553500
Integrale
Jeugdgezondheidszorg
In
Delft
2005
Doel van deze nota is tweeledig. Enerzijds is de
nota bedoeld om het College van B&W en de Raad van de gemeente Delft een
samenhangend beeld te bieden van de ontwikkelingen die gaande zijn op het
terrein van de Integrale Jeugdgezondheidszorg (JGZ) en hiertoe een aantal
voorstellen toe doen. Hierbij is sprake van JGZ-ontwikkelingen op drie, met
elkaar verweven, niveaus; Delft, de regio Delft-Westland-Oostland en op de
schaal van de GGD-regio. Deze onderwerpen komen aan bod in de hoofdstukken 1,2
en 3.
Anderzijds zullen in hoofdstuk 4 voorstellen worden
gedaan voor de subsidierelatie met Maatzorg/De Werven vanwege de uitvoering van
de 0 tot 4 jarigen zorg binnen de consultatiebureaus.
Op de drie verschillende niveaus, Delft, DWO en de
gemeenten in de GGD-regio, wordt met de diverse betrokken gemeenten en
uitvoeringspartners stevig ingezet op de verdere ontwikkeling van de Integrale
Jeugdgezondheidszorg. De ontwikkelingen in de JGZ worden deels ingegeven door
de verplichtingen die de Wet collectieve preventie volksgezondheid (Wcpv) aan
gemeenten stelt, ondermeer het weghalen van de knip in de Jeugdgezondheidszorg
tussen de leeftijdsgroepen van 0 tot 4 jaar en de groep van 4 tot 19 jaar.
Voor een ander deel zijn de ontwikkelingen
ingegeven door de wens om de werking van de JGZ te verbeteren. Delft en haar
partners hebben daarbij wat betreft inhoud en organisatie een duidelijk beeld
voor ogen hoe de Integrale JGZ er uit moet (gaan) zien.
In de Delftse context wordt ingezet op de uitrol
van de Integrale JGZ-teams in alle
wijken. In 2004 zijn 2 pilot JGZ-teams van start gegaan in de wijken
Wippolder en Buitenhof, met een uitvoeringsmodel dat naast de reguliere 0 tot
19-jarigen zorg van GGD en Maatzorg/De Werven ook de disciplines Opvoedadvies
en Schoolmaatschappelijk werk in zich herbergt. In 2005 zullen in Delft 3
nieuwe integrale JGZ-locaties worden opgezet.
Op het niveau van de regio DWO worden de
JGZ-ontwikkelingen jaarlijks in een actielijnen-programma vervat dat, in de
vorm van concrete activiteiten of het ontwikkelen van nieuwe werkvormen, een
bijdrage levert aan de verbetering van de Integrale JGZ in de regio.
Inmiddels is de samenwerking in DWO-verband (4
gemeenten) en op het niveau van de regio GGD (8 gemeenten) elkaar deels gaan
overlappen en is het ook duidelijk dat bepaalde ontwikkelingen alleen op het
niveau van de GGD-regio opgepakt kunnen worden.
Daarom zal 2005 wat betreft regionale samenwerking
vooral het jaar worden voor de afbouw van de JGZ-ontwikkeling in DWO-verband en
het verstevigen van de samenwerking van de 8 gemeenten binnen de regio van de
GGD-ZHW.
In deze nota zal geschetst worden wat er in 2004 is
gerealiseerd en op welke ontwikkelingen in 2005 gekoerst wordt.
Daarbij zal zoveel mogelijk geprobeerd worden de
ontwikkelingen op de verschillende niveaus los van elkaar te beschrijven en
daar waar nuttig en/of nodig zullen de samenhang of de dwarsverbanden worden
aangegeven.
Inhoud:
1.1 Planning en
realisatie in 2004 4
1.2 Begroting en
realisatie in 2004 6
1.3 Inhoudelijk plan van
aanpak en uitrol JGZ locaties in 2005 7
1.4 Begroting van de
I-JGZ ontwikkeling in 2005 9
1.5 Dekking van de I-JGZ
begroting in 2005 10
2.1 Begroting
en realisatie over 2004 van de Actielijnen I-JGZ in DWO 12
2.2 Begroting
2005 voor de Actielijnen van de Integrale JGZ in DWO. 13
(+ Rijswijk) en Delft-Westland-Oostland.
1.
Integrale Jeugdgezondheidszorgteams in de wijken
In Delft wordt er naar gestreefd om in 2007 in elk
van de 7 wijken een integraal Jeugdgezondheidszorgteam te hebben gerealiseerd.
De integrale JGZ-teams vormen samen met het zorgloket/centrale zorgcommissie in
het voortgezet onderwijs en het RMC de drie 1e lijnszorgloketten in
Delft en vormen met elkaar een doorlopende keten voor zorg aan ouders en
kinderen/jeugdigen.
De JGZ-teams, waarvan er inmiddels 2 zijn gestart
in de wijken Wippolder en Buitenhof, zijn een belangrijk vernieuwend concept om
de Jeugdgezondheidszorg voor de leeftijdsgroep van 0 tot 19 jaar geïntegreerd
op wijkniveau aan de doelgroep ouders en kinderen aan te bieden.
De visie van waaruit Delft de JGZ-teams ontwikkeld
is mede ingegeven door de Wet collectieve preventie volksgezondheid die wil dat
de ``knip in de zorg tussen 0 tot 4 jarigen en 4 tot 19 jarigen ``, in Delft
uitgevoerd door Maatzorg/De Werven en de GGD-ZHW, wordt weggehaald. Echter, in
Delft wordt breder ingestoken.
Het JGZ-team moet in de wijk de ``spin in het web``
worden op het gebied van de Jeugdgezondheidszorg voor 0 tot 19 jarigen. Om dit
te bereiken werken in het team verschillende disciplines, zoals jeugdartsen,
verpleegkundigen, assistenten, opvoeddeskundigen en
schoolmaatschappelijkwerkers, nauw met elkaar samen.
De medewerkers van het team zijn uit verschillende
organisaties afkomstig namelijk GGD-ZHW, Maatzorg, St. Kwadraad en MEE.
In de visie van de gemeente Delft moet het JGZ-team
voor ouders, kinderen en medeopvoeders een fysiek herkenbaar, bekend en
laagdrempelig punt zijn in de wijk, waar men met alle vragen over opvoeding en
gezondheid terecht moet kunnen.
Kennis en deskundigheid wordt tussen de
verschillende disciplines binnen het team gedeeld, waardoor betere informatie
uitwisseling plaatsvindt, sneller gehandeld kan worden en ouders en kinderen
eenvoudiger kunnen worden verwezen naar een andere deskundigheid binnen het
team of naar meer intensieve vormen van zorg, bijvoorbeeld via Bureau
Jeugdzorg.
Het JGZ-team heeft de taak om de wijk waarin het
opereert goed te leren kennen om zodoende wijkspecifieke problemen en behoeften
te kunnen signaleren en te kunnen aanpakken. Het team dient ook een actieve
speler te zijn binnen het netwerk in de wijk, waaronder onderwijs (b.o. en
m.o.), kinderopvang, wijkagent, Bureau
Jeugdzorg, Algemeen Maatschappelijkwerk, huisartsen en anderen.
1.1 Planning en realisatie in 2004
In 2004 heeft wat de JGZ betreft de start van 2
integrale pilot-teams centraal gestaan.
De teams in Wippolder en Buitenhof zijn respectievelijk
in maart en juni 2004 van start gegaan.
Voor het implementatieproces van de pilots was een
projectstructuur ingericht.
Eindverantwoordelijk voor het proces is de
Stuurgroep I-JGZ van DWO, bestaande uit de portefeuillehouders uit de regio en
de directeuren van GGD-ZHW en Maatzorg.
De Pilot-begeleidingsgroep, bestaande uit de
lijnmanagers van de vier moederorganisaties, de pilot-leiders van beide teams
en de gemeentelijk projectleider, is verantwoordelijk voor het
implementatieproces.
In het voortraject tot de start met de
implementatie van de teams is een groot aantal zaken ontwikkeld en uitgewerkt
voor het (samen)werken binnen de JGZ-teams. Begin 2004 zijn deze ontwikkelingen
gevat in de handboeken voor beide teams. Deze handboeken zijn levende
documenten die met het opdoen van ervaringen in de praktijk verder zullen
worden aangepast. De beide JGZ-pilot teams zijn vanaf begin 2004 aan de slag
gegaan met het implementatieproces van de in de handboeken beschreven
werkzaamheden.
De pilot-periode, afgrond eind 2004, was
nadrukkelijk een leerperiode. Dit leerproces zal begin 2005 geëvalueerd worden
en vervolgens leiden tot besluitvorming over een vastgestelde werkwijze voor de
beide bestaande JGZ-teams en tot een blauwdruk voor de andere JGZ-teams, die
vanaf 2005 in andere wijken tot stand zullen worden gebracht. Hiertoe zal in
2005, na de evaluatie- en besluitvormingsfase een nieuw JGZ-handboek opgesteld
worden.
Het implementeren van 2 integrale JGZ-teams is geen
eenvoudig proces. Naast het realiseren van de fysieke huisvesting, waarbij de
nodige inzet is gepleegd om de werkruimtes, inrichting, ICT-structuur
enzovoort, gerealiseerd te krijgen, is nog een fors aantal andere activiteiten
van de grond getild, conform het actieplan 2004. De beide pilotleiders van
Maatzorg en de GGD hebben bij de totstandkoming van bovenstaande en
onderstaande punten een belangrijke rol gespeeld en hebben in hoge mate
bijgedragen aan de resultaten die geboekt zijn.
Intern gerichte zaken die gerealiseerd zijn in de
pilot-fase:
-
Casuïstiek- en teamoverleg zijn gestart binnen de
beide teams. Doel het integraal werken gestalte geven en
deskundigheidsbevordering realiseren.
-
Het inwerkprogramma voor de (deels) nieuwe werk- en
samenwerkingsvormen is in beide teams geïmplementeerd.
-
In beide wijken is een geïntegreerd kleuterbureau
gerealiseerd. Dit betekent dat de reguliere contactmomenten voor kinderen van
3,9 jaar en 5,5 jaar overgedragen kunnen worden tussen een medewerkers van
Maatzorg en van de GGD.
-
Er is een planningschema voor onderzoeken en
spreekuren uitgewerkt en geïmplementeerd.
-
De medewerkers van de 4 betrokken organisaties zijn
middels een nieuwsbrief op de hoogte gehouden van de ontwikkelingen van de
I-JGZ in Delft.
-
Er is een start gemaakt met het voorbereiden van de
evaluatie van de I-JGZ werkwijze. Deze zal begin 2005 uitgevoerd worden.
Extern gerichte zaken die gerealiseerd zijn in de
pilot-fase:
-
Er is uitvoering gegeven aan 2 modellen van
ondersteuning door het integrale JGZ-team aan de basisscholen in de 2 wijken. Hierbij
is onderscheid gemaakt tussen GOA-scholen en niet-GOA-scholen.
-
In de locatie Wippolder is ervaring opgedaan met
het uitvoeren van het onderzoek PGO groep 7 (van de basisschool) op de
JGZ-locatie in plaats van op de basisschool.
-
Er is in beide teams een integraal spreekuur
gerealiseerd voor de leeftijdsgroep 0 tot 19 jaar. Dit met het doel de
integrale werkwijze en de bereikbaarheid van de teams te verbeteren. Om
bekendheid te geven aan de integrale spreekuren zijn ook
communicatieactiviteiten uitgevoerd.
-
Bij de start van de nieuwe teams zijn verschillende
communicatie activiteiten uitgevoerd, varierend van het aanschrijven van alle
ouders in de wijk, het organiseren van een openhuis op beide lokaties tot het
organiseren van bijeenkomsten met netwerkpartners in de wijk/stad.
-
Er zijn samenwerkingsafspraken vastgesteld met
Bureau Jeugdzorg over consultatie, overdracht van dossiers en informatie
uitwisseling. Deze afspraken, gestart vanuit de ontwikkeling van de Integrale
JGZ-teams, zijn uiteindelijk in de hele regio DWO overgenomen.
-
In het kader van de actielijnen 2004 in DWO verband
is het protocol Vroegsignalering en Toeleiding naar de voorscholen binnen de
JGZ structuur, waaronder beide JGZ-teams, geïmplementeerd.
-
In 2004 is een Jeugdgezondheidsprofiel op
wijkniveau ontwikkeld. Dit JGZ-profiel moet inzicht geven in de
gezondheidsituatie op wijkniveau en zal dienen om met het netwerk in de wijk
het gesprek aan te gaan over de gezondheidssituatie en behoeften te formuleren
t.a.v. de aanpak van geconstateerde problemen. In 2005 zal een eerste start
gemaakt worden met het implementeren hiervan in 2 wijken in Delft.
Voorstel:
1) Kennis
te nemen van de ontwikkelingen die zijn gerealiseerd binnen de pilot JGZ-teams
in Wippolder en Buitenhof.
1.2 Begroting en realisatie in 2004
In de nota Integrale Jeugdgezondheidszorg, zoals
deze in 2004 aan college en raad is voorgelegd, is een aangepaste Pilot
JGZ-begroting voor 2004 voorgesteld. Deze aangepaste begroting is goedgekeurd.
Op basis van deze begroting wordt in onderstaande
tabel de realisatie weergegeven.
Fig.
1. Begroting pilot JGZ-teams 2004
|
Omschrijving |
Begroting 2004 |
Realisatie 2004 |
Wippolder |
Extra formatie pilotleider |
12.000 |
12.000 |
|
Extra benodigde personeelsformatie |
18.576 |
18.000 |
|
Extra huisvestingslasten |
10.000 |
10.595 |
|
Opleidingen |
7.500 |
2.903 |
|
Netwerk/automatisering |
1.600 |
2.330 |
|
Bezetting balie/Inrichting |
32.550 |
16.528 |
|
Extra formatie Kwadraad |
2.925 |
0 |
Buitenhof |
Extra formatie pilotleider |
12.000 |
12.000 |
|
Extra benodigde personeelsformatie |
19.500 |
18.000 |
|
Extra huisvestingslasten |
10.000 |
19.362 |
|
Opleidingen |
7.5001 |
702 |
|
Netwerk/automatisering |
7.600 |
3.293 |
|
Extra formatie Kwadraad |
2.925 |
0 |
|
Externe begeleiding |
6.667 |
0 |
Subtotaal |
|
151.343 |
|
Algemeen |
Extra huisvestingslasten |
6.090 |
0 |
|
Afschrijving GGD |
7.500 |
0 |
|
Extra formatie pilot-teams 2004 |
35.000 |
32.917 |
|
Onvoorzien |
5.000 |
5.111 |
Totaal |
|
205.000 |
153.741 |
De realisatie in 2004 bedraagt € 153.741. Het
overschot van de dekking 2004, totaal €51.259, wordt overgeheveld naar 2005 om
ten goede te komen aan de dekking van de uitrol in 2005.
Ten aanzien van de besteding in 2004 kunnen de
volgende opmerkingen gemaakt worden:
-
De kosten voor opleiding en inwerken zijn deels
opgenomen in de post extra formatie pilotteams 2004 daarom zijn de bestedingen
op deze post lager.
-
De kosten op de post bezetting balie/inrichting
waren lager dan begroot
-
De post externe begeleiding is niet benut
-
De post afschrijving GGD zal in 2005 verrekend
worden op basis van een definitieve afrekening met Maatzorg en GGD middels een
herzien afschrijvingsvoorstel van Maatzorg en GGD.
Voorstel:
1) In
te stemmen met de financiële verantwoording van Integrale JGZ-begroting over
2004.
2) Kennis
te nemen van het resultaat van 2004, €51.259. De overheveling naar 2005 wordt
meegenomen in de Nota Budgetoverheveling 2004-2005 ten behoeve van de I-JGZ
begroting voor 2005.
1.3 Inhoudelijk plan van aanpak en uitrol JGZ
locaties in 2005
Leidraad
voor de ontwikkeling van de JGZ:
De partners binnen de JGZ, GGD, Kwadraad, Maatzorg
en MEE en de gemeente Delft, hebben eind 2004 een aantal uitgangspunten
vastgesteld, die leidend zullen zijn bij de verdere vormgeving van de
JGZ-structuur in Delft en bij de uitrol van de 3 nieuwe JGZ-teams die in 2005
voorzien zijn.
De onderstaande uitgangspunten zijn gezamenlijk
vastgesteld:
1)
Een versnelde uitrol naar 7 JGZ-locaties wordt
breed gesteund;
2)
2 grote JGZ-teams worden verantwoordelijk voor de
uitvoering op wijkniveau. De teams werken beiden vanuit 1 hoofdlocatie (in 2
wijken) en bedienen elk 2 of 3 sublocaties (in 5 wijken).
Op basis van een aantal
criteria, zoals aantallen kinderen, spreiding van onderwijs en doelgroepen en
geografische ligging, is gekozen voor een onderverdeling in
Team 1: Wippolder,
Vrijenban en Hof van Delft (2 JGZ-locaties) en
Team 2: Tanthof,
Buitenhof en Voorhof.
Reden hiervan is dat
bundeling in 2 grote uitvoeringteams ten goede komt aan de deskundigheid en
kennis binnen de teams, de aansturing wordt vereenvoudigd en het leidt tot meer
efficiëntie en flexibiliteit;
3)
de uitvoerende organisaties zijn verantwoordelijk
voor het uitrolproces en de ontwikkeling van de JGZ. Hieronder valt ook de
budgetverantwoordelijkheid vanwege de middelen die worden ingezet voor de
uitrol. Tussen gemeente en uitvoerende organisaties worden afspraken gemaakt
over doelen en de inzet van middelen;
4)
In 2005 zal de integrale aansturing van de 2 teams
geregeld worden op basis van heldere afspraken die vastgelegd worden in een
convenant. Alle medewerkers van de 4 deelnemende organisaties worden
ondergebracht in deze aansturingsstructuur;
5)
Aansturing zal geschieden door de regiomanagers van
Maatzorg en GGD;
6)
De uitvoeringsorganisaties geven aan wat de
noodzakelijke structuur is en welke activiteiten nodig zijn om de uitrol naar
de nieuwe teams vorm te geven. Hiertoe zijn afspraken gemaakt, zowel financieel
als inhoudelijk;
7)
Deelnemende organisaties stemmen er mee in dat in
2005 de kostensoorten in hun begrotingen die verband houden met de
JGZ-uitvoering/mdewerkers worden ingezet t.b.v. de JGZ. Het gaat hierbij om
kostensoorten voor facilitaire ondersteuning;
8)
De verdere integratie van functies binnen de
JGZ-teams, m.n. JGZ 0 tot 19 jaar, wordt stapsgewijs doorontwikkeld;
9)
De nu nog gescheiden functies Opvoedadvies en
Schoolmaatschappelijk werk zullen op termijn geïntegreerd worden. De gemeente
Delft wil hiertoe in de loop van 2005 een bestek opstellen en eind 2005 een
aanbestedingsprocedure afronden. Start van de geïntegreerde werkvorm zal
plaatsvinden bij het begin van het schooljaar 2006-2007;
10) De
extra huisvestingslasten voor de JGZ-locaties worden nu nog gefinancierd door
de gemeente Delft. Voor 2006 wordt er naar gestreefd dat de deelnemende
partijen op basis van een kostenverdeelsleutel hun deel bijdragen.
Sturing op de beoogde ontwikkelingen in 2005 zal
gebeuren door de managers van de deelnemende organisaties en de betrokken
beleidsmedewerker van de gemeente Delft op basis van een activiteitenplan dat
is opgesteld. Verantwoording over hierover wordt afgelegd aan de wethouder.
De verantwoordelijkheid voor de uitvoering van het
activiteitenplan zal voornamelijk berusten bij de regiomanagers van de GGD en
Maatzorg en de projectleider Huisvesting.
Voor 2005 staan de volgende zaken op het programma
van de integrale JGZ:
-
start met 3 nieuwe locaties in 2005 in plaats van
de 2 die eerder voorzien waren. De 3
nieuwe integrale locaties zijn Tanthof en Vrijenban, realisatie 1e
helft 2005 en Voorhof eind 2005. Bij de Voorhof zal het gaan om de
voorbereidende activiteiten als huisvesting, inrichting, inwerken en opleiden
van medewerkers enzovoort. De daadwerkelijke start is voorzien voor begin 2006.
Een projectleider
huisvesting is aangesteld bij Maatzorg om de huisvesting te realiseren. Het
betreft onder meer zorgdragen voor inrichting, verbouw en aanleg van
noodzakelijk ICT-voorzieningen.
De beide resterende
locaties in Hof van Delft (Pootstraat en de Vermeertoren zijn voorzien voor
2006 of 2007 afhankelijk van de afronding van de nieuwbouw;
-
De regiomanagers van Maatzorg en de GGD zullen de
integrale aansturing van de teams op zich nemen op basis van
aansturingsafspraken die vastgelegd worden in een convenant;
-
Bij de start van de nieuwe locaties zullen diverse
communicatieactiviteiten uitgevoerd worden, zoals netwerkbijeenkomsten,
aanschrijven van ouders in de wijk enzovoort. De GGD heeft hiertoe het voortouw
genomen door een communicatieplan te ontwikkelen. Belangrijk hierbij is om
bekend te raken met het netwerk in de wijken;
-
De nieuwe teams zullen starten met het
opleidingsprogramma voor het integraal kleuterbureau en ingewerkt worden in de
integrale werkwijze;
-
Met de partijen zullen afspraken gemaakt worden
over het toeleiden van middelen voor facilitaire ondersteuning naar de JGZ-structuur;
-
Begin 2005 zal de evaluatie van de beide pilot
locaties plaatsvinden. Op basis van de evaluatie zal de werkwijze van alle 7
JGZ-teams vastgesteld worden en beschreven worden in een handboek JGZ;
-
Er wordt naar gestreefd om op elke JGZ-locatie op 2
momenten in de week een integraal
inloopspreekuur 0 tot 19 jaar te organiseren;
-
Het versterken van de netwerken in de wijken vanuit
de integrale JGZ-teams is belangrijk in 2005. Een aantal doelen die nagestreefd
worden zijn:
-
versterken uitwisseling en kennis
-
versterken van signalerings- en
ondersteuningsmogelijkheden in de vindplaatsen
-
ontwikkelen van een sluitende keten en een sluitend
aanbod in de wijk op het gebied van onderwijs, brede school, zorg/gezondheid,
opvoedondersteuning, sport etc.
Aan het versterken van de netwerk wordt op
verschillende manieren gewerkt: d.m.v. de introductie van het
jeugdgezondheidsprofiel (zie hieronder), het organiseren van
netwerkbijeenkomsten door de nieuwe teams, het uitbreiden van de ondersteuning
door Schoolmaatschappelijkwerk aan alle scholen in het basisonderwijs, de
samenwerking met de afdeling preventie van de GGZ wordt versterkt en de
samenwerkingsafspraken met Bureau Jeugdzorg zullen in 2005 worden geëvalueerd;
-
In 2004 is een Jeugdgezondheidsprofiel ontwikkeld.
Dit profiel zal in Delft op wijkniveau opgesteld en uitgedragen worden. Het
JGZ-profiel geeft inzicht in de gezondheidssituatie in de wijk. Dit JGZ-profiel
zal met het netwerk in de wijk besproken en geanalyseerd worden. Het dient
ertoe om kennis te delen, problemen op wijkniveau helder te krijgen en om
acties te benoemen. In 2005 zal in een aantal wijken dit JGZ-profiel
gepresenteerd worden. Doel is om deze activiteit periodiek te herhalen;
-
Binnen het JGZ-team wordt het protocol
Vroegsignalering en toeleiding naar de voorschool uitgevoerd.
Voorstel:
1.
in te stemmen met de inhoudelijke ontwikkelingen van de Integrale JGZ in Delft
in 2005
1.4 Begroting van de I-JGZ ontwikkeling in 2005
Ten behoeve van de verdere uitrol van 3 nieuwe
Integrale JGZ-teams in 2005, het bestendigen van de uitvoering binnen de
bestaande teams en het realiseren van een aantal inhoudelijke ontwikkelingen
binnen de JGZ, wordt de volgende begroting voorgesteld.
Kostensoort
|
Bedrag |
Huisvestingslasten, t.b.v. 5 locaties |
47.000 |
Inrichtingkosten t.b.v. 3 nieuwe locaties Afschrijving over 5 jaar[1] |
27.000 |
ICT: aanleg netwerk etc. t.b.v. 3 nieuwe locaties |
21.000 |
Projectleider huisvesting/fac. Zaken |
16.500 |
Extra formatie
medewerkers |
27.100 |
Extra formatie regiomanagers (50%-50%) |
39.250 |
UItvoeringsactiviteiten JGZ-teams |
16.000 |
Communicatie JGZ (opening 3 teams + extra folders) |
10.000 |
Opleiding/scholing |
22.500 |
Onvoorzien |
15.000 |
Totaal |
241.350 |
De gemeente Delft draagt financieel bij aan de
implementatie van de drie nieuwe JGZ-teams. De investeringen van de gemeente
Delft zullen liggen op het gebied van de huisvesting, inrichting/ICT,
communicatie en extra ureninzet voor JGZ-medewerkers.
Toelichting bij de begroting:
-
Een fors deel van de voorgestelde begroting zal nog
nodig zijn om de huisvestinglasten van
de nieuwe JGZ-locaties te financieren. Voor 2006 is het de bedoeling dat de
deelnemende partijen hun deel hieraan structureel gaan bijdragen. Hierover is
met de partijen overeenstemming bereikt.
De huisvestingsmiddelen
van Maatzorg worden al decentraal ingezet t.b.v. haar werklocaties. Deze
middelen zullen meelopen bij de huisvesting van de Integrale JGZ-teams.
Een belangrijke
voorwaarde om de financiering van de uitbreiding van de decentrale huisvesting
structureel te realiseren, is het totstandkomen van de decentralisatie van het
JGZ-deel van de GGD. Hieruit zullen middelen moeten kunnen vrijkomen om de
GGD-participatie in de JGZ te financieren. In hoofdstuk 3 wordt beschreven
welke stappen in dit traject worden gezet.
Ook zullen met de andere
partners binnen de JGZ, MEE en Kwadraad, op basis van een verdeelsleutel,
stappen gezet gaan worden om middelen toe te leiden naar de JGZ-huisvesting.
-
Met de GGD en Maatzorg zijn afspraken gemaakt over
een investeringsbudget van €135.000 voor de inrichting van de 3 nieuwe
locaties. Deze investering financiert de gemeente Delft in 5 jaar terug.
-
In 2005 zal een projectleider Huisvesting
aangesteld worden binnen Maatzorg, die verantwoordelijk is voor de fysieke
totstandkoming van de 3 nieuwe locaties. Dit moet enerzijds de regiomanagers
ontlasten en anderzijds leiden tot meer snelheid en efficiëntie bij de
realisatie van de teams. Het betekent tevens dat de organisaties meer direct
verantwoordelijk worden voor de implementatie waardoor de gemeentelijke rol
kleiner zal zijn.
-
Ten behoeve van het tot stand brengen van de 3
nieuwe locaties en het continueren van de werkwijze in de bestaande teams,
wordt in de begroting een voorziening getroffen voor extra ureninzet voor
regiomanagers en medewerkers van de 4 organisaties. Voor 2005 is deze extra
inzet aan middelen nog nodig, aangezien sprake is van een overgangssituatie van
de ouder werkwijze naar de nieuwe. Voor 2006 is de verwachting dat degelijke
uitgaven niet meer of in beperkte mate nodig zijn.
Ook wordt geïnvesteerd in
het opleiding van medewerkers in de integrale werkvormen, waaronder het
integraal kleuterbureau.
Voorstel:
1. in
te stemmen met de begroting I-JGZ voor 2005
2. er
van kennis te nemen dat de administratieve aanpassingen worden betrokken in de
eerst volgende ATW.
1.5
Dekking van de I-JGZ begroting in 2005
In onderstaande figuur
staan de dekkingsbronnen aangegeven vanwege de begroting van 2005 voor de
Integrale JGZ-ontwikkeling in Delft.
Fig.
3. Voorstel voor dekking in 2005
Bron |
Middelen |
Restant Maatwerk 2004[2] |
48.561 |
Restant overschot GGD 2002 + 2003 |
63.764[3] |
Programmabegroting 2005 |
30.000 |
Maatwerk 2005[4] |
51.900 |
SMA-middelen inzet vanwege huisvesting JGZ[5] |
20.000 |
Overheveling resultaat pilot JGZ-begroting 2004 |
27.125 |
Totaal |
241.350 |
Voorstel:
2.
Actielijnen Integrale JGZ in Delft-Westland- Oostland
De Stuurgroep I-JGZ van de regio DWO, bestaande uit
de wethouders van de 4 gemeenten, de
directeuren en managers van de GGD en Maatzorg en beleidsmedewerkers, heeft
besloten om in 2005 nog gezamenlijk een programma van actielijnen Integrale JGZ
uit te voeren. De verwachting is dat dit het laatste jaar zal zijn dat in
DWO-verband een dergelijk programma opgepakt zal worden. Vanwege de nauwere
samenwerking met de gemeenten in de regio West-Holland (zie hoofdstuk 3) zal er
gekoerst gaan worden op het verder ontwikkelen van de JGZ op het niveau van de
gehele GGD-ZHW regio.
In dit hoofdstuk wordt inzicht gegeven in de
(financiële) resultaten van de actielijnen 2004, paragraaf 2.1, en wordt in
paragraaf 2.2 aangegeven welke actielijnen de stuurgroep voor 2005 heeft
voorzien en welke kosten daarmee zijn gemoeid.
2.1
Begroting en realisatie Actielijnen Integrale JGZ in 2004
In het kader van de actielijnen I-JGZ in DWO hebben
de 4 betrokken gemeenten allen bijgedragen aan een gezamenlijke begroting.
Bekostiging van de actielijnen werd door de
DWO-gemeenten in 2004 gedaan vanuit de maatwerkmiddelen JGZ. Elke gemeente
heeft deze maatwerkmiddelen JGZ tot haar beschikking in het gemeentefonds. Tot
2003 werden deze middelen uitgekeerd in het kader van de Tijdelijke regeling
vroegsignalering.
Delft had in 2004 ruim €74.000 aan maatwerkmiddelen
tot haar beschikking. Van deze Maatwerkmiddelen is door Delft in 2004 €11.204
ingezet ten behoeve van de Actielijnen begroting DWO.
In bijlage 2a staat beschreven welke inhoudelijke
resultaten er geboekt zijn binnen de actielijnen die in 2004 zijn uitgevoerd.
De stuurgroep I-JGZ van DWO heeft de onderstaande
financiële verantwoording goedgekeurd.
|
Begroot |
Resultaat
|
Toelichting |
1. Risicogroepen - Cursus overgewicht |
€15.000 |
€12.000 |
|
2. Toeleiding
voorscholen - Signalering en
verwijzing -
Logopedische ondersteuning |
€10.000 (€5.500) (€4.500) |
€5.500 €0 |
Deel logopedische ondersteuning is niet
uitgevoerd door de GGD. Overheveling. |
3. Evaluaties
pilots - pilot Zorgnetwerk ´s
Gravenzande - pilots JGZ Delft |
€10.000 |
€1.000 |
De evaluaties zijn in voorbereiding en worden in
2005 uitgevoerd. Overheveling. |
4. Organisatie
onderzoek |
€10.000 |
€0 |
Overheveling van totaal budget naar 2005 Onderzoek loopt nog door in 2005. |
5. Jeugdgezondheidsprofiel |
€5.000 |
€5.000 |
3.200 naar Maatzorg 1.800 naar GGD |
6. Extra
ureninzet GGD en Maatzorg in Actielijnen 2003-2004 |
€5.000 |
€4.650 |
|
Totaal |
€55.000 |
€28.150 |
Overheveling van het resultaat €26.850 naar 2005 |
In 2004 resteert een onderbesteding van €26.850 op
de begroting van de Actielijnen. Dis is geld van de 4 betrokken gemeenten. De
onderbesteding wordt overgeheveld naar de Actielijnen begroting 2005.
Voorstel:
1. Kennis
te nemen van de resultaten van de Actielijnen Integrale JGZ 2004;
2. Kennis
te nemen van de begroting voor de Actielijnen Integrale JGZ 2004 en de
realisatie in 2004;
3. In
te stemmen met de verantwoording over de Actielijnen integrale JGZ 2004;
4. er
van kennis te nemen dat het resultaat van 2004, €26.850, zal worden betrokken
in de nota Budgetoverheveling 2004-2005.
2.2
Begroting 2005 voor de Actielijnen van de Integrale JGZ in DWO.
Voor 2005 heeft de stuurgroep het actielijnen
programma voor 2005 “Naar Integrale JGZ DWO” goedgekeurd. Algemene doelstelling
bij de actielijnen is om de (preventieve) werking van de Jeugdgezondheidszorg
inhoudelijk te versterken, dit wordt ondermeer gedaan door activiteiten op het
gebied van voorlichting, risicogroepen en netwerkversterking op te pakken.
In bijlage 2b staat een kort overzicht van de actielijnen
die in 2005 uitgevoerd gaan worden.
Voor de financiering van de gezamenlijke agenda
wordt uitgegaan van een verdeelsleutel waarbij de gemeenten een bijdrage
leveren. Voor het actielijnenprogramma van 2005 is een begroting opgesteld van
€ 54.050.
Op grond van dit financiële kader is onderstand
actielijnenprogramma vastgesteld:
|
begroot |
Toelichting |
1. Logopedische ondersteuning |
4.500 |
Indien dit onderdeel door de GGD vanuit de
staande formatie uitgevoerd kan worden, wordt het bedrag ingezet voor een
ander JGZ-doel |
2. Evaluaties pilots |
9.000 |
Uitvoering 2 evaluaties in 2005. |
3. Organisatie onderzoek |
19.000 |
Afronding onderzoek begin 2005 |
4. Risicokinderen Cursus overgewicht kinderen |
14.000 |
4 x cursus overgewicht |
5. Jeugdgezondheidsprofiel |
6.900 |
Bijeenkomsten jeugdgezondheidsprofiel |
6. Onvoorzien |
650 |
|
Totaal |
54.050 |
|
5. Kennis
te nemen van de Actielijnen I-JGZ voor 2005;
6. In
te stemmen met het bestedingsplan voor 2005 van de actielijnen I-JGZ en het
dekkingsvoorstel.
3.
Ontwikkeling van de integrale JGZ in de regio´s oud-West Holland (+ Rijswijk)
en Delft-Westland-Oostland.
De Stuurgroepen I-JGZ[6]
in beide regio’s hebben eind 2003 besloten om de samenwerking tussen de regio
Delft-Westland-Oostland, bestaande uit Delft, Westland, Midden-Delfland en
Pijnacker-Nootdorp en de regio oud-West-Holland (+ Rijswijk), bestaande uit
Zoetermeer, Wassenaar, Rijswijk en Leidschendam-Voorburg steviger vorm te geven
(verder aangegeven als West-Holland of WH).
Het samenwerkingverband tussen DWO en WH beslaat
het gehele uitvoeringgebied van de GGD-ZHW. Binnen de Jeugdgezondheidszorg is
de GGD-ZHW als uitvoerder van de zorg voor 0 tot 19 jarigen een belangrijke
partner. Naast de GGD-ZHW zijn in het gebied 5 thuiszorgorganisaties actief met
het uitvoeren van de zorg voor 0 tot 4 jarigen.
De implementatie van een daadwerkelijk integrale
JGZ-werkwijze raakt niet alleen aan de taakinhoud van functies of aan de
integratie van werkprocessen van de betrokken organisaties, maar raakt juist
ook aan organisatievraagstukken als (decentrale) huisvesting, aansturing en
financiën.
Samenwerking en afstemming tussen de gemeenten in
de gehele GGD-regio is daarom noodzakelijk wanneer deze onderwerpen aan de orde
komen.
Om de verdere ontwikkeling van de integrale JGZ 0
tot 19 jaar te bestendigen en een stevige impuls te geven achten de
portefeuillehouders van de 8 gemeenten het noodzakelijk om in dit brede
regionale verband gezamenlijk toe te werken naar een nieuwe organisatievorm
voor de Jeugdgezondheidszorg in hele gebied.
Aanleiding:
De noodzaak tot intensievere
samenwerking werd door een aantal ontwikkelingen gestimuleerd en/of
noodzakelijk gemaakt. Deze noodzaak komt overigens niet alleen voort uit
behoeftes van de 8 gemeenten, maar komt ook tegemoet aan wensen van de
organisaties die de zorg van 0 tot 19 jaar uitvoeren.
Aanleiding tot samenwerking:
-
Met de fusie van de GGD-en in beide regio´s tot de
nieuwe GGD-ZHW werd de noodzaak voor samenwerking tussen de 8 gemeenten
geboren. Het meer uniform opereren richting de GGD-ZHW is zowel een voordeel
voor de gemeenten alsmede voor de GGD zelf;
-
De uitvoering van de 0 tot 4 jarigenzorg wordt
uitgevoerd door 5 thuiszorgorgansiaties. Door hierin gezamenlijk te opereren
kunnen zowel aan de gemeentekant als aan de thuiszorgkant voordelen behaald
worden;
-
Gemeenten hebben de wettelijke taak om “de knip
tussen de zorg van 0 tot 4 en van 4 tot 19 jaar” weg te halen. Door de veelheid
aan uitvoerders kunnen de 8 gemeenten door samen te werken concrete
ontwikkelingen in deze richting beter tot stand brengen;
-
Gemeenten hebben de wettelijke taak om als
regisseur, opdrachtgever en kwaliteitsbewaker voor de 0 tot 19 jarigen zorg op
te treden. Door de samenwerking steviger te organiseren kunnen de 8 gemeenten
deze rol beter oppakken;
-
De behoefte tot het convergeren van de trajecten
voor Integrale JGZ die in beide regio´s onafhankelijk van elkaar werden
uitgevoerd. Hierdoor kan op inhoudsniveau over en weer het leer- en
ontwikkelingsproces gestimuleerd worden.
Historie van het gezamenlijke I-JGZ traject:
In de regio´s DWO en WH waren, in samenwerking met
de GDD-ZHW en de thuiszorgorganisaties, onafhankelijk van elkaar in de
voorgaande jaren, trajecten gestart om de integrale Jeugdgezondheidszorg verder
te ontwikkelen en de samenwerking te verstevigen.
In het begin van 2004 zijn de ontwikkelingen en
actiepunten van deze beide trajecten in kaart gebracht en zijn de resultaten
hiervan gepresenteerd aan de stuurgroepen in beide regio´s.
Uit de inventarisatie van de beide I-JGZ trajecten
werden een aantal zaken duidelijk:
-
De praktische uitvoerings- en actiepunten van de
beide ontwikkeltrajecten bleken niet
overeen te komen;
-
De fases waarin de beide ontwikkeltrajecten zich
bevonden bleken niet parallel aan elkaar te lopen.
Kortom, uit de inventarisatie werd duidelijk dat de
individuele trajecten in beide regio´s niet 1 op 1 in elkaar te schuiven waren.
Het bleek daarom noodzakelijk om gezamenlijk een
verdere verdiepingsslag te maken ten aanzien van de visie die de 8 gemeenten
met elkaar zouden kunnen formuleren met betrekking tot de integrale JGZ.
In de eerste helft van 2004 hebben de wethouders
van de 8 gemeenten de verantwoordelijkheid hiervoor naar zich toe getrokken
door gezamenlijk in een proces te stappen voor visievorming over uitvoering en
organisatievorm van de JGZ.
De bestuurders van GGD-ZHW en Thuiszorgorganisaties
zijn in dit traject gekend en hebben hier ook hun visie over kunnen geven.
In de zomer van 2004 hebben de 8 wethouders hun
gezamenlijke visie in een bestuurlijk document vastgelegd. In dit bestuurlijk
document (bijlage 3) zijn een aantal gezamenlijke uitgangspunten vastgelegd ten
aanzien van de organisatiestructuur van de JGZ 0 tot 19, de financiering van de
JGZ 0 tot 19, de (decentrale) huisvesting van de JGZ 0 tot 19 en de taakinhoud
van de JGZ-medewerkers.
Op basis van deze uitgangspunten is aan een extern
bureau, Van Naem en partners, gevraagd te adviseren over de praktische
vertaalslag van deze uitgangspunten naar de uitvoering.
De bestuurders van de GGD-ZHW en de
Thuiszorgzorganisaties zijn zowel in het proces van visievorming alsmede bij de
opdrachtformulering voor het organisatieadvies betrokken geweest en hebben hun
medewerking in het gehele proces gegeven.
Organisatieonderzoek I-JGZ:
Na de zomer van 2004 is het
organisatieadviestraject van Van Naem en Partners gestart. De stuurgroepen van
beide regio´s hebben de verantwoordelijkheid voor dit traject neergelegd bij
een begeleidingscommissie bestaande uit sectorhoofden en directeuren van de
Thuiszorg en de GGD-ZWH en beleidsmedewerkers van 2 gemeenten. De
begeleidingscommissie heeft een opdracht geschreven voor het organisatieadvies
dat bestaat uit 2 fasen:
Fase 1:
In deze fase zijn de uitgangspunten van het bestuurlijk
document vertaald naar een viertal scenario´s, waarop de toekomstige
JGZ-organisatie vormgegeven zou kunnen worden.
Binnen de 4 scenario´s zijn een groot aantal
aspecten in kaart gebracht, waaronder effecten voor:
-
de uitvoering, aansturing en formatie
-
structurele en frictie kosten
-
bestuurlijke verantwoordelijkheid
-
gemeentelijke rol als regisseur en opdrachtgever.
Doel van deze fase was om, op basis van de
uitgewerkte scenario´s, een besluit te nemen over het organisatiemodel van de
toekomstige JGZ-organisatie.
Fase 2:
In fase 2 wordt het gekozen model verder uitgewerkt
in een plan van aanpak voor de bedrijfsvoering. Hierbij wordt invulling gegeven
aan alle aspecten die de bedrijfsvoering betreffen.
Doel van deze fase is om alle bedrijfsvoeringsacpecten
zodanig uitgewerkt te hebben, zodat de uitvoerende partijen, daarmee aan de
slag kunnen gaan.
Stand van zaken de organisatieontwikkeling:
In december 2004 is fase 1 afgerond. Op basis van
de adviezen van Van Naem en Partners hebben de 8 wethouders hun voorkeur
uitgesproken voor een organisatiemodel op basis van intensieve samenwerking
tussen GGD-ZHW en de Thuiszorgorganisaties.
Fase 2
In fase 2 wordt op dit moment het voorkeursmodel
vertaald naar een bedrijfsvoeringsplan.
Onderdelen van het bedrijfsvoeringsplan die worden
uitgewerkt zijn:
-
formatie-, uitvoerigs- en aansturingsvraagstukken;
-
financiële aspecten, waaronder een uniform kostprijsmodel;
-
(decentrale) huisvesting;
-
uniformering van producten;
-
uniformering van rapportages en verantwoordingen;
-
bestuurlijke aansturing en verantwoordelijkheid;
-
de relatie met de GVO- en beleidsadvies taken van
de GGD-ZHW;
-
implementatie van een electronisch kinddossier
Doelstelling is om fase 2 voor de zomer van 2005 af
te ronden wanneer de effecten van het organisatiemodel zijn doorgerekend en
beschreven en hierover op een verantwoorde wijze besluitvorming kan
plaatsvinden en vorstellen gedaan kunnen worden naar college´s en raden van de
8 gemeenten.
Er wordt naar gestreefd om de nieuwe
JGZ-organisatie, op basis van het vastgestelde bedrijfsplan, per 1 januari 2006
te implementeren.
Voorstel:
1.
kennis te nemen van het streven
van de 8 portefeuillehouders om binnen de GGD-regio een nieuwe
JGZ-uitvoeringsorganisatie in te richten;
2.
kennis te nemen van de stappen die
in dit proces in 2004 hebben plaatsgevonden;
3.
kennis te nemen van het proces
dat in 2005 zal leiden tot besluitvorming over de JGZ-organisatievorm;
Per 1 januari 2003 hebben gemeenten de regierol
gekregen over de gehele Jeugdgezondheidszorg (JGZ) voor 0 tot 19 jaar. Voor de
groep van 4 tot 19 jaar wordt de zorg uitgevoerd door de GGD-Zuid Holland West.
Voor de leeftijdsgroep van 0 tot 4 jaar werkt de
gemeente Delft samen met de Stichting Maatzorg/De Werven door de financiering
van de consultatiebureauzorg. De gemeente ontvangt hiertoe middelen vanuit de
“Tijdelijke regeling specifieke uitkering jeugdgezondheidszorg” (Rsu). De
Rsu-middelen worden ingezet voor de uitvoering van de uniforme taken voor de
groep 0 tot 4 jaar, zoals die vastgesteld zijn in het landelijke
Basistakenpakket Jeugdgezondheidszorg.
In de nota “Subsidierelatie Maatzorg/De Werven,
Jeugdgezondheidszorg 0 tot 4 jarigen 2004”, waarin de subsidierelatie voor 2004
aan de orde is gekomen, is aangegeven dat de relatie tussen de gemeente Delft
en de Stichting Maatzorg zich in een ontwikkelingsfase bevindt. De gemeente
moest en wilde nadrukkelijker haar rol pakken als regisseur, beleidsmaker en
inkoper. Daarom zijn in de nota 2004 een aantal voorwaarden genoemd waar in
2004 aan gewerkt moest worden.
Alvorens in te gaan op de uitvoering van de
Jeugdgezondheidszorg 0 tot 4 jaar in 2005, zal eerst kort ingegaan worden op
het wettelijk kader en het basistakenpakket. Vervolgens
wordt op hoofdlijnen weergegeven welke resultaten
in de samenwerking met Maatzorg bij de uitvoering van de 0 tot 4 jarigen zorg
zijn geboekt.
Het landelijk Jeugdgezondheidszorgbeleid is er op
gericht om in het hele land te komen tot integrale JGZ voor 0 tot 19 jaar.
Hiertoe is per 1 januari 2003 de Wet collectieve preventie volksgezondheid
(Wcpv) aangepast.
De Wet legt nadrukkelijk verschillende rollen bij
gemeenten neer zodat zij op lokaal niveau de regie op de integrale JGZ kunnen
pakken.
Het streven om tot integrale JGZ te komen wordt
ondersteund door een gezamenlijk convenant van het Ministerie van
Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS), de Vereniging van Nederlandse
Gemeenten (VNG) en de Landelijke Vereniging voor Thuiszorg (LVT).
Onderdeel van de Wcpv is het Basistakenpakket voor
de integrale JGZ. Het basistakenpakket bestaat uit 6 productgroepen:
1)
Monitoren en signaleren
2)
Vaststellen van de zorgbehoefte
3)
Screening en vaccinaties
4)
Voorlichting, advies, instructie en begeleiding
5)
Beïnvloeden van gezondheidsbedreigingen
6)
Samenwerken rond zorgsystemen, netwerken en
overleg.
Het basistakenpakket heeft een uniform deel en een
maatwerkdeel. Het uniforme deel van het BTP bestaat uit werkzaamheden,
contactmomenten, waarop alle kinderen in de leeftijdsgroep van 0 tot 19 jaar
recht hebben. Binnen de maatwerkdelen van de productgroepen bestaat voor de
gemeenten beleidsvrijheid om activiteiten in te kopen die afgestemd zijn op de
lokale zorgbehoefte.
De uitvoeringsorganisaties hebben de tijd gekregen
om het BTP gefaseerd in te voeren. Per 1 januari 2005 moet elk kind volledige
de zorg krijgen zoals beschreven in het BTP. De GGD-ZHW en Maatzorg hebben deze
ontwikkeling in 2004 gerealiseerd.
In 2004 had de gemeente zich nadrukkelijk tot doel
gesteld om haar rol als regisseur, beleidsmaker en opdrachtgever in relatie tot
de uitvoering van de 0 tot 4 jarigen zorg door Maatzorg/De Werven te ontwikkelen
en stevig vorm te geven.
In de nota over de subsidierelatie voor 2004 waren
daarom een aantal voorwaarden cq. ontwikkelpunten genoemd, die verbonden zijn
aan de subsidieverstrekking:
In 2004 zijn op al deze voorwaarden de doelen
gerealiseerd:
Uitvoering
van de werkzaamheden in 2004:
In
2004 heeft Maatzorg/De Werven die hieronder volgende percentages voor bereik en
opkomst gerealiseerd:
|
2003 |
2004 |
Bereik
zuigelingen (0-1) |
99,5% |
100% |
Bereik
peuters (1-4) |
99,7% |
99,1% |
Opkomst
percentage |
78% |
88% |
Geconstateerd kan worden dat Maatzorg/De Werven een
zeer hoog bereik heeft.
Ten aanzien van het Opkomstpercentage staan in
onderstaande paragraaf over de “No show” beschreven welke specifieke acties
genomen zijn.
Bij de consultatiebureaus in de gemeente Delft
bleek in 2003 dat bij 22% van de afspraken ouders niet op kwamen dagen. Deze
“No show” leidde tot ineffectieve inzet van menskracht en had een negatief
effect op de kwaliteit van de zorg.
Op basis van de nota van 2004 is besloten om voor
2004 en 2005 2 maal €15.000 beschikbaar te stellen aan Maatzorg om daarmee de
“No show” structureel omlaag te brengen.
In de loop van 2004 heeft Maatzorg een actieplan
uitgewerkt. Doelstelling is om deze aanpak in te bedden in de werkzaamheden van
de organisatie zodanig dat na 2005, wanneer de aanvullende financiering stopt,
de “no show” structureel verlaagd is en blijft tot maximaal 15%.
Over 2004 kan inmiddels als tussenresultaat gemeld
worden dat de “No show” is afgenomen naar 12%. Dus het doel is ruimschoot
behaald. Het zal er nu om gaan dit vast te houden.
Voor de uitvoering van het uniforme deel van het
basistakenpakket voor de leeftijdsgroep van 0 tot 4 jaar ontvangt de gemeente
Delft een bijdrage in het kader van de Tijdelijke Regeling specifieke uitkering
(Rsu) van het ministerie van VWS.
Voor de uitvoering van de 0 tot 4 jarigen zorg
bedraagt dit in 2005 € 880.219,-.
Voor de uitvoering van het uniforme deel van het
basistakenpakket in 2005 heeft Maatzorg/De Werven een offerte ingediend ter
hoogte van € 901.228.
Bron |
Bedrag |
Uitvoering van de zorg van 0 tot 4 jaar |
€ 894.074 |
Aanpak “No show” |
€
15.000 |
Totaal |
€ 909.074 |
Dekking van deze kosten als volgt voorzien:
Bron |
Bedrag |
Rsu-middelen 2005 |
€
880.219 |
Maatwerk middelen 2005 |
€
11.000 |
Loon-prijsbijstelling 2005 (raming op basis van 2004) |
€
13.626 |
Integratie reserve
(“no show”) |
€15.000 |
Totaal |
€ 919.845 |
Op basis van bovenstaande zal over 2005 een
positief resultaat behaald worden.
Begin 2006 zal dit worden vastgesteld. Indien dan
een positief resultaat wordt behaald, zullen deze middelen ingezet worden voor
aanvullende zorgverlening.
Voorstel:
5.
Voorstellen
U wordt voorgesteld om:
Naar aanleiding van
hoofdstuk 1:
-
Kennis te nemen van de ontwikkelingen die zijn
gerealiseerd binnen de pilot JGZ-teams in Wippolder en Buitenhof;
-
In te stemmen met de financiële verantwoording van
Integrale JGZ-begroting over 2004;
-
Kennis te nemen van het resultaat van 2004,
€51.259. De overheveling naar 2005 wordt meegenomen in de Nota
Budgetoverheveling 2004-2005 ten behoeve van de I-JGZ begroting voor 2005.
-
In te stemmen met de inhoudelijke ontwikkelingen
van de Integrale JGZ in Delft in 2005;
-
In te stemmen met de I-JGZ begroting van 2005 en
bijbehorend dekkingsvoorstel;
-
er kennis van te nemen dat de administratieve aanpassingen
worden betrokken in de eerst volgende ATW.
Naar aanleiding van
hoofdstuk 2:
-
kennis te nemen van de
resultaten van de Actielijnen Integrale JGZ 2004;
-
Kennis te nemen van de
begroting voor de Actielijnen Integrale JGZ 2004 en de realisatie in 2004;
-
In te stemmen met de
verantwoording over de Actielijnen integrale JGZ 2004;
-
Er van kennis te nemen
dat het resultaat €26.850, van 2004, wordt meegenomen in de nota
Budgetoverheveling 2004-2005.
-
Kennis te nemen van het Actielijnenprogramma I-JGZ voor 2005;
-
In te stemmen met het bestedingsvoorstel voor 2005
van de actielijnen I-JGZ en de het bijbehorende dekkingsvoorstel;
Naar aanleiding van
hoofdstuk 3:
-
kennis te nemen van het streven van de 8
portefeuillehouders om binnen de GGD-regio een nieuwe JGZ-uitvoeringsorganisatie
in te richten;
-
kennis te nemen van de stappen die in dit proces in
2004 hebben plaatsgevonden;
-
kennis te nemen van het proces dat in 2005 zal
leiden tot besluitvorming over de JGZ-organisatievorm
Naar aanleiding van
hoofdstuk 4:
-
Kennis te nemen van de resultaten die zijn bereikt
in 2004 ten aanzien van bereik en “no show”;
-
In te stemmen met het begrotingsvoorstel voor de
uitvoering van de 0 tot 4 jarigen zorg voor 2005 en het bijbehorende
dekkingsvoorstel.
Bijlage 2a:
Resultaten actielijnen 2004
1. signalering en toeleiding naar Voorscholen |
Deze actielijn bestond uit 2 onderdelen: 1)
signalering van achterstanden en toeleiding naar voorscholen 2)
logopedische ondersteuning t.a.v. actie 1 Deel 1 van de actielijn is in 2004 afgerond: er is een protocol
ontwikkeld en dit is geïmplementeerd in de hele regio DWO. De verdere
uitvoering van de toeleiding naar de voorscholen wordt vanaf 2005 daarom
onderdeel van de individuele afspraken tussen gemeente en Maatzorg. Het onderdeel inzet van logopedische ondersteuning is niet uitgevoerd,
afgezien van een aantal voorbereidende activiteiten. Voorgesteld wordt de logopedische
ondersteuning in 2005 in te zetten. |
2. Evaluaties pilots |
Beide pilots worden in 2005 geëvalueerd.
Voorbereidingen van de evaluaties zijn in 2004 gestart. |
3. Organisatie onderzoek |
Het organisatieonderzoek naar en de advisering
over de toekomstige organisatievorm voor de JGZ-uitvoering, dat wordt
uitgevoerd in opdracht van de 8 gemeenten in het gebied van de GGD-Zuid
Holland West, is in 2004 gestart en zal in 2005 worden afgerond. |
4. Risicogroepen: Cursus voor kinderen met ernstig overgewicht (3
tot 6 jaar) |
In deze actielijn is in 2004 een cursus
ontwikkeld voor ouders en kinderen (leeftijd 3 tot 6 jaar) waarbij sprake is
van (dreigend) ernstig overgewicht. In 2005 zal deze cursus op diverse
plekken in de regio worden uitgevoerd. |
5. Jeugdgezondheidsprofiel |
In het kader van de actielijnen 2004 is een jeugdgezondheidsprofiel
uitgewerkt. Het Jeugdgezondheidsprofiel is een beschrijving van de
gezondheidssituatie in een kern of wijk op basis van harde gegevens en
ervaringen van professionals. Het Jeugdgezondheidsprofiel wordt gebruikt om
te communiceren met het netwerk rondom de JGZ. Doel van de communicatie met
het netwerk: - de JGZ positioneert zich actief binnen het
netwerk en neemt een centrale plek - de JGZ deelt kennis van problemen met het
netwerk - de JGZ zet aan tot prioritering en afstemming
met netwerkpartners in de aanpak van deze problemen Deze doelen worden bereikt middels het
organiseren van bijeenkomst(en) met het netwerk. Binnen de actielijn 2004 is
het Jeugdgezondheidsprofiel ontwikkelt en wordt ook een draaiboek ontwikkelt
voor de bijeenkomsten. In het kader van de actielijnen 2005 willen de
gemeenten op een aantal wijken/kernen de netwerkcontacten middels
bijeenkomsten in de praktijk uitgevoerd hebben. |
Bijlage 2b:
De stuurgroep heeft vastgesteld dat in 2005 de
hieronder beschreven actielijnen uitgevoerd worden
1. logopedische ondersteuning |
Binnen de Actielijn Vroegsignalering en
Toeleiding voorscholen van 2004 was het doel logopedische ondersteuning in te
zetten. Dit is niet gebeurt. Voorgesteld wordt de actielijn in 2005 uit te
voeren. Inzet van de middelen conform plan van aanpak
binnen actielijn 2005. |
2. Evaluaties pilots |
Beide pilots worden in 2005 geëvalueerd
|
4. Organisatie onderzoek |
Het organisatieonderzoek naar de toekomstige
organisatievorm voor de JGZ-uitvoering dat wordt uitgevoerd in opdracht van
de 8 gemeenten in het gebied van de GGD-Zuid Holland West loopt nog door in 2005. Financiering vindt ook in 2005 plaats. |
5. Risicogroepen: Cursus voor kinderen met ernstig overgewicht (3
tot 6 jaar) |
In de actielijn Risicogroepen is in 2004 een
cursus ontwikkeld voor ouders en
kinderen. Voorgesteld wordt om deze cursus in 2005 in het kader van de
actielijnen in de praktijk te brengen in de regio. Kosten per cursus zijn
€3.500. In de regio zullen 4 cursussen gegeven gaan worden waarvan 2 in het
voorjaar en 2 in het najaar (2 in Westland en 2 in Delft) die toegankelijk
zijn voor alle kinderen uit de regio. Belangrijk onderdeel van het traject is de
evaluatie die aan het eind zal plaatsvinden. |
6. Jeugdgezondheidsprofiel |
In het kader van de actielijnen 2005 willen de
gemeenten binnen een aantal wijken/kernen de jeugdgezondheidsprofielen die in
2004 ontwikkeld zijn presenteren in netwerkoverleggen op basis van het
draaiboek dat is ontwikkeld. In het begin van 2e kwartaal van 2005 zal op 1
plek “proefgedraaid” worden. Dit is de wijk Wippolder in Delft. In de tweede
helft van 2005 zullen op verschillende plekken in DWO soortgelijke acties
worden gedaan. In de actielijnenbegroting 2005 wordt hiertoe een
bedrag opgenomen. |
Bijlage 3:
Van:
Peter Esseveld & Marc Verkerk
Versie: 27 mei 2004
Tussenrapport Naar een
integrale JGZ in de regio van de
gemeenten van de GGD Zuid-Holland West
In de stuurgroep van de regio oud West-Holland en
Rijswijk (hierna regio WH) is opdracht gegeven om te komen tot een bestuurlijk
document voor de nadere invulling van de integrale JGZ op de korte en
middellange termijn. Aan de hand van een concept-document van de
beleidsmedewerkers van de 4 gemeenten heeft de projectleider een ronde gemaakt
langs de stuurgroepleden van de 4 gemeenten, de 3 Thuiszorg-instellingen en de
GGD om de standpunten over dit document te peilen.
Tegelijkertijd ligt de afspraak van de stuurgroep
regio WH met de stuurgroep van de regio
Delfand/Westland/Oostland (hierna regio DWO) om beide trajecten te convergeren.
Na overleg met de wethouder van Delft en de projectleider van de regio DWO en
de beleidsmedewerker integrale JGZ gemeente Delft is door de twee
laatstgenoemden in de DWO-regio een vergelijkbare ronde langs de wethouders van
de 4 gemeenten gemaakt.
Omdat het convergeren steeds meer voedingsbodem
krijgt is dit tussenrapport geschreven met als doel te komen tot een integrale
JGZ in de gehele GGD-regio. Waar nodig is voor de onderbouwing van standpunten
onderscheid gemaakt naar de regio’s WH dan wel DWO.
De gesprekken hebben soms tot nieuwe suggesties en
voorstellen geleid die wel in dit rapport staan maar nog niet met de al eerder
gesproken gesprekspartners uitputtend aan de orde zijn geweest.
2. Visie op integrale JGZ
Het belang van een doorlopende jeugdgezondheidszorg
van 0-19 jaar wordt onderschreven. Dit vraagt om vergaande afstemming en
samenwerking tussen GGD (4-19 jaar) en de Thuiszorginstellingen (0-4
jaar).Daarnaast geven met name de gemeenten aan dat integrale JGZ in ieder
geval op lokaal niveau vorm moet krijgen. Om een continuüm van zorg te bieden
en vooral om vroegtijdig risicokinderen te kunnen signaleren, te verwijzen en
te monitoren is het nodig dat de Jeugdgezondheidszorg zo lokaal mogelijk
opereert om samen met andere lokaal opererende disciplines en organisaties de
zorg voor de jeugdigen op te pakken.Denk bijvoorbeeld aan het
schoolmaatschappelijk werk en opvoedingsondersteuning. Daarbij is een optimale
aansluiting met jeugdzorg van groot belang. Een lokaal werkende
jeugdgezondheidszorg 0 tot 19 jaar is een belangrijke schakel in de keten van
op de ontwikkeling van jongeren gerichte organisaties.
Lokale zorgnetwerken zijn daarbij een minimum vereiste. Bij grotere gemeenten
is het daarbinnen nodig om de stad op te delen in een aantal gebieden (grote
wijken, dan wel kernen) om zo dicht mogelijk bij de doelgroep de zorg te kunnen
bieden.
De visie op de mate waarin de jeugdgezondheidszorg
stedelijk ook in de praktijk een organisatorisch geheel vormt dan wel ingebed
is in jeugdcentra dan wel gezondheidscentra verschilt (nog) per gemeente. De
gemeente Delft gaat hierin vooralsnog het verst met haar visie op Jeugdcentra.
De gemeente Midden-Delfland wil vooralsnog de huidige situatie handhaven. De
gemeenten in de WH-regio, de gemeente Pijnacker-Nootdorp, de gemeente Westland
streven naar geïntegreerde JGZ-bureaus in hun gemeenten.
3. De hoofdlijnen van het vervolgtraject
In de tijd zijn een aantal mijlpalen neer te
zetten. Er lijkt overeenstemming over het volgende vervolgtraject:
4. Uniform deel basistakenpakket
De GGD en de Thuiszorgorganisaties zijn volop bezig
met de invoering van het uniform deel van het landelijk basistakenpakket.
Gemeenten vinden het belangrijk dat in de hele GGD-regio het uniform deel van
het basistakenpakket op een zelfde, transparante en meest doelmatige wijze
wordt uitgevoerd. Gemeenten achten het onwenselijk als in de regio de
verschillende thuiszorginstellingen de producten van het uniforme deel
verschillend uitvoeren. Dit geldt ook voor de uitvoering door de GGD. Het is
onwenselijk als de GGD in de beide regio’s het uniform deel verschillend zou uitvoeren.
Een uniforme werkwijze in heel de regio is onder
meer te bereiken door voor de hele regio tot 1 productenboek JGZ 0-19 jaar te
komen.
In het uniform deel van het basistakenpakket zit
een ruimte van circa 30 % om extra zorg aan (risico)kinderen te geven.
Gemeenten hebben geen beleidsvrijheid om deze extra zorg al dan niet af te
nemen. Gemeenten vinden het wenselijk om met GGD en Thuiszorg te overleggen op
welke wijze GGD en TZ deze extra zorg in hun gemeente aanbieden.
De GGD voert in de hele regio het uniform deel op
een zelfde wijze uit voor eenzelfde bedrag per inwoner. Voor gemeenten is er op
dit moment nog geen gelegenheid om met de GGD te overleggen over de wijze van
invulling van de extra zorg binnen de gemeente.
De Thuiszorginstellingen worden door de individuele
gemeenten betaald volgens de Regeling Specifieke Uitkering (Rsu). Deze regeling
loopt tot 2007. Een gevolg van deze regeling is dat door toepassing van een
landelijke verdeelsleutel gemeenten verschillende bedragen krijgen voor de uitvoering
van het uniform deel van het basistakenpakket. Per gemeente is er daardoor meer
of minder ruimte om extra zorg voor 0-4 jarigen aan te bieden. (De gemeenten
Delft, Nootdorp-Pijnacker en Leidschendam-Voorburg geven aan thans met de Rsu
gelden voor het uniform deel niet uit te komen De gemeenten vinden het
belangrijk dat zij individueel met de TZ afspraken kunnen maken over de wijze
waarop de TZ het geld besteed aan extra zorg.
Actiepunten:
5. Maatwerk deel basistakenpakket
Bij de invulling van het maatwerkdeel ligt de
beleidsvrijheid van de gemeenten welke maatwerkprodukten zij willen afnemen.
Het maatwerkdeel is in vergelijking met het uniform deel slechts een klein deel
van het totale basistakenpakket jeugdgezondheidszorg. Alle deelnemers pleiten
daarom voor een pragmatische benadering, die niet te veel tijd in beslag neemt.
Gemeenten kunnen vanuit hun nota lokaal gezondheidsbeleid aangeven welke
maatwerkprodukten zij door de GGD en thuiszorg aangeboden willen hebben. GGD en
Thuiszorg kunnen vanuit hun expertise aangeven welke maatwerkprodukten zij
gemeenten adviseren om af te nemen. Een deel van het aanbod zal afkomstig zijn
van de producten die de organisaties tot nu toe leverden maar die bij de
omvorming naar het landelijk basistakenpakket geen onderdeel gaan vormen van
het uniform deel van het basistakenpakket.
De onderwerpen uit de nota’s lokaal
gezondheidsbeleid samen met de producten vanuit de uitvoerende organisaties
levert het aanbod maatwerkproducten. Gemeenten achten het vanuit de doorlopende
zorg voor 0-19 jarigen van belang dat GGD en thuiszorginstellingen gezamenlijk
een maatwerkaanbod 0-19 jaar ontwikkelen.
Om te zorgen voor een goede afstemming van de
ontwikkeling van een gezamenlijk aanbod van GGD en Thuiszorg gaat in de regio
WH in april 2004 een werkgroep maatwerkproducten aan de slag om het aanbod voor
te bereiden. Deze werkgroep kan uitgebreid worden met medewerkers uit de
DWO-regio.
Het is wenselijk dat het aanbod sterk gericht is op
de belangrijkste risicogroepen/risicofactoren. Hiertoe zijn in beide subregio’s
reeds adviezen over risicogroepen/risicofactoren uitgebracht.
Actiepunten
6. Organisatievorm
Alle deelnemers zijn voorstander van hechte
samenwerking tussen GGD en Thuiszorgorganisaties. De mate en vorm waarin deze
samenwerking gestalte moet krijgen verschilt. De gemeenten van de WH-regio en
de GGD zijn voorstander van het onderbrengen van de gehele JGZ 0-19 jaar in 1
organisatie. Bij voorkeur zou dit geen eigenstandige organisatie moeten zijn
maar een afdeling binnen een van de bestaande organisaties. Enkele gemeenten
spreken de voorkeur uit om in dat geval de organisatie onder te brengen bij de
GGD omdat gemeenten daar meer zeggenschap over hebben dan over de
thuiszorgorganisaties.
Ook de gemeente Delft streeft er naar om
uiteindelijk tot 1 organisatie te komen m.a.w. een fusie. Dit proces moet in de
tijd goed weggezet worden om zoveel
mogelijk sociale problemen, frictie kosten en kapitaalsvernietiging tegen te
gaan. Binnen dit proces wil zij wel al heel nauw samenwerken. Vanaf 2005 zal er
in Delft middels een detacheringsconstructie gewerkt gaan worden, waarbij de
medewerkers binnen de JGZ-teams in dienst blijven bij hun oorspronkelijke
organisaties. Aansturing geschied door een leidinggevende binnen het JGZ-team.
Ook de gemeente Nootdorp-Pijnacker en de 3 Thuiszorgorganisaties
zijn voorstander van het onderbrengen van de JGZ 0-19 jaar in 1
uitvoeringsorganisatie, waarbij de medewerkers in dienst blijven bij hun
oorspronkelijke organisatie.
De gemeente Midden Delfland vindt het niet nodig om
de JGZ 0-19 jaar in 1 organisatie onder te brengen. Kostenbewustzijn is daarbij
de leidraad.
De gemeente Westland is voorstander van het
aanbieden van JGZ 0-19 binnen de kernen. Nauwe samenwerking tussen partners is
heel belangrijk. In welke organisatievorm dat het beste kan, is nog niet aan de
orde geweest. De prioriteit (bij kosten) gaat naar het verstrekken van goede
zorg, de vorm is minder relevant.
Gezien de huidige CAO-verschillen tussen
JGZ-medewerkers van GGD en Thuiszorginstellingen is het rechtspositioneel
onderbrengen van alle JGZ-medewerkers bij 1 organisatie op dit moment niet
haalbaar.
In de huidige situatie lijkt het meest haalbaar om
te komen tot 1 uitvoeringsorganisatie voor de gehele GGD-regio, waarbij de
medewerkers in dienst blijven van hun oude organisatie en gedetacheerd worden.
Dit kan een eindmodel zijn maar ook een tussenmodel tot het moment dat het
onderbrengen in 1 organisatie wel
financieel haalbaar en wenselijk is.
Om zo veel mogelijk tegemoet komen aan de eis van
gemeenten voor lokale uitvoering van JGZ zou de JGZ 0-19 jaar gebiedsgewijs
georganiseerd moeten worden. Te denken valt aan een gebiedsindeling die
samenvalt met de indeling in gemeenten. In elke gemeente zijn dan teams JGZ
0-19 jaar actief. In grote gemeenten kunnen dat zelfs meerdere teams zijn.
Voorgesteld wordt een extern onderzoeksbureau de
opdracht te geven om deze uitvoeringsorganisatie verder uit te werken. Het gaat
dan om de uitwerking van een organisatiestructuur, de aansturing van de lokale
teams, de totale benodigde formatie verdeeld over de teams, het opzetten van
een gezamenlijke begroting. Een van de vraagstukken daarbij is de aansturing,
stafondersteuning, ondersteuning van GVO/beleid/epidemiologie van de JGZ 0-19
jaar te organiseren.
Om frictiekosten zo veel mogelijk te voorkomen
wordt er van uitgegaan om via een groeimodel de uitvoeringsorganisatie tot
stand te brengen.
De
stuurgroep WH concludeert dat het nodig is voor de hele regio tot 1
uitvoeringsorganisatie te komen die voldoet aan bovenstaande voorwaarden.
Uitgezocht moet nog worden of dat een eigenstandige organisatie, dan wel een
organisatie als onderdeel van de GGD dan wel de thuiszorg, dan wel een joint
venture. Het werken met detacheringen ziet men als minder wenselijk, hooguit
kan dit een tijdelijke tussenoplossing zijn.
Actiepunten:
·
de vorm de inhoud volgt
·
er lokale (dan wel sublokale) aangestuurde teams
JGZ 0-19 jaar komen met een eenduidige leiding.
·
er een bestuursmodel voorgesteld wordt waarbij de
gemeentelijke regiefunctie volledig tot zijn recht komt
·
de meerjarenbegroting van de werkorganisatie
budgettair neutraal dien te zijn
·
frictiekosten zo veel mogelijk voorkomen dienen te
worden
7. Huisvesting
Los van de uiteindelijke vorm van de
werkorganisatie geven bijna alle gemeenten aan dat het belangrijk is dat in
elke gemeente de JGZ 0-19 jaar ook feitelijk samen gehuisvest is. De gemeenten
verschillen (nog) in de mate waarin zij het belangrijk vinden dat de JGZ 0-19
jaar bij elkaar dan wel geïntegreerd gehuisvest is.
De infrastructuur van de consultatiebureaus kan
daarbij de leidraad zijn voor de wijze en dichtheid van JGZ-huisvesting. De
gemeente Delft en de gemeenten van de WH-regio gaan uit van deconcentratie van
de JGZ van de GGD over de gemeenten. Dat wil zeggen dat de JGZ-ers 0-19 jaar
hun werkplekken hebben binnen de gemeenten en niet langer in het hoofdgebouw
van de GGD. Sommige gemeenten gaan vanuit het idee van integrale aanpak van
jongerenproblematiek verder door de JGZ 0-19 jaar te willen huisvesten samen
met belangrijke ketenpartners in de vorm van huisvesting in jeugdcentra dan wel
gezondheidscentra.
De gemeenten willen zelf de keuze hebben hoeveel JGZ-centra zij in hun
gemeenten willen hebben, dan wel hoe zij de JGZ 0-19 jaar willen onderbrengen.
De gemeente betalen nu al zelf voor de huisvesting
van de consultatiebureaus in hun gemeente. Om de beleidsvrijheid van de
gemeenten op dit punt tegemoet te komen wordt voorgesteld de gelden voor de
huisvesting JGZ 4-19 jaar uit de begroting van de GGD te halen en deze naar de
individuele de gemeenten toe te rekenen. Elke gemeente kan dan met eigen
middelen voor de huisvesting JGZ 0-19 jaar zorgen.
Actiepunt:
8. Begrotingssystematiek
Alle deelnemers zijn het er mee
eens om te komen tot dezelfde begrotingssystematiek voor de gehele regio. De
GGD en thuiszorginstellingen werken in 2004 aan een kostprijsmodel gebaseerd op
landelijke voorbeelden. Het is de bedoeling dat uiterlijk april 2005 de
thuiszorginstellingen en de GGD een begroting aan de gemeenten kunnen leveren
gebaseerd op dit kostprijsmodel. Stichting Maatzorg is met de gemeente Delft al
vergevorderd met het vastleggen van een productenboek dat vertaald gaat worden
naar een productbegroting. Er zou voor de gehele regio een productenboek JGZ
0-19 jaar dienen te komen. Daarnaast dienen er afspraken te komen over een
uniforme wijze van rapporteren (rapportage momenten, inhoud rapportages en
rapportages uitgesplitst naar gemeenten)
Actiepunt:
9. Convergeren
Een belangrijke stap voor het convergeren is het
gezamenlijk vorm geven aan een toekomstige regionale werkorganisatie JGZ 0-19
jaar. Gezien de mogelijk verschillende ideeën hierover is het nodig dat alle
deelnemers hierbij betrokken blijven. Een gezamenlijk stuurgroep van
wethouders, directeuren/bestuurders blijft nodig voor de sturing van de
hoofdlijnen van het proces naar een integrale JGZ. De beide stuurgroepen kunnen
overgaan in een gezamenlijke stuurgroep voor de gehele GGD-regio.
Daarnaast kan op beleidsmatig en uitvoerend niveau
het convergeren in gang gezet worden.
Een kleine slagvaardige regiegroep van enkele
beleidsmedewerkers en managers JGZ is nodig voor deze meer beleidsmatige
sturing aan het regionale proces. Een Platform waar de beleidsmedewerkers van
alle gemeenten en alle managers JGZ in zitten kan zorgen dat alle deelnemers
bij het proces van integrale JGZ betrokken blijven.
De fase van ontwikkeling van voorstellen en
adviezen verschilt per regio. In de WH-regio is een werkplan 2004 dat via de
projectstructuur nog uitgevoerd gaat worden. De DWO-regio vervolgt met het
uitvoeren van een actielijnenprogramma via het lijnmanagement GGD en Maatzorg.
Daarnaast zijn er de pilots in Delft.
Inmiddels
zijn er werkgroepen in de WH-regio waar medewerkers van de DWO-regio deelnemen.
Het gaat met name om risicogroepen, monitoring en informatisering. Andersom zal
er gekeken worden naar werkgroepen in de DWO-regio waaraan medewerkers van de
WH-regio kunnen deelnemen.
Uitwisseling en afstemming tussen beide regio’s is
nodig om tot een gezamenlijk beleid te komen. De eerder voorgestelde regiegroep
heeft hierin een belangrijke taak.
Actiepunten:
i.
Bestaande uit de wethouders van de 8 gemeenten, de
4 directeuren/bestuurders Thuiszorg en de directeur GGD. 2 ambtelijk
secretarissen vanuit de oude regio’s. Frequentie maximaal 3 keer per jaar.
b.
Platform Integrale JGZ
i.
Bestaande uit beleidsmedewerkers van de 8
gemeenten, de managers van de 4 Thuiszorginstellingen, sector- en regiomanager
JGZ. Frequentie 3 a 4 keer per jaar.
ii.
Daarbinnen een regiegroep bestaande uit 2
beleidsmedewerkers namens gemeenten, 2 managers namens thuiszorginstellingen en
de sectormanager GGD. Frequentie zo vaak als nodig. Gemiddeld 1 x per 6 weken
n.b.
Er zal voor de beide stuurgroepen een aparte
notitie komen met daarin een overzicht van de taken, verantwoordelijkheden en
deelnemers aan deze overlegvormen.
n.b.
De opdrachtgever van het externe onderzoek zijn de
portefeuillehouders van de 8 gemeenten.
De portefeuillehouders zullen een
begeleidingscommissie voor het onderzoek instellen bestaande uit
vertegenwoordigers van de gemeenten, de thuiszorginstellingen en de GGD.
10. Monitoring en informatisering
In beide regio’s wordt gewerkt aan monitoring en
informatisering. Om te voorkomen dat beide ontwikkelingen uit elkaar gaan lopen
wordt voorgesteld om tot een regionaal plan voor monitoring en informatisering
te komen. In 2004 draaien in de WH-regio werkgroepen monitoring en
informatisering. Deze kunnen uitgebreid worden tot werkgroepen van beide regio’s.
Om in 2006 een werkorganisatie gereed te hebben
waarbij gedeconcentreerd gewerkt kan worden is een goede en voor de gehele
regio eenduidige informatisering van groot belang.
Zowel GGD als thuiszorgorganisaties geven aan dat
dit eenmalige hoge extra kosten met zich meebrengt. De GGD heeft in 2003 een
groot overschot op de jaarrekening 2002. Thans wordt er gesproken in het
bestuur over de aanwending van dit overschot. Voorgesteld wordt GGD en Thuiszorg
een plan met kostenoverzicht te laten maken voor informatisering van de
regionale werkorganisatie JGZ 0-19 jaar. Dit plan zou dan bekostigd kunnen
worden met het overschot GGD jaarrekening 2002.
Actiepunten:
De thuiszorgorganisaties hebben een beperkte
formatie GVO en beleidsadvisering. De thuiszorginstellingen hebben geen
epidemiologen in dienst. De GGD heeft GVO- functionarissen, beleidsmedewerkers
en epidemiologen. Voorgesteld wordt te komen tot een gezamenlijke ondersteuning
voor JGZ 0-19 jaar. Dit betekent dat met name vanuit de GGD budgettair neutraal
ook ondersteuning geboden wordt voor JGZ 0-4 jaar. De GGD wil daarentegen voor
de uitbreiding van de doelgroep extra middelen ontvangen.
Jaarlijks wordt de ondersteuning GVO,
beleidsadvisering en epidemiologie via een werkplan in beeld gebracht ingaande
2005.
1. Gezamenlijke
Trajectstructuur (ingaande juli 2004)
a. Het instellen van een gezamenlijke stuurgroep
Bestaande uit de
wethouders van de 8 gemeenten, de 4 directeuren/bestuurders Thuiszorg en de
directeur GGD. 2 ambtelijk secretarissen vanuit de oude regio’s.
vergaderfrequentie wordt maximaal 3 keer per jaar.
b. Het instellen van een Platform Integrale JGZ
Bestaande uit
beleidsmedewerkers van de 8 gemeenten, de managers van de 4
Thuiszorginstellingen, sector- en regiomanager JGZ. Frequentie 3 a 4 keer per
jaar.
Daarbinnen een regiegroep
bestaande uit 2 beleidsmedewerkers namens gemeenten, 2 managers namens
thuiszorginstellingen en de sectormanager GGD. Frequentie zo vaak als nodig.
Gemiddeld 1 x per 6 weken
2. Invoering
uniform deel basistakenpakket
c. GGD en thuiszorg hebben uiterlijk in 2005 het uniform deel volledig
ingevoerd.
d. GGD en de thuiszorg zorgen in nauw overleg met de gemeenten
voor een gezamenlijk productenboek 0-19 jaar.
3. Invoering
maatwerk deel basistakenpakket
e. Uiterlijk eind 2004 hebben GGD en
Thuiszorginstellingen in nauw overleg met de gemeenten een gezamenlijk aanbod
van maatwerkproducten gereed zodat elke gemeente een keuze kan maken welke
maatwerkproducten zij in 2005 willen afnemen.
4. Toekomstige
organisatievorm
f. Een extern organisatiebureau de opdracht te geven een
uitvoeringsorganisatie JGZ 0-19 jaar te ontwerpen voor de gehele GGD-regio,
waarbij als randvoorwaarden
gelden dat:
o
er lokale (dan wel sublokale) aangestuurde teams
JGZ 0-19 jaar komen met een eenduidige leiding.
o
er een bestuursmodel voorgesteld wordt waarbij de
gemeentelijke regiefunctie volledig tot zijn recht komt
o
de meerjarenbegroting van de uitvoeringsorganisatie
budgettair neutraal dient te zijn
o
frictiekosten zo veel mogelijk voorkomen dienen te
worden
5. Huisvesting JGZ 0-19
g. Te streven om in elke
gemeente te komen tot JGZ-teams 0-19 jaar gehuisvest in JGZ-bureaus, waarbij de
JGZ-ers hun werkplek hebben in de betreffende gemeente.
Elke gemeente maakt in overleg met GGD
en Thuiszorg voor 1 juli 2004 een plan voor de toekomstige huisvesting JGZ 0-19
jaar binnen haar gemeente. Dit
is inclusief een financiële berekening van de toekomstige huisvestingssituatie.
h. Aan het algemeen bestuur van de GGD
voor te stellen de huisvestingkosten JGZ van de GGD (tijdelijk) naar de
gemeenten over te hevelen zodat gemeenten huisvesting voor de
JGZ 0-19 in hun gemeente makkelijker mogelijk kunnen maken.
6. Begroting
i. GGD en Thuiszorgorganisaties hanteren
met ingang van de begroting 2005 eenzelfde kostprijsmodel en
begrotingssystematiek voor de jeugdgezondheidszorg
7. Informatisering
j.
GGD en
Thuiszorgorganisaties maken een regionaal informatiseringsplan
JGZ 0-19 jaar (met financiële
onderbouwing) om met name zo snel als mogelijk het elektronisch dossier in te
voeren.
l. Aan het algemeen bestuur van de GGD
voor te stellen GVO, Beleidsadvisering en epidemiologie in afstemming met de
thuiszorginstellingen te laten werken voor de gehele doelgroep 0-19 jaar (en
niet alleen voor 4-19 jaar)
[1] Op basis van een totale investering van €135.000
[2] Deze post in inclusief €24.134 van het resultaat van 2004.
[3] Totaal toegekend overschot aan JGZ-begroting overschot bedraagt € 106.764. Over 2004 is uit deze middelen een bedrag van € 43.500 toegekend aan Maatzorg, om het tekort op de begroting te dekken.
Voor de JGZ-begroting van 2005 resteert bovenstaande bedrag.
[4] Totaal bedrag bedraagt ongeveer €75.000. €12.100 wordt ingezet in regionaal verband in DWO. Van het Maatwerkgeld wordt ook €11.000 ingezet voor Maatwerkactiviteiten door St. Maatzorg.
[5] Het budget voor Sociaal Medische Advisering is structureel verlaagd met €20.000. Dit bedrag zal structureel wordend aangewend voor de financiering van de huisvesting van de JGZ-locaties.
[6] In deze stuurgroepen zitten de 8 wethouders van de betrokken gemeenten en directeuren van GGD-ZHW en de 4 Thuiszorgorganisaties.