Onderdeel G
Beantwoording Inspraak
Nieuwe Locatie Dagopvang Surinamestraat 1
G Locatie Surinamestraat 1
G Overzicht van alle insprekers
G 1 - R.H. Aengevaeren en A.P. Fondse
G 2 - T.A. Altorf
G 3 - Auto Hifi Corner BV (
M.J. Roseleur, Directeur)
G 4 - W. Baaij
G 5 - Bezwaarschrift/Handtekeningenactie bewoners Surinamestraat
G 6 - H.P. Bienfait
G 7 - P. Boersma
G 8 - P. van den Bosch
G 9 - P.A.J.M. van den Bosch
G 10 - J.J.M. Braat
G 11 - Fam. Broos
G 12 - C.C. Bruin van der Bosch
G 13 - Bruker AXS B.V. (E.R. Hovestreydt, Algemeen Directeur, P. van
Mastrigt, Financieel
Directeur, A. Benard, Directeur Productie).
G 14 - E.D. Butterman
G 15 - Chinees Acupunctuurcentrum Delft
G 16 - F.A.G. van Dam
G 17 - De Delftse Pauw BV (N.G. van Nieuwenhuijzen)
G 18 - Buurtvereniging Delftzicht (C. Elmendorp, voorzitter)
G 19 - C. Fetter en F. Norbruis
G 20 - K. Flach
G 21 - A. Gagesteijn
G 22 - A. van Gentevoort
G 23 - B.G.M. Glaser
G 24 - B. Gronheid
G 25 - E. de Groot
G 26 - R. Groot
G 27 - C.M. Gulden
G 28 - Van Haaren Vastgoed B.V. (P. Th. Van Haaren, p/o M. Neuteboom)
G 29 - D. Hartigan
G 30 - A. Heijne den Bak
G 31 - P. Hellinga
G 32 - J. Herman
G 33 - J.C.L. van 't Hoff en M.J.G. Bergeman
G 34 - A. Holster en N.H. Holster van Heemst
G 35 - E. Hovenkamp
G 36 - J.H. Idzes
G 37 - M. van IJzerloo
G 38 - A.I. Jansen
G 39 - E. Jansen
G 40 - J. Jansen-Tiluhink
G 41 - E. de Jong
G 42 - J.E.J. de Jong
G 43 - Dhr. Jutte
G 44 - A.A. van Kan
G 45 - A.A. Korpershoek
G 46 - A.J.M. Laene (namens appartementencomplex Delftweg 148 t/m 173;
26 bewoners)
G 47 - L. van der Lee en Zonen B.V., internationaal transportbedrijf (F.
van der Lee, directeur)
G 48 - L.M.A. Leys
G 49 - J.C. van der Linden
G 50 - A.C. Link Spindler
G 51 - J.W. van Loon
G 52 - M-advertising
G 53 - R. Manni
G 54 - J.B. Marée
G 55 - J.S.C. Marijnissen
G 56 - B.A. Marsman
G 57 - J.F. Middendorp en C.B. Middendorp-Teunissen
G 58 - A.M. de Moor
G 59 - A.P. Nauta
G 60 - A. Neuteboom
G 61 - T. Nijensteen
G 62 - P. van Opzeeland
G 63 - P. Ouwerkerk
G 64 - W. Overdijk
G 65 - J. Overes
G 66 - A. Pellemans
G 67 - A.M. Reijntjes
G 68 - J.P. de Roo
G 69 - J.J.M. Schreuder
G 70 - SGZ Gezondheid en Zorg (W. van Donselaar, huisarts en directeur)
G 71 - A. Sulsters en E. Sulsters-Molenaar
G 72 - J. Tak en C. Lem
G 73 - J. Tetteroo
G 74 - C.F. Trip
G 75 - C. van Tongeren en C.H. Betz
G 76 - H.M. van der Vegt en H. Oud
G 77 - R. van de Velde
G 78 - F.C. Verbeek
G 79 - P.H.J. Verhaar
G 80 - H. Verleg
G 81 - E.A.M. Verleg-Windmeijer
G 82 - L. Vermeer
G 83 - J.W. Verwoerd
G 84 - G.E. Visser
G 85 - V. en B. Voskuil (kapsalon)
G 86 - Stichting Bedrijventerrein Vrijenban
G 87 - F.H. Vrins
G 88 - P. Wanders
G 89 - M.M.C.G. Warmoeskerken
G 90 - K. en J. Witteveen
G Surinamestraat Algemeen
Een groot aantal van de ingekomen inspraakreacties betreft de volgende
onderwerpen:
I Doel maatschappelijke
opvang
II Verslavingsbeleid
III De doelgroep
IV Overlast en beheer
V Afstand tot binnenstad
VI Looproute
VII Effect op bedrijven in
de omgeving
VIII Planschade
Alvorens in te gaan op de individuele inspraakreacties wordt een
algemene reactie gegeven op voornoemde onderwerpen.
I Doel maatschappelijke opvang
Meerdere insprekers vragen zich af welke verantwoording de gemeente
inzake de dagopvang heeft.
De gemeente heeft volgens de Welzijnswet een zorgplicht,
maatschappelijke opvang en verslavingszorg maken hier onderdeel van uit. De
doelstelling van maatschappelijke opvang in Nederland is: Het bieden van
tijdelijk verblijf gekoppeld aan zorgverlening en begeleiding en/of het wegnemen
van crises.
Cliënten in de maatschappelijke opvang hebben meestal een combinatie van
psychische of psychiatrische problemen, relatieproblematiek, lichamelijk of
seksueel geweld, verslaving of financiële problemen. Het gaat niet alleen om
dak- en thuislozen maar ook om mishandelde vrouwen en hun kinderen. In Delft
wordt gestreefd naar een zorgketen (preventie, zorg, nazorg), een vraaggestuurd
en samenhangend aanbod en aandacht voor risicogroepen. Dit gebeurt onder andere
door herstructurering van de sector (fusie tussen de verschillende
opvangstichtingen) en samenwerking met andere partners (zoals politie,
maatschappelijk werk, verslavingszorg, GGZ, schuldhulpverlening, etc.). De
gemeente heeft hierin de regiefunctie en ontvangt een doeluitkering vanuit het
ministerie VWS. Op ambtelijk niveau vindt regelmatig afstemmingsoverleg plaats
tussen Den Haag, Leiden, Gouda, Zoetermeer en Delft.
In het gebied Delft, Westland, Oostland (DWO) houden vier instellingen
zich met dit werk bezig. Het gaat om vier instellingen van verschillende
grootte met ieder een eigen doelgroep. De Stichting Dienstencentrum over de
Brug is -gemeten naar het personeelsbestand- relatief klein in omvang. Voor het
Dienstencentrum biedt de herstructurering van de sector de mogelijkheid de plaats
in de keten en het aanbod voor cliënten te versterken en tegelijkertijd de
bedrijfsvoering denk aan personeelsbeleid en beheer van de accommodatie- te
professionaliseren. De vier betrokken instellingen werken op dit ogenblik aan
een gezamenlijke visie op de toekomst.
II Verslavingsbeleid
Nauw verbonden aan de maatschappelijke opvang is het verslavingsbeleid
van de gemeente Delft.
In de bezwaren wordt regelmatig gerefereerd aan de overlast van
verslaafden en de vraag wat de gemeente hieraan doet.
Het verslavingsbeleid richt zich op het tegengaan van verslaving en het
begeleiden van verslaafden, maar heeft daarmee ook een belangrijke
maatschappelijke functie als het gaat om terugdringen van overlast en
criminaliteit. De centrale doelstelling van het alcohol- en drugsbeleid is het
ontmoedigen van gebruik van genotmiddelen en het beperken van de risico's van
het gebruik voor de gebruiker zelf, diens omgeving en de maatschappij als
geheel.
Dit betekent dat:
- zoveel mogelijk startend gebruik moet worden tegengegaan en indien er
wordt gebruikt er voor te zorgen dat dit verstandig gebeurt (door middel van
preventie).
- aan verslaafden zorg verleend wordt waarbij gestreefd wordt naar
onthouding of gecontroleerd gebruik.
- gebruikers en verslaafden de aansluiting bij de maatschappij niet
verliezen dan wel weer terug krijgen (door middel van maatschappelijk herstel).
Parnassia biedt verslavingszorg aan in Delft. In de regio
Delft/Westland/Oostland bestaat een uitgebreid voorlichtingsprogramma rond
alcohol en drugs dat sterk op jongeren gericht is. Verslaving heeft niet alleen
medische- maar ook veel psychosociale aspecten in zich. Bij Dienstencentrum
over de Brug gaat het in de eerste plaats om dagopvang en niet om zorg.
Parnassia en het dienstencentrum verwijzen waar nodig aan elkaar door en
consulteren elkaar. Verder werkt het dienstencentrum samen met GGZ Delfland.
Mensen van het zogenaamde 'bemoeizorgteam' (waar ook Parnassia aan deelneemt)
komen regelmatig over de vloer voor consultatie en voor bepaalde bezoekers met
psychiatrische problematiek die ze in behandeling hebben genomen.
Ter indicatie hierbij een aantal cijfermatige gegevens betreffende de
bediening van de doelgroep:
- De dagopvang heeft ruim 50 tot 70 bezoekers per dag.
- Aan het zogenaamde 'veegproject' (dagbestedingsproject waarbij de
doelgroep straatvuil in de stad opruimt) werken drie maal per week vijf tot zes
gebruikers van de dagopvang mee.
- Het aantal drugsverslaafden in behandeling bij Parnassia bedraagt
ongeveer 200 personen.
- Het aantal alcoholverslaafden in behandeling bij Parnassia bedraagt
ongeveer 300 personen.
Van harddrugsverslaafden is bekend dat een deel van die groep zich
veelvuldig schuldig maakt aan crimineel gedrag. Delft heeft veel last van deze
zogeheten 'veelplegers'. Politie, justitie en gemeente maken veel werk van de
aanpak van deze groep.
In Delft kennen we het interventieteam voor groepen jongeren, die
overlast veroorzaken en soms (beginnend) crimineel gedrag vertonen. Het
interventieteam bestaat uit jongerenwerk en jeugdpolitie, wanneer nodig
aangevuld met medewerkers van Parnassia-verslavingszorg. Het is de taak van dit
team negatief groepsgedrag te doorbreken en individuele jongeren met problemen
weer op het goede spoor te krijgen. Voor jongeren die al herhaaldelijk
crimineel gedrag vertonen bestaat een intensieve 'doorstromersaanpak'.
De top-10 van veelplegers wordt door de politie onder toezicht gehouden.
In combinatie met strengere bestraffing van veelplegers houdt dit in dat het
steeds lastiger wordt om op straat het oude gedrag vol te houden. In 2005 wordt
gestart met het plaatsen van veelplegers op zogeheten
'rehabilitatie-trajecten'. Personen, die daartoe ook voldoende gemotiveerd
zijn, krijgen dan half jaar opname in een verslavingszorg-kliniek, gevolgd door
een half jaar intensieve begeleiding gericht op reïntegratie in de samenleving.
III De doelgroep
Insprekers spreken veelal over drugsverslaafden die gebruik maken van de
dagopvang.
De doelgroep van de dagopvang bestaat uit daklozen en alcohol- en
drugsverslaafden. De meeste bezoekers van het dienstencentrum hebben echter wel
een nachtverblijf; middels een kamer in onderhuur, het slapen bij verschillende
kennissen of via de nachtopvang op de Houttuinen. Redenen voor dakloosheid zijn
bijvoorbeeld oplopende schulden, uithuiszettingen, echtscheiding of het
beëindigen van detentie. Het betreft voor het overgrote deel Delftenaren. De
dagopvang geeft aan dat het aantal daklozen, onder invloed van de
laagconjunctuur, toeneemt.
Politie en de dagopvang geven aan geen aanzuigende werking van daklozen
of verslaafden uit Rotterdam of Den Haag te herkennen. Uit de gegevens van de
politie blijkt dat verslaafden uit Rotterdam en Den Haag per trein komen, in
Delft delicten plegen (o.a. zakkenrollerij) en daarna weer terugkeren naar de
plaats van herkomst.
Op dit moment werkt het dienstencentrum aan een bezoekersmonitor,
resultaten hiervan zullen naar verwachting gelijktijdig met de besluitvorming
worden gepresenteerd.
IV Overlast en beheer
Omwonenden en andere belanghebbenden vrezen dat de komst van het
dagopvangcentrum gepaard zal gaan met overlast en (een toename van)
criminaliteit. Men geeft daarbij aan dat de Surinamestraat in een
bedrijvengebied ligt met weinig sociale controle, zeker in de avond.
Het is hier van belang een onderscheid te maken naar overlast die in de
huidige situatie ervaren wordt en mogelijke risico's die samenhangen met de
eventuele komst van de dagopvang. Dat is van belang om te voorkomen dat alle
overlast die na een eventuele komst van de dagopvang optreedt, gaat worden
toegeschreven aan de bezoekers van de dagopvang. Het is ook van belang om bij
die komst te kunnen vaststellen wat in een buurt en aan/in complexen reeds aan
maatregelen is genomen om de door insprekers genoemde huidige overlast tegen te
gaan.
Het is zeker ook niet zo dat de overlastrisico's van de dagopvang
redelijkerwijs gelijk gesteld kunnen worden met de algemene problematiek van
criminaliteit en veiligheid. Zo wijken de criminaliteitscijfers in de omgeving
van de huidige locatie niet af van het algemene beeld in Delft.
Dat neemt overigens niet weg dat serieus gekeken moet worden naar de
mogelijke risico's van de komst van een dagopvangcentrum naar de
Surinamestraat. Voor iedere mogelijke locatie wordt een zogeheten
veiligheidsscan gemaakt, die een antwoord moet geven op de vijf volgende
vragen:
1. De mogelijkheid voor de politie en medewerkers van het centrum om
zicht te hebben op de doelgroep in de omgeving van het centrum,
2. de bereikbaarheid van het centrum voor hulpdiensten,
3. het hebben van voldoende sociale controle in de omgeving,
4. de aanwezigheid van functies met een (semi-)openbaar karakter in de
omgeving,
5. de aanwezigheid van functies met een eigen veiligheidsrisico in de
omgeving.
De resultaten van de veiligheidsscan zullen betrokken worden bij de
uiteindelijke keuze van een locatie. Zij kunnen echter ook een rol spelen bij
het maken van afspraken over de gang van zaken rond de eventuele vestiging van
de dagopvang.
Over de doelgroep kan het volgende worden gezegd. Gemiddeld wordt het
centrum per dag bezocht door ruim 50 tot 70 personen, in feite een betrekkelijk
kleine groep. Drugsverslaafden vormen een minderheid in de groep. Het gaat
verder over een dagopvangcentrum. De openingstijden zijn op dit ogenblik 10.30
tot 17.30 uur op werkdagen. De meeste bezoekers van het dienstencentrum hebben
wel een nachtverblijf; middels een kamer in onderhuur, het slapen bij
verschillende kennissen of via de nachtopvang op de Houttuinen.
De overlast die het huidige centrum veroorzaakt hangt vooral samen met
het niet hebben van een afgeschermde buitenruimte. Geregeld bevinden zich
daardoor groepjes buiten het pand, waar omwonenden overlast van ervaren. Een
nieuwe locatie voor het centrum is daarom alleen geschikt wanneer zich op de
locatie zelf een afgeschermde buitenruimte bevindt.
Overlast ontstaat ook op het moment dat iemand aan de voordeur
onenigheid krijgt over bijvoorbeeld de toegang tot het centrum. Om die reden is
in het programma van eisen meegenomen dat het centrum beschikt over een
toegangssluis achter de voordeur. Een voorziening die op de huidige locatie
niet aanwezig is.
Het aantal meldingen bij de politie betreffende overlast rond het
huidige centrum is de afgelopen jaren kijkend naar de politieregistratie zeer
beperkt geweest, deze bedraagt 45 over de periode 1998 tot heden.
Gezien de omvang en de samenstelling van de groep die het
dienstencentrum bezoekt, de aanpak rond buitenruimte en sluis en de ervaringen
van de laatste jaren is ons oordeel nu dat de risico's beperkt zijn.
Van belang is daarom de vraag of de risico's verder beperkt kunnen
worden en of er bij incidenten adequaat wordt gereageerd. De volgende elementen
zijn daarbij aan de orde.
Voorafgaand aan de komst van een centrum, maar zeker ook daarna, behoort
een structureel overleg tussen omwonenden/belanghebbenden, dagopvang, politie
en gemeente plaats te vinden om de gang van zaken in en om het centrum te
bespreken en waar nodig bij te sturen.
Dat overleg moet resulteren in afspraken over een regelmatig
buitentoezicht door medewerkers, stadswachten en politie, over een snelle
reactie op meldingen van overlast en criminaliteit in de omgeving van het
centrum en over passende maatregelen wanneer overlast of criminaliteit wordt
veroorzaakt door bezoekers van het centrum (bijv. het opzeggen van de toegang
tot het centrum, het niet kunnen aanhouden van een postadres bij het centrum of
het niet kunnen verkrijgen van een slaappas voor de nachtopvang). Ervaring uit
het verleden leert dat bezoekers zich ernstig getroffen voelen als ze toegang
tot de dagopvang ontzegd wordt. De bezoekers de dagopvang als een van de
weinige plekken beschouwen waar ze op adem kunnen komen. Zij niet er op uit
zijn de verhouding met de buurt te verstoren, omdat ze zich hiermee alleen maar
mee zelf in de vingers zullen snijden.
De APV (Algemene Plaatselijke Verordening) kent bepalingen die het
gebruik van alcohol in de binnenstad en samenscholen verbieden, waardoor
handhavers bij dergelijke overtredingen een formele grond voor hun optreden
hebben. Een alcoholverbod geldt sinds kort om dezelfde reden ook rond de
huidige vestiging van de dagopvang.
Er bestaat bij insprekers enige vrees dat bezoekers zich na
sluitingstijden ophouden rondom de dagopvang. Bij de locatie Surinamestraat
valt te denken aan specifieke maatregelen in het tegengaan van hangen aan de
waterzijde, zowel tijdens als na de openingsuren. De dagopvang is dagelijks
geopend van 11:00u tot 17:30u en vervult geen nachtopvangfunctie. De meeste
bezoekers van het dienstencentrum hebben wel een nachtverblijf; middels een
kamer in onderhuur, het slapen bij verschillende kennissen of via de
nachtopvang op de Houttuinen. Desalniettemin moet ervoor gewaakt worden dat
bezoekers zich voor en na sluitingstijd langdurig en in groten getale gaan
ophouden in de buurt van de dagopvang, bijvoorbeeld aan de waterzijde. Dat
houdt in dat voor de bezoekers van het centrum de regel moet gelden dat
hanggedrag in de omgeving van de dagopvang niet is toegestaan. In
beheerafspraken zou bijvoorbeeld opgenomen kunnen worden dat na sluitingstijd
een ronde gemaakt wordt om na te gaan of de bezoekers van het centrum het
bedrijventerrein inderdaad hebben verlaten.
Onze conclusie op het gebied van veiligheid is dat gezien de omvang en
de aard van de groep die het dienstencentrum bezoekt, de aanpak rond
buitenruimte en toegangssluis en de ervaringen van de laatste jaren de risico's
beperkt zijn. Dat neemt niet weg dat het belangrijk is structureel overleg te
hebben tussen gemeente, politie, de dagopvang, omwonenden en ondernemers. Dat
overleg moet leiden tot een beheerplan en regelmatige evaluatie van de gang van
zaken. Daarbij horen ook een serieus sanctiebeleid van de dagopvang en
afspraken over een snelle reactie van de hulpdiensten bij incidenten. Op deze
wijze kan het beperkte risico worden verkleind, moet ook het vertrouwen
ontstaan dat wangedrag wordt aangepakt, waardoor uiteindelijk het gevoel van
onveiligheid vermindert.
V Afstand tot binnenstad
Insprekers wijzen er op dat de afstand tot de binnenstad (Markt) groot
is, de locatie valt buiten de gestelde 1km-zone.
Om deze redenen heeft het college het criterium in of nabij de
binnenstad uitgewerkt in twee cirkels gelegen op respectievelijk 500 meter en 1
kilometer van de Markt. Bij de locatiekeuze zal ligging in het 500-metergebied
beter scoren dan ligging in het '500m -1 km' gebied. Door zowel de gemeenteraad
als insprekers is uitgesproken dat een geschikte locatie 'niet op een meter
hoeft af te kaatsen'. Dat is de reden dat het college die locaties die aan de
rand van de kilometerzone gelegen zijn, meegenomen heeft in de toetsing. Deze
redenering is van toepassing op de locatie Surinamestraat. In het
toetsingsdocument is aangegeven dat de locatie Surinamestraat net buiten de
1km-grens ligt.
Het college beschouwt ligging buiten de 1km-zone als een zwak punt van
deze locatie.
VI Looproute
Insprekers stellen dat bezoekers van het dienstencentrum door woongebied
heen moeten met mogelijke overlast voor bewoners als gevolg.
Het criterium looproute heeft betrekking op de meters die bezoekers van
het centrum door uitsluitend woongebied gaan. Omdat in dergelijke gebieden het
verkeer beperkt is tot bewoners- en bestemmingsverkeer zijn zicht op de
doelgroep en sociale controle relatief beperkt.
Voor de looproutes tussen de locatie Surinamestraat en de binnenstad is
deze situatie niet van toepassing. Weliswaar kennen verschillende routes een
sterke woonfunctie, maar zij worden alle gecombineerd met frequent verkeer van
personen naar of vanaf de binnenstad.
De totale lengte van de looproute Markt-Surinamestraat speelt een rol
bij de vergelijking van de mogelijke locaties. Daarbij geldt een grotere lengte
als een nadeel ten opzichte van andere locaties.
VII Effect op bedrijven in de omgeving
Insprekers verklaren dat de dagopvang een gevaar is voor de
bedrijvigheid in het gebied. Klanten en personeel kunnen worden afgeschrikt
door de doelgroep.
Wat onder paragraaf III is gezegd over overlast geldt ook voor de
omliggende bedrijven. Wanneer voldaan wordt aan de gestelde eisen ten aanzien
van gebouw en beheer acht het college het onwaarschijnlijk dat bedrijven schade
lijden als gevolg van de komst van de dagopvang.
Het college acht het daarbij wel van groot belang zo snel mogelijk na
een eventuele aanwijzing van deze locatie tot overleg met de omliggende
bedrijven te komen, in het bijzonder met het bedrijf dat in het beoogde pand is
gevestigd.
VIII Planschade
Insprekers vrezen dat de waarde van hun pand of de opbrengst van hun
onderneming zal dalen door de komst van de dagopvang en vragen zich af hoe de
gemeente omgaat met de planschade?
Voor de realisatie van de dagopvang moet een bestemmingsplanprocedure
gevolgd worden, aangezien de huidige bestemming maatschappelijke activiteiten
niet toestaat. Indien belanghebbenden menen schade te lijden als gevolg van het
wijzigen van het planologisch regime (de wijziging van het bestemmingsplan
onder andere door vrijstellingverlening op grond van artikel 19 van de Wet op
de Ruimtelijke Ordening), kunnen zij na de bestemmingsplanwijziging bij de
gemeenteraad een verzoek indienen om vergoeding van zogenoemde
"planschade" als bedoeld in artikel 49 van de Wet op de Ruimtelijke
Ordening. Dat verzoek moet worden ingediend op een planschadeformulier dat aan
de publiekbalie verkrijgbaar is. Een dergelijk verzoek wordt voor advies
voorgelegd aan een onafhankelijk adviesbureau, waarna het college van
burgemeester en wethouders een besluit neemt. Dat besluit is vatbaar voor
bezwaar en beroep.
G Beantwoording schriftelijke
reacties Surinamestraat 1
Toelichting op de beantwoording:
Omdat veel insprekers zich op dezelfde of vergelijkbare punten richten
wordt voor het antwoord vaak verwezen naar de algemene beantwoording. Hiermee
wordt voorkomen dat hetzelfde antwoord vaak moet worden gegeven, waardoor deze
nota onoverzichtelijk zou worden. Wij vragen hiervoor uw begrip.
1. - R.H. Aengevaeren en A.P. Fondse
1.1. Samenvatting: De gemeente moet uitwijken naar een locatie die
verder van het station gelegen is dan de GGD/Ambulancepost. De locatie moet
minimaal omwonenden belasten. Dit pleit voor Surinamestraat 1.
Antwoord/conclusie: Het college heeft kennisgenomen van de voorkeur van
de inspreker.
Gelijkluidende reactie
2. - T.A. Altorf
3. - Auto Hifi Corner BV ( M.J. Roseleur, Directeur)
Het bedrijf maakt als belanghebbende in het algemeen en als eigenaar van
een goed lopende zaak in mobiele telecommunicatie, auto hifi, navigatie, etc.
in het bijzonder, bezwaar tegen deze locatie. Het bedrijf ondersteunt zonder
beperkingen de standpunten die vanuit Stichting Bedrijventerrein Vrijenban zijn
ingediend.
3.1. Samenvatting: De vestiging zal de representatieve omgeving
aantasten, terwijl het bedrijf bewust heeft gekozen voor deze locatie i.v.m. de
rustige ligging van het pand op dit bedrijventerrein, passend bij de
uitstraling van het bedrijf. Klanten zullen hun nieuwe auto's niet meer willen
brengen i.v.m. mogelijke beschadigingen aangezien het bedrijf direct onder het
terras van de locatie is gelegen. Daardoor zal ook de overlast in de zaak bij
gebruik van het balkon enorm zijn.
Antwoord: Wanneer voldaan wordt aan de gestelde eisen ten aanzien van
gebouw en beheer (zie voor een meer uitgebreide reactie op dat punt de
paragraaf G IV 'Overlast en beheer') acht het college het onwaarschijnlijk dat
bedrijven in het gebied schade lijden als gevolg van de komst van de dagopvang.
Het bedrijf van inspreker neemt daarbij naar het oordeel van het college wel
een bijzondere plaats in. Met dit bedrijf wil het college direct na de eventuele
aanwijzing van deze locatie bespreken op welke wijze mogelijk nadelige gevolgen
van de komst van de dagopvang in hetzelfde complex kunnen worden vastgesteld en
opgevangen.
Conclusie: Het bedrijf van inspreker neemt naar het oordeel van het
college een bijzondere positie in. Direct na een eventuele aanwijzing van deze
locatie zal het college met inspreker in gesprek gaan.
3.2. Samenvatting: De vestiging betekent een verhoging van de
inbraakgevoeligheid aangezien er na 17.00 uur geen sociale controle meer is en
er veel donkere plekjes zijn om niet gezien te worden. Aangezien het bedrijf
een voor de doelgroep interessant product verkoopt verwacht men zowel overdag
als 's nachts winkeldiefstallen.
Antwoord: Voor de beantwoording van uw reactie in algemene zin verwijzen
we u naar paragraaf G IV 'Overlast en beheer'. Specifiek over hanggedrag na
sluitingstijd het volgende. De dagopvang is dagelijks geopend van 11:00u tot
17:30u en vervult geen nachtopvangfunctie. De meeste bezoekers van het
dienstencentrum hebben wel een nachtverblijf; middels een kamer in onderhuur,
het slapen bij verschillende kennissen of via de nachtopvang op de Houttuinen.
Desalniettemin moet ervoor gewaakt worden dat groepen bezoekers zich voor en na
sluitingstijd gaan ophouden in de buurt van de dagopvang, bijvoorbeeld aan de
waterzijde. Er valt te denken aan specifieke maatregelen in het tegengaan van
hangen aan de waterzijde, zowel tijdens als na de openingsuren. Daarnaast kan
gedacht worden aan het maken van een ronde na sluitingstijd om er zeker van te
zijn dat alle bezoekers het bedrijventerrein hebben verlaten.
Conclusie: Omdat het hier gaat om een centrum voor dagopvang en met een
aantal gerichte maatregelen kan worden voorkomen dat mensen na sluitingstijd op
het bedrijventerrein blijven hangen deelt het college de opvatting van
inspreker niet.
3.3. Samenvatting: Het terrein ligt naast het spoor vanwege de korte rit
met de tram.
Antwoord: De dagopvang vervult een functie voor bezoekers uit de regio
Delft, Westland en Oostland. Voor hen kan de tram een goede manier zijn het
centrum te bezoeken. Bezoekers uit (de richting) Den Haag/Rijswijk worden in
het centrum niet toegelaten. Het heeft voor hen dus ook geen zin zich in het
gebied te begeven. Het college is daarbij van mening dat de veiligheidsrisico's
in het stationsgebied en dergelijke risico's rond de tramhalte zeer sterk van
elkaar verschillen. Men kan er niet opgaan in de drukte, waardoor minder
gelegenheid tot crimineel gedrag bestaat.
Conclusie: Het college is niet met inspreker eens dat vanwege de
tramhalte een aanzuigende werking op mensen van buiten de regio zal ontstaan.
3.4. Samenvatting: Er is een groot brandgevaar vanwege de aanwezige
vuurwerkopslag van 10.000 kilo bij het bedrijf. De doelgroep zal het niet zo
nauw nemen met sigaretten peuken, etc. waardoor er brandgevaar ontstaat met
name ook in de verlate periode van de avond en de nacht, zonder sociale
controle.
Antwoord: De veiligheidseisen rond vuurwerkopslag zijn van dien aard dat
het uiterst onwaarschijnlijk mag worden geacht dat op de beschreven wijze een
vuurwerkontploffing kan ontstaan. De dagopvang is geopend op werkdagen van
11:00 tot 17:30. De meeste bezoekers van de dagopvang gaan na sluitingstijd
naar hun (tijdelijke) huis. Wat betreft mogelijke overlast na sluitingstijd
verwijzen wij u naar paragraaf G IV 'Overlast en beheer' van het algemene
gedeelte.
Conclusie: Het college ziet geen verband tussen de mogelijkheden van
vuurwerkopslag en de vestiging van de dagopvang.
3.5. Samenvatting: Gezien het bovenstaande concludeert men dat het
vestigen van de dagopvang op deze locatie verstrekkende economische en
financiële consequenties heeft, door de verhoogde financiële druk als gevolg
van de extra maatregelen en de omzetafname door negatieve uitstraling. Het bedrijf
stelt de gemeente aansprakelijk voor zowel materiele schade (beschadigingen aan
pand en auto's) als financiële gevolgen (diefstallen, extra beveiligingen voor
inbraak en overval, advocaat kosten en de winst derving waarbij het jaar 2004
als index genomen zal worden), als gevolg van de komst van deze groep.
Antwoord: Voor de beantwoording van deze reactie verwijzen wij u naar
paragraaf G VIII 'Planschade' van het algemene gedeelte en naar de reactie op
uw inspraak onder 3.1.
Conclusie: Bij de wijziging van het bestemmingsplan kunnen
belanghebbenden verzoeken om planschadevergoeding en direct aansluitend op een
eventuele aanwijzing van het pand waarin het bedrijf van inspreker is gevestigd
zal het college met inspreker bespreken op welke wijze mogelijk nadelige
gevolgen van de komst van de dagopvang in hetzelfde complex kunnen worden
vastgesteld en opgevangen. Verder heeft het college kennisgenomen van uw
aankondiging van juridische stappen
4. - W. Baaij
4.1. Samenvatting: Inspreker is voorstander van deze locatie omdat ze
verder van het station gelegen is en industriegebied is wat minder overlast zal
geven.
Conclusie: Het college heeft kennisgenomen van de voorkeur van de
inspreker.
5. - Bezwaarschrift/Handtekeningenactie bewoners Surinamestraat.
129 handtekeningen van bewoners uit de buurt.
5.1. Samenvatting: Insprekers maken bezwaar tegen deze locatie. Er is 's
avonds geen enkele sociale controle. Een locatie buiten het centrum zonder
sociale controle is de slechts denkbare keuze.
Antwoord: Voor de beantwoording van uw reactie in algemene zin verwijzen
we u naar paragraaf G IV 'Overlast en beheer'. Specifiek over hanggedrag na
sluitingstijd het volgende. De dagopvang is dagelijks geopend van 11:00u tot
17:30u en vervult geen nachtopvangfunctie. De meeste bezoekers van het
dienstencentrum hebben wel een nachtverblijf; middels een kamer in onderhuur,
het slapen bij verschillende kennissen of via de nachtopvang op de Houttuinen.
Desalniettemin moet ervoor gewaakt worden dat groepen bezoekers zich voor en na
sluitingstijd gaan ophouden in de buurt van de dagopvang, bijvoorbeeld aan de
waterzijde. Er valt te denken aan specifieke maatregelen in het tegengaan van
hangen aan de waterzijde, zowel tijdens als na de openingsuren. Daarnaast kan
gedacht worden aan het maken van een ronde na sluitingstijd om er zeker van te
zijn dat alle bezoekers het bedrijventerrein hebben verlaten.
Conclusie: Omdat het hier gaat om een centrum voor dagopvang en met een
aantal gerichte maatregelen kan worden voorkomen dat mensen na sluitingstijd op
het bedrijventerrein blijven hangen deelt het college de opvatting van
inspreker niet.
5.2. Samenvatting: De aanlooproutes gaan of over de brug of over het
Schiekanaal. Het zal daar niet meer veilig fietsen en wandelen zijn, met name voor
kinderen en ouderen. Het verstoren van deze route door drugsverslaafden is
onacceptabel. De vele gezinnen met jonge kinderen hebben bewust gekozen voor
deze wijk. De vestiging van een dagopvang in het aangrenzende kantorenwijkje
met de aanloop en uitwaai door de woonwijkjes is ongewenst.
Antwoord: Voor beantwoording van uw reactie verwijzen wij u naar
paragraaf G IV 'Overlast en beheer' van het algemene gedeelte. De directe
omgeving van de locatie Surinamestraat kent nauwelijks een woonfunctie. In de iets
wijdere omgeving liggen wel woonwijken, maar die zijn door de Reineveldbrug
afgescheiden van het gebied Surinamestraat. Het is wel denkbaar dat bezoekers
van het centrum gebruik zullen maken van de looproute Oostsingel, maar die
voert eerder langs dan door de woonwijk. Wij zien daardoor geen duidelijke
relatie tussen de dagopvang en spelende kinderen. Dat neemt niet weg dat het
wel degelijk van belang is ook uit een iets wijdere omgeving betrokkenheid te
hebben in het beheeroverleg rond het centrum.
Conclusie: Naar verwachting zal de doelgroep via de Reineveldbrug naar
de dagopvang komen. Omdat de dagopvang een kleinschalige voorziening is en
drugsgebruikers een minderheid van de bezoekers vormen en daarnaast door een
goede inrichting van de locatie en beheer van de omgeving de kans op overlast
en criminaliteit verder beperkt kan worden, kan -in objectieve zin- een
voldoende niveau van veiligheid bereikt worden. Dat neemt niet weg dat het
belangrijk is structureel overleg te hebben tussen gemeente, politie, de
dagopvang, omwonenden en ondernemers. Dat overleg moet leiden tot een
beheerplan en regelmatige evaluatie van de gang van zaken. Daarbij horen ook
een serieus sanctiebeleid van de dagopvang en afspraken over een snelle reactie
van de hulpdiensten bij incidenten. Op deze wijze kan het beperkte risico
worden verkleind, moet ook het vertrouwen ontstaan dat wangedrag wordt
aangepakt, waardoor uiteindelijk het gevoel van onveiligheid vermindert. Het
feit dat looproutes elkaar kunnen kruisen beschouwen wij niet als hinderlijk.
5.3. Samenvatting: Er zal waardedaling van onroerend goed plaatsvinden.
Antwoord: Voor de beantwoording van deze reactie verwijzen wij u naar
paragraaf G
VIII 'Planschade' van het algemene gedeelte.
Conclusie: Bij de wijziging van het bestemmingsplan kunnen
belanghebbenden verzoeken om planschadevergoeding.
5.4. Samenvatting: De huisartsengroepspraktijk buigt nu al onder de
overlast van de vele inbraken in de praktijk zelf en de geparkeerde auto's. De
klanten van de dagopvang kunnen daar voor overlast gaan zorgen. Na
sluitingstijd zullen vele klanten blijven hangen en voor overlast gaan zorgen.
Antwoord: Voor de beantwoording van deze reactie verwijzen wij u naar
paragraaf G IV 'Overlast en beheer' van het algemene gedeelte. Bij de locatie
Surinamestraat valt te denken aan specifieke maatregelen in het tegengaan van
hangende groepen aan de waterzijde, zowel tijdens als na de openingsuren. In
beheerafspraken zou bijvoorbeeld opgenomen kunnen worden dat na sluitingstijd
een ronde gemaakt wordt om na te gaan of de bezoekers van het centrum het
bedrijventerrein inderdaad hebben verlaten.
Conclusie: Gezien de omvang en de aard van de groep die het
dienstencentrum bezoekt, de aanpak rond buitenruimte en toegangssluis en de
ervaringen van de laatste jaren zijn de risico's beperkt. Dat neemt niet weg
dat het belangrijk is structureel overleg te hebben tussen gemeente, politie,
de dagopvang, omwonenden en ondernemers. Dat overleg moet leiden tot een
beheerplan en regelmatige evaluatie van de gang van zaken. Daarbij horen ook
een serieus sanctiebeleid van de dagopvang en afspraken over een snelle reactie
van de hulpdiensten bij incidenten. Op deze wijze kan het beperkte risico
worden verkleind, moet ook het vertrouwen ontstaan dat wangedrag wordt
aangepakt, waardoor uiteindelijk het gevoel van onveiligheid vermindert.
5.5. Samenvatting: De dagopvang zal niet het goede voorbeeld geven aan
de opgroeiende pubers van het om de hoek gelegen Mondriaan College.
Antwoord: Op zichzelf geldt ook voor de locatie van de
Mondriaan-Onderwijsgroep
wat in paragraaf IV 'Overlast en beheer' is gezegd. Mondriaan is ten
noorden van de
Surinamestraat gelegen. De doelgroep zal het centrum over het algemeen
juist uit de
zuidelijke richting bezoeken. Het college ziet daarom geen duidelijke
relatie tussen de
locatie Surinamestraat 1 en Het Mondriaan College.
De omgeving zal dan alleen kunnen zien dat bezoekers de locatie van het
centrum
betreden en weer verlaten. Het enkele feit dat bezoekers van het centrum
op die
manier zichtbaar zijn en looproutes van andere groepen kruisen
beschouwen wij niet
als hinderlijk. Dat neemt niet weg dat het risico van overlast aanwezig
blijft. Daarom
lijkt het ons wel van belang in het buurtoverleg Mondriaan te betrekken.
Conclusie: Het enkele feit dat bezoekers van het centrum op die manier
zichtbaar zijn
en looproutes van andere groepen kruisen beschouwen wij niet als
hinderlijk.
6. - H.P. Bienfait
6.1. Samenvatting: Inspreker maakt bezwaar tegen deze locatie omdat er
zeker na 17.00 uur geen sociale controle is. Na sluiting van de bedrijven 's
avonds is de buurt geheel verlaten. Men zal een onveilig gevoel hebben als men
na het overwerken het bedrijf zal verlaten.
Antwoord: Voor de beantwoording van uw reactie in algemene zin verwijzen
we u naar paragraaf G IV 'Overlast en beheer'. Specifiek over hanggedrag na
sluitingstijd het volgende. De dagopvang is dagelijks geopend van 11:00u tot
17:30u en vervult geen nachtopvangfunctie. De meeste bezoekers van het
dienstencentrum hebben wel een nachtverblijf; middels een kamer in onderhuur,
het slapen bij verschillende kennissen of via de nachtopvang op de Houttuinen.
Desalniettemin moet ervoor gewaakt worden dat groepen bezoekers zich voor en na
sluitingstijd gaan ophouden in de buurt van de dagopvang, bijvoorbeeld aan de
waterzijde. Er valt te denken aan specifieke maatregelen in het tegengaan van
hangen aan de waterzijde, zowel tijdens als na de openingsuren. Daarnaast kan
gedacht worden aan het maken van een ronde na sluitingstijd om er zeker van te
zijn dat alle bezoekers het bedrijventerrein hebben verlaten.
Conclusie: Omdat het hier gaat om een centrum voor dagopvang en met een
aantal gerichte maatregelen kan worden voorkomen dat mensen na sluitingstijd op
het bedrijventerrein blijven hangen deelt het college de opvatting van
inspreker niet.
6.2. Samenvatting: Er is een verhoging van de inbraakgevoeligheid van
panden en auto's, zowel overdag als 's avonds. Nu worden ook al regelmatig
auto's opengebroken.
Antwoord: Voor de beantwoording van deze reactie verwijzen wij u naar
paragraaf G IV 'Overlast en beheer' van het algemene gedeelte. Bij de locatie
Surinamestraat valt te denken aan specifieke maatregelen in het tegengaan van
hangende groepen aan de waterzijde, zowel tijdens als na de openingsuren. In
beheerafspraken zou bijvoorbeeld opgenomen kunnen worden dat na sluitingstijd
een ronde gemaakt wordt om na te gaan of de bezoekers van het centrum het
bedrijventerrein inderdaad hebben verlaten.
Conclusie: Gezien de omvang en de aard van de groep die het
dienstencentrum bezoekt, de aanpak rond buitenruimte en toegangssluis en de
ervaringen van de laatste jaren zijn de risico's beperkt. Dat neemt niet weg
dat het belangrijk is structureel overleg te hebben tussen gemeente, politie,
de dagopvang, omwonenden en ondernemers. Dat overleg moet leiden tot een
beheerplan en regelmatige evaluatie van de gang van zaken. Daarbij horen ook
een serieus sanctiebeleid van de dagopvang en afspraken over een snelle reactie
van de hulpdiensten bij incidenten. Op deze wijze kan het beperkte risico
worden verkleind, moet ook het vertrouwen ontstaan dat wangedrag wordt
aangepakt, waardoor uiteindelijk het gevoel van onveiligheid vermindert.
6.3. Samenvatting: Er is geen garantie vanuit de gemeente dat er geen
overlast zal zijn.
Antwoord: De gemeente kan niet de garantie geven dat er geen overlast
is. Wel zal de gemeente proberen om overlast zoveel mogelijk te voorkomen. Voor
de verdere beantwoording van uw reactie verwijzen wij u naar paragraaf IV
´Overlast en beheer´ van het algemene gedeelte.
Conclusie: Gezien de omvang en de aard van de groep die het
dienstencentrum bezoekt, de aanpak rond buitenruimte en toegangssluis en de
ervaringen van de laatste jaren zijn de risico's beperkt. Dat neemt niet weg
dat het belangrijk is structureel overleg te hebben tussen gemeente, politie,
de dagopvang, omwonenden en ondernemers. Dat overleg moet leiden tot een
beheerplan en regelmatige evaluatie van de gang van zaken. Daarbij horen ook
een serieus sanctiebeleid van de dagopvang en afspraken over een snelle reactie
van de hulpdiensten bij incidenten. Op deze wijze kan het beperkte risico
worden verkleind, moet ook het vertrouwen ontstaan dat wangedrag wordt
aangepakt, waardoor uiteindelijk het gevoel van onveiligheid vermindert.
6.4. Samenvatting: De dagopvang voldoet niet aan het huidige
bestemmingsplan.
Antwoord: Om de dagopvang te realiseren moet het bestemmingsplan
gewijzigd worden, het college zal hiervoor een bestemmingsplanprocedure moeten
starten.
Conclusie: Om de dagopvang te huisvesten moet een
bestemmingsplanprocedure worden gevolgd.
6.5. Samenvatting: Er zal een aanzuigende werking optreden vanuit Den
Haag door de ligging dichtbij tramlijn 1.
Antwoord: De dagopvang vervult een functie voor bezoekers uit de regio
Delft, Westland en Oostland. Voor hen kan de tram een goede manier zijn het
centrum te bezoeken. Bezoekers uit (de
richting) Den Haag/Rijswijk worden in het centrum niet toegelaten. Het heeft
voor hen dus ook geen zin zich in het gebied te begeven. Het college is daarbij
van mening dat de veiligheidsrisico's in het stationsgebied en dergelijke
risico's rond de tramhalte zeer sterk van elkaar verschillen. Men kan er niet
opgaan in de drukte, waardoor minder gelegenheid tot crimineel gedrag bestaat. Conclusie: Het college is niet met inspreker
eens dat vanwege de tramhalte een aanzuigende werking op mensen van buiten de
regio zal ontstaan.
7. - P. Boersma
7.1. Samenvatting: Mits strenge beheersmaatregelen worden toegepast en
naast reeds bestaande beveiligingsmiddelen kan deze locatie geschikt worden
geacht. Het terrein ligt op een industrieterrein maar op loopafstand van de
binnenstad.
Antwoord: Het college kan zich vinden in de reactie van de inspreker.
Conclusie: Het college kan zich vinden in de reactie van de inspreker.
7.2. Een locatie, uit de directe nabijheid van het stationsgebied, zoals
de Surinamestraat zou moeten prevaleren boven een locatie naast het station
(zoals het GGD-gebouw).
Antwoord: Het college heeft ten aanzien van de ligging tot het station
het criterium gehanteerd dat een locatie ongeschikt is wanneer deze in het open
stationsgebied gelegen is (dit gebied is gemarkeerd op de kaart aangegeven'.
Locaties die in een cirkel rondom dit gebied gelegen zijn, worden niet als
ongeschikt beschouwd, maar de ligging tot het station vormt wel een zwak punt
van de locatie.
Op basis van de resultaten vanuit de inspraak, de veiligheidsscan en het
(bouwkundig) haalbaarheidsonderzoek zal de uiteindelijke weging tussen locaties
worden gemaakt.
Conclusie: Het college heeft kennisgenomen van de voorkeur van de
inspreker.
8. - P. van den Bosch
Inspreker is eigenaar van het pand Surinamestraat 3 en 3a. Inspreker
ondersteunt zonder beperkingen de standpunten die vanuit Stichting
Bedrijventerrein Vrijenban zijn ingediend.
8.1. Samenvatting: De gemeente voldoet niet aan de door haarzelf
opgestelde eis van een afstand tot het centrum van maximaal 1000 meter. De
afstand tot deze locatie is 1600 meter (minimaal 20 minuten lopen).
Antwoord: Voor de beantwoording van deze reactie verwijzen wij u naar
paragraaf G
V 'Afstand tot binnenstad' en paragraaf G VI van het algemene gedeelte.
Conclusie: Door zowel de gemeenteraad als insprekers is uitgesproken dat
een geschikte locatie 'niet op een meter hoeft af te kaatsen'. Dat is de reden
dat het college die locaties die aan de rand van de kilometerzone gelegen zijn,
meegenomen heeft in de toetsing. Deze redenering is van toepassing op de
locatie Surinamestraat. In het toetsingsdocument is aangegeven dat de locatie
Surinamestraat net buiten de 1km-grens ligt. Het college beschouwt ligging
buiten de 1km-zone als een zwak punt van deze locatie. De totale lengte van de
looproute Markt-Surinamestraat speelt een rol bij de vergelijking van de
mogelijke locaties. Daarbij geldt een grotere lengte als een nadeel ten
opzichte van andere locaties.
8.2. Samenvatting: Als direct belanghebbende voorziet de eigenaar
waardevermindering van zijn pand; huurwaardedaling c.q. leegstand van het pand
en extra kosten om het pand vergaand te beveiligen. Inspreker laat op voorhand
weten dat hij de gemeente aansprakelijk zal stellen voor alle voornoemde
economische schade die de eigenaar zal leiden door vestiging van de dagopvang
op deze locatie.
Antwoord: Voor de beantwoording van deze reactie verwijzen wij u naar
paragraaf G
VIII 'Planschade' van het algemene gedeelte.
Conclusie: Bij de wijziging van het bestemmingsplan kunnen
belanghebbenden verzoeken om planschadevergoeding.
9. - P.A.J.M. van den Bosch
9.1. Samenvatting: De loopafstand bedraagt1600 meter en valt daarmee af.
Antwoord: Voor de beantwoording van deze reactie verwijzen wij u naar
paragraaf G V 'Afstand tot binnenstad' van het algemene gedeelte.
Conclusie: Door zowel de gemeenteraad als insprekers is uitgesproken dat
een geschikte locatie 'niet op een meter hoeft af te kaatsen'. Dat is de reden
dat het college die locaties die aan de rand van de kilometerzone gelegen zijn,
meegenomen heeft in de toetsing. Deze redenering is van toepassing op de
locatie Surinamestraat. In het toetsingsdocument is aangegeven dat de locatie
Surinamestraat net buiten de 1km-grens ligt. Het college beschouwt ligging
buiten de 1km-zone als een zwak punt van deze locatie.
De totale lengte van de looproute Markt-Surinamestraat speelt een rol
bij de vergelijking van de mogelijke locaties. Daarbij geldt een grotere lengte
als een nadeel ten opzichte van andere locaties.
10. - J.J.M. Braat
10.1. Samenvatting: Inspreker is voorstander van deze locatie omdat er
geen woonwijk in de directe omgeving aanwezig is.
Antwoord: Een van de criteria van het toetsen van mogelijke locaties
betrof het criterium dat een locatie niet in uitsluitend woongebied gelegen
moet zijn. De zes locaties die ter inspraak zijn voorgelegd voldoen aan dit
criterium.
Op basis van de resultaten vanuit de inspraak, de veiligheidsscan en het
(bouwkundig) haalbaarheidsonderzoek zal de uiteindelijke weging tussen locaties
worden gemaakt.
Conclusie: Het college heeft kennisgenomen van de voorkeur van de
inspreker.
11. - Fam. Broos
11.1. Samenvatting: Inspreker maakt bezwaar tegen deze locatie omdat er
veel kleine
kinderen in de buurt wonen die veilig buiten moeten kunnen spelen. Dit
komt in het
gedrang als daklozen en verslaafden via de wijk naar de dagopvang lopen
en mogelijk
gaan rondhangen in de wijk. Er is een kans op toename van kleine
criminaliteit (auto-inbraken, etc.). Dit is niet wenselijk.
Antwoord: Voor beantwoording van uw reactie verwijzen wij u naar
paragraaf G IV 'Overlast en beheer' van het algemene gedeelte. De directe
omgeving van de locatie Surinamestraat kent nauwelijks een woonfunctie. In de
iets wijdere omgeving liggen wel woonwijken, maar die zijn door de
Reineveldbrug afgescheiden van het gebied Surinamestraat. Het is wel denkbaar
dat bezoekers van het centrum gebruik zullen maken van de looproute Oostsingel,
maar die voert eerder langs dan door de woonwijk. Wij zien daardoor geen
duidelijke relatie tussen de dagopvang en spelende kinderen. Dat neemt niet weg
dat het wel degelijk van belang is ook uit een iets wijdere omgeving betrokkenheid
te hebben in het beheeroverleg rond het centrum.
Conclusie: Naar verwachting zal de doelgroep via de Reineveldbrug naar
de dagopvang komen. Omdat de dagopvang een kleinschalige voorziening is en
drugsgebruikers een minderheid van de bezoekers vormen en daarnaast door een
goede inrichting van de locatie en beheer van de omgeving de kans op overlast
en criminaliteit verder beperkt kan worden, kan -in objectieve zin- een
voldoende niveau van veiligheid bereikt worden. Dat neemt niet weg dat het belangrijk
is structureel overleg te hebben tussen gemeente, politie, de dagopvang,
omwonenden en ondernemers. Dat overleg moet leiden tot een beheerplan en
regelmatige evaluatie van de gang van zaken. Daarbij horen ook een serieus
sanctiebeleid van de dagopvang en afspraken over een snelle reactie van de
hulpdiensten bij incidenten. Op deze wijze kan het beperkte risico worden
verkleind, moet ook het vertrouwen ontstaan dat wangedrag wordt aangepakt,
waardoor uiteindelijk het gevoel van onveiligheid vermindert. Het feit dat
looproutes elkaar kunnen kruisen beschouwen wij niet als hinderlijk.
12. - C.C. Bruin van der Bosch
12.1. Samenvatting: Inspreker sluit zich aan bij de argumenten van dhr.
F. Vrins (zie inspraak onder nummer 87) en maakt bezwaar tegen deze locatie. Er
is al vijf keer ingebroken. Inspreker is alleenstaand en op hoge leeftijd en
woont pal achter de beoogde locatie.
Antwoord: Voor de beantwoording van deze reactie verwijzen wij u naar
paragraaf G IV 'Overlast en beheer' van het algemene gedeelte. Bij de locatie
Surinamestraat valt te denken aan specifieke maatregelen in het tegengaan van
hangende groepen aan de waterzijde, zowel tijdens als na de openingsuren. In
beheerafspraken zou bijvoorbeeld opgenomen kunnen worden dat na sluitingstijd een
ronde gemaakt wordt om na te gaan of de bezoekers van het centrum het
bedrijventerrein inderdaad hebben verlaten.
Conclusie: Gezien de omvang en de aard van de groep die het
dienstencentrum bezoekt, de aanpak rond buitenruimte en toegangssluis en de ervaringen
van de laatste jaren zijn de risico's beperkt. Dat neemt niet weg dat het
belangrijk is structureel overleg te hebben tussen gemeente, politie, de
dagopvang, omwonenden en ondernemers. Dat overleg moet leiden tot een
beheerplan en regelmatige evaluatie van de gang van zaken. Daarbij horen ook
een serieus sanctiebeleid van de dagopvang en afspraken over een snelle reactie
van de hulpdiensten bij incidenten. Op deze wijze kan het beperkte risico
worden verkleind, moet ook het vertrouwen ontstaan dat wangedrag wordt
aangepakt, waardoor uiteindelijk het gevoel van onveiligheid vermindert.
13. - Bruker AXS B.V. (E.R. Hovestreydt, Algemeen Directeur, P. van
Mastrigt, Financieel
Directeur, A. Benard, Directeur Productie).
Het bedrijf maakt als belanghebbende in het algemeen en als werkgever
van meer dan 40 werknemers in het bijzonder, bezwaar tegen deze locatie. Het
bedrijf ondersteunt zonder beperkingen de standpunten die vanuit Stichting
Bedrijventerrein Vrijenban zijn ingediend.
13.1. Samenvatting: De vestiging zal de representatieve omgeving
aantasten, terwijl het
bedrijf bij vestiging nadrukkelijk heeft gezocht naar een
representatieve omgeving, passend bij de uitstraling van het bedrijf. Er zal
een negatief beeld ontstaan voor de nationale en internationale klanten. Ook
vestigt het de aandacht op een internationaal toch al omstreden drugsbeleid.
Antwoord: Wanneer voldaan wordt aan de gestelde eisen ten aanzien van
gebouw en beheer (zie voor een meer uitgebreide reactie op dat punt de
paragraaf G IV 'Overlast en beheer') acht het college het onwaarschijnlijk dat
bedrijven schade lijden als gevolg van de komst van de dagopvang.
Het college acht het daarbij wel van groot belang zo snel mogelijk na
een eventuele aanwijzing van deze locatie tot overleg met de omliggende
bedrijven te komen, in het bijzonder met het bedrijf dat in het beoogde pand is
gevestigd.
Conclusie: Het geheel overziend kan nu naar ons oordeel niet gezegd
worden dat de komst van het centrum tot een verslechtering van het (economisch)
klimaat in het betrokken deel van de stad zal leiden.
13.2. Samenvatting: De vestiging betekent een verhoging van de
inbraakgevoeligheid.
Overdag is er vrije toegang tot het binnenterrein en het pand, de
binnenplaats is zeer uitnodigend (grote tuin, tafeltennis, bankjes). Dit zal
resulteren in een verhoging van de kosten van de bewaking en benodigde
aanpassingen.
Antwoord: Voor de beantwoording van deze reactie verwijzen wij u naar
paragraaf G IV 'Overlast en beheer' van het algemene gedeelte. Bij de locatie
Surinamestraat valt te denken aan specifieke maatregelen in het tegengaan van
hangende groepen aan de waterzijde, zowel tijdens als na de openingsuren. In
beheerafspraken zou bijvoorbeeld opgenomen kunnen worden dat na sluitingstijd
een ronde gemaakt wordt om na te gaan of de bezoekers van het centrum het
bedrijventerrein inderdaad hebben verlaten.
Conclusie: Gezien de omvang en de aard van de groep die het
dienstencentrum bezoekt, de aanpak rond buitenruimte en toegangssluis en de
ervaringen van de laatste jaren zijn de risico's beperkt. Dat neemt niet weg
dat het belangrijk is structureel overleg te hebben tussen gemeente, politie,
de dagopvang, omwonenden en ondernemers. Dat overleg moet leiden tot een
beheerplan en regelmatige evaluatie van de gang van zaken. Daarbij horen ook
een serieus sanctiebeleid van de dagopvang en afspraken over een snelle reactie
van de hulpdiensten bij incidenten. Op deze wijze kan het beperkte risico
worden verkleind, moet ook het vertrouwen ontstaan dat wangedrag wordt aangepakt,
waardoor uiteindelijk het gevoel van onveiligheid vermindert.
13.3. Samenvatting: Het vestigen van de dagopvang op deze locatie zal
verstrekkende
economische en financiële consequenties hebben. Door de verhoogde
financiële druk als gevolg van de extra maatregelen en de omzetafname door
negatieve uitstraling kan het bedrijf niet langer garant staan voor een behoud
van arbeidsplaatsen op middel en lange termijn. Reeds op voorhand verzoekt het
bedrijf om een vergoeding van de gemaakte kosten van o.a. rechtsbijstand en zal
men de gemeente aansprakelijk stellen voor eventuele schade aan, of
waardevermindering van eigendommen in relatie met de vestiging van de dagopvang
op deze locatie.
Antwoord: Voor de beantwoording van deze reactie verwijzen wij u naar paragraaf
G VIII 'Planschade' van het algemene gedeelte.
Conclusie: Bij de wijziging van het bestemmingsplan kunnen
belanghebbenden verzoeken om planschadevergoeding. Het college heeft verder
kennisgenomen van uw aankondiging van juridische stappen.
14. - E.D. Butterman
14.1. Samenvatting: Inspreker is voorstander van deze locatie (zonder
toelichting).
Antwoord/conclusie: Het college heeft kennisgenomen van de voorkeur van
de inspreker.
15. - Chinees Acupunctuurcentrum Delft
15.1. Samenvatting: Inspreker is van mening dat dit de enige goede
locatie is aangezien
het ver van het centrum is gelegen.
Antwoord: De doelgroep is -ook in Delft- sterk geneigd de binnenstad op te zoeken. De redenen daarvoor
zijn divers. De drukte biedt gebruikers of mensen zonder vaste verblijfplaats
meer de anonimiteit dan een woonwijk en biedt ook een omgeving waarin aan de
middelen kan worden gekomen om in de verslaving te voorzien. In de Delftse
binnenstad zijn dan ook meerdere plekken waar daklozen/verslaafden elkaar
ontmoeten.
Om zoveel mogelijk mensen uit de doelgroep te kunnen trekken moet het
dienstencentrum in of nabij die binnenstad gelegen zijn. Meer afstand leidt tot
een hogere drempel voor (even) een bezoek aan het centrum. Daardoor zullen meer
mensen blijven rondhangen in de binnenstad en ontstaat het risico van meer
overlast.
Tegelijkertijd is de doelgroep dan minder in beeld bij de medewerkers
van het dienstencentrum, kan er minder begeleiding geboden worden en neemt men
minder deel aan de geboden activiteiten.
Conclusie: Het college heeft kennisgenomen van de voorkeur van de
inspreker.
16. - F.A.G. van Dam
16.1. Samenvatting: Inspreker geeft de voorkeur aan de locatie op de
Surinamestraat
aangezien er geen woningen maar alleen bedrijven in de directe omgeving
gevestigd
zijn. Kinderen en bewoners zullen daardoor niet direct geconfronteerd
worden met
daklozen en verslaafden.
Antwoord: De weging tussen deze locaties zal plaatsvinden op basis van
de resultaten van de inspraak, de veiligheidsscan en het (bouwkundig) haalbaarheidsonderzoek.
Conclusie: Het college heeft kennisgenomen van de voorkeur van de
inspreker.
16.2. Samenvatting: Positief is ook dat in de buurt van deze locatie een
gezondheidscentrum is gevestigd waar de daklozen en verslaafden met
eventuele
problemen terecht kunnen.
Antwoord: Bij gereedkomen van de nieuwbouw van het gezondheidscentrum
bij de Bieslandhof verhuist het gezondheidscentrum vanuit de Surinamestraat
daar naartoe.
Conclusie: Het veronderstelde voordeel doet zich al snel niet meer voor.
17. - De Delftse Pauw BV (N.G. van Nieuwenhuijzen)
Insprekers onderschrijven het bezwaarschrift dat vanuit de Stichting
Bedrijventerrein Vrijenban is ingediend.
17.1. Samenvatting: Inspreker maakt bezwaar tegen deze locatie omdat ze
is gelegen langs een van de meest toeristische routes in Delft. Deze route
verbindt de Delftse Pauw met de Nieuwe/Oude Kerk en is de route richting
centrum. Het is belangrijk dat
toeristen ontvangen worden in een representatieve omgeving zodat een
positief beeld
gevormd wordt van de stad. Indien de dagopvang op deze locatie komt, zal
een
negatief beeld ontstaan bij de bezoekers. De toeristen die te voet uit
Delft komen,
zullen dezelfde route lopen als de bezoekers van de dagopvang. De
vestiging van de dagopvang aan de Surinamestraat zal negatief uitpakken voor
Delft en haar imago met alle gevolgen van dien.
Antwoord: Op zichzelf geldt ook voor het toerisme en de Delftse Pauw in
het bijzonder
wat in paragraaf IV 'Overlast en beheer' is gezegd.
Daarbij komt dat de Delftse Pauw gevestigd is op het adres Delftweg 133.
Dat is een
aantal honderden meters ten noorden van de Surinamestraat. De doelgroep
zal het
centrum over het algemeen juist uit de zuidelijke richting bezoeken. Het
college ziet
daarom geen duidelijke relatie tussen de locatie Surinamestraat 1 en de
Delftse Pauw.
De mogelijkheid bestaat dat bezoekers van de Delftse Pauw bezoekers van
de
dagopvang zien of dat zij elkaars looproute kruisen. Dat enkele feit
beschouwen wij
niet als hinderlijk. Dat neemt niet weg dat het risico van overlast
aanwezig blijft.
Daarom lijkt het ons wel van belang in het buurtoverleg de Delftse Pauw
te betrekken
Conclusie: Het geheel overziend kan nu naar ons oordeel niet gezegd
worden dat de komst van het centrum tot een verslechtering van het (toeristisch)
klimaat in het betrokken deel van de stad zal leiden.
18. - Buurtvereniging Delftzicht (C. Elmendorp, voorzitter)
18.1. Samenvatting: De buurtvereniging noemt deze locatie als
alternatief voor de
GGD/Ambulancepost vanwege:
* Enkel bedrijven met hekken.
* Te ver van het station om een aanzuigende werking te hebben.
* Het veiligheidsgevoel wordt teruggegeven aan de mensen rondom de
Koepoortbrug.
* Geen druk op een woonwijk.
* Behoud van lichamelijke en geestelijke gezondheid van spelende
kinderen.
* Geen achteruitgang/verpaupering van bovengenoemde wijken doordat
aanzuigende werking niet optreedt.
* Geen toename van uitkeringsgerechtigden die ook op het budget van de
gemeente Delft drukken.
* Behoud van een mooi visitekaartje van Delft voor de toeristen per
(fiets) boot en Porceleyne Fles bezoekers alsmede de architectuurliefhebbers.
* Behoud van welkom aan de nieuwe inwoners van Delft in de in aanbouw
zijnde wijk.
* Geen ongewenste toename van criminaliteit en ordehandhaving.
* Toch voldoen aan de regio (welzijns-) zorgtaak zonder dat het ten
koste gaat van het welzijn van de inwoners van Delft.
Antwoord: Bij de uiteindelijke keuze van een locatie weegt het college
de inspraakreacties, de veiligheidsscans en de bouwkundige
haalbaarheidsonderzoeken tegen elkaar af. Daarop wil het college nu niet
vooruitlopen.
Conclusie: Het college heeft kennisgenomen van de voorkeur van inspreker
en de argumenten waarop die keuze is gebaseerd.
19. - C. Fetter en F. Norbruis
19.1. Samenvatting: Insprekers hebben een aantal bezwaren tegen de
locatiekeuze
Surinamestraat. De locatie ligt zeer dichtbij twee haltes van tramlijn
1. Dat is niet
wenselijk vanwege de aanzuigende werking van bezoekers uit Den Haag en
Rijswijk.
Antwoord: De dagopvang vervult een functie voor bezoekers uit de regio
Delft, Westland en Oostland. Voor hen kan de tram een goede manier zijn het
centrum te bezoeken. Bezoekers uit (de richting) Den Haag/Rijswijk worden in
het centrum niet toegelaten. Het heeft voor hen dus ook geen zin zich in het
gebied te begeven. Het college is daarbij van mening dat de veiligheidsrisico's
in het stationsgebied en dergelijke risico's rond de tramhalte zeer sterk van
elkaar verschillen. Men kan er niet opgaan in de drukte, waardoor minder
gelegenheid tot crimineel gedrag bestaat.
Conclusie: Het college is niet met inspreker eens dat vanwege de
tramhalte een aanzuigende werking op mensen van buiten de regio zal ontstaan.
19.2. Samenvatting: De locatie voldoet niet aan het criterium van veel
verschillende functies in het straatbeeld aangezien het gelegen is op een
bedrijventerrein waar weinig doorstroming en sociale controle is.
Antwoord: Voor de beantwoording van uw reactie in algemene zin verwijzen
we u naar paragraaf G IV 'Overlast en beheer'. Specifiek over hanggedrag na
sluitingstijd het volgende. De dagopvang is dagelijks geopend van 11:00u tot
17:30u en vervult geen nachtopvangfunctie. De meeste bezoekers van het
dienstencentrum hebben wel een nachtverblijf; middels een kamer in onderhuur,
het slapen bij verschillende kennissen of via de nachtopvang op de Houttuinen.
Desalniettemin moet ervoor gewaakt worden dat groepen bezoekers zich voor en na
sluitingstijd gaan ophouden in de buurt van de dagopvang, bijvoorbeeld aan de
waterzijde. Er valt te denken aan specifieke maatregelen in het tegengaan van
hangen aan de waterzijde, zowel tijdens als na de openingsuren. Daarnaast kan
gedacht worden aan het maken van een ronde na sluitingstijd om er zeker van te
zijn dat alle bezoekers het bedrijventerrein hebben verlaten.
Conclusie: Omdat het hier gaat om een centrum voor dagopvang en met een
aantal gerichte maatregelen kan worden voorkomen dat mensen na sluitingstijd op
het bedrijventerrein blijven hangen deelt het college de opvatting van de
inspreker niet.
19.3. Samenvatting: De aanvoerroute naar de locatie is onduidelijk. De
gemeente gokt
op een aanvoerroute over de Reineveldbrug maar dat is zeer de vraag. Het
is goed
mogelijk dat de bezoekers van de dagopvang de route langs het water door
de
woonwijken kiezen en dat is onwenselijk.
Antwoord: Voor de beantwoording van deze reactie verwijzen wij u naar
paragraaf G
VI 'Looproute' van het algemene gedeelte.
Conclusie: De looproutes tussen de locatie Surinamestraat en de
binnenstad gaan
niet door uitsluitend woonomgeving. De verschillende routes kennen wel
een sterke
woonfunctie, maar zij worden alle gecombineerd met frequent verkeer van
personen
naar of vanaf de binnenstad. De totale lengte van de looproute
Markt-Surinamestraat
speelt een rol bij de vergelijking van de mogelijke locaties. Daarbij
geldt een grotere
lengte als een nadeel ten opzichte van andere locaties.
19.4. Samenvatting: Het is onwenselijk indien de bezoekers langdurig
gebruik gaan maken van de bankjes langs het water. Het plantsoen aan de
Soendastraat is nu een veilige speelplek voor de kleine kinderen in de buurt
waar ook twee uitnodigende bankjes staan.
Antwoord: Voor de beantwoording van deze reactie verwijzen wij u naar
paragraaf G IV 'Overlast en beheer' van het algemene gedeelte. Bij de locatie
Surinamestraat valt te denken aan specifieke maatregelen in het tegengaan van
hangende groepen aan de waterzijde, zowel tijdens als na de openingsuren. In
beheerafspraken zou bijvoorbeeld opgenomen kunnen worden dat na sluitingstijd
een ronde gemaakt wordt om na te gaan of de bezoekers van het centrum het
bedrijventerrein inderdaad hebben verlaten. Naar verwachting zal de doelgroep
zich met name via de Reineveldbrug richting de binnenstad begeven en in mindere
mate via de Oostsingel.
Conclusie: Gezien de omvang en de aard van de groep die het
dienstencentrum bezoekt, de aanpak rond buitenruimte en toegangssluis en de
ervaringen van de laatste jaren zijn de risico's beperkt. Dat neemt niet weg
dat het belangrijk is structureel overleg te hebben tussen gemeente, politie,
de dagopvang, omwonenden en ondernemers. Dat overleg moet leiden tot een
beheerplan en regelmatige evaluatie van de gang van zaken. Daarbij horen ook
een serieus sanctiebeleid van de dagopvang en afspraken over een snelle reactie
van de hulpdiensten bij incidenten. Op deze wijze kan het beperkte risico
worden verkleind, moet ook het vertrouwen ontstaan dat wangedrag wordt
aangepakt, waardoor uiteindelijk het gevoel van onveiligheid vermindert.
19.5. Samenvatting: De hierboven genoemde bezwaren zijn ingegeven door
onwetendheid en angst. Insprekers vinden het vreemd dat de omwonenden de kans
krijgen in te spreken, maar niet zijn geïnformeerd over wat deze dagopvang in
gaat houden. Men heeft gemerkt dat buurtbewoners hier onzeker van worden.
Antwoord: Het college is het met de inspreker eens dat informatie
verschaffen over de doelgroep en de rol van de dagopvang essentieel is om een
juiste beeldvorming te creëren. Gedurende het gehele proces heeft de gemeente
getracht informatie te verstrekken door onder andere twee open middagen te
organiseren, presentatie van het bestuur van de dagopvang tijdens de
informatie- en inspraakavond, informatie in de speciale editie van de
Stadskrant of op de website. Gezien het aantal vragen dat hierover wordt
gesteld, is het dienstencentrum bezig met een bezoekersmonitor, deze zal
gelijktijdig met deze nota verschijnen.
Conclusie: Voor de juiste beeldvorming van de doelgroep is het
verstrekken van informatie over de doelgroep en de rol van de dagopvang naar
onze mening essentieel. De gemeente heeft gedurende het proces getracht om
informatie te verschaffen over de dagopvang en zijn bezoekers. In aanvulling
hierop zal het dienstencentrum gelijktijdig met deze nota een bezoekersmonitor
presenteren.
20. - K. Flach
20.1. Samenvatting: Inspreker maakt bezwaar tegen deze locatie omdat de
locatie dichtbij tramlijn 1 is gelegen waardoor dit een aanzuigende werking zal
hebben op mensen vanuit de regio.
Antwoord: De dagopvang vervult een functie voor bezoekers uit de regio
Delft, Westland en Oostland. Voor hen kan de tram een goede manier zijn het
centrum te bezoeken. Bezoekers uit (de richting) Den Haag/Rijswijk worden in
het centrum niet toegelaten. Het heeft voor hen dus ook geen zin zich in het
gebied te begeven. Het college is daarbij van mening dat de veiligheidsrisico's
in het stationsgebied en dergelijke risico's rond de tramhalte zeer sterk van
elkaar verschillen. Men kan er niet opgaan in de drukte, waardoor minder
gelegenheid tot crimineel gedrag bestaat.
Conclusie: Het college is niet met inspreker eens dat vanwege de
tramhalte een aanzuigende werking op mensen van buiten de regio zal ontstaan.
20.2. Samenvatting: Cliënten van de dagopvang zullen, zeker bij
regenachtig weer, onder de trambrug gaan schuilen en deze als openbaar toilet
gebruiken waardoor het gevoel van onveiligheid (zeker voor vrouwen) zal
toenemen.
Antwoord: Voor beantwoording van deze reactie verwijzen wij u naar
paragraaf G IV 'Overlast en beheer' van het algemene gedeelte. Bij de locatie
Surinamestraat valt te denken aan specifieke maatregelen in het tegengaan van
hangen aan de waterzijde, zowel tijdens als na de openingsuren. Dat houdt in
dat voor de bezoekers van het centrum de regel moet gelden dat hanggedrag in de
omgeving van de dagopvang niet is toegestaan. Daarnaast kan gedacht worden aan
het maken van een ronde na sluitingstijd om er zeker van te zijn dat alle
bezoekers het bedrijventerrein hebben verlaten.
Conclusie: Omdat de dagopvang een kleinschalige voorziening is en
drugsgebruikers een minderheid van de bezoekers vormen en daarnaast door een
goede inrichting van de locatie en beheer van de omgeving de kans op overlast
en criminaliteit verder beperkt kan worden, kan -in objectieve zin- een
voldoende niveau van veiligheid bereikt worden. Dat neemt niet weg dat het
belangrijk is structureel overleg te hebben tussen gemeente, politie, de
dagopvang, omwonenden en ondernemers. Dat overleg moet leiden tot een
beheerplan en regelmatige evaluatie van de gang van zaken. Daarbij horen ook
een serieus sanctiebeleid van de dagopvang en afspraken over een snelle reactie
van de hulpdiensten bij incidenten. Er valt te denken aan specifieke
maatregelen in het tegengaan van hangen aan de waterzijde, zowel tijdens als na
de openingsuren. Op deze wijze kan het beperkte risico worden verkleind, moet
ook het vertrouwen ontstaan dat wangedrag wordt aangepakt, waardoor
uiteindelijk het gevoel van onveiligheid vermindert.
20.3. Samenvatting: Voor de woningen in de buurt zal het risico op
inbraken duidelijk groter worden.
Antwoord: Voor de beantwoording van deze reactie verwijzen wij u naar
paragraaf G IV 'Overlast en beheer' van het algemene gedeelte. Bij de locatie
Surinamestraat valt te denken aan specifieke maatregelen in het tegengaan van
hangende groepen aan de waterzijde, zowel tijdens als na de openingsuren. In
beheerafspraken zou bijvoorbeeld opgenomen kunnen worden dat na sluitingstijd
een ronde gemaakt wordt om na te gaan of de bezoekers van het centrum het
bedrijventerrein inderdaad hebben verlaten.
Conclusie: Gezien de omvang en de aard van de groep die het
dienstencentrum bezoekt, de aanpak rond buitenruimte en toegangssluis en de
ervaringen van de laatste jaren zijn de risico's beperkt. Dat neemt niet weg
dat het belangrijk is structureel overleg te hebben tussen gemeente, politie,
de dagopvang, omwonenden en ondernemers. Dat overleg moet leiden tot een
beheerplan en regelmatige evaluatie van de gang van zaken. Daarbij horen ook
een serieus sanctiebeleid van de dagopvang en afspraken over een snelle reactie
van de hulpdiensten bij incidenten. Op deze wijze kan het beperkte risico
worden verkleind, moet ook het vertrouwen ontstaan dat wangedrag wordt
aangepakt, waardoor uiteindelijk het gevoel van onveiligheid vermindert.
21. - A. Gagesteijn
21.1. Samenvatting: Inspreker geeft de voorkeur aan deze locatie omdat
het niet te dichtbij het station is gelegen zodat er geen aanzuigende werking
vanuit Rotterdam en Den Haag zal optreden.
Antwoord/Conclusie: Het college heeft kennisgenomen van de voorkeur van
de inspreker.
21.2. Samenvatting: De omgeving is niet dichtbevolkt in vergelijking met
de
Nijverheidsstraat. Daardoor zal er niet zo'n grote druk op de aldaar
gevestigde
woningen ontstaan.
Antwoord/Conclusie: Het college heeft kennisgenomen van de voorkeur van
de inspreker.
22. - A. van Gentevoort
22.1. Samenvatting: Inspreker is voorstander van deze locatie omdat de
woningen op
afstand zijn gelegen. Er moet een locatie aan de rand van de stad worden
gekozen.
Antwoord: Een van de criteria van het toetsen van mogelijke locaties
betrof het criterium dat een locatie niet in uitsluitend woongebied gelegen
moet zijn. De zes locaties die ter inspraak zijn voorgelegd voldoen aan dit
criterium. Tevens betrof een van de criteria dat de locatie in of nabij de
binnenstad gelegen moet zijn, zodat de doelgroep ook daadwerkelijk bereikt
wordt.
Conclusie: Het college heeft kennisgenomen van de voorkeur van de
inspreker.
23. - B.G.M. Glaser
23.1. Samenvatting: De locatie aan de Surinamestraat lijkt een goede
oplossing omdat
dit geen woongebied is en ook de aanvoerroute niet langs woongebied
loopt.
Antwoord: Een van de criteria van het toetsen van mogelijke locaties
betrof het criterium dat een locatie niet in uitsluitend woongebied gelegen
moet zijn. De zes locaties die ter inspraak zijn voorgelegd voldoen aan dit
criterium.
Conclusie: Het college heeft kennisgenomen van de voorkeur van de
inspreker.
24. - B. Gronheid
24.1. Samenvatting: Inspreker maakt bezwaar tegen deze locatie aangezien
er bij de
inspreker al veel inbraken zijn geweest. Deze locatie is, als uithoek
van de gemeente
Delft, ongeschikt voor de vestiging van de dagopvang.
Antwoord: Voor de beantwoording van deze reactie verwijzen wij u naar
paragraaf G IV 'Overlast en beheer' van het algemene gedeelte. Bij de locatie
Surinamestraat valt te denken aan specifieke maatregelen in het tegengaan van
hangende groepen aan de waterzijde, zowel tijdens als na de openingsuren. In
beheerafspraken zou bijvoorbeeld opgenomen kunnen worden dat na sluitingstijd
een ronde gemaakt wordt om na te gaan of de bezoekers van het centrum het
bedrijventerrein inderdaad hebben verlaten.
Conclusie: Gezien de omvang en de aard van de groep die het
dienstencentrum bezoekt, de aanpak rond buitenruimte en toegangssluis en de
ervaringen van de laatste jaren zijn de risico's beperkt. Dat neemt niet weg
dat het belangrijk is structureel overleg te hebben tussen gemeente, politie,
de dagopvang, omwonenden en ondernemers. Dat overleg moet leiden tot een
beheerplan en regelmatige evaluatie van de gang van zaken. Daarbij horen ook
een serieus sanctiebeleid van de dagopvang en afspraken over een snelle reactie
van de hulpdiensten bij incidenten. Op deze wijze kan het beperkte risico
worden verkleind, moet ook het vertrouwen ontstaan dat wangedrag wordt aangepakt,
waardoor uiteindelijk het gevoel van onveiligheid vermindert.
25. - E. de Groot
25.1. Samenvatting: Inspreker maakt bezwaar tegen deze locatie omdat ze
gelegen is in de buurt van een basisschool (hinder voor kleine kinderen), een
MBO school (hinder voor grotere kinderen), een groot aantal dure huizen (hinder
voor bewoners), Huize
"Monica" (hinder voor ouderen) en het St. Joris Gasthuis
(mogelijke confrontaties met
instabiele bewoners).
Antwoord: Op zichzelf geldt voor de genoemde functies wat in paragraaf
IV 'Overlast en beheer' is gezegd.
Voor al deze functies geldt verder dat zij op afstand, soms zelfs ruime
afstand van de locatie Surinamestraat gelegen zijn. Ook de aanlooproutes naar
het centrum liggen terzijde van de genoemde functies. Het college ziet daarom
geen duidelijke relatie tussen de genoemde functies en de eventuele komst van
de dagopvang. Dat neemt overigens niet weg dat het zinvol kan zijn deze
organisaties en bewoners te betrekken bij het overleg over het beheerplan.
Conclusie: Deze inspraak heeft geen invloed op de besluitvorming.
26. - R. Groot
26.1. Samenvatting: Inspreker maakt bezwaar tegen alle vier de locaties
aangezien de
verslaafden in alle gevallen voor overlast zullen zorgen bij deze aanpak
van de
problematiek. De beste aanpak is een afkick centrum ver van de stad.
Antwoord: De doelgroep is -ook in Delft- sterk geneigd de binnenstad op te zoeken. De redenen daarvoor
zijn divers. De drukte biedt gebruikers of mensen zonder vaste verblijfplaats
meer de anonimiteit dan een woonwijk en biedt ook een omgeving waarin aan de
middelen kan worden gekomen om in de verslaving te voorzien. In de Delftse
binnenstad zijn dan ook meerdere plekken waar daklozen/verslaafden elkaar
ontmoeten.
Om zoveel mogelijk mensen uit de doelgroep te kunnen trekken moet het
dienstencentrum in of nabij die binnenstad gelegen zijn. Meer afstand leidt tot
een hogere drempel voor (even) een bezoek aan het centrum. Daardoor zullen meer
mensen blijven rondhangen in de binnenstad en ontstaat het risico van meer overlast.
Tegelijkertijd is de doelgroep dan minder in beeld bij de medewerkers
van het dienstencentrum, kan er minder begeleiding geboden worden en neemt men
minder deel aan de geboden activiteiten.
Bijkomend nadeel is dat een verder weg gelegen centrum tot langere
looproutes leidt.
Een globale inventarisatie in het land leert dat in het overgrote deel
van de gemeenten met een dagopvangcentrum dat centrum in de binnenstad gelegen
is.
Door de politie wordt het belang van een nauwe relatie met de binnenstad
onderstreept.
Meer informatie over de doelstelling van de opvang en verslaafdenzorg in
Delft is te vinden onder paragraaf G I en G II.
Conclusie: Het college blijft van mening dat de locatie in of nabij de
binnenstad gelegen moet zijn.
27. - C.M. Gulden
27.1. Samenvatting: De gemeente moet uitwijken naar een locatie die
verder van het station gelegen is dan de GGD/Ambulancepost. De locatie moet
minimaal omwonenden belasten. Dit pleit voor Surinamestraat 1.
Antwoord/conclusie: Het college heeft kennisgenomen van de voorkeur van
de inspreker.
28. - Van Haaren Vastgoed B.V. (P. Th. Van Haaren, p/o M. Neuteboom)
Het bedrijf maakt als belanghebbende in het algemeen en als
eigenaar/verhuurder van het naastgelegen pand (Oostsingel 209 en Surinamestraat
2) in het bijzonder, bezwaar tegen deze locatie. Het bedrijf ondersteunt zonder
beperkingen de standpunten die vanuit Stichting Bedrijventerrein Vrijenban zijn
ingediend.
28.1. Samenvatting: Men verwacht dat de in korte tijd gerealiseerde
opwaardering in
waarde van de belegging totaal verloren gaan indien de dagopvang hier
gevestigd zal
worden. Men heeft er alle belang bij dat de redelijk representatieve
omgeving minimaal zal worden gehandhaafd. Risico van inbraak in woningen en
bedrijven zal toenemen. Daardoor krijgt het bedrijf te maken met extra kosten
wegens veiligheidsmaatregelen terwijl er vrijwel zeker meer schade zal ontstaan
wegens inbraak. De vestiging van de dagopvang leidt tot een veel minder
aantrekkelijk
object, dat op termijn onverhuurbaar zal blijken. Reeds op voorhand
verzoekt het bedrijf om een vergoeding van de gemaakte kosten van o.a.
rechtsbijstand en zal de gemeente aansprakelijk stellen voor eventuele schade
aan, of waardevermindering van eigendommen in relatie met de geplande of
toekomstige vestiging dagopvang op deze locatie.
Antwoord: Wanneer voldaan wordt aan de gestelde eisen ten aanzien van
gebouw en beheer (zie voor een meer uitgebreide reactie op dat punt de
paragraaf G IV 'Overlast en beheer') acht het college het onwaarschijnlijk dat
bedrijven schade lijden als gevolg van de komst van de dagopvang. Het college
acht het daarbij wel van groot belang zo snel mogelijk na een eventuele
aanwijzing van deze locatie tot overleg met de omliggende bedrijven te komen,
in het bijzonder met het bedrijf dat in het beoogde pand is gevestigd. Tevens
verwijzen wij u naar paragraaf G VIII 'Planschade' van het algemene gedeelte.
Conclusie: Het geheel overziend kan nu naar ons oordeel niet gezegd
worden dat de komst van het centrum tot een verslechtering van het (economisch)
klimaat in het betrokken deel van de stad zal leiden. Bij de wijziging van het
bestemmingsplan kunnen belanghebbenden verzoeken om planschadevergoeding. Het
college heeft verder kennisgenomen van uw aankondiging van juridische stappen.
28.2. Samenvatting: Mensen die er werken zullen zich onveilig voelen;
men ziet liever de
toeristen, vissers langs de waterkant en de recreatieboten die langs
varen.
Antwoord: Voor de beantwoording van deze reactie verwijzen wij u naar
paragraaf G IV 'Overlast en beheer' van het algemene gedeelte. Bij de locatie
Surinamestraat valt te denken aan specifieke maatregelen in het tegengaan van
hangende groepen aan de waterzijde, zowel tijdens als na de openingsuren. In
beheerafspraken zou bijvoorbeeld opgenomen kunnen worden dat na sluitingstijd
een ronde gemaakt wordt om na te gaan of de bezoekers van het centrum het
bedrijventerrein inderdaad hebben verlaten.
Conclusie: Gezien de omvang en de aard van de groep die het
dienstencentrum bezoekt, de aanpak rond buitenruimte en toegangssluis en de
ervaringen van de laatste jaren zijn de risico's beperkt. Dat neemt niet weg
dat het belangrijk is structureel overleg te hebben tussen gemeente, politie,
de dagopvang, omwonenden en ondernemers. Dat overleg moet leiden tot een
beheerplan en regelmatige evaluatie van de gang van zaken. Daarbij horen ook
een serieus sanctiebeleid van de dagopvang en afspraken over een snelle reactie
van de hulpdiensten bij incidenten. Op deze wijze kan het beperkte risico
worden verkleind, moet ook het vertrouwen ontstaan dat wangedrag wordt
aangepakt, waardoor uiteindelijk het gevoel van onveiligheid vermindert.
29. - D. Hartigan
29.1. Samenvatting: Inspreker geeft de voorkeur aan deze locatie omdat
het de meest
afgelegen locatie is van de vier
die in overweging worden genomen.
Antwoord/conclusie: Het college heeft kennisgenomen van de voorkeur van
de inspreker.
30. - A. Heijne den Bak
29.1. Samenvatting: Inspreker
geeft de voorkeur aan deze locatie omdat dit beter is dan
ergens anders (zonder toelichting).
Antwoord/conclusie: Het college heeft kennisgenomen van de voorkeur van
de inspreker.
31. - P. Hellinga
31.1. Samenvatting: De omgeving van de locatie ligt goed ten opzichte
van woonwijken.
Antwoord/conclusie: Het college heeft kennisgenomen van de voorkeur van
de inspreker.
32. - J. Herman
32.1. Samenvatting: Deze locatie is het meest geschikt. Ook hier zal de
omgeving
problemen ondervinden maar aanzienlijk minder dan in een woonwijk zoals
de
omgeving van de GGD.
Antwoord/conclusie: Het college heeft kennisgenomen van de voorkeur van
de inspreker.
33. - J.C.L. van 't Hoff en M.J.G. Bergeman
33.1. Samenvatting: Insprekers geven de voorkeur aan deze locatie omdat
de overlast voor omwonenden hier het minst is en de afstand tot het station
voorkomt dat er een
aanzuigende werking ontstaat.
Antwoord/conclusie: Het college heeft kennisgenomen van de voorkeur van
de inspreker.
34. - A. Holster en N.H. Holster
van Heemst
Insprekers onderschrijven de algemene bezwaren zoals ingediend via een
petitie van de heer F. Vrins (zie onder inspreker nummer 87).
34.1. Samenvatting: Onder de Reineveldbrug zou een hangplek en slaapplek
kunnen
ontstaan met alle gevaren van dien.
Antwoord: Voor beantwoording van deze reactie verwijzen wij u naar
paragraaf G IV 'Overlast en beheer' van het algemene gedeelte. Bij de locatie
Surinamestraat valt te denken aan specifieke maatregelen in het tegengaan van
hangen aan de waterzijde, zowel tijdens als na de openingsuren. Dat houdt in
dat voor de bezoekers van het centrum de regel moet gelden dat hanggedrag in de
omgeving van de dagopvang niet is toegestaan. Daarnaast kan gedacht worden aan
het maken van een ronde na sluitingstijd om er zeker van te zijn dat alle
bezoekers het bedrijventerrein hebben verlaten.
Conclusie: Omdat de dagopvang een kleinschalige voorziening is en
drugsgebruikers een minderheid van de bezoekers vormen en daarnaast door een
goede inrichting van de locatie en beheer van de omgeving de kans op overlast
en criminaliteit verder beperkt kan worden, kan -in objectieve zin- een
voldoende niveau van veiligheid bereikt worden. Dat neemt niet weg dat het
belangrijk is structureel overleg te hebben tussen gemeente, politie, de
dagopvang, omwonenden en ondernemers. Dat overleg moet leiden tot een beheerplan
en regelmatige evaluatie van de gang van zaken. Daarbij horen ook een serieus
sanctiebeleid van de dagopvang en afspraken over een snelle reactie van de
hulpdiensten bij incidenten. Er valt te denken aan specifieke maatregelen in
het tegengaan van hangen aan de waterzijde, zowel tijdens als na de
openingsuren. Op deze wijze kan het beperkte risico worden verkleind, moet ook
het vertrouwen ontstaan dat wangedrag wordt aangepakt, waardoor uiteindelijk
het gevoel van onveiligheid vermindert.
34.2. Samenvatting: Het dienstencentrum zou voor de jeugd van de
nabijgelegen school
aantrekkings- en zuigkracht kunnen gaan vormen.
Antwoord: Op zichzelf geldt ook voor de locatie van de
Mondriaan-Onderwijsgroep
wat in paragraaf IV 'Overlast en beheer' is gezegd. Mondriaan is ten
noorden van de
Surinamestraat gelegen. De doelgroep zal het centrum over het algemeen
juist uit de
zuidelijke richting bezoeken. Het college ziet daarom geen duidelijke
relatie tussen de
locatie Surinamestraat 1 en Het Mondriaan College.
De omgeving zal dan alleen kunnen zien dat bezoekers de locatie van het
centrum
betreden en weer verlaten. Het enkele feit dat bezoekers van het centrum
op die
manier zichtbaar zijn en looproutes van andere groepen kruisen
beschouwen wij niet
als hinderlijk. Dat neemt niet weg dat het risico van overlast aanwezig
blijft. Daarom
lijkt het ons wel van belang in het buurtoverleg Mondriaan te betrekken.
Conclusie: Het enkele feit dat bezoekers van het centrum op die manier
zichtbaar zijn
en looproutes van andere groepen kruisen beschouwen wij niet als
hinderlijk.
34.3. Samenvatting: De aanlooproute via Oostsingel/fietsbrug/Geerweg etc
of via de
trambaan/Annastraat naar de binnenstad en centraal station is veel te
lang.
Antwoord: Voor de beantwoording van deze reactie verwijzen wij u naar
paragraaf G VI 'Looproute' en naar paragraaf G V 'Afstand tot binnenstad' van
het algemene gedeelte.
Conclusie: De looproutes tussen de locatie Surinamestraat en de
binnenstad gaan niet door uitsluitend woonomgeving. De verschillende routes
kennen wel een sterke woonfunctie, maar zij worden alle gecombineerd met
frequent verkeer van personen naar of vanaf de binnenstad. De totale lengte van
de looproute Markt-Surinamestraat speelt een rol bij de vergelijking van de
mogelijke locaties. Daarbij geldt een grotere lengte als een nadeel ten
opzichte van andere locaties. Door zowel de gemeenteraad als insprekers is
uitgesproken dat een geschikte locatie 'niet op een meter hoeft af te kaatsen'.
Dat is de reden dat het college die locaties die aan de rand van de
kilometerzone gelegen zijn, meegenomen heeft in de toetsing. Deze redenering is
van toepassing op de locatie Surinamestraat. In het toetsingsdocument is
aangegeven dat de locatie Surinamestraat net buiten de 1km-grens ligt. Het college
beschouwt ligging buiten de 1km-zone als een zwak punt van deze locatie.
34.4. Samenvatting: In de buurt zijn twee huisartsenpraktijken gevestigd
(Koopmans en
collega op nr. 3). Een combinatie met een dagopvang kan niet bestaan.
Angst voor de
dokter wordt hierdoor vergroot.
Antwoord: Voor de beantwoording van deze reactie verwijzen wij u naar
paragraaf G IV 'Overlast en beheer'. Deze uitspraak valt niet te rijmen met het
daadwerkelijke gedrag van de bezoekers van de dagopvang. Bij gereedkomen van de
nieuwbouw voor een gezondheidscentrum bij de Bieslandhof vertrekt het huidige
gezondheidscentrum naar die locatie.
Conclusie: Omdat de dagopvang een kleinschalige voorziening is en
drugsgebruikers een minderheid van de bezoekers vormen en daarnaast door een
goede inrichting van de locatie en beheer van de omgeving het risico op
overlast en criminaliteit verder beperkt kan worden, kan -in objectieve zin-
een voldoende niveau van veiligheid bereikt worden.
34.5. Samenvatting: Inspreker heeft begrip voor het probleem van de
gemeente maar wil
de gemeente in overweging geven een nieuw te bouwen of bestaande geheel
los
staande locatie met een eigen terrein te zoeken.
Antwoord: De doelgroep is -ook in Delft- sterk geneigd de binnenstad op te zoeken. De redenen daarvoor
zijn divers. De drukte biedt gebruikers of mensen zonder vaste verblijfplaats
meer de anonimiteit dan een woonwijk en biedt ook een omgeving waarin aan de
middelen kan worden gekomen om in de verslaving te voorzien. In de Delftse
binnenstad zijn dan ook meerdere plekken waar daklozen/verslaafden elkaar
ontmoeten.
Om zoveel mogelijk mensen uit de doelgroep te kunnen trekken moet het
dienstencentrum in of nabij die binnenstad gelegen zijn. Meer afstand leidt tot
een hogere drempel voor (even) een bezoek aan het centrum. Daardoor zullen meer
mensen blijven rondhangen in de binnenstad en ontstaat het risico van meer
overlast.
Tegelijkertijd is de doelgroep dan minder in beeld bij de medewerkers
van het dienstencentrum, kan er minder begeleiding geboden worden en neemt men
minder deel aan de geboden activiteiten.
Bijkomend nadeel is dat een verder weg gelegen centrum tot langere
looproutes leidt.
Een globale inventarisatie in het land leert dat in het overgrote deel
van de gemeenten met een dagopvangcentrum dat centrum in de binnenstad gelegen
is.
De afgelopen periode is door de gemeente, binnen de beschreven
randvoorwaarde, intensief gezocht naar mogelijkheden zoals u die ook schetst.
Daarvan zijn de zes locaties die nu aan de orde zijn het resultaat. Circa 115
locaties zijn onderzocht en ongeschikt bevonden.
Conclusie: Het college blijft van mening dat de dagopvang in of nabij de
binnenstad gelegen moet zijn.
35. - E. Hovenkamp
35.1. Samenvatting: Inspreker is voorstander van deze locatie omdat de
gemeente moet
uitwijken naar een locatie die verder van het station is gelegen dan de
GGD/Ambulancepost en die zo mogelijk minimaal omwonenden belast. Dit
pleit o.a.
voor deze locatie.
Antwoord/conclusie: Het college heeft kennisgenomen van de voorkeur van
de inspreker.
36. - J.H. Idzes
36.1. Samenvatting: Inspreker
is tegen alle locaties (zonder toelichting).
Antwoord/conclusie: Het college heeft kennisgenomen van de mening van de
inspreker.
37. - M. van IJzerloo
37.1. Samenvatting: Inspreker is voorstander van deze locatie omdat ze
is gelegen in een dunbevolkte industriewijk, ver van het station.
Antwoord/conclusie: Het college heeft kennisgenomen van de voorkeur van
de inspreker.
38. - A.I. Jansen
38.1. Samenvatting: Inspreker geeft de voorkeur voor deze locatie omdat
ze het verste
van de bewoners af is gelegen.
Antwoord/conclusie: Het college heeft kennisgenomen van de voorkeur van
de inspreker.
39. - E. Jansen
39.1. Samenvatting: Deze locatie is veel geschikter dan de GGD locatie
omdat de
dagopvang hier minder overlast en bedreiging zal geven.
Antwoord/conclusie: Het college heeft kennisgenomen van de voorkeur van
de inspreker.
40. - J. Jansen-Tiluhink
40.1. Samenvatting: Inspreker geeft de voorkeur voor deze locatie omdat
ze het verste
van woningen af is gelegen.
Antwoord/conclusie: Het college heeft kennisgenomen van de voorkeur van
de inspreker.
41. - E. de Jong
41.1. Samenvatting: Inspreker maakt bezwaar tegen deze locatie. Er is
reeds veel overlast van verslaafden (inbraken en berovingen).
Antwoord: Voor de beantwoording van deze reactie verwijzen wij u naar
paragraaf G IV 'Overlast en beheer' van het algemene gedeelte. Bij de locatie
Surinamestraat valt te denken aan specifieke maatregelen in het tegengaan van
hangende groepen aan de waterzijde, zowel tijdens als na de openingsuren. In
beheerafspraken zou bijvoorbeeld opgenomen kunnen worden dat na sluitingstijd
een ronde gemaakt wordt om na te gaan of de bezoekers van het centrum het
bedrijventerrein inderdaad hebben verlaten.
Conclusie: Gezien de omvang en de aard van de groep die het
dienstencentrum bezoekt, de aanpak rond buitenruimte en toegangssluis en de
ervaringen van de laatste jaren zijn de risico's beperkt. Dat neemt niet weg
dat het belangrijk is structureel overleg te hebben tussen gemeente, politie,
de dagopvang, omwonenden en ondernemers. Dat overleg moet leiden tot een
beheerplan en regelmatige evaluatie van de gang van zaken. Daarbij horen ook
een serieus sanctiebeleid van de dagopvang en afspraken over een snelle reactie
van de hulpdiensten bij incidenten. Op deze wijze kan het beperkte risico
worden verkleind, moet ook het vertrouwen ontstaan dat wangedrag wordt
aangepakt, waardoor uiteindelijk het gevoel van onveiligheid vermindert.
42. - J.E.J. de Jong
42.1. Samenvatting: Inspreker sluit zich aan bij de opmerkingen van de
heer F.H. Vrins (zie inspraak onder nummer 87) en maakt bezwaar tegen deze
locatie omdat er al veel overlast is in de buurt vanwege inbraken en berovingen
(overdag). Beveiligingen helpen niet.
Antwoord: Voor de beantwoording van deze reactie verwijzen wij u naar
paragraaf G IV 'Overlast en beheer' van het algemene gedeelte. Bij de locatie
Surinamestraat valt te denken aan specifieke maatregelen in het tegengaan van
hangende groepen aan de waterzijde, zowel tijdens als na de openingsuren. In
beheerafspraken zou bijvoorbeeld opgenomen kunnen worden dat na sluitingstijd
een ronde gemaakt wordt om na te gaan of de bezoekers van het centrum het
bedrijventerrein inderdaad hebben verlaten.
Conclusie: Gezien de omvang en de aard van de groep die het
dienstencentrum bezoekt, de aanpak rond buitenruimte en toegangssluis en de
ervaringen van de laatste jaren zijn de risico's beperkt. Dat neemt niet weg
dat het belangrijk is structureel overleg te hebben tussen gemeente, politie,
de dagopvang, omwonenden en ondernemers. Dat overleg moet leiden tot een
beheerplan en regelmatige evaluatie van de gang van zaken. Daarbij horen ook
een serieus sanctiebeleid van de dagopvang en afspraken over een snelle reactie
van de hulpdiensten bij incidenten. Op deze wijze kan het beperkte risico
worden verkleind, moet ook het vertrouwen ontstaan dat wangedrag wordt
aangepakt, waardoor uiteindelijk het gevoel van onveiligheid vermindert.
43. - Dhr. Jutte
43.1. Samenvatting: Inspreker geeft de voorkeur aan deze locatie omdat
hier de overlast
het meest beperkt zal blijven voor winkels en buurtbewoners.
Antwoord/conclusie: Het college heeft kennisgenomen van de voorkeur van
de inspreker.
44. - A.A. van Kan
44.1. Samenvatting: Inspreker maakt bezwaar tegen deze locatie omdat hij
niet geschikt
is voor de vestiging van een dagopvang omdat er klanten komen die
overdag de
bedrijven van klandizie voorzien. Dagopvang schrikt klanten af.
Antwoord: Wanneer voldaan wordt aan de gestelde eisen ten aanzien van gebouw
en beheer (zie voor een meer uitgebreide reactie op dat punt de paragraaf G IV
'Overlast en beheer') acht het college het onwaarschijnlijk dat bedrijven
schade lijden als gevolg van de komst van de dagopvang.
Het college acht het daarbij wel van groot belang zo snel mogelijk na
een eventuele aanwijzing van deze locatie tot overleg met de omliggende
bedrijven te komen, in het bijzonder met het bedrijf dat in het beoogde pand is
gevestigd.
Conclusie: Het geheel overziend kan nu naar ons oordeel niet gezegd
worden dat de komst van het centrum tot een verslechtering van het (economisch)
klimaat in het betrokken deel van de stad zal leiden.
44.2. Samenvatting: De sociale controle in de avond- en nachturen maakt
de locatie
ongeschikt.
Antwoord: Voor de beantwoording van uw reactie in algemene zin verwijzen
we u naar paragraaf G IV 'Overlast en beheer'. Specifiek over hanggedrag na
sluitingstijd het volgende. De dagopvang is dagelijks geopend van 11:00u tot
17:30u en vervult geen nachtopvangfunctie. De meeste bezoekers van het
dienstencentrum hebben wel een nachtverblijf; middels een kamer in onderhuur,
het slapen bij verschillende kennissen of via de nachtopvang op de Houttuinen.
Desalniettemin moet ervoor gewaakt worden dat groepen bezoekers zich voor en na
sluitingstijd gaan ophouden in de buurt van de dagopvang, bijvoorbeeld aan de
waterzijde. Er valt te denken aan specifieke maatregelen in het tegengaan van
hangen aan de waterzijde, zowel tijdens als na de openingsuren. Daarnaast kan
gedacht worden aan het maken van een ronde na sluitingstijd om er zeker van te
zijn dat alle bezoekers het bedrijventerrein hebben verlaten.
Conclusie: Omdat het hier gaat om een centrum voor dagopvang en met een
aantal gerichte maatregelen kan worden voorkomen dat mensen na sluitingstijd op
het bedrijventerrein blijven hangen deelt het college de opvatting van
inspreker niet.
44.3. Samenvatting: De afstand tot het centrum van de stad is te groot.
Antwoord: Voor de beantwoording van deze reactie verwijzen wij u naar
paragraaf G V 'Afstand tot binnenstad' van het algemene gedeelte.
Conclusie: Door zowel de gemeenteraad als insprekers is uitgesproken dat
een geschikte locatie 'niet op een meter hoeft af te kaatsen'. Dat is de reden
dat het college die locaties die aan de rand van de kilometerzone gelegen zijn,
meegenomen heeft in de toetsing. Deze redenering is van toepassing op de
locatie Surinamestraat. In het toetsingsdocument is aangegeven dat de locatie
Surinamestraat net buiten de 1km-grens ligt. Het college beschouwt ligging
buiten de 1km-zone als een zwak punt van deze locatie.
44.4. Samenvatting: De locatie zal een aanzuigende werking hebben op
bezoekers van
buiten Delft (tramhalte).
Antwoord: De dagopvang vervult een functie voor bezoekers uit de regio
Delft, Westland en Oostland. Voor hen kan de tram een goede manier zijn het
centrum te bezoeken. Bezoekers uit (de richting) Den Haag/Rijswijk worden in
het centrum niet toegelaten. Het heeft voor hen dus ook geen zin zich in het
gebied te begeven. Het college is daarbij van mening dat de veiligheidsrisico's
in het stationsgebied en dergelijke risico's rond de tramhalte zeer sterk van
elkaar verschillen. Men kan er niet opgaan in de drukte, waardoor minder
gelegenheid tot crimineel gedrag bestaat.
Conclusie: Het college is niet met inspreker eens dat vanwege de
tramhalte een aanzuigende werking op mensen van buiten de regio zal ontstaan.
45. - A.A. Korpershoek
45.1. Samenvatting: Inspreker is voorstander van deze locatie omdat deze
locatie verder
van het station is gelegen in vergelijking met de GGD/Ambulancepost en
zo mogelijk
minimaal omwonenden belast.
Antwoord/conclusie: Het college heeft kennisgenomen van de voorkeur van
de inspreker.
46. - A.J.M Laene (namens appartementencomplex Delftweg 148 t/m 173; 26
bewoners)
46.1. Samenvatting:
Insprekers maken bezwaar tegen het aanwijzen van deze locatie
voor de dagopvang omdat de afstand tussen het meetpunt aan de Markt te
Delft en de
beoogde dagopvang circa 2000 meter is. Dit is meer dan de als
uitgangspunt
genomen 500 á 1000 meter.
Antwoord: Voor de beantwoording van deze reactie verwijzen wij u naar
paragraaf G
V 'Afstand tot binnenstad' van het algemene gedeelte.
Conclusie: 'Door zowel de gemeenteraad als insprekers is uitgesproken
dat een geschikte locatie niet op een meter hoeft af te kaatsen'. Dat is de
reden dat het college die locaties die aan de rand van de kilometerzone gelegen
zijn, meegenomen heeft in de toetsing. Deze redenering is van toepassing op de
locatie Surinamestraat. In het toetsingsdocument is aangegeven dat de locatie
Surinamestraat net buiten de 1km-grens ligt. Het college beschouwt ligging
buiten de 1km-zone als een zwak punt van deze locatie.
46.2. Samenvatting: De
locatie is 300 meter verwijderd van het
appartementencomplex. Het ligt voor de hand dat de doelgroep zich zal
gaan
ophouden in de omgeving van genoemde locatie. Het appartementencomplex
is een
ideale schuilplaats omdat er in een straal van 500 meter geen andere
schuilplaats
beschikbaar is.
Antwoord: Voor de beantwoording van deze reactie verwijzen wij u naar
paragraaf G IV 'Overlast en beheer' van het algemene gedeelte. Bij de locatie
Surinamestraat valt te denken aan specifieke maatregelen in het tegengaan van
hangende groepen aan de waterzijde, zowel tijdens als na de openingsuren. In de
beheerafspraken zou opgenomen kunnen worden dat na sluitingstijd een ronde
wordt gemaakt om na te gaan of de bezoekers van het centrum het
bedrijventerrein inderdaad hebben verlaten.
Conclusie: Gezien de omvang en de aard van de groep die het dienstencentrum
bezoekt, de aanpak rond buitenruimte en toegangssluis en de ervaringen van de
laatste jaren zijn de risico's beperkt. Dat neemt niet weg dat het belangrijk
is structureel overleg te hebben tussen gemeente, politie, de dagopvang,
omwonenden en ondernemers. Dat overleg moet leiden tot een beheerplan en
regelmatige evaluatie van de gang van zaken. Daarbij horen ook een serieus
sanctiebeleid van de dagopvang en afspraken over een snelle reactie van de
hulpdiensten bij incidenten. Op deze wijze kan het beperkte risico worden
verkleind, moet ook het vertrouwen ontstaan dat wangedrag wordt aangepakt,
waardoor uiteindelijk het gevoel van onveiligheid vermindert.
46.3. Samenvatting: Rond de
sluitingstijd van de dagopvang is er in de nabije
omgeving geen enkele sociale controle of politietoezicht aanwezig in dit
afgelegen deel
van Delft.
Antwoord: Voor de beantwoording van uw reactie in algemene zin verwijzen
we u naar paragraaf G IV 'Overlast en beheer'. Specifiek over hanggedrag na
sluitingstijd het volgende. De dagopvang is dagelijks geopend van 11:00u tot
17:30u en vervult geen nachtopvangfunctie. De meeste bezoekers van het
dienstencentrum hebben wel een nachtverblijf; middels een kamer in onderhuur,
het slapen bij verschillende kennissen of via de nachtopvang op de Houttuinen.
Desalniettemin moet ervoor gewaakt worden dat groepen bezoekers zich voor en na
sluitingstijd gaan ophouden in de buurt van de dagopvang, bijvoorbeeld aan de
waterzijde. Er valt te denken aan specifieke maatregelen in het tegengaan van
hangen aan de waterzijde, zowel tijdens als na de openingsuren. Daarnaast kan
gedacht worden aan het maken van een ronde na sluitingstijd om er zeker van te
zijn dat alle bezoekers het bedrijventerrein hebben verlaten.
Conclusie: Omdat het hier gaat om een centrum voor dagopvang en met een
aantal gerichte maatregelen kan worden voorkomen dat mensen na sluitingstijd op
het bedrijventerrein blijven hangen deelt het college de opvatting van
inspreker niet.
46.4. Samenvatting: Er zal
een aanzuigende werking zijn tussen de leerlingen van het
naast het complex gelegen Mondriaan College en de doelgroep.
Antwoord: Op zichzelf geldt ook voor de locatie van de
Mondriaan-Onderwijsgroep wat in paragraaf IV 'Overlast en beheer' is gezegd.
Mondriaan is ten noorden van de Surinamestraat gelegen. De doelgroep zal het
centrum over het algemeen juist uit de zuidelijke richting bezoeken. Het
college ziet daarom geen duidelijke relatie tussen de locatie Surinamestraat 1
en Het Mondriaan College.
De omgeving zal dan alleen kunnen zien dat bezoekers de locatie van het
centrum betreden en weer verlaten. Het enkele feit dat bezoekers van het
centrum op die manier zichtbaar zijn en looproutes van andere groepen kruisen
beschouwen wij niet als hinderlijk. Dat neemt niet weg dat het risico van
overlast aanwezig blijft. Daarom lijkt het ons wel van belang in het
buurtoverleg Mondriaan te betrekken.
Conclusie: Het enkele feit dat bezoekers van het centrum op die manier
zichtbaar zijn en looproutes van andere groepen kruisen beschouwen wij niet als
hinderlijk.
46.5. Samenvatting: de
gemeente dient zich te houden aan de opgestelde eisen,
criteria en uitgangspunten voor de bepaling van de locatie voor de
dagopvang.
Antwoord: Op basis van de resultaten van de inspraak, de veiligheidsscan
en het (bouwkundig) haalbaarheidsonderzoek zal de weging tussen locaties
plaatsvinden.
Conclusie: De inspraak is niet van invloed op de besluitvorming.
46.6. Samenvatting:
Insprekers hopen dat er coördinatie plaats zal vinden tussen
Delft en Rijswijk, ook voor wat betreft de veiligheidsscan.
Antwoord: Op ambtelijk en bestuurlijk niveau is contact met de gemeente
Rijswijk. De veiligheidsscan wordt in overleg met de politie Haaglanden
voorbereid en uitgevoerd. Rijswijk valt ook onder politie Haaglanden. De
veiligheidssan zal een karakterschets van de omgeving geven op hoofdlijnen. De
gemeente zal bewoners van Rijswijk betrekken bij het vervolgproces en het
beheerplan.
Conclusie: De inspraak heeft geen invloed op de besluitvorming.
47. - L. van der Lee en Zonen B.V., internationaal transportbedrijf (F.
van der Lee, directeur)
Het bedrijf maakt als belanghebbende in het algemeen en als werkgever
van meer dan 375 werknemers in het bijzonder, bezwaar tegen deze locatie. Het
bedrijf ondersteunt zonder beperkingen de standpunten die vanuit Stichting
Bedrijventerrein Vrijenban zijn ingediend.
47.1. Samenvatting: De vestiging zal de representatieve omgeving
aantasten, terwijl het
bedrijf bij vestiging nadrukkelijk heeft gezocht naar een representatieve
omgeving,
passend bij de uitstraling van het bedrijf. Er zal een negatief beeld
ontstaan voor de nationale en internationale klanten. Ook vestigt het de
aandacht op een internationaal toch al omstreden drugsbeleid.
Antwoord: Wanneer voldaan wordt aan de gestelde eisen ten aanzien van
gebouw en beheer (zie voor een meer uitgebreide reactie op dat punt de
paragraaf G IV 'Overlast en beheer') acht het college het onwaarschijnlijk dat
bedrijven schade lijden als gevolg van de komst van de dagopvang. Het college
acht het daarbij wel van groot belang zo snel mogelijk na een eventuele
aanwijzing van deze locatie tot overleg met de omliggende bedrijven te komen.
Ten aanzien van het bedrijf van inspreker is relevant dat de entree tot het
bedrijf gelegen is aan de Vrijebanselaan/Curacaostraat, terwijl de locatie
dagopvang gelegen is aan het einde van de Surinamestraat. De dagopvang ligt
daarmee niet in het zicht van de entree van het bedrijf Van der Lee.
Conclusie: Het geheel overziend kan nu naar ons oordeel niet gezegd
worden dat de komst van het centrum tot een verslechtering van het (economisch)
klimaat in het betrokken deel van de stad zal leiden.
47.2. Samenvatting: De vestiging betekent een verhoging van de
inbraakgevoeligheid.
Er worden nu ook al regelmatig auto's van werknemers opengebroken. Met
de
vestiging van de dagopvang zal dit verder toenemen. Overdag is er vrije
toegang tot
het bedrijfsterrein. Alle daar geparkeerde beladen en onbeladen vracht-
en
tankwagens staan open en de sleutels zitten in het contact, vanuit het
oogpunt van
veiligheid (wel voorzien van een pincode contact). De vestiging van de
dagopvang zal
resulteren in een verhoging van de kosten van de (extra) bewaking en
benodigde
aanpassingen.
Antwoord: Voor de beantwoording van deze reactie verwijzen wij u naar
paragraaf G IV 'Overlast en beheer' van het algemene gedeelte. Bij de locatie
Surinamestraat valt te denken aan specifieke maatregelen in het tegengaan van
hangende groepen aan de waterzijde, zowel tijdens als na de openingsuren.
Daarnaast kan gedacht worden om in de beheerafspraken op te nemen dat na
sluitingstijd een ronde wordt gemaakt om na te gaan of de bezoekers van het
centrum het bedrijventerrein inderdaad hebben verlaten.
Conclusie: Gezien de omvang en de aard van de groep die het
dienstencentrum bezoekt, de aanpak rond buitenruimte en toegangssluis en de
ervaringen van de laatste jaren zijn de risico's beperkt. Dat neemt niet weg
dat het belangrijk is structureel overleg te hebben tussen gemeente, politie,
de dagopvang, omwonenden en ondernemers. Dat overleg moet leiden tot een
beheerplan en regelmatige evaluatie van de gang van zaken. Daarbij horen ook
een serieus sanctiebeleid van de dagopvang en afspraken over een snelle reactie
van de hulpdiensten bij incidenten. Op deze wijze kan het beperkte risico
worden verkleind, moet ook het vertrouwen ontstaan dat wangedrag wordt
aangepakt, waardoor uiteindelijk het gevoel van onveiligheid vermindert.
47.3. Samenvatting: Gezien het bovenstaande concludeert men dat het
vestigen van de
dagopvang op deze locatie verstrekkende economische en financiële
consequenties
heeft. Door de verhoogde financiële druk als gevolg van de extra
maatregelen en de
omzetafname door negatieve uitstraling kan het bedrijf niet langer
garant staan voor
een behoud van arbeidsplaatsen op middel en lange termijn. Reeds op
voorhand
verzoekt het bedrijf om een vergoeding van de gemaakte kosten van o.a.
rechtsbijstand en zal men de gemeente aansprakelijk stellen voor
eventuele schade
aan, of waardevermindering van eigendommen in relatie met de vestiging
van de
dagopvang op deze locatie.
Antwoord: Voor de beantwoording van deze reactie verwijzen wij u naar
paragraaf G
VIII 'Planschade' van het algemene gedeelte.
Conclusie: Bij de wijziging van het bestemmingsplan kunnen
belanghebbenden
verzoeken om planschadevergoeding. Het college heeft verder
kennisgenomen van uw aankondiging van juridische stappen.
48. - L.M.A. Leys
48.1. Samenvatting: De gemeente moet uitwijken naar een locatie die
verder van het
station is gelegen dan de GGD/Ambulancepost en minimaal omwonenden
belast.
Dit pleit voor deze locatie.
Antwoord/conclusie: Het college heeft kennisgenomen van de voorkeur van
de inspreker.
49. - J.C. van der Linden
49.1. Samenvatting: De gemeente moet uitwijken naar een locatie die
verder van het
station is gelegen dan de GGD/Ambulancepost en minimaal omwonenden
belast.
Dit pleit voor deze locatie.
Antwoord/conclusie: Het college heeft kennisgenomen van de voorkeur van
de inspreker.
50. - A.C. Link Spindler
50.1. Samenvatting: Inspreker is voorstander van deze locatie na de
Nijverheidsstraat en
de GGD locatie (zonder toelichting). Het is verder weg van de markt maar
wel te
lopen.
Antwoord/conclusie: Het college heeft kennisgenomen van de voorkeur van
de inspreker.
51. - J.W. van Loon
51.1. Samenvatting: Inspreker geeft de voorkeur aan deze locatie
aangezien de andere
locaties niet geschikt zijn vanwege de ligging t.o.v. huizen,
winkelcentrum,
kinderdagverblijf en het station.
Antwoord/conclusie: Het
college heeft kennisgenomen van de voorkeur van de inspreker.
52. - M-advertising
Het bedrijf maakt als belanghebbende bezwaar tegen deze locatie. Het
bedrijf ondersteunt zonder beperkingen de standpunten die vanuit Stichting
Bedrijventerrein Vrijenban zijn ingediend.
52.1. Samenvatting: De vestiging zal de representatieve omgeving
aantasten, terwijl het
bedrijf bij vestiging nadrukkelijk heeft gezocht naar een
representatieve omgeving, passend bij de uitstraling van het bedrijf. De
vestiging betekent een verhoging van de inbraakgevoeligheid. Overdag is er
vrije toegang tot het binnenterrein en het pand, de binnenplaats is zeer
uitnodigend met een afdak om te schuilen. Dit zal leiden tot een verhoging van
de kosten van bewaking en de eventuele benodigde aanpassingen.
Antwoord: Wanneer voldaan wordt aan de gestelde eisen ten aanzien van
gebouw en beheer (zie voor een meer uitgebreide reactie op dat punt de
paragraaf G IV 'Overlast en beheer') acht het college het onwaarschijnlijk dat
bedrijven schade lijden als gevolg van de komst van de dagopvang. Het college
acht het daarbij wel van groot belang zo snel mogelijk na een eventuele
aanwijzing van deze locatie tot overleg met de omliggende bedrijven te komen.
Conclusie: Het geheel overziend kan nu naar ons oordeel niet gezegd
worden dat de komst van het centrum tot een verslechtering van het (economisch)
klimaat in het betrokken deel van de stad zal leiden.
52.2. Samenvatting: Gezien het bovenstaande concludeert men dat het
vestigen van de
dagopvang op deze locatie verstrekkende economische en financiële
consequenties heeft door de verhoogde financiële druk als gevolg van de extra
maatregelen en de omzetafname door negatieve uitstraling. Reeds op voorhand
verzoekt het bedrijf om een vergoeding van de gemaakte kosten van o.a.
rechtsbijstand en zal men de gemeente aansprakelijk stellen voor eventuele
schade aan, of waardevermindering van eigendommen in relatie met de vestiging
van de dagopvang op deze locatie.
Antwoord: Voor de beantwoording van deze reactie verwijzen wij u naar
paragraaf G VIII 'Planschade' van het algemene gedeelte.
Conclusie: Bij de wijziging van het bestemmingsplan kunnen
belanghebbenden verzoeken om planschadevergoeding.
53. - R. Manni
53.1. Samenvatting: Inspreker is voorstander van deze locatie omdat er
geen woonhuizen zijn en er een geschikt pand aanwezig is.
Antwoord/conclusie: Het college heeft kennisgenomen van de voorkeur van
de inspreker.
54. - J.B. Marée
54.1. Samenvatting: Inspreker maakt bezwaar tegen deze locatie omdat dit
donkere,
onbewoonde, afgelegen mini bedrijven wijkje de slechtst denkbare locatie
is. Vooral
na 17.00 uur verwacht men dat bezoekers zullen gaan rondhangen in de
nabijgelegen
woonwijk.
Antwoord: Voor de beantwoording van uw reactie in algemene zin verwijzen
we u naar paragraaf G IV 'Overlast en beheer'. Specifiek over hanggedrag na
sluitingstijd het volgende. De dagopvang is dagelijks geopend van 11:00u tot
17:30u en vervult geen nachtopvangfunctie. De meeste bezoekers van het
dienstencentrum hebben wel een nachtverblijf; middels een kamer in onderhuur,
het slapen bij verschillende kennissen of via de nachtopvang op de Houttuinen.
Desalniettemin moet ervoor gewaakt worden dat groepen bezoekers zich voor en na
sluitingstijd gaan ophouden in de buurt van de dagopvang, bijvoorbeeld aan de
waterzijde. Er valt te denken aan specifieke maatregelen in het tegengaan van
hangen aan de waterzijde, zowel tijdens als na de openingsuren. Daarnaast kan
gedacht worden aan het maken van een ronde na sluitingstijd om er zeker van te
zijn dat alle bezoekers het bedrijventerrein hebben verlaten.
Conclusie: Omdat het hier gaat om een centrum voor dagopvang en met een
aantal gerichte maatregelen kan worden voorkomen dat mensen na sluitingstijd op
het bedrijventerrein blijven hangen deelt het college de opvatting van
inspreker niet.
54.2. Samenvatting: Inspreker verwacht ongeregeldheden op de
parkeerplaats van de
flats Molukkenstraat/Balistraat, zoals ook op plekken elders is
gebleken.
Antwoord: Voor beantwoording van deze verwijzen wij u naar paragraaf G
IV 'Overlast en beheer' van het algemene gedeelte. Naar verwachting zal het
overgrote deel van de bezoekers gebruik maken van de route
Surinamestraat-Reineveldbrug-Binnenstad. Bezoekers zullen daardoor niet of
nauwelijks door de Indische buurt lopen. Een andere mogelijke route loopt via
de Oostsingel. Daarmee passeren ze de Indische buurt aan de rand van deze
buurt.
Conclusie: Omdat de dagopvang een kleinschalige voorziening is en
drugsgebruikers een minderheid van de bezoekers vormen en daarnaast door een
goede inrichting van de locatie en beheer van de omgeving de kans op overlast
en criminaliteit verder beperkt kan worden, kan -in objectieve zin- een
voldoende niveau van veiligheid bereikt worden. Dat neemt niet weg dat het
belangrijk is structureel overleg te hebben tussen gemeente, politie, de
dagopvang, omwonenden en ondernemers. Hoewel genoemde buurt door de
Reineveldbrug wordt afgescheiden van de directe omgeving van het centrum en ook
terzijde ligt van de aanlooproutes naar het centrum is betrokkenheid van
bewoners van deze buurt in dit overleg mogelijk en gewenst.
55. - J.S.C. Marijnissen
Inspreker reageert namens de bewoners van de Surinamestraat 3a.
55.1. Samenvatting: Insprekers maken bezwaar tegen deze locatie om
verschillende
redenen. Het dakterras grenst direct aan het dakterras van de beoogde
locatie zonder
een scheiding. Ook is het studentenhuis gemakkelijk te bereiken als men
tussen de
panden doorloopt. Het studentenhuis heeft grote ramen die in de zomer
altijd open
staan waardoor men gemakkelijk binnen kan komen. Ook is de naastgelegen
binnenplaats direct bereikbaar vanaf de straat.
Antwoord: De beoogde buitenruimte van de dagopvang kan op verschillende
manieren worden gerealiseerd. Wanneer het dakterras als buitenruimte zal
fungeren dient in de bouwkundige constructie rekening gehouden te worden de
aanpalende daken/dakterrassen, zodat bezoekers van de dagopvang alleen dat
gedeelte kunnen betreden wat onderdeel uitmaakt van de dagopvang. Datzelfde
geldt voor de bereikbaarheid van de binnenplaats.
Conclusie: In het ontwerp zal rekening gehouden moeten worden met de
panden en dakterrassen die direct aan die van de dagopvang gelegen zijn, zodat
de te betreden ruimte voor bezoekers van de dagopvang beperkt blijft tot die
ruimte die behoort tot de dagopvang.
55.2. Samenvatting: In de buurt is weinig sociale controle, vooral
buiten werkuren, waardoor er weinig toezicht is. Bezoekers aan het
studentenhuis moeten eerst door het donkere achterliggende straatje om daarna
langs de locatie te gaan. Dit geeft een onveilig gevoel. Er zijn veel donkere
en overdekte toegankelijke plaatsen waar personen zich makkelijk kunnen
ophouden gedurende de nacht. Hierdoor is het moeilijk te controleren of de
bezoekers zich niet in de wijk gaan ophouden na sluitingstijd van de dagopvang.
Antwoord: Voor de beantwoording van uw reactie in algemene zin verwijzen
we u naar paragraaf G IV 'Overlast en beheer'. Specifiek over hanggedrag na
sluitingstijd het volgende. De dagopvang is dagelijks geopend van 11:00u tot
17:30u en vervult geen nachtopvangfunctie. De meeste bezoekers van het
dienstencentrum hebben wel een nachtverblijf; middels een kamer in onderhuur,
het slapen bij verschillende kennissen of via de nachtopvang op de Houttuinen.
Desalniettemin moet ervoor gewaakt worden dat groepen bezoekers zich voor en na
sluitingstijd gaan ophouden in de buurt van de dagopvang, bijvoorbeeld aan de
waterzijde. Er valt te denken aan specifieke maatregelen in het tegengaan van
hangen aan de waterzijde, zowel tijdens als na de openingsuren. Daarnaast kan
gedacht worden aan het maken van een ronde na sluitingstijd om er zeker van te
zijn dat alle bezoekers het bedrijventerrein hebben verlaten.
Conclusie: Omdat het hier gaat om een centrum voor dagopvang en met een
aantal gerichte maatregelen kan worden voorkomen dat mensen na sluitingstijd op
het bedrijventerrein blijven hangen deelt het college de opvatting van
inspreker niet.
55.3. Samenvatting: De aanlooproute is meer dan een halve kilometer
langer dan gewenst. Deze loopt langs een drukke weg met een trambaan. Dit kan
gevaarlijke situaties opleveren. De bezoekers kunnen ook langs de Schie gaan
lopen waar woonhuizen gevestigd zijn.
Antwoord: Voor de beantwoording van deze reactie verwijzen wij u naar
paragraaf G
VI 'Looproute' en naar paragraaf G V 'Afstand tot binnenstad' van het
algemene
gedeelte.
Conclusie: De looproutes tussen de locatie Surinamestraat en de
binnenstad gaan niet door uitsluitend woonomgeving. De verschillende routes
kennen wel een sterke woonfunctie, maar zij worden alle gecombineerd met
frequent verkeer van personen naar of vanaf de binnenstad. De totale lengte van
de looproute Markt-Surinamestraat speelt een rol bij de vergelijking van de
mogelijke locaties. Daarbij geldt een grotere lengte als een nadeel ten
opzichte van andere locaties. Door zowel de gemeenteraad als insprekers is
uitgesproken dat een geschikte locatie 'niet op een meter hoeft af te kaatsen'.
Dat is de reden dat het college die locaties die aan de rand van de
kilometerzone gelegen zijn, meegenomen heeft in de toetsing. Deze redenering is
van toepassing op de locatie Surinamestraat. In het toetsingsdocument is
aangegeven dat de locatie Surinamestraat net buiten de 1km-grens ligt. Het
college beschouwt ligging buiten de 1km-zone als een zwak punt van deze
locatie.
55.4. Samenvatting: De locatie ligt bijna direct aan tramlijn 1 en is
daardoor binnen een paar minuten te bereiken vanaf Delft c.s. Hierdoor kan de
locatie ongewenste personen uit de omringende gemeenten aantrekken.
Antwoord: De dagopvang vervult een functie voor bezoekers uit de regio
Delft, Westland en Oostland. Voor hen kan de tram een goede manier zijn het
centrum te bezoeken. Bezoekers uit (de richting) Den Haag/Rijswijk worden in
het centrum niet toegelaten. Het heeft voor hen dus ook geen zin zich in het
gebied te begeven. Het college is daarbij van mening dat de veiligheidsrisico's
in het stationsgebied en dergelijke risico's rond de tramhalte zeer sterk van
elkaar verschillen. Men kan er niet opgaan in de drukte, waardoor minder
gelegenheid tot crimineel gedrag bestaat.
Conclusie: Het college is niet met inspreker eens dat vanwege de
tramhalte een aanzuigende werking op mensen van buiten de regio zal ontstaan.
56. - B.A. Marsman
56.1. Samenvatting: Inspreker maakt bezwaar tegen deze locatie omdat een
bedrijventerrein als nadeel heeft dat er weinig tot geen goede sociale
controle
mogelijk is.
Antwoord: Voor de beantwoording van uw reactie in algemene zin verwijzen
we u naar paragraaf G IV 'Overlast en beheer'. Specifiek over hanggedrag na
sluitingstijd het volgende. De dagopvang is dagelijks geopend van 11:00u tot
17:30u en vervult geen nachtopvangfunctie. De meeste bezoekers van het
dienstencentrum hebben wel een nachtverblijf; middels een kamer in onderhuur,
het slapen bij verschillende kennissen of via de nachtopvang op de Houttuinen.
Desalniettemin moet ervoor gewaakt worden dat groepen bezoekers zich voor en na
sluitingstijd gaan ophouden in de buurt van de dagopvang, bijvoorbeeld aan de
waterzijde. Er valt te denken aan specifieke maatregelen in het tegengaan van
hangen aan de waterzijde, zowel tijdens als na de openingsuren. Daarnaast kan
gedacht worden aan het maken van een ronde na sluitingstijd om er zeker van te
zijn dat alle bezoekers het bedrijventerrein hebben verlaten.
Conclusie: Omdat het hier gaat om een centrum voor dagopvang en met een
aantal gerichte maatregelen kan worden voorkomen dat mensen na sluitingstijd op
het bedrijventerrein blijven hangen deelt het college de opvatting van
inspreker niet.
56.2. Samenvatting: De onveiligheid wordt vergroot doordat men onder de
nabijgelegen
Reineveldbrug kan schuilen en als verblijfplaats kan gebruiken.
Antwoord: Voor beantwoording van deze reactie verwijzen wij u naar
paragraaf G IV 'Overlast en beheer' van het algemene gedeelte. Bij de locatie
Surinamestraat valt te denken aan specifieke maatregelen in het tegengaan van
hangen aan de waterzijde, zowel tijdens als na de openingsuren. Dat houdt in
dat voor de bezoekers van het centrum de regel moet gelden dat hanggedrag in de
omgeving van de dagopvang niet is toegestaan. In beheerafspraken zou
bijvoorbeeld opgenomen kunnen worden dat na sluitingstijd een ronde gemaakt
wordt om na te gaan of de bezoekers van het centrum het bedrijventerrein
inderdaad hebben verlaten.
Conclusie: Omdat de dagopvang een kleinschalige voorziening is en
drugsgebruikers een minderheid van de bezoekers vormen en daarnaast door een
goede inrichting van de locatie en beheer van de omgeving de kans op overlast
en criminaliteit verder beperkt kan worden, kan -in objectieve zin- een
voldoende niveau van veiligheid bereikt worden. Dat neemt niet weg dat het
belangrijk is structureel overleg te hebben tussen gemeente, politie, de
dagopvang, omwonenden en ondernemers. Dat overleg moet leiden tot een
beheerplan en regelmatige evaluatie van de gang van zaken. Daarbij horen ook
een serieus sanctiebeleid van de dagopvang en afspraken over een snelle reactie
van de hulpdiensten bij incidenten. Er valt te denken aan specifieke
maatregelen in het tegengaan van hangen aan de waterzijde, zowel tijdens als na
de openingsuren. Op deze wijze kan het beperkte risico worden verkleind, moet
ook het vertrouwen ontstaan dat wangedrag wordt aangepakt, waardoor
uiteindelijk het gevoel van onveiligheid vermindert.
56.3. Samenvatting: De buurt van de Soendastraat, Timorstraat, etc. is
nu rustig en
kinderen kunnen ongestoord op straat spelen. De huidige opvang geeft
veel overlast
en de mogelijkheid bestaat dat de bezoekers in deze buurt blijven
hangen. Dit is
onwenselijk.
Antwoord: Voor beantwoording van deze verwijzen wij u naar paragraaf G
IV 'Overlast en beheer' van het algemene gedeelte. Naar verwachting zal het
overgrote deel van de bezoekers gebruik maken van de route
Surinamestraat-Reineveldbrug-Binnenstad. Bezoekers zullen daardoor niet of
nauwelijks door de Indische buurt lopen. Een andere mogelijke route loopt via
de Oostsingel. Daarmee passeren ze de Indische buurt aan de rand van deze
buurt.
Conclusie: Omdat de dagopvang een kleinschalige voorziening is en drugsgebruikers
een minderheid van de bezoekers vormen en daarnaast door een goede inrichting
van de locatie en beheer van de omgeving de kans op overlast en criminaliteit
verder beperkt kan worden, kan -in objectieve zin- een voldoende niveau van
veiligheid bereikt worden. Dat neemt niet weg dat het belangrijk is structureel
overleg te hebben tussen gemeente, politie, de dagopvang, omwonenden en
ondernemers. Hoewel genoemde buurt door de Reineveldbrug wordt afgescheiden van
de directe omgeving van het centrum en ook terzijde ligt van de aanlooproutes
naar het centrum is betrokkenheid van bewoners van deze buurt in dit overleg
mogelijk en gewenst.
56.4. Samenvatting: De aanlooproute kan door de gemeente uitgezet
worden, maar de
realiteit is dat de bezoekers zelf een route zullen kiezen langs het
kanaal, langs de
Oostsingel, richting stad. Ook wordt een parkje gepasseerd waar vaak de
senioren uit
Huize Monica gebruik van maken. Het kan niet de bedoeling zijn van de
gemeente
om dit onmogelijk te maken voor deze oude mensen.
Antwoord: Voor beantwoording van deze verwijzen wij u naar paragraaf G
IV 'Overlast en beheer' van het algemene gedeelte. Naar verwachting zal het
overgrote deel van de bezoekers gebruik maken van de route
Surinamestraat-Reineveldbrug-Binnenstad. Een andere mogelijke, maar naar
verwachting minder gebruikte, route is
die via de Oostsingel. Huize Monica is een semi-openbare instelling, die ten
noorden van deze looproute gelegen is. Contact tussen bewoners van huize Monica
en bezoekers van de dagopvang is daarmee tot een minimum beperkt. Het enkele
feit dat looproutes elkaar kunnen kruisen beschouwen wij niet als hinderlijk.
Het kan echter wel degelijk zinnig zijn Huize Monica te betrekken in het
overleg met de buurt.
Conclusie: Omdat de dagopvang een kleinschalige voorziening is en
drugsgebruikers een minderheid van de bezoekers vormen en daarnaast door een
goede inrichting van de locatie en beheer van de omgeving de kans op overlast
en criminaliteit verder beperkt kan worden, kan -in objectieve zin- een
voldoende niveau van veiligheid bereikt worden. Dat neemt niet weg dat het
belangrijk is structureel overleg te hebben tussen gemeente, politie, de
dagopvang, omwonenden en ondernemers. Dat overleg moet leiden tot een
beheerplan en regelmatige evaluatie van de gang van zaken. Daarbij horen ook
een serieus sanctiebeleid van de dagopvang en afspraken over een snelle reactie
van de hulpdiensten bij incidenten. Op deze wijze kan het beperkte risico
worden verkleind, moet ook het vertrouwen ontstaan dat wangedrag wordt
aangepakt, waardoor uiteindelijk het gevoel van onveiligheid vermindert. Het
enkele feit dat looproutes elkaar kunnen kruisen beschouwen wij niet als
hinderlijk.
56.5. Samenvatting: Inspreker is bang zich niet meer veilig te voelen in
de eigen
woonomgeving. Dit kan toch niet de bedoeling zijn.
Antwoord: Voor de beantwoording van deze reactie verwijzen wij u naar
paragraaf G IV 'Overlast en beheer' van het algemene gedeelte. Bij de locatie
Surinamestraat valt te denken aan specifieke maatregelen in het tegengaan van
hangende groepen aan de waterzijde, zowel tijdens als na de openingsuren. In de
beheerafspraken zou bijvoorbeeld kunnen worden opgenomen dat na sluitingstijd
een ronde wordt gemaakt om na te gaan of de bezoekers van het centrum het
bedrijventerrein inderdaad hebben verlaten.
Conclusie: Gezien de omvang en de aard van de groep die het
dienstencentrum bezoekt, de aanpak rond buitenruimte en toegangssluis en de
ervaringen van de laatste jaren zijn de risico's beperkt. Dat neemt niet weg
dat het belangrijk is structureel overleg te hebben tussen gemeente, politie,
de dagopvang, omwonenden en ondernemers. Dat overleg moet leiden tot een
beheerplan en regelmatige evaluatie van de gang van zaken. Daarbij horen ook
een serieus sanctiebeleid van de dagopvang en afspraken over een snelle reactie
van de hulpdiensten bij incidenten. Op deze wijze kan het beperkte risico
worden verkleind, moet ook het vertrouwen ontstaan dat wangedrag wordt
aangepakt, waardoor uiteindelijk het gevoel van onveiligheid vermindert.
57. - J.F. Middendorp en C.B. Middendorp-Teunissen
57.1. Samenvatting: Deze locatie is het meest geschikt omdat het een
industriegebied is
waardoor de leefbaarheid, wat een prioriteit zou moeten zijn van het
bestuur, minder
in het geding is.
Antwoord/conclusie: Het college heeft kennisgenomen van de voorkeur van
de inspreker.
58. - A.M. de Moor
58.1. Samenvatting: Inspreker
spreekt zijn/haar voorkeur uit voor deze locatie (zonder
toelichting).
Antwoord/conclusie: Het college heeft kennisgenomen van de voorkeur van
de
inspreker.
59. - A.P. Nauta
59.1. Samenvatting: Inspreker is het oneens met deze locatie en is
vooral bezorgd om de mogelijkheid van rondzwerven van de doelgroep in de wijk.
Dat geeft een gevoel van onveiligheid in huis.
Antwoord: Voor de beantwoording van uw reactie in algemene zin verwijzen
we u naar paragraaf G IV 'Overlast en beheer'. Specifiek over hanggedrag na
sluitingstijd het volgende. De dagopvang is dagelijks geopend van 11:00u tot
17:30u en vervult geen nachtopvangfunctie. De meeste bezoekers van het
dienstencentrum hebben wel een nachtverblijf; middels een kamer in onderhuur,
het slapen bij verschillende kennissen of via de nachtopvang op de Houttuinen.
Desalniettemin moet ervoor gewaakt worden dat groepen bezoekers zich voor en na
sluitingstijd gaan ophouden in de buurt van de dagopvang, bijvoorbeeld aan de
waterzijde. Er valt te denken aan specifieke maatregelen in het tegengaan van
hangen aan de waterzijde, zowel tijdens als na de openingsuren. Daarnaast kan
gedacht worden aan het maken van een ronde na sluitingstijd om er zeker van te
zijn dat alle bezoekers het bedrijventerrein hebben verlaten.
Conclusie: Omdat het hier gaat om een centrum voor dagopvang en met een
aantal gerichte maatregelen kan worden voorkomen dat mensen na sluitingstijd op
het bedrijventerrein blijven hangen deelt het college de opvatting van
inspreker niet.
60. - A. Neuteboom (inspreker heeft tevens handtekeningen vanuit de
appartementencomplexen uit Rijswijk en de Indische buurt overhandigt)
Inspreker is het niet eens met deze locatie vanwege een aantal redenen.
60.1. Samenvatting: Vanwege samenscholingen en criminaliteit.
Verslaafden
hebben geld nodig. Het gevolg is inbraken en auto-inbraken. Meestal
zogenaamde
draaideur criminelen. Daarnaast zal slapen in het openbaar op straat het
beeld
verstoren. Er zal agressiviteit optreden; drugs en drank verslaafden
raken eerder
agressief. Afval van drugsspuiten en flessen; besmettingsgevaar voor
kinderen.
Verloedering van de buurt.
Antwoord: Voor de beantwoording van deze reactie verwijzen wij u naar
paragraaf G IV 'Overlast en beheer' van het algemene gedeelte. Bij de locatie
Surinamestraat valt te denken aan specifieke maatregelen in het tegengaan van
hangende groepen aan de waterzijde, zowel tijdens als na de openingsuren. In
beheerafspraken zou bijvoorbeeld opgenomen kunnen worden dat na sluitingstijd
een ronde gemaakt wordt om na te gaan of de bezoekers van het centrum het
bedrijventerrein inderdaad hebben verlaten. Menig inspreker is bevreesd dat
zijn of haar kind in contact komt met rondslingerende spuiten. In de huidige
drugsgebruikerswereld wordt niet of nauwelijks meer gebruik maakt van spuiten
en dus naalden. Harddrugs, zoals crack en heroïne, worden verwarmd en
vervolgens opgesnoven. Voor diegene die naalden gebruikt is het 'schone
spuitenproject' van toepassing. Tegen inlevering van een oude spuit wordt een
nieuwe spuit verstrekt. In of nabij de huidige locatie aan de Oostsingel zijn
de afgelopen jaren geen spuiten aangetroffen. Het gevaar van rondslingerende
gebruikte spuiten valt vrijwel volledig uit te sluiten.
Conclusie: Gezien de omvang en de aard van de groep die het
dienstencentrum bezoekt, de aanpak rond buitenruimte en toegangssluis en de
ervaringen van de laatste jaren zijn de risico's beperkt. Dat neemt niet weg
dat het belangrijk is structureel overleg te hebben tussen gemeente, politie,
de dagopvang, omwonenden en ondernemers. Dat overleg moet leiden tot een
beheerplan en regelmatige evaluatie van de gang van zaken. Daarbij horen ook
een serieus sanctiebeleid van de dagopvang en afspraken over een snelle reactie
van de hulpdiensten bij incidenten. Op deze wijze kan het beperkte risico
worden verkleind, moet ook het vertrouwen ontstaan dat wangedrag wordt
aangepakt, waardoor uiteindelijk het gevoel van onveiligheid vermindert.
60.2. Samenvatting: Er zal
waardevermindering van woningen optreden.
Antwoord: Voor de beantwoording van deze reactie verwijzen wij u naar
paragraaf G VIII 'Planschade' van het algemene gedeelte.
Conclusie: Bij de wijziging van het bestemmingsplan kunnen
belanghebbenden verzoeken om planschadevergoeding.
60.3. Samenvatting: Het is een
goedkope oplossing om juist op een gemeentegrens iets
dergelijks te plannen, zodat er voor de gemeente Delft maar een
gedeeltelijke overlast
en bezwaar is van omwonenden.
Antwoord: De gemeente Rijswijk begint een aantal honderden meters ten
noorden van de Surinamestraat. De doelgroep zal het centrum over het algemeen
juist uit de zuidelijke richting bezoeken. Het college ziet daarom geen
duidelijke relatie tussen de locatie Surinamestraat 1 en de gemeente Rijswijk.
De mogelijkheid bestaat dat Rijswijkers bezoekers van de dagopvang zien of dat
zij elkaars looproute kruisen. Dat enkele feit beschouwen wij niet als hinderlijk.
Dat neemt niet weg dat het risico van overlast aanwezig blijft. Daarom lijkt
het ons wel van belang de bewoners van het betreffende Rijswijkse gebied in het
buurtoverleg te betrekken.
Conclusie: Het enkele feit dat looproutes elkaar kunnen kruisen
beschouwen wij niet als hinderlijk.
60.4. Samenvatting: Waarom zijn
de Rijswijkse bewoners niet ingelicht via de gemeente
Rijswijk en Delft?
Antwoord: Het college streeft er naar zo zorgvuldig en transparant
mogelijk te handelen. Derhalve is er via diverse mediakanalen, brief,
informatiekrant en website, gecommuniceerd over de plannen van de gemeente. De
betreffende Rijswijkse bewoners zijn uitgenodigd voor de inspraakavond. Ze zijn
daarmee in de gelegenheid geweest inspraak te plegen, hetgeen ook gestaafd
wordt door de binnengekomen inspraakreacties uit de gemeente Rijswijk.
Conclusie: Het college is van mening dat het aan de inspannings- en
inspraakverplichting voldoet om een nieuwe locatie te huisvesten.
60.5. Samenvatting: De woonrust
van deze buitenwijk zal verstoord worden, waarvoor
ooit een hoge hypotheek is afgesloten. Een aantal omwonenden hebben
aangegeven te willen vertrekken.
Antwoord: Voor de beantwoording van deze reactie verwijzen wij u naar
paragraaf G IV 'Overlast en beheer' van het algemene gedeelte. Bij de locatie
Surinamestraat valt te denken aan specifieke maatregelen in het tegengaan van
hangende groepen aan de waterzijde, zowel tijdens als na de openingsuren. In de
beheerafspraken kan bijvoorbeeld worden opgenomen dat na sluitingstijd een
ronde wordt gemaakt om na te gaan of de bezoekers van het centrum het
bedrijventerrein inderdaad hebben verlaten.
Conclusie: Gezien de omvang en de aard van de groep die het
dienstencentrum bezoekt, de aanpak rond buitenruimte en toegangssluis en de
ervaringen van de laatste jaren zijn de risico's beperkt. Dat neemt niet weg
dat het belangrijk is structureel overleg te hebben tussen gemeente, politie,
de dagopvang, omwonenden en ondernemers. Dat overleg moet leiden tot een
beheerplan en regelmatige evaluatie van de gang van zaken. Daarbij horen ook
een serieus sanctiebeleid van de dagopvang en afspraken over een snelle reactie
van de hulpdiensten bij incidenten. Op deze wijze kan het beperkte risico
worden verkleind, moet ook het vertrouwen ontstaan dat wangedrag wordt
aangepakt, waardoor uiteindelijk het gevoel van onveiligheid vermindert.
60.6. Samenvatting: Van maart
tot oktober zijn er veel toeristen, voor wie dit geen
gezicht is en het toerisme niet bevordert. Het is ook vervelend voor de
Delftse Pauw.
Antwoord: Op zichzelf geldt ook voor het toerisme en de Delftse Pauw in
het bijzonder wat in paragraaf IV 'Overlast en beheer' is gezegd. Daarbij komt
dat de Delftse Pauw gevestigd is op het adres Delftweg 133. Dat is een aantal
honderden meters ten noorden van de Surinamestraat. De doelgroep zal het
centrum over het algemeen juist uit de zuidelijke richting bezoeken. Het
college ziet daarom geen duidelijke relatie tussen de locatie Surinamestraat 1
en de Delftse Pauw. De mogelijkheid bestaat dat bezoekers van de Delftse Pauw
bezoekers van de dagopvang zien of dat zij elkaars looproute kruisen. Dat
enkele feit beschouwen wij niet als hinderlijk.
Dat neemt niet weg dat het risico van overlast aanwezig blijft. Daarom
lijkt het ons wel van belang in het buurtoverleg de Delftse Pauw te betrekken
Conclusie: Het geheel overziend kan nu naar ons oordeel niet gezegd
worden dat de komst van het centrum tot een verslechtering van het
(toeristisch) klimaat in het betrokken deel van de stad zal leiden.
60.7. Samenvatting: Door een
andere landelijke aanpak van de politiek kan het
probleem beter opgelost worden zonder dat er overlast voor omwonenden
is; door hen
verplicht onderdak te geven en niet te laten zwerven. Het beleid is nu
te soepel.
Antwoord: De gemeente heeft volgens de Welzijnswet een zorgplicht,
maatschappelijke opvang en verslavingszorg maken hier onderdeel van uit. De
doelstelling van maatschappelijke opvang in Nederland is: Het bieden van
tijdelijk verblijf gekoppeld aan zorgverlening en begeleiding en/of het
wegnemen van crises. In Delft wordt gestreefd naar een zorgketen (preventie,
zorg, nazorg), een vraaggestuurd en samenhangend aanbod en aandacht voor
risicogroepen. Dit gebeurt onder andere door herstructurering van de sector
(fusie tussen de verschillende opvangstichtingen) en samenwerking met andere
partners (zoals politie, maatschappelijk werk, verslavingszorg, GGZ,
schuldhulpverlening, etc.). De gemeente heeft hierin de regiefunctie en
ontvangt een doeluitkering vanuit het ministerie VWS. Het landelijk beleid is
daarbij voor de gemeente -zeker in deze procedure- een gegeven.
Conclusie: De inspraakreactie heeft geen invloed op de besluitvorming.
61. - T. Nijensteen
61.1. Samenvatting: Inspreker
maakt bezwaar tegen deze locatie omdat de locatie
gelegen is op een bedrijventerrein waar na 17.00 uur geen sociale
controle is. Dit is
ongewenst niet alleen volgens bewoners maar ook vanuit de visie van de
gemeente.
Antwoord: Voor de beantwoording van uw reactie in algemene zin verwijzen
we u naar paragraaf G IV 'Overlast en beheer'. Specifiek over hanggedrag na
sluitingstijd het volgende. De dagopvang is dagelijks geopend van 11:00u tot
17:30u en vervult geen nachtopvangfunctie. De meeste bezoekers van het
dienstencentrum hebben wel een nachtverblijf; middels een kamer in onderhuur,
het slapen bij verschillende kennissen of via de nachtopvang op de Houttuinen.
Desalniettemin moet ervoor gewaakt worden dat groepen bezoekers zich voor en na
sluitingstijd gaan ophouden in de buurt van de dagopvang, bijvoorbeeld aan de
waterzijde. Er valt te denken aan specifieke maatregelen in het tegengaan van
hangen aan de waterzijde, zowel tijdens als na de openingsuren. Daarnaast kan
gedacht worden aan het maken van een ronde na sluitingstijd om er zeker van te
zijn dat alle bezoekers het bedrijventerrein hebben verlaten.
Conclusie: Omdat het hier gaat om een centrum voor dagopvang en met een
aantal gerichte maatregelen kan worden voorkomen dat mensen na sluitingstijd op
het bedrijventerrein blijven hangen deelt het college de opvatting van
inspreker niet.
61.2. Samenvatting: Tramlijn
1 loopt langs de locatie en heeft een halte vlakbij
waardoor er een groot risico is dat daklozen/verslaafden uit Den Haag
naar deze
locatie komen.
Antwoord: De dagopvang vervult een functie voor bezoekers uit de regio
Delft, Westland en Oostland. Voor hen kan de tram een goede manier zijn het
centrum te bezoeken. Bezoekers uit (de richting) Den Haag/Rijswijk worden in
het centrum niet toegelaten. Het heeft voor hen dus ook geen zin zich in het
gebied te begeven. Het college is daarbij van mening dat de veiligheidsrisico's
in het stationsgebied en dergelijke risico's rond de tramhalte zeer sterk van
elkaar verschillen. Men kan er niet opgaan in de drukte, waardoor minder gelegenheid
tot crimineel gedrag bestaat.
Conclusie: Het college is niet met inspreker eens dat vanwege de
tramhalte een aanzuigende werking op mensen van buiten de regio zal ontstaan.
61.3. Samenvatting: De
tramlijn wordt veel gebruikt door scholieren. Zij hebben recht
op een veilig vervoer naar school.
Antwoord: Wanneer de dagopvang gevestigd wordt aan de Surinamestraat
gevestigd wordt zal een deel van de 50 tot 70 dagelijkse bezoekers de tram
gebruiken. Op de aantallen passagiers van de tram is dan een zeer klein deel,
waardoor niet aannemelijk is dat de veiligheid in de tram in het geding komt.
Overigens is de voornaamste overlast die in voorkomende gevallen ontstaat
gerelateerd aan het rijden zonder plaatsbewijs. Bij controle daarop is
gekwalificeerd personeel van de vervoerder aanwezig.
Conclusie: Deze inspraak heeft geen invloed op de besluitvorming.
61.4. Samenvatting: Gezien de
doelgroep van de opvang, is er een grote kans op
inbraak in het nabijgelegen gezondheidscentrum/huisartsenpost, woningen
en auto's.
Antwoord: Voor de beantwoording van deze reactie verwijzen wij u naar
paragraaf G IV 'Overlast en beheer'. Deze uitspraak valt niet te rijmen met het
daadwerkelijke gedrag van de bezoekers van de dagopvang. Bij gereedkomen van de
nieuwbouw voor een gezondheidscentrum bij de Bieslandhof vertrekt het huidige
gezondheidscentrum naar die locatie.
Conclusie: Omdat de dagopvang een kleinschalige voorziening is en
drugsgebruikers een minderheid van de bezoekers vormen en daarnaast door een
goede inrichting van de locatie en beheer van de omgeving het risico op
overlast en criminaliteit verder beperkt kan worden, kan -in objectieve zin-
een voldoende niveau van veiligheid bereikt worden.
61.5. Samenvatting: De
aanlooproute zal langs het Rijn- en Schiekanaal zijn en niet
via de Vrijebanselaan, Annastraat naar de Markt, zoals de gemeente
veronderstelt
omdat men gewoon langs het water zal kunnen blijven lopen. Daardoor zal
men door
woonbuurten en langs scholen lopen wat de gemeente niet wenselijk acht
vanwege de
overlast.
Antwoord: Voor de beantwoording van deze reactie verwijzen wij u naar
paragraaf G VI 'Looproute' van het algemene gedeelte.
Conclusie: De looproutes tussen de locatie Surinamestraat en de
binnenstad gaan niet door uitsluitend woonomgeving. De verschillende routes
kennen wel een sterke woonfunctie, maar zij worden alle gecombineerd met
frequent verkeer van personen naar of vanaf de binnenstad. De totale lengte van
de looproute Markt-Surinamestraat speelt een rol bij de vergelijking van de
mogelijke locaties. Daarbij geldt een grotere lengte als een nadeel ten
opzichte van andere locaties.
61.6. Samenvatting: In
hoeverre heeft de gemeente zich ingezet om de inwoners van
Rijswijk die in de directe omgeving wonen, te informeren en naar hun
mening te vragen?
Antwoord: Het college streeft er naar zo zorgvuldig en transparant
mogelijk te handelen. Derhalve is er via diverse mediakanalen, brief,
informatiekrant en website, gecommuniceerd over de plannen van de gemeente. De
betreffende Rijswijkse bewoners zijn uitgenodigd voor de inspraakavond. Ze zijn
daarmee in de gelegenheid geweest inspraak te plegen, hetgeen ook gestaafd
wordt door de binnengekomen inspraakreacties uit de gemeente Rijswijk.
Conclusie: Het college is van mening dat het aan de inspannings- en
inspraakverplichting voldoet om een nieuwe locatie te huisvesten.
61.7. Samenvatting: Bewoners
hebben bewust gekozen voor een rustige
woonomgeving. Bij de Surinamestraat is een extra gevaar dat de daklozen,
eenmaal
onder de Reineveldbrug door, uit het zicht van de opvang zijn en
overlast zullen
veroorzaken in de buurt rond de Soendastraat/Oostsingel.
Antwoord: Voor beantwoording van deze verwijzen wij u naar paragraaf G
IV 'Overlast en beheer' van het algemene gedeelte. Naar verwachting zal het
overgrote deel van de bezoekers gebruik maken van de route
Surinamestraat-Reineveldbrug-Binnenstad. Bezoekers zullen daardoor niet of
nauwelijks door de Indische buurt lopen. Een andere mogelijke route loopt via
de Oostsingel. Daarmee passeren ze de Indische buurt aan de rand van deze
buurt.
Conclusie: Omdat de dagopvang een kleinschalige voorziening is en
drugsgebruikers een minderheid van de bezoekers vormen en daarnaast door een
goede inrichting van de locatie en beheer van de omgeving de kans op overlast
en criminaliteit verder beperkt kan worden, kan -in objectieve zin- een
voldoende niveau van veiligheid bereikt worden. Dat neemt niet weg dat het
belangrijk is structureel overleg te hebben tussen gemeente, politie, de
dagopvang, omwonenden en ondernemers. Hoewel genoemde buurt door de
Reineveldbrug wordt afgescheiden van de directe omgeving van het centrum en ook
terzijde ligt van de aanlooproutes naar het centrum is betrokkenheid van
bewoners van deze buurt in dit overleg mogelijk en gewenst.
61.8. Samenvatting: Beide
stukken groen aan de Soendastraat en bij de waterkant
langs de Oostsingel kan een hangplaats worden voor verslaafden. Deze
stukken groen
hebben nu een belangrijke andere functie voor omwonenden, kinderen en
hondenbezitters. Vestiging van de dagopvang zal een aantasting van de huidige
functie met zich
meebrengen. De afgesloten buitenruimte is een vrijblijvend alternatief.
De daklozen
zullen zich net zo gemakkelijk in de nabije omgeving ophouden.
Antwoord: Voor de beantwoording van uw reactie in algemene zin verwijzen
we u naar paragraaf G IV 'Overlast en beheer'. Specifiek over hanggedrag na
sluitingstijd het volgende. De dagopvang is dagelijks geopend van 11:00u tot
17:30u en vervult geen nachtopvangfunctie. De meeste bezoekers van het
dienstencentrum hebben wel een nachtverblijf; middels een kamer in onderhuur,
het slapen bij verschillende kennissen of via de nachtopvang op de Houttuinen.
Desalniettemin moet ervoor gewaakt worden dat groepen bezoekers zich voor en na
sluitingstijd gaan ophouden in de buurt van de dagopvang, bijvoorbeeld aan de
waterzijde. Er valt te denken aan specifieke maatregelen in het tegengaan van
hangen aan de waterzijde, zowel tijdens als na de openingsuren. Daarnaast kan
gedacht worden aan het maken van een ronde na sluitingstijd om er zeker van te
zijn dat alle bezoekers het bedrijventerrein hebben verlaten.
Conclusie: Omdat het hier gaat om een centrum voor dagopvang en met een
aantal gerichte maatregelen kan worden voorkomen dat mensen tijdens en na
sluitingstijd op het bedrijventerrein blijven hangen deelt het college de
opvatting van inspreker niet.
61.9. Samenvatting: De Surinamestraat ligt hemelsbreed 1100 meter van de
Markt. De
loopafstand is echter grotere. De locatie voldoet niet aan de eis van
een straal van
500 meter of 1000 meter vanaf de Markt. Daarom zou de locatie afgewezen
moeten
worden.
Antwoord: Voor de beantwoording van deze reactie verwijzen wij u naar
paragraaf G V 'Afstand tot binnenstad' van het algemene gedeelte.
Conclusie: Door zowel de gemeenteraad als insprekers is uitgesproken dat
een geschikte locatie 'niet op een meter hoeft af te kaatsen'. Dat is de reden
dat het college die locaties die aan de rand van de kilometerzone gelegen zijn,
meegenomen heeft in de toetsing. Deze redenering is van toepassing op de
locatie Surinamestraat. In het toetsingsdocument is aangegeven dat de locatie
Surinamestraat net buiten de 1km-grens ligt. Het college beschouwt ligging
buiten de 1km-zone als een zwak punt van deze locatie.
62. - P. van Opzeeland
61.1. Samenvatting: Dit is een
goede locatie aangezien de bezoekers hier niet voor al
teveel overlast kunnen zorgen.
Antwoord/conclusie: Het college heeft kennisgenomen van de voorkeur van
de inspreker.
63. - P. Ouwerkerk
63.1. Samenvatting: Inspreker
is van mening dat dit de slechtst mogelijke locatie is. In
de directe omgeving bevindt zich een huisartsen groepspraktijk die nu al
veel overlast
heeft van de vele inbraken. Hoe kan de gemeente voorkomen dat de
bezoekers van
de dagopvang geen overlast zullen veroorzaken in de huisartsenpraktijk?
Antwoord: Voor de beantwoording van deze reactie verwijzen wij u naar
paragraaf G IV 'Overlast en beheer'. Deze uitspraak valt niet te rijmen met het
daadwerkelijke gedrag van de bezoekers van de dagopvang. Bij gereedkomen van de
nieuwbouw voor een gezondheidscentrum bij de Bieslandhof vertrekt het huidige
gezondheidscentrum naar die locatie.
Conclusie: Omdat de dagopvang een kleinschalige voorziening is en
drugsgebruikers een minderheid van de bezoekers vormen en daarnaast door een
goede inrichting van de locatie en beheer van de omgeving het risico op
overlast en criminaliteit verder beperkt kan worden, kan -in objectieve zin-
een voldoende niveau van veiligheid bereikt worden.
63.2. Samenvatting: 'S avonds is de wijk uitgestorven en is er weinig
sociale controle.
Dit is een ideale situatie voor mensen die kwaad willen. Na
sluitingstijd zullen de
bezoekers blijven hangen en overlast veroorzaken.
Antwoord: Voor de beantwoording van uw reactie in algemene zin verwijzen
we u naar paragraaf G IV 'Overlast en beheer'. Specifiek over hanggedrag na
sluitingstijd het volgende. De dagopvang is dagelijks geopend van 11:00u tot
17:30u en vervult geen nachtopvangfunctie. De meeste bezoekers van het dienstencentrum
hebben wel een nachtverblijf; middels een kamer in onderhuur, het slapen bij
verschillende kennissen of via de nachtopvang op de Houttuinen. Desalniettemin
moet ervoor gewaakt worden dat groepen bezoekers zich voor en na sluitingstijd
gaan ophouden in de buurt van de dagopvang, bijvoorbeeld aan de waterzijde. Er
valt te denken aan specifieke maatregelen in het tegengaan van hangen aan de
waterzijde, zowel tijdens als na de openingsuren. Daarnaast kan gedacht worden
aan het maken van een ronde na sluitingstijd om er zeker van te zijn dat alle
bezoekers het bedrijventerrein hebben verlaten.
Conclusie: Omdat het hier gaat om een centrum voor dagopvang en met een
aantal gerichte maatregelen kan worden voorkomen dat mensen na sluitingstijd op
het bedrijventerrein blijven hangen deelt het college de opvatting van
inspreker niet.
63.3. Samenvatting: Er zijn
twee aanlooproutes naar de wijk vanuit de binnenstad;
over de brug en langs het Schiekanaal. De verslaafden zullen op beide
routes
(waarvan de tweede veel gebruikt wordt door moeders met kinderen,
recreanten en
seniore bewoners) voor veel overlast zorgen. Dit is onacceptabel.
Antwoord: Voor de beantwoording van deze reactie verwijzen wij u naar
paragraaf G VI 'Looproute' van het algemene gedeelte.
Conclusie: De looproutes tussen de locatie Surinamestraat en de
binnenstad gaan niet door uitsluitend woonomgeving. De verschillende routes
kennen wel een sterke woonfunctie, maar zij worden alle gecombineerd met
frequent verkeer van personen naar of vanaf de binnenstad. De totale lengte van
de looproute Markt-Surinamestraat speelt een rol bij de vergelijking van de
mogelijke locaties. Daarbij geldt een grotere lengte als een nadeel ten
opzichte van andere locaties.
63.4. Samenvatting: In de
wijk wonen veel gezinnen met jonge kinderen die bewust
voor deze wijk hebben gekozen vanwege het kindvriendelijke karakter. De
aanloop en
uitwaai van de bezoekers van de dagopvang door de wijk is negatief voor
de wijk.
Antwoord: Voor beantwoording van deze verwijzen wij u naar paragraaf G
IV 'Overlast en beheer' van het algemene gedeelte. Naar verwachting zal het
overgrote deel van de bezoekers gebruik maken van de route
Surinamestraat-Reineveldbrug-Binnenstad. Bezoekers zullen daardoor niet of
nauwelijks door de Indische buurt lopen. Een andere mogelijke route loopt via
de Oostsingel. Daarmee passeren ze de Indische buurt aan de rand van deze
buurt.
Conclusie: Omdat de dagopvang een kleinschalige voorziening is en
drugsgebruikers een minderheid van de bezoekers vormen en daarnaast door een
goede inrichting van de locatie en beheer van de omgeving de kans op overlast
en criminaliteit verder beperkt kan worden, kan -in objectieve zin- een
voldoende niveau van veiligheid bereikt worden. Dat neemt niet weg dat het belangrijk
is structureel overleg te hebben tussen gemeente, politie, de dagopvang,
omwonenden en ondernemers. Hoewel genoemde buurt door de Reineveldbrug wordt
afgescheiden van de directe omgeving van het centrum en ook terzijde ligt van
de aanlooproutes naar het centrum is betrokkenheid van bewoners van deze buurt
in dit overleg mogelijk en gewenst.
63.5. Samenvatting: Heeft de
gemeente rekening gehouden met een verhuishausse,
een waardedaling van onroerend goed en de daaropvolgende verpaupering
van de
wijk?
Antwoord: Voor de beantwoording van deze reactie verwijzen wij u naar
paragraaf G VIII 'Planschade' van het algemene gedeelte. Het college gelooft
niet in een verhuishausse die het gevolg zal zijn van vestiging van het
dienstencentrum aan de Surinamestraat.
Conclusie: Bij de wijziging van het bestemmingsplan kunnen
belanghebbenden verzoeken om planschadevergoeding.
63.6. Samenvatting: Deze
locatie is gelegen nabij het Mondriaan College wat geen
goed voorbeeld is voor opgroeiende pubers. Het is te verwachten dat de
dagopvang
dealers zal gaan aantrekken die in de buurt van het College zullen gaan
dealen.
Antwoord: Op zichzelf geldt ook voor de locatie van de
Mondriaan-Onderwijsgroep wat in paragraaf IV 'Overlast en beheer' is gezegd.
Mondriaan is ten noorden van de Surinamestraat gelegen. De doelgroep zal het
centrum over het algemeen juist uit de zuidelijke richting bezoeken. Het
college ziet daarom geen duidelijke relatie tussen de locatie Surinamestraat 1
en Het Mondriaan College.
De omgeving zal dan alleen kunnen zien dat bezoekers de locatie van het
centrum betreden en weer verlaten. Het enkele feit dat bezoekers van het
centrum op die manier zichtbaar zijn en looproutes van andere groepen kruisen
beschouwen wij niet als hinderlijk. Dat neemt niet weg dat het risico van
overlast aanwezig blijft. Daarom lijkt het ons wel van belang in het
buurtoverleg Mondriaan te betrekken.
Conclusie: Het enkele feit dat bezoekers van het centrum op die manier
zichtbaar zijn en looproutes van andere groepen kruisen beschouwen wij niet als
hinderlijk.
63.7. Samenvatting: De
gemeente zou een ruimte beschikbaar kunnen stellen in een
van haar eigen gebouwen.
Antwoord: In 2004 heeft het college 121 locaties (die grotendeels door
bewoners zijn aangedragen) getoetst aan elf criteria. Binnen de locaties zaten
ook panden van de gemeentelijke organisatie, dit was geen uitsluitingsgrond. Zo
betreft één van de locaties die nu ter inspraak wordt voorgelegd de
zuidwesthoek van het gemeentelijk Staalterrein.
Conclusie: De inspraak heeft geen invloed op de besluitvorming.
64. - W. Overdijk
64.1. Samenvatting: Inspreker
maakt bezwaar tegen deze locatie omdat het een
groen vriendelijke buurt is en men vraagt zich af wat er met de buurt
zal gebeuren
indien de daklozen en verslaafden de rust en de veiligheid komen
verstoren. Men
vraagt zich af of men nog zal kunnen wandelen langs het water zonder te
worden
lastig gevallen. Het risico op inbraak of vernieling van huizen en
auto's neemt toe.
Antwoord: Voor de beantwoording van deze reactie verwijzen wij u naar
paragraaf G IV 'Overlast en beheer' van het algemene gedeelte. Bij de locatie
Surinamestraat valt te denken aan specifieke maatregelen in het tegengaan van
hangende groepen aan de waterzijde, zowel tijdens als na de openingsuren. In de
beheerafspraken zou bijvoorbeeld opgenomen kunnen worden dat na sluitingstijd
een ronde wordt gemaakt om na te gaan of de bezoekers van het centrum het
bedrijventerrein inderdaad hebben verlaten.
Conclusie: Gezien de omvang en de aard van de groep die het
dienstencentrum bezoekt, de aanpak rond buitenruimte en toegangssluis en de
ervaringen van de laatste jaren zijn de risico's beperkt. Dat neemt niet weg
dat het belangrijk is structureel overleg te hebben tussen gemeente, politie,
de dagopvang, omwonenden en ondernemers. Dat overleg moet leiden tot een
beheerplan en regelmatige evaluatie van de gang van zaken. Daarbij horen ook
een serieus sanctiebeleid van de dagopvang en afspraken over een snelle reactie
van de hulpdiensten bij incidenten. Op deze wijze kan het beperkte risico
worden verkleind, moet ook het vertrouwen ontstaan dat wangedrag wordt
aangepakt, waardoor uiteindelijk het gevoel van onveiligheid vermindert.
64.2. Samenvatting: Wat zal
er met de huur en de verkoopprijzen van huizen
gebeuren.
Antwoord: Voor de beantwoording van deze reactie verwijzen wij u naar
paragraaf G VIII 'Planschade' van het algemene gedeelte.
Conclusie: Bij de wijziging van het bestemmingsplan kunnen
belanghebbenden verzoeken om planschadevergoeding.
65. - J. Overes
65.1. Samenvatting:
Inspreker geeft de voorkeur aan deze locatie omdat hier weinig
mensen last zullen hebben van de doelgroep aangezien het een
industriewijk is waar
bijna geen mensen wonen. Daarnaast is deze locatie gelegen in de buurt
van een afdeling van Parnassia waar methadon wordt uitgegeven. De doelgroep
hoeft dan niet ver te lopen indien ze gebruik wil maken van deze voorziening.
Antwoord/conclusie: Het college heeft kennisgenomen van de voorkeur van
de inspreker.
66. - A. Pellemans
66.1. Samenvatting: De
locatie ligt op een bedrijventerrein waar 's avonds geen
controle is. Er is een risico dat er een vrijplaats ontstaat voor
allerlei activiteiten die
verboden zijn maar waar gemeenten een gedoogbeleid op voeren.
Antwoord: Voor de beantwoording van uw reactie in algemene zin verwijzen
we u naar paragraaf G IV 'Overlast en beheer'. Specifiek over hanggedrag na
sluitingstijd het volgende. De dagopvang is dagelijks geopend van 11:00u tot
17:30u en vervult geen nachtopvangfunctie. De meeste bezoekers van het
dienstencentrum hebben wel een nachtverblijf; middels een kamer in onderhuur,
het slapen bij verschillende kennissen of via de nachtopvang op de Houttuinen.
Desalniettemin moet ervoor gewaakt worden dat groepen bezoekers zich voor en na
sluitingstijd gaan ophouden in de buurt van de dagopvang, bijvoorbeeld aan de
waterzijde. Er valt te denken aan specifieke maatregelen in het tegengaan van
hangen aan de waterzijde, zowel tijdens als na de openingsuren. Daarnaast kan
gedacht worden aan het maken van een ronde na sluitingstijd om er zeker van te
zijn dat alle bezoekers het bedrijventerrein hebben verlaten.
Conclusie: Omdat het hier gaat om een centrum voor dagopvang en met een
aantal gerichte maatregelen kan worden voorkomen dat mensen na sluitingstijd op
het bedrijventerrein blijven hangen deelt het college de opvatting van
inspreker niet.
66.2. Samenvatting: De
Reineveldbrug is een mooie overnachtingplaats voor de
daklozen waardoor er Parijse toestanden (clochards) kunnen ontstaan.
Antwoord: Voor beantwoording van deze reactie verwijzen wij u naar
paragraaf G IV 'Overlast en beheer' van het algemene gedeelte. Bij de locatie
Surinamestraat valt te denken aan specifieke maatregelen in het tegengaan van
hangen aan de waterzijde, zowel tijdens als na de openingsuren. Dat houdt in
dat voor de bezoekers van het centrum de regel moet gelden dat hanggedrag in de
omgeving van de dagopvang niet is toegestaan. In beheerafspraken zou
bijvoorbeeld opgenomen kunnen worden dat na sluitingstijd een ronde gemaakt
wordt om na te gaan of de bezoekers van het centrum het bedrijventerrein
inderdaad hebben verlaten..
Conclusie: Omdat de dagopvang een kleinschalige voorziening is en
drugsgebruikers een minderheid van de bezoekers vormen en daarnaast door een
goede inrichting van de locatie en beheer van de omgeving de kans op overlast
en criminaliteit verder beperkt kan worden, kan -in objectieve zin- een
voldoende niveau van veiligheid bereikt worden. Dat neemt niet weg dat het
belangrijk is structureel overleg te hebben tussen gemeente, politie, de
dagopvang, omwonenden en ondernemers. Dat overleg moet leiden tot een
beheerplan en regelmatige evaluatie van de gang van zaken. Daarbij horen ook
een serieus sanctiebeleid van de dagopvang en afspraken over een snelle reactie
van de hulpdiensten bij incidenten. Er valt te denken aan specifieke
maatregelen in het tegengaan van hangen aan de waterzijde, zowel tijdens als na
de openingsuren. Op deze wijze kan het beperkte risico worden verkleind, moet ook
het vertrouwen ontstaan dat wangedrag wordt aangepakt, waardoor uiteindelijk
het gevoel van onveiligheid vermindert.
66.3. Samenvatting:
Activiteiten als helen en dealen trekken andere criminelen aan.
Inspreker is bang voor dit soort mensen.
Antwoord: Voor de beantwoording van deze reactie verwijzen wij u naar
paragraaf G IV 'Overlast en beheer' van het algemene gedeelte. Bij de locatie
Surinamestraat valt te denken aan specifieke maatregelen in het tegengaan van
hangende groepen aan de waterzijde, zowel tijdens als na de openingsuren. In
beheerafspraken zou bijvoorbeeld opgenomen kunnen worden dat na sluitingstijd
een ronde gemaakt wordt om na te gaan of de bezoekers van het centrum het
bedrijventerrein inderdaad hebben verlaten.
Conclusie: Gezien de omvang en de aard van de groep die het
dienstencentrum bezoekt, de aanpak rond buitenruimte en toegangssluis en de
ervaringen van de laatste jaren zijn de risico's beperkt. Dat neemt niet weg
dat het belangrijk is structureel overleg te hebben tussen gemeente, politie,
de dagopvang, omwonenden en ondernemers. Dat overleg moet leiden tot een
beheerplan en regelmatige evaluatie van de gang van zaken. Daarbij horen ook
een serieus sanctiebeleid van de dagopvang en afspraken over een snelle reactie
van de hulpdiensten bij incidenten. Op deze wijze kan het beperkte risico
worden verkleind, moet ook het vertrouwen ontstaan dat wangedrag wordt
aangepakt, waardoor uiteindelijk het gevoel van onveiligheid vermindert.
66.4. Samenvatting: De
tramlijn loopt pal langs de bewuste locatie. Hierdoor is er een
risico dat er een toestroom komt uit Den Haag waardoor de problemen
toenemen. De
locatie ligt wel ver van het station.
Antwoord: De dagopvang vervult een functie voor bezoekers uit de regio
Delft, Westland en Oostland. Voor hen
kan de tram een goede manier zijn het centrum te bezoeken. Bezoekers uit (de richting) Den
Haag/Rijswijk worden in het centrum niet toegelaten. Het heeft voor hen dus ook
geen zin zich in het gebied te begeven. Het college is daarbij van mening dat
de veiligheidsrisico's in het stationsgebied en dergelijke risico's rond de
tramhalte zeer sterk van elkaar verschillen.
Men kan er niet opgaan in de drukte, waardoor minder gelegenheid tot
crimineel gedrag bestaat.
Conclusie: Het college is niet met inspreker eens dat vanwege de
tramhalte een aanzuigende werking op mensen van buiten de regio zal ontstaan.
66.5. Samenvatting: De
schoolgaande jeugd die met de tram naar school gaat heeft
recht op een veilig vervoer naar school.
Antwoord: Wanneer de dagopvang gevestigd wordt aan de Surinamestraat
gevestigd wordt zal een deel van de 50 tot 70 dagelijkse bezoekers de tram
gebruiken. Op de aantallen passagiers van de tram is dan een zeer klein deel,
waardoor niet aannemelijk is dat de veiligheid in de tram in het geding komt.
Overigens is de voornaamste overlast die in voorkomende gevallen ontstaat
gerelateerd aan het rijden zonder plaatsbewijs. Bij controle daarop is
gekwalificeerd personeel van de vervoerder aanwezig.
Conclusie: Deze inspraak heeft geen invloed op de besluitvorming.
66.6. Samenvatting: Bewoners
hebben bewust gekozen voor een rustige
woonomgeving. Bij de Surinamestraat is een extra gevaar dat de daklozen,
eenmaal
onder de Reineveldbrug door, uit het zicht van de opvang zijn en
overlast zullen
veroorzaken in de buurt rond de Soendastraat/Oostsingel.
Antwoord: Voor beantwoording van deze verwijzen wij u naar paragraaf G
IV 'Overlast en beheer' van het algemene gedeelte. Naar verwachting zal het
overgrote deel van de bezoekers gebruik maken van de route
Surinamestraat-Reineveldbrug-Binnenstad. Bezoekers zullen daardoor niet of
nauwelijks door de Indische buurt lopen. Een andere mogelijke route loopt via
de Oostsingel. Daarmee passeren ze de Indische buurt aan de rand van deze buurt.
Conclusie: Omdat de dagopvang een kleinschalige voorziening is en
drugsgebruikers een minderheid van de bezoekers vormen en daarnaast door een
goede inrichting van de locatie en beheer van de omgeving de kans op overlast
en criminaliteit verder beperkt kan worden, kan -in objectieve zin- een
voldoende niveau van veiligheid bereikt worden. Dat neemt niet weg dat het
belangrijk is structureel overleg te hebben tussen gemeente, politie, de
dagopvang, omwonenden en ondernemers. Hoewel genoemde buurt door de
Reineveldbrug wordt afgescheiden van de directe omgeving van het centrum en ook
terzijde ligt van de aanlooproutes naar het centrum is betrokkenheid van
bewoners van deze buurt in dit overleg mogelijk en gewenst.
66.7. Samenvatting: Huizen
zullen in waarde dalen, men zal een onveilig gevoel
hebben en een angst voor inbraken. Dit zal een vermindering van het
woongenot
betekenen.
Antwoord: Voor de beantwoording van deze reactie verwijzen wij u naar
paragraaf G VIII 'Planschade' van het algemene gedeelte.
Conclusie: Bij de wijziging van het bestemmingsplan kunnen
belanghebbenden verzoeken om planschadevergoeding.
66.8. Samenvatting: Door een
opvang te betalen uit belastinggeld, gekoppeld aan
gratis voorzieningen wordt hun feitelijke bijstand verhoogd. Men moet
terughoudend
zijn om slecht gedrag te belonen en het zou beter zijn als er vanuit de
dagopvang een
opvoedkundig werking zou uitgaan (psychiaters, artsen, heropvoeders).
Antwoord: De gemeente heeft volgens de Welzijnswet een zorgplicht, maatschappelijke
opvang en verslavingszorg maken hier onderdeel van uit. De gemeente ontvangt
hiervoor een doeluitkering van het rijk. Paragraaf I en II gaan hier nader op
in.
Conclusie: De reactie is niet van invloed op de besluitvorming.
66.9. Samenvatting: De
afgesloten buitenruimte is een vrijblijvend alternatief. De
daklozen zullen zich net zo gemakkelijk in de nabije omgeving ophouden.
Antwoord: Voor de beantwoording van deze reactie verwijzen wij u naar
paragraaf G IV 'Overlast en beheer' van het algemene gedeelte. Bij de locatie
Surinamestraat valt te denken aan specifieke maatregelen in het tegengaan van
hangen aan de waterzijde, zowel tijdens als na de openingsuren. Politie
Haaglanden geeft aan dat het gebruik van harddrugs geschiedt voor een belangrijk
deel in drugspanden of bij een verslaafde thuis. Het gebruik hiervan geschiedt
dan ook niet of nauwelijks buiten. Tegen dealen of gebruik buiten wordt door de
politie opgetreden.
Conclusie: Gezien de omvang en de aard van de groep die het dienstencentrum
bezoekt, de aanpak rond buitenruimte en toegangssluis en de ervaringen van de
laatste jaren de risico's beperkt zijn. Dat neemt niet weg dat het belangrijk
is structureel overleg te hebben tussen gemeente, politie, de dagopvang,
omwonenden en ondernemers. Dat overleg moet leiden tot een beheerplan en
regelmatige evaluatie van de gang van zaken. Daarbij horen ook een serieus
sanctiebeleid van de dagopvang en afspraken over een snelle reactie van de
hulpdiensten bij incidenten. Op deze wijze kan het beperkte risico worden
verkleind, moet ook het vertrouwen ontstaan dat wangedrag wordt aangepakt,
waardoor uiteindelijk het gevoel van onveiligheid vermindert.
66.10. Samenvatting: Inspreker zou er beter mee kunnen leven als de
nieuwe oplossing
tijdelijk zou zijn (bijv. 3 jaar). Dit brengt meer kosten met zich mee
maar ook meer
draagvlak.
Antwoord: Voor het huidige pand aan de Oostsingel 76 is een tijdelijke
vergunning voor ontheffing van het bestemmingsplan afgegeven. De dagopvang moet
binnen tweeëneenhalf jaar op een nieuwe locatie gehuisvest zijn. Het college
zoekt een structurele oplossing voor de huisvesting van de dagopvang van
daklozen en verslaafden.
Conclusie: Inspraakreactie heeft geen invloed op besluitvorming.
66.11. Samenvatting: De Surinamestraat ligt hemelsbreed 1100 meter van
de Markt. De
loopafstand is echter grotere. De locatie voldoet niet aan de eis van
een straal van
500 meter of 1000 meter vanaf de Markt. Daarom zou de locatie afgewezen
moeten
worden.
Antwoord: Voor de beantwoording van deze reactie verwijzen wij u naar
paragraaf G V 'Afstand tot binnenstad' van het algemene gedeelte.
Conclusie: Door zowel de gemeenteraad als insprekers is uitgesproken dat
een geschikte locatie 'niet op een meter hoeft af te kaatsen'. Dat is de reden
dat het college die locaties die aan de rand van de kilometerzone gelegen zijn,
meegenomen heeft in de toetsing. Deze redenering is van toepassing op de
locatie Surinamestraat. In het toetsingsdocument is aangegeven dat de locatie
Surinamestraat net buiten de 1km-grens ligt. Het college beschouwt ligging
buiten de 1km-zone als een zwak punt van deze locatie.
66.12. Samenvatting: Er wordt als eis gesteld dat de locatie
toegankelijk voor politie en
hulpverlening moet zijn en beheersbaar moet zijn. Men kan dan toch
concluderen dat
de activiteiten een hoog risico hebben en derhalve wellicht verboden
moeten worden.
Antwoord: Voor de beantwoording van uw reactie verwijzen wij u naar
paragraaf G IV 'Overlast en beheer' van het algemene gedeelte. Het college is
van mening dat er sprake is van een beperkt risico. Wij vinden het van belang
dit risico verder te verkleinen en klaar te staan wanneer zich een incident
voordoet.
Conclusie: Gezien de omvang en de aard van de groep die het
dienstencentrum bezoekt, de aanpak rond buitenruimte en toegangssluis en de
ervaringen van de laatste jaren de risico's beperkt zijn. Dat neemt niet weg
dat het belangrijk is structureel overleg te hebben tussen gemeente, politie,
de dagopvang, omwonenden en ondernemers. Dat overleg moet leiden tot een
beheerplan en regelmatige evaluatie van de gang van zaken. Daarbij horen ook
een serieus sanctiebeleid van de dagopvang en afspraken over een snelle reactie
van de hulpdiensten bij incidenten. Op deze wijze kan het beperkte risico
worden verkleind, moet ook het vertrouwen ontstaan dat wangedrag wordt
aangepakt, waardoor uiteindelijk het gevoel van onveiligheid vermindert.
66.13. Samenvatting: De aanvoerroute naar de binnenstad is 1) via de
Oostsingel (via de
Reineveldbrug over de Vrijebanselaan en Voorstraat). Dit heeft als
gevaar dat de
daklozen aan de zijde van de Surinamestraat de Vrijebanselaan opgaan.
Zij lopen dan
op het fietspad met alle gevaren van dien. 2) doorlopend langs het
kanaal. Deze route
loopt langs scholen en hier is veel fietsverkeer. De Oostsingel is vaak
joggingroute en wandelroute. Dit is niet te combineren met de dagopvang. De
Oostsingel wordt ook veel door toeristenbussen gebruikt die de Delftse Pauw
aandoen. Dat is geen visitekaartje.
Antwoord: Voor de beantwoording van deze reactie verwijzen wij u naar
paragraaf G VI 'Looproute' van het algemene gedeelte. Voor de beantwoording van
de vraag over de Delftse Pauw verwijzen wij u naar het antwoord op
inspraakreactie G16.
Conclusie: De looproutes tussen de locatie Surinamestraat en de
binnenstad gaan niet door uitsluitend woonomgeving. De verschillende routes
kennen wel een sterke woonfunctie, maar zij worden alle gecombineerd met
frequent verkeer van personen naar of vanaf de binnenstad. De totale lengte van
de looproute Markt-Surinamestraat speelt een rol bij de vergelijking van de
mogelijke locaties. Daarbij geldt een grotere lengte als een nadeel ten
opzichte van andere locaties.
67. - A.M. Reijntjes
67.1. Samenvatting: Deze
locatie lijkt minder geschikt omdat ze verder van het
centrum gelegen is en de aanlooproute via een woonwijk loopt.
Antwoord: Voor de beantwoording van deze reactie verwijzen wij u naar
paragraaf G VI 'Looproute' van het algemene gedeelte.
Conclusie: De looproutes tussen de locatie Surinamestraat en de
binnenstad gaan niet door uitsluitend woonomgeving. De verschillende routes
kennen wel een sterke woonfunctie, maar zij worden alle gecombineerd met
frequent verkeer van personen naar of vanaf de binnenstad. De totale lengte van
de looproute Markt-Surinamestraat speelt een rol bij de vergelijking van de
mogelijke locaties. Daarbij geldt een grotere lengte als een nadeel ten
opzichte van andere locaties.
68. - J.P. de Roo
68.1. Samenvatting: Inspreker is voorstander van deze locatie als eerste
optie (verbouw)
(zonder toelichting).
Antwoord/conclusie: Het college
heeft kennisgenomen van de voorkeur van de inspreker.
69. - J.J.M. Schreuder
69.1. Samenvatting: Inspreker
vreest voor de veiligheid van zijn kinderen vanwege
komst dagopvang.
Antwoord: Voor de beantwoording van deze reactie verwijzen wij u naar
paragraaf G IV 'Overlast en beheer' van het algemene gedeelte. Bij de locatie
Surinamestraat valt te denken aan specifieke maatregelen in het tegengaan van
hangende groepen aan de waterzijde, zowel tijdens als na de openingsuren. In de
beheerafspraken zou opgenomen kunnen worden dat na sluitingstijd een ronde
wordt gemaakt om na te gaan of de bezoekers van het centrum het
bedrijventerrein inderdaad hebben verlaten.
Conclusie: Gezien de omvang en de aard van de groep die het
dienstencentrum bezoekt, de aanpak rond buitenruimte en toegangssluis en de
ervaringen van de laatste jaren zijn de risico's beperkt. Dat neemt niet weg
dat het belangrijk is structureel overleg te hebben tussen gemeente, politie,
de dagopvang, omwonenden en ondernemers. Dat overleg moet leiden tot een
beheerplan en regelmatige evaluatie van de gang van zaken. Daarbij horen ook
een serieus sanctiebeleid van de dagopvang en afspraken over een snelle reactie
van de hulpdiensten bij incidenten. Op deze wijze kan het beperkte risico
worden verkleind, moet ook het vertrouwen ontstaan dat wangedrag wordt
aangepakt, waardoor uiteindelijk het gevoel van onveiligheid vermindert.
69.2. Samenvatting: Locatie
is te makkelijk bereik voor bezoekers uit Rotterdam en
Den Haag door de tram.
Antwoord: De dagopvang vervult een functie voor bezoekers uit de regio
Delft, Westland en Oostland. Voor hen kan de tram een goede manier zijn het
centrum te bezoeken. Bezoekers uit (de richting) Den Haag/Rijswijk worden in
het centrum niet toegelaten. Het heeft voor hen dus ook geen zin zich in het
gebied te begeven. Het college is daarbij van mening dat de veiligheidsrisico's
in het stationsgebied en dergelijke risico's rond de tramhalte zeer sterk van
elkaar verschillen. Men kan er niet opgaan in de drukte, waardoor minder
gelegenheid tot crimineel gedrag bestaat.
Conclusie: Het college is niet met inspreker eens dat vanwege de
tramhalte een aanzuigende werking op mensen van buiten de regio zal ontstaan.
70. - SGZ Gezondheid en Zorg (W. van Donselaar, huisarts en directeur)
70.1. Samenvatting: Inspreker
maakt bezwaar tegen deze locatie omdat het
gezondheidscentrum SGZ een multidisciplinair
eerstelijnsgezondheidscentrum is met een laagdrempelige toegang. Het is van
acht tot zes uur open. Sinds de vestiging op 1 juli 2002 is er 's nachts 6 keer
ingebroken en zijn er meerder pogingen tot inbraak geweest. Ook is er overdag
tijdens insluipingen geld gestolen. De wijk rond de locatie is 's nachts niet
goed te beveiligen vanwege de geïsoleerde ligging. Een voorziening als een
dagopvang voor verslaafden en daklozen hoort niet gelokaliseerd te zijn in de
directe omgeving van een laagdrempelige voorziening als een gezondheidscentrum.
Antwoord: Voor de beantwoording van deze reactie verwijzen wij u naar
paragraaf G IV 'Overlast en beheer'. Deze uitspraak valt niet te rijmen met het
daadwerkelijke gedrag van de bezoekers van de dagopvang. Bij gereedkomen van de
nieuwbouw voor een gezondheidscentrum bij de Bieslandhof vertrekt het huidige
gezondheidscentrum naar die locatie.
Conclusie: Omdat de dagopvang een kleinschalige voorziening is en
drugsgebruikers een minderheid van de bezoekers vormen en daarnaast door een
goede inrichting van de locatie en beheer van de omgeving het risico op
overlast en criminaliteit verder beperkt kan worden, kan -in objectieve zin-
een voldoende niveau van veiligheid bereikt worden.
70.2. Samenvatting: Overdag
is overlast te verwachten en het rondzwerven van
verslaafden en daklozen rond het centrum; dit is bedreigend voor de
bezoekers en
brengt de laagdrempelige toegang in gevaar. Er zal een toename van
criminaliteit zijn,
zowel overdag als 's nachts.
Antwoord: Voor de beantwoording van deze reactie verwijzen wij u naar
paragraaf G IV 'Overlast en beheer' van het algemene gedeelte. Bij de locatie
Surinamestraat valt te denken aan specifieke maatregelen in het tegengaan van
hangende groepen aan de waterzijde, zowel tijdens als na de openingsuren. In
beheerafspraken zou bijvoorbeeld opgenomen kunnen worden dat na sluitingstijd
een ronde gemaakt wordt om na te gaan of de bezoekers van het centrum het
bedrijventerrein inderdaad hebben verlaten.
Conclusie: Gezien de omvang en de aard van de groep die het
dienstencentrum bezoekt, de aanpak rond buitenruimte en toegangssluis en de
ervaringen van de laatste jaren zijn de risico's beperkt. Dat neemt niet weg
dat het belangrijk is structureel overleg te hebben tussen gemeente, politie,
de dagopvang, omwonenden en ondernemers. Dat overleg moet leiden tot een
beheerplan en regelmatige evaluatie van de gang van zaken. Daarbij horen ook
een serieus sanctiebeleid van de dagopvang en afspraken over een snelle reactie
van de hulpdiensten bij incidenten. Op deze wijze kan het beperkte risico
worden verkleind, moet ook het vertrouwen ontstaan dat wangedrag wordt
aangepakt, waardoor uiteindelijk het gevoel van onveiligheid vermindert.
71. - A. Sulsters en E. Sulsters-Molenaar
71.1. Samenvatting: Insprekers
maken bezwaar tegen deze locatie omdat de veiligheid
in de buurt sterk achteruit zal gaan.
Antwoord: Voor de beantwoording van deze reactie verwijzen wij u naar
paragraaf G IV 'Overlast en beheer' van het algemene gedeelte. Bij de locatie
Surinamestraat valt te denken aan specifieke maatregelen in het tegengaan van
hangende groepen aan de waterzijde, zowel tijdens als na de openingsuren. In de
beheerafspraken zou opgenomen kunnen worden dat na sluitingstijd een ronde
wordt gemaakt om na te gaan of de bezoekers van het centrum het
bedrijventerrein inderdaad hebben verlaten.
Conclusie: Gezien de omvang en de aard van de groep die het
dienstencentrum bezoekt, de aanpak rond buitenruimte en toegangssluis en de
ervaringen van de laatste jaren zijn de risico's beperkt. Dat neemt niet weg
dat het belangrijk is structureel overleg te hebben tussen gemeente, politie,
de dagopvang, omwonenden en ondernemers. Dat overleg moet leiden tot een
beheerplan en regelmatige evaluatie van de gang van zaken. Daarbij horen ook
een serieus sanctiebeleid van de dagopvang en afspraken over een snelle reactie
van de hulpdiensten bij incidenten. Op deze wijze kan het beperkte risico
worden verkleind, moet ook het vertrouwen ontstaan dat wangedrag wordt
aangepakt, waardoor uiteindelijk het gevoel van onveiligheid vermindert.
71.2. Samenvatting: De afstand tot de binnenstad van Delft is tamelijk
groot waardoor
veel bezoekers na sluitingstijd in de wijk zullen blijven rondhangen. De
tuinen en
schuurtjes zijn gemakkelijk toegankelijk via de paadjes achterom
waardoor er een
verhoogde kans op insluipers zal zijn. Voor de insprekers, die ouder en
gehandicapt
zijn, is dit onacceptabel.
Antwoord: Voor de beantwoording van uw reactie in algemene zin verwijzen
we u naar paragraaf G IV 'Overlast en beheer'. Specifiek over hanggedrag na
sluitingstijd het volgende. De dagopvang is dagelijks geopend van 11:00u tot
17:30u en vervult geen nachtopvangfunctie. De meeste bezoekers van het
dienstencentrum hebben wel een nachtverblijf; middels een kamer in onderhuur,
het slapen bij verschillende kennissen of via de nachtopvang op de Houttuinen.
Desalniettemin moet ervoor gewaakt worden dat groepen bezoekers zich voor en na
sluitingstijd gaan ophouden in de buurt van de dagopvang, bijvoorbeeld aan de
waterzijde. Er valt te denken aan specifieke maatregelen in het tegengaan van
hangen aan de waterzijde, zowel tijdens als na de openingsuren. Daarnaast kan
gedacht worden aan het maken van een ronde na sluitingstijd om er zeker van te
zijn dat alle bezoekers het bedrijventerrein hebben verlaten.
Conclusie: Omdat het hier gaat om een centrum voor dagopvang en met een
aantal gerichte maatregelen kan worden voorkomen dat mensen na sluitingstijd op
het bedrijventerrein blijven hangen deelt het college de opvatting van
inspreker niet.
71.3. Samenvatting: De
mogelijkheid bestaat dat het in de buurt minder aantrekkelijk
wordt voor winkeliers om hun bedrijf voort te zetten. Insprekers vrezen
daardoor een
verdere achteruitgang van de mogelijkheden binnen de wijk boodschappen
te kunnen
doen waardoor men onnodig veel afhankelijker wordt.
Antwoord: De doelgroep is georiënteerd op de binnenstad en zal naar
verwachting via de Reineveldbrug naar het centrum lopen. Wanneer voldaan wordt
aan de gestelde eisen ten aanzien van gebouw en beheer (zie voor een meer
uitgebreide reactie op dat punt de paragraaf G IV 'Overlast en beheer') acht
het college het onwaarschijnlijk dat bedrijven schade lijden als gevolg van de
komst van de dagopvang.
Het college acht het daarbij wel van groot belang zo snel mogelijk na
een eventuele aanwijzing van deze locatie tot overleg met de omliggende
bedrijven te komen, in het bijzonder met het bedrijf dat in het beoogde pand is
gevestigd.
Conclusie: Het geheel overziend kan nu naar ons oordeel niet gezegd
worden dat de komst van het centrum tot een verslechtering van het (economisch)
klimaat in het betrokken deel van de stad zal leiden.
71.4. Samenvatting:
Insprekers zouden het betreuren indien de huizen in waarde
zouden dalen.
Antwoord: Voor de beantwoording van deze reactie verwijzen wij u naar
paragraaf G VIII 'Planschade' van het algemene gedeelte.
Conclusie: Bij de wijziging van het bestemmingsplan kunnen
belanghebbenden verzoeken om planschadevergoeding.
72. - J. Tak en C. Lem
72.1. Samenvatting: Deze
locatie is geschikt voor de vestiging van een dagopvang
omdat deze gelokaliseerd is op een bedrijventerrein en niet in een
woongebied. Voorts
is verbouw goedkoper dan nieuwbouw. Daarnaast is deze locatie op enige
afstand van
het NS station gelegen waardoor er geen aanloop van buiten Delft zal
zijn.
Antwoord/conclusie: Het college heeft kennisgenomen van de voorkeur en
argumenten van de inspreker.
73. - J. Tetteroo
73.1. Samenvatting: Inspreker
geeft de voorkeur aan deze locatie omdat ze goed
passend is vanwege de goede inrichtingsmogelijkheden en op voldoende
afstand ligt
van het station. De locatie ligt buiten en men hoeft niet door
woongebied.
Antwoord/conclusie: Het college heeft kennisgenomen van de voorkeur van
de inspreker.
74. - C.F. Trip
74.1. Samenvatting: Inspreker
geeft de voorkeur voor deze locatie omdat het de
daklozen en verslaafden meerder mogelijkheden geeft om er te komen (bus,
tram).
Hierdoor vindt er meer spreiding plaats van de personen en ontstaat er
minder
overlast.
Antwoord/conclusie: Het college heeft kennisgenomen van de voorkeur van
de inspreker.
75. - C. van Tongeren en C.H. Betz
75.1. Samenvatting: De
gemeente moet uitwijken naar een locatie die verder van het
station is gelegen dan de GGD/Ambulancepost en minimaal omwonenden
belast. Dit pleit voor deze locatie.
Antwoord/conclusie: Het college heeft kennisgenomen van de voorkeur van
de
inspreker.
76. - H.M. van der Vegt en H. Oud
76.1. Samenvatting:
Insprekers maken bezwaar tegen deze locatie omdat de
nabijheid van de tramhalte zorgt
voor een goede bereikbaarheid voor verslaafden uit
Den Haag.
Antwoord: De dagopvang vervult een functie voor bezoekers uit de regio
Delft, Westland en Oostland. Voor hen kan de tram een goede manier zijn het
centrum te bezoeken. Bezoekers uit (de richting) Den Haag/Rijswijk worden in
het centrum niet toegelaten. Het heeft voor hen dus ook geen zin zich in het
gebied te begeven. Het college is daarbij van mening dat de veiligheidsrisico's
in het stationsgebied en dergelijke risico's rond de tramhalte zeer sterk van
elkaar verschillen. Men kan er niet opgaan in de drukte, waardoor minder
gelegenheid tot crimineel gedrag bestaat.
Conclusie: Het college is niet met inspreker eens dat vanwege de
tramhalte een aanzuigende werking op mensen van buiten de regio zal ontstaan.
76.2. Samenvatting: Er is
geen controle in deze donkere uithoek waardoor bezoekers
in de verleiding gebracht worden tot nevenactiviteiten zoals het bijv.
het slopen of
helen van gestolen waar.
Antwoord: Voor de beantwoording van deze reactie verwijzen wij u naar
paragraaf G IV 'Overlast en beheer' van het algemene gedeelte. Bij de locatie
Surinamestraat valt te denken aan specifieke maatregelen in het tegengaan van
hangende groepen aan de waterzijde, zowel tijdens als na de openingsuren. In de
beheerafspraken zou opgenomen kunnen worden dat na sluitingstijd een ronde
wordt gemaakt om na te gaan of de bezoekers van het centrum het
bedrijventerrein inderdaad hebben verlaten.
Conclusie: Gezien de omvang en de aard van de groep die het
dienstencentrum bezoekt, de aanpak rond buitenruimte en toegangssluis en de
ervaringen van de laatste jaren zijn de risico's beperkt. Dat neemt niet weg
dat het belangrijk is structureel overleg te hebben tussen gemeente, politie,
de dagopvang, omwonenden en ondernemers. Dat overleg moet leiden tot een
beheerplan en regelmatige evaluatie van de gang van zaken. Daarbij horen ook
een serieus sanctiebeleid van de dagopvang en afspraken over een snelle reactie
van de hulpdiensten bij incidenten. Op deze wijze kan het beperkte risico
worden verkleind, moet ook het vertrouwen ontstaan dat wangedrag wordt
aangepakt, waardoor uiteindelijk het gevoel van onveiligheid vermindert.
76.3. Samenvatting: De route
van de Surinamestraat naar de stad is onduidelijk (via
de van der Lee de brug op of eerst onder de donkere Reineveldbrug door).
De situatie
rondom de brug is al niet veilig.
Antwoord: Voor de beantwoording van deze reactie verwijzen wij u naar
paragraaf G VI 'Looproute' en naar paragraaf G IV 'Overlast en beheer' van het
algemene gedeelte. Bij de locatie Surinamestraat valt te denken aan specifieke
maatregelen in het tegengaan van hangen aan de waterzijde, zowel tijdens als na
de openingsuren. Dat houdt in dat voor de bezoekers van het centrum de regel
moet gelden dat hanggedrag in de omgeving van de dagopvang niet is toegestaan.
In beheerafspraken zou bijvoorbeeld opgenomen kunnen worden dat na
sluitingstijd een ronde gemaakt wordt om na te gaan of de bezoekers van het
centrum het bedrijventerrein inderdaad hebben verlaten..
Conclusie: De looproutes tussen de locatie Surinamestraat en de
binnenstad gaan niet door uitsluitend woonomgeving. De verschillende routes
kennen wel een sterke woonfunctie, maar zij worden alle gecombineerd met
frequent verkeer van personen naar of vanaf de binnenstad. De totale lengte van
de looproute Markt-Surinamestraat speelt een rol bij de vergelijking van de
mogelijke locaties. Daarbij geldt een grotere lengte als een nadeel ten
opzichte van andere locaties.
Ten aanzien van overlast trekken wij de volgende conclusie. Omdat de
dagopvang een kleinschalige voorziening is en drugsgebruikers een minderheid
van de bezoekers vormen en daarnaast door een goede inrichting van de locatie
en beheer van de omgeving de kans op overlast en criminaliteit verder beperkt
kan worden, kan -in objectieve zin- een voldoende niveau van veiligheid bereikt
worden. Dat neemt niet weg dat het belangrijk is structureel overleg te hebben
tussen gemeente, politie, de dagopvang, omwonenden en ondernemers. Dat overleg
moet leiden tot een beheerplan en regelmatige evaluatie van de gang van zaken.
Daarbij horen ook een serieus sanctiebeleid van de dagopvang en afspraken over
een snelle reactie van de hulpdiensten bij incidenten. Er valt te denken aan
specifieke maatregelen in het tegengaan van hangen aan de waterzijde, zowel
tijdens als na de openingsuren. Op deze wijze kan het beperkte risico worden
verkleind, moet ook het vertrouwen ontstaan dat wangedrag wordt aangepakt,
waardoor uiteindelijk het gevoel van onveiligheid vermindert.
76.4. Samenvatting: Het is
niet duidelijk hoeveel mensen er opgevangen zullen
worden. Ook vragen de insprekers zich af hoeveel begeleiding en toezicht
er is op
deze plek. Daar hangt of staat de opvang mee.
Antwoord: Voor de beantwoording van uw reactie verwijzen wij u naar
paragraaf III 'De doelgroep' van het algemene gedeelte.
Conclusie: De inspraak heeft geen invloed op de besluitvorming.
77. - R. van de Velde
77.1. Samenvatting: Inspreker
heeft de voorkeur voor deze locatie omdat het de meest afgelegen locatie is.
Antwoord/conclusie: Het college heeft kennisgenomen van de voorkeur van
de inspreker.
78. - F.C. Verbeek
78.1. Samenvatting: Inspreker
is voorstander van deze locatie omdat er geen
bewoning aanwezig is, vrij rustige omgeving en toch redelijk bij de
stad.
Antwoord/conclusie: Het college heeft kennisgenomen van de voorkeur van
de inspreker.
79. - P.H.J. Verhaar
79.1. Samenvatting: Inspreker
is voorstander van deze locatie omdat ze ver weg van
het station is gelegen en niet in de buurt van winkels. Daarnaast is er
geen nieuwbouw
nodig.
Antwoord/conclusie: Het college heeft kennisgenomen van de voorkeur van
de inspreker.
80. - H. Verleg
80.1. Samenvatting: Inspreker
is voorstander van deze locatie omdat het de meest
rustige van de voorgestelde locaties is.
Antwoord/conclusie: Het college heeft kennisgenomen van de voorkeur van
de inspreker.
81. - E.A.M. Verleg-Windmeijer
81.1. Samenvatting:
Insprekers geven de voorkeur aan deze locatie omdat er genoeg
ruimte en vrijheid rondom de locatie aanwezig is en de wijk niet
dichtbevolkt is
waardoor weinig mensen last hebben van de dagopvang.
Antwoord: De zes locaties die ter inspraak zijn voorgelegd voldoen aan
het criterium dat zij in niet uitsluitend woongebied gelegen zijn.
Conclusie: Het college heeft kennisgenomen van de voorkeur van de
inspreker.
82. - L. Vermeer
82.1. Samenvatting: Inspreker
maakt bezwaar tegen deze locatie omdat ze te ver weg
van het station is gelegen en het centrum.
Antwoord: Voor de beantwoording van deze reactie verwijzen wij u naar
paragraaf G V 'Afstand tot binnenstad' van het algemene gedeelte.
Conclusie: Door zowel de gemeenteraad als insprekers is uitgesproken dat
een geschikte locatie 'niet op een meter hoeft af te kaatsen'. Dat is de reden
dat het college die locaties die aan de rand van de kilometerzone gelegen zijn,
meegenomen heeft in de toetsing. Deze redenering is van toepassing op de
locatie Surinamestraat. In het toetsingsdocument is aangegeven dat de locatie
Surinamestraat net buiten de 1km-grens ligt. Het college beschouwt ligging
buiten de 1km-zone als een zwak punt van deze locatie.
82.2. Samenvatting: De
locatie ligt te geïsoleerd. Na 17.00 uur zullen de verslaafden
en daklozen gaan rondhangen in de omgeving zoals in de Indische buurt
nabij de
Oostsingel. De wijk is een kindvriendelijke en kinderrijke wijk en dat
wil men graag zo houden.
Antwoord: Voor de beantwoording van uw reactie in algemene zin verwijzen
we u naar paragraaf G IV 'Overlast en beheer'. Specifiek over hanggedrag na
sluitingstijd het volgende. De dagopvang is dagelijks geopend van 11:00u tot
17:30u en vervult geen nachtopvangfunctie. De meeste bezoekers van het
dienstencentrum hebben wel een nachtverblijf; middels een kamer in onderhuur,
het slapen bij verschillende kennissen of via de nachtopvang op de Houttuinen.
Desalniettemin moet ervoor gewaakt worden dat groepen bezoekers zich voor en na
sluitingstijd gaan ophouden in de buurt van de dagopvang, bijvoorbeeld aan de
waterzijde. Er valt te denken aan specifieke maatregelen in het tegengaan van
hangen aan de waterzijde, zowel tijdens als na de openingsuren. Daarnaast kan
gedacht worden aan het maken van een ronde na sluitingstijd om er zeker van te
zijn dat alle bezoekers het bedrijventerrein hebben verlaten.
Conclusie: Omdat het hier gaat om een centrum voor dagopvang en met een
aantal gerichte maatregelen kan worden voorkomen dat mensen na sluitingstijd op
het bedrijventerrein blijven hangen deelt het college de opvatting van
inspreker niet.
82.3. Samenvatting: De
aanlooproute is niet gedefinieerd en zal in de praktijk recht
door de wijk lopen. Dit zal wederom overlast en onveiligheid
veroorzaken.
Antwoord: Voor de beantwoording van deze reactie verwijzen wij u naar
paragraaf G VI 'Looproute' van het algemene gedeelte.
Conclusie: De looproutes tussen de locatie Surinamestraat en de
binnenstad gaan niet door uitsluitend woonomgeving. De verschillende routes
kennen wel een sterke woonfunctie, maar zij worden alle gecombineerd met
frequent verkeer van personen naar of vanaf de binnenstad. De totale lengte van
de looproute Markt-Surinamestraat speelt een rol bij de vergelijking van de
mogelijke locaties. Daarbij geldt een grotere lengte als een nadeel ten
opzichte van andere locaties.
82.4. Samenvatting: De
Surinamestraat ligt te dichtbij de tramhalte waardoor
aanzuigende werking ontstaat.
Antwoord: De dagopvang vervult een functie voor bezoekers uit de regio
Delft, Westland en Oostland. Voor hen kan de tram een goede manier zijn het centrum
te bezoeken. Bezoekers uit (de richting) Den Haag/Rijswijk worden in het
centrum niet toegelaten. Het heeft voor hen dus ook geen zin zich in het gebied
te begeven. Het college is daarbij van mening dat de veiligheidsrisico's in het
stationsgebied en dergelijke risico's rond de tramhalte zeer sterk van elkaar
verschillen. Men kan er niet opgaan in de drukte, waardoor minder gelegenheid
tot crimineel gedrag bestaat.
Conclusie: Het college is niet met inspreker eens dat vanwege de
tramhalte een aanzuigende werking op mensen van buiten de regio zal ontstaan.
83. - J.W. Verwoerd
83.1. Samenvatting: Inspreker
is voorstander van deze locatie omdat deze locatie
verder van het station is gelegen in vergelijking met de
GGD/Ambulancepost en zo
mogelijk minimaal omwonenden belast.
Antwoord/conclusie: Het college heeft kennisgenomen van de voorkeur en
de argumenten van de inspreker.
84. - G.E. Visser
84.1. Samenvatting:
Inspreker maakt bezwaar tegen deze locatie omdat de buurt
onveilig zal worden vanwege inbraken in huizen en auto's. Kinderen en
ouderen zullen
niet meer naar buiten durven. De locatie is in een donkere hoek
gesitueerd waarbij
toezicht in de nabije omgeving ontbreekt. Dat geeft ruimte voor
criminele praktijken. In de binnenstad is meer toezicht, formeel en informeel.
Antwoord: Voor de beantwoording van deze reactie verwijzen wij u naar
paragraaf G IV 'Overlast en beheer' van het algemene gedeelte. Bij de locatie
Surinamestraat valt te denken aan specifieke maatregelen in het tegengaan van
hangende groepen aan de waterzijde, zowel tijdens als na de openingsuren. In de
beheerafspraken zou opgenomen kunnen worden dat na sluitingstijd een ronde
wordt gemaakt om na te gaan of de bezoekers van het centrum het
bedrijventerrein inderdaad hebben verlaten.
Conclusie: Gezien de omvang en de aard van de groep die het
dienstencentrum bezoekt, de aanpak rond buitenruimte en toegangssluis en de
ervaringen van de laatste jaren zijn de risico's beperkt. Dat neemt niet weg
dat het belangrijk is structureel overleg te hebben tussen gemeente, politie,
de dagopvang, omwonenden en ondernemers. Dat overleg moet leiden tot een
beheerplan en regelmatige evaluatie van de gang van zaken. Daarbij horen ook
een serieus sanctiebeleid van de dagopvang en afspraken over een snelle reactie
van de hulpdiensten bij incidenten. Op deze wijze kan het beperkte risico
worden verkleind, moet ook het vertrouwen ontstaan dat wangedrag wordt
aangepakt, waardoor uiteindelijk het gevoel van onveiligheid vermindert.
85. - V. en B. Voskuil (kapsalon)
85.1. Samenvatting:
Insprekers vinden dit een geschikte locatie omdat er alleen
bedrijven en
opslagplaatsen zijn gevestigd.
Antwoord/conclusie: Het
college heeft kennisgenomen van de voorkeur van de
inspreker.
86. - Stichting Bedrijventerrein Vrijenban
Namens de Stichting Bedrijventerrein Vrijenban maakt Van Diepen van der
Kroef advocaten bezwaar tegen deze locatie. De stichting omvat de volgende
participanten:
Bruker AXS B.V.
De Delftse Pauw B.V.
V.o.f. J. Dullemond
P.A.J.M. van den Bosch resp. Archibald B.V.
Auto HiFi Corner B.V.
Internationaal Transportbedrijf L. van der Lee en Zonen B.V.
Van Haaren Vastgoed B.V.
Hittech Assembly B.V.
Studentenhuis Surinamestraat 3a
86.1. Samenvatting: Bij de
Surinamestraat zijn de twee
aanlooproutes veel groter en
lopen door intensief woongebied: Nieuwstraat-Oude Delft-Noordeinde of
Verwersdijk
-Annastraat-Nieuwe Plantage. De Surinamestraat ligt het verst van alle
locaties en
onjuist is de opmerking van het college dat de Surinamestraat "net
buiten de
kilometergrens ligt" aangezien de afstand 1,5 km bedraagt. De
gemeente heeft zelf de
1 kilometergrens als een hard gegeven verklaard.
Antwoord: Voor de beantwoording van deze reactie verwijzen wij u naar
paragraaf G V 'Afstand tot binnenstad' en naar paragraaf G VI 'Looproute' van
het algemene
gedeelte.
Conclusie: Door zowel de gemeenteraad als insprekers is uitgesproken dat
een geschikte locatie 'niet op een meter hoeft af te kaatsen'. Dat is de reden
dat het college die locaties die aan de rand van de kilometerzone gelegen zijn,
meegenomen heeft in de toetsing. Deze redenering is van toepassing op de
locatie Surinamestraat. In het toetsingsdocument is aangegeven dat de locatie
Surinamestraat net buiten de 1km-grens ligt. Het college beschouwt ligging
buiten de 1km-zone als een zwak punt van deze locatie. De looproutes tussen de
locatie Surinamestraat en de binnenstad gaan niet door uitsluitend
woonomgeving. De verschillende routes kennen wel een sterke woonfunctie, maar
zij worden alle gecombineerd met frequent verkeer van personen naar of vanaf de
binnenstad. De totale lengte van de looproute Markt-Surinamestraat speelt een
rol bij de vergelijking van de mogelijke locaties. Daarbij geldt een grotere
lengte als een nadeel ten opzichte van andere locaties.
86.2. Samenvatting:Het
criterium "geschiktheid voor de dagopvang" is niet nader
ingevuld behalve m.b.t de veiligheid en het voorkomen van overlast. De
stichting zal
daarom na de invulling door de gemeente op deze eis reageren.
Antwoord/Conclusie: Het college heeft kennisgenomen van uw voornemen.
86.3. Samenvatting: Er dient
ten minste 36m2 buitenruimte te zijn. Alle locaties
voldoen aan dit criterium behalve de Surinamestraat die alleen over een
balkon
beschikt. Dit is niet een ideale buitenruimte. Ook zijn via het balkon
alle omringende
panden zeer gemakkelijk toegankelijk. Daarmee voldoet de Surinamestraat
niet aan
deze locatie-eis.
Antwoord: Een voorwaarde van de dagopvang is dat er een afgeschermde
buitenruimte van minimaal 36 m2 beschikbaar moet zijn. De locatie
Surinamestraat biedt hier de mogelijkheden toe.
Conclusie: De inspraak is niet van invloed op de besluitvorming.
86.4. Samenvatting: Ten
gevolge van de eis van de ligging op 1 km vanaf de Markt is
de Staalweg afgevallen. De Surinamestraat ligt veel verder dan de
locatie Staalweg
(volgens bijgevoegde kaart). Alleen al vanwege dit harde criterium dient
de
Surinamestraat af te vallen. Voorts zal de bezoeker de route over de
Reineveldbrug
ervaren als een weg ver buiten de binnenstad, ondanks dat het eerste
gedeelte van
de route vanaf de Markt wel door de binnenstad voert. De routes naar de
andere
locaties hebben wel meer het karakter van een binnenstad route. Dit in
het licht van
de eis van de binnenstad functie van de dagopvang.
Antwoord: Voor de beantwoording van deze reactie verwijzen wij u naar
paragraaf G
V 'Afstand tot binnenstad' van het algemene gedeelte. De locatie Staal
is na de bespreking in de raadscommissie Werk, Zorg en Onderwijs door het college
toegevoegd aan de locaties van de tweede inspraakronde. De locatie Staal was
overigens in eerste instantie niet afgevallen vanwege de afstand tot de Markt.
Conclusie: Door zowel de gemeenteraad als insprekers is uitgesproken dat
een geschikte locatie 'niet op een meter hoeft af te kaatsen'. Dat is de reden
dat het college die locaties die aan de rand van de kilometerzone gelegen zijn,
meegenomen heeft in de toetsing. Deze redenering is van toepassing op de
locatie Surinamestraat. In het toetsingsdocument is aangegeven dat de locatie
Surinamestraat net buiten de 1km-grens ligt. Het college beschouwt ligging
buiten de 1km-zone als een zwak punt van deze locatie.
86.5. Samenvatting: Door de
aanwezigheid van de halte van tramlijn 1, pal voor de
deur van de locatie, moet de Surinamestraat gezien worden als een
locatie direct
gelegen in de nabijheid van het station. Hierdoor ontstaat een situatie
van een
gestaag, ongewenst daklozenforensisme naar Delft.
Antwoord: De dagopvang vervult een functie voor bezoekers uit de regio
Delft, Westland en Oostland. Voor hen kan de tram een goede manier zijn het
centrum te bezoeken. Bezoekers uit (de richting) Den Haag/Rijswijk worden in
het centrum niet toegelaten. Het heeft voor hen dus ook geen zin zich in het gebied
te begeven. Het college is daarbij van mening dat de veiligheidsrisico's in het
stationsgebied en dergelijke risico's rond de tramhalte zeer sterk van elkaar
verschillen. Men kan er niet opgaan in de drukte, waardoor minder gelegenheid
tot crimineel gedrag bestaat.
Conclusie: Het college is niet met inspreker eens dat vanwege de
tramhalte een aanzuigende werking op mensen van buiten de regio zal ontstaan.
86.6. Samenvatting: Ook de
eis "toegankelijkheid/beheersbaarheid
politie/hulpverlening vult de gemeente niet nader in. De Surinamestraat
is ook hier een
uitzondering in vergelijking met de andere locaties omdat de omgeving
eenzijdig uit
bedrijven bestaat en een scholengemeenschap. Er is hier geen enkele
sociale controle
na 17.00 uur wat rondzwerven aantrekkelijk maakt. Dit veroorzaakt
inbraakgevoeligheid. Er zijn veel donkere hoeken en overdekte plaatsen.
Er is een
groot gevoel van onveiligheid.
Antwoord: Voor de beantwoording van uw reactie in algemene zin verwijzen
we u naar paragraaf G IV 'Overlast en beheer'. Specifiek over hanggedrag na
sluitingstijd het volgende. De dagopvang is dagelijks geopend van 11:00u tot
17:30u en vervult geen nachtopvangfunctie. De meeste bezoekers van het
dienstencentrum hebben wel een nachtverblijf; middels een kamer in onderhuur,
het slapen bij verschillende kennissen of via de nachtopvang op de Houttuinen.
Desalniettemin moet ervoor gewaakt worden dat groepen bezoekers zich voor en na
sluitingstijd gaan ophouden in de buurt van de dagopvang, bijvoorbeeld aan de waterzijde.
Er valt te denken aan specifieke maatregelen in het tegengaan van hangen aan de
waterzijde, zowel tijdens als na de openingsuren. Daarnaast kan gedacht worden
aan het maken van een ronde na sluitingstijd om er zeker van te zijn dat alle
bezoekers het bedrijventerrein hebben verlaten.
Conclusie: Omdat het hier gaat om een centrum voor dagopvang en met een
aantal gerichte maatregelen kan worden voorkomen dat mensen na sluitingstijd op
het bedrijventerrein blijven hangen deelt het college de opvatting van
inspreker niet.
86.7. Samenvatting: De
aanwezigheid van de dagopvang zal een sterk
waardedrukkend effect hebben op de verhuur c.q. verkoopbaarheid van de
aanwezige
panden en zal afbreuk doen aan het aanzien van de bedrijven die veel
buitenlandse
gasten ontvangen. Ook het inbraakpreventieve maatregelen (hoge hekken)
brengen
hoge kosten met zich mee en zullen een nog onaantrekkelijker beeld
geven. De
Stichting wil nu reeds aangeven dat het aspect van planschade ex artikel
49 WRO bij
de Surinamestraat veel zwaarder zal gelden dan bij de overige locaties.
De bedrijven
zullen aantoonbaar meer last hebben van een dagopvang dan in een
woonomgeving,
gelet op het huiselijke/woonkarakter van de dagopvang.
Antwoord: Voor de beantwoording van deze reactie verwijzen wij u naar
paragraaf G VIII 'Planschade' van het algemene gedeelte.
Conclusie: Bij de wijziging van het bestemmingsplan kunnen
belanghebbenden verzoeken om planschadevergoeding.
86.8. Samenvatting: De
aanwezigheid van een scholengemeenschap is niet
bevorderlijk voor zowel de leerlingen (voorbeeldfunctie) als ook de dak-
en thuislozen
die zich in of bij de school kunnen gaan ophouden.
Antwoord: Op zichzelf geldt ook voor de locatie van de
Mondriaan-Onderwijsgroep wat in paragraaf IV 'Overlast en beheer' is gezegd.
Mondriaan is ten noorden van de Surinamestraat gelegen. De doelgroep zal het
centrum over het algemeen juist uit de zuidelijke richting bezoeken. Het
college ziet daarom geen duidelijke relatie tussen de locatie Surinamestraat 1
en Het Mondriaan College.
De omgeving zal dan alleen kunnen zien dat bezoekers de locatie van het
centrum betreden en weer verlaten. Het enkele feit dat bezoekers van het
centrum op die manier zichtbaar zijn en looproutes van andere groepen kruisen
beschouwen wij niet als hinderlijk. Dat neemt niet weg dat het risico van
overlast aanwezig blijft. Daarom lijkt het ons wel van belang in het
buurtoverleg Mondriaan te betrekken.
Conclusie: Het enkele feit dat bezoekers van het centrum op die manier
zichtbaar zijn en looproutes van andere groepen kruisen beschouwen wij niet als
hinderlijk.
86.9. Samenvatting: De
Stichting doet geen uitspraak over het gemak van het
verkrijgen van de Surinamestraat vanwege het ontbreken van informatie.
Dit moet wel
meegenomen worden in de afweging, evenals het te verwachten bezwaar en
beroep.
Antwoord/Conclusie: Het college heeft kennisgenomen van uw standpunt.
86.10. Samenvatting: Bij de
Surinamestraat zijn geen plannen tot herontwikkeling. Bij
de vestiging van de dagopvang zal sprake zijn van een ernstige, nadelige
precedentwerking aangezien belendende bedrijven hun bedrijfsvoering
moeten gaan
afstemmen op de aanwezigheid van een wooncentrum, bijv. milieueisen e.d.
Het is
daarom ongewenst dat er op bedrijfsterreinen wordt gewoond.
Antwoord: Voor de beantwoording van deze reactie verwijzen wij u naar
paragraaf G VIII 'Planschade' van het algemene gedeelte.
Conclusie: Bij de wijziging van het bestemmingsplan kunnen
belanghebbenden verzoeken om planschadevergoeding.
86.11. Samenvatting: Gelet
op de mogelijke planschade zal de Surinamestraat
waarschijnlijk de duurste locatie gaan worden. De locaties
Nijverheidsstraat,
Zuidwal/Crommelinplein en Staalweg zijn in deze veel goedkoper.
Antwoord: In de finale weging tussen locaties zal de financiële
haalbaarheid van de locaties een rol spelen.
Conclusie: De inspraak heeft geen invloed op de besluitvorming, de
financiële haalbaarheid wordt meegenomen in de finale afweging.
86.12. Samenvatting: M.b.t.
de veiligheidsscans is de Surinamestraat de minst
gunstige locatie: 1. De afstand tot de Markt is het grootst; 2. De
bereikbaarheid van de
dagopvang voor hulpdiensten is het slechtst qua afstand; 3. Er is het
minst sociale
controle; 4. Er is geen enkele aanwezige functie met een (semi) openbaar
karakter;
alleen de tram; 5. De veiligheidsrisico's zijn bij de Surinamestraat het
grootst.
Antwoord: De resultaten van de veiligheidsscan zullen onderdeel uitmaken
van de finale afweging tussen locaties.
Conclusie: Het college heeft kennisgenomen van uw mening.
87. - F.H. Vrins
87.1. Samenvatting: Inspreker
maakt bezwaar tegen deze locatie omdat de locatie
gelegen is op een bedrijventerrein waar na 17.00 uur geen sociale
controle is. Dit is
ongewenst niet alleen volgens bewoners maar ook vanuit de visie van de
gemeente.
Doordat er 's nachts geen sociale controle is, is er een grote kans op
inbraak in het
nabijgelegen gezondheidscentrum/huisartsenpost, woningen en auto's.
Antwoord: Voor de beantwoording van deze reactie verwijzen wij u naar
paragraaf G IV 'Overlast en beheer'. Deze uitspraak valt niet te rijmen met het
daadwerkelijke gedrag van de bezoekers van de dagopvang. Bij gereedkomen van de
nieuwbouw voor een gezondheidscentrum bij de Bieslandhof vertrekt het huidige
gezondheidscentrum naar die locatie.
Conclusie: Omdat de dagopvang een kleinschalige voorziening is en
drugsgebruikers een minderheid van de bezoekers vormen en daarnaast door een
goede inrichting van de locatie en beheer van de omgeving het risico op
overlast en criminaliteit verder beperkt kan worden, kan -in objectieve zin-
een voldoende niveau van veiligheid bereikt worden.
87.2. Samenvatting: De
tramlijn loopt langs de locatie en heeft een halte vlakbij
waardoor er een groot risico is dat daklozen/verslaafden uit Den Haag
naar deze
locatie komen.
Antwoord: De dagopvang vervult een functie voor bezoekers uit de regio
Delft, Westland en Oostland. Voor hen kan de tram een goede manier zijn het
centrum te bezoeken. Bezoekers uit (de richting) Den Haag/Rijswijk worden in
het centrum niet toegelaten. Het heeft voor hen dus ook geen zin zich in het
gebied te begeven. Het college is daarbij van mening dat de veiligheidsrisico's
in het stationsgebied en dergelijke risico's rond de tramhalte zeer sterk van elkaar
verschillen. Men kan er niet opgaan in de drukte, waardoor minder gelegenheid
tot crimineel gedrag bestaat.
Conclusie: Het college is niet met inspreker eens dat vanwege de
tramhalte een aanzuigende werking op mensen van buiten de regio zal ontstaan.
87.3. Samenvatting: De
tramlijn wordt veel gebruikt door scholieren. Zij hebben recht
op een veilig vervoer naar school.
Antwoord: Wanneer de dagopvang gevestigd wordt aan de Surinamestraat
gevestigd wordt zal een deel van de 50 tot 70 dagelijkse bezoekers de tram
gebruiken. Op de aantallen passagiers van de tram is dan een zeer klein deel,
waardoor niet aannemelijk is dat de veiligheid in de tram in het geding komt.
Overigens is de voornaamste overlast die in voorkomende gevallen ontstaat
gerelateerd aan het rijden zonder plaatsbewijs. Bij controle daarop is
gekwalificeerd personeel van de vervoerder aanwezig.
Conclusie: Deze inspraak heeft geen invloed op de besluitvorming.
87.4. Samenvatting: De
aanlooproute zal langs het Rijn- en Schiekanaal zijn en niet
via de Vrijebanselaan, Annastraat naar de Markt, zoals de gemeente
verondersteld
omdat men gewoon langs het water zal kunnen blijven lopen. Daardoor zal
men door
woonbuurten en langs scholen lopen wat de gemeente niet wenselijk acht
vanwege de
overlast.
Antwoord: Voor beantwoording van deze verwijzen wij u naar paragraaf G
IV 'Overlast en beheer' van het algemene gedeelte. Naar verwachting zal het
overgrote deel van de bezoekers gebruik maken van de route
Surinamestraat-Reineveldbrug-Binnenstad. Bezoekers zullen daardoor niet of
nauwelijks over de Oostsingel lopen.
Conclusie: Omdat de dagopvang een kleinschalige voorziening is en
drugsgebruikers een minderheid van de bezoekers vormen en daarnaast door een
goede inrichting van de locatie en beheer van de omgeving de kans op overlast
en criminaliteit verder beperkt kan worden, kan -in objectieve zin- een
voldoende niveau van veiligheid bereikt worden. Dat neemt niet weg dat het
belangrijk is structureel overleg te hebben tussen gemeente, politie, de
dagopvang, omwonenden en ondernemers. Dat overleg moet leiden tot een
beheerplan en regelmatige evaluatie van de gang van zaken. Daarbij horen ook
een serieus sanctiebeleid van de dagopvang en afspraken over een snelle reactie
van de hulpdiensten bij incidenten. Op deze wijze kan het beperkte risico
worden verkleind, moet ook het vertrouwen ontstaan dat wangedrag wordt
aangepakt, waardoor uiteindelijk het gevoel van onveiligheid vermindert. Het
enkele feit dat looproutes elkaar kunnen kruisen beschouwen wij niet als
hinderlijk.
87.5. Samenvatting: In
hoeverre heeft de gemeente zich ingezet om de inwoners van
Rijswijk die in de directe omgeving wonen, te informeren en naar hun
mening te vragen?
Antwoord: Het college streeft er naar zo zorgvuldig en transparant
mogelijk te handelen. Derhalve is er via diverse mediakanalen, brief,
informatiekrant en website, gecommuniceerd over de plannen van de gemeente. De
betreffende Rijswijkse bewoners zijn uitgenodigd voor de inspraakavond. Ze zijn
daarmee in de gelegenheid geweest inspraak te plegen, hetgeen ook gestaafd
wordt door de binnengekomen inspraakreacties uit de gemeente Rijswijk.
Conclusie: Het college is van mening dat het aan de inspannings- en
inspraakverplichting voldoet om een nieuwe locatie te huisvesten.
87.6. Samenvatting: Bewoners
hebben bewust gekozen voor een rustige
woonomgeving. Bij de Surinamestraat is een extra gevaar dat de daklozen,
eenmaal
onder de Reineveldbrug door, uit het zicht van de opvang zijn en
overlast zullen
veroorzaken in de buurt rond de
Soendastraat/Oostsingel.
Antwoord: Voor beantwoording van deze verwijzen wij u naar paragraaf G
IV 'Overlast en beheer' van het algemene gedeelte. Naar verwachting zal het
overgrote deel van de bezoekers gebruik maken van de route Surinamestraat-Reineveldbrug-Binnenstad.
Bezoekers zullen daardoor niet of nauwelijks door de Indische buurt lopen. Een
andere mogelijke route loopt via de Oostsingel. Daarmee passeren ze de Indische
buurt aan de rand van deze buurt.
Conclusie: Omdat de dagopvang een kleinschalige voorziening is en
drugsgebruikers een minderheid van de bezoekers vormen en daarnaast door een
goede inrichting van de locatie en beheer van de omgeving de kans op overlast
en criminaliteit verder beperkt kan worden, kan -in objectieve zin- een
voldoende niveau van veiligheid bereikt worden. Dat neemt niet weg dat het
belangrijk is structureel overleg te hebben tussen gemeente, politie, de
dagopvang, omwonenden en ondernemers. Hoewel genoemde buurt door de
Reineveldbrug wordt afgescheiden van de directe omgeving van het centrum en ook
terzijde ligt van de aanlooproutes naar het centrum is betrokkenheid van
bewoners van deze buurt in dit overleg mogelijk en gewenst.
87.7. Samenvatting: De
afgesloten buitenruimte is een vrijblijvend alternatief. De
daklozen zullen zich net zo gemakkelijk in de nabije omgeving ophouden.
Antwoord: Voor de beantwoording van deze reactie verwijzen wij u naar
paragraaf G IV 'Overlast en beheer' van het algemene gedeelte. Bij de locatie
Surinamestraat valt te denken aan specifieke maatregelen in het tegengaan van
hangende groepen aan de waterzijde, zowel tijdens als na de openingsuren. In de
beheerafspraken zou bijvoorbeeld opgenomen kunnen worden dat na sluitingstijd
een ronde wordt gemaakt om na te gaan of de bezoekers van het centrum het
bedrijventerrein inderdaad hebben verlaten. Politie Haaglanden geeft aan dat
het gebruik van harddrugs geschiedt voor een belangrijk deel in drugspanden of
bij een verslaafde thuis. Het gebruik hiervan geschiedt dan ook niet of
nauwelijks buiten. Tegen dealen of gebruik buiten wordt door de politie
opgetreden.
Conclusie: Gezien de omvang en de aard van de groep die het
dienstencentrum bezoekt, de aanpak rond buitenruimte en toegangssluis en de
ervaringen van de laatste jaren de risico's beperkt zijn. Dat neemt niet weg
dat het belangrijk is structureel overleg te hebben tussen gemeente, politie,
de dagopvang, omwonenden en ondernemers. Dat overleg moet leiden tot een
beheerplan en regelmatige evaluatie van de gang van zaken. Daarbij horen ook
een serieus sanctiebeleid van de dagopvang en afspraken over een snelle reactie
van de hulpdiensten bij incidenten. Op deze wijze kan het beperkte risico
worden verkleind, moet ook het vertrouwen ontstaan dat wangedrag wordt aangepakt,
waardoor uiteindelijk het gevoel van onveiligheid vermindert.
87.8. Samenvatting: De
Surinamestraat ligt hemelsbreed 1100 meter van de Markt.
De loopafstand is echter grotere. De locatie voldoet niet aan de eis van
een straal van
500 meter of 1000 meter vanaf de Markt. Daarom zou de locatie afgewezen
moeten
worden.
Antwoord: Voor de beantwoording van deze reactie verwijzen wij u naar
paragraaf G VI 'Looproute' van het algemene gedeelte.
Conclusie: De looproutes tussen de locatie Surinamestraat en de
binnenstad gaan niet door uitsluitend woonomgeving. De verschillende routes
kennen wel een sterke woonfunctie, maar zij worden alle gecombineerd met
frequent verkeer van personen naar of vanaf de binnenstad. De totale lengte van
de looproute Markt-Surinamestraat speelt een rol bij de vergelijking van de
mogelijke locaties. Daarbij geldt een grotere lengte als een nadeel ten
opzichte van andere locaties.
87.9. Samenvatting: Door welke
maatregelen denkt de gemeente de overlast tegen te
gaan? Is er sprake van een zeker gedogen of onderneemt men meteen actie?
Komt
de politie onmiddellijk of moeten er eerst veel meldingen van overlast
zijn? Hier moet
de gemeente duidelijkheid over verschaffen.
Antwoord: Voor de beantwoording van deze reactie verwijzen wij u naar
paragraaf G IV 'Overlast en beheer' van het algemene gedeelte. Bij de locatie
Surinamestraat valt te denken aan specifieke maatregelen in het tegengaan van
hangende groepen aan de waterzijde, zowel tijdens als na de openingsuren. In
beheerafspraken zou bijvoorbeeld opgenomen kunnen worden dat na sluitingstijd
een ronde gemaakt wordt om na te gaan of de bezoekers van het centrum het
bedrijventerrein inderdaad hebben verlaten. In samenspraak met omwonenden, de
politie en het dienstencentrum zal een hiertoe een beheerplan worden opgesteld.
Conclusie: Het college acht het van belang om structureel overleg te
hebben tussen gemeente, politie, de dagopvang, omwonenden en ondernemers. Dat
overleg moet leiden tot een beheerplan en regelmatige evaluatie van de gang van
zaken. Daarbij horen ook een serieus sanctiebeleid van de dagopvang en
afspraken over een snelle reactie van de hulpdiensten bij incidenten. Op deze
wijze kan het beperkte risico worden verkleind, moet ook het vertrouwen
ontstaan dat wangedrag wordt aangepakt, waardoor uiteindelijk het gevoel van
onveiligheid vermindert.
88. - P. Wanders
88.1. Samenvatting: Inspreker
geeft de voorkeur aan deze locatie omdat er geen
woningen in de buurt zijn en alleen bedrijven. Daarnaast is de locatie
gelegen op een
redelijke loopafstand. De overlast op deze locatie is minimaal.
Antwoord/conclusie: Het college heeft kennisgenomen van de voorkeur van
de inspreker.
89. - M.M.C.G. Warmoeskerken
89.1. Samenvatting: Dit is
een slechte locatie omdat het een donkere, afgelegen
plaats is die ongewenst publiek aantrekt.
Antwoord: Voor de beantwoording van deze reactie verwijzen wij u naar
paragraaf G IV 'Overlast en beheer' van het algemene gedeelte. Bij de locatie
Surinamestraat valt te denken aan specifieke maatregelen in het tegengaan van
hangende groepen aan de waterzijde, zowel tijdens als na de openingsuren. In de
beheerafspraken zou opgenomen kunnen worden dat na sluitingstijd een ronde
wordt gemaakt om na te gaan of de bezoekers van het centrum het bedrijventerrein
inderdaad hebben verlaten.
Conclusie: Gezien de omvang en de aard van de groep die het
dienstencentrum bezoekt, de aanpak rond buitenruimte en toegangssluis en de
ervaringen van de laatste jaren zijn de risico's beperkt. Dat neemt niet weg
dat het belangrijk is structureel overleg te hebben tussen gemeente, politie,
de dagopvang, omwonenden en ondernemers. Dat overleg moet leiden tot een
beheerplan en regelmatige evaluatie van de gang van zaken. Daarbij horen ook
een serieus sanctiebeleid van de dagopvang en afspraken over een snelle reactie
van de hulpdiensten bij incidenten. Op deze wijze kan het beperkte risico
worden verkleind, moet ook het vertrouwen ontstaan dat wangedrag wordt
aangepakt, waardoor uiteindelijk het gevoel van onveiligheid vermindert.
90. - K. en J. Witteveen
90.1. Samenvatting:
Insprekers maken bezwaar tegen deze locatie. Insprekers
worden namelijk, als inwoners van een andere gemeente (Rijswijk),
opgezadeld met
de problemen van de gemeente Delft (op 2 minuten lopen van de woning).
Daardoor
zal er veel overlast ontstaan.
Antwoord: De gemeente Rijswijk begint een aantal honderden meters ten
noorden van de Surinamestraat. De doelgroep zal het centrum over het algemeen
juist uit de zuidelijke richting bezoeken. Het college ziet daarom geen
duidelijke relatie tussen de locatie Surinamestraat 1 en de gemeente Rijswijk
De mogelijkheid bestaat dat Rijswijkers bezoekers van de dagopvang zien
of dat zij elkaars looproute kruisen. Dat enkele feit beschouwen wij niet als
hinderlijk.
Dat neemt niet weg dat het risico van overlast aanwezig blijft. Daarom
zal de gemeente bewoners van Rijswijk betrekken bij het vervolgproces en het
beheerplan.
Conclusie: Het enkele feit dat looproutes elkaar kunnen kruisen
beschouwen wij niet als hinderlijk.
90.2. Samenvatting: De waarde
van de huizen zal dalen.
Antwoord: Voor de beantwoording van deze reactie verwijzen wij u naar
paragraaf G VIII 'Planschade' van het algemene gedeelte.
Conclusie: Bij de wijziging van het bestemmingsplan kunnen belanghebbenden
verzoeken om planschadevergoeding.