.2. Samenvatting: Indien de waarde van de huizen zal dalen, zal de
gemeente het
verlies dan bijleggen?
Antwoord: Voor beantwoording van uw reactie verwijzen wij u naar de
paragraaf E X 'Schadeclaims'.
Conclusie: Bij de wijziging van het bestemmingsplan kunnen
belanghebbenden verzoeken om planschadevergoeding.
98.3. Samenvatting: Er is al veel overlast in de buurt van de Aldi,
A&E en de discotheek
waardoor de veiligheid van het gebouw weg is. Afsluiten van het gebouw
kost veel geld.
Antwoord: Het gebied kent een fors aantal verschillende functies, zowel
kijkend naar de directe als de iets verder weg gelegen omgeving van de beoogde
locatie. Het totale gebied vervult mede een centrumfunctie voor de gehele stad.
Dat brengt bedrijvigheid en verkeer met zich mee. In zijn algemeenheid wil het
college dat niet als overlast typeren. Overlast is wat mensen hindert bij het
normaal functioneren in een dergelijk gebied.
Ons is bekend dat de discotheek voor overlast zorgt. Andere
overlastgevende functies zijn ons niet bekend. Gezien het grote verschil in de
openingstijden en de verkeersbarrière tussen locatie dagopvang en discotheek
zien wij geen relatie tussen de functies.
Het college is van mening dat de buurt, afgezien van incidenten, er
redelijk bijstaat. Naar ons oordeel is er zeker geen sprake van verloedering of
verwaarlozing.
In de veiligheidsscan die van de omgeving van de mogelijke locatie wordt
gemaakt worden de risico's op het gebied van overlast en veiligheid nader
beschreven.
Voor beantwoording van uw reactie verwijzen wij u naar de paragraaf E
IV 'Overlast en beheer' en paragraaf E
X 'Schadeclaims'. Omdat de dagopvang een kleinschalige voorziening is, en
drugsgebruikers een minderheid van de bezoekers vormen en daarnaast door een
goede inrichting van de locatie en beheer van de omgeving het risico op
overlast en criminaliteit verder beperkt kan worden, kan -in objectieve zin-
een voldoende niveau van veiligheid bereikt worden. Dat neemt niet weg dat het
belangrijk is structureel overleg te hebben tussen gemeente, politie, de
dagopvang, omwonenden en ondernemers. Dat overleg moet leiden tot een
beheerplan en regelmatige evaluatie van de gang van zaken. Daarbij horen ook
een serieus sanctiebeleid van de dagopvang en afspraken over een snelle reactie
van de hulpdiensten bij incidenten. Het college is niet overtuigd van de
noodzaak tot verschillende fysieke ingrepen. Tegelijkertijd willen wij niet
uitsluiten dat dergelijke ingrepen ook wel eens nodig kunnen zijn.
Conclusie: Bij de wijziging van het bestemmingsplan kunnen
belanghebbenden verzoeken om planschadevergoeding.
De gestelde vragen zullen voor het merendeel in het beheerplan dan wel
bij het monitoren van een lopend beheerplan aan de orde kunnen komen. Omdat
vergelijkbare vragen ook bij andere locaties aan de orde zijn, leidt dit punt
nu niet tot een onderscheidend aspect bij de afweging tussen locaties.
98.4. Samenvatting: De locatie is te dichtbij het gebouw van de
insprekers gelegen
aangezien de bezoekers de weg over kunnen steken en in het trappenhuis
staan. Met
name kinderen en vrouwen zijn daar bang voor.
Antwoord: Voor beantwoording van uw reactie verwijzen we u naar de
paragraaf E IV 'Overlast en beheer'.
Conclusie: Omdat de dagopvang een kleinschalige voorziening is, en
drugsgebruikers een minderheid van de bezoekers vormen en daarnaast door een
goede inrichting van de locatie en beheer van de omgeving het risico op
overlast en criminaliteit verder beperkt kan worden, kan -in objectieve zin-
een voldoende niveau van veiligheid bereikt worden. Dat neemt niet weg dat het
belangrijk is structureel overleg te hebben tussen gemeente, politie, de
dagopvang, omwonenden en ondernemers. Dat overleg moet leiden tot een
beheerplan en regelmatige evaluatie van de gang van zaken. Daarbij horen ook
een serieus sanctiebeleid van de dagopvang en afspraken over een snelle reactie
van de hulpdiensten bij incidenten. Op deze wijze kan het beperkte risico
worden verkleind, moet ook het vertrouwen ontstaan dat wangedrag wordt
aangepakt, waardoor uiteindelijk het gevoel van onveiligheid vermindert.
99. - R. Schouten
99.1. Samenvatting: Het
kostenplaatje lijkt onverantwoord aangezien er bestaande
locaties zijn.
Antwoord: Het kostenaspect zal mee worden genomen in het bouwkundig
haalbaarheidsonderzoek en onderdeel uitmaken van de finale afweging (naast de
resultaten uit de inspraak en de veiligheidsscan). Het college maakt een
kwalitatieve afweging. Dit betekent dat de goedkoopste locatie niet automatisch
tot locatie wordt gekozen.
Conclusie: Het kostenaspect worden meegewogen in de finale afweging.
99.2. Samenvatting: De
veiligheid kan nu niet gegarandeerd worden, dus ook in de
toekomst niet.
Antwoord: De overlast die het huidige centrum veroorzaakt hangt vooral
samen met het niet hebben van een afgeschermde buitenruimte. Geregeld bevinden
zich daardoor groepjes buiten het pand, waar omwonenden overlast van ervaren.
Voor beantwoording van uw reactie in algemene zin verwijzen we u naar de
paragraaf E IV 'Overlast en beheer'. Van belang is hierbij te onderstrepen dat
rond de huidige locatie de criminaliteitscijfers vergelijkbaar zijn met andere
gebieden in de stad.
Conclusie: Onze conclusie op het gebied van veiligheid is dat, gezien de
omvang en de aard van de groep die het dienstencentrum bezoekt, de aanpak rond
de buitenruimte en de toegangssluis en de ervaringen van de laatste jaren de
risico's beperkt zijn. Dat neemt niet weg dat het belangrijk is structureel
overleg te hebben tussen gemeente, politie, de dagopvang, omwonenden en
ondernemers. Dat overleg moet leiden tot een beheerplan en regelmatige
evaluatie van de gang van zaken. Daarbij horen ook een serieus sanctiebeleid
van de dagopvang en afspraken over een snelle reactie van de hulpdiensten bij incidenten.
Op deze wijze kan het beperkte risico worden verkleind en kan het vertrouwen
ontstaan dat wangedrag effectief wordt aangepakt. Dit zal bijdragen aan de
vermindering van het gevoel van onveiligheid.
99.3. Samenvatting: Diverse
geboden/verboden en verkeersregels worden regelmatig
Overtreden door de bezoekers van de dagopvang, wat hebben deze voor
invloed aangezien er geen sancties op staan.
Antwoord: Voor
bezoekers van de dagopvang gelden dezelfde rechten en plichten als voor iedere
Nederlander. Tegen overtredingen wordt opgetreden, bijvoorbeeld het overtreden
van het alcoholverbod. Aan bezoekers van de dagopvang kunnen wel degelijk
sancties worden opgelegd door medewerkers of bestuur van het centrum.
Conclusie: Deze
inspraakreactie heeft geen invloed op de besluitvorming.
99.4. Samenvatting: Het
optreden en de communicatie met gemeentemedewerkers is
niet echt motiverend.
Antwoord: De gemeente levert een grote inspanning om betrokkenen zo goed
mogelijk van informatie te voorzien, hen op meerdere manieren gelegenheid te
geven hun mening kenbaar te maken en daar zorgvuldig op te reageren.
Conclusie: Deze inspraak heeft geen invloed op de besluitvorming.
99.5. Samenvatting: Het
bestemmingsplan is woningen.
Antwoord: Voor deze locatie dient een bestemmingsplanwijziging te
worden doorgevoerd.
Conclusie:Deze inspraakreactie heeft geen invloed op de besluitvorming.
99.6. Samenvatting: Er is geen
of te weinig surveillance van de politie voor een wijk als
deze.
Antwoord: Voor de beantwoording van uw reactie in algemene zin verwijzen
we u naar paragraaf E IV 'Overlast en beheer'. Specifiek over hanggedrag na
sluitingstijd het volgende. De dagopvang is dagelijks geopend van 11:00u tot
17:30u en vervult geen nachtopvangfunctie. De meeste bezoekers van het
dienstencentrum hebben wel een nachtverblijf; middels een kamer in onderhuur,
het slapen bij verschillende kennissen of via de nachtopvang op de Houttuinen.
Desalniettemin moet ervoor gewaakt worden dat groepen bezoekers zich voor en na
sluitingstijd gaan ophouden in de buurt van de dagopvang, bijvoorbeeld bij de
portieken. Daarbij kan gedacht worden aan het maken van een ronde na
sluitingstijd om er zeker van te zijn dat alle bezoekers het bedrijventerrein
hebben verlaten.
Conclusie: Omdat het hier gaat om een centrum voor dagopvang en met een
aantal gerichte maatregelen kan worden voorkomen dat mensen na sluitingstijd
blijven hangen deelt het college de opvatting van inspreker niet.
99.7. Samenvatting: Het
wooncomfort zit nu op de grens aangezien er veel overlast is
van zwerfvuil,
drugsgebruikers, verkeer, bezoekers van de discotheek, en bezoekers
van de wasstraat De Beer.
Antwoord: Het gebied kent een fors aantal verschillende functies, zowel
kijkend naar de directe als de iets verder weg gelegen omgeving van de beoogde
locatie. Het totale gebied vervult mede een centrumfunctie voor de gehele stad.
Dat brengt bedrijvigheid en verkeer met zich mee. In zijn algemeenheid wil het
college dat niet als overlast typeren. Overlast is wat mensen hindert bij het
normaal functioneren in een dergelijk gebied.
Ons is bekend dat de discotheek voor overlast zorgt. Andere
overlastgevende functies zijn ons niet bekend. Gezien het grote verschil in de
openingstijden en de verkeersbarrière tussen locatie dagopvang en discotheek
zien wij geen relatie tussen de functies.
Het college is van mening dat de buurt, afgezien van incidenten, er
redelijk bijstaat. Naar ons oordeel is er zeker geen sprake van verloedering of
verwaarlozing.
In de veiligheidsscan die van de omgeving van de mogelijke locatie wordt
gemaakt worden de risico's op het gebied van overlast en veiligheid nader
beschreven.
Conclusie: Deze inspraak heeft geen invloed op de besluitvorming.
100. - Stichting Zorginstellingen Pieter van Foreest (T. Wolffenbuttel,
locatiemanager)
Namens de bewoners en medewerkers worden 185 handtekeningen ingediend.
100.1. Samenvatting: De locatie is bij WoonZorgcentrum Delfshove aan de
overkant. In
Delfshove wonen 140 bewoners in het verzorgingshuis en 60 bewoners in de
aanleunwoningen. Dit is een kwetsbare groep in de samenleving.
Insprekers zijn
geschrokken dat de gemeente deze locatie in overweging neemt.
Antwoord: In algemene zin verwijzen wij u naar paragraaf E IV 'Overlast
en beheer'. Hemelsbreed liggen de locatie van de dagopvang en het
ouderencentrum Delfshove niet zo ver van elkaar. Wanneer de concrete situatie
in ogenschouw wordt genomen blijkt echter dat de Papsouwselaan een duidelijke
scheiding vormt en dat bovendien de toegangspartijen en looproutes van de beide
centra een verschillende oriëntatie kennen. Een en ander neemt overigens niet
weg dat het college het van belang acht Delfshove te betrekken in het overleg
met de partijen uit de buurt van het centrum op het moment dat voor deze
locatie zou worden gekozen.
Conclusie: Deze inspraak heeft geen invloed op de besluitvorming.
100.2. Samenvatting: De instelling is een open instelling waar iedereen
in en uit kan
lopen. Momenteel komt
het al vaak voor dat zwervers of anderen warmte zoeken bij de
voordeurhal of gaan rondhangen in de fietsenstalling. Dit geeft bewoners
een zeer
onveilig gevoel.
Antwoord: Voor de beantwoording van uw reactie in algemene zin verwijzen
we u naar paragraaf E IV 'Overlast en beheer'. Specifiek over hanggedrag na sluitingstijd
het volgende. De dagopvang is dagelijks geopend van 11:00u tot 17:30u en
vervult geen nachtopvangfunctie. De meeste bezoekers van het dienstencentrum
hebben wel een nachtverblijf; middels een kamer in onderhuur, het slapen bij
verschillende kennissen of via de nachtopvang op de Houttuinen. Desalniettemin
moet ervoor gewaakt worden dat groepen bezoekers zich voor en na sluitingstijd
gaan ophouden in de buurt van de dagopvang, bijvoorbeeld bij de portieken.
Daarbij kan gedacht worden aan het maken van een ronde na sluitingstijd om er
zeker van te zijn dat alle bezoekers de omgeving van het centrum hebben
verlaten.
Conclusie: Omdat het hier gaat om een centrum voor dagopvang en met een
aantal gerichte maatregelen kan worden voorkomen dat mensen na sluitingstijd
blijven hangen deelt het college de opvatting van inspreker niet.
101. - A.C.M. Thiel-de Haas
101.1. Samenvatting: Inspreker maakt bezwaar tegen deze locatie om
verschillende
redenen. Er is al veel onrust door de aanwezigheid van het politiebureau,
een school,
winkels en het tankstation Deko.
Antwoord: Het gebied kent een fors aantal verschillende functies, zowel
kijkend naar de directe als de iets verder weg gelegen omgeving van de beoogde
locatie. Het totale gebied vervult mede een centrumfunctie voor de gehele stad.
Dat brengt bedrijvigheid en verkeer met zich mee. In zijn algemeenheid wil het
college dat niet als overlast typeren. Overlast is wat mensen hindert bij het
normaal functioneren in een dergelijk gebied.
Het college is van mening dat de buurt, afgezien van incidenten, er
redelijk bijstaat. Naar ons oordeel is er zeker geen sprake van verloedering of
verwaarlozing.
In de veiligheidsscan die van de omgeving van de mogelijke locatie wordt
gemaakt worden de risico's op het gebied van overlast en veiligheid nader
beschreven.
Conclusie: Deze inspraak heeft geen invloed op de besluitvorming.
101.2. Samenvatting: De locatie ligt buiten de straal van 1 kilometer
van de binnenstad.
Antwoord: Voor de beantwoording van uw reactie verwijzen we u naar de
paragraaf E V 'Afstand tot de binnenstad' van het algemene gedeelte.
Conclusie: Door zowel de gemeenteraad als insprekers is uitgesproken dat
een geschikte locatie 'niet op een meter hoeft af te kaatsen'. Dat is de reden
dat het college die locaties die aan de rand van de kilometerzone gelegen zijn,
meegenomen heeft in de toetsing. Deze redenering is van toepassing op de
locatie Nijverheidsstraat. In het toetsingsdocument is aangegeven dat de
locatie Nijverheidsstraat net buiten de 1km-grens ligt.
Het college beschouwt ligging buiten de 1km-zone als een zwak punt van
deze locatie.
101.3. Samenvatting: Er zal door overlast en beeldvorming een sterke
waardevermindering van de appartementen optreden en/of
onverkoopbaarheid.
Antwoord: Voor beantwoording van uw reacties verwijzen wij u naar de
paragraaf E IV 'Overlast en beheer' en
paragraaf E X 'Schadeclaims'.
Conclusie: Omdat de dagopvang een kleinschalige voorziening is, en
drugsgebruikers een minderheid van de bezoekers vormen en daarnaast door een
goede inrichting van de locatie en beheer van de omgeving het risico op
overlast en criminaliteit verder beperkt kan worden, kan -in objectieve zin-
een voldoende niveau van veiligheid bereikt worden. Dat neemt niet weg dat het
belangrijk is structureel overleg te hebben tussen gemeente, politie, de
dagopvang, omwonenden en ondernemers. Dat overleg moet leiden tot een
beheerplan en regelmatige evaluatie van de gang van zaken. Daarbij horen ook
een serieus sanctiebeleid van de dagopvang en afspraken over een snelle reactie
van de hulpdiensten bij incidenten. Op deze wijze kan het beperkte risico
worden verkleind, moet ook het vertrouwen ontstaan dat wangedrag wordt
aangepakt, waardoor uiteindelijk het gevoel van onveiligheid vermindert.
Bij de wijziging van het bestemmingsplan kunnen belanghebbenden
verzoeken om planschadevergoeding.
101.4. Samenvatting: Na sluitingstijd van de opvang zullen bezoekers
gaan dwalen en
zwerven door de buurt.
Antwoord: Voor de beantwoording van uw reactie in algemene zin verwijzen
we u naar paragraaf E IV 'Overlast en beheer'. Specifiek over hanggedrag na
sluitingstijd het volgende. De dagopvang is dagelijks geopend van 11:00u tot
17:30u en vervult geen nachtopvangfunctie. De meeste bezoekers van het
dienstencentrum hebben wel een nachtverblijf; middels een kamer in onderhuur,
het slapen bij verschillende kennissen of via de nachtopvang op de Houttuinen.
Desalniettemin moet ervoor gewaakt worden dat groepen bezoekers zich voor en na
sluitingstijd gaan ophouden in de buurt van de dagopvang, bijvoorbeeld bij de
portieken. Daarbij kan gedacht worden aan het maken van een ronde na
sluitingstijd om er zeker van te zijn dat alle bezoekers het bedrijventerrein
hebben verlaten.
Conclusie: Omdat het hier gaat om een centrum voor dagopvang en met een
aantal gerichte maatregelen kan worden voorkomen dat mensen na sluitingstijd
blijven hangen deelt het college de opvatting van inspreker niet.
101.5. Samenvatting: De verslaafden zullen gaan rondhangen op de
kinderspeelplaats.
Antwoord: Voor de beantwoording van uw reactie verwijzen we u naar de
paragraaf E VII 'Ligging naast kinderspeelplaats' van het algemene
gedeelte.
Conclusie: Het is zeker niet de bedoeling van het college om spelende
kinderen stelselmatig met de bezoekers van het centrum in contact te laten
komen. Voor het college betekent dit echter niet dat de Nijverheidsstraat
afvalt als mogelijke locatie. Wanneer niet een bevredigende situatie kan worden
bereikt met én de speelplek én de dagopvang zal voor de speelplek - in overleg
met betrokkenen - een andere oplossing gevonden moeten worden.
101.6. Samenvatting: Er zal afval gaan rondslingeren en dan met name
afval van
drugsverslaafden.
Antwoord: Voor beantwoording van uw reactie verwijzen wij u naar de
paragraaf E IV 'Overlast en beheer'. Inspreker maakt impliciete een verwijzing
naar mogelijke rondslingerende spuiten. In de huidige drugsgebruikerswereld
wordt niet of nauwelijks meer gebruik maakt van spuiten en dus naalden.
Harddrugs, zoals crack en heroïne, worden verwarmd en vervolgens opgesnoven.
Voor diegene die naalden gebruikt is het 'schone spuitenproject' van
toepassing. Tegen inlevering van een oude spuit wordt een nieuwe spuit
verstrekt. In of nabij de huidige locatie aan de Oostsingel zijn de afgelopen
jaren geen spuiten aangetroffen. Het gevaar van rondslingerende gebruikte
spuiten valt vrijwel volledig uit te sluiten.
Conclusie: Onze conclusie op het gebied van veiligheid is dat, gezien de
omvang en de aard van de groep die het dienstencentrum bezoekt, de aanpak rond
de buitenruimte en de toegangssluis en de ervaringen van de laatste jaren de
risico's beperkt zijn. Dat neemt niet weg dat het belangrijk is structureel
overleg te hebben tussen gemeente, politie, de dagopvang, omwonenden en
ondernemers. Dat overleg moet leiden tot een beheerplan en regelmatige
evaluatie van de gang van zaken. Daarbij horen ook een serieus sanctiebeleid
van de dagopvang en afspraken over een snelle reactie van de hulpdiensten bij
incidenten. Op deze wijze kan het beperkte risico worden verkleind en kan het
vertrouwen ontstaan dat wangedrag effectief wordt aangepakt. Dit zal bijdragen
aan de vermindering van het gevoel van onveiligheid.
102. - A.C. van Tol
Namens de heer A.C. van Tol reageert mr. M.R. Plug van EBH advocaten op
het voornemen van de gemeente om de Nijverheidstraat als locatie voor de
dagopvang van daklozen en verslaafden aan te wijzen. Inspreker is eigenaar van
een aantal onroerende zaken gelegen aan de Papsouwselaan die worden verhuurd
aan de Aldi, Medior Vastgoed en Auto Electra Delft.
102.1. Samenvatting: Inspreker zal aanzienlijke vermogensschade lijden
vanwege
waardevermindering van de onroerende zaken en gederfde huurinkomsten.
Door de verwachte overlast zal de aantrekkingskracht van de Aldi aanmerkelijk
afnemen. Ook de overige gebruikers van de panden zullen op zoek moeten gaan
naar andere locaties voor hun bedrijfsactiviteiten waardoor de panden eventueel
onverhuurbaar worden. Inspreker houdt de gemeente reeds op voorhand
aansprakelijk voor de geleden schade en zal deze op de gemeente verhalen.
Antwoord: Voor beantwoording van uw reacties verwijzen wij u naar de
paragraaf E IV 'Overlast en beheer' en
paragraaf E X 'Schadeclaims'.
Conclusie: Bij de wijziging van het bestemmingsplan kunnen
belanghebbenden verzoeken om planschadevergoeding.
102.2. Samenvatting: Uit het rapport van de gemeente blijkt dat de
locatie op meer dan 1
kilometer afstand van de
Markt is gelegen. Daarmee legt de gemeente haar eigen
uitgangspunt terzijde. Door deze overschrijding van de kilometerzone
wordt
rondzwerven in de buurt van de opvanglocatie in de hand gewerkt. De
locatie behoort
op dit beoordelingspunt dan ook negatief te scoren.
Antwoord: Voor de beantwoording van uw reactie verwijzen we u naar de
paragraaf E V 'Afstand tot de binnenstad' van het algemene gedeelte.
Conclusie: Door zowel de gemeenteraad als insprekers is uitgesproken dat
een geschikte locatie 'niet op een meter hoeft af te kaatsen'. Dat is de reden
dat het college die locaties die aan de rand van de kilometerzone gelegen zijn,
meegenomen heeft in de toetsing. Deze redenering is van toepassing op de
locatie Nijverheidsstraat. In het toetsingsdocument is aangegeven dat de
locatie Nijverheidsstraat net buiten de 1km-grens ligt.
Het college beschouwt ligging buiten de 1km-zone als een zwak punt van
deze locatie.
102.3. Samenvatting: De locatie past niet binnen het vigerende
bestemmingsplan en een
eventuele aanpassing dan wel vrijstelling van het bestemmingsplan is in
strijd met een
goede ruimtelijke ordening als bedoeld in artikel 10 van de Wet op de
ruimtelijke
ordening.
Antwoord: Een dagopvang past niet binnen de huidige bestemming. Om de
dagopvang te kunnen realiseren dient een bestemmingsplanprocedure te worden
gevolgd.
Conclusie: Wanneer de keuze op deze locatie valt dient een
bestemmingsplanprocedure gevolgd te worden.
102.4. Samenvatting: Blijkens de "Toetsing alternatieve locaties
dagopvang" is geen
sprake van herontwikkelingsplannen waardoor een eventuele
(postzegel)planherziening gekarakteriseerd moet worden als ad-hoc
planologie. In de
jurisprudentie en rechtsliteratuur is algemeen aanvaard dat planologie
waar geen meeromvattend beleid achter zit, onwenselijk is en juridisch niet
aanvaardbaar wordt geacht.
Antwoord: In de Nota Toetsing alternatieve locaties dagopvang zijn onder
meer toetsingscreteria opgenomen waaraan een nieuwe locatie voor de dagopvang
moet voldoen. De voorgedragen locaties zullen in meer of mindere mate aan deze
criteria moeten voldoen. Afwegingscriteria komen voort uit de vraag: waar is
een nieuwe locatie gelet op de karakteristieke van die functie ruimtelijke het
best inpasbaar. Vervolgens zal voor die betreffende locatie de noodzakelijke
juridisch planologische procedure worden gevolgd zoals deze in de Wet op de
Ruimtelijke Ordening zijn verankerd. In die procedure worden al het ruimtelijke
relevante beleid opgenomen in een zogenoemd ontwikkelingsplan dan wel in een
bestemmingsplan. Beleidsaspecten daarbij zijn: ruimtelijke opzet van het
(deel)gebied, milieu, mobiliteit, openbare ruimte, welzijn. Onjuist is derhalve
de stellingname dat hier sprake is van postzegelplanolgie dan wel de
afwezigheid van meeromvattend beleid.
Conclusie: Deze inspraakreactie heeft geen invloed op de besluitvorming.
102.5. Samenvatting: Binnen een straal van 80 meter van de mogelijke
opvanglocatie
bevindt zich een LPG-vulpunt (tankstation) hetgeen betekent dat binnen
die straal van
80 meter niet gebouwd mag worden. Het is de vraag of het LPG-vulpunt
binnen de
twee jaar (de termijn waarbinnen het opvangcentrum dient te verhuizen)
zal zijn
gesaneerd. Juridisch gezien bestaat voor het tankstation geen
verplichting tot
sanering voor 1 januari 2008. Hierdoor heeft de gemeente de vraag of de
locatie met
zekerheid te huren of te verwerven is binnen een periode van een jaar
ten onrechte
bevestigend beantwoord. Bovendien is onvoldoende duidelijk in hoeverre
de afkoop
van het tankstation binnen het in de toetsing genoemde budget van € 1,1
miljoen past.
Antwoord: Om deze functie te kunnen huisvesten, zal een
bestemmingsplanprocedure gevolgd moeten worden. Daarnaast kan de dagopvang op
deze locatie pas starten wanneer de milieucirkel van 80 meter, die van
toepassing is op het gebied rondom het LPG-vulpunt, is opgeheven en het vulpunt
ter plekke dus niet meer functioneert. Naar verwachting zal het vulpunt op het
moment dat de dagopvang ter plekke kan gaan draaien gesloten zijn.
Conclusie: Deze inspraak heeft geen invloed op de besluitvorming.
102.6 Samenvatting: De locatie ligt net buiten het (in het rapport
gearceerde)
stationsgebied. Daarom bestaat wel degelijk een reëel risico voor een
aanzuigende werking uit andere regio's. Dit risico wordt versterkt door de
aanwezigheid van de Aldi aangezien drugs- en drankverslaafden zich graag
ophouden bij supermarkten. Ook de klanten zullen overlast ondervinden
(diefstal, bedelen). Het is daarom onbegrijpelijk dat vraag 4 in het rapport
positief is beantwoord.
Antwoord: De Nijverheidsstraat ligt op ruime afstand van het open gebied
van het station. De kans dat mensen vanaf het stationsplein het dienstencentrum
als ontmoetingsplek zullen gaan gebruiken of zelfs uit andere steden op het
dienstencentrum zullen afkomen achten wij mede daarom klein. Indien een
dergelijke ontwikkeling zich wel voordoet kan die door middel van bijvoorbeeld
een inschrijf- of pasjessysteem worden gestopt. Voor de beantwoording van
reacties aangaande de ligging ten opzichte van winkels verwijzen we u naar de
paragraaf E VI 'Ligging in/tegen winkelgebied' van het algemene gedeelte.
Conclusie: Door het bieden van een plaats, een programma en activiteiten
draagt de dagopvang bij aan het tegengaan van overlast in stad en winkelcentra.
Vanwege de kleinschaligheid van de voorziening en de ervaringen op de huidige
locatie gaat het college ervan uit dat de risico's voor de winkels in de
omgeving beperkt zijn. Dat onder de voorwaarde dat in de beheersafspraken met
betrokken partijen duidelijke afspraken worden gemaakt, dat deze adequaat
worden uitgevoerd en door middel van een structureel overleg worden gevolgd.
Daarbij zou de mogelijkheid kunnen worden betrokken om enige tijd na sluiting
van het centrum door middel van een ronde om het centrum na te gaan of de
bezoekers van het centrum de directe omgeving inderdaad verlaten hebben.
102.7 Samenvatting: Indien de gemeente over zal gaan tot herziening van
de
bestemming, acht de inspreker zich gedwongen om gebruik te maken in
beroep te
gaan. Ook ingeval het college een vrijstellingsprocedure zal doorlopen,
zullen alle
juridische mogelijkheden door de inspreker doorlopen worden.
Antwoord: Het is aan de overweging van de inspreker om alle mogelijke
juridische middelen in te zetten.
Conclusie: Deze inspraakreactie heeft geen invloed op de besluitvorming.
103. - F.C. Verbeek
103.1. Samenvatting: Er zijn teveel woningen en winkels in de omgeving
van de locatie,
die hinder kunnen gaan ondervinden van de dagopvang.
Antwoord: De locatie Nijverheidsstraat bevindt zich in een gevarieerd
gebied met diverse functies, zoals een winkelfunctie. Daarnaast vinden er veel
verkeersbewegingen in de omgeving plaats. De locatie bevindt zich niet in een
omgeving die uitsluitend de functie wonen kent. Voor de beantwoording van
reactie aangaande de ligging ten opzichte van winkels verwijzen we u naar de
paragraaf E VI 'Ligging in/tegen winkelgebied' van het algemene gedeelte.
Conclusie: Door het bieden van een plaats, een programma en activiteiten
draagt de dagopvang bij aan het tegengaan van overlast in stad en winkelcentra.
Vanwege de kleinschaligheid van de voorziening en de ervaringen op de huidige
locatie gaat het college ervan uit dat de risico's voor de winkels in de
omgeving beperkt zijn. Dat onder de voorwaarde dat in de beheersafspraken met
betrokken partijen duidelijke afspraken worden gemaakt, dat deze adequaat
worden uitgevoerd en door middel van een structureel overleg worden gevolgd.
Daarbij zou de mogelijkheid kunnen worden betrokken om enige tijd na sluiting
van het centrum door middel van een ronde om het centrum na te gaan of de
bezoekers van het centrum de directe omgeving inderdaad verlaten hebben.
De locatie voldoet aan het criterium dat het in een niet uitsluitend
woongebied gelegen is.
103.2. Samenvatting: Er is een tankstation in de buurt wat veel te
gevaarlijk is voor de
gehele omgeving.
Antwoord: Om deze functie te kunnen huisvesten, zal een
bestemmingsplanprocedure gevolgd moeten worden. Daarnaast kan de dagopvang op
deze locatie pas starten wanneer de milieucirkel van 80 meter, die van
toepassing is op het gebied rondom het LPG-vulpunt, is opgeheven en het vulpunt
ter plekke dus niet meer functioneert. Naar verwachting zal het vulpunt op het
moment dat de dagopvang ter plekke kan gaan draaien gesloten zijn.
Conclusie: Deze inspraak heeft geen invloed op de besluitvorming.
104. - H. Verleg
104.1. Samenvatting: Inspreker maakt bezwaar tegen deze locatie omdat ze
in een heel
druk bewoonde woonwijk is gelegen.
Antwoord: De locatie Nijverheidsstraat bevindt zich in een gevarieerd
gebied met diverse functies, zoals een winkelfunctie. Daarnaast vinden er veel
verkeersbewegingen in de omgeving plaats. De locatie bevindt zich niet in een
omgeving die uitsluitend de functie wonen kent. Voor het aspect looproute
verwijzen wij u naar E V 'Looproute' van het algemene gedeelte.
Conclusie: De locatie voldoet aan het criterium dat het in een niet
uitsluitend woongebied gelegen is. De totale lengte van de looproute wordt
betrokken bij de afweging tussen alle locaties.
104.2. Samenvatting: Direct naast de locatie is een kinderspeelplaats
wat het enige stukje
groen in de wijk is. Het kan toch niet de bedoeling zijn kinderen met
verslaafden te
confronteren.
Antwoord: Voor de beantwoording van uw reactie verwijzen we u naar de
paragraaf E VII 'Ligging naast kinderspeelplaats' van het algemene
gedeelte.
Conclusie: Het is zeker niet de bedoeling van het college om spelende
kinderen stelselmatig met de bezoekers van het centrum in contact te laten
komen. Voor het college betekent dit echter niet dat de Nijverheidsstraat
afvalt als mogelijke locatie. Wanneer niet een bevredigende situatie kan worden
bereikt met én de speelplek én de dagopvang zal voor de speelplek - in overleg
met betrokkenen - een andere oplossing gevonden moeten worden.
104.3. Samenvatting: De locatie
ligt naast het tankstation Deko. Dit is gevaarlijk met name
als een verslaafde high of dronken is en een sigarettenpeuk weggooit.
Antwoord: Om deze functie te kunnen huisvesten, zal een
bestemmingsplanprocedure gevolgd moeten worden. Daarnaast kan de dagopvang op
deze locatie pas starten wanneer de milieucirkel van 80 meter, die van
toepassing is op het gebied rondom het LPG-vulpunt, is opgeheven en het vulpunt
ter plekke dus niet meer functioneert. Naar verwachting zal het vulpunt op het
moment dat de dagopvang ter plekke kan gaan draaien gesloten zijn.
Conclusie: Deze inspraak heeft geen invloed op de besluitvorming.
104.4. Samenvatting: De waarde van de woningen zal dalen. De schade
daarvan zal op de gemeente verhaald worden.
Antwoord: Voor beantwoording van uw reactie verwijzen wij u naar de
paragraaf E X 'Schadeclaims'.
Conclusie: Bij de wijziging van het bestemmingsplan kunnen
belanghebbenden verzoeken om planschadevergoeding.
104.5. Samenvatting: De auto's van de bewoners hebben al heel wat te
lijden van bezoekers van de Aldi en lopen beschadigingen op door
winkelwagentjes en het in- en
uitparkeren van bezoekers. Nu komt er nog een risicogroep bij die
mogelijk auto-inbraken zullen plegen, etc.
Antwoord: Voor beantwoording van uw reactie verwijzen wij u naar de
paragraaf E IV 'Overlast en beheer'. Van belang is hierbij te onderstrepen dat
rond de huidige locatie de criminaliteitscijfers vergelijkbaar zijn met andere
gebieden in de stad.
Conclusie: Onze conclusie op het gebied van veiligheid is dat, gezien de
omvang en de aard van de groep die het dienstencentrum bezoekt, de aanpak rond
de buitenruimte en de toegangssluis en de ervaringen van de laatste jaren de
risico's beperkt zijn. Dat neemt niet weg dat het belangrijk is structureel
overleg te hebben tussen gemeente, politie, de dagopvang, omwonenden en
ondernemers. Dat overleg moet leiden tot een beheerplan en regelmatige
evaluatie van de gang van zaken. Daarbij horen ook een serieus sanctiebeleid
van de dagopvang en afspraken over een snelle reactie van de hulpdiensten bij
incidenten. Op deze wijze kan het beperkte risico worden verkleind en kan het
vertrouwen ontstaan dat wangedrag effectief wordt aangepakt. Dit zal bijdragen
aan de vermindering van het gevoel van onveiligheid.
104.6. Samenvatting: De ingangen van de woningen moeten extra beveiligd
worden. De
kosten hiervan moeten door de gemeente betaald worden.
Antwoord: Voor beantwoording van uw reactie verwijzen wij u naar de
paragraaf E IV 'Overlast en beheer' en
paragraaf E X 'Schadeclaims'.
Conclusie: Omdat de dagopvang een kleinschalige voorziening is, en
drugsgebruikers een minderheid van de bezoekers vormen en daarnaast door een
goede inrichting van de locatie en beheer van de omgeving het risico op
overlast en criminaliteit verder beperkt kan worden, kan -in objectieve zin-
een voldoende niveau van veiligheid bereikt worden. Dat neemt niet weg dat het
belangrijk is structureel overleg te hebben tussen gemeente, politie, de
dagopvang, omwonenden en ondernemers. Dat overleg moet leiden tot een
beheerplan en regelmatige evaluatie van de gang van zaken. Daarbij horen ook
een serieus sanctiebeleid van de dagopvang en afspraken over een snelle reactie
van de hulpdiensten bij incidenten. Op deze wijze kan het beperkte risico
worden verkleind, moet ook het vertrouwen ontstaan dat wangedrag wordt
aangepakt, waardoor uiteindelijk het gevoel van onveiligheid vermindert.
Bij de wijziging van het bestemmingsplan kunnen belanghebbenden
verzoeken om planschadevergoeding.
104.7. Samenvatting: Er is al veel overlast in de buurt vanwege de
brandweer en politie,
discotheek, een torenflat, het Deko tankstation en de Aldi.
Antwoord: Het gebied kent een fors aantal verschillende functies, zowel
kijkend naar de directe als de iets verder weg gelegen omgeving van de beoogde
locatie. Het totale gebied vervult mede een centrumfunctie voor de gehele stad.
Dat brengt bedrijvigheid en verkeer met zich mee. In zijn algemeenheid wil het
college dat niet als overlast typeren. Overlast is wat mensen hindert bij het
normaal functioneren in een dergelijk gebied.
Ons is bekend dat de discotheek voor overlast zorgt. Andere
overlastgevende functies zijn ons niet bekend. Gezien het grote verschil in de
openingstijden en de verkeersbarrière tussen locatie dagopvang en discotheek
zien wij geen relatie tussen de functies.
Het college is van mening dat de buurt, afgezien van incidenten, er
redelijk bijstaat. Naar ons oordeel is er zeker geen sprake van verloedering of
verwaarlozing.
In de veiligheidsscan die van de omgeving van de mogelijke locatie wordt
gemaakt worden de risico's op het gebied van overlast en veiligheid nader
beschreven.
Conclusie: Deze inspraak heeft geen invloed op de besluitvorming.
105. - H. van Willenswaard
105.1. Samenvatting: Inspreker begrijpt niet waarom deze locatie als
optie wordt
meegenomen aangezien de locatie volgens de inspreker nog niet
goedgekeurd is
i.v.m. het LPG-punt in de buurt en dus het gebruik ervan nog niet zeker
is.
Antwoord: Om deze functie te kunnen huisvesten, zal een
bestemmingsplanprocedure gevolgd moeten worden. Daarnaast kan de dagopvang op
deze locatie pas starten wanneer de milieucirkel van 80 meter, die van
toepassing is op het gebied rondom het LPG-vulpunt, is opgeheven en het vulpunt
ter plekke dus niet meer functioneert. Naar verwachting zal het vulpunt op het
moment dat de dagopvang ter plekke kan gaan draaien gesloten zijn.
Conclusie: Deze inspraak heeft geen invloed op de besluitvorming.
105.2. Samenvatting: De locatie bevindt zich op een stil en donker
hoekje in Delft, waardoor mensen zich er niet op hun gemak zullen voelen. Het
gevoel van veiligheid zal niet vergroot worden.
Antwoord: Voor de beantwoording van uw reactie in algemene zin verwijzen
we u naar paragraaf E IV 'Overlast en beheer'. Specifiek over hanggedrag na
sluitingstijd het volgende. De dagopvang is dagelijks geopend van 11:00u tot
17:30u en vervult geen nachtopvangfunctie. De meeste bezoekers van het
dienstencentrum hebben wel een nachtverblijf; middels een kamer in onderhuur,
het slapen bij verschillende kennissen of via de nachtopvang op de Houttuinen.
Desalniettemin moet ervoor gewaakt worden dat groepen bezoekers zich voor en na
sluitingstijd gaan ophouden in de buurt van de dagopvang, bijvoorbeeld bij de
portieken. Daarbij kan gedacht worden aan het maken van een ronde na
sluitingstijd om er zeker van te zijn dat alle bezoekers het bedrijventerrein
hebben verlaten.
Conclusie: Omdat het hier gaat om een centrum voor dagopvang en met een
aantal gerichte maatregelen kan worden voorkomen dat mensen na sluitingstijd
blijven hangen deelt het college de opvatting van inspreker niet.
105.3. Samenvatting: In verband met de ligging t.o.v. het station en de
migratie vanuit andere steden is dit geen goede optie.
Antwoord: De Nijverheidsstraat ligt op ruime afstand van het open gebied
van het station. De kans dat mensen vanaf het stationsplein het dienstencentrum
als ontmoetingsplek zullen gaan gebruiken of zelfs uit andere steden op het
dienstencentrum zullen afkomen achten wij mede daarom klein. Indien een
dergelijke ontwikkeling zich wel voordoet kan die door middel van bijvoorbeeld
een inschrijf- of pasjessysteem worden gestopt.
Conclusie: Deze inspraak heeft geen invloed op de besluitvorming.
105.4. Samenvatting: Nadeel van de locatie is de benodigde nieuwbouw van
de dagopvang, wat een dure oplossing lijkt.
Antwoord: Het kostenaspect zal mee worden genomen in het bouwkundig
haalbaarheidsonderzoek en onderdeel uitmaken van de finale afweging (naast de
resultaten uit de inspraak en de veiligheidsscan). Het college maakt een
kwalitatieve afweging. Dit betekent dat de goedkoopste locatie niet automatisch
tot locatie wordt gekozen.
Conclusie: Het kostenaspect worden meegewogen in de finale afweging.
106. - Stad & Lande bv (Administratiemaatschappij / verhuurder van
het complex Papsouwselaan 3-117, Delft)
106.1. Samenvatting: De insprekers zijn vooral bevreesd dat men het
complex zal betreden en overlast zal veroorzaken.
Antwoord: Voor de beantwoording van reacties aangaande de ligging ten
opzichte van winkels verwijzen we u naar de paragraaf E VI 'Ligging in/tegen
winkelgebied' van het algemene gedeelte.
Conclusie: Door het bieden van een plaats, een programma en activiteiten
draagt de dagopvang bij aan het tegengaan van overlast in stad en winkelcentra.
Vanwege de kleinschaligheid van de voorziening en de ervaringen op de huidige
locatie gaat het college ervan uit dat de risico's voor de winkels in de
omgeving beperkt zijn. Dat onder de voorwaarde dat in de beheersafspraken met
betrokken partijen duidelijke afspraken worden gemaakt, dat deze adequaat
worden uitgevoerd en door middel van een structureel overleg worden gevolgd.
Daarbij zou de mogelijkheid kunnen worden betrokken om enige tijd na sluiting
van het centrum door middel van een ronde om het centrum na te gaan of de
bezoekers van het centrum de directe omgeving inderdaad verlaten hebben.
106.2. Samenvatting: In het verleden werden er in de portiek van de flat
regelmatig
drugsgebruikers aangetroffen die het gevoel van veiligheid van de
huurders
ondermijnden. De insprekers willen geen herhaalde aanloop van daklozen
en
verslaafden.
Antwoord: Voor de beantwoording van uw reactie in algemene zin verwijzen
we u naar paragraaf E IV 'Overlast en beheer'. Specifiek over hanggedrag na
sluitingstijd het volgende. De dagopvang is dagelijks geopend van 11:00u tot
17:30u en vervult geen nachtopvangfunctie. De meeste bezoekers van het
dienstencentrum hebben wel een nachtverblijf; middels een kamer in onderhuur,
het slapen bij verschillende kennissen of via de nachtopvang op de Houttuinen.
Desalniettemin moet ervoor gewaakt worden dat groepen bezoekers zich voor en na
sluitingstijd gaan ophouden in de buurt van de dagopvang, bijvoorbeeld bij de portieken.
Daarbij kan gedacht worden aan het maken van een ronde na sluitingstijd om er
zeker van te zijn dat alle bezoekers het bedrijventerrein hebben verlaten.
Conclusie: Omdat het hier gaat om een centrum voor dagopvang en met een
aantal gerichte maatregelen kan worden voorkomen dat mensen na sluitingstijd
blijven hangen deelt het college de opvatting van inspreker niet.
107. - F. Timmerman
107.1. Samenvatting: Inspreker maakt bezwaar tegen deze locatie omdat
het hebben van een buitenruimte van minimaal 36 m² geen garantie biedt voor het
voorkomen van
overlast in de buurt aangezien de kans groot is dat verslaafden blijven
rondhangen na
sluitingstijd van de dagopvang.
Antwoord: Voor de beantwoording van uw reactie in algemene zin verwijzen
we u naar paragraaf E IV 'Overlast en beheer'. Specifiek over hanggedrag na
sluitingstijd het volgende. De dagopvang is dagelijks geopend van 11:00u tot
17:30u en vervult geen nachtopvangfunctie. De meeste bezoekers van het
dienstencentrum hebben wel een nachtverblijf; middels een kamer in onderhuur,
het slapen bij verschillende kennissen of via de nachtopvang op de Houttuinen.
Desalniettemin moet ervoor gewaakt worden dat groepen bezoekers zich voor en na
sluitingstijd gaan ophouden in de buurt van de dagopvang, bijvoorbeeld bij de
portieken. Daarbij kan gedacht worden aan het maken van een ronde na
sluitingstijd om er zeker van te zijn dat alle bezoekers het bedrijventerrein
hebben verlaten.
Conclusie: Omdat het hier gaat om een centrum voor dagopvang en met een
aantal gerichte maatregelen kan worden voorkomen dat mensen na sluitingstijd
blijven hangen deelt het college de opvatting van inspreker niet.
107.2. Samenvatting: Men zal genoodzaakt zijn de flat aan de
Westlandseweg aan alle kanten af te sluiten. Inspreker vraagt op wie de kosten
hiervan te verhalen zijn.
Antwoord: Voor beantwoording van uw reactie verwijzen wij u naar de
paragraaf E IV 'Overlast en beheer' en
paragraaf E X 'Schadeclaims'.
Conclusie: Omdat de dagopvang een kleinschalige voorziening is, en drugsgebruikers
een minderheid van de bezoekers vormen en daarnaast door een goede inrichting
van de locatie en beheer van de omgeving het risico op overlast en
criminaliteit verder beperkt kan worden, kan -in objectieve zin- een voldoende
niveau van veiligheid bereikt worden. Dat neemt niet weg dat het belangrijk is
structureel overleg te hebben tussen gemeente, politie, de dagopvang,
omwonenden en ondernemers. Dat overleg moet leiden tot een beheerplan en
regelmatige evaluatie van de gang van zaken. Daarbij horen ook een serieus
sanctiebeleid van de dagopvang en afspraken over een snelle reactie van de
hulpdiensten bij incidenten. Op deze wijze kan het beperkte risico worden
verkleind, moet ook het vertrouwen ontstaan dat wangedrag wordt aangepakt,
waardoor uiteindelijk het gevoel van onveiligheid vermindert.
Bij de wijziging van het bestemmingsplan kunnen belanghebbenden
verzoeken om planschadevergoeding.
107.3. Samenvatting: De komst van de dagopvang direct naast de
kinderspeeltuin zal de veiligheid van de kinderen beïnvloeden. De
kinderspeelplaats zal weer moeten
verdwijnen aangezien ouders hun kinderen daar niet zullen willen laten
spelen.
Antwoord: Voor de beantwoording van uw reactie verwijzen we u naar de
paragraaf E VII 'Ligging naast kinderspeelplaats' van het algemene
gedeelte.
Conclusie: Het is zeker niet de bedoeling van het college om spelende
kinderen stelselmatig met de bezoekers van het centrum in contact te laten
komen. Voor het college betekent dit echter niet dat de Nijverheidsstraat afvalt
als mogelijke locatie. Wanneer niet een bevredigende situatie kan worden
bereikt met én de speelplek én de dagopvang zal voor de speelplek - in overleg
met betrokkenen - een andere oplossing gevonden moeten worden.
107.4. Samenvatting: Het zwerfafval zal toenemen terwijl de bewoners
daar al genoeg last van hebben vanwege de aanwezigheid van de Aldi. Het aantal
bezoekers van de dagopvang zal in de toekomst toenemen wat meer overlast met
zich meebrengt,
terwijl de bezoekers van de discotheek in het weekend nu al veel
overlast veroorzaken.
Antwoord: Het gebied kent een fors aantal verschillende functies, zowel
kijkend naar de directe als de iets verder weg gelegen omgeving van de beoogde
locatie. Het totale gebied vervult mede een centrumfunctie voor de gehele stad.
Dat brengt bedrijvigheid en verkeer met zich mee. In zijn algemeenheid wil het
college dat niet als overlast typeren. Overlast is wat mensen hindert bij het
normaal functioneren in een dergelijk gebied.
Ons is bekend dat de discotheek voor overlast zorgt. Andere
overlastgevende functies zijn ons niet bekend. Gezien het grote verschil in de
openingstijden en de verkeersbarrière tussen locatie dagopvang en discotheek
zien wij geen relatie tussen de functies.
Het college is van mening dat de buurt, afgezien van incidenten, er
redelijk bijstaat. Naar ons oordeel is er zeker geen sprake van verloedering of
verwaarlozing.
In de veiligheidsscan die van de omgeving van de mogelijke locatie wordt
gemaakt worden de risico's op het gebied van overlast en veiligheid nader
beschreven.
Conclusie: Deze inspraak heeft geen invloed op de besluitvorming.
107.5. Samenvatting: De locatie valt buiten de 1000 meter grens vanaf de
Markt (criterium 3) maar de conclusie is een +/-. De optie
Westlandseweg/Krakeelpolderweg zou ongeschikt zijn omdat ze buiten een
kilometer van de Markt is gelegen. Deze locatie en de Nijverheidsstraat liggen
ongeveer op dezelfde hoogte. Dit zou ook voor criterium 4 moeten gelden (niet
gelegen in openbaar gebied station). Ook hier zou de conclusie een +/- moeten
zijn aangezien de locatie een straat oversteken van het open gebied rond het
station ligt en daardoor een aanzuigende werking heeft. Ook de bouw van de
Treintunnel zal gevolgen hebben voor de vaststelling van het stationsgebied.
Antwoord: Voor de beantwoording van uw reactie verwijzen we u naar de
paragraaf E V 'Afstand tot de binnenstad' van het algemene gedeelte.
De Nijverheidsstraat ligt op ruime afstand van het open gebied van het
station. De kans dat mensen vanaf het stationsplein het dienstencentrum als
ontmoetingsplek zullen gaan gebruiken of zelfs uit andere steden op het
dienstencentrum zullen afkomen achten wij mede daarom klein. Indien een
dergelijke ontwikkeling zich wel voordoet kan die door middel van bijvoorbeeld
een inschrijf- of pasjessysteem worden gestopt.
Conclusie: Door zowel de gemeenteraad als insprekers is uitgesproken dat
een geschikte locatie 'niet op een meter hoeft af te kaatsen'. Dat is de reden
dat het college die locaties die aan de rand van de kilometerzone gelegen zijn,
meegenomen heeft in de toetsing. Deze redenering is van toepassing op de
locatie Nijverheidsstraat. In het toetsingsdocument is aangegeven dat de
locatie Nijverheidsstraat net buiten de 1km-grens ligt.
Het college beschouwt ligging buiten de 1km-zone als een zwak punt van
deze locatie.
Het door de inspreker aangevoerde aspect over relatie tot (toekomstig)
stationsgebied heeft geen invloed op de besluitvorming.
107.6. Samenvatting: De locatie heeft onvoldoende sociale controle en
dit moet worden
meegenomen in de nog te uit te voeren veiligheidsscan.
Antwoord: Voor de beantwoording van uw reactie in algemene zin verwijzen
we u naar paragraaf E IV 'Overlast en beheer'. 'Het hebben van voldoende
sociale controle' is een van de vijf onderzoeksvragen in de veiligheidsscan.
Conclusie: Aan wens inspreker wordt voldaan.
107.7. Samenvatting: De locatie valt binnen de 80 meter milieucirkel van
het LPG-vulpunt
de Deco waardoor niet gebouwd mag worden. In verband met nieuwe
wetgeving zal
het LPG-vulpunt op deze locatie binnen 3 jaar gesaneerd moeten zijn.
Antwoord: Om deze functie te kunnen huisvesten, zal een
bestemmingsplanprocedure gevolgd moeten worden. Daarnaast kan de dagopvang op
deze locatie pas starten wanneer de milieucirkel van 80 meter, die van
toepassing is op het gebied rondom het LPG-vulpunt, is opgeheven en het vulpunt
ter plekke dus niet meer functioneert. Naar verwachting zal het vulpunt op het
moment dat de dagopvang ter plekke kan gaan draaien gesloten zijn.
Conclusie: Deze inspraak heeft geen invloed op de besluitvorming.
107.8. Samenvatting: Het bestemmingsplan voorziet in utiliteitsbouw maar
zullen
maatschappelijk/gemengde doeleinden waar de dagopvang onder valt ook
hieronder
ingedeeld kunnen worden?
Antwoord: Om deze functie te kunnen huisvesten, zal een
bestemmingsplanprocedure gevolgd moeten worden.
Conclusie: Inspreker stelt informatieve vraag.
108. - F.C. Verbeek
108.1. Samenvatting: Inspreker maakt bezwaar tegen deze locatie omdat er
teveel woningen en winkels in de omgeving aanwezig zijn. Daarnaast is er ook
een tankstation aanwezig. De locatie is te gevaarlijk voor de gehele omgeving.
Antwoord: De locatie Nijverheidsstraat bevindt zich in een gevarieerd
gebied met diverse functies, zoals een winkelfunctie. Daarnaast vinden er veel
verkeersbewegingen in de omgeving plaats. De locatie bevindt zich niet in een
omgeving die uitsluitend de functie wonen kent. Voor de beantwoording van uw
reactie aangaande de ligging ten opzichte van winkels verwijzen we u naar de
paragraaf E VI 'Ligging in/tegen winkelgebied' van het algemene gedeelte.
Om deze functie te kunnen huisvesten, zal een bestemmingsplanprocedure
gevolgd moeten worden. Daarnaast kan de dagopvang op deze locatie pas starten
wanneer de milieucirkel van 80 meter, die van toepassing is op het gebied
rondom het LPG-vulpunt, is opgeheven en het vulpunt ter plekke dus niet meer
functioneert. Naar verwachting zal het vulpunt op het moment dat de dagopvang
ter plekke kan gaan draaien gesloten zijn.
Conclusie: De locatie voldoet aan het criterium dat het in een niet
uitsluitend woongebied gelegen is. Door het bieden van een plaats, een
programma en activiteiten draagt de dagopvang bij aan het tegengaan van
overlast in stad en winkelcentra. Vanwege de kleinschaligheid van de voorziening
en de ervaringen op de huidige locatie gaat het college ervan uit dat de
risico's voor de winkels in de omgeving beperkt zijn. Dat onder de voorwaarde
dat in de beheersafspraken met betrokken partijen duidelijke afspraken worden
gemaakt, dat deze adequaat worden uitgevoerd en door middel van een structureel
overleg worden gevolgd. Daarbij zou de mogelijkheid kunnen worden betrokken om
enige tijd na sluiting van het centrum door middel van een ronde om het centrum
na te gaan of de bezoekers van het
centrum de directe omgeving inderdaad verlaten hebben.
De reactie over het tankstation heeft geen invloed op de besluitvorming.
109. - P.H.J. Verhaar
109.1. Samenvatting: Inspreker maakt bezwaar tegen deze locatie omdat ze
te dichtbij het
station is gelegen en te dichtbij winkels.
Antwoord: Voor de beantwoording uw reactie aangaande de ligging ten
opzichte van winkels verwijzen we u naar de paragraaf E VI 'Ligging in/tegen
winkelgebied' van het algemene gedeelte. De Nijverheidsstraat ligt op ruime
afstand van het open gebied van het station. De kans dat mensen vanaf het
stationsplein het dienstencentrum als ontmoetingsplek zullen gaan gebruiken of
zelfs uit andere steden op het dienstencentrum zullen afkomen achten wij mede
daarom klein. Indien een dergelijke ontwikkeling zich wel voordoet kan die door
middel van bijvoorbeeld een inschrijf- of pasjessysteem worden gestopt.
Conclusie: De locatie voldoet aan het criterium dat het in een niet
uitsluitend woongebied gelegen is. Door het bieden van een plaats, een
programma en activiteiten draagt de dagopvang bij aan het tegengaan van
overlast in stad en winkelcentra. Vanwege de kleinschaligheid van de
voorziening en de ervaringen op de huidige locatie gaat het college ervan uit
dat de risico's voor de winkels in de omgeving beperkt zijn. Dat onder de
voorwaarde dat in de beheersafspraken met betrokken partijen duidelijke
afspraken worden gemaakt, dat deze adequaat worden uitgevoerd en door middel
van een structureel overleg worden gevolgd. Daarbij zou de mogelijkheid kunnen
worden betrokken om enige tijd na sluiting van het centrum door middel van een
ronde om het centrum na te gaan of de bezoekers van het
centrum de directe omgeving inderdaad verlaten hebben.
Deze inspraak over ligging ten opzichte van het station heeft geen
invloed op de besluitvorming.
109.2. Samenvatting: Toekomstige woningen komen in het gedrang door de
komst van de
treintunnel.
Antwoord: Voor een antwoord op uw reactie verwijzen wij u naar de
paragraaf E VIII 'Ligging ten opzichte van station/Ontwikkeling Spoorzone' van
het algemene gedeelte.
Conclusie: De dagopvang is goed inpasbaar in de plannen van het
spoorzone gebied.
109.3. Samenvatting: Er is dure nieuwbouw nodig.
Antwoord: Het kostenaspect zal
mee worden genomen in het bouwkundig haalbaarheidsonderzoek en onderdeel
uitmaken van de finale afweging (naast de resultaten uit de inspraak en de
veiligheidsscan). Het college maakt een kwalitatieve afweging. Dit betekent dat
de goedkoopste locatie niet automatisch tot locatie wordt gekozen.
Conclusie: Het kostenaspect worden meegewogen in de finale afweging.
110. E.A.M. Verleg-Windmeijer
112.1. Samenvatting:
Insprekers zijn het oneens met deze locatie omdat de buurt
overbevolkt is en te
dichtbij winkelcentra is gelegen.
Antwoord: Voor de beantwoording uw reactie aangaande de ligging ten
opzichte van winkels verwijzen we u naar de paragraaf E VI 'Ligging in/tegen
winkelgebied' van het algemene gedeelte. De locatie Nijverheidsstraat bevindt
zich in een gevarieerd gebied met diverse functies, zoals een winkelfunctie.
Daarnaast vinden er veel verkeersbewegingen in de omgeving plaats. De locatie
bevindt zich niet in een omgeving die uitsluitend de functie wonen kent.
Conclusie: De locatie voldoet aan het criterium dat het in een niet uitsluitend
woongebied gelegen is. Door het bieden van een plaats, een programma en
activiteiten draagt de dagopvang bij aan het tegengaan van overlast in stad en
winkelcentra. Vanwege de kleinschaligheid van de voorziening en de ervaringen
op de huidige locatie gaat het college ervan uit dat de risico's voor de
winkels in de omgeving beperkt zijn. Dat onder de voorwaarde dat in de
beheersafspraken met betrokken partijen duidelijke afspraken worden gemaakt,
dat deze adequaat worden uitgevoerd en door middel van een structureel overleg
worden gevolgd. Daarbij zou de mogelijkheid kunnen worden betrokken om enige
tijd na sluiting van het centrum door middel van een ronde om het centrum na te
gaan of de bezoekers van het
centrum de directe omgeving inderdaad verlaten hebben.
111. - J.H. Visser en P.S.
Visser
111.1. Samenvatting: Insprekers maken bezwaar tegen deze locatie omdat
de dagopvang veel overlast zal veroorzaken.
Antwoord: Voor beantwoording van uw reactie verwijzen wij u naar de
paragraaf E IV 'Overlast en beheer'. Van belang is hierbij te onderstrepen dat
rond de huidige locatie de criminaliteitscijfers vergelijkbaar zijn met andere
gebieden in de stad.
Conclusie: Onze conclusie op het gebied van veiligheid is dat, gezien de
omvang en de aard van de groep die het dienstencentrum bezoekt, de aanpak rond
de buitenruimte en de toegangssluis en de ervaringen van de laatste jaren de
risico's beperkt zijn. Dat neemt niet weg dat het belangrijk is structureel
overleg te hebben tussen gemeente, politie, de dagopvang, omwonenden en
ondernemers. Dat overleg moet leiden tot een beheerplan en regelmatige
evaluatie van de gang van zaken. Daarbij horen ook een serieus sanctiebeleid
van de dagopvang en afspraken over een snelle reactie van de hulpdiensten bij
incidenten. Op deze wijze kan het beperkte risico worden verkleind en kan het
vertrouwen ontstaan dat wangedrag effectief wordt aangepakt. Dit zal bijdragen
aan de vermindering van het gevoel van onveiligheid.
111.2. Samenvatting: Insprekers geven twee suggesties voor alternatieve
locaties.
Antwoord/conclusie: In de tweede inspraakronde is het niet meer mogelijk
om alternatieve locaties aan te dragen.
112. - Van der Vorm Vastgoed BV (R.V. de Graaff, Commercieel Directeur)
Inspreker is eigenaar van Winkelcentrum "De Hovenpassage",
kantoorgebouw "Torenhove", een aantal winkelunits aan de
Papsouwselaan en het flatgebouw aan het Arthur van Schendelplein 1 t/m 198.
112.1. Samenvatting: Inspreker maakt bezwaar tegen deze locatie
aangezien ondernemers en bewoners met de negatieve consequenties van de
vestiging van de dagopvang geconfronteerd zullen worden. De locatie is gelegen
tussen het station en het winkelgebied aan de Papsouwselaan/Martinus
Nijhofflaan. Inspreker voorziet een
aanzuigende werking met name vanuit Rotterdam en Den Haag, vanwege de
goede bereikbaarheid per trein en tram. Dit staat haaks op de door de gemeente
bepaalde voorwaarde waaraan de locatie moet voldoen.
Antwoord: De Nijverheidsstraat ligt op ruime afstand van het open gebied
van het station. De kans dat mensen vanaf het stationsplein het dienstencentrum
als ontmoetingsplek zullen gaan gebruiken of zelfs uit andere steden op het
dienstencentrum zullen afkomen achten wij mede daarom klein. Indien een
dergelijke ontwikkeling zich wel voordoet kan die door middel van bijvoorbeeld
een inschrijf- of pasjessysteem worden gestopt.
Conclusie: Deze inspraak heeft geen invloed op de besluitvorming.
112.2. Samenvatting: Na sluiting van de dagopvang vormt de
"Hovenpassage" die ook 's
avonds geopend is een warm en droog onderkomen voor de daklozen. Gezien
de korte afstand (een kwartier lopen) tussen de opvang en het winkelgebied
verwacht men ook overdag een trek naar het winkelcentrum. Dit zal overlast
veroorzaken. Hierdoor wordt het noodzakelijk meer beveiligingsbeambten in te
zetten, dan tot nu toe het geval is. Deze extra kosten zullen niet gedragen
kunnen worden door de ondernemers die het nu al moeilijk genoeg hebben.
Antwoord: Voor de beantwoording van reacties aangaande de ligging ten
opzichte van winkels verwijzen we u naar de paragraaf E VI 'Ligging in/tegen
winkelgebied' van het algemene gedeelte.
Conclusie: Door het bieden van een plaats, een programma en activiteiten
draagt de dagopvang bij aan het tegengaan van overlast in stad en winkelcentra.
Vanwege de kleinschaligheid van de voorziening en de ervaringen op de huidige
locatie gaat het college ervan uit dat de risico's voor de winkels in de
omgeving beperkt zijn. Dat onder de voorwaarde dat in de beheersafspraken met
betrokken partijen duidelijke afspraken worden gemaakt, dat deze adequaat
worden uitgevoerd en door middel van een structureel overleg worden gevolgd.
Daarbij zou de mogelijkheid kunnen worden betrokken om enige tijd na sluiting
van het centrum door middel van een ronde om het centrum na te gaan of de
bezoekers van het centrum de directe omgeving inderdaad verlaten hebben.
112.3. Samenvatting: Van der Vorm Vastgoed is een aantal jaren geleden
door de
gemeente verzocht te participeren in de herstructurering van de wijk
Poptahof om er
daarmee een leefbare en veilige wijk van de maken. De herontwikkeling
van het winkelgebied waar zij zich mee bezig houden kan een investering
omvatten van ca. € 50 miljoen, verspreid over meerdere jaren. Alvorens men
besluit om dit traject voort te zetten zal men zich beraden op mogelijke
toekomstige omgevingsfactoren die de belegging nadelig kunnen beïnvloeden.
Indien in februari 2005 de keuze valt op deze locatie of op de
GGD/Ambulancepost zal men genoodzaakt zijn het standpunt inzake de participatie
aan de herstructurering van de Poptahof te heroverwegen.
Antwoord/conclusie: Op 07-01-2005
heeft wethouder Grashoff een gesprek gevoerd met van der Vorm Vastgoed.
In dit gesprek is afgesproken de lopende intentie-overeenkomst inzake de
ontwikkelingen bij het winkelcentrum In de Hoven te verlengen. Daarbij is in
goed onderling overleg vastgesteld dat de eventuele vestiging van de dagopvang
op de locaties Zuidwal/Crommelinplein of Nijverheidsstraat niet van
doorslaggevende invloed is op de verdere samenwerking inzake de Poptahof.
113. - R. de Vries
113.1. Samenvatting: Inspreker maakt bezwaar tegen deze locatie vanwege
de aanzuigende werking door de nabijheid van het station. Inspreker citeert de
website van de gemeente Leiden waar veel overlast op het station is geconstateerd
vanwege de nabij gelegen dagopvang voor daklozen en verslaafden. Het CDA in
Leiden is van
mening dat er een toename van het aantal verslaafden is opgetreden
vanwege het
aangescherpte veiligheidsbeleid in Amsterdam en Rotterdam.
Antwoord: De Nijverheidsstraat ligt op ruime afstand van het open gebied
van het station. De kans dat mensen vanaf het stationsplein het dienstencentrum
als ontmoetingsplek zullen gaan gebruiken of zelfs uit andere steden op het
dienstencentrum zullen afkomen achten wij mede daarom klein. Indien een
dergelijke ontwikkeling zich wel voordoet kan die door middel van bijvoorbeeld
een inschrijf- of pasjessysteem worden gestopt. Navraag bij de gemeente Leiden
leert dat er op dit ogenblik geen dagopvang voor verslaafden bij het station
is. Leiden kent op dit moment een dienstencentrum gelegen aan de Oude Rijn,
niet in de directe nabijheid van het station. In verband met de overlast van
verslaafden bij het station in Leiden zijn vanuit de Leidse gemeenteraad vragen
gesteld over de eventuele voornemens van het college extra voorzieningen voor
de doelgroep te realiseren. Het college heeft daarop geantwoord te streven naar
een tweede opvangvoorziening. Er is dus geen sprake van dat een
dagopvangcentrum op dit ogenblik bij het station in Leiden bestaat en daar zelf
voor overlast zou zorgen.
Conclusie: Deze inspraak heeft geen invloed op de besluitvorming.
113.2. Samenvatting: Vestiging van de dagopvang zal veel overlast
veroorzaken in de
omliggende woonwijk en ervaringen in andere gemeenten laten zien dat dit
wordt
veroorzaakt door het ontbreken van aansluitende 24-uurs opvang in 1
pand.
Antwoord: Voor de beantwoording van uw reactie in algemene zin verwijzen
we u naar paragraaf E IV 'Overlast en beheer'. Specifiek over hanggedrag na
sluitingstijd het volgende. De dagopvang is dagelijks geopend van 11:00u tot
17:30u en vervult geen nachtopvangfunctie. De meeste bezoekers van het
dienstencentrum hebben wel een nachtverblijf; middels een kamer in onderhuur,
het slapen bij verschillende kennissen of via de nachtopvang op de Houttuinen.
Desalniettemin moet ervoor gewaakt worden dat groepen bezoekers zich voor en na
sluitingstijd gaan ophouden in de buurt van de dagopvang, bijvoorbeeld bij de
portieken. Daarbij kan gedacht worden aan het maken van een ronde na
sluitingstijd om er zeker van te zijn dat alle bezoekers het bedrijventerrein
hebben verlaten.
Voor beantwoording van uw reactie over dag- en nachtopvang als een
24-uurs voorziening verwijzen wij naar de paragraaf E II 'Verslavingsbeleid' en
E III 'Doelgroep'. De meeste bezoekers van het dienstencentrum hebben echter
wel een nachtverblijf; middels een kamer in onderhuur, het slapen bij
verschillende kennissen of via de nachtopvang op de Houttuinen.
Conclusie: Omdat het hier gaat om een centrum voor dagopvang en met een
aantal gerichte maatregelen kan worden voorkomen dat mensen na sluitingstijd
blijven hangen deelt het college de opvatting van inspreker niet.
113.3. Samenvatting: Indien de gemeente besluit de dagopvang hier te
vestigen moet ze
rekening houden met de financiële gevolgen van planschadeprocedures.
Antwoord: Gezien de inmiddels gegroeide jurisprudentie en de
betrekkelijk kleine schaal van het centrum verwacht het college geen
omvangrijke toekenning van planschadeclaims. Overigens zou het ramen van een
bedrag bij alle locaties aan de orde zijn en zodoende ook geen bijdrage leveren
aan de onderlinge vergelijking van locaties.
Conclusie: Het betreft hier een informatieve vraag.
114. - R. de Vries
114.1. Samenvatting: De dagopvang krijgt/heeft een regionale functie
(ten Oosten/Westen
van Delft). Het is daarom vreemd dat in de uitleg bij criterium 5 wordt
aangegeven dat de doelgroep zich bevindt op of rondom de Markt. Hiermee wordt
het zoekgebied ingeperkt en een veronderstelling gemaakt van de aanvoerroutes.
Vanwege de regionale functie zou het logisch zijn te zoeken naar ander vervoer
voor de doelgroep naar de dagopvang (zoals in Eindhoven). Het getuigt van
onzorgvuldigheid dat er geen onderzoek is gedaan naar alternatieve vervoersmogelijkheden.
Antwoord: De doelgroep is -ook in Delft- sterk geneigd de binnenstad op te zoeken. De redenen daarvoor
zijn divers. De drukte biedt gebruikers of mensen zonder vaste verblijfplaats
meer de anonimiteit dan een woonwijk en biedt ook een omgeving waarin aan de
middelen kan worden gekomen om in de verslaving te voorzien. In de Delftse
binnenstad zijn dan ook meerdere plekken waar daklozen/verslaafden elkaar
ontmoeten.
Om zoveel mogelijk mensen uit de doelgroep te kunnen trekken moet het
dienstencentrum in of nabij die binnenstad gelegen zijn. Meer afstand leidt tot
een hogere drempel voor (even) een bezoek aan het centrum. Daardoor zullen meer
mensen blijven rondhangen in de binnenstad en ontstaat het risico van meer
overlast.
Tegelijkertijd is de doelgroep dan minder in beeld bij de medewerkers
van het dienstencentrum, kan er minder begeleiding geboden worden en neemt men
minder deel aan de geboden activiteiten.
Bijkomend nadeel is dat een verder weg gelegen centrum tot langere
looproutes leidt.
Een globale inventarisatie in het land leert dat in het overgrote deel
van de gemeenten met een dagopvangcentrum dat centrum in de binnenstad gelegen
is.
Door de politie wordt het belang van een nauwe relatie met de binnenstad
onderstreept.
Conclusie: Het college blijft van mening dat de locatie in of nabij de
binnenstad gelegen moet zijn. De locatie aan de Nijverheidstraat voldoet aan
dit criterium
114.2. Samenvatting: Indien de doelgroep ook uit de Tanthof regio komt
of via Station Zuid, dan kunnen de aanvoerroutes ook via de achter de GGD
liggende woonwijk lopen. Het is onzorgvuldig dat de gemeente de woonwijk in de
directe omgeving uitsluit als criterium vanwege het uitwaaiereffect van de
bezoekers in de wijk, voor en na sluitingstijd, zoals ook het geval is rondom
de huidige locatie, inclusief de bijbehorende overlast. Daarom had deze locatie
op dit punt maximaal een +/- moeten krijgen en had het criterium "niet
gelegen in-, nabij een woonwijk" meegenomen moeten worden.
Antwoord: Het gebied kent een fors aantal verschillende functies, zowel
kijkend naar de directe als de iets verder weg gelegen omgeving van de beoogde
locatie. Het totale gebied vervult mede een centrumfunctie voor de gehele stad.
Dat brengt bedrijvigheid en verkeer met zich mee. De locatie bevindt zich niet
in een omgeving die uitsluitend de functie wonen kent. Omdat de buitenruimte
binnen het complex wordt gerealiseerd is datgene wat van het centrum gezien zal
kunnen worden het komen en gaan van bezoekers. Het is ook mogelijk dat bezoekers
van het centrum de looproute van bewoners kruisen. Dat zijn zaken die het
college niet als hinderlijk beschouwt.
Conclusie: De locatie voldoet aan het criterium dat het in een niet
uitsluitend woongebied gelegen is.
114.3. Samenvatting: De nabijheid van het station wordt in de criteria
bij de GGD
aangegeven als een plus terwijl de gemeente dit als een zwak punt
beschouwd. Dit is
tegenstrijdig en dit punt had een min moeten krijgen.
Antwoord: Voor de beantwoording van uw reactie verwijzen wij u naar
paragraaf D VII 'Aanzuigende werking/relatie met (nieuw) station' van het
algemene gedeelte van de GGD-locatie.
Conclusie: Aanzuigende werking kan indien nodig uitgesloten worden en de
herinrichting van de spoorzone hoeft niet noodzakelijk een negatieve uitwerking
op de situatie rond een mogelijke dagopvang in het GGD-gebouw te hebben. De
ligging nabij het station wordt wel als een zwak punt van deze locatie gezien.
115. - Stichting Bedrijventerrein Vrijenban
Namens de Stichting Bedrijventerrein Vrijenban wil Van Diepen van der
Kroef advocaten inspreken m.b.t. deze
locatie. De stichting omvat de volgende participanten:
Bruker AXS B.V.
De Delftse Pauw B.V.
V.o.f. J. Dullemond
P.A.J.M. van den Bosch resp. Archibald B.V.
Auto HiFi Corner B.V.
Internationaal Transportbedrijf L. van der Lee en Zonen B.V.
Van Haaren Vastgoed B.V.
Hittech Assembly B.V.
Studentenhuis Surinamestraat 3a
115.1. Samenvatting: Deze locatie heeft geen nadelen; het voordeel is
dat het eigen grond van de gemeente betreft. De situatie met de LPG-pomp
behoeft geen groot bezwaar te zijn, mede gelet op het feit dat een grote
woonflat aanzienlijk dichter bij de LPG-pomp staat dan de beoogde dagopvang.
Antwoord: Locatie Nijverheidstraat voldoet aan de gestelde criteria en
is daarmee geschikt voor de functie van dagopvang. Om deze functie te kunnen
huisvesten, zal een bestemmingsplanprocedure gevolgd moeten worden. Daarnaast
kan de dagopvang op deze locatie pas starten wanneer de milieucirkel van 80
meter, die van toepassing is op het gebied rondom het LPG-vulpunt, is opgeheven
en het vulpunt ter plekke dus niet meer functioneert. Naar verwachting zal het
vulpunt op het moment dat de dagopvang ter plekke kan gaan draaien gesloten
zijn.
Conclusie: Het college heeft kennis genomen van de voorkeur van
insprekers.
116. - M.M.C.G. Warmoeskerken
116.1. Samenvatting: Deze locatie lijkt zeer geschikt omdat er nieuwbouw
neergezet kan
worden zodat de locatie volledig naar wens ingericht kan worden.
Antwoord: Programma van eisen kan gerealiseerd worden op deze locatie.
Conclusie: Het college heeft kennis genomen van de voorkeur van
inspreker.
117. - Werkgroep Krakeelpoolder/Westerkwartier ( J.P. de Vette)
117.1. Samenvatting: Insprekers maken bezwaar tegen deze locatie omdat
de afstand van het station naar de locatie erg kort is. Een opvangplek in de
nabijheid van het station trekt veel mensen van buiten Delft aan, met alle
gevolgen van dien.
Antwoord: De Nijverheidsstraat ligt op ruime afstand van het open gebied
van het station. De kans dat mensen vanaf het stationsplein het dienstencentrum
als ontmoetingsplek zullen gaan gebruiken of zelfs uit andere steden op het
dienstencentrum zullen afkomen achten wij mede daarom klein. Indien een
dergelijke ontwikkeling zich wel voordoet kan die door middel van bijvoorbeeld
een inschrijf- of pasjessysteem worden gestopt.
Conclusie: Deze inspraak heeft geen invloed op de besluitvorming.
117.2. Samenvatting: Aan de Krakeelpolderweg, Staalmeesterstraat en
Frank van
Borselenstraat zijn reeds diverse portieken en galerijen op verzoek van
de bewoners
afgesloten om drugsverslaafden te weren. Ook beschadigingen aan auto's
neemt
toe. Na de sluiting van perron 0 in Rotterdam nam de overlast bij het
station en omgeving van het Westerkwartier toe. Om de huidige overlast
te weren
hebben de bewoners verzocht om diverse portieken en pleinen in het
Westerkwartier
af te sluiten. Door de vestiging van de opvangplek zal de overlast
toenemen.
Antwoord: Voor beantwoording van uw reactie verwijzen wij u naar de
paragraaf E IV 'Overlast en beheer'. Van belang is hierbij te onderstrepen dat
rond de huidige locatie de criminaliteitscijfers vergelijkbaar zijn met andere
gebieden in de stad. Het effect van het vestigen van de dagopvang aan de
Nijverheidsstraat is naar de mening van het college niet te vergelijken met de
situatie rond perron nul. Het gaat hier om een andere doelgroep, andere
getallen en een andere aanpak. Het college ziet verder niet in hoe een
vestiging van de dagopvang aan de Nijverheidsstraat de beschreven vragen zou
kunnen verergeren. De dagopvang levert ook juist een bijdrage aan het
verminderen van overlast in de stad.
Conclusie: Onze conclusie op het gebied van veiligheid is dat, gezien de
omvang en de aard van de groep die het dienstencentrum bezoekt, de aanpak rond
de buitenruimte en de toegangssluis en de ervaringen van de laatste jaren de
risico's beperkt zijn.
118. - Wijtman Tweewielers (V.J. Wijtman)
118.1. Samenvatting: Inspreker verwacht een toename van overlast
(winkeldiefstal, onveilig gevoel van klanten die daardoor de wijk gaan mijden)
vanwege het dichtbij gelegen station. Hierdoor zal er sprake zijn van een
enorme schadepost. Deze zal verhaald worden op de gemeente.
Antwoord: Voor beantwoording van uw reactie verwijzen wij u naar de
paragraaf E IV 'Overlast en beheer' en
paragraaf E X 'Schadeclaims'.
Conclusie: Omdat de dagopvang een kleinschalige voorziening is, en
drugsgebruikers een minderheid van de bezoekers vormen en daarnaast door een
goede inrichting van de locatie en beheer van de omgeving het risico op
overlast en criminaliteit verder beperkt kan worden, kan -in objectieve zin-
een voldoende niveau van veiligheid bereikt worden. Dat neemt niet weg dat het
belangrijk is structureel overleg te hebben tussen gemeente, politie, de
dagopvang, omwonenden en ondernemers. Dat overleg moet leiden tot een
beheerplan en regelmatige evaluatie van de gang van zaken. Daarbij horen ook
een serieus sanctiebeleid van de dagopvang en afspraken over een snelle reactie
van de hulpdiensten bij incidenten. Op deze wijze kan het beperkte risico
worden verkleind, moet ook het vertrouwen ontstaan dat wangedrag wordt
aangepakt, waardoor uiteindelijk het gevoel van onveiligheid vermindert.
Bij de wijziging van het bestemmingsplan kunnen belanghebbenden
verzoeken om planschadevergoeding.
119. - G. Winkels
119.1. Samenvatting: Inspreker maakt bezwaar tegen de locatie voor de
dagopvang omdat naast de plek waar de opvang gebouwd moet worden een
kinderspeeltuin is
gevestigd. Mogelijk liggen er dan spuitnaalden in de speeltuin of de
verslaafde gaat in
het gras liggen en drugs gebruiken.
Antwoord: Voor de beantwoording van uw reactie verwijzen we u naar de
paragraaf E VII 'Ligging naast kinderspeelplaats' van het algemene gedeelte. In
de huidige drugsgebruikerswereld wordt niet of nauwelijks meer gebruik maakt
van spuiten en dus naalden. Harddrugs, zoals crack en heroïne, worden verwarmd
en vervolgens opgesnoven. Voor diegene die naalden gebruikt is het 'schone
spuitenproject' van toepassing. Tegen inlevering van een oude spuit wordt een
nieuwe spuit verstrekt. In of nabij de huidige locatie aan de Oostsingel zijn
de afgelopen jaren geen spuiten aangetroffen. Het gevaar van rondslingerende
gebruikte spuiten valt vrijwel volledig uit te sluiten.
Conclusie: Het is zeker niet de bedoeling van het college om spelende
kinderen stelselmatig met de bezoekers van het centrum in contact te laten
komen. Voor het college betekent dit echter niet dat de Nijverheidsstraat
afvalt als mogelijke locatie. Wanneer niet een bevredigende situatie kan worden
bereikt met én de speelplek én de dagopvang zal voor de speelplek - in overleg
met betrokkenen - een andere oplossing gevonden moeten worden.
119.2. Samenvatting: Er loopt nu al een dronken man rond die voor
overlast zorgt en waar de politieauto aan voorbij rijdt. De overlast zal alleen
maar toenemen met de komst van de dagopvang.
Antwoord: Voor beantwoording van uw reactie verwijzen wij u naar de
paragraaf E IV 'Overlast en beheer'. Van belang is hierbij te onderstrepen dat
rond de huidige locatie de criminaliteitscijfers vergelijkbaar zijn met andere
gebieden in de stad. Tegen overtredingen wordt door politie opgetreden,
bijvoorbeeld bij de handhaving van het alcoholverbod rondom de Oostsingel.
Conclusie: Onze conclusie op het gebied van veiligheid is dat, gezien de
omvang en de aard van de groep die het dienstencentrum bezoekt, de aanpak rond
de buitenruimte en de toegangssluis en de ervaringen van de laatste jaren de
risico's beperkt zijn. Dat neemt niet weg dat het belangrijk is structureel overleg
te hebben tussen gemeente, politie, de dagopvang, omwonenden en ondernemers.
Dat overleg moet leiden tot een beheerplan en regelmatige evaluatie van de gang
van zaken. Daarbij horen ook een serieus sanctiebeleid van de dagopvang en
afspraken over een snelle reactie van de hulpdiensten bij incidenten. Op deze
wijze kan het beperkte risico worden verkleind en kan het vertrouwen ontstaan
dat wangedrag effectief wordt aangepakt. Dit zal bijdragen aan de vermindering
van het gevoel van onveiligheid.
119.3. Samenvatting: Een goede alternatieve locatie zou het Staalterrein
kunnen zijn omdat dat aan de rand van Delft gevestigd is. Ook het GGD gebouw
lijkt een goede optie omdat daar geen kinderen in de buurt spelen.
Antwoord: Het staalterrein
voldoet net zoals de locatie Nijverheidstraat aan het
afstandscriterium. De locatie
Nijverheidsstraat bevindt zich net zoals de locatie GGD in
een gevarieerd gebied met
diverse functies, zoals een winkelfunctie. Daarnaast vinden
er veel verkeersbewegingen in
de omgeving plaats. De locaties bevinden zich niet in
een omgeving die uitsluitend
de functie wonen kent.
Conclusie: Het college heeft
kennisgenomen van de opvatting van inspreker.
120. M.S. Zoetmulder
120.1. Samenvatting: De laatste vier voorgestelde locaties lijken ieder
beter te zijn dan de
twee eerder voorgestelde locaties. Ook hier zal de te verwachten
overlast niet gering
zijn voor omwonenden en bedrijven maar de impact zal minder groot zijn.
Antwoord: Alle zes de locaties voldoen aan de gestelde criteria en zijn
daarmee geschikt voor de functie van dagopvang.
Conclusie: Het college heeft kennisgenomen van de mening van inspreker.
120.2. Samenvatting: Deze locatie en de GGD locatie is het meest
centraal gelegen.
Deze locatie is wel even dichtbij het station als de eerder voorgestelde
Gasthuisplaats.
Antwoord: Het college kiest bewust voor een ligging in of nabij de
binnenstad, aangezien de doelgroep zich daar ophoudt en op deze wijze de
doelgroep bereikt kan worden. Paragraaf E V 'Ligging ten opzichte van de
binnenstad' gaat hier verder op in. Inspreker merkt terecht op dat de locaties
GGD en Nijverheidsstraat geografisch gezien centraal in de stad liggen. Het
afstandverschil tussen deze twee locaties is niet zodanig dat alleen vanwege dit
verschil de GGD boven de Nijverheidsstraat zou moeten prevaleren of andersom.
Conclusie: Het college heeft
kennisgenomen van de mening van inspreker.
??
??
??
??