Sociale Recherche Delft

Jaarverslag 2004

 

 

Inhoudsopgave

 

1. De instroom van fraudemeldingen. 3

1.1  Instroom van fraudemeldingen, waarvoor locatieonderzoek nodig is in het jaar 2004  3

1.1.1 Overzicht instroom fraudemeldingen naar informatiebron. 3

1.1.2  De wijze waarop de fraudemeldingen worden ontvangen. 4

1.1.3  Wie meldt een vermoedelijke fraude?. 4

1.1.4  Het motief van de melder. 5

1.1.5  Overzicht van de instroom naar fraudesoort. 5

1.1.6  De instroom van belastingsignalen. 6

2. De uitstroom van fraudemeldingen en de resultaten. 7

2.1  Aantallen afgehandelde fraudemeldingen over het jaar 2004. 7

2.1.1  De resultaten. 8

2.1.1.1   De resultaten nader beschouwd. 8

2.1.1.1.1.Uitstroom van de reguliere fraudemeldingen. 8

2.1.1.1.3. Belastingsignalen. 14

2.1.1.1.4. Inlichtingenbureau. 15

3. Aangiften en processen-verbaal. 15

4. Boeten/maatregelen. 15

5. Fraudebeleidsplan 2001-2005. 16

5.1 De opdracht. 16

5.1.1 De resultaten. 17

6. Vergelijkende cijfers over de periode 2000 tot en met 2004. 18

6.1 Instroom van fraudemeldingen. 18

6.1.1 Instroom van reguliere fraudemeldingen naar melder. 18

6.1.2  Instroom van reguliere fraudemeldingen naar fraudesoort. 18

6.1.3  Instroom van belastingsignalen. 20

6.2.1. Vastgestelde fraudes. 20

6.2.1.2  Beëindigde/verlaagde uitkeringen. 20

6.2.1.3 Onderzoeken zonder fraudevaststelling.. 21

6.2.1.5  Totaalresultaten. 22

6.3  Aangiften en processen-verbaal. 23

6.4      Boeten/maatregelen. 23

6.4.1 Overzicht boete/maatregelenzaken. 23

7 Ontvangsten op fraudevorderingen en boeten. 24

7.1  De incasso als laatste schakel in de fraudebestrijding.. 24

7.2  Ontvangsten op de fraudevorderingen en boeten. 24

8. Bloemlezing van fraudeonderzoeken. 25

9. Tot slot. 27

9.1 Samenwerking met de gemeente Zoetermeer. 27

9.2 Wet Boeten en Maatregelen/Maatregelenverordening gemeente Delft. 27

9.3 Regionaal Platform Fraudebestrijding Haaglanden-Hollands Midden. 28

9.4 Wet melding ongebruikelijke transacties (MOT) 28

 

 

 

 

 

 

 

 

Inleiding

 

Ik heb het genoegen u het jaarverslag van de  sociale recherche 2004 aan te bieden.

In 2003 werd de formatie van de sociale recherche uitgebreid tot vijf sociaal rechercheurs.

In dat jaar bleek al dat er meer fraude kon worden opgespoord, hetgeen leidde tot een hoger bedrag aan terugvorderingen en tot meer beëindigde uitkeringen.

 

Deze ontwikkeling heeft zich in 2004 doorgezet.  Er werden meer fraudeonderzoeken gedaan met een hogere vastgesteld fraudebedrag en er werden meer uitkeringen beëindigd.

Met name bij het beëindigen van de onrechtmatig verkregen uitkeringen, werd een forse maandelijkse besparing gerealiseerd van ruim € 57.000,-, tegenover een besparing van ruim € 39.000,- over het jaar 2003.  Boven op deze bedragen bespaart de gemeente de verschuldigde belasting en premies.

 

Uit de in dit jaarverslag opgenomen cijfers mag niet worden afgeleid dat er in Delft meer wordt gefraudeerd. De verklaring moet worden gezocht in de uitbreiding van de capaciteit en een verdergaande ontwikkeling in de professionaliteit van de sociale recherche.

 

Alle doelstellingen uit het fraudebeleidsplan werden gerealiseerd.

 

In 2004 is daadwerkelijk gestart met de samenwerking met de gemeente Zoetermeer op het gebied van de sociale recherche.

De samenwerking verloopt tot volle tevredenheid.

 

Ook in 2004 zijn door de sociale recherche Delft de opsporingsactiviteiten voor de gemeente Pijnacker-Nootdorp en Midden-Delfland verricht. De resultaten zijn in dit jaarverslag opgenomen.

 

 

 

Delft,  augustus 2005

 

Ton Wiegman

Hoofd Vakteam Invordering en Bijzonder Onderzoek

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1. De instroom van fraudemeldingen

 

1.1  Instroom van fraudemeldingen, waarvoor locatieonderzoek nodig is in het jaar 2004

 

In 2004 werden 257 fraudemeldingen ontvangen. Deze meldingen zijn afkomstig van medewerkers uit de eigen organisatie, de burgerij en van instanties.

Meldingen uit de eigen organisatie komen voornamelijk van consulenten uitkering, juridisch medewerkers verhaal en terugvordering en van de sociale recherche. Daarnaast is van de Belastingdienst en het Inlichtingenbureau in het kader van gegevensuitwisseling informatie ontvangen, waarmee de zogenoemde witte fraude kon worden aangetoond. Over de resultaten van de gegevensuitwisseling wordt verderop in de dit verslag melding gemaakt.

In dit verslag wordt gestart met de fraudemeldingen waarvoor locatieonderzoek nodig was door de sociaal rechercheurs. We noemen dit de reguliere (fraude)meldingen.

 

 

1.1.1 Overzicht instroom fraudemeldingen naar informatiebron.

 

Ontvangen fraudemeldingen van                                                            aantal      procentueel

 

Medewerkers van W.I.Z.                                                                              112                 43%

Burgers                                                                                                       74                 29%

Instanties                                                                                                     71                 28%    

Totaal aantal meldingen in het jaar 2004                                                257

 

 

 

Instroom fraudemeldingen naar informatiebron

 

 

 

Grafiek 1

 

 

 

 

Nadere detaillering van de fraudemeldingen

 

Medewerkers van W.I.Z.

Consulenten uitkering                                                                                                            68

IBO sociale recherche                                                                                                           30

IBO juridisch medewerkers terugvordering en verhaal                                                               10*

Overige WIZ                                                                                                                           4

Totaal medewerkers van W.I.Z.                                                                                        112

 

 

Instanties

Belastingdienst                                                                                                                  30

Politie                                                                                                                                25

RIF/andere samenwerking(CWI)                                                                                            2

Overige instanties (ook gemeenten)                                                                                      14**

Totaal instanties                                                                                                              71

 

Burgers

Totaal burgers                                                                                                                      74                      

Totaal aantal meldingen                                                                                                  257

 

*  Op grond van de Wet Werk en Bijstand, wordt de bijstand die aan 

    uitkeringsgerechtigden wordt verstrekt, indien mogelijk verhaald op de onderhouds-  

    plichtingen. Als neveneffect komt het nogal eens voor, dat onderhoudsplichtigen een

    fraudemelding afgeven over de gewezen partner. Over het jaar 2004 werden 10 meldingen

    ontvangen.

 

** De meldingen van woningbouwverenigingen en andere sociale diensten worden na de

    invoering van de vernieuwde CBS statistiek niet meer afzonderlijk vermeld. Ook in dit

    overzicht worden deze cijfers niet meer apart vermeld.

 

 

1.1.2  De wijze waarop de fraudemeldingen worden ontvangen

 

In onderstaand overzicht is weergegeven hoe de meldingen werden ontvangen in absolute aantallen en in procenten van de totaal ontvangen fraudemeldingen.

 

Wijze van melding                                                                                      aantal      procentueel

Per e-mail                                                                                                        16                 6,2%

Per fax                                                                                                              3                  1,2%

Mondeling                                                                                                        30                11,7%

Schriftelijk                                                                                                     115               44,7%

Telefonisch                                                                                                     93                36,2%

Totaal                                                                                                          257

 

De fraudemeldingen van de burgers worden veelal telefonisch ontvangen, terwijl de meldingen vanuit de eigen organisatie meestal schriftelijk of mondeling worden gedaan.

 

 

 

 

 

1.1.3  Wie meldt een vermoedelijke fraude?

 

Vermoedelijke fraudes worden zowel anoniem als niet anoniem gemeld. Bij de meeste fraudemeldingen is de melder bekend. De burgers melden een fraude vaak anoniem.

De verdeling van de fraudemeldingen over het jaar 2004 was als volgt:

 

De melder                                                                                                  aantal      procentueel

 

Niet anoniem                                                                                                  188                 73%

Anoniem                                                                                                          69                 27%

Totaal                                                                                                            257

 

 

1.1.4  Het motief van de melder

 

De fraudemeldingen worden gedaan vanuit een bepaalde betrokkenheid. Een organisatie zal een fraudemelding veelal afgeven uit een professionele betrokkenheid, terwijl een onderhoudsplichtige een dergelijke melding zal afgeven uit een financiële betrokkenheid. Als de bijstandspartij immers geen recht meer heeft op een bijstandsuitkering, zal de onderhoudsplichtige door de gemeente niet op zijn onderhoudsplicht worden aangesproken.

Burgers melden een fraude veelal uit sociale overwegingen.

Onderstaand zijn de fraudemeldingen ingedeeld naar het motief van de melder.

 

Melding op grond van                                                                               aantal      procentueel

 

Sociale betrokkenheid                                                                                   74                 29%

Professionele betrokkenheid                                                                        173                 67%

Financiële betrokkenheid                                                                              10                  4%

Totaal                                                                                                            257

 

 

1.1.5  Overzicht van de instroom naar fraudesoort

 

Soort fraude                                                                                                aantal      procentueel

 

Verzwegen werkzaamheden/inkomsten zwart                                                  54                21%

Verzwegen werkzaamheden/inkomsten wit                                                     29                11%

Verzwegen vermogen                                                                                      6                   2%

Verzwegen partnerschap                                                                                89                35%

Verzwegen woningdeling                                                                                 2                   1%

Niet in Delft woonachtig                                                                                 50                19%

Onjuiste informatie                                                                                         27                11%

Totaal                                                                                                         257

 

 

Het beeld van de vorige jaren werd in 2004 weer bevestigd. In 2004 gingen de meeste fraudemeldingen over partnerfraude, gevolgd door fraudemeldingen over verzwegen  

zwarte werkzaamheden/inkomsten.

De bestrijding van de partnerfraude heeft een prominente plaats in het fraudebeleidsplan, omdat het vaak om forse bedragen gaat en er veelal een volledige uitkering mee kan worden bespaard. In het fraudebeleidsplan heeft de bestrijding van partnerfraude en verzwegen zwarte werkzaamheden/inkomsten een hoge prioriteit. Elders in dit jaarverslag staan de resultaten vermeld

 

Onderstaande grafiek geeft de instroom van de fraudemeldingen naar fraudesoort weer.

 

 

Grafiek 2

 

 

1.1.6  De instroom van belastingsignalen

 

Eind 2003 ontving de sector Werk, Inkomen en Zorg (WIZ) van de Belastingdienst de (witte) inkomstengegevens over het jaar 2002 van uitkeringsgerechtigden die naast de uitkering inkomsten uit andere bron ontvingen. Er werden 1344 signalen ontvangen.

In het jaarverslag over 2003 werd verondersteld dat de belastingdienst over het jaar 2002 voor het laatst signalen had afgegeven. Over het jaar 2003 werden echter opnieuw signalen ontvangen van de belastingdienst. Dit omdat het Inlichtingenbureau in de verstrekking van signalering nog niet volledig dekkend is.

Naast de signalen van het Inlichtingenbureau worden ook deze signalen onderzocht.

Verwacht wordt dat de belastingsignalen tot minder resultaat zullen leiden omdat eventuele fraude al uit de signalen van het Inlichtingenbureau is vastgesteld.

 

Aan de hand van de informatie van de belastingdienst wordt gecontroleerd of er een verrekening met de uitkering heeft plaatsgevonden. Indien dit niet het geval is, worden de netto verdiensten bij de werkgever opgevraagd en wordt het recht op uitkering opnieuw vastgesteld, wat dan resulteert in een terugvordering.

Als de informatie door de uitkeringsgerechtigde niet is verstrekt, is er sprake van fraude. Afhankelijk van de hoogte van de fraude, wordt er aangifte gedaan bij het O.M. of wordt er een boete/maatregel opgelegd. In veel gevallen zijn de inkomsten wel aan de gemeente opgegeven en is er dus geen sprake van fraude.

De belastingsignalen worden evenals de signalen van het Inlichtingenbureau niet onderzocht door de sociaal rechercheurs maar door administratieve medewerkers van de sociale recherche. 

Fraudes waarvoor locatieonderzoek nodig is worden door de sociaal rechercheurs afgehandeld. Gedacht moet dan worden aan zwarte fraude,  partnerfraude, domicilie, woningdeling etc. Het gaat dan om onderzoeken waarvoor ter plekke moet worden gerechercheerd.

Naast het onderzoeken van de fraudemeldingen waarvoor locatieonderzoek nodig is, moeten de sociaal rechercheurs ook verdachten verhoren van de geconstateerde fraudes van de controle van de belastingsignalen en de signalen van het Inlichtingenbureau, als de fraude

€ 6.000,- of hoger is. Fraudes uit belastingsignalen en signalen van het Inlichtingenbureau blijven veelal onder de aangiftegrens. Als de fraude onder de aangiftegrens blijft, legt de gemeente een boete/maatregel op.

Het boete/maatregeltraject wordt niet door de sociaal rechercheurs uitgevoerd maar door de medewerkers bijzonder onderzoek.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

2. De uitstroom van fraudemeldingen en de resultaten

 

2.1  Aantallen afgehandelde fraudemeldingen over het jaar 2004

 

In het jaar 2004 werden afgehandeld:

                                                                                                                                          

Reguliere fraudemeldingen                                                                                           aantal

- aantal vastgestelde fraudevorderingen                                                                              85

- aantal beëindigde of verlaagde uitkeringen                                                          73

   hierin begrepen aantal vastgestelde fraudevorderingen                                    34

                                                                                                                                                39

- aantal meldingen na onderzoek niet verder behandeld                                                           96

Totale uitstroom reguliere fraudemeldingen                                                                  220                        

Belastingsignalen

- aantal vastgestelde fraudevorderingen over 2002 en eerder                                             64

- aantal  waarbij geen fraude is vastgesteld                                                        1199

- aantal waarbij de fraude al eerder is vastgesteld                                              60

- aantal waarvan de info was opgegeven maar niet verwerkt                                   5

                                                                                                                                             1264

Totale uitstroom belastingsignalen                                                                               1328

 

Inlichtingenbureau *

Afgehandelde actuele signalen over 2004                                                                           966

- aantal vastgestelde fraudevorderingen                                                                51

- aantal  waarbij geen fraude is vastgesteld                                                         915

                                                                                                                              966                          

Afgehandelde historische signalen over 2002, behandeld in 2004                                        88

- aantal vastgestelde fraudevorderingen over 2002                                                0

- aantal  waarbij geen fraude is vastgesteld                                                           88

 

                                                                                                                                          

Totale uitstroom IB signalen                                                                                             1054

 

*   Het Inlichtingenbureau werkt met dossiers. Per dossier worden de inkomsten van één werkgever verstrekt. Per uitkeringsgerechtigde kunnen meerdere dossiers worden verstrekt. Gemiddeld zijn over 2004 per uitkeringsgerechtigde 2,3 dossiers uitgeleverd. In verband hiermee is het aantal dossiers door 2,3 gedeeld.

 

 

2.1.1  De resultaten

 

Over het jaar 2004 werd aan fraude opgespoord voor een bedrag van                 1.500.982

Hiervan is nog terugvorderbaar een bedrag van                                                    1.129.467

Beëindigde of verlaagde uitkeringen op maandbasis                                                  57.032

 

Wegens beëindiging of verlaging van de uitkering werd er voor een bedrag van € 57.032 per maand bespaard. Op jaarbasis gaat het dus om een bedrag van € 684.384 aan bespaarde uitkeringen. De door de gemeente verschuldigde belasting en premies over dit bedrag zijn hierin niet meegerekend. De bruto besparing op beëindigde en verlaagde uitkeringen is dus hoger.

 

De opgespoorde fraude over het jaar 2004 kan als volgt worden onderverdeeld:

Aantal  Fraudebedrag  Terugvorderbaar Netto besparing                                                                    

                                                                         per maand   

Reguliere meldingen                               85    € 1.314.427          € 1.003.043

Belastingsignalen                                   64        125.145                85.911

Signalen Inlichtingenbureau(IB)            51          61.412           40.514

 

Beëindigde of verlaagde uitkeringen

Reguliere meldingen                               73                                                                    56.348

Op grond van IB signalen                           1                                                                        684

 

Totalen in euro’s                                            € 1.500.984           € 1.129.468                    57.032

 

* De hierover door de gemeente verschuldigde belasting en premies komen hier nog bovenop.                                                                                                                         

 

2.1.1.1   De resultaten nader beschouwd

 

2.1.1.1.1.Uitstroom van de reguliere fraudemeldingen

 

Geconstateerde fraudes vanuit de reguliere fraudemeldingen

 

Soort fraude                            aantal beëindigde     bedrag         aantal          bedrag         aantal  

of verlaagde uit-           beëindigde       vorderingen   fraude          succesvol

keringen                 of verlaagde  (regulier)      vorderingen   afgeronde

                  zonder        uitkering                             (regulier)      onder-

                                                 totaal      vordering  (netto p/md)                                       zoeken

                                                     1             2                 3                 4                 5                 6

                                                                                                                                          

Verzwegen werk/ink. zwart          7             3           5.964              16          238.477          19

Verzwegen werk/ink wit               1             0                806             10             72.045          10

Verzwegen vermogen                  3             1             2.696                6          303.995            7 Verzwegen partnerschap             30            13          € 23.735              20           495.334          33

Verzwegen woningdeling             2             1                 214               4              1.805            5

Niet in Delft woonachtig             29            20          € 22.173              19          146.662          39

Onjuiste informatie                      1             1                760             10             56.109          11

 

Totalen                                     73            39          € 56.348              85        €1.314.427         124

 

Afgehandelde meldingen, waarbij geen fraude werd vastgesteld

Reden                                                                                                                            aantal

Uitkering was al beëindigd                                                                                                      48 *

Fraude was niet aantoonbaar, wel twijfel                                                                             21

Afgehandeld tegelijk met een andere melding                                                                        9

Preventief                                                                                                                               8

Info was bekend                                                                                                                     8

Geen fraude                                                                                                                           2

Tussentelling                                                                                                                            96

                                                                                                                                  

Totale uitstroom van reguliere fraudemeldingen 2004                                                   220

 

*   Bij het in behandeling nemen van de melding, bleek de uitkering reeds te zijn beëindigd. De fraude bleek in 

    deze gevallen niet meer te kunnen worden aangetoond.

 

   

Toelichting

In de overzichten zijn uitsluitend de resultaten vermeld van de verrichte reguliere fraudeonderzoeken. In dit overzicht zijn dus niet de onderzoeken naar de belastingsignalen en het Inlichtingenbureau begrepen.

Ten gevolge van afgeronde fraudeonderzoeken worden veelal vorderingen ingesteld en uitkeringen verlaagd of beëindigd. Niet in alle gevallen ontstaat er echter een vordering. Soms wordt alleen de uitkering verlaagd of beëindigd.

In de eerste kolom staan alle ten gevolge van het voltooide fraudeonderzoek, verlaagde en beëindigde uitkeringen vermeld.

In de tweede kolom staat het aantal verlaagde en beëindigde uitkeringen, waarbij geen vordering werd ingesteld.

In de derde kolom staat het bedrag vermeld van de beëindigde en verlaagde netto uitkeringen op maandbasis.

In de vierde kolom is het aantal ingestelde vorderingen weergegeven.

In de vijfde kolom staan de vastgestelde fraudebedragen. In de zesde kolom is het aantal succesvol behandelde fraudeonderzoeken vermeld.

 

2.1.1.1.2.Aandeel anonieme/niet anonieme meldingen in aangetoonde fraude, anders dan

               op grond van een melding van de Belastingdienst of het Inlichtingenbureau.

 

In 124 gevallen werd er fraude aangetoond, anders dan op grond van een melding van de Belastingdienst of het Inlichtingenbureau.

                                                                                                         absolute       in procenten

                                                                                                         getallen

Het aandeel anonieme meldingen bedroeg                                             32               26%

Het aandeel niet anonieme meldingen bedroeg                                   92               74%

       

In de hiervoor weergegeven cijfers zijn de cijfers van de gemeenten Midden-Delfland en Pijnacker-Nootdorp begrepen.

 

2.1.1.1.3.De resultaten voor de gemeenten Midden-Delfland en Pijnacker-Nootdorp.

 

Gemeente Midden-Delfland

In 2004 zijn voor de gemeente Midden-Delfland twee opdrachten afgehandeld.

 

Soort fraude                            aantal beëindigde     bedrag         aantal          bedrag         aantal  

of verlaagde uit-           beëindigde       vorderingen   fraude          succesvol

keringen                 of verlaagde  (regulier)      vorderingen   afgeronde

                  zonder        uitkering                             (regulier)      onder-

                                                 totaal      vordering  (netto p/md)                                       zoeken

                                                                                                                                          

Verzwegen partnerschap              1             0                993                1            4.341              1

 

Totalen                                       1             0                993                1           4.341              1

 

Afgehandelde meldingen, waarbij geen fraude werd vastgesteld

Reden                                                                                                                            aantal

 

Fraude was niet aantoonbaar, wel twijfel                                                                               1

 

 

Totale uitstroom van reguliere fraudemeldingen 2004                                                       2

 

 

Gemeente Pijnacker-Nootdorp

De gemeente Pijnacker-Nootdorp verstrekte 14 onderzoeksopdrachten in het jaar 2004. Er werden 13 onderzoeken afgerond.

 

Soort fraude                            aantal beëindigde     bedrag         aantal          bedrag         aantal  

of verlaagde uit-           beëindigde       vorderingen   fraude          succesvol

keringen                 of verlaagde  (regulier)      vorderingen   afgeronde

                  zonder        uitkering                             (regulier)      onder-

                                                 totaal      vordering  (netto p/md)                                       zoeken

                                                     1             2                 3                 4                 5                 6

 

 

Verzwegen werk/ink. zwart          1             0                  0               1                5.786     1

Verzwegen werk/ink wit                                                                                  

Verzwegen vermogen                  1             1             1.059                0                                 1 Verzwegen partnerschap               6             3           4.855               3              68.617       6

Verzwegen woningdeling                                                                                    

Niet in gemeente woonachtig       1             1               772               0                                   1 Onjuiste informatie                                                                                       

 

Totalen                                       9             5             6.686               4              74.403       9

 

Afgehandelde meldingen, waarbij geen fraude werd vastgesteld

Reden                                                                                                                            aantal

 

Fraude was niet aantoonbaar, wel twijfel                                                                               1

Geen fraude                                                                                                                           3

 

Tussentelling                                                                                                                              4

 

Totale uitstroom van reguliere fraudemeldingen 2004                                                     13

 

 

                                                                                                                      

Grafiek 3

 

Grafiek 4

 

       

Procentuele verdeling van het uitkeringenbestand en geconstateerde fraude

 

                                                                                                                 uitkering            fraude

 

Onder 21 jaar                                                                                                 2,0%               1,7%  

21 tot  30 jaar                                                                                               13,6%         23.0%

30 tot  40 jaar                                                                                               25,3%            38,0%

40 tot  50 jaar                                                                                               25,6%            22,2%

50 tot  65 jaar                                                                                               27,6%            13,0%

65 jaar en ouder                                                                                         5,9%               2,1%

 

Totaal                                                                                                        100%             100%

 

 

Grafiek 5

 

De geconstateerde fraude is per leeftijdscategorie afgezet tegen het aantal uitkeringsgerechtigden in dezelfde leeftijdscategorie, beide uitgedrukt in een percentage van respectievelijk het totaal aantal geconstateerde fraudes en het totale uitkeringenbestand. 

In alle leeftijdscategorieën is fraude vastgesteld.

Evenals vorig jaar wordt vastgesteld dat het zwaartepunt van de fraudes in de leeftijdscategorieën 21-50 jaar ligt. In deze leeftijdscategorieën valt ruim 86% (vorig jaar bijna 83%) van de geconstateerde fraude terwijl hun aandeel in de verstrekte bijstand 64,5% is (vorige jaar ruim 63%).

Het beeld blijft dus min of meer constant.

Opvallend is dat relatief bezien in de categorieën 21-30 jaar en 30-40 het meest wordt gefraudeerd. Dit was de afgelopen twee jaren ook al het geval. Ten aanzien van de categorie 40-50 jaar wordt geconstateerd dat er relatief gezien wat minder wordt gefraudeerd dan in 2003.

 

Overzicht aantallen fraudes naar fraudesoort en leeftijdscategorie

 

                                                                       Leeftijdscategorieën

Soort fraude                               aantal   m/v  <21      21-30      30-40      40-50      50-65     > 65

Verzwegen werk/ink. wit                           89      M     1          24            42            17            4          1                                                           36      V     2          9             10            11            2          2

Verzwegen werk/ink zwart                 16     M                                6             4             6

                                                            4      V                                2                            2                                  

Verzwegen partnerschap                   10     M                 2             2             3             3                  

                                                           23      V                 5             11            5             2        Vermogen                                           5     M                                                              5                                                                         2      V                                                              2

Verzwegen woningdeling                     3     M                 2             1       

                                                            1      V                                1                                  

Niet in gemeente woonachtig             25      M                4             9             7             4          1                                                             14      V                 8             1             4                         1 

Onjuiste info                                       4      M                1             2             1                             

                                                            7      V     1                         4             1             1                

Totalen                                          239              4          55            91            53            31        5  

 

De hier bovenstaande gegevens zijn voor een beter inzicht per fraudesoort verwerkt in de hierna volgende grafieken

Grafiek 6

Uit grafiek 6 blijkt dat de meeste fraudes wegens verzwegen werkzaamheden en inkomsten vallen in de categorie 30-40 jarigen. In de jaren 2000, 2001 en 2003 lag de piek eveneens in de categorie 30-40 jarigen. In 2002 lag de piek in de categorie 21-30 jarigen, op de voet gevolgd door de categorie 30-40 jarigen. Gesteld kan worden dat ten aanzien van de fraude in werkzaamheden/inkomsten de categorie 30-40 jarigen het zwaartepunt vormt. 

 

Grafiek 7

 

Grafiek 7 laat zien, dat de fraude wegens verzwegen partnerschap zich in 2004 vooral heeft voorgedaan in de leeftijdscategorie 30-40 jarigen. Ook in de categorie 40-50 jarigen wordt deze vorm van fraude verhoudingsgewijs vaak aangetroffen. Evenals in 2003 wordt deze fraudesoort relatief vaak aangetroffen in de categorie 50-65 jarigen.

 

Grafiek 8

 

De fraudes wegens verzwegen vermogen zijn vooral vastgesteld in de leeftijdsgroep 50-65 jarigen, evenals in 2003. In 2003 was naast deze categorie nog een tweede top te zien in de leeftijdscategorie 40-50 jarigen. Deze ontbreekt in 2004 volledig.

Door de jaren heen wordt deze vorm van fraude vooral vastgesteld in de categorie 50-65 jarigen.

 

 

Grafiek 9

 

Evenals vorig jaar werd er geen fraude wegens woningdeling vastgesteld in de categorie onder de 21 jaar. In de categorieën 21-30 jarigen en 30-40 werd deze vorm van fraude wel aangetroffen. In andere categorieën is deze vorm van fraude niet aangetroffen. 

Door de jaren heen wordt deze vorm van fraude vooral aangetroffen in de categorie 21-30 jarigen maar ook in de categorie 50-65 jarigen wordt deze vorm van fraude vaak vastgesteld.

In 2004 is er “toevallig”in de categorie 50-65 jarigen deze vorm van fraude niet aangetroffen.

Het gaat overigens wel om een gering aantal vastgestelde fraudes. 

 

Grafiek 10

 

De fraude wegens het ontbreken van domicilie in Delft in het verslagjaar 2004 werd voornamelijk aangetroffen in de categorieën 21-30 jarigen, 30-40 jarigen en 30-50 jarigen.

In de afgelopen jaren zijn de pieken wisselend aangetroffen in de categorieën 30-40 jarigen en 40-50 jarigen. De aangetroffen piek in de categorie 21-30 kan een incident zijn.

 

 

Grafiek 11

 

De fraude wegens onjuiste info wordt vooral aangetroffen in de categorie 30-40 jarigen. In 2002 was er incidenteel een top in de categorie 40-50 jarigen, direct gevolgd door de categorie 30-40 jarigen. Gesteld kan worden dat deze vorm van fraude vooral voorkomt in de categorie 30-40 jarigen. 

 

 

Verdeling van de fraude naar burgerlijke staat

 

Onderstaand zijn alle geconstateerde fraudes ingedeeld naar burgerlijke staat en soort fraude.

Het gaat om alle geconstateerde fraudes, dus om de reguliere zaken maar ook die op grond van de belastingsignalen en de meldingen van het Inlichtingenbureau.

 

Fraudesoort:     woning-    vermogen     partner     ink zwart      ink wit  onj info     domicilie  totaal

                           deling

Burgerlijke staat:

Gehuwd/                                    3                                    7             15                              8      33

niet verlaten

 

Gehuwd/verlaten                         1                 9                                6             2             7      25

 

Gescheiden             3                 2                 13                   7             34               4             6      69

 

Ongehuwd               1                 1                 11                   5             70               5             18        111

 

Weduwe                                                                          1                                                   1

 

                              4                 7                 33               20            125          11            39    239

 

 

 

grafiek 12

                         

2.1.1.1.3. Belastingsignalen

 

Over het belastingjaar 2002 werden van de Belastingdienst 1344 meldingen ontvangen.

Deze meldingen moeten worden onderzocht op verrekening met de bijstandsuitkering.

In die gevallen, dat de uitkeringsgerechtigde de informatie niet heeft verstrekt leidt dit tot de vaststelling van fraude.

Er wordt dan een vordering ingesteld en als de bruto schade beneden het bedrag van

€ 6.000 blijft (grensbedrag vanaf 1-1-2002) wordt er indien mogelijk een maatregel opgelegd met toepassing van de afstemmingsverordening van 9 juli 2004 van de gemeente Delft. Bij hogere fraudebedragen wordt er aangifte gedaan bij het O.M.

 

In behandeling genomen belastingsignalen 2002                                                               1344

 

- aantal vastgestelde fraudes                                                                             64   

- aantal eerder vastgestelde fraudes *1                                                          60

- aantal met reeds bekende informatie (geen fraude) *2                                   5

- aantal onderzoeken, waarbij geen sprake is van fraude                           1199

 

Uitstroom                                                                                                     1328

 

Vastgesteld bedrag aan fraudes uit de belastingsignalen                                       € 125.145 

 

Aantal fraudegevallen, inclusief de eerder vastgestelde fraudes (*1),

uitgedrukt in een percentage van de onderzochten belastingsignalen

over het belastingjaar 2002                                                                                                   9,2%

 

*1 Deze opgespoorde fraudes zijn het gevolg van eerder ingestelde onderzoeken in het

    kader van de gegevensuitwisseling met de belastingdienst. Bij de behandeling van die

    belastingsignalen is aan de werkgevers tevens informatie opgevraagd over de jaren    

    daarna, waardoor het nu ontvangen signaal niet verder behoefde te worden verwerkt.

    Het gaat uiteraard wel om vastgestelde fraude. 

  

*2 De in het kader van de belastinggegevens ontvangen informatie was reeds bekend en is

    kennelijk abusievelijk niet of niet geheel verrekend.

2.1.1.1.4. Inlichtingenbureau

 

Eind december 2002 werd voor de eerste keer informatie uitgewisseld met het Inlichtingenbureau. Het Inlichtingenbureau is in de plaats gekomen van de belastingsignalen.

De belastingdienst verstrekte jaarlijks de informatie over uitkeringsgerechtigden, die naast de bijstandsuitkering inkomsten uit andere bron hadden ontvangen. Aanvankelijk werd verondersteld dat de belastingdienst voor de laatste keer informatie zou verstrekken over het belastingjaar 2002.

Echter over het belastingjaar 2003 werden eind 2004 ook belastingsignalen ontvangen.

In paragraaf 1.1.6 is hierop reeds een toelichting gegeven.

Het Inlichtingenbureau heeft de verstrekking van de zogenoemde samenloopgegevens overgenomen. Deze informatie is veel actueler. In veel gevallen kan binnen twee maanden worden vastgesteld of er sprake is van fraude. De behandeling van de meldingen vertonen veel overeenkomst met de behandeling van de belastingsignalen. Het kenmerkende verschil is vooral terug te voeren tot de snelheid, waarmee de meldingen beschikbaar zijn voor de gemeenten.

Hiermee is in 2004 verder ervaring opgedaan. In de paragrafen 2.1 en 2.1.1. zijn de bevindingen vermeld.

Inmiddels verstrekt het Inlichtingenbureau ook informatie over detentie, studie en vermogen.

 

 

3. Aangiften en processen-verbaal

 

Als het gefraudeerde bedrag € 6.000,- of meer bedraagt moet daarvan aangifte worden gedaan bij het O.M.

In vorige jaarverslagen werd reeds geconstateerd dat daardoor en door de lagere vorderingen uit de bestandsvergelijking met de belastingdienst het aantal aangiften is afgenomen.

De laatste jaren is er sprake van een zekere stabilisatie in het aantal aangiften.

Over 2003 werden 30 aangiften gedaan en werden 31 processen-verbaal opgemaakt.

In 2004 waren dat respectievelijk 38 aangiften en 30 processen-verbaal.

Het aantal verdachten is over het algemeen hoger dan het aantal processen-verbaal.

In partnerfraudezaken worden in ieder geval twee verdachten gehoord, terwijl de processen-verbaal maar voor één proces-verbaal worden meegeteld.

In één omvangrijk geval bestond het proces-verbaal uit 9 A4 ordners.

De fraudes die onder de aangiftegrens blijven moeten administratief bestuurlijk worden afgewikkeld volgens de Wet boeten, maatregelen en terug- en invordering sociale zekerheid (Wbm). Sinds 9 juli 2004 is deze wet niet meer toepassing op fraudes Wwb.

Hiervoor is de gemeentelijke afstemmingsverordening in de plaats gekomen.

 

 

4. Boeten/maatregelen

 

Sinds 1 juli 1997 is voor de bijstandsverlening de Wet boeten, maatregelen en terug- en invordering sociale zekerheid van kracht (Wbm).

De gemeente was verplicht de wet toe te passen in die gevallen waar sprake is van informatiefraude, zelfs als de gemeente geen financieel nadeel had geleden.

 

Op 9 juli 2004 is de gemeentelijke afstemmingsverordening van kracht geworden als uitvloeisel van de nieuwe Wet werk en bijstand (Wwb). Met het van kracht worden van de verordening is de wet boeten voor de Wwb en daarop gebaseerde regelingen komen te vervallen. Een maatregel wordt opgelegd als geen aangifte kan worden gedaan. Voor de aangifte geldt een grens van € 6.000,- . Dit was ook zo bij het opleggen van een boete. Bij de boete gold een minimumboete van € 45,-. Voor de maatregel is dat € 50,-. De bedragen van de maatregel worden niet afgerond. De boete werd naar boven afgerond op veelvoud van

€ 11,- .

De Wbm had een zelfstandige titel om boetes op te leggen en te vorderen.

De afstemmingsverordening is gebaseerd op de Wwb en ontleent zijn titel aan deze wet. Het grote verschil is dat een boete kon worden opgelegd boven op het terug te vorderen bedrag, zodat er in totaliteit een grotere vordering kon worden ingesteld dan aan ten onrechte verleende bijstand was uitgekeerd ( terugvordering bijstand verhoogd met de boete). Beide vorderingen hadden een eigen titel.

In het geval van de toepassing van de afstemmingsverordening is dat niet het geval. Wanneer een maatregel wegens fraude wordt opgelegd, kan slechts een vordering worden ingesteld als de totaal verstrekte bijstand daartoe toereikend is.

Als dat niet het geval is kan de maatregel wel worden vastgesteld en worden verrekend met de lopende uitkering. Het is dan niet mogelijk een aparte vordering in te stellen.

Als de uitkering echter is of wordt beëindigd kan de maatregel niet worden verrekend. Als belanghebbende binnen twee jaar weer uitkering ontvangt kan alsnog tot verrekening worden overgaan. Als dit niet gebeurt zal er dus niet meer kunnen worden verrekend. Naar verwachting zal de opbrengst aan maatregelen minder zijn dan van de boetes.

 

Resultaten

In 2004 werden 303 boete/maatregelwaardige zaken in behandeling genomen. Deze werden als volgt afgewikkeld:

Aantal ingetrokken boete/maatregelwaardige zaken                                                        24

Aantal nulboeten                                                                                                                   2 Aantal waarschuwingen                                                                                                     92  Aantal boeten/ maatregelwaardige zaken wegens verzwegen informatie                        185 Totaal                                                                                                                                    303

 

 

Grafiek 13

 

Aan boeten/maatregelen werd een totaalbedrag van € 30.429,06 opgelegd.

 

Het gemiddelde boete/maatregelbedrag bedroeg in het jaar 2003 € 100,43.

 

 

5. Fraudebeleidsplan 2001-2005

 

5.1 De opdracht

 

Voor de looptijd van het fraudebeleidsplan 2001-2005 werd voor de sociale recherche een aantal concrete doelstellingen vastgesteld.

  1. Het aantal behandelde fraudezaken of het opgespoorde fraudebedrag diende  toe te nemen met 10%.
  2. Het aantal behandelde zaken van partnerfraude diende toe te nemen tot 25 onderzoeken per jaar.
  3. Er diende minimaal 10 onderzoeken naar zwarte werkzaamheden per jaar te worden afgerond.
  4. Het verlagen van het aantal fraudemeldingen.

 

 

5.1.1 De resultaten

 

Terugvorderingen

In het basisjaar 2001 werden 131 onderzoeken naar fraude afgerond.

In 2002 was dit opgelopen tot 165 fraudeonderzoeken en in 2003 werden 189 fraudeonderzoeken afgerond. Het aantal reguliere fraudeonderzoeken in 2004 was 220.

Ten opzichte van het basisjaar 2001 is dit een stijging van 68%. De toename van het aantal behandelde onderzoeken heeft enerzijds te maken met de uitbreiding van de sociale recherche en anderzijds met de toegenomen ervaring van de nieuw aangestelde sociaal rechercheurs.

 

In het basisjaar 2001 werd een fraudebedrag van € 678.674 opgespoord. Over 2003 was dit € 1.024.832,- In het jaar 2004 is dat toegenomen tot een bedrag van € 1.500.984,-. Dit is een toename van 121% ten opzichte van het basisjaar 2001.

Door de vergrote capaciteit konden meer grote zaken in onderzoek worden genomen, waardoor er ook grotere fraudebedragen konden worden vastgesteld.

 

De doelstelling ten opzichte van het basisjaar 2001 werd ruimschoots gehaald.

 

Beëindigde en verlaagde uitkeringen

Behoudens de terugvorderingen, maken de beëindigde en verlaagde uitkeringen ook deel uit van de in 5.1. onder punt 1 geformuleerde opdracht.

In het basisjaar 2001 werden 52 uitkeringen beëindigd of verlaagd. De besparing op periodieke uitkering op bedroeg op maandbasis € 35.395,- (exclusief afgedragen belasting en premies)

In 2002 werden 35 uitkeringen verlaagd of beëindigd en bedroeg de besparing op maandbasis € 25.557,- (eveneens exclusief afgedragen belasting en premies).

 

In 2003 werden 54 uitkeringen beëindigd of verlaagd. Het bedrag van de beëindigde en verlaagde uitkeringen bedroeg toen € 39.379,- (exclusief afgedragen belasting en premies).

In het verslagjaar 2004 werden 74 uitkeringen beëindigd of verlaagd. Hiermee was een bedrag van € 57.032,- op maandbasis gemoeid. Dit betekent een directe forse besparing voor de gemeente aan uitkeringsgelden. Uiteraard worden ook de verschuldigde belastingen en premie bespaard.

Ten opzichte van het basisjaar 2001 werden 22 uitkeringen meer beëindigd of verlaagd. In procenten uitgedrukt gaat het dan om 42%.

De doelstelling van een toename van 10% verlaagde of beëindigde uitkeringen werd ruimschoots behaald.

 

Partnerfraude

In 2004 werden 57 onderzoeken naar mogelijke partnerfraude ingesteld.

Bij 33 onderzoeken naar partnerfraude werd fraude voor een bedrag van € 495.334,- aan fraude vastgesteld. Er kon wegens beëindiging (of verlaging) van de uitkeringen op maandbasis € 23.735,- worden bespaard. Uiteraard bespaart de gemeente daarover ook de loonheffing en de premies.

In 1 geval was er reeds onderzoek gedaan naar aanleiding van een eerder signaal. In 17 gevallen kon er geen fraude worden aangetoond maar bleef er wel twijfel. In 2 gevallen kon de toekenning van een uitkering worden voorkomen en in 4 gevallen bleek er geen sprake te zijn van fraude.

 

De doelstelling van 25 te behandelen meldingen van partnerfraude werd ruimschoots gehaald.

 

Zwarte werkzaamheden/inkomsten

In 2004 werden 24 onderzoeken verricht naar zwarte werkzaamheden/inkomsten. In 17 gevallen werd er fraude vastgesteld. Er werd voor een bedrag van € 16.968,- aan vorderingen ingesteld en er werd een besparing op uitkeringen gerealiseerd van € 760,- per maand, te verhogen met de besparing op loonheffing en premies.

In 6 gevallen kon er geen fraude worden vastgesteld maar bleef er wel twijfel bestaan. In 1 geval bleek er geen sprake te zijn van fraude.

 

De doelstelling van 10 te behandelen meldingen van zwarte werkzaamheden/inkomsten werd ruimschoots gehaald.

 

Afname aantal fraudemeldingen

Een van de doelstellingen was om de instroom van het aantal fraudemeldingen terug te dringen met 10%.

In het jaar 2001 werden 281 fraudemeldingen ontvangen. Over 2004 waren dat 257 meldingen. In deze 257 meldingen waren16 meldingen begrepen voor de gemeenten Midden-Delfland en Pijnacker-Nootdorp. Het gecorrigeerde aantal fraudemeldingen voor Delft was dus 241. De reductie bedraagt dus ruim 14%. Hierbij moet de opmerking worden gemaakt, dat het aantal fraudemeldingen over de jaren 2002 tot en met 2004 schommelt tussen de 281 en 235 meldingen. Van een structurele lagere instroom kan niet worden gesproken. De geboekte resultaten kunnen van burgers en instanties aanleiding zijn om meer meldingen te doen. 

 

Conclusie

Alle doelstellingen voor 2004 werden gerealiseerd.

De reductie op de instroom van fraudemeldingen werd eveneens gerealiseerd, alhoewel vastgesteld moet worden dat de instroom in de afgelopen jaren aan schommelingen onderhevig is geweest. De instroom heeft een min of meer autonoom karakter. Het is nog te vroeg om nu te spreken van een structurele reductie.

 

 

 

 

 

 

6. Vergelijkende cijfers over de periode 2000 tot en met 2004

 

6.1 Instroom van fraudemeldingen

 

6.1.1 Instroom van reguliere fraudemeldingen naar melder

 

In absolute aantallen

Melding afkomstig van:                              jaren:    2000  2001       2002 2003       2004

Medewerkers van WIZ (voorheen DMZ)             128     162         90        101        112

Burgers                                                                       86       73          92        114          74

Instanties                                                                46       46          53          58          71     

Totalen per jaar                                                          260     281        235        273        257   

 

Uitgedrukt in een percentage van de jaarlijkse instroom:

 

Melding afkomstig van:                            jaren:     2000 2001 2002 2003       2004

Medewerkers van WIZ (voorheen DMZ)                49%    58%    39%    37%       44%

Burgers                                                                    33%    26%    39%     42%      29%

Instanties                                                              18%    16%    22%     21%      27%

Totalen per jaar                                                       100%  100%  100%   100%    100%

 

Grafiek  14

 

6.1.2  Instroom van reguliere fraudemeldingen naar fraudesoort

 

In absolute aantallen:

Fraudesoort                                               jaren:   2000 2001 2002 2003   2004

Verzwegen werkzaamheden/inkomsten                     109      140        85        97        83

Verzwegen vermogen                                                  3        11        10          6          6

Verzwegen partnerschap                                           82        63        77        89        89

Verzwegen woningdeling                                             6          7         4          9          2

Niet in gemeente woonachtig                                     29       35     36        43        50

Onjuiste informatie                                                    31       25       23      29        27

Totalen per jaar                                                           260      281      235     273      257

 

Het aantal meldingen over personen met uitkering die niet in gemeente wonen en dat niet opgeven s de laatste jaren toegenomen.

De meldingen over 2004  hebben vooral betrekking op:

-          Vertrek naar het buitenland

-          Detentie

-          Samenwonen buiten Delft

-          Inwonen bij een kind buiten Delft

-          Vertrokken naar een ander woonplaats

 

De toename van het aantal meldingen is vooral te verklaren door vertrek naar het buitenland zonder dit te melden, waardoor de uitkering nog een poos bleef doorlopen. De maandelijkse informatieformulieren werden dan door iemand anders ingevuld en ingeleverd.

 

 

Grafiek 15

 

Uitgedrukt in een percentage van de jaarlijkse instroom:

 

Fraudesoort                                           jaren:   2000 2001 2002 2003 2004

Verzwegen werk/inkomsten                                42%     50% 36%     35% 32%

Verzwegen vermogen                                           1%      4%       4%       2%    2%

Verzwegen partnerschap                                    32%    22%      33%     33% 35%

Verzwegen woningdeling                                      2%      3%       2%       3%    1%

Niet in gemeente woonachtig                              11%   12%       15%     16% 19%

Onjuiste informatie                                             12%     9%      10%      11% 11%

Totalen per jaar                                                   100%100%   100%   100%   100% 

 

Grafiek 16

 

6.1.3  Instroom van belastingsignalen

                     jaren:       1999    2000 2001 2002 2003

Aantal samenloop van inkomsten                1801    1586 1367 1344 1305

 

Grafiek 17

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

6.2  Uitstroom van fraudemeldingen en resultaten

Resultaten van de reguliere onderzoeken zonder belasting- en ib signalen)

 

6.2.1. Vastgestelde fraudes

 Aantallen                              Vastgestelde fraudebedragen

                                                 x  € 1.000,-

 

Jaren                                                 2000 2001 2002 2003 2004      2000 2001 2002 2003  2004 

Fraudesoort

Werkzaamheden/inkomsten                    29    28     29     20     26        59    86    165     38    311 Vermogen                                                  0       0        2       4       6           0      0    105   223    304 Partnerschap                                             4      9      14     11     20          204  158   315   194    495 Woningdeling                                          5      4        4       6       4            7    12       2       5        2       

Niet in Delft                                            4      8      11     12     19            6    21     21     43    147

Onjuiste info                                          4    12      13     12     10          11    41     14   104      56

 

Tussentelling vastgestelde fraudes     46    61     73      65     85       287      318        622  607  1315

 

6.2.1.2  Beëindigde/verlaagde uitkeringen

                                                                    Aantal beëindigde of                Besparingen per maand

                                                             of verlaagde uitkeringen        x  € 1.000,-

 

Jaren                                                 2000 2001 2002 2003 2004      2000 2001 2002 2003  2004 

Fraudesoort                                                                                                         

Werkzaamheden/inkomsten                    14      2        8      6       8           6,4   0,9    5,5     5,0     7,5

Vermogen                                               0      0        1      2       3            0      0    0,7     1,6     2,7

Partnerschap                                          12    16      12    18     30         7,3 10,4    9,9   12,3   23,7

Woningdeling                                           1      2        1      1       2         0,5   0,9    0,2     0,2     0,2

Niet in Delft                                            10     21      11    25    29         6,4 14,5    8,4   18,3   22,2

Onjuiste info                                            6      9        2      2       1        3,6    9,1    0,9     1,9     0,8

 

Netto besparing per maand x € 1.000,-                                              13,1  24,2  35,8   39,3  57,1

                                                                                                    

Tussentelling beëindigde/verl. Uitk.          25         39     52    54     73

Correctie op aantallen *1                         - 2   - 12   - 16  - 22   - 34

 

Gecorrigeerde tussentelling aantal     23         27     36    32     39                     

 

6.2.1.3 Onderzoeken zonder fraudevaststelling

 

Jaren                                                 2000 2001 2002 2003 2004     

           

Afgehandeld, geen fraude vastgesteld *2

Uitkering was al beëindigd                                    2        42     29     48

Fraude niet aantoonbaar, wel twijfel                  10         12     38     21

Afgehandeld met andere melding                   1     20     13       9

Geen fraude                                                    8       3       8       2       

Preventief afgedaan                                        13                   1       8

Info was bekend                                                       3       3      8

Niet gespecificeerd                                  31                          0  

 

Tussentelling                                        31        34     80    92     96

(fraude niet aantoonbaar)

Verrichte reguliere onderzoeken      104   131   165 189   220       

 

Toelichting: In een aantal gevallen kon om uiteenlopende redenen geen fraude worden vastgesteld. In enkele gevallen kon worden vastgesteld dat er geen sprake was van fraude. (gearceerd)

*1        Om dubbeltellingen in de afhandeling van het aantal fraudezaken te voorkomen is een correctie op de aantallen toegepast voor de gevallen, waarin zowel een terugvordering als een aanpassing van de uitkering heeft plaatsgevonden.

  

*2            De hier vermelde cijfers hebben betrekking op onderzoeken, die niet hebben geleid

tot het vaststellen van fraude. Dit wil echter niet zeggen dat er in alle gevallen geen sprake was van fraude. In een aantal gevallen kon de fraude niet meer worden vastgesteld omdat de uitkering inmiddels was beëindigd. In een aantal gevallen was de fraude niet aantoonbaar maar bleef wel twijfel bestaan. In een minderheid van de onderzochte gevallen kon worden gesteld, dat er geen sprake was van fraude. In 2004 ging het om 2 gevallen.

 

 

Grafiek 18

 

In grafiek 18  zijn op jaarbasis de resultaten weergegeven van de door de sociale recherche verrichte onderzoeken.

 

Betekenis van de gebruikte termen:

Fraude niet vastgesteld                                          Hiermee wordt bedoeld, dat niet kon worden vastgesteld of er sprake was van fraude. Dit betekent niet dat in alle gevallen geen sprake was van fraude. In veel gevallen is er twijfel blijven bestaan.

 

Alleen uitkering                                                  Hiermee wordt bedoeld dat uitsluitend de uitkering werd beëindigd of verlaagd.

 

Vordering en uitkering                                            Hiermee wordt bedoeld, dat er een fraudevordering werd ingesteld en de uitkering werd beëindigd of verlaagd.

 

Alleen vordering                                                    Hiermee wordt bedoeld, dat er een                  fraudevordering werd ingesteld maar dat de uitkering niet werd aangepast.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

6.2.1.4  Belastingsignalen

 

Behandelingsjaar                 2000              2001                2002               2003              2004                     

Belastingjaar                       1998             1999                2000               2001              2002

 

                                             aantal bedrag  aantal bedrag  aantal bedrag  aantal bedrag  aantal bedrag

 

In behandeling genomen      2193                1802                   1586                1367              1344

Geen fraude geconstateerd  1722                1428                   1330                1079              1199

Fraude geconstateerd            106     389*          133         361*       91        216*       127        303*     124      125*

 

Fraudepercentage               6,7%                7,4%                6,8%             7,0%             9,2%

 

*   De bedragen zijn in euro’s x  1.000.

 

 6.2.1.5  Totaalresultaten

 

Jaar                                             2000                2001                2002                2003                2004                                                                        

Fraude reguliere meldingen €   287.248           317.899         621.420          607.278      € 1.314.427 

Belastingsignalen                   389.474         360.775         216.289          302.564          125.145

Inlichtingenbureau signalen                                                                         114.990            61.412

Totalen in euro’s                    676.722         678.674         837.709      € 1.024.832      € 1.500.984

 

Jaar                                             2000                2001              2002                 2003                2004

Beëindigde of verlaagde

uitkering per maand                  23.669*          35.395*          25.557*          39.379*          57.032*

 

 

Grafiek 19

 

Grafiek 20

 

6.3  Aangiften en processen-verbaal

 

Hieronder zijn de vergelijkende cijfers van het aantal aangiften en processen-verbaal over de jaren 1999 tot en met 2003 opgenomen.

 

Overzicht aangiften en processen-verbaal:

 

Jaar                                                                                            2000  2001  2002 2003  2004

Aantal aangiften                                                                             30      28      21       30    38 Aantal processen-verbaal                                                              38      23      26       31   30

 

Bij het doen van aangifte en het opmaken van een proces-verbaal is sprake van een faseverschil in de afwikkeling, waardoor zich een zekere verschuiving in de jaren voordoet.

 

6.4   Boeten/maatregelen

 

6.4.1 Overzicht boete/maatregelenzaken

 

Jaar                                                              2000            2001            2002            2003            2004                                                                aantal          aantal          aantal          aantal          aantal

Ingetrokken boete/maatregelzaken              12                   29                   30                   12                   24                                    

Waarschuwingen                                       151              97                   66                   103              92   

Nul boeten/maatregelen                              8                 36                   8                 12                   2

Opgelegde boeten/maatregelen                   130              203              183              219              185                                                                                

Totaal aantal                                             301              365              287              346              303                                                                                                                            

 

Totaal bedrag in euro’s                          € 26.671          € 57.278      € 34.252      € 47.041   € 30.429

 

Gemiddelde boetebedragen

In euro’s                                              € 205               € 282           € 187           € 136       € 100

 

 

 

grafiek 21

 

grafiek 22

 

7 Ontvangsten op fraudevorderingen en boeten

 

7.1  De incasso als laatste schakel in de fraudebestrijding

 

De incasso vormt de laatste schakel in het handhavingsproces.

Het opsporen en vaststellen van fraude moet gevolgd worden door een adequaat incassoproces.

Dit heeft een duidelijke signaalfunctie naar degene, die op onrechtmatige wijze uitkering heeft gekregen.

De sociaal rechercheurs en de overige medewerkers van bijzonder onderzoek worden gemotiveerd door een stringente incasso.

In het algemeen wordt de bijstand teruggevorderd door het treffen van betalingsregelingen. Hiervoor wordt een draagkrachtsysteem gehanteerd, waarbij rekening wordt gehouden met persoonlijke omstandigheden maar ook met de ernst van het feit.

Indien de belanghebbende in gebreke blijft (regelmatig) te betalen, wordt de beschikking, waarmee de bijstand wordt teruggevorderd, ten uitvoer gelegd. Als er vermogen is, wordt daar beslag op gelegd en als (deel)aflossing op de fraudevordering afgeboekt.

Tegen de terugvorderingsbeschikking staat bezwaar en beroep open. Bezwaar tegen de terugvorderingsbeschikking schort de betaalverplichting niet van rechtswege op. Veelal wordt toch uitstel van betaling verleend voor de duur van de behandeling van het bezwaarschrift.

De gemeente legt vereenvoudigd derdenbeslag als de belanghebbende de betaalverplichting niet nakomt.

Als er geen inkomstenbron kan worden achterhaald, wordt de vordering ter incasso aan de deurwaarder overgedragen.

 

De Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen (WSNP) heeft invloed op de incasso van de vorderingen. Als een belanghebbende onder de WSNP valt, mag er gedurende drie jaren niet meer worden geïncasseerd. Fraudevorderingen worden over het algemeen niet meegenomen bij een WSNP procedure. In zo’n geval wordt de betrokkene niet tot de procedure toegelaten. Omdat er vaak ook nog andere schulden zijn, kan betrokkene ernstig in zijn belangen worden geschaad. De rechter neemt in zijn oordeelvorming dan ook de ouderdom van de fraudevordering in ogenschouw.

De ervaring heeft inmiddels geleerd dat de rechter in z’n algemeenheid niet de datum van het instellen van de vordering als uitgangspuntpunt maar de datum waarop de frauduleuze handeling is ontstaan.

De schuldenaar wordt voor de duur van drie jaar op een absoluut sociaal minimum gezet en mag in die periode geen nieuwe schulden aangaan.

Na afloop van de driejaars termijn bepaalt de rechter of en zo ja, wat er op de vorderingen wordt afbetaald, waarna de resterende vordering moet worden afgeboekt, zodat de schuldenaar met een schone lei verder kan.

Op dit proces kan de schuldeiser geen invloed uitoefenen. Dit heeft uiteraard gevolgen op de incassoresultaten.

 

In het jaar 2004 werd voor een totaalbedrag van € 470.235,47 aan ontvangsten op fraudevorderingen in de debiteurenadministratie geregistreerd. De ontvangsten bleven licht achter bij de ontvangsten over de jaren 2003 en 2002. Er werd toen respectievelijk € 513.175 en € 474.423 werd geïncasseerd.   Dit totaal bedrag werd gerealiseerd met 5.235 ontvangsten. De gemiddelde ontvangst per boeking bedroeg dus € 89,82.

Op de boeten werd in 2004 een bedrag van € 36.540,51 geïncasseerd.

 

7.2  Ontvangsten op de fraudevorderingen en boeten

 

Onderstaand treft u een overzicht aan van de jaarlijks geïncasseerde bedragen op de fraudevorderingen en boeten/maatregelen.

 

Jaar         Geïncasseerd op                            geïncasseerd op

               fraudevorderingen                           boeten

               In euro’s                                       in euro’s        

 

2000    € 381.585                                          9.465             

2001    € 365.480                                       € 12.075             

2002    € 474.423                                        € 19.801             

2003    € 513.175                                      € 37.366

2004    € 470.235                                      € 36.541

 

In 2004 werd er minder geïncasseerd op fraudevorderingen dan in 2003. De oorzaak hiervan is dat er in 2003 voor een bedrag van ruim € 69.000,- beslag gelegd kon worden op middelen van degenen die hadden gefraudeerd. In 2004 kon er slechts voor een bedrag van ruim € 30.000,- beslag worden gelegd. De overige ontvangsten zijn gerealiseerd door middel van betalingsregelingen.

 

 

grafiek 23

 

8. Bloemlezing van fraudeonderzoeken

 

Verzwegen arbeid en informatie

Naar aanleiding van een overdracht van een consulent inkomen werd een onderzoek  ingesteld naar mogelijk verzwegen inkomsten uit arbeid en een mogelijke verstrengeling van belangen met een stichting. Tijdens een heronderzoek was opgevallen dat er op de girorekening een bijschrijving was vermeld, waarvoor de uitkeringsgerechtigde als verklaring gaf dat dit bedrag nog moest worden gestort naar een stichting. Hij gaf op vrijwilliger te zijn voor die stichting. Hij verrichtte werkzaamheden ten behoeve van de stichting. Uit het dossieronderzoek bleek dat er geen melding was gemaakt van deze inkomsten, behoudens in een korte periode in 2002. Deze inkomsten werden met de uitkering verrekend.

Onderzoek leerde dat belanghebbende optrad als voorzitter van de stichting en dat hij de financiële transacties verrichtte. Van activiteiten van de overige bestuursleden was geen sprake.

De privé financiën en die van de stichting waren met elkaar verstrengeld en het financiële inzicht daarin was onvoldoende. Een plaatselijk nieuwsblad citeerde de rechter in deze zaak: “het enige belang van de stichting was uzelf”.

De inkomsten hadden moeten worden opgegeven, zodat deze met de uitkering hadden kunnen worden verrekend. Doordat er geen deugdelijk administratie van de stichting werd bijgehouden en er geconstateerd was dat er van financiële verstrengeling sprake was, kon het recht op bijstand niet worden vastgesteld.

In verband hiermee werd een vordering van ruim € 34.000,- ingesteld over de periode van oktober 2001 tot en met maart 2004. Tevens werd aangifte bij het O.M. gedaan.

 

 

Niet in de gemeente woonachtig

Op verzoek van de consulent inkomen leverde de uitkeringsgerechtigde kopieën aan van giroafschriften over een bepaalde periode. Het viel op dat op de afschriften verschillende lettertypen werden gebruikt. Omdat er werd vermoed dat de afschriften waren gemanipuleerd moest belanghebbende de originele afschriften aanleveren.

Hieruit bleek dat de adresgegevens waren vervalst en dat de adresgegevens van het oude adres op de giroafschriften stond. Het vermoeden ontstond dat belanghebbende nog zou wonen bij zijn gewezen echtgenote in zijn vorige woonplaats.

Er is door de sociale recherche een onderzoek ingesteld naar de woonplaats van de belanghebbende. Uit het onderzoek bleek dat belanghebbende bij zijn gewezen echtgenote woonde. Dit werd bevestigd door buurtonderzoeken in de gemeente waar belanghebbende daadwerkelijk woonde en door buurtonderzoek in Delft, waar hij beweerde te wonen.

De fraude bedroeg ruim € 19.500,-, waarvan aangifte is gedaan bij het O.M. en waarvoor een terugvordering is ingesteld.

 

Zwart werk en samenwoning

Er werd een melding ontvangen dat de uitkeringsgerechtigde in Delft zou samenwonen met zijn gewezen echtgenote.

Uit onderzoek bleek belanghebbende niet te wonen op het opgegeven adres maar op het adres van zijn gewezen echtgenote. Uit de observaties bleek tevens dat belanghebbende met een andere uitkeringsgerechtigde zwarte werkzaamheden uitvoerde.

Het bleek dat er clandestien een handelsonderneming werd gevoerd.

Uit hetzelfde onderzoek werd duidelijk dat een andere persoon in de woning van de belanghebbende woonde. Tevens bleek deze uitkeringsgerechtigde zwart te werken voor de belanghebbende. Deze persoon had juist een bijstandsuitkering aangevraagd, die nog niet was toegekend.

Uit hetzelfde onderzoek bleek dat de zoon van belanghebbende ook zwarte werkzaamheden voor hem uitvoerde. Deze zoon woonde samen met een vrouw die een bijstandsuitkering van de gemeente Delft ontving.

Naar aanleiding van het onderzoek en de buurtonderzoeken konden de fraudes worden aangetoond.

Er werd vastgesteld dat de belanghebbende voor een bedrag van € 76.000,- had gefraudeerd. Hiervoor werd een vordering op hem en zijn gewezen echtgenote ingesteld. De uitkering werd beëindigd en et werd aangifte gedaan bij het O.M. Tevens werd er beslag gelegd op zijn spaarrekening, waaruit een deel van de vordering direct kon worden voldaan.

Op zijn “maat” werd een fraude vastgesteld van bijna € 63.000,- Ook deze uitkering kon worden beëindigd en er werd een vordering ingesteld. Tevens er werd ook in dit geval aangifte gedaan bij het O.M.

Het fraudebedrag van de zoon van de hoofdpersoon en zijn vriendin werd vastgesteld op ruim € 60.500,-. Hiervoor werd eveneens aangifte gedaan bij het O.M. Tevens werd een vordering ingesteld en werd de uitkering beëindigd.

Van de uitkeringsgerechtigde die woonde in de woning, waarin de hoofdpersoon beweerde te wonen werd de uitkering niet toegekend. De aanvraag om een bijstandsuitkering was nog niet toegekend, zodat in dit geval niets behoefde te worden teruggevorderd.

In deze zaak werden zeven personen op diverse plaatsen tegelijk aangehouden. Hiervoor werd samengewerkt met de sociale recherche van Zoetermeer en werd een sociaal rechercheur van Schiedam ingezet. Het UWV en de belastingdienst doen nader onderzoek naar het bedrijf van de belanghebbende.

In één jaar tijd bleek er een bedrag van € 600.000,- op de zakelijke bankrekening te zijn bijgeschreven.

De rechter gaf geen toestemming voor beslag op de zakelijke rekening. Er werd wel beslag gelegd op zijn (verzwegen)privé-bankrekening.

 

Zwart werk en vermogen

Er werd een melding ontvangen, dat de uitkeringsgerechtigde zwarte werkzaamheden verrichtte en over huizen beschikte in het buitenland.

Volgens de melding zou belanghebbende groente en fruit vervoeren naar Duitsland.

Uit onderzoek bleek dat belanghebbende een aantal maal per maand overdag diverse tuinders en kwekers bezocht met een vrachtauto en groente inlaadde.

’s-Avonds reed belanghebbende samen met een man die een w.w. uitkering ontving van het UWV richting Duitse grens. Uit onderzoek is gebleken, dat belanghebbende in de periode van december 2001 tot december 2003 in totaal 8333 liter diesel brandstof had getankt. Uit getuigenverklaringen en de verhoren werd duidelijk dat belanghebbende gedurende lange tijd groenten en fruit vervoerde naar winkels in de omgeving van Frankfurt Duitsland. Tevens bleek uit onderzoek dat belanghebbende twee huizen bezat in het buitenland, waarvan hij geen melding had gemaakt aan de gemeente.

Doordat belanghebbende geen deugdelijke administratie had bijgehouden van de handel in groente, was het niet mogelijk om het recht op bijstand vast te stellen. Over de periode van mei 1996 tot november 2003 werd een fraude vastgesteld van ruim € 92.000,-.

De uitkering werd beëindigd. Hierna heeft belanghebbende nog tot twee keer een aanvraag om bijstand ingediend. Beide keren werd het verzoek afgewezen.

 

Samenwoning, vermogen en zwart werk

Er werd een melding ontvangen, dat de uitkeringsgerechtigde een gezamenlijke huishouding zou voeren met een vrouw en dat hij werkzaamheden zou verrichten in een snackbar/café. Bovendien zou belanghebbende een woning bezitten in het buitenland.

Uit onderzoek is komen vast te staan dat belanghebbende een gezamenlijke huishouding voerde met de eigenaresse van een snackbar/café. De uitkering van de gemeente Delft werd verstrekt in aanvulling op een wao-uitkering. Belanghebbende voerde werkzaamheden uit in deze snackbar/café, hoewel hij zichzelf niet in staat achtte om enkele uren te werken als gevolg van lichamelijk problemen. De eigenaresse werkte eveneens in de snackbar/café  en bij een supermarkt.  Daarnaast bleek uit het onderzoek dat belanghebbende samen met zijn wettige echtgenote een woning bezat in het buitenland.

Uit de verhoren en de getuigenverklaringen bleek de situatie van de gezamenlijke huishouding al langdurig te bestaan. De vrouw bleek een schijnhuwelijk te zijn aangegaan met de zoon van van haar partner om hem een verblijfsvergunning te verschaffen.

Over de periode van augustus 1992 tot juni 2005 werd een fraude vastgesteld van ruim

€ 52.000,-. Hiervan is aangifte gedaan bij het O.M. Wegens verjaring is nog een bedrag van ruim € 28.000,- invorderbaar. De uitkering werd beëindigd.

 

Domicilie, samenwoning en onderverhuur

Volgens een schriftelijke anonieme melding zou belanghebbende met een bijstandsuitkering niet in Delft wonen en dus geen recht op uitkering hebben van de gemeente Delft.

Onderzoek ter plaatse wees uit dat belanghebbende al gedurende lange tijd niet op het opgegeven adres in Delft woonde. De woning was onderverhuurd aan studenten.

Nader onderzoek wees uit dat belanghebbende met haar gewezen echtgenoot en dochter in het buitenland woonde, alwaar zij een uitkering ontvingen van de plaatselijke “sociale dienst”. Bovendien bleek ze daar te studeren voor gynaecoloog.

Daarvoor had ze met haar gewezen echtgenoot samengewoond in Amsterdam. De gewezen echtgenoot ontving een bijstandsuitkering van de gemeente Amsterdam en belanghebbende een bijstandsuitkering van de gemeente Delft.  De gewezen echtgenoot verhuurde zijn woning eveneens onder.

In verband met deze fraude werd over de periode van mei 2002 tot juli 2004 aangifte gedaan van een fraude van bijna € 34.000,-.

Tevens werd een vordering ingesteld. De uitkering werd beëindigd.

 

Samenwoning

In opdracht van de gemeente Pijnacker-Nootdorp werd een onderzoek ingesteld naar samenwoning van een uitkeringsgerechtigde.

In het verleden was hiernaar al eens onderzoek verricht door de sociale recherche van een andere gemeente, wat niet tot resultaat had geleid.

Observatie ter plaatse bleek niet zo gemakkelijk te zijn, te meer omdat de veronderstelde partner van belanghebbende geen gebruik maakte van een auto.

Desondanks waren er sterke aanwijzigen dat er sprake was van een gezamenlijke huishouding. Om de impasse te doorbreken heeft een sociaal rechercheur aangebeld op het adres waar werd samengewoond. De partner van belanghebbende opende de deur in pyjama.

Uit onderzoek werd duidelijk dat de partner een ww uitkering ontving.

Met toestemming van de Officier van Justitie is inzage verkregen in de bankrekening waarop de ww uitkering werd gestort. Hieruit kon een duidelijk beeld worden verkregen, waar zich zijn sociale- en maatschappelijk leven afspeelde.

Uit verder onderzoek, het verhoor en de buurtonderzoeken in Pijnacker-Nootdorp en in de woonplaats van de partner kon de gezamenlijke huishouding worden aangetoond.

Er kon een fraude worden aangetoond van ruim € 64.000,-, over de periode van januari 1998 tot juni 2004, waarvoor beide partners hoofdelijk aansprakelijk konden worden gesteld.

Er werd aangifte gedaan bij het O.M. en er werd een terugvordering ingesteld. Bovendien kon de uitkering worden beëindigd.

 

9. Tot slot

 

9.1 Samenwerking met de gemeente Zoetermeer 

 

In het samenwerkingsverband van de sociale recherche Delft en Zoetermeer hebben beide teams elkaar in 2004 ondersteund met personele inzet in een aantal zaken.

In 2004 is de sociale recherche van Delft In het kader van de (verplichte) integrale beroepsvaardigheidstraining (IBT), gestart met het trainen van geweldsbeheersing en geweldsbevoegdheden.

Hiervoor is een bevoegde trainer aangezocht.

In het kader van de samenwerkingsovereenkomst heeft de sociale recherche van Zoetermeer zich in de loop van het jaar daarbij aangesloten.

Zoetermeer heeft in 2004 ter bevordering van de kennis op het gebied van bewijsvoering in terugvorderingszaken (fraude) in 2004 een cursus ingehuurd, waaraan door medewerkers van Delft is deelgenomen.

 

9.2 Wet Boeten en Maatregelen/Maatregelenverordening gemeente Delft

 

Op 1 januari 2004 is de Wet werk en bijstand(Wwb) in werking getreden. Op 9 juli 2004 is de gemeentelijke afstemmingsverordening in werking getreden, waarmee tegelijkertijd de wet Boeten en Maatregelen voor de Wwb en aanverwante regelingen is komen te vervallen.

In het jaarverslag 2003 heb ik al aangegeven dat de mogelijkheden op grond van de maatregelenverordening geringer zijn dan op grond van de Wet Boeten en Maatregelen.

Er werd verwacht dat er minder maatregelen zouden worden opgelegd.

Het aantal opgelegde boeten/maatregelen blijkt inderdaad lager te zijn dan in 2003; 303 in 2004 tegenover 346 in 2003.

In geldbedragen is het effect al inzichtelijker geworden. Werd er in 2003 nog voor een bedrag van € 47.041 aan boeten opgelegd, over 2004 was dit gedaald naar een bedrag van € 30.429,-.

Hierbij moet wel de kanttekening worden gemaakt, dat op grond van de afstemmingsverordening niet altijd een vordering kon worden ingesteld maar dat wel een verrekening met de uitkering werd toegepast.

 

Omdat de wet Boeten en Maatregelen halverwege het jaar is afgeschaft is nog niet het volle effect meetbaar. In het volgende verslagjaar zal daar meer duidelijkheid over ontstaan.

 

9.3 Regionaal Platform Fraudebestrijding Haaglanden-Hollands Midden

 

In 2004 is een landelijk dekkend netwerk van Regionale Platforms Fraudebestrijding (RPF) in het leven geroepen met daarbij behorende interventieteams.

De RPF’s zijn de opvolgers van de Regionale interdisciplinaire fraudeteams (Rif’s)

Richtten de Rif’s zich primair op het signaleren van fraudestructuren, de RPF’s spitsen zich meer toe op een intensivering van de aanpak van bekende misstanden op het terrein van de wet arbeid vreemdelingen, werkgevers-,  werknemers- en bijstandsfraude.

Gemeenten, het Openbaar Ministerie, de Arbeidsinspectie, de Sociale Verzekeringsbank, de Belastingdienst en het Uitvoeringsinstituut  Werknemersverzekeringen werken in deze teams samen. Door middel van de interventieteams wordt zwart werk, illegale arbeid, sociale zekerheidsfraude en fiscale fraude aangepakt. Het doel van de interventieteams is het voorkomen en terugdringen van belastingpremiefraude, uitkeringsfraude en illegale tewerkstelling en de daarmee samenhangende misstanden.

Er zijn negen regionale platforms. Delft maakt deel uit van het Regionaal Platform Fraudebestrijding Haaglanden-Hollands Midden. De gemeenten Midden Delfland en Pijnacker-Nootdorp worden door Delft vertegenwoordigd. De platforms generen onder gemeentelijke verantwoordelijkheid projectideeën voor de interventieteams vanuit de regio’s. Vanuit die verantwoordelijkheid zijn sociaal rechercheurs van de gemeente Delft inzetbaar voor de interventieteams.

Projectideeën worden door de ambtelijke kerngroep via de regionale stuurgroep ter goedkeuring voorgelegd aan de landelijke stuurgroep. In de regionale stuurgroep hebben bestuurders van de vertegenwoordigende gemeenten zitting.

In 2004 zijn twee projectideeën gegenereerd, namelijk controle van warenmarkten in de regio en controle op dure auto’s.

Het project warenmarkten is in 2005 uitgevoerd. De rapportage van de resultaten verkeert in een eindstadium. Het project controle op dure auto’s wordt binnenkort in behandeling genomen.

In het jaarverslag over 2005 zal aandacht worden besteed aan de resultaten.

 

9.4 Wet melding ongebruikelijke transacties (MOT)

 

Op grond van de wet  melding ongebruikelijke transacties (wet MOT) is er een meldingsplicht voor de bancaire dienstverlening, casino’s, effectenhandel, dienstverlening door vrije beroepsbeoefenaren en verkoop van goederen van grote waarde.

Het doel van de wet MOT is het bevorderen van de integriteit van de financiële sector door het voorkomen en tegengaan van witwassen van crimineel verkregen gelden.

In het kader van de fraudebestrijding heeft het bureau Meldpunt Ongebruikelijke Transacties van het Ministerie van Justitie informatie verstrekt van dergelijke transacties van een beperkt aantal personen met een bijstandsuitkering van de gemeente Delft.

De sociale recherche doet in deze gevallen onderzoek naar fraude met de bijstandsuitkering.

De eerste resultaten wijzen reeds op fraude.

Naar aanleiding van de resultaten zullen er afspraken worden gemaakt over de uitlevering van de overige gevallen.

In het jaarverslag over 2005 zal hierop worden teruggekomen.