Programmabegroting
2006 – 2009
Discussienotitie
programma Jeugd en onderwijs.
1.
Inleiding
In
deze notitie wordt kort ingegaan op een aantal ontwikkelingen binnen het
programma Jeugd en onderwijs en daaruit voortkomende gevolgen voor nieuw beleid
vanaf 2006.
Er
wordt in de notitie vooral ingegaan op mogelijk nieuw beleid. Bestaande en
daarop voortbordurende
beleidsthema’s komen aan bod bij
de conceptbegroting 2006-2009.
2.
Ontwikkelingen
·
Brede school activiteitenprogramma’s draaien nu in alle wijken. De basis
is gelegd om te gaan werken aan een verdere verdieping en meer maatwerk in
buurten.
·
Er ontstaat gaande weg meer samenhang tussen het aanbod voor jeugd en
jongeren op wijkniveau, zoals het
tiener- en jongerenwerk en de aansluiting ervan op het brede
schoolprogramma, de JGZ teams en de
andere onderdelen van de zorgketen.
·
De ontwikkeling van een op jongeren gericht cultureel aanbod met
mogelijkheden tot participatie door jongeren zet door vanuit verschillende
disciplines.
3. Brede school
Het
brede schoolprogramma is er nu zowel voor het primair als het voortgezet
onderwijs.
In
2005-2006 wordt begonnen met het zogenaamde ‘plusaanbod’; langduriger
activiteiten bedoeld om kinderen langer te binden. Deze activiteiten zijn niet
gratis, daarom worden ze opgenomen in
de Delftpas. Voor achterstandskinderen komt een speciaal traject gericht op
doorstroom van brede school naar het plusaanbod. In het voortgezet onderwijs
worden brede schoolactiviteiten meer als onderdeel/verdieping van het
curriculum gepositioneerd.
Vanuit
het brede schoolbeleid is er in elke wijk een wijkwerkgroep bestaande uit
scholen, kinderopvang en ouders, die er - samen met een programmamakelaar –
voor zorgt dat er brede
schoolactiviteiten in de vorm van een wijkprogramma tot stand komen. Op dit
moment gebeurt dit nog tamelijk aanbodgericht. De gemeente zal de programma’s
nog meer moeten gaan inrichten naar de wensen van kinderen en ouders.
Discussiepunt: In plaats van wijkwerkgroepen moeten er vraagorganisaties
komen die zelf samen met verenigingen, instellingen, jongerenwerk, etc. het
brede schoolaanbod in scholen, buurten en de wijk kunnen vormgeven.
Kinderen
die behoren tot achterstandsgroepen zien we maar mondjesmaat vertegenwoordigd
in sportieve en culturele voorzieningen. Verenigingen en instellingen moeten
zich meer naar de buurt verplaatsen om daar verandering in te brengen. Daar is
al beleid voor, bijvoorbeeld in het project buurt-onderwijs-sport (BOS). En ook
in de brede school wordt een programma ontwikkeld om doelgroepkinderen middels
een op hen toegesneden activiteitenpakket te laten doorstromen naar reguliere
voorzieningen. Maar hoe zit het met de ouders van die kinderen, de kinderopvang
en met de scholen waar de kinderen opzitten?
Discussiepunt: Wat mogen wij van hen verwachten in het beleid om ook
buiten de school de kansen van kinderen te vergroten?
Met een
doorlopend aanbod van opvang vóór schooltijd, onderwijs, overblijf, en
culturele, sportieve en educatieve activiteiten na en tijdens school, ontstaat voor ouders en
kind een geïntegreerd pakket: het dagarrangement. Met zo’n voorziening zijn
ouders beter in staat om zorg en arbeid te combineren.
Discussiepunt: Om dit mogelijk te maken moet het beleid van de gemeente
worden gericht op de doorgroei van brede school clusters (school, opvang en
activiteiten) naar zogenaamde kindcentra waarin de onderlinge samenwerking
vergaand is georganiseerd.
4. Onderwijs
Nieuwe meerjarenafspraken over onderwijsbeleid
worden gemaakt in het
Onderwijsbeleidsplan 2005-2008.
Met de recente invoering
van de Wet op de leerlinggebonden financiering (LGF) kunnen ouders met een voor
speciaal onderwijs geïndiceerd kind kiezen voor plaatsing van hun kind met een
financieel rugzakje op een reguliere school. Een goed verloop van keuze en
plaatsing vergt veel van kind en ouders, maar ook van de scholen. Een keuze
voor een actieve inzet op dit beleid van scholen, ouders en gemeente kan het
ontwikkelproces binnen scholen en de positie van kind en ouders versterken.
Discussiepunt: Voelt de
gemeente hiervoor en zo ja, hoe kan een dergelijk thema aangepakt worden?
Rol gemeente in VMBO/praktijkonderwijs.
De
Gemeente Delft wil samen met het VMBO het belang van goed beroepsonderwijs voor
de samenleving en voor Delft onderstrepen, zeker omdat er behoefte is aan goed
geschoolde vaklieden, liefst met kennis van meerdere disciplines.
Belangrijk probleem is dat een deel van de
leerlingen in het VMBO er niet in slaagt een goede aansluiting op het MBO te
realiseren. De gemeente onderzoekt nu met de scholen en werkgevers of dit
vraagstuk met behulp van een naast de onderwijsketen gepositioneerd
leerwerkbedrijf, deze aansluiting kan verbeteren. Daarnaast wil de gemeente de
VMBO-scholen ondersteunen in hun samenwerking.
Het praktijkonderwijs in de gemeente Delft maakt
een grote vlucht door. Het leerlingenaantal is in de afgelopen jaren sterk
toegenomen. De gemeente Delft wil in het kader van de (her)positionering van
het VMBO analyseren welke oorzaken er zijn voor die toename. Vervolgens willen
we samen met de betrokkenen beleid ontwikkelen om tot een adequate oplossing te
komen van de geanalyseerde knelpunten.
Discussiepunt:
Wordt het belang van deze thema’s onderschreven en zijn er ideeën voor een
aanpak?
5. Jeugd en jongeren
Er
worden weinig tot geen Delftse jongeren verwezen naar Parnassia verslavingszorg
vanuit de “vindplaatsen” van jongerenproblematiek. Gezien de landelijke ervaringen
kan het niet zo zijn dat deze problematiek niet aanwezig is. Voorgesteld wordt
om een overleg te starten met verschillende partijen in het veld van jongerenproblematiek en verslavingszorg
om te komen tot een betere signalering van verslavingsproblematiek. Doel is om
vervolgens afspraken te maken over het consulteren van en verwijzen naar
Parnassia.
Jeugd en jongerenwerk.
In
de toekomst toe moet het aanbod van tiener- en jongerenwerk in de wijken worden
gegarandeerd. Alleen dan kunnen jongerencentra een prettig verblijfsklimaat
bieden aan jongeren. Dus moet, zoals afgesproken in het financieringsplan tot
en met 2006, de gemeente ook het laatste stukje van de formatie jongerenwerk
structureel financieren.
Cultuurbeleid voor jongeren.
Cultuurprojecten voor jongeren worden vanuit
verschillende invalshoeken - zoals kunst, educatie en welzijn – opgezet en
gesubsidieerd. Door de diversiteit van het aanbod sluit het goed aan op de
wensen van jongeren, maar er is nog te weinig aansluiting tussen de diverse
projecten. De gemeente moet meer regie gaan voeren om de cultuurketen voor
jongeren te versterken.
Jongerenparticipatie.
Onder jongeren is groeiende interesse voor de
maatschappij om hen heen. De gemeente wil daarom op zoek gaan naar projecten
die het maatschappelijk bewustzijn van jongeren vergroten.
6. Bezuinigingen
Jeugd en Onderwijs |
2006 |
2007 |
2008 2009 Bedragen * € 1.000
|
|
Verlaging storting huisvestingsbudget
onderwijs |
175 |
175 |
175 |
175 |
Totaal |
175 |
175 |
175 |
175 |
Verlaging huisvestingsbudget onderwijs
Vanaf
1 januari 2005 betalen de schoolbesturen in het voortgezet onderwijs het
onderhoud van de buitenkant van de schoolgebouwen waarvoor zij van het Rijk een
vergoeding ontvangen. Bij de gemeente vervallen deze onderhoudskosten (€
309.000) en de inkomsten uit het gemeentefonds daarvoor (€ 160.000). Per saldo
levert dit een besparing op van € 149.000. Daarnaast wordt de storting in de
voorziening kleine investeringen basisonderwijs structureel met € 26.000
teruggebracht. De totale bezuiniging komt daarmee uit op € 175.000.