Sector WIZ

Rapportage 2e Kwartaal 2005

t.b.v. College van B&W

(t.k.n. commissie WZO)


Inhoudsopgave

1       Werk en Inkomen. 1

1.1  Uitkeringen. 1

1.2  Klanten (cliënten & partners) 1

2       Werk. 3

2.1  Trajectaanpak. 3

2.1.1      Ontwikkeling reïntegratieaanbod. 3

2.1.2      Collegedoelstelling fase 4. 4

2.1.3      Trajecten team Activering (Fase 4 – Oudkomers) 5

2.1.4      Sluitende aanpak 16-23 jarigen. 5

2.1.5      Kinderopvang. 5

2.2  Gesubsidieerde Arbeid. 6

2.2.1      Proefplaatsingen. 6

2.2.2      Opstapbanen. 6

2.2.3      Participatiebanen. 6

2.2.4      Loonkostensubsidie. 7

2.2.5      I/D-Banen (In- en Doorstroombanen) 7

2.3  Projecten. 8

2.3.1      Project samenlopers. 8

2.3.2      Project weesfietsen. 8

2.3.3      Project schoonmaken / opruimen openbare ruimte. 8

2.4  Activering één-ouders. 9

3       Integratie en Educatie. 11

3.1  Wet Inburgering Nieuwkomers. 11

3.2  Volwasseneneducatie. 12

3.2.1      Deelnemersaantallen Volwasseneneducatie. 12

3.2.2      Verzuimpercentage volwasseneneducatie. 12

3.2.3      Wachtlijsten volwasseneneducatie. 12

3.3  Oudkomers cursussen. 12


4       Inkomen. 14

4.1  Fraudebestrijding. 14

4.2  Delft Uitkeringen Informatie Team (DUIT) 15

4.3  Delftpas. 15

4.4  AV-Delft 15

4.5  Bijzondere bijstand. 15

4.6  Huisbezoeken. 16

4.7  Sportfonds. 16

4.8  Financiële resultaten Bijzondere bijstand en Minimabeleid. 17

5       Zorg. 19

5.1  WVG   19

5.2  Budgetwinkel 20

6       Overig. 22

6.1  Klachten. 22

6.2  Bezwaarschriften. 23


1                    Werk en Inkomen

 

1.1               Uitkeringen

 

Tabel 1.1 – Ontwikkeling Uitkeringen (WWB, IOAW, IOAZ, BZ: 65- & 65+)

 

2000

2001

2002

2003

2004

2005

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1e kw

2e kw

3e kw

4e kw

Totaal

 

aantal

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Uitkeringen – start peilperiode

 

2.979

2.943

3.050

3.115

3.114

3.077

 

 

3.114 

Instroom in uitkering

 

1.121

1.216

1.183

1.204

216

141

 

 

357

Uitstroom uit uitkering

 

1.157

1.109

1.118

1.205

253

178

 

 

431

Uitkeringen – eind peilperiode

2.979

2.943

3.050

3.115

3.114

3.077

3.040

 

 

3.040 

Bron: SDV (GWS)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

In het beleidsplan is aangegeven dat we voor 2005 een stijging van 3% tot 6% van het aantal uitkeringen verwachten. In 2004 hadden we een gemiddeld aantal uitkeringen van 3.143. In het 2de kwartaal van 2005 is ten opzichte van dit gemiddelde een daling van 3,3% te constateren.

 

Figuur 1.1 – Ontwikkeling Uitkeringen (WWB, IOAW, IOAZ)

Bron: SVD (GWS)

 

1.2               Klanten (cliënten & partners)

 

Het aantal klanten is groter dan het aantal uitkeringen. Dit heeft te maken met de wettelijke systematiek en de daaraan verbonden registratiemethodiek. Zo worden tussen 500 en 600 uitkeringen verstrekt aan gezinnen, zijnde twee partners met of zonder kinderen, in het aantal uitkeringen tellen deze éénmaal mee. Voor de aantallen klanten tellen beide partners mee, vandaar de discrepantie.

 

Met betrekking tot de fase-indeling is het volgende van belang:

Met ingang van 9 juli 2004 is gestart met het herbeoordeling van het klantenbestand WIZ in het kader van de WWB. Het project Talenter heeft in 2004 een gedeelte voor haar rekening genomen (247). Het restant (ongeveer 840) is door de reguliere consulenten uitgevoerd. Per 1 juli 2005 dient nog een aantal 774 (26%) te worden herbeoordeeld in het kader van de WWB.

 

Het fase 4 bestand van de gemeente bedroeg in augustus 2004 zo'n 2394 klanten. Na de toepassing van de nieuwe regelgeving conform de WWB en met in acht name van de nieuwe reïntegratieverordening blijkt op 1 juli 2005 nog een aantal van 1516 klanten* als fase vier te zijn geïndiceerd.

 
Tabel 1.2 - Ontwikkeling klanten (WWB, IOAW, IOAZ)

 

2004

2005

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1e kw

2e kw

3e kw

4e kw

 

 

 

 

 

 

aantal

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Klanten met uitkering

3.520

3.577

3.535

 

 

 

 

 

 

 

waarvan:

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Fase 1

14

137

142

 

 

 

 

 

 

 

Fase 2

321

322

313

 

 

 

 

 

 

 

Fase 3

828

813

798

 

 

 

 

 

 

 

Fase 4

2251

2.226

2.198

 

 

 

 

 

 

 

Onbekend

106

79

84

 

 

 

 

 

 

 

Bron: SDV (GWS)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Let op: het aantal fase 4 klanten in de tabel is lager dan het aantal dat nu conform de nieuwe regelgeving als fase 4 is geïndiceerd. Dit komt omdat in het registratiesysteem de fasering nog niet is aangepast.


2                    Werk

 

2.1               Trajectaanpak                                                                                                                                                       

2.1.1          Ontwikkeling reïntegratieaanbod

De gemeente Delft heeft de volgende doelstellingen:

1.       Bieden van een sluitende reïntegratieaanpak aan de nieuwe instroom werkzoekenden klanten fase-2 , fase-3 en fase-4 (inclusief de niet-uitkeringsgerechtigden en ANW-ers) alsook aan WWB klanten fase-2 en fase-3 die al langer een uitkering ontvangen

2.       Intensievere fase-4 aanpak

3.       Ontwikkelen van en invulling geven aan nieuw instrumentarium (gesubsidieerd werk) vastgelegd in de Delftse reïntegratieverordening Werk en Bijstand

 

De reïntegratietrajecten worden extern ingekocht middels contracten bij private reïntegratiebedrijven. Het vakteam T&M verzorgt de toeleiding naar deze contracten en houdt vervolgens regie (monitoring) op de voortgang van de trajecten en op de contractafspraken die met elk reïntegratiebedrijf zijn vastgelegd. Tevens verzorgt dit vakteam de toeleiding en monitoring naar het nieuw instrumentarium en naar het vakteam Activering.

 

Tabel 2.1.1 – Ontwikkeling reïntegratieaanbod

 

2004

 

 

2005

 

 

 

 

 

 

 

Doel

Realisatie

 

Doel

Realisatie

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1e kw

2e kw

3e kw

4e kw

Totaal

 

 

aantal

 

%

aantal

 

 

 

 

 

%

Klanten in traject – start peilperiode

 

816

 

 

809

953

            

 

 809

 

Instroom in traject

900

721

80,1%

910

286

215

 

 

501

55,1%

waarvan:

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Fase 2/3

150

257

171,3%

150

83

43

 

 

126

84,0%

Fase 4

535

285

53,3%

445

126

76

 

 

202

45,4%

NUG

90

35

38,9%

40

4

3

 

 

7

17,5%

Proefplaatsing / Opstapbaan / Participatiebaan

125

144

115,2%

285

73

93

 

 

166

58,2%

Uitval voor traject

 

126

 

 

24

39

 

 

63

 

Uitstroom uit traject

 

602

 

 

118

121

 

 

239

 

waarvan:

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Betaald of gesubsidieerd werk

 

132

 

 

43

31

 

 

74

 

Vrijwilliger of in de sfeer van beschermd werk

 

86

 

 

13

5

 

 

18

 

Zorg & Overig

 

384

 

 

62

85

 

 

147

 

Klanten in traject – eind peilperiode

 

809

 

 

953

1.008

 

 

 1.008

 

 Percentage is aantal Realisatie t.o.v. Doelstelling

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Bron: T&M (GWS)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

De specificatie uitval geldt voor deelnemers die tussen de aanmelding en de start van een traject om diverse redenen uitgevallen zijn. Veelal zijn deze redenen niet verwijtbaar aan de kwaliteit van het reïntegratiebedrijf. Met de reïntegratiebedrijven is contractueel vastgelegd dat het uitvalspercentage niet hoger mag zijn dan 20%. Tot en met het 2de kwartaal 2005 komt het uitvalpercentage op 12,6 %.

 

2.1.2          Collegedoelstelling fase 4

Het College heeft in het Collegeprogramma 2002-2006 “Voorzetten en doorzetten” de

volgende doelstellingen inzake het klantenbestand fase-4 geformuleerd:

 

De omvang van de doelgroep fase 4 klanten is op 1 april 2002 vastgesteld op 2.239 klanten. Onderstaande tabel laat ultimo zien welke resultaten er zijn geboekt met deze klanten op het gebied van werk, sociale activering, zorg en overig.

 

De klanten, en zeker de fase 4 klanten, kunnen gedurende een periode van een aantal jaren vaker dan 1 keer een reïntegratie of begeleidingsaanbod krijgen welke afgesloten wordt met een resultaat. In de presentatie van deze resultaten is gekozen om het 1e behaalde resultaat vanaf april 2002 als vertrekpunt te nemen en deze via onderstaande systematiek te presenteren. Onze intentie is om aan het eind van de collegeperiode opnieuw te kijken naar de resultaten en daarbij het laatst behaalde resultaat gedurende de collegeperiode als uitgangspunt te nemen.

 

Tabel 2.1.2 – Collegedoelstelling fase 4

 

2004

 

 

2005

 

 

 

 

 

 

 

Doel

Realisatie

 

Doel

Realisatie

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1e kw

2e kw

3e kw

4e kw

 

 

 

aantal

 

%

aantal

 

 

 

 

%

 

Resultaat - Totaal

2.239

1.290

57,6%

2.239

1.329

1.470

 

 

65,7%

 

waarvan:

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Werk

746

280

37,5%

746

284

296

 

 

39,7%

 

Sociaal geactiveerd

746

163

21,8%

746

166

198

 

 

26,5%

 

Zorg / Overig

746

847

113,5%

746

879

976

 

 

130,8%

 

Nog geen resultaat

 

949

 

 

910

769

 

 

 

 

waarvan:

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Gestart in traject

 

122

 

 

127

134

 

 

 

 

Nog opnemen in traject

 

827

 

 

783

635

 

 

 

 

 percentage aantal Realisatie t.o.v. Doelstelling

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Bron: T&M / A&I / VPO (GWS / IMWIN)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Reeds in vorige Kwarap’s was de trend zichtbaar dat de groep zorg/overig waarschijnlijk groter zou zijn dan de beoogde 33% van het bestand. Verwacht wordt dat deze lijn zich in 2005 zal voortzetten, waardoor het behalen van de overige doelstellingen (eenderde werk en eenderde sociaal geactiveerd) onder druk komt te staan. Het betreft hier echter een niet te beïnvloeden groep bijstandsgerechtigden. De omvang van deze groep wordt in de huidige aanpak nu langzaamaan inzichtelijk, waardoor tevens de overige doelstelling in een ander perspectief worden gezet.

 

In het afgelopen half jaar hebben er extra bestandsanalyses en gesprekken onder het gehele fase 4 bestand plaatsgevonden. Binnen de groep waarmee nog geen resultaat is behaald en die nog opgenomen moeten worden in traject (635) zijn op dit moment 248 klanten opnieuw gesproken. De uitkomsten van deze gesprekken worden in het 3e kwartaal verwerkt waardoor inzichtelijk zal worden in welke mate deze klanten of opnieuw in traject worden genomen of gecategoriseerd zijn als doelgroep zorg.

 


2.1.3          Trajecten team Activering (Fase 4 – Oudkomers)

De doelgroep van Activering zijn de Fase 4 Oudkomers met een taalachterstand. Het hoofdbestanddeel van de activeringstraject is taaleducatie. Met de klanten worden diagnosegesprekken gevoerd die moeten leiden tot een trajectplan gericht op arbeidsactivering, sociale activering of maatschappelijke activering. Arbeidsactivering houdt in dat er voor de klant door taaleducatie, coachen en monitoren van de klant een herfasering van fase 4 naar fase 2/3 kan plaatsvinden. Na herfasering zal de klant een vervolgtraject krijgen tot arbeid bij een RIB.

 

Een klant wordt door T&M aangemeld bij Activering. De klant wordt hierna gescreend of het een klant is die door Activering geholpen kan worden. Verder wordt bekeken of het nieuwe aanmelding is of dat de klant in 2004 al eerder een intake heeft gehad bij Activering. Als er verder geen belemmeringen zal er een intake plaatsvinden en wordt de klant uitgenodigd om zich te melden voor een diagnosegesprek.

 

Tabel 2.1.3 – Ontwikkeling Trajecten team Activering (Fase 4 – Oudkomers)

 

2004

 

 

2005

 

 

 

 

 

 

 

Doel

Realisatie

 

Doel

Realisatie

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1e kw

2e kw

3e kw

4e kw

Totaal

 

 

aantal

 

%

aantal

 

 

 

 

 

%

Klanten in traject – start peilperiode1

 

156

 

 

212

224

 

 

 212

 

Instroom in traject *

200

171

85,5%

190

34

20

 

 

54

28,4%

Uitval voor traject

 

30

 

 

8

6

 

 

14

 

Uitstroom uit traject

 

85

 

 

14

21

 

 

35

 

waarvan **:

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Betaald of gesubsidieerd werk

 

4

4,7%

 

 0

 0

 

 

 0

 0%

Vrijwilliger of in de sfeer van beschermd werk

 

56

65,9%

 

7

10

 

 

 17

 48,6%

Zorg & Overig

 

25

29,4%

 

7

11

 

 

 18

 51,4%

Klanten in traject – eind peilperiode

 

212

 

 

224

217

 

 

 219

 

 * Percentage is aantal Realisatie t.o.v. Doelstelling

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 ** Percentage is aantal Realisatie Uitstroom per reden t.o.v. aantal Realisatie Uitstroom totaal

 

 

 

 

 

 

Bron: A&I (IMWIN)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1Aantal kan verschillen met een vorige KWARAP door aanpassingen in de registratie.

 

De resultaten wijzen uit dat de instroom aandacht vraagt. Activering is voor de instroom van klanten afhankelijk van de toeleverancier(s). Onderzocht zal daarom worden waardoor deze tendens is/wordt veroorzaakt.

2.1.4          Sluitende aanpak 16-23 jarigen

Doel van het project Sluitende aanpak 16-23 jarigen is te komen tot een sluitende aanpak voor jongeren in de leeftijd van 16 tot 23 jaar die niet op eigen kracht onderwijs kunnen volgen of werk kunnen vinden. De Regionaal Meld- en Coördinatiefunctie voortijdig schoolverlaten (RMC) werkt binnen dit project samen met het jongerenwerk en de sector Werk Inkomen Zorg (WIZ).

 

Tabel 2.1.4 – Sluitende aanpak 16-23 jarigen

Deze tabel werd tbv het prestatieboek één keer per jaar samengesteld. Met het RMC wordt gesproken over het  opnemen van gegevens per kwartaal. Op dit moment zijn er geen recente gegevens.

 

2.1.5          Kinderopvang

Doel van het monitoren van de kinderopvang is er voor te waken dat het loket de rol van de klantmanager (als regisseur kinderopvang) op het randvoorwaardelijke terrein voor de invulling van trajecten kan ondersteunen; de zorg voor kinderen mag geen belemmering zijn voor het starten van een reïntegratietraject.

 

Tabel 2.1.5 – Kinderopvang

Deze tabel is nieuw in de Kwarap en kan op dit moment niet worden samengesteld. Uit de registratie is het moeilijk om een eenduidig overzicht van de aantallen te maken.

 


2.2               Gesubsidieerde Arbeid

2.2.1          Proefplaatsingen

In het beleidsplan Werk en Inkomen 2004 is voor nieuwe instroom binnen Delft het instrument proefplaatsing geïntroduceerd. Dit instrument heeft een tweeledig doel:

-          invulling van het principe ‘werk boven inkomen’

-          door het opdoen van werkervaring een betere kans op doorstroming bieden naar duurzame arbeid en/of het verkrijgen van meer arbeidsmarktkwalificatie gericht op latere uitstroom.

 

Tabel 2.2.1 – Proefplaatsingen

 

2004

 

 

2005

 

 

 

 

 

 

 

Doel

Realisatie

 

Doel

Realisatie

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1e kw

2e kw

3e kw

4e kw

Totaal

 

 

aantal

 

%

aantal

 

 

 

 

 

%

Aangemeld voor Proefplaatsing

 

 

 

 

43

48

 

 

91

 

Gestart op Proefplaatsing

65

56

86,2%

135

13

36

 

 

49

36,3%

 percentage is aantal Realisatie t.o.v. aantal Doelstelling

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Bron: T&M

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Het uitgangspunt is dat alle nieuwe instroom wordt toegeleid naar een proefplaatsing. De doelstelling voor 2005 die hieraan is gerelateerd, is bepaald op basis ven een gemiddelde instroom en de samenstelling van de instroom naar doelgroep. De acquisitie van en het begeleiden tijdens de proefplaatsing wordt uitgevoerd door 2 organisaties: Combiwerk en Werkplan. In de tabel is een onderscheid gemaakt tussen de aanmelding naar één van deze organisaties en de daadwerkelijke start op een proefplaatsing.

 

De organisaties hebben 2 maanden de tijd om een werkplek te vinden die aansluit bij opleiding en werkervaring van de klant. Na deze 2 maanden geldt het principe dat iedere werkplek kan gelden voor de invulling van een geschikte proefplaatsing.

 

Om het effect van het instrument proefplaatsing te vergroten en om meer uitstroom te genereren zal in het 3e en 4e kwartaal de doelgroep voor dit instrument worden verruimd. De inkoop bij Werkplan en Combiwerk zal hier waar nodig zal hier op worden aangepast.

2.2.2          Opstapbanen

 

Tabel 2.2.2 – Opstapbanen

 

2004

 

 

2005

 

 

 

 

 

 

 

Doel

Realisatie

 

Doel

Realisatie

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1e kw

2e kw

3e kw

4e kw

Totaal

 

 

aantal

 

%

aantal

 

 

 

 

 

%

Aangemeld voor Opstapbaan

 

 

 

 

30

45

 

 

75

 

Gestart op Opstapbaan

60

88

146,7%

140

4

37

 

 

41

29,3%

 percentage is aantal Realisatie t.o.v. aantal Doelstelling

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Bron: T&M

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

De uitvoering van de opstapbanen wordt op dit moment uitgevoerd door 2 organisaties: Combiwerk en Werkplan .

 

Om extra uitstroom uit de uitkering te genereren zal er gedurende het 3e en 4e kwartaal 100 extra opstapbanen worden ingezet bovenop de genoemde inkoop van 140 plekken.

 

2.2.3          Participatiebanen

 

Tabel 2.2.3 – Participatiebanen

 

2004

 

 

2005

 

 

 

 

 

 

 

Doel

Realisatie

 

Doel

Realisatie

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1e kw

2e kw

3e kw

4e kw

Totaal

 

 

aantal

 

 %

aantal

 

 

 

 

 

%

Instroom in Participatiebaan

 

0

 

10

0

0

 

 

0

0,0%

 percentage is aantal Realisatie t.o.v. aantal Doelstelling

 

 

 

 

 

 

 

 

Bron: T&M

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Op dit moment heeft er nog geen daadwerkelijke aanmelding naar een participatiebaan plaatsgevonden. Inhoudelijke afstemming van andere werkgelegenheidsinstrumenten dient eerst plaats vinden, pas dan kunnen heldere criteria voor de participatiebaan vastgesteld worden.Beide zaken zullen plaats vinden in het 3e en 4e kwartaal.

2.2.4          Loonkostensubsidie

 

Tabel 2.2.4 – Loonkostensubsidie

 

2004

 

 

2005

 

 

 

 

 

 

 

Doel

Realisatie

 

Doel

Realisatie

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1e kw

2e kw

3e kw

4e kw

Totaal

 

 

aantal

 

%

aantal

 

 

 

 

 

%

Verstrekkingen subsidie

50

 5

10%

35

0

5

 

 

5

14%

waarvan:

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Regulier

 

 

 

25

0

3

 

 

3

12%

Tuinbouwproject

 

 

 

10

0

2

 

 

2

20%

 percentage is aantal Realisatie t.o.v. aantal Doelstelling

 

 

 

 

 

 

 

 

Bron: B&P

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Het aantal loonkostensubsidies is in het 2e kwartaal met 10 opgehoogd i.v.m. het tuinbouwproject.

2.2.5          I/D-Banen (In- en Doorstroombanen)

 

Het aandeel structureel gesubsidieerde banen moet in 2006 zijn gedaald naar circa 110 banen. De komende periode worden diverse activiteiten (zoals trajecten en bonussen) ingezet om deze doelstelling te behalen.

 

Uiteindelijk wordt de ID-regeling volledig afgebouwd en vervangen door participatiebanen.

 

Tabel 2.2.5 – I/D-Banen (In- en Doorstroombanen)

 

2003

 

2004

 

2005

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1e kw

2e kw

3e kw

4e kw

Totaal

 

 

aantal

%

aantal

%

aantal

 

 

 

 

%

Klanten met I/D-baan – start peilperiode

264

 

238

 

205

201

 

 

201

 

Instroom in I/D-baan

22

 

0

 

0

0

 

 

0

 

Uitstroom uit I/D-baan

48

 

33

 

4

2

 

 

6

 

waarvan:

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Regulier werk

26

54,2%

13

39,4%

1

0

 

 

1

16,7%

Anders

22

45,8%

20

60,6%

3

2

 

 

5

83,3%

Klanten met I/D-baan – eind peilperiode

238

 

205

 

201

199

 

 

199

 

 percentage is aantal Uitstroom per reden t.o.v. aantal Uitstroom totaal

 

 

 

 

 

 

 

 

Bron: Werkplan

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 


2.3               Projecten

2.3.1          Project samenlopers

Samenlopers zijn klanten die naast een gemeentelijke uitkering een gedeeltelijke WAO-uitkering ontvangen, een voortraject volgen dat gericht is op deelname aan een traject naar werk.

 

Sinds 1-1-'05 is er geen nieuwe instroom geweest omdat het project tijdelijk is geëindigd. Waarschijnlijk zal het project na de zomer weer worden opgestart en zal er weer instroom vanaf het derde kwartaal zijn.

 

Tabel 2.3.1 – Project samenlopers

 

'03 - '04

2005

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

aantal

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Klanten gescreend

95

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Klanten aangeleverd bij UWV

83

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Klanten aangeleverd bij Reïntegratiebedrijf voor diagnose

75

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Waarvan resultaat:

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Instroom Reïntegratietraject

24

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Instroom Sociale activering

15

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Zorg

27

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Overig

9

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Uitstroom Reïntegratietraject

9

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Werk

5

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Overig

4

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Uitstroom Sociale activering

3

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Werk

1

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Overig

2

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Bron: B&P / SDV

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

2.3.2          Project weesfietsen

 

Tabel 2.3.2 – Project weesfietsen

 

2004

 

 

2005

 

 

 

 

 

 

 

Doel

Realisatie

 

Doel

Realisatie

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1e kw

2e kw

3e kw

4e kw

Totaal

 

 

aantal

 

%

aantal

 

 

 

 

 

%

Instroom in project

15

24

160%

40

8

7

 

 

15

37,5%

 percentage is aantal Realisatie t.o.v. aantal Doelstelling

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Bron: T&M

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

2.3.3          Project schoonmaken / opruimen openbare ruimte

 

Tabel 2.3.3 – Project schoonmaken / opruimen openbare ruimte

Deze tabel werd tbv het prestatieboek één keer per jaar samengesteld. Op dit moment zijn er geen recente gegevens.

 

 


2.4               Activering één-ouders

 

Tabel 2.4.1 – Activering één-ouders

 

2004

 

 

2005

 

 

 

 

 

 

 

Doel

Realisatie

 

Doel

Realisatie

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1e kw

2e kw

3e kw

4e kw

Totaal

 

 

aantal

 

%

aantal

 

 

 

 

 

%

Klanten in uitkering – start peilperiode

 

752

 

 

774

784

 

 

 744

 

Instroom in uitkering

 

281

 

 

56

34

 

 

90

 

Uitstroom uit uitkering

 

259

 

 

46

34

 

 

80

 

Klanten in uitkering – eind peilperiode

 

774

 

 

784

784

 

 

 784

 

Afname aantal klanten

-60

22

-36,7%

-20

10

0

 

 

10

-50,0%

 percentage is aantal Realisatie Afname aantal klanten t.o.v. Doelstelling afname

 

 

 

 

 

 

 

Bron: SDV (GWS)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Bij de invoering van de WWB was een belangrijk punt het verdwijnen van de wettelijke vrijstelling van de arbeidsverplichtingen voor één-ouders met kinderen jonger dan 5 jaar. De WWB is voor nieuwe klanten van toepassing per 1 januari 2004.

 

Voor de wettelijk verplichte herbeoordeling zijn de bestaande klanten opgenomen in een herbeoordelingschema dat is gestart na inwerkingtreding van de gemeentelijke verordeningen per 1 juli 2004. WIZ heeft gekozen voor koppeling van de herbeoordeling WWB aan de reeds geplande heronderzoeken. Dit is een arbeidsintensievere methode dan herbeoordeling op basis van uitsluitend dossieronderzoek, reden hiervoor was de wens om de zorgvuldigheid met name bij het voor het eerst opleggen van arbeidsverplichtingen te waarborgen. In deze systematiek is immers de herbeoordeling gekoppeld aan een gesprek.

 

Tabel 2.4.2 – Één-ouders in de WWB

 

'04-'05

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

aantal

%

 

 

 

 

 

 

 

 

Eén-ouders in WWB1

725

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Waarvan:

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

in traject genomen door T&M

227

31,3%

 

 

 

 

 

 

 

 

Uitgevoerde werkprocessen2

1.114

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Bezwaarschriften betrekking opleggen arbeidsverplichtingen één-ouder 3

10

2,1%

 

 

 

 

 

 

 

 

Klachten4

 0

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Bron: SDV

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1 n.a.v. herbeoordeling na 1/7/04 of nieuwe aanvraag na 1/1/04

2 t.b.v. activering alleenstaande ouders (voortgangsgesprekken, diagnoses) in peilperiode 1/7/04–1/7/05

3 aantal bezwaarschriften in peilperiode 1/7/04–1/7/05, percentage t.o.v. totaal aantal bezwaarschriften in peilperiode

4 betrekking hebbend op één-ouders en opleggen arbeidsverplichtingen

 

Bovenstaande tabel geeft een beeld van de aansluiting van met name alleenstaande ouders in de WWB. Het overgrote deel is inmiddels in de WWB opgenomen en bijna een derde is in deze periode toegeleid naar een T&M traject. Sinds 1 januari 2005 draait verder het Loket Kinderopvang, een belangrijke voorwaarde voor activering van alleenstaande ouders. Plaatsingen in de kinderopvang zijn tot nu toe geen probleem gebleken.

           

Om acceptatie en begrip van de WWB na te gaan zijn cijfers over bezwaarschriften en klachten opgenomen. Deze geven een positief beeld. Dit is tevens een positieve indicatie voor de manier waarop de herbeoordelingen uitgevoerd worden door de consulenten en de klanten worden geïnformeerd over de arbeidsverplichtingen. De conclusie uit de tabel is dat de doelgroep één-ouders vrij geruisloos is opgenomen in de WWB systematiek. Het is nog enigszins vroeg om al resultaten van de activerende impuls van de WWB te kunnen terugzien, gelet op de looptijd van trajecten. Tevens is de instroom van éénoudergezinnen blijvend hoog.

 

Om de kansen op uitstroom te vergroten is aan de reïntegratiebedrijven verzocht een specifieke één-ouder-aanpak te formuleren. Deze is onderdeel geweest van de besluitvorming bij de inkoop van trajecten in 2005. Volgende projecten in het één-ouder-beleid zijn gericht op het trajectklaar maken van klanten, die nu nog niet plaatsbaar zijn. Een eerste initiatief op dit vlak is de Intensieve Taaltraining bij Mondriaan.

 



3                    Integratie en Educatie

 

3.1               Wet Inburgering Nieuwkomers

 

Het vakteam Activering en Inburgering voert de Wet inburgering nieuwkomers (WIN) uit voor de gemeente Delft. De gemeente heeft verder het mandaat om de WIN voor de gemeente Pijnacker-Nootdorp uit te voeren.

 

Het uitvoeringsmandaat voor de dorpskernen Schipluiden - Den Hoorn van de gemeente Midden-Delfland is per 1 januari 2005 beëindigd, waardoor er geen inburgeraars meer vanuit Midden-Delfland zullen instromen. De in 2004 gestarte trajecten worden nog onder begeleiding van team Inburgering afgerond.

 

Tabel 3.1 – Deelnemers WIN1

 

2003

2004

2005

 

 

 

 

 

 

 

 

Realisatie

Realisatie

Doel

Realisatie

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1e kw

2e kw

3e kw

4e kw

Totaal

 

 

 

aantal

 

 

 

 

 

 

 

%

 

Beschikkingen

207

155

97

52

40

 

 

92

94,8%

 

waarvan:

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Delft

190

137

 

43

33

 

 

76

 

 

Pijnacker/Nootdorp

12

15

 

9

7

 

 

16

 

 

Schipluiden

5

3

 

-

-

 

 

0

 

 

Vrijstellingen

8

5

 

2

1

 

 

3

 

 

Verhuisd naar de regio

 

12

 

7

2

 

 

9

 

 

Verklaringen

206

188

67

70

40

 

 

110

164,2%

 

 Percentage is aantal Realisatie t.o.v. Doelstelling

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Bron: A&I (IMWIN)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1Aantal kan verschillen met een vorige KWARAP door aanpassingen in de registratie.

 

De doelstellingen zijn (zo goed als) bereikt. Hiernaast is de mogelijke komst van de nieuwe WIN een belangrijke en ingrijpende ontwikkeling. Gezien de huidige, nog onduidelijke stand van zaken hieromtrent, zal hier bij de volgende Kwarap’s nader over worden gerapporteerd.


3.2               Volwasseneneducatie

3.2.1          Deelnemersaantallen Volwasseneneducatie

 

Tabel 3.2.1 – Deelnemersaantallen Volwasseneneducatie

 

2004

2005

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1e kw

2e kw

3e kw

4e kw

Totaal

 

 

 

 

 

aantal

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Klanten in opleiding – start peilperiode

 

911

946

 

 

911

 

 

 

 

Instroom

 

214

99

 

 

313

 

 

 

 

Uitstroom

 

179

208

 

 

387

 

 

 

 

Waarvan:

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

certificaat gehaald

 

62

71

 

 

133

 

 

 

 

einde cursus/opleiding

 

15

13

 

 

28

 

 

 

 

Uitval

 

102

124

 

 

226

 

 

 

 

Klanten in opleiding – eind peilperiode

911

946

837

 

 

 837

 

 

 

 

Bron: B&P

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

3.2.2          Verzuimpercentage volwasseneneducatie

 

Tabel 3.2.2 – Verzuimpercentage volwasseneneducatie

 

2003

2004

2005

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1e kw

2e kw

3e kw

4e kw

 

 

 

 

 

%

 

 

 

 

 

 

 

 

 

% verzuim

22,0%

19,5%

22,7%

22,6%

 

 

 

 

 

 

waarvan:

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

% geoorloofd

 

10,0%

15,0%

15,1%

 

 

 

 

 

 

% ongeoorloofd

 

9,5%

7,7%

7,5%

 

 

 

 

 

 

Bron: B&P

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

3.2.3          Wachtlijsten volwasseneneducatie

 

Tabel 3.2.3 – Wachtlijsten volwasseneducatie (ultimo)

 

2004

2005

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1e kw

2e kw

3e kw

4e kw

 

 

 

 

 

 

aantal

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Totaal

108

50

50

 

 

 

 

 

 

 

waarvan:

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Geplaatst

98

43

47

 

 

 

 

 

 

 

Niet geplaatst

10

7

3

 

 

 

 

 

 

 

Bron: B&P

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

3.3               Oudkomers cursussen

 

Tabel 3.3 – Niet-uitkeringsgerechtigde oudkomers

 

2004

 

 

2005

 

 

 

 

 

 

 

Doel

Realisatie

 

Doel

Realisatie

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1e kw

2e kw

3e kw

4e kw

Totaal

 

 

aantal

 

%

aantal

 

 

 

 

 

%

Deelnemers

144

139

96,5%

144

33

13

 

 

46

31,9%

waarvan:

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Niet-uitkeringsgerechtigd (NUG)

108

70

64,8%

108

23

5

 

 

28

25,9%

Uitkeringsgerechtigd (UG)

46

69

150,0%

46

10

8

 

 

18

39,1%

Bron: A&I

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

De werving voor de oudkomerstrajecten is in het voorjaar van 2005 gestart. In september/oktober zullen veel kandidaten starten met een cursus. Verwacht wordt dat de aantallen in het derde kwartaal op schema zullen zijn.

 



4                    Inkomen

 

4.1               Fraudebestrijding

 

Tabel 4.1 – Fraudebestrijding

 

 

2002

2003

2004

2005

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1e kw

2e kw

3e kw

4e kw

Totaal

 

Behandelde fraudezaken

Aantal

256

348

329

111 

103

 

 

214

 

Waarvan*:

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Regulier

 

165

189

214

 

 

 

 

 

 

belastingen / IB

 

91

159

115

 

 

 

 

 

 

% stijging behandelde fraudezaken

%

7,4%

35,9%

-5,5%

 

 

 

 

 

 

Bron: IBO

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

* Er kan momenteel geen onderscheid worden gemaakt tussen regulier en belasting/IB zaken.

 

Tabel 4.1.2 – Teruggevorderd bedrag

 

 

2002

2003

2004

2005

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1e kw

2e kw

3e kw

4e kw

Totaal

 

Teruggevorderd bedrag

Euro

837.709

1.016.486

1.500.982

368.812

684.369

 

 

1.053.182

 

% stijging teruggevorderd bedrag

%

23,4%

21,3%

47,7%

 

 

 

 

 

 

Bron: IBO

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 


4.2               Delft Uitkeringen Informatie Team (DUIT)

 

Tabel 4.2 – DUIT

 

2004

 

 

2005

 

 

 

 

 

 

 

Doel

Realisatie

 

Doel

Realisatie

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1e kw

2e kw

3e kw

4e kw

Totaal

 

 

aantal

 

%

aantal

 

 

 

 

 

%

Klantcontactgesprekken

600

2.304

384,0%

660

132

93

 

 

225

34,1%

Huisbezoeken

200

278

139,0%

220

127

69

 

 

196

89,1%

 Percentage is aantal Realisatie t.o.v. Doelstelling

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Bron: Budgetwinkel / Duit

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

4.3               Delftpas

 

Tabel 4.3 – Delftpas (verkochte passen)

 

Doel

Realisatie

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1e kw

2e kw

3e kw

4e kw

Totaal

 

 

 

 

 

aantal

 

 

 

 

 

%

 

 

 

2003

4.000

3.291

864

520

75

4.750

118,8%

 

 

 

2004

5.100

3.455

1.655

868

111

6.089

119,4%

 

 

 

2005

6.000

3.263

1.806

 

 

5.069

84,5%

 

 

 

 Percentage is aantal Realisatie t.o.v. Doelstelling

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Bron: B&P

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Van het totaal aantal verkochte passen is 47,7% verkocht aan minima (incl. kinderen). In 2004 was dat 41,4%.

 

Zie ook Bijlage Financiële rapportage t/m 2e kwartaal 2005, hoofdstuk II. Financiële resultaten Bijzondere bijstand en Minimabeleid

 

4.4               AV-Delft

 

Tabel 4.4 – Dekkingspercentage AV-Delft

                                                                                                                                                                                                                                                                                        

Deze tabel werd tbv het prestatieboek één keer per jaar samengesteld. Op dit moment zijn er geen recente gegevens.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

4.5               Bijzondere bijstand

 

Tabel 4.5 - Bijzondere bijstand

 

2004

 

 

2005

 

 

 

 

 

 

 

Doel

Realisatie

 

Doel

Realisatie

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1e kw

2e kw

3e kw

4e kw

Totaal

 

 

aantal

 

%

aantal

 

 

 

 

 

%

Verstrekkingen Totaal

9.200

8.781

95,4%

9.000

1.801

1.957

 

 

3.758

41,8%

Verstrekkingen Bijz. bijstand

9.000

8.537

94,9%

9.000

1.755

1.928

 

 

3.683

40,9%

waarvan:

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Eenmalig

4.000

3.697

92,4%

4.000

711

444

 

 

1.155

28,9%

Periodiek

5.000

4.840

96,8%

5.000

1.044

1.484

 

 

2.528

50,6%

Verstrekkingen Armoedebeleid

200

244

122,0%

0

46

29

 

 

75

-

 Percentage is aantal Realisatie t.o.v. Doelstelling

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Bron: SDV (GWS)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Zie ook Bijlage Financiële rapportage t/m 2e kwartaal 2005, hoofdstuk II. Financiële resultaten Bijzondere bijstand en Minimabeleid


4.6               Huisbezoeken

 

Tabel 4.6.1 - Huisbezoeken (aantal bezoeken)

 

2004

 

2005

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1e kw

2e kw

3e kw

4e kw

Totaal

 

 

 

 

aantal

%

aantal

 

 

 

 

%

 

 

Huisbezoeken

343

100%

155

166

 

 

321

100% 

 

 

waarvan:

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

onaangekondigd

335

97,7%

122

105

 

 

227

70,7%

 

 

 Percentage is aantal onaangekondigde huisbezoeken t.o.v. Huisbezoeken

 

 

 

 

 

 

 

Bron: SDV

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Tabel 4.6.2 - Reden huisbezoeken (aantal bezochte klanten)

 

2004

 

2005

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1e kw

2e kw

3e kw

4e kw

Totaal

 

 

 

 

aantal

%

aantal

 

 

 

 

%

 

 

Totaal bezochte klanten

226

100%

100

106

 

 

206

100%

 

 

Inrichtingskosten

155

68,6%

62

50

 

 

112

54,4%

 

 

Twijfel situatie

71

31,4%

38

56

 

 

94

45,6%

 

 

 Percentage is aantal per Reden t.o.v. Totaal bezochte klanten

 

 

 

 

 

 

 

 

Bron: SDV

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Let op: Het aantal bezoeken is hoger dan het aantal bezochte klanten, omdat klanten meerdere keren bezocht kunnen worden.

Tabel 4.6.3 - Uitkomsten huisbezoeken (aantal bezochte klanten)

 

2004

 

2005

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1e kw

2e kw

3e kw

4e kw

Totaal

 

 

 

 

aantal

%

aantal

 

 

 

 

%

 

 

Totaal bezochte klanten

226

100%

100

106

 

 

206

100%

 

 

Toekennen leenbijstand

73

32,3%

22

28

 

 

50

24,3%

 

 

Intrekken leenbijstand

 

 

 

2

 

 

2

1,0%

 

 

Deel toekennen / afwijzen leenbijstand

45

19,9%

29

9

 

 

38

18,4%

 

 

Afwijzen leenbijstand

35

15,5%

10

11

 

 

21

10,2%

 

 

Uitkering aanpassen

12

5,3%

6

0

 

 

6

2,9%

 

 

Uitkering beëindigen

16

7,1%

4

11

 

 

15

7,3%

 

 

Melding BO

16

7,1%

3

1

 

 

4

1,9%

 

 

Uitkering voortzetten

29

12,8%

26

22

 

 

48

23,3%

 

 

Nieuwe aanvraag toekennen

 

 

 

16

 

 

16

7,8%

 

 

Nieuwe aanvraag afwijzen

 

 

 

6

 

 

6

2,9%

 

 

 Percentage is aantal per Reden t.o.v. Totaal bezochte klanten

 

 

 

 

 

 

 

 

Bron: SDV

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

4.7               Sportfonds

 

Tabel 4.7 – Aanvragen Sportfonds

 

2004

2005

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1e kw

2e kw

3e kw

4e kw

Totaal

 

 

 

 

 

aantal

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Nieuwe aanvragen

745

171

115

 

 

286

 

 

 

 

Afgehandelde aanvragen

755

233

106

 

 

339

 

 

 

 

Bron: UA&A

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

4.8               Financiële resultaten Bijzondere bijstand en Minimabeleid

 

Tabel 4.8 – Financieel resultaat Bijzondere bijstand en Minimabeleid t/m 2e kwartaal 2005

 

2005

 

 

 

 2004

 

t/m 2de kwartaal

Totale

 

 (bedragen in € x 1.000)

Realisatie

Begroting

Verschil

Begroting

Realisatie

 

 

 

 

 

 

Uitgaven

 

 

 

 

 

Totaal uitgaven Bijzondere Bijstand

1.695

1.950

255

3.900

3.940

Personeels/apparaatskosten

938

938

0

1.876

1.774

Reguliere verstrekkingen Bijz. Bijstand

563

666

103

1.331

1.447

Verstrekkingen armoedebeleid

8

0

-8

0

40

Computers en Bijstand

23

106

83

211

97

Voorschool

4

20

16

40

3

werkervaring/scholingskosten

13

42

29

83

0

Collectieve ziektekostenverzekering

174

162

-13

323

172

Klantenkrant

5

10

5

20

16

Overige uitgaven

1

8

7

16

55

Eenmalige uitkering 2004

-34

0

34

0

336

Totaal uitgaven Minimabeleid

308

278

-31

555

596

Personeels/Apparaatkosten

70

70

0

140

118

Delftpas

209

167

-42

334

373

Thowe

8

23

15

45

57

Sportfonds

21

18

-5

36

48

Totaal uitgaven

2.003

2.228

225

4.455

4.536

 

 

 

 

 

 

Baten

 

 

 

 

 

Totaal inkomsten Bijzondere Bijstand

197

279

-82

558

566

Inkomsten BB op cliëntniveau

190

264

-74

528

539

Inkomsten DSW

7

15

-8

30

27

Totaal inkomsten Minima Beleid

47

114

-67

228

255

Inkomsten Delftpas

47

114

-67

228

255

Totaal baten

244

393

-149

786

821

 

 

 

 

 

 

Totaal bijdrage algemene dienst

(saldo Uitgaven/Baten)

-1.759

-1.835

76

-3.699

-3.715

 

 

Het financiële resultaat Bijzondere Bijstand en Minimabeleid over het 1e halfjaar 2005 wijkt circa 4% (circa € 76.000 positief) af ten opzichte van de begroting. Twee zaken vallen op:

1         Resultaat Delftpas circa € 109.000 nadeliger; wordt veroorzaakt door achterblijven verantwoording inkomsten ad € 67.000 (deze worden pas aan het einde van het jaar gerealiseerd) en hogere uitgaven in de 1e helft van 2005 (€ 42.000); de verwachting is dat het uiteindelijke jaarresultaat 2005 meer in evenwicht zal zijn.

2         Achterblijven uitgaven en inkomsten Bijzondere Bijstand (circa € 180.000) als gevolg van minder verstrekkingen in het 1e halfjaar 2005 (zie tabel 4.8) en lagere inkomsten uit verhaal als gevolg van een wijziging in de verantwoordingsgrondslag (niet meer op kasstelsel maar op basis van lasten/batenstelsel).

 



5                     Zorg

 

5.1               WVG

 

Tabel 5.1 – Ontwikkeling uitgaven en inkomsten versus budget

 

2005

 

 

 

2004

 

t/m 2de kwartaal

Totale

 

Bedragen x € 1.000

Realisatie

Begroting

Verschil 

Begroting

Realisatie

 

 

 

 

 

 

Inkomsten

 

 

 

 

 

Bijdrage Rijk / Inkomsten Abwz

52

-49

4

-97

-104

Bijdrage uit algemene middelen

-3.422

-3.422

0

-6.844

-7.120

WVG ontvangsten incidenteel

-4

0

4

0

-52

Totaal inkomsten

-3.478

-3.471

8

-6.941

-7.276

 

 

 

 

 

 

Uitgaven

 

 

 

 

 

Apparaatskosten

869

869

0

1.738

1.709

 

 

 

 

 

 

Verstrekkingen

1.444

2.243

799

4.486

5.120

Woonvoorzieningen

373

875

502

1.750

1.431

Rolstoelvoorzieningen

427

470

43

940

1.576

Vervoersvoorzieningen (incl.Scootmobielen)

644

827

183

1.653

1.849

Storting WVG vereveningsreserve

0

72

72

143

263

Advisering

270

359

89

717

471

Kosten indicering (incl. CIZ)

270

359

89

717

471

Totaal uitgaven

2.583

3.471

888

6.941

7.300

 

 

 

 

 

 

Saldo begroting(nota) / realisatie

895

0

895

0

-24

 

Woonvoorzieningen

De realisatie t.o.v. begroting blijft fors achter. Ook uit de cijfers van het CIZ blijkt dat het eerste halfjaar qua aanvragen rustiger is. Vorig jaar was er nog sprake van een inhaalslag waardoor meer woonvoorzieningen zijn verstrekt en betaald in 2004. Ook omdat een aantal woonvoorzieningen zoals verhoogde toiletpotten en douche/glijstangen vanaf 1 oktober 2003 als algemeen gebruikelijk zijn gekenmerkt is er sprake geweest van meer aanvragen vóór 1 oktober 2003 welke in 2004 zijn uitbetaald. Daarnaast is er sinds 2004 een strenger beleid ten aanzien van de aanvragen verhuiskostenvergoeding waardoor alleen degenen die “plotseling en onvoorziene” belemmeringen ondervinden nog in aanmerking komen voor een financiële tegemoetkoming in de verhuiskostenvergoeding. Dit werkt ook door in de realisatiecijfers van 2005.

 

Momenteel zijn er zowel bij het CIZ als bij het vakteam geen achterstanden van de werkvoorraad. Het is een feit dat de realisatie van de kosten niet altijd geheel evenredig in de tijd lopen. Derhalve dienen deze cijfers zeer voorzichtig te worden geïnterpreteerd. De afdeling zal het komende kwartaal gebruiken om samen met de afdeling financiën een nadere analyse te maken m.b.t. de verwachte ontwikkeling van deze kosten. Hierover zult u in de volgende toelichting worden geïnformeerd.

 

Rolstoelvoorzieningen/vervoersvoorzieningen/Scootmobielen

Ook hier is sprake van een onderbesteding; het gevolg van minder aanvragen. Het is echter nog te vroeg om hier over een trend te kunnen spreken. Daarnaast is er sinds een jaar een zeer intensieve controle van de facturen/administratie hetgeen heeft geleid tot een aantal correctie boekingen in 2005. Dit geeft met betrekking tot de realisatiecijfers een enigszins vertekend beeld.

 

Kosten indicering

Er is in 2004 minder geïndiceerd dan begroot. Dit heeft tot een aanpassing van het voorschot bedrag in 2005 geleid. In het derde kwartaal zijn de productie/realisatiecijfers CIZ 1e halfjaar 2005 bekend. Deze cijfers zullen bij de rapportage 3e kwartaal in de toelichting worden meegenomen.

 


5.2               Budgetwinkel

 

Tabel 5.2 - Ontwikkeling Klanten budgetwinkel

 

2004

2005

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1e kw

2e kw

3e kw

4e kw

Totaal

 

 

 

 

 

aantal

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Instroom

429

116

116

 

 

232

 

 

 

 

Uitstroom

436

124

124

 

 

248

 

 

 

 

waarvan:

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

geslaagde bemiddelingen

44

11

11

 

 

22

 

 

 

 

Klanten in behandeling - ultimo

277

261

261

 

 

261

 

 

 

 

waarvan:

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Schuldregeling

201

182

191

 

 

 

 

 

 

 

Budgetbeheer

76

79

70

 

 

 

 

 

 

 

Bron: Budgetwinkel

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Vanwege de overgang naar nieuwe software en een andere wijze van het interpreteren van gegevens die samenhangt met de structuur van de nieuwe software is het niet goed mogelijk om een exacte stand van zaken weer te geven over het eerste half jaar van 2005. In de komende periode wordt daarom op een andere wijze geïnventariseerd die meer recht doet aan de huidige werkprocessen op de Budgetwinkel.

 

De instroomprognose voor 2005: de verwachting is dat minimaal 475 cliënten in 2005 zullen instromen.

De uitstroomprognose voor het gehele jaar 2005: de verwachting is dat minimaal 500 dossiers zullen uitstromen in vergelijking met 2004.


 


6                    Overig

 

6.1               Klachten

 

Tabel 6.1 – Klachten

 

2004

 

2005

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1e kw

2e kw

3e kw

4e kw

Totaal

 

 

 

 

aantal

%

aantal

 

 

 

 

%

 

 

Klachten

38

100%

14

11

 

 

25

100%

 

 

waarvan:

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Gegrond

12

31,6%

5

3

 

 

8

32,0%

 

 

Ongegrond

20

52,6%

9

4

 

 

13

52,0%

 

 

Niet-ontvankelijk

0

0,0%

0

0

 

 

0

0,0%

 

 

Geen verdere behandeling

0

0,0%

0

0

 

 

0

0,0%

 

 

Nog in behandeling

6

15,8%

0

4

 

 

4

16,0%

 

 

Bron: WIZ

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 


6.2               Bezwaarschriften

 

Tabel 6.2 – Bezwaarschriften

 

2004

2005

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1e kw

2e kw

3e kw

4e kw

Totaal

 

 

 

 

 

aantal

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Bezwaarschriften

570

164

139

 

 

303

 

 

 

 

waarvan:

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Inkomen

470

141

125

 

 

266

 

 

 

 

WVG

100

23

14

 

 

37

 

 

 

 

Bron: Juridische zaken

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Over de afhandeling van de bezwaarschriften het volgende:

Op 1 juni is de nota FHIRBB (fundamenteel herbezinning van de inrichting van het rechtsbeschermingbedrijf) door het GMT vastgesteld op 1 juni 2005 hierin zijn verbetervoorstellen goedgekeurd om de afhandeling van bezwaarschriften in de keten efficiënter te laten verlopen. Voor de behandeling van deze nota door college en raad is het zaak om deze verbetervoorstellen uit te werken in actiepunten voor elk van de actoren. Na de zomer zal het GMT over deze actiepuntenlijst en eventuele openstaande actiepunten beslissen, waarna de nota aangepast zal worden voor verdere besluitvorming.

 

Vertegenwoordigers van alle actoren uit de keten van bezwaarschriftafhandeling (lijnmanagement, rechtsbeschermingbedrijf en Adviescommissie voor bezwaarschriften) zijn bij deze uitwerking betrokken om zo een optimaal effect van de verbetervoorstellen te waarborgen. In de vorm van een bijeenkomst zijn de verbetervoorstellen per actor besproken en van actiepunten voorzien.