1. Inleiding

 

In een brief van 14 juni j.l. vraagt de VNG het standpunt van de gemeente Delft inzake het onderhandelingsakkoord Wmo welke de VNG met het kabinet heeft bereikt.

Het akkoord bevat twee aspecten:

-          Invoering per 01-07-2006 en de overgang van de gehele huishoudelijke zorg naar de Wmo.

-          Financiële randvoorwaarden.

Deze nota zal kort ingaan op deze aspecten en een advies formuleren over het akkoord.

 

2. Onderhandelingsresultaat

 

2.1 Invoering per 01-07-2006 en de overgang van de gehele huishoudelijke zorg naar de Wmo

Het uitstel van de uitvoering van de Wmo van 01-01-2006 naar 01-07-2006 spreekt voor zich. Naar verwachting zal het wetsvoorstel na de zomer behandeld worden in de Tweede Kamer. Om vervolgens de Wmo te implementeren per 01-01-2006 is, gezien de grote impact, voor gemeenten niet haalbaar.

 

Het overhevelen van de gehele huishoudelijke hulp in plaats van alleen de enkelvoudige hulp, maakt dit onderdeel van de Wmo beter uitvoerbaar. Dit vanwege het grensgebied tussen de AWBZ en de Wmo. Voor de burger is het duidelijker wanneer de gehele huishoudelijke hulp overgeheveld wordt. De burger heeft immers geen goed zicht op of er sprake is van enkelvoudige of meervoudige huishoudelijke hulp en waar hij/zij dan het beste de aanvraag in kan dienen.  

 

2.2 Financiële randvoorwaarden

De financiële randvoorwaarden omvat een aantal aspecten over de vaststelling van het budget. Op de volgende onderdelen heeft de VNG akkoord bereikt met het kabinet:

-          De indexering van nieuwe middelen vindt plaats op basis van het aantal extramurale 75+-ers.

-          Een onafhankelijke derde, het CPB, adviseert over de hoogte van het macrobudget.

-          Het instellen van een integratie-uitkering met een duur van twintig jaar voor de middelen voor nieuwe taken.

-          De hoogte van het macrobudget wordt vastgesteld op basis van de realisatie 2005 met indexatie.

-          Verdeling van de middelen in de integratie-uitkering geschiedt op historische basis. Daarna wordt geleidelijk ‘in een beperkt aantal jaren’ gegroeid naar een verdeling volgens het objectieve verdeelmodel.

-          Invoeringskosten ad € 45 miljoen.

-          Uitvoeringskosten volgens de vrijvallende kosten van de huidige uitvoeringsstructuur. Onafhankelijk onderzoek moet vervolgens uitwijzen wat nodig is voor een doelmatige uitvoering van de Wmo.

 

In de onderhandeling heeft de VNG een aantal garanties ingebouwd om de financiële risico’s voor gemeenten te verkleinen. Echter, ieder nieuw financieringsmodel kent herverdeeleffecten. Gezien de grote financiële verantwoording van gemeenten bij de Wmo, wordt bij de uitwerking van de financiële toedeling van middelen aandacht gevraagd voor specifieke situaties van individuele gemeenten (dit mede vanwege de recente ervaring met het WWB verdeelmodel).

 

3. Openstaande punten

 

De VNG geeft aan dat er nog een aantal openstaande punten zijn, te weten de zorgplicht, de eigenbijdrageregeling, de gemeentelijke regie, het PGB en de verantwoordingsverplichtingen. De VNG brengt deze punten de komende maanden nadrukkelijk bij Kabinet en Kamer onder de aandacht.

 

De invulling van deze onderdelen van de Wmo zijn zeer van belang, aangezien dat de beleidsruimte van de gemeenten bepaalt. Het is in het belang van de gemeente om bij overheveling van taken èn financiële verantwoording naar de gemeente, hier zoveel mogelijk invloed uit te kunnen oefenen. Gepleit moet worden voor zoveel mogelijk beleidsvrijheid voor gemeenten.

 

4. Conclusie

 

Het onderhandelingsakkoord van de VNG heeft een aantal essentiële aanpassingen opgeleverd. De invoering per 01-07-2006, het verwijderen van de ‘knip’ tussen enkelvoudige en meervoudige huishoudelijke hulp, en een aantal financiële waarborgen.

Aandacht wordt gevraagd voor de verdere financiële uitwerking van de Wmo, met name de indicatoren waarop een verdeelmodel, de uitvoeringskosten en indexering gebaseerd zal worden (mede gezien de ervaring met het verdeelmodel WWB).

Ander aandachtspunt zijn de openstaande punten voor onderhandeling. Gepleit moet worden voor zoveel mogelijk beleidsvrijheid voor de gemeenten. Alleen op deze wijze kan de gemeente de beoogde inhoudelijke samenhang aanbrengen en hiervoor financiële verantwoording dragen.

 

 

Voorstel

 

U wordt voorgesteld om:

-          In te stemmen met het bereikte onderhandelingsakkoord van de VNG, met de opmerkingen zoals verwoord in deze nota.

-          Akkoord te gaan met bijgevoegde brief.

-          De nota en brief ter kennisname aan de commissie WZO aanbieden.