Veelgestelde VRAGEN en ANTWOORDEN

   over de verplaatsing van het Dienstencentrum naar de Surinamestraat

 

1. Wat is een beheerplan?

Een beheerplan regelt de omgevingsgerichte beheerzaken die bijdragen aan een goede inpassing van een voorziening in een buurt. Het gaat om voorzieningen die moeilijk inpasbaar zijn omdat de omgeving er veel overlast van verwacht en het e gevoelens van onveiligheid oproept. Een opvangvoorziening voor dak- en thuislozen en/of verslaafden is een typisch voorbeeld van zo’n voorziening, maar ook een jongerencentrum, een winkelcentrum of een voetbalstadion.

Een beheerplan gaat primair over hoe om te gaan met de dreigende overlast en mogelijke onveiligheid. Hoe gaan betrokken partijen om met bijvoorbeeld communicatie tussen de omwonenden en de voorziening (meldpunt, overleg), fysieke knelpunten (straatverlichting, onoverzichtelijke situaties door groen, hangplekken, verkeerssituaties, toegankelijkheid gebied voor hulpdiensten), ongewenst gedrag, toezicht en schoonhouden van de omgeving. 

De kracht van een beheerplan zit hem in de samenwerking tussen alle betrokken partijen. Deelnemers kunnen zijn: omwonenden, omliggende bedrijven of instanties, beheerder/exploitant, eigenaar van het pand, gemeente en politie.

In het beheerplan zal ook aandacht geschonken worden aan de monitoring en evaluatie van het plan. Voor een evaluatie is een nulmeting vlak voor het moment dat de voorziening open gaat noodzakelijk. In de nulmeting stelt de onderzoeker vast hoe de situatie is zonder de  aanwezigheid van de voorziening.

In de gemeenten Utrecht, Nijmegen en Deventer zijn goede ervaringen opgedaan met een beheerplan dat betrekking had op een voorziening voor dak- en thuislozen en/of verslaafden.

In deze plannen is er aandacht voor: de afbakening van het gebied rond de voorziening, kwetsbare plekken, fysieke aanpassingen, toezicht, meldpunt, communicatie en toezicht en monitoring.

 

2. Wie zitten er in het beheerplatform en wat is de status?

Het beheerplatform bestaat uit zo’n 15 personen. Dat is een werkbare grootte. Uitgangspunt is dat de verschillende belangen, gebieden en deskundigheden allen op een goede manier vertegenwoordigd zijn. Hierbij kan gedacht worden aan de volgende opzet (nader uit te werken):

 

·         2/3 vertegenwoordigers bedrijven/instellingen

·         2/3 vertegenwoordigers bewoners Delftweg/Pauwgebied

·         2/3 vertegenwoordigers Indische Buurt

     

Het platform wordt voorgezeten door een onafhankelijk voorzitter en het platform kan gebruik maken van secretariële ondersteuning.

 

In het beheerplatform wordt het beheerplan in al zijn facetten besproken. De doelstelling is een plan dat ondersteund wordt door alle deelnemers aan het platform. Het plan wordt uiteindelijk vastgesteld door het college van Burgemeester en Wethouders.

Na de vaststelling van het beheerplan blijft het beheerplatform bestaan. De status verandert. Het platform zorgt vanaf dat moment voor de monitoring en evaluatie van het beheerplan en rapporteert en adviseert hierover naar de betrokken partijen.

 

Aanmelden voor het beheerplatform kan nog tot 15 april 2005 bij de heer N. de Leeuw van de gemeente Delft, 015-2195367 of ndleeuw@delft.nl.

 

3. Voor wie is het Dienstencentrum? en voor welke regio?

Het Dienstencentrum is bestemd voor dak- en thuislozen en verslaafden uit de regio Delft, Westland en Oostland. Delft is door het rijk aangewezen als centrumgemeente voor de maatschappelijke opvang, de verslavingszorg en de vrouwenopvang in de regio Delft- Westland-Oostland. De gemeente Delft ontwikkelt beleid op dit terrein in samenspraak met de regiogemeenten en subsidieert de instellingen. Voor de financiering ontvangt Delft van het rijk een zogenaamde doeluitkering.

 

Indien er sprake is van aanzuigende werking van personen van buiten de regio Delft- Westland-Oostland, kan er besloten worden om voor het Dienstencentrum een pasjessysteem in te voeren.

 

4. Wie komen er bij het dienstencentrum en hoe is de huidige situatie bij Over de Brug?

Het Dienstencentrum Over de Brug is nu gevestigd aan de Oostsingel 76 en is op werkdagen geopend van 11.00 tot 17.30 uur. 50 tot 70 bezoekers bezoeken dagelijks het Dienstencentrum. De bezoekers van het dienstencentrum wonen meestal zelfstandig, bij vrienden of familie of slapen in de nachtopvang aan de Houttuinen. De bezoekers hebben te maken met een combinatie van problemen, zoals huisvestingsproblemen, financiële problemen en  verslavingsproblemen (drank of drugs). In totaal zijn zo’n 20 vaste bezoekers van de dagopvang verslaafd aan harddrugs. Voor harddrugsgebruikers heeft het dienstencentrum een spuitenomruil. Hier wordt momenteel weinig gebruik van gemaakt omdat het ‘spuiten’ van drugs vrijwel niet meer voorkomt.

 

Om hulp te kunnen bieden aan bezoekers met verslavingsproblemen wordt samengewerkt met Parnassia verslavingszorg. Naast individuele zorg biedt Parnassia preventie en voorlichting en wordt in samenwerking met het dienstencentrum hulp geboden bij reďntegratie binnen het maatschappelijk verkeer (dagactiviteiten, cursussen/scholing en hulp bij schuldproblemen en het zoeken naar huisvesting).

 

Het Dienstencentrum Over de Brug is sinds de tachtiger jaren gevestigd aan de Oostsingel. Om de orde te kunnen handhaven wordt samengewerkt met de politie en de wijkcoördinator. Er bestaat voor het beheer van de omgeving geen beheerplan. Wel is er een alcoholverbod ingesteld en kent Over de Brug een sanctiebeleid voor overtredingen van de huisregels. De bemoeienis van de politie betreft vooral incidenten binnen de muren van het diensten-centrum. Dat wil niet zeggen dat er helemaal geen sprake is van overlast. Storend is het hanggedrag van bezoekers buiten het pand Over de Brug. Dit heeft te maken met het ontbreken van een buitenruimte die afgesloten is van de buurt.

 

5. Welke sanctiemogelijkheden heeft men tegen overtreders van de afgesproken  

regels?

Net als nu stelt het Dienstencentrum huisregels op voor de Surinamestraat en hanteert  een sanctiebeleid voor overtreders. Een sanctie is bijvoorbeeld een tijdelijk of definitief toegangsverbod tot het centrum. Tegen storend gedrag in de omgeving van de dagopvang kunnen handhavingsregels opgesteld worden die worden gecontroleerd door de politie. Te denken valt dan aan regels met betrekking tot drankgebruik, samenscholing, hanggedrag en tijdstippen waarop men wel/niet in het gebied mag zijn. Overtredingen worden via de gebruikelijke juridische weg bestraft.

 

Bovenal geldt de reguliere wet- en regelgeving met betrekking tot bijvoorbeeld overlast en gebruik en/of verhandeling van drugs.

 

 

6. Wanneer start de procedure rond de wijziging van het bestemmingsplan en hoe worden de omwonenden daarover geďnformeerd?

 

Welke procedure wordt nu gevolgd?

Op dit moment treft de gemeente in samenspraak met de Provincie Zuid- Holland de nodige voorbereidingen voor het starten van een vrijstellingsprocedure.

Via de Stadskrant en de website (www.gemeentedelft.info/actuele dossiers/dagopvang) wordt u hierover geďnformeerd.

 

Inspraak hierover is mogelijk. De gemeente organiseert hiervoor een inspraakavond waarover de omwonenden nog apart worden geďnformeerd.

 

7. Hoe communiceert de gemeente de komende tijd met de betrokken partijen?

De gemeente hecht er veel waarde aan dat de omwonenden en andere betrokken partijen goed op de hoogte blijven van de ontwikkelingen rond het Dienstencentrum Surinamestraat.

In 2005 zal de gemeente geregeld informatiebrieven rondsturen aan zo’n 700 omwonenden. Afhankelijk van de lengte van het vervolgtraject zullen ook in 2006 nog informatiebrieven verschijnen. Daarnaast houden we de website actueel en berichten we over de ontwikkelingen in de Stadskrant.

 

8. Wanneer gaat het Dienstencentrum open?

De gemeente streeft ernaar dat het Dienstencentrum in de tweede helft van 2006 zijn deuren kan openen in de Surinamestraat.

 

Overige vragen ……………………………..

Omwonenden en andere betrokken partijen kunnen  hun vragen rechtstreeks stellen aan de gemeente. Hiervoor kan telefonisch (ma-di-do-vr) of per e-mail contact opgenomen worden met de heer N. de Leeuw (015-2195367 of ndleeuw@delft.nl).