BIJLAGE 2       Definitielijst

Aanvullend op de Quintis definities

 

(uit handreiking wonen en zorg, concept, College Bouw, Zorgverzekeraars Nederland en Arcares 2004: aangevuld door J. Singelenberg, stichting Ipse)

 

Verzorgd wonen

Heeft betrekking op zelfstandige wooneenheden of woningen waar zorg op afroep mogelijk is door de aanwezigheid van infrastructuur voor wonen en zorg. Het kan variëren van wonen met zorgsteunpunten (ook wel aangeduid als woonzorgzones) tot woonzorgcomplexen met zorg op afroep.

 

Beschermd wonen

In de sector verpleging/verzorging wordt onder beschermd wonen een kleinschalige groepswoning met gemeenschappelijke voorzieningen en 24 uurs zorg met toezicht verstaand. Deze woonvorm is vooral bedoeld voor dementerend ouderen, maar ook voor ernstig en meervoudig gehandicapten en verstandelijk gehandicapten (ook: kleinschalig wonen).

 

Begeleid wonen

In de verstandelijk gehandicaptenzorg wordt de term “begeleid wonen” gebruikt voor individueel of groepswonen in de wijk met af en toe begeleiding.

 

Zorgwoning

Woningen waar intensieve zorgverlening mogelijk is. Deze woningen zijn minimaal rolstoeltoegankelijk en doorgankelijk. Het sanitair maakt zelfstandig rolstoelgebruik mogelijk. In de slaapkamer en de badkamer kan zonodig gebruik worden gemaakt van tilliften. De woningen zijn doorgaans voorzien van alarmering en domotica.

 

Levensloopwoning

Gewone zelfstandige woning die geschikt is voor bewoning tot en met de 3e en 4e levensfase (65+, met gezondheidsproblemen)  met minimal fysieke inspanning en minimale kans op ongevallen. Nieuwe woningen voldoen aan de eisen van Woonkeur, bestaande woningen aan de eisen van opplussen.

 

Nultredenwoning

Woning die zonder trappen van buitenaf bereikbaar is en waarbij de zogenaamde primaire ruimtes (keuken, sanitair, woonkamer en minimal een slaapkamer) zich op de dezelfde woonlaag bevinden. Drempels in de woning zijn laag of ontbreken.