Aanleiding:
De ministeries van VWS en Justitie hebben besloten
voor de periode van 2005, 2006 en 2007 aan een groep van 51 gemeenten middelen
ter beschikking te stellen voor het versterken van het aanbod en de organisatie
(ketenstructuur) van de opvoed- en gezinsondersteuning. Benaming de regeling is
“Impuls opvoed- en gezinsondersteuning”.
De G-4 is hier in 2004 al mee gestart en nu sluiten
47 andere gemeenten aan, waaronder Delft. Het betreft een groep gemeenten met
de grootste problemen op het gebied van jeugd en gezin.
Voor Delft is voor de gestelde periode een bedrag
beschikbaar van €429.000.
Kader:
Gemeenten hebben de taak om problemen bij
risicojeugdigen en hun gezinnen te voorkomen, te verminderen en de juiste hulp
te bieden. Belangrijk hierin is de ondersteuning bij de opvoeding. Dit vraagt
om ordening en regie van de lokale jeugdketen en om goede verbindingen met
partners, zoals Bureau Jeugdzorg.
Op landelijk niveau zijn afspraken gemaakt over de
5 functies[1]
van preventief Jeugdbeleid die op lokaal niveau ten minste aanwezig moeten
zijn. Gemeenten zijn verantwoordelijk om dit te realiseren.
De 5 functies:
Gemeenten hebben een regierol bij het aanbrengen
van samenhang tussen de 5 functies.
De regierol houdt in dat de gemeente de betrokken
voorzieningen bijeenbrengt, faciliteert en aanstuurt met het doel een
samenhangend systeem van opvoed- en opgroeiondersteuning te realiseren.
In het kader van “Impuls opvoed- en
gezinsondersteuning” wordt expliciet ingezet op ontwikkelingen in de functies
Signaleren, Licht pedagogische hulp en Coordinatie van zorgaanbod op lokaal
niveau.
Doel:
Doel van de impuls is het vergroten van het bereik
van risicogezinnen en -jeugdigen en het verkrijgen van beter inzicht in de
effectiviteit van gehanteerde interventies en methoden.
Een punt van aandacht in het kader van “Impuls”
vormt de kwaliteit en effectiviteit van interventies en programma´s in de
preventieve sector.
Operationaliseren:
-
Het op het spoor komen van risicogezinnen en –
jeugdigen (signaleringsfunctie)
-
Het benaderen van deze gezinnen/jeugdigen,
ondersteund door mogelijke inzet van drang (motiveren, aandringen en opdringen)
op lokaal niveau. Rekening houdend met de specifieke doelgroep allochtonen
(licht pedagogische hulp)
-
Het bieden van een doelgroep gericht aanbod,
bestaande uit licht pedagogische hulp dan wel coordinatie van zorg op lokaal
niveau. Aansluitend op de bestaande lokale structuren. (coordinatie van zorg op
lokaal niveau).
Met de geselecteerde gemeenten wil het rijk tijdens
de impulsperiode nagaan welke methoden en lokale structuren effectief zijn om
risicogezinnen en jeugdigen te begeleiden. Een leerperiode dus. Zodat vanaf
2008 kan worden besloten hoe het beleid voortgezet kan worden.
De verwachting is gewekt dat de middelen daarna
structureel kunnen worden.
Aanvraag van Delft:
Het college van Delft heeft half april 2005 een
projectvoorstel ingediend bij het ministerie van VWS, waarin een inhoudelijk en
financieel voorstel wordt gedaan voor een viertal werkwijzen:
1)
Een Bemoeizorg-aanpak voor ouders die de
jeugdgezondheidszorg mijden.
2)
Uitbreiden van Schoolmaatschappelijk werk over alle
basisscholen. Vanuit de impuls-middelen wordt hier een financiele bijdrage aan
geleverd. Is opgenomen in het OBP
3)
Uitbreiden van Schoolmaatschappelijk werk in het
Vmbo/VO. Is opgenomen in het OBP.
4)
Coachingsaanpak voor jeugdigen (12-16 jaar) en hun
ouders bij grensoverschrijdend en beginnend crimineel gedrag.
In augustus 2005 is de Delftse aanvraag toegekend
en zijn de afspraken met de uitvoerende partijen Maatzorg, GGD-ZHW, BJZ en
MEE-ZHW verder aangescherpt en vastgelegd.
3 van de 4 werkwijzen zijn inmiddels van start
gegaan. Alleen voor het Schoolmaatschappelijk werk in het VO dienen nog
afspraken gemaakt te worden met een nieuwe uitvoerder.
Inzet van de Impuls-middelen:
In onderstaand overzicht staat aangegeven hoe de
middelen over de jaren 2005, 2006 en 2007 worden aangewend, conform het plan
van aanpak.
|
2005 |
2006 |
2007 |
Totaal |
Uitbreiding SMW in BO |
37.400 |
75.800 |
75.800 |
189.200 |
Uitbreiding SMW in VO |
16.000 |
42.000 |
42.000 |
100.000 |
Bemoeizorg, 60 gezinnen per heel jaar |
4.000 |
18.000 |
18.000 |
40.000 |
Aanpak coaching 12-15 jongeren/gezinnen per heel
jaar |
16.000 |
42.000 |
42.000 |
100.000 |
Totaal |
73.400 |
177.800 |
177.800 |
429.000 |
Het college wordt
voorgesteld:
-
kennis nemen van de goedkeuring van het plan van
aanpak
-
kennis te nemen van de stand van zaken omtrent de
implementatie
-
In te stemmen met de vereiste begrotingswijziging
[1] Een “functie” is een cluster onderling samenhangende activiteiten op het gebied van opvoed- en opgroeiondersteuning die een nader omschreven doel dienen.