Inleiding

De afgelopen maanden heeft de Stichting Werkplan Arbeidsintegratie op verzoek van de gemeente Delft geïnventariseerd wat de door- of uitstroommogelijkheden zijn van ID-werknemers in Delft. Via dit memo wordt u geïnformeerd over de uitkomsten van deze inventarisatie. Deze inventarisatie vormt het uitgangspunt voor de uitwerking van een aanpak om te komen tot een daling van het aantal ID-banen. Deze aanpak wordt in augustus/september voor overleg aan de raadscommissie aangeboden.

In het beleidsplan WWB Werk en Inkomen 2004-2007 (kenmerk 344468) is vastgesteld dat het budget voor structureel gesubsidieerde arbeid in de periode 2005- 2006 van 48% naar 25% van het Werkdeel WWB moet dalen (circa 100 banen). Uitgaande van 205 banen op 01-01-2005  en gelijkblijvende subsidievoorwaarden betekent dat een daling naar circa 105 ID-banen. Deze ruimte is nodig om nieuwe cliënten en nieuwe cliëntgroepen (uitstroom WAO vanwege herbeoordeling: kortere WW-uitkering) een aanbod gericht op activering te kunnen blijven doen.

Ten einde zicht te krijgen op door- en uitstroommogelijkheden zijn in opdracht van de gemeente door Werkplan Arbeidsintegratie gesprekken gevoerd met de huidige ID-ers en ID-werkgevers.

Op grond van deze inventarisatie krijgen ID-ers een op hun situatie toegesneden(traject)aanbod.

 

Screening ID-werknemers

De inventarisatie geeft het volgende beeld. Op het moment van de inventarisatie waren er 202 ID-werknemers in dienst.

Het is Werkplan nog niet gelukt  om van alle 202 werknemers te bepalen wat de mogelijkheden m.b.t. uitstroom zijn.

Van 181 ID-werknemers die zijn gesproken is gekeken of er mogelijkheden tot uitstroom zijn middels een traject.

 

Resultaten:

 

Nog niet gesproken                                                      21

Uitstroom middels een zwaar traject                              70

Uitstroom middels een middelzwaar traject                     32

Uitstroom middels een licht traject                                 22

Geen uitstroom mogelijk                                               42

Uitstroom naar de WSW                                               15

Totaal                                                                        202

 

De ID-populatie laat het volgende beeld zien.

 

 

Geslacht

Man

Vrouw

Totaal

Totaal

121

81

202

 

 

 

 

 

Leeftijdsopbouw

 

categorie

26 - 30

31 - 35

36 - 40

41 - 45

46 - 50

51 - 55

56 - 60

61 - 65

 

 

 

 

 

 

 

 

 

aantal

12

15

26

41

41

29

27

11

 

 

De verdeling van de ID-ers over de sectoren.

 

Sector

aantal

Sport

12

Kinderopvang

12

Zorg

36

Onderwijs

47

Dienst- en werkwinkel

9

Cultuur

1

Diversen

10

Kringloopbedrijf

15

Vluchtelingenwerk

10

Breed Welzijn Delft

14

Gemeente Delft

36

Totaal

202

 

 

Aanbod

Afhankelijk van de zwaarte en de combinatie van de belemmeringen om regulier te kunnen werken biedt Werkplan een drietal soorten trajecten aan. De lichte trajecten bevatten voornamelijk ondersteuning bij het solliciteren en de zware trajecten bevatten extra instrumenten als extra begeleiding, beroepenoriëntatie etc. Bij lichte trajecten is er sneller uitstroom te verwachten dan bij zware trajecten.

Om naast ondersteuning middels een trajecten ID-ers optimaal te stimuleren wordt een uitstroomsubsidie voorgesteld. Dit punt moet nog worden uitgewerkt.

 

Voor 42 ID-werknemers is het niet mogelijk uit te kunnen stromen. Als gevolg van een combinatie van factoren als fysieke gesteldheid, psychische gesteldheid en leeftijd is het niet mogelijk deze ID-ers op een reguliere arbeidsplek te plaatsen. Tevens zijn er nog een aantal ID-ers die gedeeltelijk een WAO-uitkering ontvangen waardoor regulier werk vrijwel niet mogelijk is.

 

Aanpak

Het meewerken aan een traject richting uitstroom is verplicht. Zowel van werknemers als van werkgevers wordt verwacht dat zij optimaal meewerken.

Uitstroom naar regulier werk moet voor iedere betrokkene het hoofddoel zijn. Uiteraard zijn er diverse factoren van invloed op het succes tot uitstroom. In principe blijft het traject doorlopen totdat uitstroom is gerealiseerd en vallen er geen gedwongen ontslagen (behoudens verwijtbaar gedrag). Per half jaar volgt er een rapportage over de stand van zaken. Deze rapportages worden door een commissie bestaande uit sectorhoofd WIZ, vestigingsmanager CWI en directeur Werkplan beoordeeld. In deze beoordeling wordt bekeken naar de gepleegde inspanningen en wordt besloten of voortzetting van het traject nog zinvol is.

 

Het resultaat van de inventarisatie laat zien dat de taakstelling realistisch is. De aanpak vergt echter een zorgvuldige uitwerking langs meerdere sporen:

 

  1. De inventarisatie wordt op korte termijn afgerond.
  2. Het uitgangspunt van geen gedwongen ontslagen, behoudens situaties van verwijtbaar gedrag, blijft overeind.
  3. ID-ers is behoud van rechtspositie toegezegd. Ook dit uitgangspunt blijft overeind. Wel zal nader uitgewerkt moeten worden hoe hiermee omgegaan wordt wanneer ID’ers uitstromen naar een andere baan of regeling.
  4. ID-ers die in aanmerking komen voor een traject naar regulier werk wordt –na overleg met henzelf en zoveel als mogelijk met de betrokken werkgever- een op hun situatie toegesneden traject aangeboden. Van ID-er en betrokken werkgever wordt daarbij actieve medewerking gevraagd. Wanneer die medewerking verwijtbaar uitblijft kan dat gevolgen hebben voor de ID-subsidie van de werkgever en de rechtspositie van de betrokken werknemer.
  5. Voor ID-ers die mogelijk in aanmerking komen voor een WSW-indicatie is inmiddels een indicatie aangevraagd.  Van ID-ers die een WSW-indicatie ontvangen wordt uiterlijk eind 2005 het arbeidscontract naar een WSW-dienstverband (met behoud van opgebouwde rechten) omgezet.
  6. Voor ID-ers waarvoor uitstroom niet haalbaar is zal een vangnetregeling worden getroffen opdat zij hun werk kunnen voortzetten.
  7. Voor 55 ‘ers of 55 plussers wordt nog uitgewerkt of zij in aanmerking kunnen komen voor een participatiebaan
  8. Ook in het post-ID-tijdperk kunnen werkgevers gebruik maken van de mogelijkheden in het kader van gesubsidieerd werk. Het betreft dan de participatiebaan (gelimiteerd in aantal), de opstapbaan, de proefplaatsing en WSW-detachering. De tariefstelling zoals die nu bestaat zit nog niet logisch in elkaar in de onderlinge prijs/product-verhouding. Dit punt vergt nadere uitwerking om aan werkgevers structureel een logisch samengesteld ‘menu’ van instrumenten en tarieven te kunnen bieden.

 

Voorstel: Het college is voornemens de verdere aanpak langs deze sporen uit te werken. Een en ander zal landen in een besluit dat het college in de periode augustus/september wil nemen. Het college zal dit voorlopig besluit voor overleg aan de raadscommissie aanbieden.