Herplaatsingsplan
Combiwerk Metaal & Montage
Aanleiding
De basis
voor het huidige Combiwerk Metaal & Montage is gelegd in 2002 door
samenvoeging van een tweetal activiteiten (de afdeling Metaal en de afdeling
Kunststof). Beide activiteiten maakten forse verliezen, werden aangestuurd door
onvoldoende capabel management, waren gevestigd op verschillende locaties en
werkten voor een substantieel deel voor dezelfde soort afnemers
(displayleveranciers). Het was logisch om zowel op logistiek, financieel en
leidinggevend gebied beide activiteiten onder te brengen in één organisatorisch
verband. Door de samenvoeging ontstond op één locatie het bedrijf Combiwerk
Metaal & Montage, onder aansturing van één bedrijfsmanager en met één
bedrijfsbureau.
Naast het
bedrijfseconomische aspect is eveneens stil gestaan bij het
arbeidsontwikkelpotentieel van de activiteiten zoals die binnen het bedrijf
Metaal & Montage plaatsvinden. Opvallend is dat in de afgelopen jaren er
nauwelijks sprake is van doorstroom, binnen het bedrijf, dan wel uitstroom
richting de markt of andere Combiwerk bedrijven. Ook hier treft men een
statische situatie aan
Ondanks een
forse groei in omzet in het jaar 2004 en in de eerste helft van 2005, kan
geconcludeerd worden, dat de samenvoeging van de activiteiten kunststof en
metaal niet geleid heeft tot een structurele verbetering van het financiële
resultaat. Feitelijk is er op dit gebied niets veranderd. In tegendeel de
resultaten verslechteren.
Het zijn
deze resultaten die de directie heeft doen besluiten een rapport op te stellen,
waarin een helder beeld van Combiwerk Metaal & Montage wordt geschetst op
het gebied van a) de bedrijfseconomische aspecten en b) relevantie voor
arbeidsontwikkeling voor de SW doelgroep.
Uit het
vertrouwelijke rapport ‘analyse Combiwerk Metaal & Montage‘ worden naast de
conclusie dat er een onacceptabele situatie is ontstaan op financieel gebied
eveneens de navolgende conclusies getrokken:
De gemeente, de
Raad van Commissarissen, de Ondernemingsraad (OR) en de vakbonden zijn op
hoofdlijnen geïnformeerd over vorenstaande.
De directie
van Combiwerk heeft de conclusies en aanbevelingen van het onderzoek ‘analyse
Combiwerk Metaal & Montage’ aanvaard en overgenomen. De directie gaat
akkoord met de sluiting van Combiwerk Metaal & Montage. De directie is
voornemens alle metaal- en montage-activiteiten met ingang van 31 december 2005
te staken.
De metaal- en
montageactiviteiten van Combiwerk worden met ingang van 31 december 2005
gestaakt. Als gevolg hiervan zal de
bestaande locatie van Metaal & Montage op de vestiging Buitenwatersloot
worden gesloten.
Het voornemen is
dat de WSW-medewerkers die gedetacheerd kunnen worden, door middel van
individuele of groepsdetachering buiten Combiwerk worden geplaatst. Waar
mogelijk zal voor de medewerkers die voldoende vakvaardigheden bezitten
detacheringfuncties worden gezocht bij werkgevers die metaalbewerking functies
hebben. De WSW-medewerkers van Metaal & Montage die niet kunnen worden
gedetacheerd, zullen binnen de overige bedrijven van Combiwerk worden
herplaatst.
Omdat zij een aanstelling bij de Gemeente Delft hebben en rechtstreeks vallen
onder de rechtspositieregeling van de gemeente Delft, zullen voor de twee
ambtenaren van Combiwerk Metaal & Montage intern andere functies worden
gezocht. Dit geldt ook voor de BV-medewerkers wier detachering bij Combiwerk
Metaal & Montage per 1 oktober 2005 wordt beëindigd. Deze BV-medewerkers
zijn immers in dienst bij Combiservices Delft BV.
In totaal
zijn 63.2 fte werkzaam bij Combiwerk Metaal & Montage, onderverdeeld in
54.6 fte WSW-medewerkers, 6.6 fte niet WSW-medewerkers (de BV-ers zijn gedetacheerd
via Combiservices Delft BV) en 2 fte ambtenaren. Hierna zal per type medewerker
nader worden aangegeven op welke wijze de gevolgen van de sluiting Metaal &
Montage worden uitgewerkt, inclusief de daarbij behorende rechten en plichten
van partijen.
De sluiting
van Metaal & Montage door Combiwerk heeft in principe geen gevolgen voor de
rechtspositie van WSW-medewerkers.
Naar
verwacht zal het merendeel van de medewerkers individueel of door middel van
een groepsdetachering buiten Combiwerk geplaatst gaan worden. Een klein deel
van de medewerkers zal intern bij een van de andere Combiwerk bedrijven worden
geplaatst.
Door
Combiwerk Detachering zal voor de WSW-medewerkers die gedetacheerd gaan worden
een detacheringswerkplek moeten worden gezocht, die aansluit bij de
mogelijkheden en vaardigheden van de betreffende medewerkers. Na acceptatie
door de externe werkgever zullen de detacherings-overeenkomsten worden gesloten.
De arbeidsovereenkomst met Combiwerk (in dit geval Combi-werk Detachering)
blijft voor deze medewerkers met alle rechten en plichten van kracht.
Voor
gedetacheerde medewerkers die op dit moment beschikken over een
vervoersindicatie, blijft het georganiseerde vervoer van toepassing. Voor de
overige gedetacheerde medewerkers zijn ten aanzien van woon-werkverkeer de
relevante regelingen van de CAO voor de sociale werkvoor-ziening van
toepassing.
3.1.2 WSW- medewerkers die in aanmerking komen voor
groepsdetachering
Medewerkers
die op basis van hun vaardigheden in aanmerking komen voor een
groepsdetachering zullen bij het Combiwerk bedrijf worden geplaatst van waaruit
de detachering plaats vindt.
3.1.3. WSW- medewerkers die werken op locatie
Medewerkers
die niet in aanmerking komen voor een detachering zullen zoveel mogelijk
geplaatst worden bij de Combiwerk bedrijven die werken op locatie zoals Groen
& Omgeving, Beveiliging of Schoonmaak.
De
WSW-medewerker die niet in aanmerking komt voor een detachering of werken op
locatie zal elders binnen Combiwerk een passende functie worden aangeboden.
Hierbij zal zoveel mogelijk rekening worden gehouden met de specifieke
kwaliteiten, beperkingen en ontwikkelingsmogelijk-heden van de persoon in
kwestie.
3.1.5 WSW-
medewerkers tijdens het herplaatsingtraject
In
afwachting van herplaatsing worden de WSW-medewerkers tijdens het
herplaatsingtraject werkzaamheden opgedragen in een van de Combiwerk bedrijven,
conform artikel 3 lid d cao WSW. Indien medewerkers dit weigeren, worden zij
uiteraard in de gelegenheid gesteld om verlof op te nemen. Indien een
medewerker niet beschikt over verlof of indien het verlofsaldo ontoereikend is
kunnen medewerkers onbetaald verlof opnemen.
3.2
BV-medewerkers
Voor de
BV-medewerkers geldt de inspanningsverplichting om na te gaan of hen een andere
passende functie binnen Combiwerk kan worden aangeboden.
Wanneer
binnen Combiwerk geen functie voorhanden is voor een BV-medewerker, zal aan de
betrokken medewerker in alle billijkheid een aanbod worden gedaan om tot
beëindiging van het dienstverband te kunnen komen. In voornoemd aanbod zullen
een outplacementregeling en een vergoeding worden opgenomen. Indien partijen
tot overeenstemming kunnen komen, zal de kantonrechter worden verzocht de
arbeidsovereenkomst met de betrokken medewerker te beëindigen.
Indien
partijen niet tot overeenstemming kunnen komen zal bij het Centrum voor Werk en
Inkomen (CWI) een reorganisatie ontslagvergunning worden aangevraagd.
3.3
Ambtenaren
Voor de twee medewerkers met een
ambtelijke aanstelling zijn de bepalingen uit hoofdstuk 15a van de Nadere
Uitwerkingsregeling rechtspositie (NUR) – “Richtlijnen bij
Organisatiewijzigingen” – van toepassing. Getracht wordt beide
ambtenaren te herplaatsen binnen Combiwerk.
4. De
informatievoorziening aan de medewerkers
4.1 De
medewerkers en de afdelingshoofden worden door of namens de bestuurder
regelmatig geïnformeerd over de voortgang van het sluitingsproces.
4.2 De
bestuurder maakt met de OR afspraken over de wijze en de momenten waarop de
medewerkers worden geïnformeerd over de voortgang van het sluitingsproces.
4.3 De OR kan,
na overleg met de bestuurder, de medewerkers informeren over aspecten van het
sluitingsproces. De OR houdt hierbij rekening met de privacy van individuele
personen.
4.4 Reeds
tijdens de voorbereiding van de sluiting worden met de medewerkers en
afdelingshoofden gesprekken gevoerd over hun interessen, wensen en
verwachtingen.
4.5 Aansluitend
op de gesprekken zoals genoemd onder 4.4 worden, vóór het moment dat Combiwerk
Metaal & Montage definitief sluit, met alle medewerkers en afdelingshoofden
individuele gesprekken gepland, waarin een voorstel wordt gedaan t.a.v.
detachering c.q. herplaatsing.
5.
Begeleidingscommissie
5.1 De
bestuurder stelt, in het kader van de voorbereiding en de uitvoering van de
detacherings- en plaatsingsprocedures, een begeleidingscommissie in.
5.2 De
belangrijkste taken van de begeleidingscommissie zijn:
a. het
adviseren van de bestuurder over te nemen detacherings- en
herplaatsingsbesluiten;
5.3 De begeleidingscommissie bestaat uit vier
leden, afkomstig van:
a. bedrijfsmanagement
b. Personeel & Organisatie
c. Ondernemingsraad
d. maatschappelijk werk (op afroep)
5.4.
De
werkwijze van de begeleidingscommissie
5.4.1
De begeleidingscommissie wordt tweewekelijks geïnformeerd
over de voortgang door de bedrijfsmanager en de P&O-adviseur. Zij stellen
de begeleidingscommissie op de hoogte van de noodzakelijke gegevens en op basis
hiervan adviseert de begeleidingscommissie de bestuurder over de voorgenomen
herplaatsingsbesluiten.
5.4.2
De bestuurder informeert de herplaatsingskandidaat
schriftelijk over het voorgenomen herplaatsingsbesluit.
5.4.3
De herplaatsingskandidaat kan eventuele bedenkingen tegen
het advies van de begeleidingscommissie en het daarop volgende besluit binnen
14 dagen schriftelijk indienen bij de bestuurder. In dat geval zal hij of zij
binnen 14 dagen worden gehoord.
5.4.4
De bestuurder neemt vervolgens een definitief besluit tot
het al dan niet herplaatsen van de herplaatsingskandidaat, waarbij het onder 7 genoemde wordt betrokken. De
herplaatsingskandidaat wordt zo spoedig mogelijk schriftelijk van dit besluit
op de hoogte gesteld. In de motivering van het besluit wordt ingegaan op het
advies van de begeleidingscommissie en de door de betrokken
herplaatsingskandidaat ingediende bezwaren.
5.4.5
Indien de herplaatsingskandidaat blijft bij zijn bezwaar
tegen het genomen besluit, kan hij of zij een bezwaarschrift indienen bij de
bestuurder, die dit bezwaarschrift in handen stelt van de geschillencommissie.
N.B.
Bij 5 is aansluiting gezocht bij de sociale leidraad voor de
Sociale Werkvoor-ziening in geval van reorganisatie en veranderingsprocessen.
6. Detacheringsprocedure
6.1 De
SW-medewerker die in aanmerking komt voor een detacheringsplaats, is een
detacheringskandidaat.
6.2 De
detacheringsprocedure omvat de volgende stappen:
a.
vaststellen van de basiscriteria ten
aanzien van detacheerbaarheid;
b.
met Combiwerk Detachering vaststellen wat
de voorkeuren zijn, waar de beschikbare functies te vinden zijn en de
bijbehorende functiecriteria;
c.
op basis van deze informatie gaat Combiwerk
Detachering zoeken in de omgeving van Delft naar beschikbare functies en de
bijbehorende functiecriteria, vervolgens worden de SW functieomschrijvingen en
waarderingen van deze functies vastgesteld;
d.
aanbieden van CV’s van de
detacheringskandidaten aan de externe werkgever;
e.
voeren van gesprekken door de externe
werkgever met de detacheringskandidaten in aanwezigheid van Combiwerk
Detachering;
f.
na overleg tussen de externe werkgever en
Combiwerk besluitvorming over plaatsing detacheringskandidaten;
g.
zowel mondeling als schriftelijk informeren
van de detacheringskandidaten over de plaatsing;
h.
ondertekenen individuele detacheringsovereenkomst
en definitieve plaatsing van de detacheringskandidaten.
6.3 De
detacheringskandidaten worden voorbereid op de detachering door Combiwerk
Reïntegratie. In een algemene informatiebijeenkomst worden zij geïnformeerd
over de ins en outs van detachering. Daarnaast worden met hen in individuele
gesprekken de afspraken ten aanzien van de detachering en de detacheringsplek
doorgenomen.
6.4 Na
aanvang van de werkzaamheden zal het functioneren van de
detacheringsmedewerkers gedurende een halfjaar regelmatig worden geëvalueerd
door Combiwerk en de nieuwe werkgever.
6.5 De
detacheringsmedewerkers worden gedurende het eerste halfjaar extra begeleid bij
de inpassing in hun functie door een detacheringsconsulent van Combiwerk.
Indien noodzakelijk zal in individuele gevallen sprake zijn van het inzetten
van een jobcoach.
6.6 Indien
blijkt dat een detacheringsmedewerker vanwege onvoldoende functioneren of door
persoonsgebonden factoren niet langer zijn of haar detacheringswerkzaamheden
kan continueren, zal Combiwerk deze medewerker herplaatsen. Combiwerk zal in
samenspraak met de nieuwe werkgever zorgdragen voor vervanging van deze
detacheringsmedewerker.
7.
Herplaatsingsprocedure
In verband
met de verschillende rechtsposities wordt bij de herplaatsingsprocedure een
onderscheid gemaakt tussen SW-medewerkers en BV-medewerkers.
7.3
Ambtenaren
7.3.1. Voor de ambtenaren
met een aanstelling bij de gemeente Delft zijn de bepalingen uit hoofdstuk 15a
van de Nadere Uitwerkingsregeling rechtspositie (NUR) – “Richtlijnen bij
Organisatiewijzigingen” – van toepassing. Getracht zal worden de ambtenaren te
herplaatsing binnen Combiwerk of de gemeente Delft.
8. Overleg
met Ondernemingsraad en vakorganisaties
8.1 Gedurende
het proces van sluiting Metaal & Montage treedt de bestuurder in overleg
met de Ondernemingsraad (OR) van Combiwerk en met de betreffende
vakorganisaties.
8.2 Door de
bestuurder en de OR worden met betrekking tot de sluiting van Metaal &
Montage afspraken gemaakt over:
a. hoe de informatievoorziening omtrent
de overdracht aan de medewerkers zal plaatsvinden;
b. de inhoud en de uitvoering van het
herplaatsingsplan;
c. de formele procedures m.b.t. de
overdracht en de momenten van beïnvloeding door de OR;
d. de afronding van de overdracht en de
evaluatie.
8.3 De
bestuurder verstrekt de OR alle gegevens die noodzakelijk zijn voor de OR om
tot adviezen te kunnen komen. Bij het verstrekken van die gegevens houdt de
bestuurder rekening met de privacy van individuele personen.
8.4 De
bestuurder stelt de vakorganisaties op de hoogte van het voornemen tot sluiting
van Metaal & Montage.