Sector WIZ

Rapportage 3de Kwartaal 2005

t.b.v. College van B&W

(t.k.n. commissie WZO)


Inhoudsopgave

1       Werk en Inkomen. 1

1.1  Uitkeringen. 1

1.2  Klanten (cliënten & partners) 1

2       Werk. 4

2.1  Trajectaanpak. 4

2.1.1      Ontwikkeling reïntegratieaanbod. 4

2.1.2      Collegedoelstelling Fase-4. 5

2.1.3      Trajecten team Activering (Fase-4 – Oudkomers) 6

2.1.4      Sluitende aanpak 16-23 jarigen. 6

2.1.5      Kinderopvang. 6

2.2  Gesubsidieerde Arbeid. 8

2.2.1      Proefplaatsingen. 8

2.2.2      Opstapbanen. 8

2.2.3      Participatiebanen. 9

2.2.4      Loonkostensubsidie. 9

2.2.5      I/D-Banen (In- en Doorstroombanen) 9

2.3  Projecten. 10

2.3.1      Project samenlopers. 10

2.3.2      Project weesfietsen. 10

2.3.3      Project schoonmaken / opruimen openbare ruimte. 10

2.4  Activering één-ouders. 11

3       Integratie en Educatie. 13

3.1  Wet Inburgering Nieuwkomers. 13

3.2  Volwasseneneducatie. 14

3.2.1      Deelnemersaantallen Volwasseneneducatie. 14

3.2.2      Verzuimpercentage volwasseneneducatie. 14

3.2.3      Wachtlijsten volwasseneneducatie. 14

3.3  Oudkomers cursussen. 14


4       Inkomen. 16

4.1  Fraudebestrijding. 16

4.2  Delft Uitkeringen Informatie Team (DUIT) 17

4.3  Delftpas. 17

4.4  AV-Delft 18

4.5  Bijzondere bijstand. 18

4.6  Huisbezoeken. 19

4.7  Sportfonds. 19

4.8  Financiële resultaten Bijzondere bijstand en Minimabeleid. 20

5       Zorg. 22

5.1  WVG   22

5.2  Budgetwinkel 23

6       Overig. 25

6.1  Klachten. 25

6.2  Bezwaarschriften. 26


1                    Werk en Inkomen

 

1.1               Uitkeringen

 

Tabel 1.1 – Ontwikkeling Uitkeringen (WWB, IOAW, IOAZ, BZ: 65- & 65+)

 

2000

2001

2002

2003

2004

2005

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1e kw

2e kw

3e kw

4e kw

Totaal

 

aantal

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Uitkeringen – start peilperiode

 

2.979

2.943

3.050

3.115

3.114

3.077

3.040

 

3.114

Instroom in uitkering

 

1.121

1.216

1.183

1.204

228

265

71

 

564

Uitstroom uit uitkering

 

1.157

1.109

1.118

1.205

265

302

165

 

732

Uitkeringen – eind peilperiode

2.979

2.943

3.050

3.115

3.114

3.077

3.040

2.946

 

2.946

Uitkeringen – gemiddeld

 

 

 

 

3.143

3.097

3.048

2.965

 

3.037

Bron: SDV (GWS)
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 

 

In het beleidsplan is aangegeven dat we voor 2005 een stijging van 3% tot 6% van het aantal uitkeringen verwachten. In 2004 hadden we een gemiddeld aantal uitkeringen van 3.143. Tot en met het 3de kwartaal van 2005 is het gemiddeld aantal uitkeringen 3.037. Ten opzichte van 2004 is een daling van 3,4% te constateren. Landelijk is er een stijging van het aantal uitkeringen t.o.v. 2004 van 0,89 %.

 

Figuur 1.1 – Ontwikkeling Uitkeringen (WWB, IOAW, IOAZ)

Bron: SVD (GWS)

 

1.2               Klanten (cliënten & partners)

 

Het aantal klanten is groter dan het aantal uitkeringen. Dit heeft te maken met de wettelijke systematiek en de daaraan verbonden registratiemethodiek. Zo worden tussen 500 en 600 uitkeringen verstrekt aan gezinnen, zijnde twee partners met of zonder kinderen, in het aantal uitkeringen tellen deze éénmaal mee. Voor de aantallen klanten tellen beide partners mee, vandaar de discrepantie.

 

Met betrekking tot de fase-indeling is het volgende van belang:

Met ingang van 9 juli 2004 is gestart met de herbeoordeling van het klantenbestand WIZ in het kader van de WWB. Het project Talenter heeft in 2004 een gedeelte voor haar rekening genomen (247). Het restant (ongeveer 840) is door de reguliere consulenten uitgevoerd. Per 1 oktober 2005 dient er nog een aantal 531 (18%) te worden herbeoordeeld in het kader van de WWB.

 

Het Fase-4 bestand van de gemeente bedroeg in augustus 2004 zo'n 2394 klanten. Na de toepassing van de nieuwe regelgeving conform de WWB en met in acht name van de nieuwe reïntegratieverordening blijkt op 1 juli 2005 nog een aantal van 1516 klanten* als fase vier te zijn geïndiceerd.

 
Tabel 1.2 - Ontwikkeling klanten (WWB, IOAW, IOAZ)

 

2004

2005

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1e kw

2e kw

3e kw

4e kw

 

 

 

 

 

 

aantal

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Klanten met uitkering

3.520

3.577

3.535

3.422

 

 

 

 

 

 

waarvan:

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Fase 1

14

137

142

119

 

 

 

 

 

 

Fase 2

321

322

313

312

 

 

 

 

 

 

Fase 3

828

813

798

789

 

 

 

 

 

 

Fase-4

2251

2.226

2.198

1.992

 

 

 

 

 

 

Onbekend

106

79

84

210

 

 

 

 

 

 

Bron: SDV (GWS)
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 

 

Het aantal Fase-4 klanten in de tabel is hoger dan het aantal dat nu conform de nieuwe regelgeving als Fase-4 is geïndiceerd. Dit komt omdat in het registratiesysteem de fasering nog niet is aangepast. In het 4de kwartaal zullen er acties worden genomen om dit aan te passen.

 



2                    Werk

 

2.1               Trajectaanpak

2.1.1          Ontwikkeling reïntegratieaanbod

De gemeente Delft heeft de volgende doelstellingen:

1.       Bieden van een sluitende reïntegratieaanpak aan de nieuwe instroom werkzoekenden klanten Fase-2 , Fase-3 en Fase-4 (inclusief de niet-uitkeringsgerechtigden en ANW-ers) alsook aan WWB klanten Fase-2 en Fase-3 die al langer een uitkering ontvangen

2.       Intensievere Fase-4 aanpak

3.       Ontwikkelen van en invulling geven aan nieuw instrumentarium (gesubsidieerd werk) vastgelegd in de Delftse reïntegratieverordening Werk en Bijstand

 

De reïntegratietrajecten worden extern ingekocht middels contracten bij private reïntegratiebedrijven. Het vakteam T&M verzorgt de toeleiding naar deze contracten en houdt vervolgens regie (monitoring) op de voortgang van de trajecten en op de contractafspraken die met elk reïntegratiebedrijf zijn vastgelegd. Tevens verzorgt dit vakteam de toeleiding en monitoring naar het nieuw instrumentarium en naar het vakteam Activering.

 

Tabel 2.1.1 – Ontwikkeling reïntegratieaanbod1

 

2004

 

 

2005

 

 

 

 

 

 

 

Productie-

Realisatie

 

Productie-

Realisatie

 

 

 

 

 

 

prognose

 

 

prognose

1e kw

2e kw

3e kw

4e kw

Totaal

 

 

aantal

 

%

aantal

 

 

 

 

 

%

Klanten in traject – start peilperiode

 

816

 

 

809

953

999

 

809

 

Instroom in traject

900

721

80,1%

910

290

212

201

 

703

77,3%

waarvan:

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Fase 2/3

150

257

171,3%

150

78

43

13

 

134

89,3%

Fase-4

535

285

53,3%

445

135

71

50

 

256

57,5%

NUG

90

35

38,9%

40

4

3

1

 

8

20,0%

Proefplaatsing / Opstapbaan / Participatiebaan

125

144

115,2%

285

73

95

137

 

305

107,0%

Uitval voor traject

 

126

 

 

28

37

48

 

113

 

Uitstroom uit traject

 

602

 

 

118

129

135

 

382

 

waarvan:

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Betaald of gesubsidieerd werk

 

132

 

 

43

31

36

 

110

 

Vrijwilliger of in de sfeer van beschermd werk

 

86

 

 

13

5

13

 

31

 

Zorg & Overig

 

384

 

 

62

85

86

 

233

 

Klanten in traject – eind peilperiode

 

809

 

 

953

999

1.017

 

1.017

 

 Percentage is Realisatie t.o.v. Productieprognose

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Bron: T&M (GWS)
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 

1Aantal kan verschillen met een vorige KWARAP door aanpassingen in de registratie.

 

De specificatie uitval geldt voor deelnemers die tussen de aanmelding en de start van een traject om diverse redenen uitgevallen zijn. Veelal zijn deze redenen niet verwijtbaar aan de kwaliteit van het reïntegratiebedrijf maar heeft dit te maken met; de problematiek van de klant, de kwaliteit van doorverwijzing van WIZ of de “No show” van de klant. Op al deze onderdelen vindt er op dit moment kwaliteitsslagen plaats om dit aantal te verkleinen. Voorbeelden hierbij zijn: een strenger en stringenter interventiebeleid bij “No show” en de inkoop van meer gespecialiseerde medisch/psychische advisering. Met de reïntegratiebedrijven is contractueel vastgelegd dat het uitvalspercentage niet hoger mag zijn dan 20%. Tot en met het 3de kwartaal 2005 komt het uitvalpercentage op 16,1 % (113 uitval t.o.v. 703 instroom).

 

Relatief gesproken komt de meeste uitval voor bij de zware trajecten bestemd voor de Fase-4 doelgroep. De reden medisch/psychische problematiek neemt hierbinnen een grote plaats in. De verwachting is dat met de komst van extra en gespecialiseerde medisch/psychische instrumenten dit aantal omlaag gaat.

 

De productieprognose NUG (niet uitkeringsgerechtigden ) is niet actief door WIZ te beïnvloeden. Voor de productieprognose Fase-4 geldt dat uitgezocht gaat worden of/en welke extra acties mogelijk zijn om de Fase-4 instroom te vergroten.

 

2.1.2          Collegedoelstelling Fase-4

Het College heeft in het Collegeprogramma 2002-2006 “Voorzetten en doorzetten” de

volgende doelstellingen inzake het klantenbestand Fase-4 geformuleerd:

 

De omvang van de doelgroep Fase-4 klanten is op 1 april 2002 vastgesteld op 2.239 klanten. Onderstaande tabel laat ultimo zien welke resultaten er zijn geboekt met deze klanten op het gebied van werk, sociale activering, zorg en overig.

 

De klanten, en zeker de Fase-4 klanten, kunnen gedurende een periode van een aantal jaren vaker dan 1 keer een reïntegratie of begeleidingsaanbod krijgen welke afgesloten wordt met een resultaat. In de presentatie van deze resultaten is gekozen om het 1e behaalde resultaat vanaf april 2002 als vertrekpunt te nemen en deze via onderstaande systematiek te presenteren. Onze intentie is om aan het eind van de collegeperiode opnieuw te kijken naar de resultaten en daarbij het laatst behaalde resultaat gedurende de collegeperiode als uitgangspunt te nemen.

 

Tabel 2.1.2 – Collegedoelstelling Fase-4

 

Doel-

Realisatie t/m

Doel-

Realisatie t/m

 

 

stelling

 2004

 

stelling 

1e kw ‘05

2e kw ‘05

3e kw ‘05

4e kw ‘05

 

 

 

aantal

 

%

aantal

 

 

 

 

%

 

Totaal – Resultaat (inclusief in traject)

2.239

1.290

57,6%

2.239

1.329

1.470

1.633

 

72,9%

 

waarvan:

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Werk

746

280

37,5%

746

284

296

313

 

42,0%

 

Sociaal geactiveerd

746

163

21,8%

746

166

198

195

 

26,5%

 

Zorg / Overig

746

847

113,5%

746

879

976

982

 

131,6%

 

Gestart in traject

 

122

 

 

127

134

143

 

 

 

Nog opnemen in traject

 

827

 

 

783

635

606

 

27,1%

 

 Percentage Realisatie t.o.v. Doelstelling

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Bron: T&M / A&I / VPO (GWS / IMWIN)
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 

 

Reeds in vorige Kwarap’s was de trend zichtbaar dat de groep zorg/overig waarschijnlijk groter zou zijn dan de beoogde 33% van het bestand. Verwacht wordt dat deze lijn zich in 2005 zal voortzetten, waardoor het behalen van de overige doelstellingen (eenderde werk en eenderde sociaal geactiveerd) onder druk komt te staan. Het betreft hier echter een niet te beïnvloeden groep bijstandsgerechtigden. De omvang van deze groep wordt in de huidige aanpak nu langzaamaan inzichtelijk, waardoor tevens de overige doelstelling in een ander perspectief worden gezet.

 

In het afgelopen jaar hebben er bestandsanalyses en aanvullende gesprekken plaatsgevonden met de fase 4 doelgroep. Met de groep waarmee nog geen resultaat is behaald (606 klanten) – en potentiële klanten voor een trajectaanpak zijn – zullen in het 4de kwartaal extra acties gaan lopen.

 

 


2.1.3          Trajecten team Activering (Fase-4 – Oudkomers)

De doelgroep van Activering zijn de Fase-4 Oudkomers met een taalachterstand. Het hoofdbestanddeel van de activeringstraject is taaleducatie. Met de klanten worden diagnosegesprekken gevoerd die moeten leiden tot een trajectplan gericht op arbeidsactivering, sociale activering of maatschappelijke activering. Arbeidsactivering houdt in dat er voor de klant door taaleducatie, coachen en monitoren van de klant een herfasering van Fase-4 naar fase 2/3 kan plaatsvinden. Na herfasering zal de klant een vervolgtraject krijgen tot arbeid bij een RIB.

 

Een klant wordt door T&M aangemeld bij Activering. De klant wordt hierna gescreend of het een klant is die door Activering geholpen kan worden. Verder wordt bekeken of het nieuwe aanmelding is of dat de klant in 2004 al eerder een intake heeft gehad bij Activering. Als er verder geen belemmeringen zal er een intake plaatsvinden en wordt de klant uitgenodigd om zich te melden voor een diagnosegesprek.

 

Tabel 2.1.3 – Ontwikkeling Trajecten team Activering (Fase-4 – Oudkomers)

 

2004

 

 

2005

 

 

 

 

 

 

 

Productie-

Realisatie

 

Productie-

Realisatie

 

 

 

 

 

 

prognose

 

 

prognose

1e kw

2e kw

3e kw

4e kw

Totaal

 

 

aantal

 

%

aantal

 

 

 

 

 

%

Klanten in traject – start peilperiode1

 

156

 

 

212

224

217

 

212

 

Instroom in traject *

200

171

85,5%

190

34

21

20

 

75

39,5%

Uitval voor traject

 

30

 

 

8

6

3

 

17

 

Uitstroom uit traject

 

85

 

 

14

22

36

 

72

 

waarvan **:

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Betaald of gesubsidieerd werk

 

4

4,7%

 

0

0

0

 

0

0,0%

Vrijwilliger of in de sfeer van beschermd werk

 

56

65,9%

 

7

11

12

 

30

41,7%

Zorg & Overig

 

25

29,4%

 

7

11

24

 

42

58,3%

Klanten in traject – eind peilperiode

 

212

 

 

224

217

198

 

198

 

 * Percentage is Realisatie t.o.v. Productieprognose 

 

 

 

 

 

 

 

 ** Percentage is Realisatie Uitstroom per reden t.o.v. Realisatie Uitstroom totaal

 

 

 

 

 

 

Bron: A&I (IMWIN)
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 

1Aantal kan verschillen met een vorige KWARAP door aanpassingen in de registratie.

 

De resultaten wijzen uit dat de instroom aandacht blijft vragen. Activering is voor de instroom afhankelijk van de toeleverancier. Het lage instroomcijfer heeft te maken met het feit dat binnen de doelgroep van Activering sprake is van een afroming van deze doelgroep. Er komen landelijk minder inburgeraars binnen en verder heeft een deel van de doelgroep al eens eerder in traject gezeten bij Activering. Geconstateerd kan worden dat alle acties om de doelgroep in beeld te krijgen worden ingezet en uitgevoerd.

 

Bij de huidige ontwikkeling van de aantallen is nog niet meegenomen de mogelijke stop op de instroom gezien de bezuinigingstaakstelling 2006 op het vakteam A&I.

2.1.4          Sluitende aanpak 16-23 jarigen

Doel van het project Sluitende aanpak 16-23 jarigen is te komen tot een sluitende aanpak voor jongeren in de leeftijd van 16 tot 23 jaar die niet op eigen kracht onderwijs kunnen volgen of werk kunnen vinden. De Regionaal Meld- en Coördinatiefunctie voortijdig schoolverlaten (RMC) werkt binnen dit project samen met het jongerenwerk en de sector Werk Inkomen Zorg (WIZ).

 

Tabel 2.1.4 – Sluitende aanpak 16-23 jarigen

Deze tabel werd tbv het prestatieboek één keer per jaar samengesteld. Met het RMC wordt gesproken over het opnemen van gegevens per kwartaal. Op dit moment zijn er geen recente gegevens.

 

2.1.5          Kinderopvang

Doel van het monitoren van de kinderopvang is er voor te waken dat het loket de rol van de klantmanager (als regisseur kinderopvang) op het randvoorwaardelijke terrein voor de invulling van trajecten kan ondersteunen; de zorg voor kinderen mag geen belemmering zijn voor het starten van een reïntegratietraject.

 

Tabel 2.1.5 – Kinderopvang

Deze tabel is nieuw in de Kwarap en kan op dit moment niet worden samengesteld. Uit de registratie is het moeilijk om een eenduidig overzicht van de aantallen te maken.

 

 


2.2               Gesubsidieerde Arbeid

2.2.1          Proefplaatsingen

In het beleidsplan Werk en Inkomen 2004 is voor nieuwe instroom binnen Delft het instrument proefplaatsing geïntroduceerd. Dit instrument heeft een tweeledig doel:

-          invulling van het principe ‘werk boven inkomen’

-          door het opdoen van werkervaring een betere kans op doorstroming bieden naar duurzame arbeid en/of het verkrijgen van meer arbeidsmarktkwalificatie gericht op latere uitstroom.

 

Tabel 2.2.1 – Proefplaatsingen

 

2004

 

 

2005

 

 

 

 

 

 

 

Productie-

Realisatie

 

Productie-

Realisatie

 

 

 

 

 

 

prognose

 

 

prognose 

1e kw

2e kw

3e kw

4e kw

Totaal

 

 

aantal

 

%

aantal

 

 

 

 

 

%

Aangemeld naar Proefplaatsing

 

 

 

 

43

46

50

 

139

 

Gestart op Proefplaatsing

65

56

86,2%

135

9

37

23

 

69

51,1%

Niet gestart op Proefplaatsing

 

 

 

 

5

11

17

 

33

 

waarvan:

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Regulier werk

 

 

 

 

2

3

5

 

10

 

Zorg & Overig

 

 

 

 

3

8

12

 

23

 

Uitstroom uit Proefplaatsing

 

 

 

 

1

3

10

 

14

 

waarvan:

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Regulier werk

 

 

 

 

1

1

3

 

5

 

Zorg & Overig

 

 

 

 

0

2

7

 

9

 

Percentage is Realisatie t.o.v. Productieprognose

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Bron: T&M
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 

 

Het uitgangspunt is dat alle nieuwe instroom wordt toegeleid naar een proefplaatsing. De prognose voor 2005 die hieraan is gerelateerd, is bepaald op basis ven een gemiddelde instroom en de samenstelling van de instroom naar doelgroep. De acquisitie van en het begeleiden tijdens de proefplaatsing wordt uitgevoerd door 2 organisaties: Combiwerk en Werkplan. In de tabel is geen onderscheid gemaakt tussen de aanmelding naar één van deze organisaties en de daadwerkelijke start op een proefplaatsing.

 

De organisaties hebben 2 maanden de tijd om een werkplek te vinden die aansluit bij opleiding en werkervaring van de klant. Na deze 2 maanden geldt het principe dat iedere werkplek kan gelden voor de invulling van een geschikte proefplaatsing.

 

De aanmeldingen voor een proefplaatsing lopen, mede door de verruimde criteria, goed (139). 51% van deze aanmeldingen hebben tot nu toe geleid tot een daadwerkelijke start op een proefplaatsing .Wel zien we een relatief hoog uitvalpercentage bij deze groep (33) We hebben hier vaak te maken met positieve uitval; klanten die zelf werk hebben gevonden – en dus geen gebruik meer hoeven te maken van dit instrument –

en klanten waarvan de uitkering niet is toegekend (streng aan de poort). Daarnaast zijn er redenen zoals zware medische psychische problematiek waardoor het instrument proefplaatsing niet tot stand is gekomen. Op dit moment is 23.7% van de groep aanmeldingen in intakegesprek of in afwachting van een werkplek.

2.2.2          Opstapbanen

 

Tabel 2.2.2 – Opstapbanen

 

2004

 

 

2005

 

 

 

 

 

 

 

Productie-

Realisatie

 

Productie-

Realisatie

 

 

 

 

 

 

prognose

 

 

prognose 

1e kw

2e kw

3e kw

4e kw

Totaal

 

 

aantal

 

%

aantal

 

 

 

 

 

%

Aangemeld voor Opstapbaan

 

 

 

 

30

49

87

 

166

 

Gestart op Opstapbaan

60

88

146,7%

140

13

34

58

 

105

75,0%

Niet gestart op Opstapbaan

 

 

 

 

6

4

13

 

23

 

Waarvan:

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Regulier werk

 

 

 

 

0

1

1

 

2

 

Zorg & Overig

 

 

 

 

6

3

12

 

21

 

Uitstroom uit Opstapbaan

 

 

 

 

0

0

4

 

4

 

waarvan:

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Regulier werk

 

 

 

 

0

0

0

 

0

 

Zorg & Overig

 

 

 

 

0

0

4

 

4

 

Percentage is Realisatie t.o.v. Productieprognose

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Bron: T&M
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 

 

De uitvoering van de opstapbanen wordt op dit moment uitgevoerd door 2 organisaties: Combiwerk en Werkplan.

 

Om extra uitstroom uit de uitkering te genereren worden 100 extra opstapbanen ingezet bovenop de genoemde inkoop van 140 plekken.

 

2.2.3          Participatiebanen

 

Tabel 2.2.3 – Participatiebanen

 

2004

 

 

2005

 

 

 

 

 

 

 

Productie-

Realisatie

 

Productie-

Realisatie

 

 

 

 

 

 

prognose

 

 

prognose

1e kw

2e kw

3e kw

4e kw

Totaal

 

 

aantal

 

 %

aantal

 

 

 

 

 

%

Instroom in Participatiebaan

 

0

 

10

0

0

 0

 

0

0,0%

Percentage is Realisatie t.o.v. Productieprognose

 

 

 

 

 

 

 

 

Bron: T&M
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 

 

Op dit moment heeft er nog geen aanmelding plaatsgevonden naar een participatiebaan. Er zijn criteria voor een participatiebaan vastgesteld en op basis hiervan is een bestandsanalyse gemaakt. De verwachting is dat de instroom van 10 kandidaten aan het einde van het 4e kwartaal is gerealiseerd.

2.2.4          Loonkostensubsidie

 

Tabel 2.2.4 – Loonkostensubsidie

 

2004

 

 

2005

 

 

 

 

 

 

 

Productie-

Realisatie

 

Productie-

Realisatie

 

 

 

 

 

 

prognose

 

 

prognose

1e kw

2e kw

3e kw

4e kw

Totaal

 

 

aantal

 

%

aantal

 

 

 

 

 

%

Verstrekkingen subsidie

50

 5

10%

35

0

5

2

 

7

20%

waarvan:

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Regulier

 

 

 

25

0

3

1

 

4

16%

Tuinbouwproject

 

 

 

10

0

2

1

 

3

30%

Percentage is Realisatie t.o.v. Productieprognose

 

 

 

 

 

 

 

 

Bron: B&P
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 

 

Het aantal loonkostensubsidies is in het 2e kwartaal met 10 opgehoogd i.v.m. het tuinbouwproject.

2.2.5          I/D-Banen (In- en Doorstroombanen)

 

Het aandeel structureel gesubsidieerde banen moet in 2006 zijn gedaald naar circa 110 banen. Er worden diverse activiteiten (zoals trajecten en bonussen) ingezet om deze doelstelling te behalen.

 

Uiteindelijk wordt de ID-regeling volledig afgebouwd en vervangen door andere vormen van gesubsidieerd werk.

 

Tabel 2.2.5 – I/D-Banen (In- en Doorstroombanen)

 

2003

 

2004

 

2005

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1e kw

2e kw

3e kw

4e kw

Totaal

 

 

aantal

%

aantal

%

aantal

 

 

 

 

%

Klanten met I/D-baan – start peilperiode

264

 

238

 

205

201

192

 

205

 

Instroom in I/D-baan

22

 

0

 

0

0

0

 

0

 

Uitstroom uit I/D-baan

48

 

33

 

4

9

6

 

19

 

waarvan:

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Regulier werk

26

54,2%

13

39,4%

1

4

3

 

8

42,1%

Anders

22

45,8%

20

60,6%

3

5

3

 

11

57,9%

Klanten met I/D-baan – eind peilperiode

238

 

205

 

201

192

186

 

186

 

 Percentage is Uitstroom per reden t.o.v. Uitstroom totaal

 

 

 

 

 

 

 

 

Bron: Werkplan
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 

2.3               Projecten

2.3.1          Project samenlopers

Samenlopers zijn klanten die naast een gemeentelijke uitkering een gedeeltelijke WAO-uitkering ontvangen. In samenwerking met het UWV en gefinancierd door EZH-middelen is een project opgestart met als doel samenlopers een passend reïntegratietraject aan te bieden. Het project is gestart 1 november 2003. Tot 1 januari 2005 konden voor dit project deelnemers worden aangemeld. Aangezien trajecten maximaal tweejarig kunnen duren loopt de uitvoering van dit convenant door tot januari 2007. In het 4de kwartaal 2005 wordt een evaluatie van dit project afgerond met nadere voorstellen over mogelijke voortzetting.

 

Tabel 2.3.1 – Project samenlopers – Instroom project

 

01-11-03

tot

01-01-05

 

 

 

 

 

 

 

 

 

aantal

 

 

 

 

 

 

 

 

Klanten gescreend door WIZ

95

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Klanten aangeleverd door WIZ bij UWV

83

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Klanten aangeleverd door UWV bij Reïntegratiebedrijf voor diagnose

75

 

 

 

 

 

 

 

 

 

resultaat diagnose:

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Instroom Reïntegratietraject

24

32,0%

 

 

 

 

 

 

 

 

Instroom Sociale activering

15

20,0%

 

 

 

 

 

 

 

 

Geen instroom traject, reden: Zorg

27

36,0%

 

 

 

 

 

 

 

 

Geen instroom traject, reden: Overig

9

12,0%

 

 

 

 

 

 

 

 

 Percentage is resultaat diagnose t.o.v. totaal aantal klanten door UWV aangeleverd.
 
 
 
 
 
 
 
 
Bron: B&P / SDV
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
Tabel 2.3.2 – Project samenlopers – Uitstroom Trajecten

 

01-11-03 tot

01-01-05

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

aantal

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Uitstroom Reïntegratietraject

9

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Werk

5

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Overig

4

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Uitstroom Sociale activering

3

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Werk

1

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Overig

2

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Bron: B&P / SDV
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 

2.3.2          Project weesfietsen

 

Tabel 2.3.2 – Project weesfietsen

 

2004

 

 

2005

 

 

 

 

 

 

 

Productie-

Realisatie

 

Productie-

Realisatie

 

 

 

 

 

 

prognose 

 

 

prognose

1e kw

2e kw

3e kw

4e kw

Totaal

 

 

aantal

 

%

aantal

 

 

 

 

 

%

Instroom in project

15

24

160%

40

7

7

4

 

18

45%

 Percentage is Realisatie t.o.v. Productieprognose

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Bron: T&M
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 

 

2.3.3          Project schoonmaken / opruimen openbare ruimte

 

Tabel 2.3.3 – Project schoonmaken / opruimen openbare ruimte

Deze tabel werd tbv het prestatieboek één keer per jaar samengesteld. Op dit moment zijn er geen recente gegevens.

 

 


2.4               Activering één-ouders

 

Tabel 2.4.1 – Activering één-ouders

 

2004

 

 

2005

 

 

 

 

 

 

 

Doel-

Realisatie

 

Doel-

Realisatie

 

 

 

 

 

 

stelling 

 

 

stelling

1e kw

2e kw

3e kw

4e kw

Totaal

 

 

aantal

 

%

aantal

 

 

 

 

 

%

Klanten in uitkering – start peilperiode

 

752

 

 

774

784

784

 

774

 

Instroom in uitkering

 

281

 

 

56

34

26

 

116

 

Uitstroom uit uitkering

 

259

 

 

46

34

46

 

126

 

Klanten in uitkering – eind peilperiode

 

774

 

 

784

784

764

 

764

 

Afname aantal klanten

-60

22

-36,7%

-20

 

 

 

 

-10

50,0%

 Percentage is Realisatie Afname aantal klanten t.o.v. Doelstelling afname

 

 

 

 

 

 

 

Bron: SDV (GWS)
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 

 

Bij de invoering van de WWB was een belangrijk punt het verdwijnen van de wettelijke vrijstelling van de arbeidsverplichtingen voor één-ouders met kinderen jonger dan 5 jaar. De WWB is voor nieuwe klanten van toepassing per 1 januari 2004.

 

Voor de wettelijk verplichte herbeoordeling zijn de bestaande klanten opgenomen in een herbeoordelingschema dat is gestart na inwerkingtreding van de gemeentelijke verordeningen per 1 juli 2004. WIZ heeft gekozen voor koppeling van de herbeoordeling WWB aan de reeds geplande heronderzoeken. Dit is een arbeidsintensievere methode dan herbeoordeling op basis van uitsluitend dossieronderzoek, reden hiervoor was de wens om de zorgvuldigheid met name bij het voor het eerst opleggen van arbeidsverplichtingen te waarborgen. In deze systematiek is immers de herbeoordeling gekoppeld aan een gesprek.

 

Om de kansen op uitstroom te vergroten is aan de reïntegratiebedrijven verzocht een specifieke één-ouder-aanpak te formuleren. Deze is onderdeel geweest van de besluitvorming bij de inkoop van trajecten in 2005. Volgende projecten in het één-ouder-beleid zijn gericht op het trajectklaar maken van klanten, die nu nog niet plaatsbaar zijn. Een eerste initiatief op dit vlak is de Intensieve Taaltraining bij Mondriaan.

 

 

 



3                    Integratie en Educatie

 

3.1               Wet Inburgering Nieuwkomers

 

Het vakteam Activering en Inburgering voert de Wet inburgering nieuwkomers (WIN) uit voor de gemeente Delft. De gemeente heeft verder het mandaat om de WIN voor de gemeente Pijnacker-Nootdorp uit te voeren.

 

Het uitvoeringsmandaat voor de dorpskernen Schipluiden - Den Hoorn van de gemeente Midden-Delfland is per 1 januari 2005 beëindigd, waardoor er geen inburgeraars meer vanuit Midden-Delfland zullen instromen. De in 2004 gestarte trajecten worden nog onder begeleiding van team Inburgering afgerond.

 

Tabel 3.1 – Deelnemers WIN1

 

2003

2004

2005

 

 

 

 

 

 

 

 

Realisatie

Realisatie

Productie-

Realisatie

 

 

 

 

 

 

 

 

 

prognose

1e kw

2e kw

3e kw

4e kw

Totaal

 

 

 

aantal

 

 

 

 

 

 

 

%

 

Beschikkingen

207

155

97

52

42

46

 

140

144,3%

 

waarvan:

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Delft

190

137

 

43

36

41

 

120

 

 

Pijnacker/Nootdorp

12

15

 

9

6

5

 

20

 

 

Schipluiden

5

3

 

-

-

-

 

0

 

 

Vrijstellingen

8

5

 

2

1

0

 

3

 

 

Verhuisd naar de regio

 

12

 

7

2

0

 

9

 

 

Verklaringen

206

188

67

67

49

3

 

119

177,6%

 

 Percentage is Realisatie t.o.v. Productieprognose

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Bron: A&I (IMWIN)
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 

1 Aantal kan verschillen met een vorige KWARAP door aanpassingen in de registratie.

 

De prognose is meer dan bereikt. Er zijn inmiddels extra cursussen ingekocht. Hiernaast zijn de komst van de wet Inburgering Buitenland en de nieuwe wet Inburgering een belangrijke en ingrijpende ontwikkeling. Dit zal zeker gevolgen hebben voor de nieuwe instroom van klanten. Gezien de nog onduidelijke, definitieve stand van zaken hieromtrent zal daar bij de volgende Kwarap’s nader over worden gerapporteerd.

 


3.2               Volwasseneneducatie

3.2.1          Deelnemersaantallen Volwasseneneducatie

 

Tabel 3.2.1 – Deelnemersaantallen Volwasseneneducatie

 

2004

2005

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1e kw

2e kw

3e kw

4e kw

Totaal

 

 

 

 

 

aantal

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Klanten in opleiding – start peilperiode

 

911

946

837

 

911

 

 

 

 

Instroom

 

214

99

295

 

608

 

 

 

 

Uitstroom

 

179

208

157

 

544

 

 

 

 

waarvan:

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

certificaat gehaald

 

62

71

11

 

144

 

 

 

 

einde cursus/opleiding

 

15

13

64

 

92

 

 

 

 

Uitval

 

102

124

82

 

308

 

 

 

 

Klanten in opleiding – eind peilperiode

911

946

837

975

 

975

 

 

 

 

Bron: B&P

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

3.2.2          Verzuimpercentage volwasseneneducatie

 

Tabel 3.2.2 – Verzuimpercentage volwasseneneducatie

 

2003

2004

2005

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1e kw

2e kw

3e kw *

4e kw

 

 

 

 

 

%

 

 

 

 

 

 

 

 

 

% verzuim

22,0%

19,5%

22,7%

22,6%

18,1%

 

 

 

 

 

waarvan:

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

% geoorloofd

 

10,0%

15,0%

15,1%

10,4%

 

 

 

 

 

% ongeoorloofd**

 

9,5%

7,7%

7,5%

7,7%

 

 

 

 

 

Bron: B&P
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 

*     Gegevens 3de kwartaal alleen de maand september

**    In de programmabegroting 2005-2008 is een doelstelling opgenomen van maximaal 5% ongeoorloofd verzuim

3.2.3          Wachtlijsten volwasseneneducatie

 

Tabel 3.2.3 – Wachtlijsten volwasseneducatie (ultimo)

 

2004

2005

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1e kw

2e kw

3e kw

4e kw

 

 

 

 

 

 

aantal

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Totaal

108

50

50

42

 

 

 

 

 

 

waarvan:

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Geplaatst

98

43

47

41

 

 

 

 

 

 

Niet geplaatst

10

7

3

1

 

 

 

 

 

 

Bron: B&P
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 

 

3.3               Oudkomers cursussen

 

Tabel 3.3 – Niet-uitkeringsgerechtigde oudkomers

 

2004

 

 

2005

 

 

 

 

 

 

 

Doel-

Realisatie

 

Doel-

Realisatie

 

 

 

 

 

 

stelling

 

 

stelling

1e kw

2e kw

3e kw

4e kw

Totaal

 

 

aantal

 

%

aantal

 

 

 

 

 

%

Deelnemers

144

139

96,5%

144

38

16

5

 

59

41,0%

waarvan:

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Niet-uitkeringsgerechtigd (NUG)

108

70

64,8%

108

23

6

0

 

29

26,9%

Uitkeringsgerechtigd (UG)

46

69

150,0%

46

15

10

5

 

30

65,2%

Percentage is Realisatie t.o.v. Doelstelling

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Bron: A&I
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 

 

De werving van oudkomerstrajecten is in het voorjaar van 2005 gestart. In oktober zullen veel klanten starten met een cursus. Momenteel worden nog 76 deelnemers gescreend of zij voldoen aan de criteria.



4                    Inkomen

 

4.1               Fraudebestrijding

 

Tabel 4.1 – Fraudebestrijding

 

 

2002

2003

2004

2005

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1e kw

2e kw

3e kw

4e kw

Totaal

 

Behandelde fraudezaken

aantal

256

348

329

111

103

x

 

214

 

waarvan*:

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Regulier

 

165

189

214

x

x

x

 

 

 

belastingen / IB

 

91

159

115

x

x

x

 

 

 

% stijging behandelde fraudezaken

%

7,4%

35,9%

-5,5%

 

 

 

 

 

 

Bron: IBO
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 

* Er kan momenteel geen onderscheid worden gemaakt tussen regulier en belasting/IB zaken.

 

Tabel 4.1.2 – Teruggevorderd bedrag

 

 

2002

2003

2004

2005

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1e kw

2e kw

3e kw

4e kw

Totaal

 

Teruggevorderd bedrag

euro

837.709

1.016.486

1.500.982

368.812

684.369

x

 

1.053.182

 

% stijging teruggevorderd bedrag

%

23,4%

21,3%

47,7%

 

 

 

 

 

 

Bron: IBO
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 

 

 


4.2               Delft Uitkeringen Informatie Team (DUIT)

 

Tabel 4.2 – DUIT

 

2004

 

 

2005

 

 

 

 

 

 

 

Productie-

Realisatie

 

Productie-

Realisatie

 

 

 

 

 

 

prognose

 

 

Prognose

1e kw

2e kw

3e kw

4e kw

Totaal

 

 

aantal

 

%

aantal

 

 

 

 

 

%

Klantcontactgesprekken

600

2.304

384,0%

660

397

339

363

 

1.099

166,5%

Huisbezoeken

200

278

139,0%

220

127

69

93

 

289

131,4%

 Percentage is Realisatie t.o.v. Productieprognose

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Bron: Budgetwinkel
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 

 

 

4.3               Delftpas

 

Tabel 4.3 – Delftpas (verkochte passen)

 

Doel-

Realisatie

 

 

 

 

 

 

 

 

 

stelling

1e kw

2e kw

3e kw

4e kw

Totaal

 

 

 

 

 

aantal

 

 

 

 

 

%

 

 

 

2003

4.000

3.291

864

520

75

4.750

118,8%

 

 

 

2004

5.100

3.455

1.655

868

111

6.089

119,4%

 

 

 

2005

6.000

3.263

1.806

812

 

5.881

98,0%

 

 

 

 Percentage is Realisatie t.o.v. Doelstelling

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Bron: B&P
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 

 

Van het totaal aantal verkochte passen is 49,6% verkocht aan minima (incl. kinderen). In 2004 was dat 41,4%.

 

 


4.4               AV-Delft

 

Tabel 4.4 – Dekkingspercentage AV-Delft

 

2003

 

2004

 

2005

 

Doel-

Realisatie

Doel-

Realisatie

Doel-

 

stelling

 

stelling

 

stelling

 

%

 

 

 

 

Bijstandsgerechtigden

80

56

80

54

80

WIW-ers & Overige Minima

30

35

30

37

30

Bron: B&P

 

 

 

 

 

 

De evaluatie over het gebruik van de AV-Delft (Het percentage deelname en de aard en omvang van de verstrekkingen) vindt eens per jaar plaats. Twee keer per jaar geeft DSW een overzicht van de vanuit de AV-Delft betaalde vergoedingen voor de aanspraken op zorg.

 

De deelname aan de AV-Delft onder bijstandgerechtigden is sinds 2002 licht gedaald. Onder de overige minima is juist sprake van een stijging. Voor 2005 is een actieve campagne gevoerd. Doel is het vergroten van de deelname aan de AV-Delft. De resultaten hiervan zijn medio 2006 bekend.

 

4.5               Bijzondere bijstand

 

Tabel 4.5 - Bijzondere bijstand

 

2004

 

 

2005

 

 

 

 

 

 

 

Productie-

Realisatie

 

Productie-

Realisatie

 

 

 

 

 

 

prognose 

 

 

prognose

1e kw

2e kw

3e kw

4e kw

Totaal

 

 

aantal

 

%

aantal

 

 

 

 

 

%

Verstrekkingen Totaal

9.200

8.781

95,4%

8.000

2.024

1.943

1.786

 

5.753

71,9%

Verstrekkingen Bijz. bijstand

9.000

8.537

94,9%

7.800

1.969

1.908

1.610

 

5.487

68,6%

waarvan:

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Eenmalig

4.000

3.697

92,4%

3.400

892

764

653

 

2.309

67,9%

Periodiek

5.000

4.840

96,8%

4.400

1.077

1.144

957

 

3.178

72,2%

Verstrekkingen Armoedebeleid

200

244

122,0%

200

55

35

176

 

266

133,0%

 Percentage is Realisatie t.o.v. Productieprognose

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Bron: SDV (GWS)
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 

 

Voor toelichting over de financiële resultaten Bijzonder bestand zie tabel 4.8

 


4.6               Huisbezoeken

 

Tabel 4.6.1 - Huisbezoeken (aantal bezoeken)

 

2004

 

2005

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1e kw

2e kw

3e kw

4e kw

Totaal

 

 

 

 

aantal

%

aantal

 

 

 

 

%

 

 

Huisbezoeken

343

100%

155

166

167

 

488

100%

 

 

waarvan:

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

onaangekondigd

335

97,7%

122

105

147

 

374

76,6%

 

 

 Percentage is aantal onaangekondigde huisbezoeken t.o.v. Huisbezoeken

 

 

 

 

 

 

 

Bron: SDV
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 

 

Tabel 4.6.2 - Reden huisbezoeken (aantal bezochte klanten)

 

2004

 

2005

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1e kw

2e kw

3e kw

4e kw

Totaal

 

 

 

 

aantal

%

aantal

 

 

 

 

%

 

 

Totaal bezochte klanten

226

100%

100

106

100

 

306

100%

 

 

Inrichtingskosten

155

68,6%

62

50

55

 

167

54,6%

 

 

Twijfel situatie

71

31,4%

38

56

45

 

139

45,4%

 

 

 Percentage is aantal per Reden t.o.v. Totaal bezochte klanten

 

 

 

 

 

 

 

 

Bron: SDV
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 

 

Het aantal bezoeken is hoger dan het aantal bezochte klanten, omdat klanten meerdere keren bezocht kunnen worden.

 

Tabel 4.6.3 – Acties huisbezoeken

 

2004

 

2005

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Doel-

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

stelling

1e kw

2e kw

3e kw

4e kw

Totaal

 

 

 

aantal

%

 

aantal

 

 

 

 

%

 

Totaal

226

103%

 

100

84

89

 

273

100%

 

Huisbezoeken zonder direct gevolg

102

45,1%

 

48

50

49

 

147

53,8%

 

Huisbezoeken met direct gevolg

124

54,9%

50,0%

52

34

40

 

126

46,2%

 

waarvan:

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Aanvraag afwijzen /

Uitkering beëindigen

51

22,6%

 

14

22

18

 

54

19,8%

 

Aanvraag buiten behandeling /

Intrekken leenbijstand

0

0,0%

 

 

2

2

 

4

1,5%

 

Gedeeltelijke toekenning /

Uitkering aanpassen

57

25,2%

 

35

9

15

 

59

21,6%

 

Melding BO

16

7,1%

 

3

1

5

 

9

3,3%

 

 Percentage is aantal per Reden t.o.v. Totaal aantal acties

 

 

 

 

 

 

 

 

Bron: SDV
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 

 

De gepresenteerde gegevens in de bovenstaande tabellen zijn exclusief de Pilot huisbezoeken die op 1 juni is gestart. Gegevens betrekking op de Pilot zullen in het 4de kwartaal worden opgenomen.

 

4.7               Sportfonds

 

Tabel 4.7 – Aanvragen Sportfonds

 

2004

2005

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1e kw

2e kw

3e kw

4e kw

Totaal

 

 

 

 

 

aantal

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Nieuwe aanvragen

745

171

115

140

 

426

 

 

 

 

Afgehandelde aanvragen

755

233

106

104

 

443

 

 

 

 

Bron: UA&A
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 

 

De aanvragen sportfonds blijven achter t.o.v. het jaar 2004. Bij een extrapolatie van het aantal t/m 3de kwartaal zal het totaal aantal nieuwe aanvragen 2005 +/- neerkomen op 568 stuks. Het teruglopen van het aantal aanvragen valt te verklaren door de vereenvoudigde systematiek van toetsen.

 

 

4.8               Financiële resultaten Bijzondere bijstand en Minimabeleid

 

Tabel 4.8 – Financieel resultaat Bijzondere bijstand en Minimabeleid t/m 3e kwartaal 2005

 

2005

 

 

 

 2004

 

t/m 3de kwartaal

Totale

 

 (bedragen in € x 1.000)

Realisatie

Begroting

Verschil

Begroting

Realisatie

 

 

 

 

 

 

Uitgaven

 

 

 

 

 

Totaal uitgaven Bijzondere Bijstand

2.827

2.925

98

3.900

3.940

Personeels/apparaatskosten

1.407

1.407

0

1.876

1.774

Reguliere verstrekkingen Bijz. Bijstand

859

998

139

1.331

1.447

Verstrekkingen armoedebeleid

30

0

-30

0

40

Computers en Bijstand

54

158

104

211

97

Voorschool

6

30

24

40

3

werkervaring/scholingskosten

2

62

60

83

0

Collectieve ziektekostenverzekering

316

251

-65

334

172

Klantenkrant

5

15

10

20

16

Overige uitgaven

1

4

3

5

55

Eenmalige uitkering 2004

-4

0

4

0

336

Afwikkeling verantwoording KO 2004

151

0

-151

0

0

Totaal uitgaven Minimabeleid

361

430

69

573

596

Personeels/Apparaatkosten

104

104

0

139

118

Delftpas

219

265

46

353

373

Thowe

8

34

26

45

57

Sportfonds

30

27

-3

36

48

Totaal uitgaven

3.188

3.355

167

4.473

4.536

 

 

 

 

 

 

Baten

 

 

 

 

 

Totaal inkomsten Bijzondere Bijstand

201

419

-218

558

566

Inkomsten BB op cliëntniveau

190

396

-206

528

539

Inkomsten DSW

11

23

-12

30

27

Totaal inkomsten Minima Beleid

137

128

9

170

255

Inkomsten Delftpas

137

128

9

170

255

Totaal baten

286

546

-209

728

821

 

 

 

 

 

 

Totaal bijdrage algemene dienst

(Saldo uitgaven/baten)

-2.902

-2.809

-41

-3.745

-3.715

Bron: WIZ
 
 
 
 
 

 

 

Het financiële resultaat Bijzondere Bijstand en Minimabeleid tot en met het 3e kwartaal 2005 wijkt nauwelijks af ten opzichte van de begroting. Toch vallen twee zaken op:

1         Achterblijven uitgaven en inkomsten Bijzondere Bijstand (circa € 90.000 voordeel) als gevolg van minder verstrekkingen tm het derde kwartaal Van de 96 verschillende soorten verstrekkingen, zijn er 67 waarvan het aantal in 2005 minder is dan het aantal in 2004. Enkele met name genoemde verstrekkingen waarvan het aantal 2005 aanzienlijk minder is dan 2004: Aanvullende bijstand < 21 jaar, Alarmsysteem, Kleding / Schoeisel, Ziektekostenverzekering, Langdurigheidstoeslag, Verhuiskosten.

2         De afwikkeling van de verantwoording Rijkssubsidie kinderopvang 2004 pakt negatief uit voor een bedrag van € 151.000,- euro. Het bedrag waarvoor de gemeente daadwerkelijk in aanmerking komt is aanzienlijk lager. In de jaarrekening 2004 is rekening gehouden met de maximale Rijkssubsidie (€ 597.000)

 



5                     Zorg

 

5.1               WVG

 

Tabel 5.1 – Ontwikkeling uitgaven en inkomsten versus budget

 

2005

 

 

 

2004

 

t/m 3de kwartaal

Totale

 

Bedragen x € 1.000

Realisatie

Begroting

Verschil 

Begroting

Realisatie

 

 

 

 

 

 

Inkomsten

 

 

 

 

 

Bijdrage Rijk / Inkomsten Abwz

-103

-73

30

-97

-104

Bijdrage uit algemene middelen

-5.135

-5.135

0

-6.847

-7.120

WVG ontvangsten incidenteel

-14

 

14

 

-52

Totaal inkomsten

-5.252

-5.208

44

-6.944

-7.276

 

 

 

 

 

 

Uitgaven

 

 

 

 

 

Apparaatskosten

1.306

1.306

0

1.741

1.709

 

 

 

 

 

 

Verstrekkingen

2.720

3.365

645

4.486

5.120

Woonvoorzieningen

591

1.313

722

1.750

1.431

Rolstoelvoorzieningen

813

705

-108

940

1.576

Vervoersvoorzieningen (incl.Scootmobielen)

1.316

1.240

-76

1.653

1.849

Storting WVG vereveningsreserve

 

107

107

143

263

Advisering

405

538

133

717

471

Kosten indicering (incl. CIZ)

405

538

133

717

471

Totaal uitgaven

4.431

5.208

777

6.944

7.300

 

 

 

 

 

 

Saldo begroting(nota) / realisatie

822

0

822

0

-24

Bron: WIZ
 
 
 
 
 

 

Woonvoorzieningen

De realisatie t.o.v. begroting blijft fors achter. Ook uit de cijfers van het CIZ blijkt dat het eerste halfjaar qua aanvragen rustiger is. Vorig jaar was er nog sprake van een inhaalslag waardoor meer woonvoorzieningen zijn verstrekt en betaald in 2004. Ook omdat een aantal woonvoorzieningen zoals verhoogde toiletpotten en douche/glijstangen vanaf 1 oktober 2003 als algemeen gebruikelijk zijn gekenmerkt is er sprake geweest van meer aanvragen vóór 1 oktober 2003 welke in 2004 zijn uitbetaald. Daarnaast is er sinds 2004 een strenger beleid ten aanzien van de aanvragen verhuiskostenvergoeding waardoor alleen degenen die “plotseling en onvoorziene” belemmeringen ondervinden nog in aanmerking komen voor een financiële tegemoetkoming in de verhuiskostenvergoeding. Dit werkt ook door in de realisatiecijfers van 2005. Momenteel zijn er zowel bij het CIZ als bij het vakteam geen achterstanden van de werkvoorraad. Het is een feit dat de realisatie van de kosten niet altijd geheel evenredig in de tijd lopen. Derhalve dienen deze cijfers voorzichtig te worden geïnterpreteerd.

 

Rolstoelvoorzieningen/vervoersvoorzieningen/scootmobielen

Hier is sprake van een overbesteding. In het tweede kwartaal leek deze post nog redelijk neutraal te eindigen. Echter vanaf dit kwartaal is in de cijfers van de realisatie op een nauwkeurige manier rekening gehouden met nog niet geboekte posten.

 

Kosten indicering

Er is in 2004 minder geïndiceerd dan begroot. Dit heeft tot een aanpassing van het voorschot bedrag in 2005 geleid.

 


5.2               Budgetwinkel

 

Tabel 5.2 - Ontwikkeling Klanten budgetwinkel

 

2004

2005

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1e kw

2e kw

3e kw

4e kw

Totaal

 

 

 

 

 

aantal

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Instroom

429

108

116

131

 

363

 

 

 

 

Uitstroom

436

124

124

97

 

345

 

 

 

 

waarvan:

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

geslaagde bemiddelingen

44

11

11

20

 

42

 

 

 

 

Klanten in behandeling - ultimo

277

261

261

295

 

 

 

 

 

 

waarvan:

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Schuldregeling

201

182

191

221

 

 

 

 

 

 

Budgetbeheer

76

79

70

74

 

 

 

 

 

 

Bron: Budgetwinkel
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 

 

De instroomprognose voor 2005: de verwachting is dat minimaal 475 cliënten in 2005 zullen instromen. De uitstroomprognose voor het gehele jaar 2005: de verwachting is dat minimaal 500 dossiers zullen uitstromen.

 

De wachttijd bij de budgetwinkel is op dit moment 6 weken.


 


6                    Overig

 

6.1               Klachten

 

Tabel 6.1 – Klachten

 

2004

 

2005

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1e kw

2e kw

3e kw

4e kw

Totaal

 

 

 

 

 

aantal

%

aantal

 

 

 

 

%

 

 

 

Klachten totaal

38

100%

14

11

9

 

34

100%

 

 

 

waarvan:

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Niet-ontvankelijk

0

0,0%

0

0

0

 

0

0,0%

 

 

 

Geen verdere behandeling

0

0,0%

0

0

0

 

0

0,0%

 

 

 

Nog in behandeling

6

15,8%

0

4

4

 

8

23,5%

 

 

 

Ongegrond

20

52,6%

9

4

1

 

14

41,2%

 

 

(Deels) gegrond

12

31,6%

5

3

4

 

12

35,3%

 

 

waarvan*:

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Procesgang

 

 

3

2

2

 

7

 

 

 

Zorgvuldigheid organisatie

 

 

1

1

0

 

2

 

 

 

Medewerker

 

 

0

1

2

 

3

 

 

 

Overig

 

 

0

0

0

 

0

 

 

 

Percentage is aantal per resultaat t.o.v. Totaal

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Bron: WIZ
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 

 

* gegevens 2de kwartaal zijn de gegevens tot en met het 2de kwartaal

 


6.2               Bezwaarschriften

           

Tabel 6.2.1 – Ingediende Bezwaarschriften

 

2003

2004

2005

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1e kw

2e kw

3e kw

4e kw

Totaal

 

 

 

 

aantal

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Bezwaarschriften

430

570

164

139

145

 

303

 

 

 

waarvan:

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Inkomen

374

470

141

125

133

 

266

 

 

 

WVG

56

100

23

14

12

 

37

 

 

 

Bron: Juridische zaken
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 

 

Tabel 6.2.2 – Uitgebrachte adviezen

 

2003

2004

2005

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1e kw

2e kw

3e kw

4e kw

Totaal

 

 

 

 

 aantal

 

 

 

 

 

 

 %

 

 

Uitgebrachte adviezen

327

337

144

174

119

 

437

100%

 

 

waarvan:

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Gegrond

28

56

12

32

22

 

66

15,1%

 

 

Gedeeltelijk gegrond

49

35

17

18

12

 

47

10,8%

 

 

Ongegrond

212

203

97

108

72

 

277

63,4%

 

 

Niet-ontvankelijk

38

43

18

16

13

 

47

10,8%

 

 

Percentage is aantal t.o.v. totaal uitgebrachte adviezen

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Bron: Juridische zaken

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Over de afhandeling van de bezwaarschriften het volgende:

Op 1 juni is de nota FHIRBB (fundamenteel herbezinning van de inrichting van het rechtsbeschermingbedrijf) door het GMT vastgesteld; hierin zijn verbetervoorstellen opgenomen om de afhandeling van bezwaarschriften in de keten efficiënter te laten verlopen. Nu deze nota door college is afgerond, is het zaak om deze verbetervoorstellen uit te werken in actiepunten voor 1 januari 2006.