Inhoud
Samenvatting en conclusie 3
1 Inleiding 9
2 WVG algemeen
11
Wanneer aanvraag ingediend?
11
Beoordeling van de aanvraag 11
Informatiebron
12
Informatievoorziening omtrent de WVG
13
Huisbezoek door een adviseur van het
CIZ
15
Afhandeling van de aanvraag
16
3 Woonvoorzieningen
19
De
installateur of leverancier
19
Tevredenheid
over de woonvoorziening
20
Bijdrage
van de geleverde woonvoorziening
22
4 Rolstoelvoorzieningen
23
De
installateur of leverancier
23
Tevredenheid
over de rolstoelvoorziening
24
Bijdrage
van de geleverde rolstoelvoorziening
25
Keuzemogelijkheid
26
5 Vervoersvoorzieningen
29
De
installateur of leverancier
29
Tevredenheid
over de vervoersvoorziening
30
Bijdrage
van de geleverde vervoersvoorziening
31
6 Regio
Taxi
33
De
chauffeurs
33
De veiligheid
33
Het comfort
34
De
dienstregeling 35
Bijlagen:
1 Responsoverzicht 37
2 Kenmerken van de respondenten 39
3 De vragenlijst 41
Samenvatting en conclusie
De Wet Voorziening Gehandicapten (WVG) is bedoeld om mensen met een
handicap en ouderen zolang mogelijk zelfstandig te kunnen laten wonen en te
laten deelnemen aan het leven van alledag. In het kader van deze wet kunnen
cliënten een woonvoorziening, een rolstoelvoorziening, een vervoers-voorziening
en/of een pasje voor de Regio Taxi aanvragen. Om te kunnen bepalen of de
huidige beleidsuitvoering van de WVG in Delft voldoet is een evaluatieonderzoek
uitgevoerd onder cliënten die een WVG-voorziening hebben aangevraagd. In totaal
hebben 1.294 cliënten in maart 2005 een schriftelijke enquête toegestuurd
gekregen. Een aantal verstuurde enquêtes kon niet worden verwerkt omdat ze
onbezorgbaar bleken, de betreffende respondent overleden, ernstig ziek of
verhuisd bleek of de enquête niet of onvolledig was ingevuld. Hierdoor is de
bruto steekproef teruggebracht tot 1.244. In totaal zijn 682 bruikbare enquêtes
teruggestuurd, wat neerkomt op een respons van 55%. In bijlage 1 is een
volledig responsoverzicht opgenomen.
De verdeling van de respons naar geslacht, leeftijd en soort
aangevraagde voorziening komt redelijk goed overeen met de totale populatie
(bijlage 2). Het aandeel respondenten met een afwijzing is in de populatie
(22%) echter groter dan onder de respondenten (13%). Dit betekent dat cliënten
die een afwijzing hebben gehad de enquête vaker niet hebben teruggestuurd.
Beoordeling van de aanvraag
Volgens 85% de respondenten is hun aanvraag goedgekeurd, 10% zegt een
afwijzing te hebben gehad en 5% weet het niet meer. Van de respondenten die een
afwijzing hebben gekregen heeft ruim de helft vervolgens zelf maatregelen
getroffen om de gewenste situatie te bereiken. De meeste van deze voorzieningen
zijn gekocht, slechts een klein deel heeft de voorzieningen gehuurd.
Informatievoorziening
omtrent de WVG
Iets meer dan negen op de tien respondenten vinden de informatie over de
WVG voldoende. Respondenten die een afwijzing hebben gekregen zijn iets minder
tevreden. Ruim driekwart van hen geeft aan de informatie voldoende te vinden.
De tevredenheid over de informatievoorziening is ten opzichte van de meting in
2000 duidelijk toegenomen.
De belangrijkste bronnen die de respondenten gebruiken om aan informatie
over de WVG te komen zijn familie/vrienden/kennissen. Daarnaast spelen de
huisarts, specialist en de gemeente hierin een rol. Van de informatie die de
gemeente verstrekt is de Nieuwsbrief het meest bekend gevolgd door de brochure
‘WVG in Delft’. De website is minder bekend bij de respondenten. Over de
informatie die gegeven wordt in de Nieuwsbrief en in de brochure is de
overgrote meerderheid tevreden. Over de informatie over de website is men iets
minder te spreken, hoewel bijna driekwart deze nog als voldoende beoordeelt.
Huisbezoek door een adviseur
Bijna driekwart van de respondenten heeft een huisbezoek gehad
van een adviseur. Dit aandeel is hoger dan in 2000. Over het algemeen is men
zeer tevreden over met name de vriendelijkheid, maar ook over de
hulpvaardigheid en de deskundigheid van de adviseur. Dit beeld is redelijk
vergelijkbaar met dat van 2000.
Afhandeling van de aanvraag
De afhandeling van de aanvraag scoort een ruime voldoende. Respondenten
die een afwijzing hebben gehad of respondenten die een groot aantal
voorzieningen hebben aangevraagd, geven echter een onvoldoende voor de
afhandeling. Het oordeel is ten opzichte van de meting in 2000 iets verbeterd.
Huisbezoek door een installateur bij een woon-, rolstoel- of
vervoersvoorziening
Huisbezoek door een
installateur of leverancier, in procenten
Bron:
DIMENSUS beleidsonderzoek, 2005
Een groot deel van de respondenten is bezocht door een installateur of
leverancier. Respondenten die een woonvoorziening en een rolstoelvoorziening
hebben gekregen hebben vaker een installateur op bezoek gehad dan cliënten met
een vervoersvoorziening. Ten opzichte van de vorige meting is het aandeel
respondenten dat een huisbezoek heeft gehad bij een vervoers- en een
rolstoelvoorziening duidelijk toegenomen. Bij de woonvoorzieningen is dit
slechts marginaal toegenomen.
Tevredenheid over de
installateur of leverancier van een woon-, rolstoel- en vervoersvoorziening
Over het algemeen is men
heel tevreden over de vriendelijkheid, hulpvaardigheid en deskundigheid van de
installateur of leverancier van de verschillende voorzieningen.
Mate waarin men tevreden (goed, voldoende) is over de installateur of
leverancier naar voorziening, in procenten
Bron:
DIMENSUS beleidsonderzoek, 2005
Respondenten die een vervoersvoorziening hebben gekregen zijn allemaal
tevreden, respondenten die een rolstoelvoorziening hebben gekregen zijn net
iets minder tevreden. De deskundigheid scoort hierbij het laagst, maar nog
altijd is 92% tevreden.
Ten opzichte van de vorige meting is de tevredenheid over de
installateur of leverancier iets verbeterd of vrijwel vergelijkbaar gebleven.
Tevredenheid over de geleverde woon-, rolstoel- en vervoersvoorziening
Mate waarin men tevreden
(goed, voldoende) is over verschillende aspecten van de verschillende geleverde
voorzieningen, in procenten
Bron:
DIMENSUS beleidsonderzoek, 2005
Circa negen op de tien respondenten zijn (zeer) tevreden over de
aflevering of installatie, de duidelijkheid van de aanvraagprocedure en de
informatieverstrekking met betrekking tot de verschillende geleverde
voorzieningen. Tussen de verschillende aspecten en de verschillende
voorzieningen verschilt het beeld nauwelijks.
Vergeleken met de meting in 2000 is men over de verschillende aspecten
duidelijk positiever gestemd. Met name over de installatie of aflevering is men
beduidend vaker tevreden. Bij de vervoersvoorziening is daarnaast de
informatievoorziening duidelijk verbeterd.
Tevredenheid over de
verschillende geleverde voorzieningen in het algemeen, in procenten
Bron:
DIMENSUS beleidsonderzoek, 2005
Over de verschillende geleverde voorzieningen is driekwart of meer van
de respondenten (zeer) tevreden. Over de woonvoorziening is men duidelijk het
meest tevreden. Circa één op de tien respondenten is niet tevreden.
Vergeleken met de resultaten uit 2000 is de tevredenheid over de woon-
en de vervoersvoorzieningen iets toegenomen en die over de
rolstoelvoorzieningen iets afgenomen.
Bij circa tweederde tot driekwart van de respondenten heeft de geleverde
voorziening ertoe bijgedragen dat de belemmeringen (grotendeels) zijn
weggenomen. Met name bij de woonvoorzieningen is dit het geval.
Mate waarin de
verschillende voorzieningen de belemmeringen hebben weggenomen, in procenten
Bron:
DIMENSUS beleidsonderzoek, 2005
Circa eenderde van de respondenten die een aanvraag heeft ingediend,
heeft de keuze gehad om deze ofwel in bruikleen te krijgen of deze aan te
schaffen via het Persoons Gebonden Budget. Diegene die deze keuze wel hebben
gehad, hebben vrijwel allemaal gekozen voor de bruikleenoptie.
Regio Taxi
Over de vriendelijkheid, hulpvaardigheid en deskundigheid van de
chauffeurs van de Regio Taxi zijn ruim negen van de tien respondenten (zeer)
tevreden.Ten opzichte van de vorige meting lijkt de tevredenheid duidelijk
toegenomen. Men voelt zich over het algemeen ook veilig in de Regio Taxi
(driekwart van de respondenten) en ook over het comfort is bijna driekwart te
spreken. Toch vindt bijna één op de vijf respondenten het comfort onvoldoende.
Dit schrijft men met name toe aan de stugge vering, het tekort aan ruimte en de
kwaliteit van de stoelen.
Van de opstaphaltes met een vaste dienstregeling maakt ruim eenderde van
de respondenten gebruik. Men vindt deze vaste dienstregeling over het algemeen
zeer prettig met name omdat dit zekerheid biedt. Ook de flexibiliteit bij het
winkelen hierdoor wordt gewaardeerd.
Conclusies
Respondenten zijn zeer tevreden over de afhandeling van hun WVG-aanvraag
door de gemeente Delft. De tevredenheid over de afhandeling is ruim voldoende
en is in zijn algemeenheid ten opzichte van de vorige meting in 2000 verbeterd.
De bekendheid van de website en de informatie op de website kan worden
verbeterd.
Het aantal huisbezoeken van een adviseur en een installateur of
leverancier is duidelijk toegenomen. Over het algemeen is men zeer te spreken
over de vriendelijkheid, hulpvaardigheid en deskundigheid van deze mensen.
Ook over de geleverde voorziening zelf is men over het algemeen
tevreden. Ten opzichte van de vorige meting is de tevredenheid gemiddeld iets
toegenomen. Men is met name meer te spreken over de aflevering of installatie,
maar ook de duidelijkheid van de aanvraagprocedure en de informatieverstrekking
scoren duidelijk beter.
De geleverde woonvoorzieningen zorgen ervoor dat de belemmeringen worden
weggenomen. Bij de rolstoel- en de vervoersvoorzieningen is dit vaker slechts
voor een deel het geval. Wellicht dat op deze punten enige verbetering mogelijk
is. Het is van belang erop te letten dat iedereen de keuze voorgelegd krijgt of
men een rolstoel wil aanschaffen of dat men deze in bruikleen wil krijgen. Tot
op heden is dit duidelijk onvoldoende gebeurd.
Over de chauffeurs van de Regio Taxi is men tevreden. Deze is ten
opzichte van de vorige meting duidelijk toegenomen. Het comfort (vering en
ruimte) in de taxi zelf kan worden verbeterd. Een vaste dienstregeling wordt
zeer op prijs gesteld.
1 Inleiding
De Wet Voorziening Gehandicapten (WVG) is
bedoeld om mensen met een handicap en ouderen zolang mogelijk zelfstandig te
kunnen laten wonen en te laten deelnemen aan het leven van alledag. In het
kader van deze wet heeft de gemeente Delft een zorgplicht voor wat betreft
woonvoorzieningen, vervoers-voorzieningen en rolstoelvoorzieningen. De WVG is
in april 1994 ingevoerd.
Om te bepalen in hoeverre de huidige
beleidsuitvoering voldoet is een evaluatieonderzoek onder WVG-cliënten
uitgevoerd die een aanvraag hebben ingediend. Het doel van het onderzoek is
inzicht te krijgen in het oordeel over:
·
de informatievoorziening;
·
de gevolgde procedure;
·
de verkregen voorziening;
·
de dienstverlening van het personeel.
Een vergelijkbaar onderzoek heeft in 2000
plaatsgevonden. Bij het vorige onderzoek zijn alleen cliënten betrokken die een
voorziening toegewezen hadden gekregen. Waar mogelijk en relevant worden de
resultaten met deze eerdere meting vergeleken.
In het onderzoek worden vier typen
WVG-voorzieningen onderscheiden:
1.
woonvoorzieningen;
2.
rolstoelvoorzieningen;
3.
vervoersvoorzieningen (exclusief Regio Taxi)
4.
Regio Taxi.
Het klanttevredenheidsonderzoek is
uitgevoerd aan de hand van een schriftelijke enquête onder 1.294 cliënten die
in 2004 of begin 2005 een aanvraag hebben ingediend. De enquête zijn in maart
2005 verspreid.
Van een deel van de cliënten is de
vragenlijst zonder te openen (11) of alleen met een opmerking teruggestuurd
(14). Een aantal cliënten bleek te zijn overleden of ernstig ziek (8), of geen
aanvraag te hebben ingediend (6) of verhuisd (1). Daarnaast was een aantal enquêtes te slecht ingevuld om te worden
meegenomen in de analyse (10). Hierdoor is de netto steekproef teruggebracht
van 1.294 tot 1.244. Het aantal bruikbare enquêtes bedraagt 682, wat neerkomt
op een respons van 55%.
De enquête is opgebouwd uit een aantal
modules: een algemene module voor iedereen en vervolgens een module per
voorziening. Indien cliënten meerdere voorzieningen hadden aangevraagd, is
aangegeven de enquête in te vullen voor de laatste voorziening. Wanneer
cliënten naast een woon-, rolstoel-, of vervoersvoorziening via de WVG ook een
Regio Taxi-pas hebben gekregen dan werd ook gevraagd de module over de Taxi Pas
in te vullen.
De resultaten van het onderzoek zijn in dit
verslag weergegeven. In hoofdstuk 2 wordt nader ingegaan op de WVG in het
algemeen. Hierbij wordt aandacht besteed aan de aanvraag, de
informatievoorziening, het huisbezoek door een adviseur en de afhandeling van
de aanvraag.
In de daarop volgende hoofdstukken wordt
achtereenvolgens ingegaan op de woonvoorzieningen (hoofdstuk 3), de
rolstoelvoorzieningen (hoofdstuk 4) en de vervoersvoorzieningen (hoofdstuk 5).
In deze hoofdstukken komen de tevredenheid over de installateur of leverancier
en over de voorziening zelf aan de orde. Daarnaast wordt ingegaan op de
bijdrage die de betreffende voorziening heeft geleverd aan het wegnemen van belemmeringen.
In het laatste hoofdstuk staat de Regio Taxi centraal (hoofdstuk 6).
2 WVG
algemeen
In dit hoofdstuk wordt aandacht besteed aan de de aanvraag van een
WVG-voorziening in het algemeen en de informatievoorziening van de gemeente
omtrent de WVG-voorziening in het bijzonder.
Wanneer aanvraag
ingediend?
Figuur 2.1 Periode waarin de (laatste) aanvraag
voor een WVG-voorziening is aangevraagd, in procenten (N=662)
Bron:
DIMENSUS beleidsonderzoek, 2005
Wanneer men meerdere aanvragen heeft ingediend had de vraag betrekking
op de laatste aanvraag. Bijna de helft van de respondenten (43%) heeft de
aanvraag ingediend vóór 1 juni 2004. Een kleiner deel (16%) heeft dit gedaan in
de periode van 1 juni tot 1 september 2004, ruim een kwart (28%) tussen 1
september 2004 en 1 januari 2005. En klein deel (7%) heeft pas recent (vanaf 1
januari 2005) een aanvraag ingediend. Een deel (6%) wist het niet meer.
Beoordeling van de aanvraag
Van een ruime meerderheid (85%) van alle respondenten is de aanvraag die
men heeft ingediend toegewezen. Een klein deel (5%) weet het niet meer. De
overige 10% heeft een afwijzing gekregen. Er is geen relatie tussen het krijgen
van een afwijzing en de aard van de voorziening die men heeft aangevraagd
alsmede met het aantal voorzieningen dat men heeft aangevraagd. De meest
genoemde reden voor een afwijzing is een te hoog inkomen, gezien de gehanteerde
inkomensgrens (3% van de 10%). Een medische noodzaak speelde een iets kleinere
rol (2%). Daarnaast hebben de respondenten zelf nog een aantal verschillende
redenen hiervoor aangegeven.
Figuur 2.2 Beoordeling van de aanvraag, in
procenten (N=670)
Bron:
DIMENSUS beleidsonderzoek, 2005
Ruim de helft van de respondenten die een afwijzing hebben gekregen
(55%), heeft daarna zelf maatregelen getroffen om de door hen gewenste situatie
te creëren. Het betreft hierbij vooral voorzieningen die zijn gekocht (71%).
Een klein deel heeft de betreffende voorziening gehuurd (11%). De overige
respondenten hebben gekozen voor een andere oplossing (17%).
Informatiebron
Figuur 2.3 Gebruikte informatiebron, in procenten
(N=667)
Bron:
DIMENSUS beleidsonderzoek, 2005
Ruim eenderde van de
respondenten die een WVG-voorziening hebben aangevraagd, is van deze
mogelijkheid op de hoogte gebracht door familie, kennissen of vrienden.
Daarnaast spelen de huisarts (17%) en de specialist (16%) een belangrijke rol
in de informatievoorziening, naast de gemeente (13%). Een belangrijk deel was
hiervan ook op een andere manier op de hoogte (22%). Een groot deel van hen gaf
aan dat men al bekend was met de WVG. Anderen noemen het RIO, de ergotherapeut,
het informatiepunt ouderen, maatschappelijk werk, het revalidatiecentrum, het
verzorgingshuis of de wijkverpleging.
Informatievoorziening
omtrent de WVG
Op de vraag of men de
informatievoorziening over de WVG voldoende vond, geeft 92% een bevestigend
antwoord. De overige 8% gaf aan deze niet voldoende te vinden. Men vond de
informatie veelal te beperkt omdat men onvoldoende op de hoogte was van de
mogelijkheden.
Figuur 2.4 Tevredenheid over de
informatievoorziening over de WVG, in procenten (N=647)
Bron:
DIMENSUS beleidsonderzoek, 2005
Respondenten die een
afwijzing hebben gekregen (77%) zijn over het algemeen minder tevreden over de
informatievoorziening dan respondenten die een toewijzing hebben gekregen
(94%). Verder blijkt dat respondenten die een rolstoelvoorziening hebben
aangevraagd over het algemeen iets vaker tevreden zijn (97%). Het verschil is
echter niet significant.
Vergeleken met de vorige
meting waarin men kon aangeven of men de informatie goed, voldoende,
onvoldoende of slecht vond is de tevredenheid toegenomen. In 2000 gaf 81% aan
de informatie goed of voldoende te vinden. Dit betrof toen echter alleen
respondenten die een toewijzing hadden gekregen.
De gemeente informeert de
burgers op verschillende manieren over de WVG. Zo bestaat er de Nieuwsbrief
WVG, informatie op de website van de gemeente Delft en de brochure ‘WVG in
Delft’.
Figuur 2.5 Bekendheid met verschillende
communicatiemiddelen over de WVG, in procenten (N varieert van 338 tot 538)
Bron:
DIMENSUS beleidsonderzoek, 2005
De Nieuwsbrief WVG geniet
van deze drie communicatiemiddelen de grootste bekendheid. Bijna tweederde
(64%) van de respondenten kent de Nieuwsbrief van de gemeente, gevolgd door de
brochure ‘WVG in Delft’ die bij de helft van de respondenten bekend is. De informatie
over de WVG op de internetsite is duidelijk minder bekend. Slechts 16% van de
respondenten is hiervan op de hoogte. De bekendheid met de Nieuwsbrief en de
internetsite is zelfs iets groter onder respondenten die een afwijzing hebben
gehad. De verschillen zijn echter niet significant. Diegenen die vinden dat de
informatie over de WVG onvoldoende is, zijn minder bekend met de brochure ‘WVG
in Delft’.
Figuur 2.6 Beoordeling
van de verschillende communicatiemiddelen over de WVG, in procenten (N varieert
van 338 tot 538)
Bron:
DIMENSUS beleidsonderzoek, 2005
De Nieuwsbrief WVG en de
brochure ‘WVG in Delft’ worden door een grote meerderheid van de respondenten
(86%) met een voldoende beoordeeld. Ook de informatie op de website van de
gemeente krijgt van bijna driekwart van de respondenten (72%) een voldoende.
Ongeveer één op de tien respondenten geeft de Nieuwsbrief (9%) en de informatie
op de website (11%) een onvoldoende. De brochure krijgt iets minder vaak een
onvoldoende (6%).
Huisbezoek door een
adviseur van het CIZ
Om de aanvraag goed te
kunnen beoordelen kan het zijn dat aanvragers van een WVG-voorziening thuis
worden bezocht door een adviseur van het CIZ (voorheen RIO DWO) voor een
beoordelingsgesprek.
Figuur 2.7 Aandeel van de respondenten dat een
huisbezoek heeft gehad door een adviseur, in procenten (N=647)
Bron:
DIMENSUS beleidsonderzoek, 2005
Bij bijna driekwart van de
respondenten (72%) die een aanvraag hebben ingediend, heeft een dergelijk
bezoek plaatsgevonden. Bij een kwart was dit niet het geval (26%). Respondenten
die een afwijzing hebben gehad, hebben vaker een huisbezoek gehad (84%
tegenover 72% onder respondenten met een toewijzing). Dit geldt ook voor
respondenten die een rolstoelvoorziening (93%) en een woonvoorziening (86%)
hebben aangevraagd. Respondenten die een taxivoorziening hebben aangevraagd
hebben, zoals mocht worden verwacht, minder vaak een huisbezoek gehad (42%).
Vergeleken bij de vorige
meting is het aandeel respondenten dat een huisbezoek heeft gehad hoger (in
2000 62%).
Figuur 2.8 Beoordeling van de adviseur die men
heeft gesproken tijdens het huisbezoek, in procenten (N varieert van 396 tot
429)
Bron:
DIMENSUS beleidsonderzoek, 2005
Aan de respondenten die een huisbezoek hebben gehad, is gevraagd wat zij
vonden van de hulpvaardigheid, de deskundigheid en de vriendelijkheid van de
adviseur. Over de vriendelijkheid is men het meest te spreken. Vrijwel iedereen
(95%) vindt deze goed of voldoende. Over de deskundigheid en de hulpvaardigheid
is men iets minder tevreden. Toch beoordeelt 91% de hulpvaardigheid en 89% de
deskundigheid als goed of voldoende.
Respondenten die een toewijzing hebben gekregen zijn, zoals mocht worden
verwacht, over alle aspecten meer te spreken dan respondenten die een afwijzing
hebben gekregen. Zo wordt de vriendelijkheid door 97% van de respondenten die
een toewijzing hebben gekregen met goed of voldoende beoordeeld tegenover 86%
van de respondenten die een afwijzing hebben gekregen. De hulpvaardigheid vindt
93% van de respondenten die een toewijzing hebben gehad, goed of voldoende
tegenover 83% van de respondenten die een afwijzing hebben gehad. Respondenten
die een afwijzing hebben gekregen zijn het minst te spreken over de
deskundigheid. Zo geeft 71% van de respondenten die een afwijzing hebben gehad,
een goed of voldoende voor de deskundigheid tegenover 92% van de respondenten
die een toewijzing hebben gekregen. Naar type voorziening en naar aantal
voorzieningen verschilt het beeld nauwelijks.
Vergeleken bij de vorige meting waarin alleen respondenten zijn
ondervraagd die een toewijzing hebben gekregen is het beeld redelijk constant.
Alleen de hulpvaardigheid scoort nu iets lager.
Afhandeling
van de aanvraag
Om een algemeen oordeel te
krijgen over de afhandeling is de respondenten gevraagd een rapportcijfer te
geven over de manier waarop de aanvraag voor een WVG-voorziening door de
gemeente Delft is afgehandeld. Gemiddeld gaven de respondenten hiervoor een
7,2. Circa 10% gaf een onvoldoende.
Respondenten die een
afwijzing hebben gekregen zijn met een 5,2 beduidend negatiever in hun oordeel.
Respondenten die een voorziening toegewezen hebben gekregen geven gemiddeld een
7,4. Respondenten die een taxipas hebben aangevraagd geven ook een iets hoger
cijfer (7,4). Het oordeel neemt iets af naarmate respondenten meer
voorzieningen hebben aangevraagd.
Respondenten die een 8 of
meer hebben gegeven, geven vooral aan dat de aanvraag goed, correct, keurig of
naar volle tevredenheid is afgehandeld. Daarnaast wijst een groot aantal op de
snelheid waarmee de aanvraag is afgehandeld. Een derde reden die vaak naar
voren is gebracht, is de wijze waarop men door de medewerkers is geholpen. Men
vond de medewerkers over het algemeen vriendelijk, begripvol, behulpzaam en/of
deskundig. De volledigheid en helderheid van de informatie die men kreeg is
eveneens meermalen naar voren gebracht.
Diegenen die een 6 of 7
hebben gegeven wijzen eveneens op bovenstaande aspecten. Aan de andere kant
geeft men ook aan dat het allemaal lang duurde, de informatie vaker onvoldoende
was of tegenstrijdig.
Respondenten die een
onvoldoende hebben gegeven dragen hiervoor een groot aantal verschillende, vaak
sterk aan de persoonlijke situatie gerelateerde redenen, naar voren. Het feit
dat het allemaal erg lang duurde is het vaakst naar voren gebracht. Andere
redenen die door enkele respondenten zijn genoemd hebben betrekking op het vaak
moeten terugbellen, onvoldoende inlevingsvermogen van de medewerkers, het langs
elkaar heen werken van medewerkers binnen de organisatie en onvoldoende
informatie.
Bij de vorige meting werd
de afhandeling eveneens beoordeeld met een 7,2. Toen zijn echter alleen
respondenten ondervraagd die een toewijzing hadden gekregen. Wanneer hiermee
rekening wordt gehouden is het oordeel van de respondenten dus verbeterd met
0,2.
3 Woonvoorzieningen
In dit hoofdstuk wordt nader ingegaan op de woonvoorzieningen die de
respondenten via de WVG hebben verkregen. Onder een woonvoorziening wordt
verstaan:
· een woningaanpassing |
· keuring |
· verwijdering drempels |
· onderhoud en reparatie |
· woning rolstoel geschikt maken |
· onderrijdbaar keukenblad |
· traplift |
· roerende zaken |
· stalling scootmobiel |
· tijdelijke huisvesting |
· verhuiskosten |
· vrijmaken woning |
· huurderving |
· aankleding tafel/bedbox |
Bij het beschrijven van de woonvoorzieningen passeren verschillende
aspecten de revue zoals de tevredenheid over de installateur die mogelijk op
bezoek is geweest, de
informatievoorziening en de duidelijkheid omtrent de aanvraagprocedure, de
aflevering of installatie zelf, de tevredenheid over de woonvoorziening in het
algemeen alsmede redenen waarom men ontevreden is en de mate waarin de
woonvoorziening belemmeringen heeft weggenomen.
De installateur of leverancier
Aanvragers van een woonvoorziening kunnen in verband met hun aanvraag
bezoek hebben gehad van een installateur.
Figuur 3.1 Aandeel respondenten met een
woonvoorziening dat een huisbezoek heeft gehad van een installateur of
leverancier, in procenten (N=138)
Bron:
DIMENSUS beleidsonderzoek, 2005
Het overgrote deel van de respondenten (85%) die een woonvoorziening
hebben gekregen, is bezocht door een installateur of leverancier. Dit aandeel is vrijwel vergelijkbaar met de
vorige meting in 2000 waar 82% van de respondenten is bezocht door een
installateur of leverancier.
Figuur 3.2 Beoordeling van de installateur of
leverancier van een woonvoorziening tijdens het huisbezoek, in procenten (N
varieert van 103 tot 113)
Bron:
DIMENSUS beleidsonderzoek, 2005
Over het algemeen is men zeer positief gestemd over de vriendelijkheid,
deskundigheid en hulpvaardigheid van de installateur of leverancier. Op de
vriendelijkheid heeft geen enkele respondent iets aan te merken. Ook de
hulpvaardigheid wordt door 98% van de respondenten met goed of voldoende
beoordeeld. Over de deskundigheid is men eveneens nauwelijks ontevreden.
Slechts 4% beoordeelt deze met een onvoldoende of slecht.
Vergeleken met het onderzoek in 2000 zijn alle aspecten nog iets beter
beoordeeld.
Tevredenheid over de woonvoorziening
Naast het oordeel over de installateur of leverancier is ook gevraagd
wat men vindt van de informatievertrekking over de woonvoorziening, de
duidelijkheid van de aanvraagprocedure en de aflevering van de installatie voor
zover van toepassing.
Figuur 3.3 Beoordeling van verschillende
aspecten die betrekking hebben op de woonvoorziening, in procenten (N varieert
van 111 tot 124)
Bron:
DIMENSUS beleidsonderzoek, 2005
Over de aflevering of installatie is men het meest positief. Ruim de
helft van de respondenten (54%) geeft hieraan de beoordeling goed. De informatie-verstrekking
over de woonvoorziening en de duidelijkheid over de aanvraag-procedure worden
door respectievelijk 41% en 38% van de respondenten goed bevonden. Ruim
eenderde tot de helft van de respondenten geeft een voldoende. Over alle
aspecten is circa 10% minder tevreden (onvoldoende of slecht). De
informatieverstrekking en de aflevering krijgen iets vaker een minder goede
beoordeling (slecht), respectievelijk 6% en 4%.
Ten opzichte van de meting in 2000 is duidelijk sprake van een betere
waardering. Het aandeel respondenten dat de aflevering of installatie goed vond
is met circa 10% toegenomen. Het aandeel respondenten dat een negatieve
waardering heeft uitgesproken is vrijwel gehalveerd.
Figuur 3.4 Tevredenheid over de geleverde
woonvoorziening, in procenten (N=136)
Bron:
DIMENSUS beleidsonderzoek, 2005
Over het algemeen is men tevreden over de geleverde woonvoorziening.
Ruim eenderde van de respondenten (35%) is zeer tevreden en 48% is tevreden.
Circa één op de tien respondenten is ontevreden (5%) of zeer ontevreden (4%).
Diegenen die ontevreden zijn brengen hiervoor verschillende redenen naar voren
zoals de voorziening is na lange tijd nog niet geplaatst, de voorziening
voldoet niet, de kwaliteit van de geleverde voorziening is slecht en er treden
beschadigingen op door de geleverde voorziening.
Bijdrage van de geleverde woonvoorziening
Figuur 3.5 Mate waarin de geleverde
woonvoorziening de belemmeringen heeft weggenomen, in procenten (N=135)
Bron:
DIMENSUS beleidsonderzoek, 2005
Bij de helft van de respondenten (52%) heeft de geleverde
woonvoorziening ertoe bijgedragen dat de belemmeringen die aanleiding waren om
de aanvraag in te dienen, helemaal zijn weggenomen. Een kwart (24%) geeft aan
dat dit bijna helemaal het geval is. Bij 6% van de respondenten is dit bijna
niet (1%) of helemaal niet (5%) het geval. Een deel kan dit niet aangeven (6%).
Dit betekent dat bij circa driekwart van de respondenten die een
woonvoorziening hebben gekregen dit ook daadwerkelijk heeft geleid tot het
(grotendeels) wegnemen van de belemmeringen. Deze respondenten zijn over het
algemeen ook vaker (zeer) tevreden over de verkregen woonvoorziening (92%
tegenover 83% gemiddeld).
4 Rolstoelvoorzieningen
In dit hoofdstuk wordt aandacht besteed aan de rolstoelvoorzieningen die
de respondenten via de WVG hebben verkregen. Onder een rolstoelvoorziening
wordt verstaan:
· de rolstoel zelf (handbewogen, elektrisch |
· douche- of toiletstoel |
of sport) |
· verrijdbare tillift |
· aanpassingen en accessoires |
· rolstoelvoorziening t.b.v. kinderen |
· rijlessen |
· algemene rolstoelvoorziening |
Bij de beschrijving van de rolstoelvoorzieningen wordt ingegaan op de
tevredenheid over de installateur die mogelijk op bezoek is geweest, de
informatievoorziening en de duidelijkheid omtrent de aanvraagprocedure, de
aflevering of installatie zelf, de tevredenheid over de rolstoelvoorziening in
het algemeen alsmede redenen waarom men ontevreden is en de mate waarin de
rolstoelvoorziening belemmeringen heeft weggenomen. Daarnaast wordt aandacht
besteed aan de keuzemogelijkheid om de rolstoel aan te schaffen of in bruikleen
te krijgen.
De installateur / leverancier
Ook aanvragers van een rolstoelvoorziening kunnen in verband met hun
aanvraag thuis zijn bezocht door een installateur of leverancier.
Figuur 4.1 Aandeel respondenten met een
rolstoelvoorziening dat een huisbezoek heeft gehad van een installateur of
leverancier, in procenten (N=647)
Bron:
DIMENSUS beleidsonderzoek, 2005
Ruim driekwart van de respondenten (79%) die een rolstoelvoorziening
hebben gekregen, is thuis bezocht door een installateur of leverancier. Bij de
vorige meting in 2000 lag dit aandeel lager, namelijk op 71%.
Figuur 4.2 Beoordeling van de installateur of
leverancier van een rolstoel-voorziening tijdens het huisbezoek, in procenten
(N varieert van 131 tot 138)
Bron:
DIMENSUS beleidsonderzoek, 2005
Ook over de vriendelijkheid, hulpvaardigheid en de deskundigheid van de
installateur of leverancier is men zeer tevreden. De vriendelijkheid scoort
wederom het best. Bijna tweederde (62%) vindt deze goed, ruim een derde (35%)
voldoende. Slechts 3% van de respondenten beoordeelt deze negatief (onvoldoende
of slecht). De tevredenheid over de hulpvaardigheid en de deskundigheid wijkt
hier nauwelijks van af. Het aandeel respondenten dat ontevreden is over deze
aspecten bedraagt voor de hulpvaardigheid 6% en voor de deskundigheid 8%.
Dit beeld komt vrijwel overeen met de meting in 2000. Over de
deskundigheid is men nu iets positiever gestemd (+2%).
Tevredenheid over de rolstoelvoorziening
Figuur 4.3 Beoordeling van verschillende
aspecten die betrekking hebben op de rolstoelvoorziening, in procenten (N
varieert van 157 tot 169)
Bron:
DIMENSUS beleidsonderzoek, 2005
Naast het oordeel over de installateur of leverancier is ook gevraagd
hoe men de informatievertrekking over de rolstoelvoorziening, de duidelijkheid
van de aanvraagprocedure en de aflevering van de installatie voor zover van
toepassing beoordeelt. Het merendeel van de respondenten is positief over deze
aspecten. Evenals bij de woonvoorziening is men over de aflevering of
installatie van de rolstoelvoorziening het meest positief. Zo geeft meer dan de
helft van de respondenten (54%) hieraan de beoordeling goed, 34% vindt het
voldoende. De duidelijkheid over de aanvraag procedure en de
informatieverstrekking over de rolstoelvoorziening worden door respectievelijk
46% en 45% van de respondenten goed bevonden. Eenzelfde aandeel beoordeelt deze
als voldoende. Circa 10% van de respondenten is ontevreden (onvoldoende of
slecht) over alle aspecten. Bij de aflevering of installatie gaat het om 12%,
bij de informatieverstrekking om 10% en bij de duidelijkheid over de
aanvraagprocedure om 9% van de respondenten.
Ruim driekwart van de respondenten is (zeer) tevreden over de geleverde
rolstoelvoorziening. Ruim een kwart (28%) is zeer tevreden, de helft (50%) is
tevreden. Eén op de tien respondenten is ontevreden (6%) of zeer ontevreden
(4%) over de geleverde dienstverlening. Diegenen die ontevreden zijn wijzen op
de lange wachttijd of de slechte kwaliteit van de geleverde rolstoel.
Figuur 4.4 Tevredenheid over de geleverde
rolstoelvoorziening, in procenten (N=188)
Bron:
DIMENSUS beleidsonderzoek, 2005
Bijdrage van de geleverde rolstoelvoorziening
Bij 40% van de respondenten heeft de geleverde rolstoelvoorziening ertoe
bijgedragen dat de belemmeringen die aanleiding waren om de aanvraag in te
dienen, helemaal zijn weggenomen. Een vijfde (21%) geeft aan dat dit bijna
helemaal het geval is. Bij 5% van de respondenten is dit bijna niet of helemaal
niet (3%) het geval. Een deel kan dit niet aangeven (6%).
Figuur 4.5 Mate waarin de geleverde
rolstoelvoorziening de belemmeringen heeft weggenomen, in procenten (N=185)
Bron:
DIMENSUS beleidsonderzoek, 2005
Dit betekent dat bij ruim 60% van de respondenten die een
rolstoelvoorziening hebben gekregen dit ook daadwerkelijk heeft geleid tot het
(grotendeels) wegnemen van de belemmeringen. Deze respondenten zijn over het
algemeen ook vaker (zeer) tevreden over de geleverde rolstoelvoorziening (90%
tegenover 78% gemiddeld).
Keuzemogelijkheid
Per 1 februari 2004 krijgt iedereen die in aanmerking komt voor een
rolstoel de keuze om de rolstoel in bruikleen te krijgen via de gebruikelijke
leverancier van de gemeente Delft of om de rolstoel aan te schaffen via het
Persoons Gebonden Budget.
Figuur 4.6 Aandeel respondenten met een
rolstoelvoorziening dat de keuze heeft gehad om de rolstoel in bruikleen te
krijgen of om deze aan te schaffen via het Persoons Gebonden Budget, in
procenten (N=175)
Bron:
DIMENSUS beleidsonderzoek, 2005
In totaal geeft minder dan
eenderde (31%) van de respondenten aan dat men een dergelijke keuze kon maken.
Figuur 4.7 Keuze die aanvragers van een
rolstoelvoorziening hebben gemaakt ten aanzien van bruikleen of aanschaf via
het Persoons Gebonden Budget, in procenten (N=54)
Bron:
DIMENSUS beleidsonderzoek, 2005
Vrijwel iedereen (94%) die
de keuzemogelijkheid wel heeft gehad, heeft gekozen voor een rolstoel in
bruikleen. Als reden hiervoor noemt men vooral dat dit hen is geadviseerd of
dat dit het gemakkelijkst is. Niemand heeft gekozen voor de aanschaf via het
Persoons Gebonden Budget. De overige respondenten weten het niet meer (6%).
5 Vervoersvoorzieningen
De vervoersvoorzieningen die de respondenten via de WVG hebben verkregen
staan centraal in dit hoofdstuk. Onder vervoersvoorzieningen worden verstaan:
· scootmobiel |
· buitenwagen open elektrisch |
· aanpassingen scootmobiel |
· ander verplaatsingsmiddel |
· bruikleenauto |
· bovenlokaal vervoer |
· gebruik bruikleenauto |
· (rolstoel)taxikostenvergoeding |
Bij het beschrijven van de vervoersvoorzieningen wordt aandacht besteed
aan de tevredenheid over de installateur die mogelijk op bezoek is geweest, de
informatievoorziening en de duidelijkheid omtrent de aanvraagprocedure, de
aflevering of installatie zelf, de tevredenheid over de vervoersvoorziening in
het algemeen alsmede redenen waarom men ontevreden is en de mate waarin de
vervoersvoorziening belemmeringen heeft weggenomen
De installateur / leverancier
Wanneer mensen een aanvraag indienen voor een vervoersvoorziening kan
men een bezoek krijgen van een installateur of leverancier.
Figuur 5.1 Aandeel respondenten met een
vervoersvoorziening dat een huisbezoek heeft gehad van een installateur of
leverancier, in procenten (N=68)
Bron:
DIMENSUS beleidsonderzoek, 2005
Van de respondenten die een vervoersvoorziening hebben gekregen heeft
62% een huisbezoek gekregen van een installateur of leverancier.
Dit aandeel ligt hoger dan bij de vorige meting toen iets meer dan de
helft van de respondenten (52%) een bezoek heeft gekregen van een installateur
of leverancier.
Figuur 5.2 Beoordeling van de installateur of
leverancier van een vervoersvoorziening tijdens het huisbezoek, in procenten (N
varieert van 38 tot 39)
Bron:
DIMENSUS beleidsonderzoek, 2005
Over de vriendelijkheid, hulpvaardigheid en de deskundigheid van de
installateur of leverancier van een vervoersvoorziening is iedereen tevreden.
Het meest positief is men over de hulpvaardigheid waaraan ruim de helft van de
respondenten (56%) de waardering goed geeft. Bij de deskundigheid en de
vriendelijkheid ligt dit op respectievelijk 50% en 49%.
Tevredenheid over de vervoersvoorziening
Daarnaast is ook gevraagd hoe men de informatieverstrekking over de
vervoersvoorziening, de duidelijkheid van de aanvraagprocedure en de aflevering
van de installatie voor zover van toepassing beoordeelt.
Figuur 5.3 Beoordeling van verschillende
aspecten die betrekking hebben op de vervoersvoorziening, in procenten (N
varieert van 45 tot 55)
Bron:
DIMENSUS beleidsonderzoek, 2005
Evenals bij de woonvoorziening en de rolstoelvoorziening is men ook bij
de vervoersvoorziening het meest positief over de aflevering of installatie. Zo
geeft bijna de helft van de respondenten (49%) hieraan de beoordeling goed.
Over de informatieverstrekking hieromtrent is ruim eenderde (34%) zeer tevreden
(goed) en over de duidelijkheid van de aanvraagprocedure ruim een kwart (27%).
Het merendeel geeft de waardering voldoende. Ook over deze voorziening is circa
10% ontevreden over deze punten.
Ook bij de vervoersvoorziening is vergeleken met de meting in 2000 de
beoordeling op alle punten verbeterd.
Figuur 5.4 Tevredenheid over de geleverde
vervoersvoorziening, in procenten (N=67)
Bron:
DIMENSUS beleidsonderzoek, 2005
Driekwart van de respondenten (75%) is (zeer) tevreden over de geleverde
vervoersvoorziening. Eenderde (33%) is zeer tevreden, 42% is tevreden. Van de
respondenten is 6% ontevreden en 1% zeer ontevreden over de geleverde
vervoersvoorziening. Diegenen die ontevreden zijn (6 respondenten) noemen allemaal
een andere reden.
Bijdrage van de geleverde rolstoelvoorziening
Evenals
bij de rolstoelvoorziening heeft bij 41% van de respondenten de geleverde
vervoersvoorziening ertoe bijgedragen dat de belemmeringen die aanleiding waren
om de aanvraag in te dienen, helemaal zijn weggenomen. Een kwart (25%) geeft
aan dat dit bijna helemaal het geval is. Bij 3% van de respondenten is dit
bijna niet of helemaal niet (3%) het geval. Een deel kan dit niet aangeven
(3%). Dit betekent dat bij circa tweederde van de respondenten die een
vervoersvoorziening hebben gekregen dit ook daadwerkelijk heeft geleid tot het
(grotendeels) wegnemen van de belemmeringen. Deze respondenten zijn over het
algemeen ook vaker tevreden over de geleverde vervoersvoorziening (86%
tegenover 75% gemiddeld).
Figuur 5.5 Mate waarin de
geleverde vervoersvoorziening de
belemmeringen heeft weggenomen, in
procenten (N=65)
Bron:
DIMENSUS beleidsonderzoek, 2005
6 Regio Taxi
In dit hoofdstuk staat de Regio Taxi centraal. De aandacht gaat uit naar
de tevredenheid over de chauffeurs, de veiligheid, het comfort en de
dienstregeling van de Regio Taxi.
De chauffeurs
Figuur 6.1 Beoordeling van de chauffeurs van de
Regio Taxi, in procenten (N varieert van 308 tot 343)
Bron:
DIMENSUS beleidsonderzoek, 2005
Op de vraag hoe men
verschillende aspecten van de chauffeurs van de Regio Taxi, ervaart scoren de
vriendelijkheid en de hulpvaardigheid het best (beide 63% goed). Ongeveer
eenderde vindt het voldoende. Over de deskundigheid spreekt ruim de helft (53%)
het oordeel goed uit. Het aandeel respondenten dat ontevreden (onvoldoende,
slecht) is, is het kleinst als het gaat om de hulpvaardigheid. Slechts 4% is
hierover minder te spreken (onvoldoende, slecht). Als het gaat om de
vriendelijkheid en de deskundigheid bedragen deze percentages respectievelijk
7% en 8%.
De veiligheid
Ruim driekwart van de
respondenten (78%) voelt zich in de Regio Taxi veilig (68%) tot zeer veilig
(10%). Een klein deel beoordeelt deze als onveilig (4%) tot zeer onveilig (2%).
De overige respondenten geven een neutraal antwoord (10%) of weten het niet
(6%).
Figuur 6.2 Beoordeling van de veiligheid in de
Regio Taxi, in procenten (N=382)
Bron:
DIMENSUS beleidsonderzoek, 2005
Het comfort
Figuur 6.3 Beoordeling van het comfort van de
Regio Taxi, n procenten (N=394)
Bron:
DIMENSUS beleidsonderzoek, 2005
Het comfort vindt bijna drie kwart van de respondenten (71%) voldoende.
Circa een vijfde (18%) geeft hiervoor echter een onvoldoende. Als redenen
worden hiervoor verscheidene aspecten meerdere keren genoemd. Een stugge
vering, waardoor de bus sterk schudt of hobbelt is daarbij het vaakst
aangegeven. Daarnaast vindt men de ruimte in de bus vaak te klein omdat de
stoelen te dicht op elkaar staan en de beenruimte vaak onvoldoende is. Op de
kwaliteit van de stoelen heeft een groot aantal respondenten ook iets aan te
merken. Daarnaast wordt meermaals gewezen op de rijstijl van de chauffeur, de
in- en uitstap die te hoog of niet goed is en het feit dat men zelf, of de
rolstoelen of de rollators niet worden vastgezet.
De dienstregeling
De Regio Taxi werkt zonder vaste dienstregeling. Men wordt gehaald als
men heeft gebeld. Alleen bij drie Regio Taxihaltes geldt een vaste
dienstregeling: halte winkelcentrum In de Hoven, halte Kruisstraat en halte
verpleeghuis De Bieslandhof.
Figuur 6.4 Aandeel respondenten dat gebruik
maakt van één van de haltes met een vaste dienstregeling, in procenten (N=385)
Bron:
DIMENSUS beleidsonderzoek, 2005
Ruim eenderde van de respondenten (36%) maakt wel eens gebruik van één
van deze haltes waarvoor een vaste dienstregeling geldt. Bij ruim de helft van
de respondenten (56%) is dit niet het geval.
Figuur 6.5 Belang dat men hecht aan deze haltes
met een vaste dienstregeling, in procenten (N=135)
Bron:
DIMENSUS beleidsonderzoek, 2005
Het overgrote deel van de respondenten die wel eens gebruik maken van
een van deze haltes met een vaste dienstregeling (86%), vindt het belangrijk
dat deze haltes er zijn. Hiervoor worden verschillende redenen naar voren
gebracht. Het feit dat het gaat om vaste tijden, die mensen zekerheid geven, is
het meest genoemd. Daarnaast vindt men het voordeel dat de wachttijden hierdoor
een stuk korter worden. Een aantal respondenten wijst nog op de flexibiliteit
die hierdoor wordt vergroot, zeker als men gaat winkelen. Slechts een beperkt
aantal respondenten vindt het fijn dat men dan niet meer hoeft te bellen.
Bijlage
1 Responsoverzicht
Steekproef
en respons totaal
Bruto Steekproef |
1.294 |
|
Waarvan ruis: |
|
|
- retour afzender |
11 |
|
- alleen met opmerking teruggestuurd |
14 |
|
- overleden/ziek |
8 |
|
- geen aanvraag ingediend |
6 |
|
- zeer slecht ingevuld |
10 |
|
- verhuisd |
1 |
|
Totaal ruis: |
50 |
|
Netto steekproef |
1.244 |
100,0% |
|
682 |
54,8% |
- niet teruggestuurd |
562 |
45,2% |
Bijlage 2 Kenmerken van de respondenten
1 Geslacht en leeftijdsgroep
|
populatie |
respons |
Mannen < 41 jaar |
2% |
2% |
Mannen 41 t/m 65 jaar |
5% |
6% |
Mannen 66 t/m 75 jaar |
7% |
8% |
Mannen 75+ |
14% |
14% |
Vrouwen < 41 jaar |
4% |
3% |
Vrouwen 41 t/m 65 jaar |
13% |
13% |
Vrouwen 66 t/m 75 jaar |
19% |
21% |
Vrouwen 75+ |
36% |
33% |
Totaal |
100% |
100% |
2 Soort voorziening
|
populatie |
respons |
Woonvoorziening |
38% |
38% |
Rolstoelvoorziening |
18% |
17% |
Vervoersvoorziening |
23% |
22% |
Regio Taxi |
21% |
23% |
Totaal |
100% |
100% |
3 Aantal voorzieningen
|
populatie |
respons |
Afwijzing |
22% |
13% |
1 of 2 voorzieningen |
70% |
75% |
3 voorzieningen of meer |
8% |
12% |
Totaal |
100% |
100% |
Bijlage 3 De vragenlijst