Al enige tijd wordt binnen WIZ gesproken over de
(wijze van) sociale activering van zorgklanten fase 4 met psychische- en/of
verslavingsproblematiek, die op dit moment niet in aanmerking voor de sociale
activerings- of reïntegratietrajecten. Er is veelal sprake van meervoudige
problematiek. Naar schatting gaat het om ongeveer 390 personen (zo’n 13% van
het totale uitkeringsbestand). Wanneer we kijken naar de huidige stand van
zaken rond deze doelgroep dan valt te constateren dat:
-
Er vanuit de gemeente nog geen trajecten ontwikkeld
zijn of aangeboden worden voor deze groep.
-
Er wanneer het gaat om de klanten met een
psychische- en/of verslavingsproblematiek, weliswaar een zorg- en
activeringsaanbod is vanuit de zorginstellingen maar dat een aantal van deze
klanten daarmee onvoldoende bereikt wordt.
-
Er sprake is van onvoldoende samenwerking tussen
gemeente (klantmanagement) en de zorginstellingen.
-
Er sprake is van een toenemend appel op de gemeente
om als vangnet te fungeren voor deze sociaal kwetsbare groep.
-
De gemeentelijke verantwoordelijkheid voor sociaal
kwetsbare groepen in de nabije toekomst alleen maar toe zal nemen.
In deze nota treft u de voorgestelde aanpak ten
behoeve van de hier geschetste problematiek.
Uit de Nota beleidsplan WWB 2005 – 2008: Met de
komst van de WWB zijn de voormalige Rijksdoelstellingen in het kader van
reïntegratie (zoals de sluitende aanpak) komen te vervallen. Met de WWB wordt
de gemeente door middel van een 100% financiële verantwoordelijkheid aangezet
tot een maximale reïntegratie- en uitstroominspanning. De gemeente heeft
daarbij de verplichting een aanbod te doen aan personen die een aanspraak maken
op de reïntegratie-verantwoordelijkheid van de gemeente. De randvoorwaarden die
gelden bij de inzet van een reïntegratieaanbod zijn vastgelegd in de
Reïntegratieverordening.
In het collegeprogramma
“doorzetten en voorzetten” zijn voorts een drietal activerings-doelstellingen
geformuleerd welke ook voor 2005 onverkort van kracht zijn:
De gemeente draagt een algemene zorg voor de
reïntegratie van bijstandsgerechtigden, nug-ers en Anw'ers. Hierbij moeten
maximale mogelijkheden en stimulansen geboden worden, ook voor mensen met een
grote afstand tot de arbeidsmarkt. Zowel het zittend bestand als de nieuwe
instroom, moet door de gemeente zo snel mogelijk op het goede spoor worden
gezet. De gemeente beoordeelt, mede met behulp van het advies van het CWI, of
betrokkene in staat is om op eigen kracht werk te aanvaarden, of dat hij
ondersteuning nodig heeft richting arbeidsinschakeling. In de WWB worden geen
eisen gesteld aan de vormgeving van – en de mate waarin – de gemeente deze
voorzieningen inzet. De gemeente bepaalt óf betrokkene daadwerkelijk een
traject nodig heeft om op de arbeidsmarkt aan de slag te komen en zo ja, welk
aanbod passend is.
Binnen een aantal gemeenten is de afgelopen jaren
een aanpak ontwikkeld m.b.t. activering
van de genoemde doelgroep. Hierin komen de volgende gemeenschappelijke
kenmerken terug:
·
Vraaggerichte aanpak. Bij het voorgestelde traject wordt uitgegaan van wat
klanten zelf aangeven aanwensen en eigen mogelijkheden. Doelstellingen variëren
per individu (sociaal isolement doorbreken, dagritme opdoen, eigenwaarde,
vinden van werk, etc).
·
Intensieve begeleiding van klanten. Er wordt veel werk gemaakt van de intake en
oriëntatiefase. In een aantal gevallen wordt de intake bij klanten thuis gedaan
of worden klanten thuis genaderd. Begeleiding varieert van voortgangsbewaking,
trajectbegeleiding tot persoonlijke begeleiding tijdens de activiteiten,
afhankelijk van de vraag. In sommige gevallen worden klanten actief benaderd
bij bijv. niet op komen dagen.
In het beleidsplan WWB
2005 – 2008 is opgenomen dat in de loop van 2005 een pilot zal starten ten
behoeve van Zorgklanten fase 4 met psychische- en/of verslavingsproblematiek.
Deze pilot zal bestaan uit:
·
De inkoop van 50 activeringstrajecten t.b.v. de
doelgroep waarbij de aandacht uitgaat naar het wegnemen c.q. terugdringen van
belemmeringen
·
Het bewerkstelligen van een betere samenwerking
tussen gemeente en zorginstellingen
·
Ontwikkelen van een cliëntvolgsysteem t.b.v. deze
zorgklanten fase 4
Inkoop activeringstrajecten
Eind 2005 wordt gestart
met een proef van 50 begeleidingstrajecten gericht op activering van
zorgklanten fase 4 met psychische- en/of verslavingsproblematiek tussen de 23
en 57 ½ jaar, die reeds gedurende langere tijd een bijstandsuitkering ontvangen.
De trajecten zullen gericht zijn op:
-
toeleiding naar dagbesteding, gericht op het
verkrijgen van (vrijwilligers) werk.
-
het wegnemen c.q. terugdringen van belemmeringen op
psychosociaal- en praktisch gebied
Het is de bedoeling dat
cliënten aan het eind van het traject door kunnen stromen naar een sociale
activerings- of reïntegratietraject.
De activeringstrajecten
bestaan uit 3 fasen, te weten:
In september start een
aanbestedingsprocedure. Bij de gunning wordt expliciet gekeken naar
instellingen of reïntegratiebedrijven, die ervaring hebben met dergelijke
trajecten. Het accent van de opdrachtnemer ligt bij het begeleiden en
activeren.
De trajecten duren maximaal 18 maanden
(exclusief nazorg). Cliënten worden door de klantmanagers voorgedragen vanaf
november 2005 tot april 2006.
Bij
de implementatie en beheer van de activeringstrajecten wordt uitgegaan van de
volgende constructie: Klantmanagement is verantwoordelijk voor de individuele
trajecten. T & M is verantwoordelijk voor het contractbeheer, monitoring,
evaluatie en kwaliteitsbewaking.
Financiële dekking:
De
trajecten worden gefinancierd vanuit het Werkbudget. De totale begroting
betreft € 267.750. Dit bedrag is als
volgt verdeeld:
2005:
€ 53.550
2006:
€ 160.650
2007:
€ 53.550
Naast bovengenoemde pilot is vanaf juni 2005
gestart met de inzet van Parnassia BV
in Delft voor 4 uur per week. Parnassia BV is een gespecialiseerd
banenbemiddelingsbureau dat verslaafden of ex-verslaafden bemiddelt naar- en
begeleidt in het vinden en behouden van een dagbesteding in de vorm van
vrijwilligerswerk, stages en betaald werk. Er kan zowel vanuit instellingen
(bijvoorbeeld Parnassia verslavingszorg, Dienstencentrum over de Brug) als
vanuit de sociale dienst worden verwezen. Het aanbod voorziet niet in het
bieden van intensieve trajectbegeleiding. Parnassia BV verwacht eind 2005 12
cliënten te kunnen hebben bemiddeld. De activiteiten van Parnassia BV worden
gefinancierd vanuit de doeluitkering verslavingsbeleid.
Samenwerking tussen
gemeente en zorginstellingen
Er is al enige tijd een
werkgroep actief waarin samengewerkt wordt tussen klantmanagement, beleid &
projecten (zorg), Parnassia, verschillende geledingen van GGZ-Delfland, bureau
Vrijwilligerswerk en Kwadraad. De werkgroep is tot de conclusie gekomen dat er
onvoldoende kennis is van elkaar’s rol en activiteiten en dat er onvoldoende
wordt samengewerkt. Dit heeft o.a. geleid tot presentaties door de instellingen
aan alle klantmanagers en voorlichtingen vanuit klantmanagement binnen de
instellingen. Dit heeft op de korte termijn geresulteerd in een toename van het
aantal contacten en verwijzingen. Het is echter zaak de samenwerking te borgen,
zeker gezien het grote aantal functionarissen waar het hier om gaat. De
instellingen zouden het liefst vaste contactpersonen beschikbaar hebben bij
klantmanagement. Aangezien dit niet past binnen de uitgangspunten van
klantmanagement, wordt voor de volgende oplossing gekozen:
Het inrichten van een
coördinatiepunt zorg binnen klantmanagement. Hierin kan de kennis m.b.t. Tot de
zorg- en dagbestedingstrajecten t.b.v. genoemde doelgroep worden samengebracht.
Het gaat om de volgende functies:
-
adviesfunctie voor klantmanagers
-
coördinatie en adviespunt voor zorginstellingen
-
actueel houden van informatie, onder meer door het
up to date houden van de sociale kaart
-
verbetering van de vindplaatsfunctie van psychische
en/of verslavingsproblematiek binnen het klantenbestand van de sociale dienst
Ontwikkelen van een
cliëntvolgsysteem
Er dient een
cliëntvolgsysteem te worden ingericht
m.b.t. verwijzing naar zorg en toeleiding naar dagbesteding/ activering
van zorgklanten fase 4. Hierbij gelden de volgende uitgangspunten:
-
de werkgroep formuleert eerst een programma van
eisen
-
er wordt naar gestreefd aan te sluiten bij
bestaande werkwijze en registratiesystemen
-
wanneer dit niet mogelijk blijkt, wordt gezocht
naar alternatieven
-
er wordt gekeken naar bredere toepasbaarheid van
het cliëntvolgsysteem
-
het cliëntvolgsysteem dient bruikbare
managementinformatie op te leveren
-
er dienen afspraken met de instellingen te worden
gemaakt over gegevensuitwisseling
Voorstel
U wordt voorgesteld om:
-
Kennis te nemen van bovengenoemde aanpak ten
behoeve van zorgklanten fase 4.
-
Deze nota ter informatie door te sturen naar de
commissie WZO.