Voorwoord

 

Vanaf 1 april 2001 is de cliëntenparticipatie op het gebied van gehandicaptenbeleid verankerd in de Wet voorzieningen gehandicapten (artikel 1a). Gekozen is hier invulling aan te geven door middel van het panel gehandicaptenbeleid.

Naast het panel gehandicaptenbeleid bestaat er nog een ander instrument om input van cliënten te genereren: het zogeheten Klanttevredenheidsonderzoek, dat periodiek wordt uitgevoerd.

Gelijktijdig met deze nota zal u de rapportage over het Klanttevredenheidsonderzoek worden aangeboden.

 

Hoofdstuk 1 Inleiding

 

Het panel gehandicaptenbeleid heeft ten doel het bevorderen van een geïntegreerd gemeentelijk gehandicaptenbeleid onder meer door middel van het geven van gevraagd en ongevraagd advies over het gemeentelijke beleid en uitvoeringszaken op deze terreinen. Het panel bestaat uit vertegenwoordigers van zorgaanbieders en belangengroeperingen.

De gemeente stelt faciliteiten ter beschikking aan het panel, opdat deze haar taak zo goed mogelijk kan verrichten. De faciliteiten bestaan uit het ter beschikking stellen van een ambtelijk secretariaat, een gezamenlijke huisvesting en een budget.

Naast het Panel Gehandicaptenbeleid bestaat een ander instrument om input van cliënten te genereren zodat de kwaliteit van beleid en uitvoering voortdurend verbeterd kan worden: het zogeheten Klanttevredenheidsonderzoek, dat periodiek wordt uitgevoerd.

 

Het Panel Gehandicaptenbeleid kan gevraagd en ongevraagd advies geven over gemeentelijk beleid en over gemeentelijke beleidsvoorstellen op het gebied van Wvg en gehandicaptenzorg. De gemeente stelt faciliteiten ter beschikking aan het panel, opdat deze haar taak zo goed mogelijk kan verrichten. De faciliteiten bestaan uit het ter beschikking stellen van een ambtelijk secretariaat, een gezamenlijke huisvesting en een budget.

 

In 2002, een jaar na de oprichting, heeft een evaluatie plaatsgevonden naar het functioneren van het panel. De conclusie luidde toen dat zowel het panel als de gemeente tevreden waren ten aanzien van de functie van het geven van gevraagd advies. De aanbevelingen lagen op het gebied van het geven van ongevraagd advies en het bewerkstelligen van een groter bereik van de panelorganisaties. Hiertoe werd een zogenaamd vooroverleg ingevoerd, dat wil zeggen dat voorafgaande aan het overleg met de wethouder de deelnemende panelorganisaties in een eigen vergadering informatie, meningen en standpunten uitwisselden. Tevens werd de inhoudelijke ondersteuning vanuit opbouwwerk uitgebreid. Om een groter bereik te bewerkstelligen zijn acties ondernomen op het gebied van gezamenlijke huisvesting en publiciteit.

 

Op initiatief van de agendacommissie van het panel heeft het panel in januari 2005 besloten opnieuw een evaluatie te laten uitvoeren naar het  functioneren van het panel. Aanleiding hiertoe is dat binnen het panel zelf onvrede is geuit over het eigen functioneren. Stichting PP is als extern onderzoeksbureau aangetrokken om dit onderzoek uit te voeren. De opmerkingen van de commissie WZO over het functioneren van het panel zijn meegenomen in de vraagstelling aan het onderzoeksbureau.

De onderzoeksperiode heeft zich uitgestrekt over de maanden februari t/m mei 2005. In haar vergadering van 1 juni 2005 heeft het panel zich uitgesproken over de aanbevelingen om tot verbetering van het functioneren te komen; dit heeft geresulteerd in bijgaande eindrapportage d.d. 4 juli 2005. Deze is, welke in de vergadering van 29 augustus 2005 definitief door het panel vastgesteld.

 

Deze nota bekijkt vanuit gemeentelijk perspectief het functioneren van het panel en geeft een advies over de aanbevelingen.

In de eindrapportage komen de vragen van de Commissie Werk, Zorg en Onderwijs d.d. 22 april 2004 terug op twee punten na, die logischerwijs niet binnen de evaluatie van het panel passen. Daarom op die twee punten een reactie in deze notitie.

Het betreft ten eerste de samenwerking van de OGD met de gemeente en in het verlengde daarvan de deelname van de OGD aan het panel. Met het aantreden van het nieuwe bestuur van de OGD heeft de samenwerking een nieuwe en positieve impuls gekregen. De OGD draait volop mee in het panel, neemt daar een constructief-kritische houding in en is ondertussen verhuisd naar het gebouw aan de Nassaulaan.

 

Over de adviezen van het CIZ (voorheen RIO) kan gemeld worden dat de kwaliteit van de adviezen nu systematisch door de gemeente wordt beoordeeld. Naar aanleiding hiervan vinden nu ook gesprekken met het CIZ plaats over deze systematiek en de kwaliteit.

In dit verband is wel goed te vermelden dat in het Klanttevredenheids-onderzoek zeer positief (90%) wordt geoordeeld over het optreden van de CIZ-adviseurs tijdens huisbezoeken

 

Hoofdstuk 2 Samenvatting evaluatie en aanbevelingen

 

Stichting PP heeft gesprekken gevoerd met alle deelnemende panelorganisaties, de wethouder, de opbouwwerker en de ambtelijke ondersteuning, alsmede met de agendacommissie. Op basis van deze gesprekken is in een tweetal panelvergaderingen met het onderzoeksbureau gesproken over de analyse en de adviezen voor het toekomstig functioneren van het panel, die door het onderzoeksbureau zijn voorgesteld. Op grond hiervan is de eindrapportage opgesteld, die u hierbij aantreft. In de volgende paragrafen zal een samenvatting worden gegeven van de evaluatie en de aanbevelingen.

 

2.1 Evaluatie

De bevindingen van Stichting PP kunnen als volgt worden samengevat:

Het panel functioneert niet optimaal door verschillende, deels met elkaar samenhangende oorzaken, zoals:

-          Te veel verschillende verwachtingen bij de paneldeelnemers over de functie, rol en positie van het panel.

-          Er ontbreekt een gezamenlijke missie en er is te weinig sprake van synergie tussen de deelnemers; hierdoor heeft het panel geen gezamenlijk kader dat richting geeft aan de adviezen die worden uitgebracht.

-          Er zijn grote verschillen in de bespreek/onderhandelingsstrategie tussen de paneldeelnemers. Deze verschillen leiden mede tot onderlinge irritatie, te weinig adviezen, verdeelde adviezen en lange vergaderingen zonder voldoende resultaat.

-          Er zijn te grote verschillen in de inbreng van de paneldeelnemers.

 

aAnderzijds wordt vastgesteld dat in 2005 reeds wijzigingen in procedures en samenstelling van het Panel zijn opgetreden die, zoals door de meerderheid van het Panel verwacht wordt, kansen bieden voor de toekomst.

 

 

2.2 Aanbevelingen

De aanbevelingen voor een toekomstig functioneren strekken zich uit op een 7-tal hoofdlijnen, die ieder uitgewerkt worden in afzonderlijke adviezen.

Deze hoofdlijnen zijn:

 

  1. Het bereiken van meer cohesie en synergie in het panel:

Voorgesteld wordt een gezamenlijke visie en een speerpuntenplan te formuleren als kader voor de gevraagde en ongevraagde adviezen, die dan vertaald worden in concrete onderwerpen. In gezamenlijkheid kan dan een keuze gemaakt worden voor de onderhandelstrategie.

 

  1. Het afstemmen van verwachtingen over functie, positie en rol van het panel:

Voorgesteld wordt de taak van het panel zoals omschreven in het Protocol te herbevestigen, maar daarnaast ook aanvullende instrumenten te ontwikkelen om achter de wensen en behoeften van mensen met beperkingen te komen door bijvoorbeeld een ad-hoc panel te organiseren, een internet panel in te stellen en externe deskundigen uit te nodigen.

 

  1. De samenstelling van het panel:

Voorgesteld wordt enkele organisaties aan het panel toe te voegen (vanuit de sector GGZ zowel professionele deelnemers als ook belangenbehartigers, alsmede belangenbehartigers uit de sector verstandelijke beperkingen). Voorts wordt aanbevolen een profiel op te stellen voor nieuwe paneldeelnemers en de zittingsduur te beperken tot bijvoorbeeld 4 jaar.

 

  1. Vergaderorde: Voorgesteld wordt vergaderregels op te stellen.

 

  1. Een effectievere en efficiëntere werking van het vooroverleg:

Aanbevelingen worden gedaan om het vooroverleg met name te gebruiken om meningen uit te wisselen en vervolgens door de verdieping van het onderwerp tot een gezamenlijke meningsvorming te komen.

 

  1. Verduidelijking van de inzet en functie van het opbouwwerk:

Aanbevelingen worden gedaan om de aansturing van opbouwwerk vorm en inhoud te geven door periodiek overleg en het opstellen van een jaarprogram.

 

  1. Ambtelijke ondersteuning: Aanbevolen wordt zo veel als mogelijk continuïteit in persoon van de ambtelijke ondersteuning te realiseren.

 

Hoofdstuk 3 Evaluatie vanuit gemeentelijk perspectief

 

De doelstelling van het panel gehandicaptenbeleid is het uitbrengen van gevraagd en ongevraagd advies over beleid en uitvoering op het terrein van gehandicaptenzorg, zodat de gemeente de kwaliteit van beleid en uitvoering desgewenst kan verbeteren.

Geconstateerd wordt dat het panel met name gevraagd advies heeft uitgebracht, (zoals ook duidelijk wordt uit de bijlage van de Eindrapportage, waarin een overzicht van de paneladviezen in 2003, 2004 en een deel van 2005 is opgenomen. ) en dat dDeze adviezen hebben wezenlijk bijgedragen hebben aan de kwaliteit van het beleid.

 

Het proces om tot deze adviezen te komen, is echter in bepaalde periodes moeizaam verlopen. Geconcludeerd kan worden dat dit proces stond of viel door de inbreng van individuele panelleden, waarbij tevens het feit, dat de belangenorganisaties ieder vanuit hun eigen invalshoek hun rol vervulden, het proces soms negatief beïnvloed hebben. Enkele panelleden hebben hierdoor zowel positief als negatief hun stempel gedrukt op het functioneren van het panel als totaal; mede hierdoor heeft het in het panel ontbroken aan een gezamenlijke visie.

Het merendeel van de deelnemende panelleden heeft zich echter steeds constructief opgesteld.coöperatief

 

Om te voldoen aan de doelstelling van het panel, moet het panel beter gaan functioneren. Mede gelet op de toekomstige ontwikkelingen rondom de WMO zal cliëntenparticipatie alleen maar aan belang winnen.

 

 

Het beter functioneren van het Panel wordt van belang geacht, daar de inbreng van cliënten van belang is.Mede gelet op de toekomstige ontwikkelingen rondom de WMO zal cliëntenparticipatie alleen maar aan belang winnen.

De aanbevelingen rond de samenstelling van het panel hebben, zoals reeds gemeld, betrekking op beperking van de zittingsduur, het opstellen van een profiel voor nieuwe paneldeelnemers, de inzet van ad-hoc panels en een aanvulling vanuit professionele organisaties. Deze aanbevelingen zullen naar verwachting leiden tot een verbetering van het functioneren; voorzien wordt dat het panel het komende jaar nodig heeft om alle aanbevelingen te implementeren.

 

Geconstateerd wordt dat alle aanbevelingenD alleen dan dan een optimaal effect hebben, als de deelnemende panelleden hieraan volledig invulling kunnen en zullen geven. Gezien de constatering dat met name de belangenorganisaties sfeerbepalend zijn geweest, wordt

overwogen om – naast de bijdrage van de belangenorganisaties en professionals – individuele cliënten toe te voegen aan het panel. Overwogen wordt dat hierdoor minder vanuit groepsbelangen (die regelmatig tegenstrijdig zijn), doch meer vanuit een overkoepelende visie de rol en taak van het panel ingevuld kan worden. Dit zou mogelijk mede kunnen bijdragen aan het beter functioneren van het panel. Aan het panel wordt over deze overweging advies gevraagd.

Uitvoering van de overige aanbevelingen zullen naar verwachting leiden tot een verbetering van het functioneren; voorzien wordt dat het Panel het komende jaar nodig heeft om alle aanbevelingen te implementeren.

 

Hoofdstuk 4 Conclusie en samenvatting

 

Het panel gehandicaptenbeleid heeft, vanuit onvrede over het eigen functioneren, begin 2005 besloten een evaluatie uit te laten voeren. Stichting PP heeft deze evaluatie ter hand genomen en, na gesprekken en besprekingen in enkele panelvergaderingen, een eindrapportage uitgebracht.

 

De evaluatie laat zien dat het panel niet optimaal functioneert door o.m. te veel verschillende verwachtingen bij de paneldeelnemers over functie, rol en positie van het panel en het ontbreken van een gezamenlijke missie. De analyse zoals weergegeven in het onderzoeksrapport wordt onderschreven. Geconstateerd wordt dat in de loop van 2005 reeds verbetering op diverse punten is opgetreden.

 

De aanbevelingen voor een toekomstig functioneren liggen voornamelijk op het terrein van het bewerkstelligen van meer cohesie en synergie in het panel, de positie/rol van het panel en de samenstelling van het panel.

De aanbevelingen om tot een beter toekomstig functioneren van het panel te komen worden onderschreven. Verwacht wordt dat het panel een jaar nodig heeft om alle aanbevelingen te implementeren.

De aanbevelingen zullen alleen dan een optimaal effect hebben, als de deelnemende panelleden hieraan volledig invulling kunnen geven. Overwogen wordt om – naast belangenorganisaties en professionals – individuele cliënten toe te voegen aan het panel, zodat de rol en taak van het panel meer vanuit een overkoepelende visie kan worden ingevuld.

 

Kijkend naar de gemeentelijke doelstelling van het panel in relatie tot het huidige functioneren, kan geconcludeerd worden dat de reeds ingezette verbetering en de aangenomen aanbevelingen, vertrouwen geeft in het beter functioneren van het panel.

 

 

 

Voorstel

 

U wordt voorgesteld om:

 

-          kennis te nemen van de evaluatie en de aanbevelingen.

-          de aanbevelingen om tot een beter functioneren van het panel te komen, over te nemen.

-          aan de commissie WZO advies te vragen over het vraagstuk of individuele cliënten toegevoegd moeten worden aan het panel.