DE
ONDERGETEKENDEN:
Gemeente Westland, gevestigd en kantoorhoudend aan Stokdijkkade 2, 2671GW Naaldwijk , ten deze rechtsgeldig vertegenwoordigd door de
wethouder mevr. M.A. de Goeij,
en
Gemeente
Delft, gevestigd en kantoorhoudend aan Markt 87, 2611 GS Delft, ten deze
rechtsgeldig vertegenwoordigd door de wethouder dhr. J.D. Rensen,
en
Gemeente
Pijnacker-Nootdorp, gevestigd en kantoorhoudend aan Oranjeplein 1, 2641EZ Pijnacker, ten deze rechtsgeldig vertegenwoordigd door
de wethouder dhr. L.C.H. Suijker,
en
Gemeente
Midden-Delfland, gevestigd en kantoorhoudend aan Keenenburgweg
55, 2636GL
Schipluiden, ten deze
rechtsgeldig vertegenwoordigd door de wethouder dhr. H.G.M. Keijzer,
en
Stichting
MEE Zuid-Holland Noord, gevestigd en kantoorhoudend aan Overgoo 2 m, 2266 GL
Leidschendam, ten deze
rechtsgeldig vertegenwoordigd door algemeen directeur dhr. H. de Vos, verder te
noemen Stg. MEE,
en
Stichting
Maatzorg/De Werven, gevestigd en kantoorhoudend aan van Bleyswijckstraat 91, 2613RR Delft, ten
deze rechtsgeldig vertegenwoordigd door directeur ouder- en kindzorg mevr. C.
Groenendijk of bestuurder dhr. W. van Santen,
(wie is bevoegd om
de organisatie in rechte te vertegenwoordigen????) verder te noemen Stg.
Maatzorg,
en
Gemeenschappelijke
Gezondheidsdienst Zuid-Holland West, gevestigd aan de Brechtzijde 1 te
Zoetermeer, ten deze rechtsgeldig vertegenwoordigd door de directeur mevr. mr.
M.T. Greidanus, (verder te noemen GGD-ZHW,
en
Stichting Kwadraad, gevestigd en kantoorhoudend aan de Spoorstraat 2,
2806 BZ Gouda, ten deze rechtsgeldig vertegenwoordigd door de directeur mevr.
M.J.C. Suijker - van Alten, verder te noemen Stg. Kwadraad,
en
Geestelijke Gezondheidszorg (GGZ)
– Delfland, gevestigd en kantoorhoudend aan
de Sint Jorisweg 2, 2612 GA Delft, ten deze rechtsgeldig vertegenwoordigd door
de voorzitter Raad van Toezicht mevrouw H.J.T.M. de Maat - Koolen of voorzitter Raad van Bestuur mevrouw drs.
H.M.T. de Wit, verder te noemen
GGZ-Delfland, (wie is bevoegd om de
organisatie in rechte te vertegenwoordigen????)
en
Stichting JSO, expertisecentrum
Jeugd, Samenleving en Opvoeding, gevestigd
en kantoorhoudend aan de Nieuwe Gouwe Westzijde 2a, 2802 AN Gouda, ten deze rechtsgeldig vertegenwoordigd door de
voorzitter van de Raad van Bestuur mevr. M. Dutman, verder te noemen
Stg. JSO,
en
Stichting Bureaus Jeugdzorg
Haaglanden/ Zuid-Holland, gevestigd en
kantoorhoudend aan De Horst 4, 2592 HA Den Haag, ten deze
rechtsgeldig vertegenwoordigd door de
algemeen directeur
dhr. B.F.
Groeneweg, verder te noemen Stg. BJZ,
en
Stichting samenwerkingsverband Vroegtijdige onderkenning van
ontwikkelingsstoornissen en integrale Vroeghulp Haagse Regio, gevestigd en kantoorhoudend aan Torenstraat
172, 2513BW ’s-Gravenhage, ten deze
rechtsgeldig vertegenwoordigd door de voorzitter van bestuur mevr. K.A. Bron, verder te
noemen Stg. VTO-IV,
OVERWEGENDE DAT
- de gemeenten de regie
voeren over het (integrale) Jeugdbeleid. Opvoed- en opgroeiondersteuning
activiteiten, verder te noemen O & O – activiteiten;
- het
Bestuurlijk Overleg Jeugdzorg heeft vastgesteld dat binnen het lokale
jeugdbeleid, in aansluiting op de geïndiceerde Jeugdzorg, minimaal uitvoering
moet worden gegeven aan de volgende 5 functies: informatie en advies,
signalering, toe leiding naar hulpaanbod, hulpaanbod (licht pedagogische hulp)
en coördinatie van hulpaanbod op lokaal niveau.
Binnen de welzijnswet wordt hiermee een functionele beschrijving gegeven
van het gewenste hulpaanbod binnen het gemeentelijke domein;
- de voornoemde 5 functies
wettelijk geborgd zullen worden in de Wet Maatschappelijke Ondersteuning,
verder te noemen WMO;
- wanneer de WMO is
vastgesteld deze samenwerkingsovereenkomst daaraan getoetst zal worden en
indien nodig aangepast;
- de beleidsgroep O &
O zorgt dat de voornoemde 5 functies vertaald worden naar een sluitende keten
van voorzieningen voor kinderen van 0 tot 19 jaar en dat dit aanbod zowel wat
betreft inhoud alsook afstemming goed aansluit bij het aanbod via Bureau Jeugd
Zorg;
- de toe leiding naar het
brede aanbod van Opvoed - en Opgroeiondersteuning activiteiten gebeurt vanuit
de front-office, de Integrale Jeugd Gezondheid Zorg, verder te noemen IJGZ.
Deze front-office inventariseert, screent en ondersteunt en indien nodig vindt
verwijzing plaats;
- het
aanbod op gebied van O&O – activiteiten gezamenlijk naar buiten toe
geadverteerd / bekend zal worden gemaakt;
- er
meer outreachend wordt gewerkt;
- de JGZ-profielen en het
bijbehorende draaiboek als uitgangspunt dienen voor het vaststellen van
doelgroepen en risicogroepen (evenwicht tussen algemene doelgroepen en
risico-groepen) en voor het vaststellen van de behoefte aan O&O-
activiteiten aanbod;
- de (uitvoerende)
partijen die deelnemen aan deze samenwerking actieve participanten zijn bij de
totstandkoming van de JGZ-profielen;
- de
beleidsgroep O & O de deskundigheden van de organisaties in kaart brengt;
- dat
partijen zich tot elkaar verhouden als gelijkwaardige partners en zich richten
op het
scheppen
van win/win-situaties voor en met elkaar;
In deze overeenkomst wordt
verstaan onder:
- het Bestuurlijk Overleg Jeugdzorg is
een landelijk overleg dat bestaat uit de volgende organisaties,
namelijk de Vereniging van Nederlandse
Gemeenten (VNG), het Inter Provinciaal Overleg (IPO), het ministerie van VWS,
het ministerie van Justitie en de Maatschappelijke Ondernemers Groep MO-groep).
- de informatie en advies betreft
zowel ongevraagde informatie over opvoeden en opgroeien
(voorlichting) en het beantwoorden van
specifieke vragen van ouders en jeugdigen. Voor ouders en jeugdigen is een
groot aanbod aan algemene opvoedingsvoorlichting beschikbaar. (b.v. via media,
bibliotheken en internet.) De rol van gemeenten kan beperkt blijven tot het
opsporen van lacunes in het algemene aanbod, gelet op de lokale
informatiebehoefte. Niet alle burgers worden bereikt. Daarom kan opvoedaanbod
in de vorm van informatiepunten bv gekoppeld worden aan voorzieningen waar
iedereen in principe komt. Deze informatiepunten kunnen specifieke vragen
beantwoorden. Ook oudercursussen of groepsconsultatiebureaus kunnen een rol
vervullen. Voor jeugdigen zij er op school vaak voorlichtingsprogramma´s. Met
gerichte vragen kunnen jeugdigen terecht bij een vertrouwenspersoon op school
of een lokaal JIP. Informatiepunten moeten voorlichting geven over het bestaan
en de werkwijze van BJZ en AMK.
- de signalering bestaat uit het
vroegtijdig signaleren van problemen van jeugdigen en opvoeders, ook
als betrokkenen die problemen wellicht zelf (nog) niet goed onderkennen. Ook
aandacht voor (beginnende) delinquentie is op zijn plaats. Beroepskrachten in
bv onderwijs en JGZ komen veel probleem signalen tegen. BJZ kan
signaleringsvaardigheden van beroepskrachten versterken d.m.v. advisering en
deskundigheidsbevordering.
Als actie na de signalering wordt ook een actieve bemoeizorg aanpak
voorgestaan.
- de toe leiding naar hulpaanbod wordt
als volgt uitgelegd. Na signalering, door jeugdige, ouder of een
derde, moet zo snel mogelijk hulp
geboden worden. Dit vereist op de eerste plaats dat het ondersteuning- en
zorgaanbod inzichtelijk is zowel voor hulpvragers als beroepskrachten. Een
hulpmiddel is een ``sociale kaart`` van alle beschikbare vormen van opvoed- en
opgroeihulp, incl. BJZ en AMK. Medewerkers van lokale voorzieningen moeten
globaal kunnen inschatten welke problematiek aan de orde is en welk aanbod
daarbij past. Consultatie en overleg in een buurtnetwerk of schoolzorgteam kan
hierbij nodig zijn.
Goede afspraken over verwijzing van ouders en jeugdigen, zowel naar
lokaal aanbod als mede naar BJZ en AMK is nodig.
- het hulpaanbod (licht pedagogische hulp) bestaat uit kortdurende advisering en lichte hulpverlening
op momenten dat de opvoeding dreigt te stagneren. Pedagogische hulp bestaat in
vele vormen, b.v. in de vorm van spreekuren in het kader van JGZ. Belangrijk is
dat alle ouders ongeacht de leeftijd van hun kind(eren) er terecht kunnen. Ook AMW en SMW bieden pedagogische hulp. Vormen van
huisbezoek kunnen aan bod komen. Voor scholieren in het V.O. moet op de school
een persoonlijk begeleider beschikbaar zijn. Indien nodig moeten jeugdigen in
een gemeente kunnen deelnemen aan coachingsprojecten voor (beginnende)
delinquenten. Een goed pedagogisch aanbod houdt rekening met de diversiteit in
doelgroepen.
Warme overdracht naar BJZ kan
effectiviteit en slagkracht van hulpverlening verbeteren.
- de coördinatie van hulpaanbod op lokaal niveau betreft hulp aan gezinnen
met meervoudig
problematiek, die geen greep hebben op de eigen situatie. Deze gezinnen hebben
contact met diverse instanties en hulpverleners. Vaak hebben betrokken gezinnen
weerstand tegen professionele hulpverlening.
Het is aan
de gemeente ervoor te zorgen dat lokale instellingen afspraken maken over het
bij elkaar brengen van afzonderlijke probleemsignalen van/over het gezin en het
onderling afstemmen van de hulpverlening. Dit kan bv. in de vorm van een
centraal meld- en coördinatiepunt. Als het een gezin betreft met een indicatie
voor jeugdzorg, dan gaat BJZ na wie de coördinatie het beste op zich kan nemen.
Belangrijk is dat degene die coördineert het vertrouwen van het gezin heeft.
- de beleidsgroep O & O bestaat uit de volgende partijen,
de Gemeenten Delft, Westland,
Pijnacker-Nootdorp en Midden Delfland,
de Stg. MEE,
de
Stg. Maatzorg (bedrijfseenheid ouder- en kindzorg),
de GGD-ZHW (sector
jeugdgezondheidszorg),
de
Stg. Kwadraad,
de GGZ Delfland (afdeling
Preventie),
de Stg. JSO,
de Stg. BJZ,
de Stg. VTO/IV.
Onder regie van de deelnemende gemeenten werken aan een sluitend netwerk
van de bij deze overeenkomst betrokken
organisaties met als doel samenhang, effectiviteit en kwaliteit van het
zorgaanbod van de betrokken partijen te garanderen en bovenal aan te laten
sluiten bij de behoeften van ouders, kinderen en intermediairen waarbij het
brede aanbod van Opvoed - en
Opgroeionder -steuningsactiviteiten gebeurt vanuit de front-office, de
Integrale Jeugd Gezondheid Zorg.
3.1 Gedurende de looptijd van de overeenkomst maken partijen
gebruik van elkanders
mogelijkheden
met betrekking tot materieel, de inzet van personeel en uitwisseling van
deskundigheid.
3.2 Partijen zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor de kosten van
de O&O- activiteiten welke zij
uitvoeren
in het kader van deze overeenkomst
Artikel 4 Bestuursregeling
4.1 De beleidsgroep wordt geformeerd uit één functionaris van elke
der deelnemende partijen (zie
bijlage
nr….. van deze
overeenkomst)). De deelnemende partijen in deze overeenkomst
dragen
zorg voor een zodanige vertegenwoordiging van hun organisatie in de
beleidsgroep
dat
snelle besluitvorming mogelijk is.
4.2 De beleidsgroep kiest uit haar midden een voorzitter, een
vice-voorzitter, een agenda
commissie
en een secretaris.
4.3 Alle
partijen zorgen, indien nodig, voor vervangende aanwezigheid in het overleg of
geven
mandaat
aan een andere partij.
4.4 De beleidsgroep komt tenminste 3 maal per jaar bijeen en
voorts wanneer een der
partijen
dit noodzakelijk acht. De beleidsgroep werkt een jaarlijkse cyclus uit van
plannen,
uitvoeren,
evalueren en aanpassen.
4.5 Deelname
aan de beleidsgroep is niet vrijblijvend. De leden kunnen elkaar aanspreken op
gemaakte afspraken. Anderzijds spreken de leden de intentie uit om indien door
beleidsveranderingen de samenwerking in het algemeen of de belangen van een der
leden in het bijzonder in het gedrang komen, met elkaar te zoeken naar
oplossingen
4.6 De inhoudelijke ontwikkelingen die de
beleidsgroep aanstuurt worden vormgegeven door werkgroepen. Alle organisaties dragen zorg voor
kwalitatieve en kwantitatieve deelname in de werkgroepen. De deelname is
gebaseerd op evenredigheid van de grootte en(financiële) mogelijkheden van elke
organisatie.
4.7 Onder verantwoordelijkheid van de beleidsgroep wordt jaarlijks
een cyclus opgesteld van
plannen,
uitvoeren, evalueren en indien nodig aanpassen inzake de uit te voeren
activiteiten
en
afspraken waarmee de doelstelling van het samenwerkingsverband wordt vorm
gegeven.
4.8 De in lid 4.1 tot en met 4.7 van deze genoemde werkwijze wordt
door partijen in
gezamenlijkheid
ontwikkeld waarbij een plan van aanpak met een daaraan gekoppeld tijdspad
wordt
opgesteld.
Artikel 5 Werkwijze
5.1 De aansturing, kwaliteitsbewaking, publiciteit en evaluatie
van de O&O- activiteiten wordt
door
de beleidsgroep groep uitgevoerd.
De gemeentelijk
vertegenwoordigers in de beleidsgroep O&O zorgen voor bekendheid,
draagvlak
en uitwisseling binnen de eigen organisatie (ambtelijk en bestuurlijk) en voor
afstemming
met aanpalende beleidsterreinen. Vooralsnog wordt niet gekozen voor een
stuurgroep.
De
vertegenwoordigers van de uitvoerende organisaties zorgen voor bekendheid,
draagvlak
en
uitwisseling binnen de eigen organisatie.
5.2 De beleidsgroep maakt
en onderhoudt een overzicht van het (bestaande) aanbod van de
instellingen binnen de 5 functies:
informatie en advies, signalering, toe leiding naar hulpaanbod, hulpaanbod
(licht pedagogische hulp) en coördinatie van hulpaanbod op lokaal
(gemeentelijk) niveau en legt een relatie met de JGZ-profielen.
5.3 De beleidsgroep werkt vraaggestuurd op basis van JGZ-profielen
die elke .?.. jaar
verschijnen
en aangevuld met onderzoek naar de
behoefte van de doelgroep (ouders en kinderen) en prevalentie cijfers. Bij het
formuleren van het aanbod wordt tevens de vraag van vindplaatsen, b.v.
onderwijs, betrokken.
5.4 Elk jaar wordt op basis van bovenstaande
een uitvoeringsplan opgesteld, waarin het aanbod op gebied van O&O staat
beschreven en meetbare afspraken worden gemaakt per instelling t.a.v. producten
en resultaten (evidence-based).
5.5 De beleidsgroep benoemt de specifieke deskundigheid van iedere
instelling en doet
voorstellen t.a.v. de
uitvoering van het aanbod in het kader van het jaarlijkse uitvoeringsplan.
Tevens bewaakt zij de uitvoering en evalueert deze jaarlijks.
5.6 Het uitvoeringsplan wordt jaarlijks als voorstel voorgelegd
aan de individuele wethouders van
de 4 gemeenten en aan relevante beleidsafdelingen/-medewerkers (als opstap naar
colleges/ raden indien relevant). Besluitvorming over de plannen gebeurt binnen
elke individuele gemeente.
5.7 Het
aanbod van O & O -activiteiten wordt jaarlijks getoetst aan de in deze overeenkomst
genoemde
doelstelling
5.8 Ten einde
te kunnen vaststellen of het aanbod van O & O –activiteiten aansluit op de
vragen en wensen van de cliënten, draagt elke organisatie zorg voor de uitvoering van
klanttevredenheidsonderzoek in
de eigen organisatie. De uitkomsten van het voornoemde onderzoek dienen
als input te worden gezien voor de totstandkoming van een (vernieuwd) aanbod
van O & O –activiteiten.
Inzake de in het
klanttevredenheidonderzoek te onderzoeken items worden nog nader
afspraken gemaakt door partijen. Deze afspraken dienen vervolgens te worden
beschouwd als een onlosmakelijk onderdeel van deze overeenkomst.
Artikel 6 Verplichting van partijen binnen de samenwerking
6.1 De verplichting van de gemeenten binnen dit samenwerkingsverband
is als volgt.
De
gemeenten
-
voeren de regie over de totstandkoming en het behoud van een aanbod aan
opvoed- en
opgroeiondersteuning (als onderdeel van het
integraal jeugdbeleid), dat tegemoet komt
aan de vragen en de behoeften van
kinderen, jongeren en/of hun ouders;
- sturen de samenhang en
samenwerking tussen de organisaties op het terrein van
O&O - activiteiten aan;
- voeren de regie over alle
inzet van aanbod op terrein van O&O – activiteiten;
- bevorderen het gebruik
van deze ondersteuning door kinderen, jongeren en hun ouders;
- leggen verband met andere
onderdelen van het lokale Jeugdbeleid (b.v. onderwijs) en
dragen zorg voor afstemming en samenhang.
6.2 De verplichting van de uitvoeringsorganisaties binnen dit samenwerkingsverband
is als volgt.
De
uitvoeringsorganisaties
- dragen zorg voor een adequaat onderzoek naar de behoefte van
de doelgroepen
(ouders, kinderen en intermediairen);
- hebben de
verantwoordelijkheid om kwalitatief goede zorgverlening te bieden die is
afgestemd met de partners in de
beleidsgroep;
-
dragen zorg voor de ontwikkeling en onderhoud van een systeem van kwaliteits -
evaluatie en evidence-based werken;
-
dragen actief bij aan de afspraken zoals benoemd in deze overeenkomst door
inzet
te leveren in de samenwerkingsstructuur;
-
hebben een eigen taakafbakening en verantwoordelijkheid, maar zetten hun
expertise en
kerntaken ook in voor elkaar.
Artikel 7 Door partijen te behalen resultaten
Partijen streven er naar om de
hierna volgende resultaten te hebben behaald aan het einde van de looptijd van
deze overeenkomst.
1. Een integraal aanbod
aansluitend op JGZ-profielen op wijk/kernniveau.
2. Een door partijen gedeelde
visie t.a.v. Opvoeding &Ondersteuningsactiviteiten
3. Een op elkaar afgestemd en
samenhangend aanbod van Opvoeding &Ondersteuningsactiviteiten
dat gezamenlijk onder de aandacht wordt gebracht.
4. De deskundigheid en expertise
van de organisaties wordt aanvullend op elkaar benut.
5. Een vraag gestuurd aanbod dat zoveel mogelijk wordt uitgevoerd in de
vindplaatsen, in de
nabijheid van ouders en kinderen en
dat outreachend is.
6. Een aansluiting plaatsvindt
tussen JGZ en het onderwijs en tussen JGZ en de Jeugdzorg.
7. Een kwalitatief aanbod,
effectief gebleken in praktijk (evidence based) en met meetbare resultaten.
8. Een aanbod gebaseerd op de 5
functies en aansluitend op het aanbod van BJZ.
9. Tevreden cliënten blijkend uit
tevredenheidonderzoeken.
Artikel 8 Evaluatie
De werking van deze overeenkomst
wordt in het eerste kwartaal van 2007 ( of ander door partijen te bepalen moment) door
partijen geëvalueerd. Daarbij zal in elk geval worden geïnventariseerd op
toereikendheid van de doelstelling in de dan heersende omstandigheden en op
welke wijze hetgeen in deze overeenkomst is vastgelegd door partijen is
gerealiseerd. De in artikel 7 beschreven resultaten zijn hierbij leidraad. Mede
aan de hand van de evaluatieresultaten kunnen partijen bepalen of zij de
overeenkomst willen continueren of beëindigen.
Artikel 9 Duur en beëindiging van de overeenkomst
9.1 Deze samenwerkingsovereenkomst treedt in
werking op de datum van ondertekening door partijen en eindigt na twee jaar en
wordt telkens stilzwijgend verlengd voor een één jaar behoudens opzegging.
9.2 Wijziging van of aanvullingen op deze
samenwerkingsovereenkomst zijn slechts geldig voor zover zij schriftelijk
tussen alle partijen zijn overeengekomen.
9.3 Opzegging door een der
partijen kan het samenwerkingsverband niet doen beëindigen.
9.4 Opzegging dient
schriftelijk en aangetekend te geschieden aan de andere partijen (of aan de
voorzitter,
partijen moeten hier over keus en besluit nemen). De opzegtermijn
bedraagt zes
maanden.
Artikel 10 Geschillenregeling
10.1 Een geschil is aanwezig, indien één der partijen schriftelijk
aan de andere partij(en) te
kennen
heeft gegeven dat dit het geval is.
10.2 Een geschil dat mocht ontstaan met betrekking tot de uitleg of
de uitvoering van de
bepalingen
van deze overeenkomst of op deze overeenkomst voortbouwende
overeenkomsten,
zal in eerste instantie niet worden onderworpen aan het oordeel van
de
gewone rechter - behoudens eventuele voorzieningen in kortgeding - doch
partijen
zullen
trachten dit geschil op te lossen met behulp van mediation overeenkomstig
het
Reglement van de Stichting Nederland Mediation Instituut te Rotterdam, zoals
dat
luidt
bij aanvang van de mediation.
10.3 Indien het onmogelijk is gebleken een geschil zoals in het
voorgaande lid bedoeld op
te
lossen met behulp van mediation, zal het geschil worden beslecht door de
bevoegde
rechter.
Partijen nemen geheimhouding in
acht ten aanzien van de door hen in het kader van de overeenkomst aan elkaar
beschikbaar gestelde informatie en bescheiden, behoudens voorafgaande
schriftelijke toestemming van partijen aan elkaar.
Aldus overeengekomen en in twaalfvoud opgemaakt, geparafeerd en
ondertekend te
……………… op 2006