Inhoudsopgave

 

 

1.     Toeleiding & Monitoring. 3

2.     Inburgering. 11

2a        Wet Inburgering Nieuwkomers. 11

2b        CIP. 13

3.     Activering. 14

4.     Dienstverlening Werkplan. 16

4a        WIW-Dienstbetrekkingen. 16

4b        WIW-Werkervaringsplaatsen. 19

4c        I/D-banen (In- en Doorstroombanen) 20

5.     Wet Voorzieningen Gehandicapten. 21

6.     Ontwikkelingen klantenbestand. 27

6a        Klantenaantallen. 27

6b        Collegedoelstelling klantenbestand fase-4. 29

7.     Huisbezoeken. 35

8.     Bijzondere Bijstand. 36

9.     Periodieke Bijstand. 40

10.       Minimabeleid. 41

 

 


1.         Toeleiding & Monitoring

 

Regiefunctie Toeleiding & Monitoring 

 

De gemeente Delft heeft voor 2004 de volgende doelstellingen geformuleerd:

1.       bieden van een sluitende reïntegratieaanpak aan de nieuwe instroom werkzoekenden klanten fase-2 , fase-3 en fase-4 (incluis de niet uitkeringsgerechtigden en ANWers) alsook aan Abw/WWB klanten fase-2 en fase-3 die al langer een uitkering ontvangen

2.       intensievere fase-4 aanpak

3.       ontwikkelen van en invulling geven aan nieuw instrumentarium (gesubsidieerd werk) vastgelegd in de Delftse reïntegratieverordening Werk en Bijstand

 

Het totaal benodigde reïntegratietrajecten en gesubsidieerd werk ter realisatie van deze doelstellingen is hierbij geraamd op 900, waarvan:

-          125 plekken zijn gereserveerd voor trajecten gesubsidieerd werk. (zie tabel 1.2a.)

-          273 plekken zijn gereserveerd voor fase 2/3 reïntegratietrajecten

-          412 plekken zijn gereserveerd voor fase 4 trajecten

-          90 plekken zijn gereserveerd voor  trajecten t.b.v. niet uitkeringsgerechtigden

 

De reïntegratietrajecten worden extern ingekocht middels contracten bij private reïntegratiebedrijven. Het vakteam T&M verzorgt de toeleiding naar deze contracten en houdt vervolgens regie (monitoring) op de voortgang van de trajecten en op de contractafspraken die met elk reïntegratiebedrijf zijn vastgelegd. Tevens verzorgt dit vakteam de toeleiding en monitoring naar het nieuw instrumentarium en naar het vakteam Activering.

 

 

 

Tabel 1.1: ontwikkeling aantallen klanten dat gebruik maakt van het reïntegratieaanbod.

 

4e kw 2004

Jaar 2003

 

 

Totaal

 

T&M

T&M

Klanten dat gebruik maakt van reïntegratieaanbod 01-01-2004

816

599

Aantal aanmeldingen reïntegratieaanbod

721

582

Aantal uitval voor start reïntegratietraject

126

115

Aantal beëindigde trajecten bij RIB’s

602

359

Klanten dat gebruik maakt van reïntegratieaanbod 31-12-2004

809

707

Bron: Gws4All  

 

 

Bovenstaande tabel geeft de ontwikkeling weer van het aantal klanten tot en met het 4e kwartaal 2004 . Een specificatie van de verschillende items in deze tabel volgt verderop in deze kwartaalrapportage.

 

De tabel laat een groot verschil te zien tussen het aantal klanten in traject 31-12-2003 (707) en het aantal klanten 1-1-2004 (816).

Verklaring voor dit verschil is dat eind 2003 /begin 2004 contractafspraken zijn gemaakt met het team Activering (zie Hoofdstuk 2 Kwarap) om te werken volgens het principe ‘intern opdrachtnemersschap’. Gevolg hiervan is dat met terugwerkende kracht de lopende caseload van team Activering toegevoegd is aan het totaal aantal klanten op 1-1-2004(109).

 

 

 

Aanmeldingen

 

 

Tabel 1.2a1 Aantal  aanmeldingen reïntegratieaanbod  t/m 4e kwartaal 2004

 

 

Beschikbare trajecten 2004

Instroom op beschikbare trajecten

4e  kw 2004

Totaal aantal aanmeldingen trajecten

7900

721

waarvan:

 

 

Fase 2/3

150

257

Fase 4

535

285

NUG

90

35

Proefplaatsing / Opstapbaan/ Participatiebaan

125

144

 

 

 

Tabel 1.2a1 geeft aan hoe de aantallen op dit moment verdeeld zijn over de verschillende doelgroepen met daarbij de resultaten van het aantal aanmeldingen van klanten in het 4e kwartaal.

 

De doelstelling om in 2004 900 klanten toe te leiden naar trajecten is voor 80% gerealiseerd.

De inkoop van de verschillende vormen van trajecten vindt plaats o.b.v. de college-doelstellingen en de analyse van het bestand. Desondanks kan het voorkomen dat het aantal klanten per doelgroep (analyse) en het aantal beschikbare trajecten(inkoop) niet geheel sluitend is.

Instroom van klanten vallend onder de doelgroep nieuw in de uitkering of klanten zonder uitkering(NUG) is bijvoorbeeld niet te beïnvloeden door de gemeente.

 

De aanmeldingen van klanten op trajecten vindt plaats nadat er een diagnosegesprek is gevoerd met de klant.

Extra aandacht binnen WIZ is noodzakelijk voor de aanmeldingen naar fase 4 trajecten. Hier worden in de periode vanaf oktober 2004 tot februari 2005 extra acties ondernomen op het terrein van diagnose fase 4 klanten. Op dit moment leert de ervaring dat vanuit deze acties meer aanmeldingen op trajecten fase 4 gerealiseerd zijn in het 4e kwartaal 2004 ten opzichte van de vorige kwartalen en is de verwachting dat deze trend zich voortzet in het 1e kwartaal 2005.

 

 

Waarvan :

 

Tabel 1.2a2 nieuw beleid met ingang van 1-7-2004

 

Beschikbare trajecten 2004

Instroom op beschikbare trajecten

4e  kw 2004

Totaal aantal aanmeldingen trajecten

7125

144

Proefplaatsing

    65

56

Opstapbaan

    60

88

Participatiebaan

  0

0

 

Nieuw beleid gesubsidieerd werk

In juli 2004 is het nieuwe stelsel gesubsidieerd werk van start in het kader van de regelgeving WWB. Uitgangspunten en gevolgen zijn vastgelegd in de Delftse reïntegratieverordening welke op 9 juli in werking is getreden.

In dit kader worden de drie nieuwe reïntegratie-instrumenten nogmaals kort besproken:

 

-          proefplaatsing: werken met behoud van uitkering gedurende 3 a 6 maanden, bedoeld voor nieuwe instroom in de uitkering fase 2/3 en 4 met als doel: een zo min mogelijke gewenning  en spoedig mogelijke uitstroom uit de uitkering

Inkoop 2e half jaar 2004 : 65 plekken

 

-          opstapbanen: gesubsidieerde baan voor maximaal 1 jaar, bedoeld voor klanten die perspectief hebben op regulier werk maar met een tekort aan recente en relevante werkervaring, uit te laten stromen naar regulier werk

Inkoop 2e half jaar 2004: 60 plekken

 

-          participatiebanen: permanente werkplekken, bedoeld voor werkzoekenden van 55 jaar en ouder zonder uitstroomperspectief op reguliere arbeid.

Realisatie inkoop in 2005

 

De uitvoering van de nieuwe reïntegratie-instrumenten zijn via contractafspraken uitgezet bij Werkplan en Combiwerk. Zij zijn verantwoordelijk van de realisatie van de acquisitie en begeleiding van de klanten op bovenstaande werkplekken.

Voor een goede implementatie van de instrumenten zijn er inhoudelijke en logistieke werkafspraken gemaakt met het vakteam SDV en de contractpartners. Met name voor het instrument proefplaatsing geldt dat snelle doorlooptijden het effect van het instrument bepaald.

Afgesproken is om de huidige werkafspraken en resultaten na een half jaar zowel intern als met de contractpartners te evalueren en daar waar nodig bij te stellen (1e kwartaal 2005).

 

Tabel 1.2.a laat zien dat het aantal aanmeldingen op de Opstapbaan de doelstelling ruim overtreft. Dit heeft voor een deel te maken met het feit dat de doelgroep die hiervoor in aanmerking komt (‘zittend bestand’ fase 2/3) al eerder een reintegratietraject bij een RIB achter te rug heeft. De bemiddeling naar regulier werk is met name door het ontbreken van relevante werkervaring niet gelukt. Een specifieke groep hierbinnen betreft klanten die een traject bij Kliq hebben gevolgd i.v.m. de versnelde afronding van dit contract (zie tabel 1.2.b).

 

De ervaringen m.b.t de proefplaatsing tot nu toe laat een discrepantie zien in de verhouding nieuwe instroom in de uitkering en feitelijke toeleiding naar een proefplaatsing.Mogelijke oorzaken hiervoor worden momenteel nader uitgezocht. Presentatie resultaten 1e kwartaal 2005.

 

 

 

 

Tabel 1.2b: specificatie van aantal aanmeldingen voor reïntegratieaanbod bij opdrachtnemers t/m ultimo 4e kw.   

 

 

Beschikbare trajecten

Aanmeldingen

 

2004

voor trajecten

Totaal aanmeldingen

900

721

Reintegratie trajecten

 

 

Fase 2

 

 

Empower

-

3

Empower NUG

-

3

Fase 2/3

 

 

Alexander Calder

150

170

Alexander Calder NUG

30

23

Fase 3/4

 

 

Advexis

6

10

Hudson

120

59

Hudson NUG

30

3

Kliq

120

24

Kliq NUG

30

6

Fase 4

 

 

Activering

200

174

Combiwerk

-

1

Kringloop

16

24

Werkplan

12

15

Wings (45 nieuw)

61

50

Nieuw beleid gesubsidieerde arbeid

 

 

Proefplaatsing/opstapbaan

 

 

Proefplaatsing

65

56

Opstapbaan

60

88

Waarvan : Project beveiliging

10

10

                 Project groen/grijs

10

10

                 Werkplan

40

68

Instrumenten

 

 

Weesfietsenproject

 

12

totaal

900

721

Bron: Gws4All

 

Tabel 1.2b. laat zien hoe de huidige verdeling is in aantallen en doelgroep bij de verschillende reïntegratiebedrijven.

 

De aanmeldingen naar Alexander Calder heeft de doelstelling ruim overschreden mede door het feit dat aanmelding naar Kliq/Hudson niet meer mogelijk was.

 

Kliq/Hudson hebben beiden contractueel te maken met een instroom van klanten vallend onder de doelgroep : nieuw in de uitkering en niet uitkeringsgerechtigd. De instroom van deze groepen is door de gemeente niet te beïnvloeden. Er zijn er minder klanten aangemeld bij hen dan aanvankelijk was geprognosticeerd. Om beide reïntegratiebedrijven tegemoet te komen is gesproken over een doelgroepuitbreiding van fase 4 klanten. Beiden konden vanuit verschillende redenen hier niet aan voldoen. Vorig kwartaal zijn er met Kliq en Hudson afspraken gemaakt om de contracten af te bouwen.

 

Een nadere uitleg behoeft het Weesfietsenproject:

Binnen dit project doen deelnemers onder begeleiding alle voorkomende werkzaamheden in een fietsenwerkplaats. Het project is bestemd voor mensen met een zeer grote afstand tot de arbeidsmarkt (fase 4) en is zeer laagdrempelig. De nadruk ligt op zinvolle dagbesteding, het verwerven van sociale vaardigheden.

 

 

Het project kan een opstap naar of een onderdeel zijn van een reïntegratietraject richting werk. De uitvoering is in handen van het Kringloopbedrijf. In 2004 is een contract afgesloten lopend van april 2004 tot april 2005 voor 40 deelnemers. T&M verzorgt de toeleiding naar het project en heeft de regie op de voortgang van de deelnemers en op de contractafspraken met het Kringloopbedrijf.

 

Bij het Weesfietsenproject wordt een onderscheid gemaakt in rechtstreekse aanmelding van klanten naar het Weesfietsenproject en deelnemers die vanuit een reïntegratiebedrijf worden aangemeld. De laatste groep mag niet in de instroom voor aanmeldingen traject (721) meegenomen worden, omdat zij reeds bij hun desbetreffende RIB zijn geteld.

 

 

Uitval

 

Tabel 1.3a uitval vóór start RIB-trajecten t/m 4e kwartaal 2004

 

 

4e  kw 2004

2003

Totaal uitval trajecten

126

115

uitval

126

115

 

 

Tabel 1.3b specificatie uitval  t/m ultimo 4e kw.

 

RIB

Nieuw beleid

gesub arbeid

Reden uitval

Fase 2

Fase 3

Fase 4

Proef

plaatsing

Opstap

baan

Totaal

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Zelf werk gevonden

9

5

 

2

3

19

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Detentie/fraudeproblematiek

 

1

2

 

 

3

 

Medisch/ psychische redenen

2

17

26

1

1

47

 

Motivatie problematiek

3

10

12

 

 

25

 

Niet verschenen zonder bericht

2

5

5

2

 

14

 

Samenwonen/verhuizing

2

5

3

1

 

11

 

Overig

 

5

2

 

 

7

 

Totaal

18

48

50

6

4

126

 

 

De  specificatie uitval geldt voor deelnemers die tussen de aanmelding en de start van een traject om diverse redenen uitgevallen zijn. Veelal zijn deze redenen niet verwijtbaar aan de kwaliteit van het reïntegratiebedrijf. Tabel 1.3.b geeft inzicht in de verschillende reden waarom mensen niet aan een traject (kunnen) deelnemen. De doelgroep die in dit verband is uitgevallen krijgt bijzondere aandacht via de aanpak klantmanagement. Met de reïntegratiebedrijven is contractueel vastgelegd dat het uitvalspercentage niet hoger mag zijn dan 20%. Voor 2004 komt het uitvalpercentage op 17%. Dit is een verlaging van 3% ten opzichte van het jaar 2003.

 

 

 

Lopende trajecten van klanten

 

Tabel 1.4a lopende trajecten van klanten gebruikmakend van het reïntegratieaanbod ultimo 4e kwartaal 2004

 

RIB

Lopende

klanten

Activering

207

Advexis

14

Alexander Calder

217

Argonaut

Combiwerk

Combiwerk project beveiliging

Combiwerk project groen/grijs

-

7

10

10

Empower

7

Hudson

79

Kliq

15

Kringloop

33

Werkplan

45

Werkplan proefplaatsing

Werkplan opstapbaan

48

63

Wings

54

Totaal

809

Bron: Gws4All

 

Tabel 1.4b: specificatie klanten dat gebruik maakt van het reïntegratieaanbod  ultimo 4e kwartaal 2004

 

 

 

4e  kw 2004

in

percentage

Doelgroep:

 

Eenouder

29%

Gehuwd

29%

Oudkomers

56%

Jonger < 23 jaar

6%

Geslacht:

 

Man

47%

Vrouw

53%

Niveau opleiding:

 

Basis-niveau

26%

LBO/MAVO

31%

MBO/HAVO/VWO

14%

HBO/WO

9%

Overig

20%

Bron: Gws4All

N.B: klanten kunnen tot meerdere doelgroepen behoren

 

 

Tabel 1.4a laat zien hoeveel klanten er ultimo 4e kwartaal 2004 gebruik maken van het reïntegratieaanbod binnen Delft.

Tabel 1.4.b laat van dezelfde groep een aantal doelgroepkenmerken zien.

 

 

 


Beëindigde trajecten

 

Tabel 1.5a  Beëindigde trajecten bij trajectorganisaties  t/m 4e kwartaal 2004

 

 

realisatie t/m

4e  kw 2004

realisatie 2003

Totaal aantal beëindigde trajecten

602

359

 

 

 

succesvol beëindigd

218

129

niet-succesvol beëindigd

384

230

Bron: Gws4All

 

Maandelijks en per kwartaal vinden er gesprekken plaats vanuit het vakteam T&M met de Reïntegratiebedrijven. Zowel op contract als op klantniveau vindt er een intensieve monitoring plaats om zowel resultaat als kwaliteit te bewaken.

In 2004 zijn er 218 trajecten succesvol beëindigd. T.o.v 2003 is dit procentueel gelijk gebleven, ondanks een verslechterende arbeidsmarkt.

 

Tabel 1.5b  Specificatie totaal succesvol beëindigde trajecten  t/m 4e kwartaal 2004

 

RIB

Nieuw beleid

gesub arbeid

Totaal Succesvol beëindigd

Fase 2

Fase 3

Fase 4

Proef

Plaats.

Opstap

baan

Totaal

Waarvan duurzaam:

 

 

 

 

 

 

Regulier werk

25

42

16

 

 

83

Regulier onderwijs

1

4

8

 

 

13

Gedeeltelijk regulier werk

8

8

1

 

 

17

WIW dienstbetrekking / opstapbaan

 

 

1

 

18

19

Waarvan vrijwilligers / beschermd werk:

 

 

 

 

 

 

Herfasering 2/3 (kwint/CWI)

 

 

26

 

 

26

Maatschappelijk actief

 

 

40

 

 

40

Sociale activering

 

 

20

 

 

20

Sociale activering

34

54

112

 

18

218

Bron: Gws4All

 

In tabel 1.5.b worden de succesvolle beëindigingen nader gespecificeerd. Enerzijds zijn dit de klanten die door de inspanningen van het RIB  (gedeeltelijk) aan het werk zijn of (in het geval van jongeren) weer terug naar school gaan en geen beroep (meer) doen op de uitkering.

Anderzijds zien we voor de fase 4 doelgroep , gezien de problematiek van de doelgroep een een ruimere interpretatie van het woord ‘succesvol’. De redenen herfasering 2/3, maatschappelijk actief en sociale activering zijn zoveel mogelijk, conform de collegedoelstellingen omtrent fase 4, geobjectiveerd.

 


 

Tabel 1.5c Specificatie klanten duurzaam geplaatst (arbeidsmarkt en regulier onderwijs) t/m 4e kwartaal 2004

RIB

Geplaatst

(nog niet

duurzaam)

Duurzame

plaatsing

Activering

 

3

Advexis

1

3

Alexander Calder

27

22

Argonaut

 

1

Baanbreker

 

2

Combiwerk

1

 

Empower

4

15

Hudson

16

15

Kliq

8

48

Kringloop

 

1

Werkplan

14

5

Wesseling

 

1

Wings

2

 

WIW

 

16

Totaal

73

132

Bron: Gws4All

 

In contracten met reïntegratiebedrijven is vastgelegd dat succesvolle uitstroom pas als zodanig gedefinieerd kan worden na 6 maanden nazorg. Dit betekent dat het reïntegratie-bedrijf na plaatsing van een klant op werk contact houdt over de voortgang en intervenieert naar de werkgever indien dit nodig is. Na 6 maanden mag men er van uitgaan dat de klant duurzaam aan het werk en uit de uitkering zal blijven. Indien de klant tussentijds ontslag heeft gekregen wordt dit resultaat niet meegenomen in de telling en zal het reïntegratie-bedrijf opnieuw de bemiddeling van deze klant ter hand nemen.

 

Tot en met het 4e kwartaal 2004 zijn er naast de132 succesvolle duurzame plaatsingen ook 73 klanten die al geplaatst zijn op de arbeidsmarkt maar die nog bij reïntegratiebedrijven in het nazorgtraject zitten (zie tabel 1.5.c).

 

Tabel 1.5d  Specificatie niet-succesvol beëindigde trajecten  t/m 4e kwartaal 2004

 

 

 

 

realisatie t/m

4e  kw 2004

Totaal niet-succesvol beëindigd

384

Waarvan :

 

Detentie/fraude

10

Maximale trajectduur

90

Medisch/psychische redenen

92

Motivatieproblematiek klant

66

Verhuizen/samenwonen

45

Zorg

30

Overig

51

Bron: Gws4All

 

Al naar gelang de redenen genoemd in tabel 1.5 d wordt er vanuit het klantmanagement actie ondernomen richting klant . Dit kan betekenen dat er een sanctietraject, een medisch traject of een herfasering wordt toegepast. Op maat wordt er bekeken of een nieuw reïntegratieaanbod aan de orde is.


2.         Inburgering

 

2a        Wet Inburgering Nieuwkomers

 

Team Inburgering voert de Wet Inburgering Nieuwkomers (WIN) voor de gemeente Delft uit. De gemeente Delft heeft verder het mandaat om de WIN uit te voeren voor de volledige gemeente Pijnacker-Nootdorp en de kern Schipluiden uit de gemeente Midden Westland. Met de laatst genoemde gemeente zal het mandaat overigens op 1 januari 2005 eindigen.

Aan het einde van het 4de kwartaal van 2004 hebben (cumulatief) er zich 201 nieuwe personen aangemeld voor een Inburgeringstraject. Uit de gemeente Delft zijn er in het 4de kwartaal 34 nieuwe aanmeldingen en uit de regio gemeenten zijn er 6 aanmeldingen geweest.

Naast de 201 nieuwe trajecten zijn er 12 personen (cumulatief) naar de regio verhuisd die in een andere gemeente al een traject volgde. Deze “nieuwe” klanten stromen direct in een inburgeringstraject en worden i.v.m. verantwoordingsrapportages niet opgenomen in de cijfers van de instroom.

Tabel 2.1: Ontwikkeling WIN Trajecten (Inburgeringstrajecten)

Realisatie in en t/m 4de kwartaal 2004

 

 

 

 

Productie

 

Delft

Regio

Totaal kwartaal

Totaal cumulatief

Prognose1

 

(aantal)

 

 

 

 

WIN Trajecten op 30-09-20042

349

41

390

 

 

Instroom

34

6

40

201

240

Verhuisd naar de regio

2

1

3

12

 

Uitstroom (Beëindigde trajecten)

64

6

70

278

 

WIN Trajecten op 31-12-2004

321

42

363

 

 

Bron: A&I

1 A&I heeft in hun werkplan voor het team Inburgering de prognose opgenomen van een instroom van 240 in 2004. Dit betekent een gemiddelde instroom van 60 klanten per kwartaal.

2 Aantal kan verschillen met een vorige KWARAP door aanpassingen in de registratie.

In 2004 is de instroom van Nieuwkomers lager geweest dan in 2003 en de jaren daarvoor. Er zijn geen noemenswaardige problemen meer bij het toeleveren van de verblijfsdocumenten vanuit het ministerie. Een beperkt aantal klanten wacht nog op een document en zal in 2005 gaan instromen. De prognose van 240 instroom (gebaseerd op de instroom in het eerste kwartaal van 2004) is dus niet gehaald. De daling van de instroom Nieuwkomers is een landelijke trend die ook in Delft nu duidelijk is terug te zien.

Figuur 2.1: Instroom WIN Trajecten                        Figuur 2.2: Caseload per kwartaal

 

 

Tot en met het 4de kwartaal zijn er in totaal 278 WIN Trajecten beëindigd. De klanten met de uitstroomreden “Overig” is met ruim 38 % de grootste groep. In deze groep zitten o.a. de niet-uitkeringsgerechtigde nieuwkomers. Deze groep klanten is één van de doelgroepen die interessant is voor de Monitor Oudkomers. Er zijn verbeterde afspraken gemaakt om deze klanten beter over te dragen en ze niet uit zicht te verliezen. Deze moeilijke te benaderende doelgroep kan gemakkelijker de kans krijgen om onder begeleiding een beter taalniveau te bereiken.

Tabel 2.2: Specificatie Uitstroom WIN Trajecten

Realisatie t/m 4de kwartaal 2004

 

 

 

 

Productie

 

Delft

Regio

Totaal

cumulatief

 

Prognose3

Uitstroom naar / Reden beëindiging:

(aantal)

 

 

(%)

 

Werk

43

5

48

17,3

15

Overdracht binnen gemeente

55

0

55

19,8

25

Overdracht Regio gemeente

0

9

9

3,2

5

Bemiddeling CWI

2

1

3

1,1

2,5

Studie (regulier onderwijs)

9

3

12

4,3

7,5

Verhuizing

29

4

33

11,9

15

Permanent ontheffing

9

2

11

4,0

5

Overig

91

16

107

38,5

25

Totaal uitgestroomd

238

40

278

100

100

Bron: A&I

3 De prognose voor de uitstroom komen uit het werkplan van A&I. De gepresenteerde percentages zijn bepaald op basis van resultaten in vorige jaren en zullen worden gebruikt om de uitstroom te monitoren. Afwijkende percentages kunnen leiden tot nader onderzoek.

 


 2b       CIP

 

Tabel 2.3a: CIP Intakes & Klantcontacten

Realisatie in & t/m 4de kwartaal 2004

1ste intake

2de  Intake

Totaal

 

 

kwartaal

 

 

cumulatief

 

(aantal)

 

 

 

Intake

81

2

83

363

Klantcontacten (receptie hooikade 30)

-

-

108

337

Bron: A&I

 

Tabel 2.3b: CIP Intakes naar type

Realisatie t/m 4de kwartaal 2004

1ste intake

2de Intake

Totaal

 

cumulatief

 

 

 

(aantal)

 

 

CIP Zelfmelder

183

3

186

Oudkomer - NUG

96

2

98

Oudkomer - WWB

47

1

48

Overig

30

1

31

Totaal

356

7

363

Bron: A&I

 

 

3.         Activering

 

Activering

 De doelgroep van Activering zijn de Fase 4 Oudkomers met een taal achterstand. Het hoofdbestanddeel van de activeringstraject is taaleducatie. Met de klanten worden diagnosegesprekken gevoerd die moeten leiden tot een trajectplan gericht op arbeidsactivering, sociale activering of maatschappelijke activering. Arbeidsactivering houdt in dat er voor de klant door taaleducatie, coachen en monitoren van de klant een herfasering van fase 4 naar fase 2/3 kan plaatsvinden. Na herfasering zal de klant een vervolgtraject krijgen tot arbeid bij een RIB.

Een klant wordt door T&M aangemeld bij Activering. De klant wordt hierna gescreend of het een klant is die door Activering geholpen kan worden. Verder wordt bekeken of het nieuwe aanmelding is of dat de klant in 2004 al eerder een intake heeft gehad bij Activering. Als er verder geen belemmeringen zal er een intake plaatsvinden en wordt de klant uitgenodigd om zich te melden voor een diagnosegesprek.

In het 4de kwartaal zijn er met 62 klanten diagnosegesprekken gestart. Vanuit de diagnosefase zijn er in totaal 31 personen doorgestroomd naar de trajectfase. Voor 11 personen is gebleken dat zij vanwege diverse redenen en problemen niet in staat zijn tot het volgen van een Activeringstraject. Met deze personen is geen traject opgestart en ze zijn teruggemeld naar de opdrachtgever. Dit moet worden gezien als uitval voor het traject.

Tabel 3.1: Ontwikkeling Aanmeldingen, Intakes & Diagnoses tbv Activeringstrajecten

Realisatie in & t/m 4e kwartaal 2004

Diagnose

 

Productie

 

  kwartaal

cumulatief

prognose1

 

(aantal)

 

 

Nieuwe aanmeldingen van opdrachtgever in 2004

62

183

 

Geaccepteerd door opdrachtnemer

56

181

 

Diagnoses op 30-09-20042

34

 

 

Instroom Diagnoses 

55

171

200

Doorstoom naar Traject

31

111

 

Uitval (geen traject)

11

30

 

Diagnoses op 31-12-2004

47

 

 

Bron: A&I

1 A&I heeft in hun werkplan voor het team Activering de taakstelling opgenomen van een instroom van 200 in 2004. Dit betekent een gemiddelde instroom van 50 klanten per kwartaal.

2 Aantal kan verschillen met een vorige KWARAP door aanpassingen in de registratie.

31 personen zijn in het 4de kwartaal geplaatst in een Activeringstraject. 20 personen hebben hun traject beëindigd. In totaal zitten er aan het eind van het 4de kwartaal 162 personen nog in een activeringstraject.

Tabel 3.2: Ontwikkeling Activeringstrajecten

Realisatie in & t/m 4e kwartaal 2004

Trajecten

 

 

kwartaal

cumulatief

 

(aantal)

 

Trajecten op 30-09-20043

151

 

Instroom Traject

31

111

Uitstroom (beëindigde trajecten)

20

85

Trajecten op 31-12-2004

162

 

Bron: A&I

3 Aantal kan verschillen met een vorige KWARAP door aanpassingen in de registratie.  

De trajecten die Activering uitzet zijn dus in de richting van arbeidsactivering (herfasering), sociale activering of maatschappelijke activering. In het werkplan van A&I is opgenomen dat 65% van de uitstroom succesvol is en dus in één van deze drie richtingen moet zijn. 30% van de trajecten zal onder de noemer Zorg & Overig worden beëindigd. Verder wordt verwacht dat hooguit 5% werk zal vinden en daarom niet meer het traject kan voltooien.

In totaal zijn er tot en met het 4de kwartaal 85 personen uit een traject gestroomd. Bijna 66% is uitgestroomd in de richting van maatschappelijke activering, sociale activering of herfasering. Meer dan 29% is uitgestroomd door een andere reden. 4 personen zijn uitgestroomd naar werk (4,7%).

Tabel 3.3: Specificatie Uitstroom (beëindigde trajecten)

Realisatie t/m 4de kwartaal 2004

Trajecten

 

Productie

 

 

 

prognose4

Uit-/Doorstroom naar / Reden uitstroom:

(aantal)

(%)

 

Betaald of gesubsidieerd werk

4

4,7

5,0

Vrijwilliger of in de sfeer van beschermd werk

56

65,9

65,0

Herfasering 2/3 (Kwint/CWI)

23

27,1

 

Sociale activering

6

7,1

 

Maatschappelijke activering

27

31,8

 

Zorg & Overig

25

29,4

30,0

Totaal uitgestroomd

85

100

 

Bron:  A&I

4 De percentages zijn bepaald op basis van resultaten die in vorige jaren zijn behaald met de doelgroep. De percentages kunnen worden gezien als doelstelling die Activering wil gaan halen.


 

4.         Dienstverlening Werkplan

 

4a        WIW-Dienstbetrekkingen

 

Tabel 4.1: ontwikkeling van het aantal WIW-werknemers.

 

 

realisatie

realisatie

realisatie

 

t/m 4e kw

t/m 4e kw

jaar

 

     2004

2003

2003

Aantal WIW-werknemers in dienst op 1 januari

156

201

201

Instroom: nieuwe dienstbetrekkingen¹

0

89

102

Uitstroom: beëindigde dienstbetrekkingen¹

101

95

148

Aantal WIW-werknemers in dienst ultimo

55

195

155

Bron: Gws4all    Noot¹ : de instroom en uitstroom zijn inclusief de Herindiceringen

 

Per 1 januari 2004 is de Wet Werk en Bijstand in werking getreden en de WIW komen te vervallen. In 2004 kan er geen instroom meer plaatsvinden. De huidige werknemers blijven in dienst tot het moment dat zij uitstromen of tot het moment  dat de arbeidsovereenkomst van rechtswege afloopt. Vanaf 1 juli is de reintegratieverordening WWB in werking met het nieuwe instrumentarium.

 

 

Figuur 4.1 aantal dienstbetrekkingen per ultimo kwartaal            

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 



Tabel 4.2: specificatie van de uitstroom van WIW-ers.

 

realisatie

 

realisatie

realisatie

 

t/m 4e kw

Idem

t/m 4e kw

jaar

 

2004

In %

2003

2003

Uitstroom naar:¹

 

 

 

 

Niet-gesubsidieerde arbeid (incl WIW-WEP)

27

27%

15

15

Gesubsidieerde arbeid ID, WSW

15

15%

51

51

Ontslag onverwijld

3

3%

12

12

Ontslag rechtswege

42

41%

12

12

Ontslag proeftijd

1

1%

14

14

Niet herplaatsbaar

7

7%

7

7

Overige

6

6%

14

14

Herindiceringen

0

0%

23

23

Totale uitstroom

101

100%

148

148

¹ de hier vermelde uitstroomcijfers kunnen enigszins afwijken van de uiteindelijk gedeclareerde aantallen

 

Als gevolg van de komst van een nieuw instrumentarium wordt optimaal ingezet op afbouw van de Wiw. Contracten voor tijdelijke duur worden niet meer verlengd.

 

 

Figuur 4.2: cumulatieve uitstroom naar werk per ultimo kwartaal vanaf 2002

         

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 



4b        WIW-Werkervaringsplaatsen

 

Tabel 4.3: ontwikkeling van het aantal Werkervaringsplaatsen

 

 

realisatie

realisatie

Realisatie

 

t/m 4e kw

t/m 4e kw

jaar

 

     2004

2003

2003

Aantal Werkervaringsplaatsen op 1 januari

39

32

32

Instroom: nieuwe Werkervaringspl.

0

44

44

Uitstroom: beëindigde Werkervaringspl.

39

36

36

Aantal Werkervaringspl. ultimo periode

0

40

40

Bron: ImWin

 

Als gevolg van de komst van de WWB zijn de Wiw-werkervaringsplaatsen in 2004 komen te vervallen en heeft er geen instroom plaatsgevonden.  Vanaf 1 juli is de reintegratieverordening WWB in werking met daarin opgenomen een nieuwe loonkostensubsidieregeling.

 

Tabel 4.4: specificatie van de uitstroom van  werknemers met een Werkervaringsplaats.

 

realisatie

 

realisatie

Realisatie

 

t/m 4e kw

Idem

t/m 4e kw

jaar

 

2004

In%

2003

2003

Uitstroom naar:¹

 

 

 

 

Niet-gesubsidieerde arbeid

25

64%

28

28

Gesubsidieerde arbeid

0

0%

0

0

Ontslag

12

31%

7

7

Overige

2

5%

1

1

Totale uitstroom

39

100%

36

36

¹ de hier vermelde uitstroomcijfers kunnen enigszins afwijken van de uiteindelijk gedeclareerde aantallen

 

 

Kengetal

Cum 4e kw 2004

Jaar

 2003

Uitstroom naar werk

25

28

 

 


4c        I/D-banen (In- en Doorstroombanen)

 

Tabel 4.5: ontwikkeling van het aantal I/D – werknemers in dienst.

 

realisatie

realisatie

realisatie

 

t/m 4e kw

t/m 4e kw

jaar

 

     2004

2003

2003

Aantal I/D – werknemers op 1 januari

238

265

265

Instroom: nieuw gestarte I/D – werknemers*

0

22

22

Uitstroom: beëindigde I/D – werknemers*

33

48

48

Aantal I/D - werknemers:  ultimo periode

205

238

238

Bron: ImWin

*de in- en uitstroomcijfers zijn inclusief administratieve contractwijzigingen door overname of herplaatsingen bij een andere werkgever

 

Als gevolg van de komst  van de WWB heeft er geen instroom plaatsgevonden. Huidige werknemers blijven in dienst.

 

Tabel 4.6: specificatie van de uitstroom van  I/D - werknemers.

 

realisatie

 

realisatie

realisatie

 

t/m 4e kw

Idem

t/m 4e kw

jaar

 

2004

In %

2003

2003

Uitstroom naar*1

 

 

 

 

Niet-gesubsidieerde arbeid

13

40%

26

26

Gesubsidieerde arbeid*2

0

0%

0

0

Ontslag

12

36%

7

7

Overige

8

24%

9

9

Totale uitstroom

33

100%

42

42

*¹ de hier vermelde uitstroomcijfers kunnen enigszins afwijken van de uiteindelijk gedeclareerde aantallen

het uitstroomcijfers “gesubsidieerde arbeid” is inclusief administratieve contractwijzigingen door overname of herplaatsingen bij een andere werkgever

 

Door de komst van nieuw instrumentarium wordt de ID-regeling afgebouwd.


5.         Wet Voorzieningen Gehandicapten

 

Tabel 5.1a: actieve werkvoorraad ultimo 4e kwartaal  2004.

 

31-12-04

 

 

Actieve Werkvoorraad

 

Rolstoelen

47

 

Woonvoorzieningen

81

 

Vervoersvoorzieningen

19

 

Scootmobielen

43

 

Totaal

190

 

 

Tabel 5.1b:  specificatie van de werkvoorraad van 4e kwartaal 2004

 

31-12-04

Actieve

 

Werkvoorraad

Intake en Advies fase (RIO):

 

RIO

105

In behandeling bij vakteam WVG:

Verdeling (na ontvangst advies)

Rapportagefase

Opvragen offertes (bij woonaanpassingen)

 

4

73

8

Totaal

190

 

Eind 2003 is een verbeter traject ingezet. Hierbij speelt automatisering, m.b.t. bewaking aanvragen, een zeer belangrijke rol. Het resultaat hiervan is een duidelijke afname.

 

Figuur 5.1: ontwikkeling van de actieve werkvoorraad aanvragen

 


Tabel 5.1c: overige werkprocessen ultimo 4e kwartaal 2004.

 

 


31-12-04

 

 

Overige

Werkvoorraad

 

Fiattering

54

 

Betalingen woonvoorzieningen

204

 

Bruikleenovereenkomsten

180

 

Aanleunwoningen

17

 

Mutaties

113

 

Beëindigingen

13

 

Totaal

581

 

Bron: GWS4all

 

 

Tabel  5.2: ontwikkeling uitgaven en inkomsten versus budget  

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 


Woonvoorzieningen:

De woonvoorzieningen zijn in het 4e kwartaal toegenomen conform de verwachtingen.

 

Rolstoelvoorzieningen/vervoersvoorzieningen/scootmobielen:

De totale realisatie  geeft in het 4e kwartaal 2004 een overbesteding. Dit heeft mede te maken met de wijze van boeken  van onderhoudskosten met betrekking tot

koopvoorzieningen.  Er wordt gewerkt aan een zuiverder onderverdeling (begrotingtechnisch).

Vanaf 1 april 2004 worden de voorzieningen door ons aangekocht (zie tabel 5.5). Deze materie (investering, afschrijving in 5 jaar) wordt u hierna duidelijk gemaakt.

 

Bijdrage aan Rio (CIZ) (kosten indicering):

De kosten zijn achtergebleven bij de begroting. Dit wordt momenteel nader geanalyseerd.

Hierbij worden ook zaken betrokken als kwalteit van het advies en het tarief.

 

 

 

Tabel  5.3: ontwikkeling uitgaven woonvoorzieningen

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 


Tabel  5.4: ontwikkeling uitgaven vervoersvoorzieningen  

 

 

 

 


Tabel  5.5: ontwikkeling investering  voorzieningen

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 


In 2003 is een besluit genomen om de voorzieningen van de WVG te gaan kopen in plaats van te huren. In de loop van 2004 is dit besluit ten uitvoering gekomen. Omdat een aankoop een eenmalige hogere uitgaven betekent voor een voorziening die meerdere jaren meegaat kan deze uitgave niet in een keer als kosten in de exploitatie worden opgenomen. Dit past niet in de geldende regels van financiële verslaglegging. Daarom is er begin 2004 een calculatie gemaakt op basis van gegevens van 2003 om de begroting 2004 om te zetten. Huurbudget van meerdere jaren is omgezet tegen een budget voor een eenmalige uitgave waarover in meerdere jaren wordt afgeschreven (kapitaallasten = afschrijving en rente).

De uitputting van het investeringsbedrag lijkt lager dan begroot.

Dit wordt gedeeltelijk veroorzaakt door het feit dat de omzetting van het huurbestand naar een koopbestand langzamer gaat dan gedacht. Hierdoor zijn de kapitaallasten die op 2004 drukken uiteindelijk lager dan begroot.


 

6.         Ontwikkelingen klantenbestand

 

6a        Klantenaantallen

 

Figuur  6.1: Ontwikkeling aantal klanten

 


 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Tabel  6.1: ontwikkeling van het aantal bijstandsontvangers in Delft

 

Dec

1999

Dec

2000

Dec

2001

Dec

2002

Dec

2003

Mrt

2004

Jun

2004

Sep

2004

Dec

2004

Kwaraps (ongecor.)

3.175

 

 

 

 

 

 

 

 

BIB gecorrigeerd

nb

2.979

2.943

3.050

3.115

3.175

3.184

nb

nb

BIB geextrapoleerd

 

 

 

 

 

 

 

3.133

3.110

Bron: CBS-Statistiek maanduitdraai en BIB

 

Na een behoorlijke stijging in het begin van 2004 is het klantenaantal in de 2e helft van 2004 toch weer gedaald. Aan het eind van 2004 ligt het klantenaantal weer op hetzelfde niveau als eind 2003.

 

 


6b        Collegedoelstelling klantenbestand fase-4

 

Het College heeft in het Collegeprogramma 2002-2006 “Voorzetten en doorzetten” de

volgende doelstellingen inzake het klantenbestand fase-4 geformuleerd:

·         Aan het einde van de collegeperiode zijn alle bijstandklanten in begeleiding of in traject;

·         Van de klanten fase-4 is een derde uitgestroomd naar werk (betaald of gesubsidieerd), een derde sociaal geactiveerd (actief als vrijwilliger of in de sfeer van beschermd werk) en een derde uitgestroomd naar zorg/overig.

 

6b.1. Resultaten.

 

De omvang van de doelgroep fase 4 klanten is op 1 april 2002 vastgesteld op 2.239 klanten.

Onderstaande tabel laat zien dat ultimo het 4e kwartaal 2004 met 58% van deze klanten een resultaat is geboekt op het gebied van werk, sociale activering, zorg en overig. Met 42% van de klanten is nog geen resultaat geboekt (in tabel 6.3 zijn de behaalde resultaten nader gespecificeerd).

 

Tabel  6.2: resultaten doelstelling fase 4 per ultimo kwartaal

Klanten fase-4

2e kw 2004

3e kw 2004

4e kw 2004

% 4e kw 2004

Resultaat

1079

1190

1290

58%

Nog geen resultaat

1160

1049

949

42%

Totaal

2239

2239

2239

100%

Bron: Imwin & GWS4all

 

6b.2. Nadere specificatie resultaten.

 

- 38% van de doelstelling “een derde van de klanten fase-4 stroomt uit naar werk” is gerealiseerd. Bij uitstroom naar werk moet gedacht worden aan regulier of gesubsidieerd werk, een reguliere dagopleiding (jongeren) of een eigen bedrijf. Deze groep klanten is door het resultaat werk tevens uit de uitkering gestroomd.

 

- 22% van de doelstelling “een derde is sociaal geactiveerd” is gerealiseerd. De klant blijft echter wel in aanmerking komen voor een uitkering.

 

- 114% van de doelstelling “een derde van de klanten fase-4 stroomt uit naar zorg/overig” is gerealiseerd. Het resultaat zorg/overig omvat diverse afsluitingsredenen. Hierbij kan gedacht worden aan medische/psychische redenen, maximale trajectduur, motivatieproblematiek, verhuizing,  detentie/fraude etc. Of een klant al dan niet uit de uitkering stroomt, is in dit geval afhankelijk van de specifieke afsluitingsreden.

 

Reeds in vorige kwaraps was de trend zichtbaar dat de groep zorg/overig waarschijnlijk groter zou zijn dan de beoogde 33% van het bestand. Verwacht wordt dat deze lijn zich in 2005 zal voortzetten, waardoor het behalen van de overige doelstellingen (eenderde werk en eenderde sociaal geactiveerd) onder druk komt te staan.

Het betreft hier echter een niet te beïnvloeden groep bijstandsgerechtigden. De omvang van deze groep wordt in de huidige aanpak nu langzaamaan inzichtelijk, waardoor tevens de overige doelstelling in een ander perspectief worden gezet.

 

Tabel  6.3: specificering resultaten doelstelling fase 4 per ultimo kwartaal

 

Doelstelling

op 1-1-2006

Realisatie

per 2e kw 2004

Realisatie per 3e kw 2004

Realisatie per 4e kw 2004

% doelstelling

per 4e kw 2004

Werk

746

254

268

280

38%

Sociaal geactiveerd

746

130

146

163

22%

Zorg / Overig

746

695

776

847

114%

Totaal

2239

1079

1190

1290

58%

Bron: Imwin & GWS4all

 

 

In figuur 6.3 zijn de resultaten met betrekking tot de collegedoelstelling klanten fase-4 inzichtelijk gemaakt in absolute aantallen.

 

 

Figuur  6.3: specificering resultaten doelstelling fase 4 per ultimo kwartaal

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 


Figuur  6.4: Target aantal uitstroom per kwartaal tov realisatie  uitstroom collegedoelstelling

 


6b.3. Trajectaanpak en realisatie doelstellingen.

 


Zoals in tabel 6.2 reeds is aangegeven, is met 42% van de klanten fase-4 nog geen resultaat geboekt. 

Op twee manieren wordt er inspanning verricht om de collegedoelstelling “aan het einde van de collegeperiode zijn alle bijstandklanten in begeleiding of in traject” te kunnen realiseren.

In het vierde kwartaal zijn 122 fase-4 klanten in een traject opgenomen. Deze trajecten zijn bij de huidige Delftse reïntegratiepartners extra ingekocht.

In het vierde kwartaal is tevens de openbare aanbesteding reintegratietrajecten 2005 afgerond en zijn er 350 trajecten ten behoeve van de fase-4 doelgroep ingekocht. Toeleiding op deze trajecten start vanaf februari 2005.

 

Tabel  6.4: specificering klanten fase-4 met nog geen resultaat per ultimo kwartaal

 

klanten fase-4

Gestart in traject

122

Nog opnemen in traject

827

Totaal

949

 

 

 

 

 

 

Bron: Imwin & GWS4all

 

Daarnaast worden er reeds vanaf het derde kwartaal extra inspanningen geleverd om de gehele fase-4 doelgroep, naast de reguliere diagnose gesprekken binnen het klantmanagement, versneld gediagnosticeerd te krijgen.  Middels deze versnelde diagnose wordt duidelijk welke klanten onder Zorg vallen en welke klanten middels een traject geactiveerd kunnen worden. 

Planning is dat eind maart 2005 de gehele groep 'in beeld 'zal zijn. De uiterlijke instroom in reïntegratie en sociale activeringstrajecten zal dan medio april/mei 2005 te verwachten zijn.

 

 


7.         Huisbezoeken

 

Tabel 7.1: Totaal aantal huisbezoeken 4e  kwartaal 2004

 

1e kw

2e  kw

3e kw

4e kw

Totaal

percentage

Huisbezoeken totaal

52

59

92

140

343

100%

Waarvan onaangekondigd

50

55

90

79

274

80%

 

Tabel 7.2: Totaal aantal klanten huisbezoek 4e  kwartaal 2004

 

1e kw

2e  kw

3e kw

4e kw

Totaal

percentage

Reden huisbezoeken

 

 

 

 

 

 

Inrichtingskosten

33

29

44

49

155

69%

Twijfel situatie

11

13

17

30

71

31%

Totaal klanten huisbezoek

44

42

61

79

226

100%

Uitkomsten huisbezoeken

 

 

 

 

 

 

Toekennen leenbijstand

21

9

21

22

73

32%

Deel toekennen / afwijzen leenbijstand

2

9

16

18

45

20%

Afwijzen leenbijstand

10

10

7

8

35

15%

Uitkering aanpassen

1

-

2

9

12

5%

Uitkering beëindigen

1

6

5

4

16

7%

Melding BO

0

5

2

9

16

7%

Uitkering voortzetten

9

3

8

9

29

13%

Totaal klanten huisbezoeken

44

42

61

79

226

100%

Bron: SVD

 

In het 4e kwartaal zijn er 48 huisbezoeken meer afgelegd dan in het vorig kwartaal, dit is een toename van 52%.  Van alle huisbezoeken was 80%  onaangekondigd. In 2004 hebben 226 klanten één of meerdere huisbezoeken gehad. In 1/3 van de gevallen word een huisbezoek afgelegd omdat er twijfel is over de situatie en de andere 2/3 van de gevallen gaat het om aanvragen leenbijstand.


 

8.         Bijzondere Bijstand

 

8.1 Financiële resultaten Bijzondere bijstand

 

Tabel  8.1  Financieel resultaat Bijzondere bijstand 4e kwartaal 2004

(bedragen in Euro’s  x 1.000)

realisatie

begroting

verschil

realisatie

 

t/m 4e kw

t/m 4e kw

t/m 4e kw

2003

Totaal uitgaven

4.537

4.630

93

4.020

Totaal baten

822

805

17

576

Totaal bijdrage algemene dienst

-3.715

-3.825

110

-3.443

 

Totaal uitgaven

4.537

4.630

93

4.020

Personeels/apparaatskosten

1.892

1.892

0

1.540

Reguliere verstrekkingen Bijz. Bijstand

1.447

1.377

-70

1.560

Verstrekkingen armoedebeleid

40

34

-6

329

Computers en Bijstand

97

209

112

133

Voorschool

3

39

36

4

Werkervaring / scholings kosten

0

38

38

0

Collectieve ziektekostenverzekering

172

157

-15

255

Bijdrage aan de Delftpas

373

348

-25

0

Klantenkrant

16

20

4

21

Thowe

57

101

45

0

Overige uitgaven

103

78

-25

32

Langdurigheidstoeslag

0

0

0

144

Eenmalige uitkering 2004

336

336

0

0

 

Totaal inkomsten

822

805

17

576

waarvan inkomsten BB op clientnivo

539

524

15

520

waarvan totaal inkomsten DSW

27

30

-3

27

Inkomsten Delftpas

255

251

4

29

Bron: WISE

 

De werkelijke inkomsten en uitgaven van de bijzondere bijstand 2004 blijven licht achter bij de begroting.

 

 

 

8.2 Ontwikkeling aantallen verstrekkingen

 

Tabel  8.2   ontwikkeling aantallen verstrekkingen bijzondere bijstand t/m 4e kwartaal

 

 

 

         verstrekkingen t/m 4e  kwartaal

 prognose

realisatie

 

 

2004

2003

+/-

2004

2003

- eenmalig

 

3.697

4.368

-671

4.000

4.368

- periodiek

 

4.840

4.830

10

5.000

4.830

Subtotaal

 

8.537

9.198

-661

9.000

9.198

Armoedebeleid

 

244

1.473

-1.129

200

1.473

Totaal

 

8.781

10.671

-1.890

9.200

10.671

Bron: GWS4All

 

Het aantal verstrekkingen binnen de bijzondere bijstand is ten opzichte van 2003 gestegen. Omdat de witgoedregeling en de regeling bijkomende studiekosten als categoriale regeling per 1-1-2004 is komen te vervallen vinden binnen het armoedebeleid nog maar nauwelijks verstrekkingen plaats. Het aantal verstrekkingen is lager dan begroot.

 

 

 

 

8.3 Afname Medische Dienstverlening Bijzondere Bijstand

 

Tabel  8.3   Afname Medische Dienstverlening (MD) binnen de Bijzondere Bijstand t/m 4e kwartaal

 

afname verstrekkingen en uitgaven

2003

2004

+ / -

Totaal verstrekkingen Medische Dienstverlening

1.607

1.725

118

waarvan verstrekkingen voor brillen en orthodontie

404

428

24

Totaal uitgaven Medische Dienstverlening

142.850

158.339

15.489

waarvan uitgaven voor brillen en orthodontie

67.539

62.551

-4.988

Bron: GWS4All

 

Het aantal aanvragen (en daarmee de uitgaven) bijzondere bijstand voor medische doeleinden is in  2004 ten opzichte van 2003 gestegen.

       

8.4 Toelichting: onderdeel “Computers en bijstand”:

 

Tabel  8.4 : aantal verstrekte computers t/m 4e kwartaal

 

aantal verstrekte computers  in 2003

2003

2004

Aantal verstrekte computers

109

74

Totaal verstrekt bedrag

     133.492

     92.735

Gem. bedrag per verstrekte computer

         1.225

       1.253

Bron: GWS4ALL

 

In 2004 is minder gebruik gemaakt van de regeling computers en bijstand dan in 2003. Dit ondanks het artikel in de KWIZ over de mogelijkheden van deze regeling.

 

 

8.5 Armoedebeleid:  categoriale verstrekkingen

 

Tabel  8.5.1 : aantal / bedragen verstrekkingen witgoedregeling t/m 4e kwartaal

aantal / bedragen  witgoedregeling 

2003

2003

2004

2004

Koelkast

241

€ 64.651

21

€ 5.782

Wasmachine

217

€ 98.298

15

€ 6.885

Stofzuiger

226

€ 30.887

14

€ 1.918

Televisie

242

€ 67.509

15

€ 3.940

Totaal

926

€ 261.344

65

€ 18.525

 

De witgoedregeling is met ingang van 1-1-2004 beëindigd. De verstrekkingen die nog hebben plaatsgevonden betreffen aanvragen die nog in 2003 werden ingediend.

 

Tabel  8.5.2   aantal / bedragen verstrekkingen regeling bijkomende studiekosten t/m 4e kwartaal

aantal / bedragen  bijkomende studiekosten

2003

2003

2004

2004

12 jarigen

419

€ 46.344

40

€ 6.540

13-17 jarigen

128

€ 21.588

139

€ 13.104

Totaal

547

€ 67.932

179

€ 19.644

 

De regeling bijkomende studiekosten is met ingang van 1-1-2004 beëindigd als categoriale regeling. Men kan wel op individuele gronden een aanvraag voor deze kosten indienen. Dit gebeurt echter weinig. In de KWIZ  van december is nog aandacht besteed aan de regeling.

 


 

8.6.1     specificatie van het aantal verstrekkingen exclusief armoedebeleid

 

Figuur  8.6.1  aantal verstrekkingen bijzondere bijstand 4e kwartaal 2002 tot en met 2004.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 


Behoudens de categorieën directe levensbehoeften, huishouden, uitstroom en financiële

 

 

Met name zijn meer aanvragen toegekend op het gebied van wonen, de financiële transacties en de medische voorzieningen. De daling binnen de categorie uitstroom wordt veroorzaakt doordat daar waar mogelijk de kosten ten laste worden gebracht van het reïntegratiebudgetten. Omdat meer mensen in traject worden gebracht worden minder individuele aanvragen in dit kader ontvangen.

 

8.6.2          specificatie van de uitgaven bijzondere bijstand exclusief het armoedebeleid

 

Figuur 8.6.2  uitgaven bijzondere bijstand 4e kwartaal 2002 tot en met 2004.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 


Een duidelijke stijging van de uitgaven vindt alleen plaats binnen de categorieën financiële transacties, uitstroom en huishoudelijke kosten. Voor het overige is het beeld redelijk stabiel.

 

Een duidelijke stijging van de uitgaven vindt alleen plaats binnen de categorieën financiële transacties, uitstroom en huishoudelijke kosten. Voor het overige is het beeld redelijk stabiel.

9.         Periodieke Bijstand

 

9.1  Financiële resultaten Periodieke bijstand WWB

 

 

Tabel 9.1: Financiele resultaten uitkeringen WWB inkomen  t/m 4e kwartaal 2004

 

 

T/m 4e kwartaal 2004

(bedragen x € 1000 )

Realisatie   

Begroting

Verschil

WWB < 65 jaar

37.351

39.882

2.531

WWB > 65 jaar

1.407

1.408

1

Langdurigheidstoeslag

214

248

34

 Subtotaal WWB

38.972

41.538

2.566

Terugvorderingen

1.720

1.753

-33

 Saldo

37.252

39.785

2.533

Bron: WISE

 

 

In de begrotingscijfers 2004 is de definitieve beschikking van het WWB-inkomensbudget 2004 ad € 39,8 miljoen verwerkt.

 

Gemiddeld aantal klanten 2004 <65                   2.855

Gemiddeld aantal klanten 2004 >65                      179

Gemiddeld netto bedrag 2004 <65                      € 12.594

Gemiddeld netto bedrag 2004 >65                         7.853

 

 

In 2004 is sprake van een incidenteel voordeel. Met ingang van 2005 geldt een nieuwe verdeelsystematiek van de rijksbijdrage die voor Delft zeer ongunstig uitpakt. Tegen de voorlopige budgettoekenning 2005 is bezwaar gemaakt.
10.       Minimabeleid

 

10.1 Financiële resultaten Minimabeleid 

 

Tabel  10.1  Financieel resultaat Minimabeleid t/m 4e kwartaal  2004

(bedragen in Euro’s)

realisatie

t/m 4e kw

begroting

verschil

realisatie

t/m 4e kw

t/m 4e kw

2003

Totaal uitgaven

477.905

484.943

-7.038

434.034

Totaal baten

255.042

251.035

4.007

130.056

Totaal bijdrage algemene dienst

-222.864

-233.908

11.044

-303.978

Sportfonds

47.947

35.723

12.224

41.012

Delftactiefpas

373.299

347.926

25.373

301.043

Baten Delftpas

255.042

251.035

4.007

130.056

T(H)OWE

56.659

101.294

-44.635

91.979

Bron: WISE

 

 

10.2   Delftpas

 

De Delftpas heeft het pasjaar 2004 afgesloten met een groei van 28,5%. Het totaal aantal pashouder eindigde op 6.089. De groei vond met name plaats in de doelgroep niet-minima, zowel volwassenen als kinderen.

 

 

Figuur 10.2: Ontwikkeling verkoop Delftpas t/m 4e kwartaal 2004

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 


10.3  Sportfonds   

 

De uitgaven sportfonds liggen hoger dan vorig jaar en overschrijden het budget met

€ 12.224.  

 

Figuur 10.3: Ontwikkeling uitgaven Sportfonds  t/m 4e kwartaal 2004