
naar agenda
16 februari 2006

naar agenda Commissie algemeen
|
|
Aanwezig:
Voorzitter: de heer R.D. Blinker
Griffier: de heer E.M. Geldorp
College: wethouder D. Rensen
Commissie: de heren R.M. de Prez (PvdA); M. Aközbek (CDA); A.S.A. van
Leeuwen
(VVD); A.J. Stoop (Leefbaar Delft); J.P. de Wit (Leefbaar Delft); C. Tas
(GroenLinks); A.L. van Breukelen (STIP); W. M. de Koning
(Stadsbelangen); M.P. de Graaf (ChristenUnie/SGP)
De dames M.D.T.M. de Jong (CDA); L.J. van der Hoek (VVD); A. Rusch
(Stadsbelangen); M.T.H. Kleijweg (D66), F. Stolker (PvdA)
Afwezig met kennisgeving:
mevrouw S. Jähnichen (GroenLinks)
|
|
1. |
Opening
De voorzitter opent de vergadering om 20.00 uur. |
|
|
2. |
Mededelingen
De voorzitter deelt mede dat mevrouw S. Jähnichen zich heeft
afgemeld.
Wethouder Rensen heeft de volgende mededelingen:
1 Zaterdag 18 februari 2006 is er rond de omgeving Bijbelbrug een
evenement
in het kader van het integratiebeleid.
2 Het advies van de regeringscommissaris voor het jeugdbeleid met
betrekking tot Gideonsbende is in concept gereed. Een
onderdeel hiervan
is het ontwikkelen van gemeentelijke centra voor jeugd en
gezin. De
gemeente is in dit kader bij de staatssecretaris
uitgenodigd om haar visie
toe te lichten.
3 De wethouder dankt de commissie voor de samenwerking van de
afgelopen
4 jaren. |
|
|
3. |
Inventarisatie insprekers
De heer Ploeger bij agendapunt 8 en de heer Sitaram bij agendapunt 9. |
|
|
4. |
Vaststellen besluitenlijst van de
openbare vergadering van 19 januari 2006
Tekstueel en naar aanleiding van: Pagina 1: Mevrouw Van der Hoek merkt
op dat de opmerking van de heer Riphagen bij het vaststellen van de
besluiten- lijst van 15 december 2005 betrekking had op een tekstuele
wijziging in het verslag. Het
verslag van 19 januari 2006 wordt op dit punt aldus tekstueel
aangepast. Pagina 6: De heer De
Graaf geeft aan dat hij de wethouder had uitgedaagd om de doelstelling
van Delft te hanteren, zodanig dat deze altijd beter uitkomt dan het
landelijke gemiddelde.Mevrouw Van der Hoek geeft aan dat zij het een
risico vindt om te voorzien in een uitgebreide verslag- legging. Zij
pleit voor een puntsgewijs verslag. De
besluitenlijst is aldus vastgesteld. |
|
|
5. |
Vaststellen lijst niet te bespreken
stukken
De lijst niet te bespreken stukken wordt vastgesteld. Mevrouw Van der
Hoek merkt op dat is afgesproken om de directeur van de GGD uit te
nodigen bij een commissievergadering. Dit voornemen wordt op de
termijnagenda geplaatst. |
|
|
6. |
Rondvraag
1 De heer Stoop vraagt naar aanleiding van een krantenartikel of de
gemeente Delft net als in andere gemeenten dak- en
thuislozen opvang en
begeleiding aanbiedt.
Wethouder Rensen geeft aan dat dit project zich in een vroeg stadium
bevindt. In eerste instantie wordt dit alleen in de G4 gedaan. Het is
thans nog een proefproject en bij succes zal deze lijn wellicht in
meerdere gemeenten worden ingezet. De wethouder is niet bang voor een
grote toeloop van dak- en thuislozen naar Delft vanuit omliggende
gemeenten die meedoen aan het project. Hij verwijst naar de grote
"veegactie" in Rotterdam.
2 Mevrouw De Jong vraagt of het juist is dat het volwassenonderwijs in
Mondriaan naar Haaglanden is verplaatst en of dit
overeenkomstig de
contractsbepalingen is.
Wethouder Rensen geeft aan dat dit niet het geval is. De gemeente
voert zelfs een beleid om de volwasseneducatie in Delft te behouden.
3 De heer Tas vraagt of de conciërges in OBS Vrijenban moeten
verdwijnen
en vraagt tevens of dit conform het beleid is dat de
gemeente voert in het
kader van subsidiëring ID-banen. Daarnaast vraagt hij
naar de
kwartaalrapportage over gesubsidieerde banen.
Wethouder Rensen geeft aan dat de kwartaalrapportage binnenkort naar
de commissie zal worden toegezonden. Daarnaast geeft hij aan dat het
vastgestelde beleid is dat de ID-banen worden afgebouwd, gekoppeld aan
een sociaal plan voor betrokkenen. Dat geldt ook voor functies in het
onderwijs. De verantwoordelijkheid voor het continueren van de functie
van conciërge ligt primair bij het schoolbestuur. |
|
|
7. |
Overname taken SVD door BWD
Eerste termijn
De commissie maakt opmerkingen en stelt vragen over:
- De nota blinkt niet uit in helderheid.
- Helder vastleggen hoe de
verantwoordelijkheden zijn geregeld tussen
gemeente en BWD. Wie is waarop aan te spreken?
- Uitleg door de wethouder of een
mentoraat noodzakelijk is voor de
taakuitvoering? Waar komt dit
product vandaan?
- Wat is de juridische status van
de SVD?
- Wat doet landelijk
vluchtelingenwerk nog voor Delft?
- Bestaat er een
"overlapping" met werkzaamheden Combiwerk?
- Waarom wordt het project niet uit
structurele begrotingspost integratie
gehaald?
- Uitleg over werknemers met een
contract voor onbepaalde tijd die na twee
jaar moeten uitstromen?
- Mogelijkheid om het beleid aan te
laten sluiten bij de invoering van de
nieuwe wet WIN. Taken BWD hierop
aansluiten.
- Periodieke rapportages.
- Is een afwijking van bestaande
regelgeving juridisch haalbaar?
- Huisvestingskosten.
Wethouder Rensen geeft aan dat er twee aanleidingen zijn voor de
overname van taken van SVD door BWD. De eerste betreft een
heroriëntatie van SVD en de tweede is de forse bezuinigingoperatie
ten aanzien van het inburgeringbeleid. Bij
BWD wordt thans weer het begeleidingstraject opgepakt dat eerder
wegbezuinigd is. Het doel is het betaalbaar houden van het bij elkaar
brengen van ondersteuning voor nieuwkomers en ex-nieuw- komers. BWD
gaat het productpakket van SVD in afgeslankte vorm voor nieuwkomers
overnemen. Daarnaast wordt een mentoraat opgestart voor mensen die
niet in andere trajecten kunnen worden geplaatst. Er wordt een
koppeling gemaakt tussen de twee taken die BWD krijgt. Het mentoraat
moet nog wel verder worden ontwikkeld. Naar
aanleiding van een aantal feitelijke vragen merkt de wethouder het
volgende op. De SVD is nu nog niet formeel opgeheven. De
huisvestingslasten worden meegenomen in de productprijs van de
trajecten. Er is een koppeling met de WWB gelden gemaakt, omdat er een
sterke relatie bestaat in de taken o.a. ten aanzien van mentoraat. Er
bestaat een eigen inkoopbeleid door gemeente. Het betreft nu het
opbouwen van een basisvoorziening in stad, en deze moet worden
ingebouwd in het bestaande netwerk. BWD zal in kennis, relaties en
deskundigheid willen investeren en daarom is het verstandig om BWD dit
meerjarig te laten doen. De
gemeente heeft de totale regiefunctie, BWD dient binnen de kaders een
product te ontwikkelen. Tenslotte licht de wethouder toe waarom de
werknemers een vaste aanstelling hebben gekregen.
Tweede termijn: Conform eerdere
toezeggingen wenst de commissie regelmatig op de hoogte te worden
gehouden over de voortgang. De
voorzitter constateert een lichte positieve grondhouding bij een
meerderheid van de commissie. |
|
|
8. |
Meerjarenplan Combiwerk
Inspreker de heer Ploeger vraagt naar het antwoord van de wethouder op
een vraag van de heer De Wit en de heer De Koning over het
managementbeleid ten aanzien van Combiwerk die zij eerder in een
raadsvergadering hebben gesteld. Eerste
termijn: De commissie maakt
opmerkingen en stelt vragen over:
1 Accent komt meer te liggen
op arbeidsontwikkeling en minder op werk.
2 Realiteitsgehalte van de aannames, vooral op financieel
gebied.
3 In de toekomst hoeft een SW-bedrijf niet meer de WSW uit te
voeren. Dit
in relatie met positie Combiwerk.
4 Geen opgaaf van projecten
die zijn gepland in 2006 en zijn gerealiseerd in
2005.
5 Doelstelling ziekteverzuim.
6 Relatie gemeente Delft en
Combiwerk. De gemeente lijkt twee petten op
te hebben. Enerzijds een financieel belang bij goed
presterend
Combiwerk. Anderzijds moet de gemeente scherp
inkopen en naar
concurrenten kijken.
7 Kosten interim-managers.
8 De openbaarheid ten aanzien
van de managementletter.
9 Bestaan er binnen het
college afspraken over het inzetten van Combiwerk
bij nieuwe bouwprojecten?
10 Regionale of landelijke aansturing om markt te verkennen ten
aanzien van
het verwerven van werkzaamheden. Overleg met
buurgemeentes?
11 Mogelijke rol voor de rekenkamer om het (financiële) beleid ten
aanzien
van Combiwerk te onderzoeken.
12 Mogelijkheid tot het optreden van verdringing door toename
werknemers
uit ID- en andere trajecten.
13 Verdubbeling van de wachtlijst.
14 Huisvesting in relatie met het buiten de locatie plaatsen van SW’ers.
15 Aanpakken jeugdwachtlijsten op scholen. De relatie tussen het de
voorrang die jongeren krijgen en de ouderen
op de wachtlijst.
16 De mate van afhankelijkheid van Combiwerk van de gemeente als
opdrachtgever.
17 Welke ontwikkelingen verwacht de wethouder ten aanzien van de
financiële risico’s.
Wethouder Rensen stelt dat Combiwerk over het geheel genomen goed
gepresteerd heeft in 2005. Combiwerk is thans een monopolist, de vraag
mag worden gesteld hoe dat is na verandering in wetgeving? Een
dergelijke voorziening blijft in de toekomst zeker nodig. Voor de
gemeente is het relevant waar je de beste kwaliteit krijgt voor de
doelgroep waarvoor je als gemeente verantwoordelijkheid draagt.
Combiwerk ontvangt de subsidie voor SW’ers
rechtstreeks van het rijk. De gemeente is voor 20% economische
opdrachtgever als je naar de totale omzet kijkt. Er zijn ook een
aantal andere grote opdrachtgevers. Er wordt gekeken hoe de
afhankelijkheid van Combiwerk van de gemeente verminderd kan worden en
de relatie kan worden gedefinieerd. Een hulpmiddel hierin is het
sociaal-economisch contract. In de nieuwe drukkerij is deel van het
werk voor de gemeente meegenomen. Ten
aanzien van de wachtlijst geeft de wethouder aan dat deze nog kan
groeien. Dat heeft onder meer te maken met ontwikkelingen in zorg en
onderwijs. De gemeente mag geen voorrang verlenen aan Delftenaren
boven SW’ers van andere gemeenten. Als het gaat om de plausibiliteit
van de aannames en de risicoparagraaf geeft de wethouder aan dat 2005
wat dat betreft redelijk goed was ingeschat. De
inzet van interim-managers is steeds maar weer een afweging van de
inzet van structurele versus tijdelijke krachten. De
managementletter is nog niet af en kan derhalve niet vóór de
raadsvergadering aan de leden worden gezonden. Het is ook geen stuk
dat onderdeel van de beraadslaging zou moeten uitmaken. Het
succes voor de doelgroep is ook afhankelijk van rijksbeleid. De
wethouder heeft geen reactie op de vraag van de inspreker. De
wethouder zegt toe dat hij in de kwartaal- rapportage cijfers over het
ziekteverzuim zal opnemen. Tweede termijn: Gevraagd
wordt of er in de toekomst meer inzicht kan komen in de voor-
financiering van de wachtlijsten in relatie met overig gemeentelijk
beleid zoals ten aanzien van het WWB-beleid. Zijn er naar aanleiding
hiervan voor gemeenten én betrokkenen goede financiële keuzes te
maken? Wethouder Rensen is het eens met de vraag van de commissie. Er
bestaat inderdaad samenhang op die beleidsterreinen. Er komt een
overzicht van de beoogde projecten in 2006. De
voorzitter concludeert dat de commissie als volgt aan de raad
adviseert:
Voor : PvdA, GL, D66, STIP.
Tegen : SB (afhankelijk van info in managementletter), LD (wel met 95%
eens).
Fractie: CU/SGP, VVD (pos. grondhouding), CDA. |
|
|
9. |
Voortgangsrapportage 2005 programma
Integratie en Activering
Inspreker de heer Sitaram geeft aan dat hij van mening is dat de
gemeente onterecht de organisatie Shanti niet als
migrantenzelforganisatie erkent.
Wethouder Rensen geeft aan dat de gemeente thans in gesprek is met
Shanti teneinde een oplossing te zoeken. De
commissie vraagt of er een uitzondering op het vigerende beleid kan
worden gemaakt of dat er een erkenning voor één jaar wordt
uitgegeven. Tevens wenst de commissie inzicht in het resultaat van de
besprekingen. Wethouder Rensen legt
uit binnen welke kaders het beleid is vastgesteld. Hij pleit ervoor
terughoudend te zijn met uitzonderingen. Hij gaat na op welke manier
de commissie op de hoogte kan worden gehouden over dergelijke
gesprekken met migranten- zelforganisaties. |
|
|
10. |
Sluiting van de vergadering
De voorzitter sluit de vergadering om 23.35 uur. |
|
|
|