Bijlage 5

 

Uitgangspunten en stappenplan 0-19 jarigen zorg

Goedgekeurd door de wethouders van de 8 gemeenten in de regio GGD-ZHW op 11 maart 2005.

 

 

1                Inleiding

 

De stuurgroep heeft besloten op dit moment niet in te zetten op een keuze voor één uitvoeringsorganisatie voor de 0 tot 19 jarigen zorg. De macro ontwikkelingen zijn niet duidelijk genoeg om een drastische keuze voor de ene of de andere uitvoerder te maken. Besloten werd in ieder geval voor de komende jaren uit te gaan van een samenwerkings­model tussen de GGD en de thuiszorgorganisaties.

 

In dit document ontwikkelen wij een aantal de uitgangspunten voor de samenwerking. Tevens geven wij aan welke stappen moeten worden genomen om de uitgangspunten om te zetten in acties.

 

 

2                Uitgangspunten voor het contract voor het uniform deel BTP

 

2.1          Dienstverlening

 

Voor de uitvoering van het uniforme deel van het basistakenpakket sluiten de gemeenten een identiek contract met de uitvoeringsorganisaties (GGD én thuiszorgorganisaties). Uitgangspunt is dat er één productenboek komt, waarin alle producten 0-19 zijn opgenomen. Om tot de opstelling van een contract te komen moeten de volgende onderwerpen worden uitgewerkt:

 

Acties:

 

-         een beschrijving van de producten en diensten die de GGD en thuiszorg moeten leveren onder de noemer “uniform”.

-         het uitwerken van bepalingen voor de wijze waarop de organisaties verantwoording afleggen aan de opdrachtgever (managementinformatie).

-         een inventarisatie van de gegevens die de uitvoerders moeten aanleveren aan de GGD (epidemiologie) ten behoeve van analyses en onderbouwing van lokaal beleid (gezondheidsinformatie).

 

2.2          Prijsafspraken

 

De gemeenten betalen voor de uitvoering van het uniforme deel een gelijke bijdrage per inwoner of kind. Deze bijdrage wordt gesplitst in een aandeel 0-4 voor de thuiszorgorganisatie en een aandeel 4-19 voor de GGD.

 

Voorts moeten afspraken worden gemaakt over de wijze van indexering. Het meest reëel is het loonindexcijfer hanteren. Immers de uitvoerder moet dezelfde diensten blijven leveren (verplichte nummer).

Daar staat tegenover dat de gemeenten niet via loonindexering worden gecompenseerd, maar via het accrés van het Gemeentefonds. Als dat lager is dan de loonindex dan kan het maatwerk dienen als opvangmogelijkheid voor het verschil. 

 

Acties:

 

-         binnen de GGD begroting moeten de kosten voor de 4 tot 19 jarigenzorg worden verbijzonderd. Duidelijk moet worden welk bedrag verbonden is aan de uitvoering van de 4 tot 19 jarigen zorg.

-         op basis van de landelijke normeringen (met verwerking van regionale correcties) wordt bepaald welke formatie en budget vereist zijn voor de uitvoering van het basistakenpakket 0-4 en 4-19. Hiermee wordt ook duidelijk of de thuiszorgorganisaties uitkomen met de RSU die zij van hun gemeenten ontvangen.

 -        op basis van deze berekening wordt tevens bepaald welk aandeel het “vrij in te vullen maatwerk” heeft in de huidige bijdrage per inwoner voor de 4-19 jarigen zorg.

-         vastleggen op welke wijze prijsstijgingen worden gecompenseerd.

 

2.3          Opdrachtgeverschap

 

Opdrachtgever voor het uniform basistakenpakket zijn de wethouders jeugdbeleid of volksgezondheid van de 8 gemeenten (dus niet het bestuur van de GGD). Bij de voorbereiding van het contract en de beoordeling van de nakoming van de uitvoering worden zij ondersteund door het beleidsoverleg JGZ. De GGD en thuiszorg leggen dus verantwoording af aan de gemeenten via het wethouders­overleg.

 

Acties:

 

-         het opstellen van een planning voor het overleg van beleidsambtenaren en wethouders jeugd c.q. volksgezondheid.

-         het opheffen van de beide stuurgroepen zoals zij die nu bestaan en het instellen van een wethoudersoverleg JGZ (laatste gezamenlijke bijeenkomst plannen).

 

 

3                Uitgangspunten voor maatwerkafspraken

 

Gemeenten maken individueel afspraken over het maatwerk met de uit­voerende organisatie(s). Via deze maatwerkafspraken wordt richting en inhoud gegeven aan het lokale beleid. Bij het maatwerk komt het onderscheid 0 tot 4 en 4 tot 19 te vervallen. De gemeente maakt een afspraak met de verantwoordelijke voor de uitvoering. Hoe de inzet en kosten worden verdeeld over GGD en thuiszorgorganisatie is een probleem van de uitvoerders.

 

Voor het maatwerk wordt aanvullend door de gemeenten betaald. Een gemeente beschikt hiervoor over de TRV gelden (nu toegevoegd aan Gemeentefonds) en het verbijzonderde maatwerkgeld uit de begroting van de GGD. Bij de start moet worden bedacht dat de GGD reeds structurele kosten kent voor de maatwerk. Bij het maken van afspraken moet hiermee rekening worden gehouden.

 

Acties:

 

-         inventarisatie van de producten en diensten die op dit moment bij de diverse organisaties tot het maatwerk worden gerekend.

-         berekening van de budgetten die per gemeente nu voor het maatwerk worden ingezet (voor GGD zie ook 2.2).

-         thuiszorg en GGD berekenen uurtarieven voor de diverse disciplines voor het geval deze worden ingezet voor het maatwerk.

-         er moeten regels worden ontwikkeld voor de wijze van tariefberekening (overheadtoerekening, risico-opslagen, etc.) voor bestaand en toekomstig maatwerk.

 

 

4                Uitgangspunten voor de uitvoering

 

De JGZ wordt decentraal uitgevoerd. De (uitvoerende) medewerkers van de GGD verrichten hun werkzaamheden vanuit de vestigingen van de consul­tatie­bureaus en vormen met de thuiszorgmedewerkers per CB een team. Hun werkplek is dus op de decentrale vestigingen. Daar bevinden zich ook de dossiers van de kinderen. Uitgangspunt is de spreiding van CB’s zoals die per 1 januari 2005 bestond. Dit wordt aangemerkt als de nulsituatie.

 

Rechtspositioneel blijven de GGD medewerkers onder de GGD vallen.

 

De CB locaties vormen het aanspreekpunt voor derden. Bijzonder vraagstuk is hoe de vestigingen extern communiceren. Is dat nog gesplitst tussen Thuiszorg en GGD (afhankelijk van wie de telefoon opneemt) of presenteert men zich als JGZ centrum? Dit moet nader worden bepaald.

 

De teams worden geclusterd tot 5 regio’s die worden geleid door een regio­manager. In bijlage 1 is een eerste aanzet gemaakt voor de regio-indeling. Een regiomanager stuurt alle medewerkers aan (zowel GGD als thuiszorg) en is relatiebeheerder naar de gemeenten waarvoor het team werkt. Het gaat dan om het maken van maatwerkafspraken en de nakoming van het contract voor het uniforme deel.

 

De leiding over de totale JGZ organisatie komt in handen van een twee­hoofdige leiding. Eén daarvan vertegenwoordigt de GGD, de ander de thuis­zorg. Op dit niveau worden kwesties besproken die de samenwerking tussen GGD en thuiszorg betreffen. Deze directie of sectorleiding legt verantwoor­ding af aan het wethoudersoverleg.

 

Acties:

 

-         het maken van een definitieve regio-indeling

-         het berekenen van de formatie voor de regio’s (waarbij vooral de toedeling vanuit de GGD aandacht vraagt)

-         het toerekenen van de formatie over de teams binnen de regio (waarbij vooral de analyse van de GGD capaciteit op basis van scholen in het gebied aandacht vraagt).

-         het ontwerpen van een procedure voor de aanwijzing c.q. benoeming van regiomanagers en directie/sectorleiding.

-         het uitwerken van een verrekeningsmodel voor de kosten van het regio management en de directie over de thuiszorg en GGD (optie is een fonds te creëren op basis van de huidige kosten voor management. De organisatie die management levert wordt gefinancierd vanuit dit fonds). 

 

 

5                Uitgangspunten voor de huisvesting

 

GGD medewerkers worden geplaatst bij de consultatiebureaus. Daarvoor zal ruimte beschikbaar moeten zijn of gecreëerd moeten worden, omdat we er van moeten uitgaan dat de huidige huisvesting niet overal toereikend is om ook de GGD medewerkers onder te brengen. Daaraan zullen wellicht extra kosten verbonden zijn. Deze moeten worden berekend.

 

Voor de huisvesting gaan wij uit van de nulsituatie (CB’s per 1 januari 2005). Vanuit deze situatie worden de extra huisvestingskosten voor plaatsing van de GGD medewerkers, de regiomanager en de decentrale ondersteuning berekend. De extra kosten worden opgebracht uit het GGD budget voor de huisvesting van de JGZ. Indien de GGD kosten in totaal hoger zijn dan de uitbreidingskosten van de CB’s, dan wordt het meerdere uitgekeerd aan de gemeenten. Indien de GGD kosten lager zijn dan de uitbreidingskosten van de CB’s dan dragen de gemeenten gezamenlijk het meerdere bij. Of men besluit het ambitieniveau naar beneden bij te stellen zodat de huisvesting budgettair neutraal gerealiseerd wordt.

 

Vervolgens kunnen de gemeenten individueel bepalen of zij ten opzichte van de nulsituatie het aantal JGZ locaties willen uitbreiden. De meerkosten komen dan voor rekening van die ene gemeente. Eventueel kan dit betaald worden op het teruggestorte deel van de GGD huisvesting.

 

 

 

 

Acties:

 

-           het in kaart brengen van de nulsituatie ten aanzien van de CB’s.

-           het bepalen van de vereiste uitbreiding van de CB’s om ook JGZ 4-19 te huisvesten en het berekenen van de extra huisvestingslasten.

-           het bepalen van het huisvestingsbudget voor de JGZ in de begroting van de GGD.

-           het bepalen van de “achterblijvende” huisvestingskosten JGZ bij de GGD (divisieleider JGZ, stafmedewerkers, secretariaat, administratie, etc.).

-           het bepalen van het budgetoverschot of –tekort in het huisvestings­budget GGD.

-           het inventariseren van aanvullende huisvestingsbehoeften bij de gemeenten.

 

 

6                Werkverdeling

 

Het voorstel is de begeleidingscommissie (bestaande uit twee beleids­medewerkers van de gemeente en de JGZ managers van de GGD en de thuiszorg) opdracht te geven de benodigde uitwerkingen te verzorgen. Uitgangspunt is dat alle organisaties loyaal meewerken aan dit plan. Zij moeten uiteindelijk komen met de volgende voorstellen:

 

-         een organisatieplan en een formatieplan voor de uitvoering van de 0 tot 19 jarigen zorg in het gehele gebied.

-         een sociaal plan waarin de personele consequenties van de materiële organisatiewijziging zijn opgenomen. Tevens bevat dit voorstellen voor de wijze van benoeming en plaatsing van managers en medewerkers in teams.

-         een samenwerkingsdocument waarin de afspraken tussen GGD en thuiszorgorganisaties worden vastgelegd. Het betreft vooral afspraken over de verdeling van zeggenschap en de verrekening van kosten tussen de uitvoeringsorganisaties.

-         een contract voor de uitvoering van het uniform deel van het basistaken­pakket met opname van de verantwoordingscriteria en de prijsafspraken.

-         een advies voor de gewenste huisvestingsituatie uitgaande van de nieuwe werkwijze op basis van de nulsituatie.

-                 een overzicht van het bestaande maatwerk (voor 0 tot 19).

 

 

7                Relatie JGZ en Gezondheidsbevordering

 

Advisering lokaal gezondheidsbeleid, gezondheidsvoorlichting en opvoeding en epidemiologie blijven taken van de GGD. Vanuit JGZ organisatie worden gezondheidsgegevens voor epidemiologie aangeleverd aan de GGD. Ook zijn de uitvoerders JGZ gehouden trends en ontwikkelingen in de JGZ te signaleren ter onderbouwing van lokaal gezondheidsbeleid.

 

Gezondheidsbevordering blijft ook bij de GGD. Daar waar door JGZ uitvoerders maatwerkafspraken maken waarbij de inzet van GVO is vereist, wordt GVO van de GGD ingehuurd door de JGZ uitvoerders. Dit geldt ook andersom: daar waar GVO behoefte heeft aan de inzet van JGZ artsen en verpleegkundigen worden deze ingehuurd van de JGZ organisatie.

 

Daarnaast levert GVO haar eigen expertise en inzet voor de ondersteuning van intermediairen. GVO  wordt daarmee deels een basisfunctie (betaald uit de bijdrage per inwoner van de GGD) en deels via JGZ gefinancierde taak.

 

-         vaststellen welk deel van GVO direct vetrekking heeft op uitvoerende werkzaamheden voor de doelgroep Jeugd. Dit budget moet aan het maatwerkbudget worden toegerekend.

-         vaststelen welk deel betrekking heeft op niet Jeugd. Dit deel wordt versleuteld via de bijdrage per inwoner voor de GGD

-         in het contract wordt een bepaling opgenomen dat JGZ meewerkt aan GVO (tegen betaling) en dat zij GVO inhuurt waar nodig (ook tegen betaling).

 

 

8                Electronisch Cliënten Dossier (ECD)

 

Essentieel voor een kniploze uitvoering van de 0 tot 19 jarigen zorg is de invoering van een ECD. Dit systeem moet geïmplementeerd worden. Het voorstel is dit systeem integraal in te voeren ten laste van de gemeenten. De gemeenten betalen de aanschaf van hard en software ten laste van het gezamenlijke RSU budget van 2005 en de komende jaren (zolang de afschrijving duurt).

 

De spullen blijven eigendom van de gezamenlijke gemeenten en blijven ongeacht toekomstige ontwikkelingen tot hun beschikking staan. De vergoeding die de organisaties ontvangen ter compensatie van de overhead worden verlaagd met het bedrag van het ECD.

 

Ook bij de bepaling van de gewenste situatie ten aanzien van het ECD wordt de nulsituatie ten aanzien van de huisvesting gehanteerd. Wel wordt geanticipeerd op de toevoeging van de GGD medewerkers aan de CB’s.

De volgende stappen moeten worden ondernomen:

 

Acties:

 

-         ontwikkelen van een scenario voor de invoering van het ECD

-         bepalen wat de investeringskosten zijn van het ECD

-         bepalen welk bedrag dat vraagt in de jaarlijkse exploitatie

-         maken van een implementatieplan voor het ECD

 

 

9                Planning

 

Stap/maand

maart

april

mei

juni

wie?

- opstellen productenboek (uniform)

 

 

 

 

B-cie

- opstellen productenboek (huidig maatwerk)

 

 

 

 

B-cie

- inventariseren items mgt.info

 

 

 

 

B-amb

- inventariseren items gez.info

 

 

 

 

B-amb + GGD epi

- uitsplitsen B! GGD in JGZ/niet JGZ

 

 

 

 

GGD (toets B-cie)

- uitsplitsen B! GGD uniform/maatwerk

 

 

 

 

GGD (toets B-cie)

- uitwerken modus voor indexering

 

 

 

 

B-cie

- doorrekening BTP (normering 0-19)

 

 

 

 

B-cie (+ Van Naem)

- normering basistaken/maatwerkbudget

 

 

 

 

B-cie (+ Van Naem)

- ontwerp P&C-cyclus (incl. Verantwoording)

 

 

 

 

B-amb/B-cie

- tariefberekening voor maatwerk (disciplines)

 

 

 

 

elke organisatie

- regels voor berekening kosten en tarieven

 

 

 

 

B-cie

- bepaling regio-indeling + teamformatie

 

 

 

 

B-cie

- berekening huidige huisvestingskosten JGZ

 

 

 

 

elke organisatie

- inventarisatie gewenste huisvesting JGZ

 

 

 

 

B-cie

- berekening nieuwe huisvestingskosten

 

 

 

 

B-cie

- uitwerking organisatiestructuur

 

 

 

 

B-cie

- uitwerking wijze van externe presentatie

 

 

 

 

B-cie

- ontwerp sociaal statuut/plaatsingsprocedure

 

 

 

 

GGD P&O

- verrekenmodel managementkosten

 

 

 

 

B-cie

- opstellen samenwerkingscontract GGD-TZG

 

 

 

 

B-cie

- opstellen concept contract uniform pakket

 

 

 

 

Van Naem

- opstellen besluitvormingsdocumenten

 

 

 

 

Van Naem

- ECD plan

 

 

 

 

aparte werkgroep

- afspraken maken over ECD koop/impl.

 

 

 

 

B-amb

- bestuursvergadering

 

week 16

 

week 25

 

Verklaring van afkortingen:

 

B-cie                : begeleidingscommissie (2 ambtenaren en 4 managers JGZ)

B-amb                          : overleg van beleidsambtenaren

GGD Epi           : afdeling epidemiologie van de GGD


Bijlage 1:          Aanzet voor een regio-indeling voor de 0-19 zorg

 

 

Op basis van inwoneraantallen is een eerste aanzet voor regio-indeling gemaakt voor de 0 tot 19 jarigen zorg. Dit voorstel dient ter gedachtevorming. Mutaties zijn nog op alle manier denkbaar.

 

In kolom 1 staat het team vermeld. In kolom 2 het totaal aantal inwoners van het team. In kolom 3 wordt een indicatie gegeven van de formatie op basis van een toedeling naar evenredigheid van het inwoneraantal. De getallen zijn gebaseerd op de huidige formatie voor alle activiteiten (onder aftrek van management, secretariaat en staf). De formatie van Thuiszorg NWN is nog niet opgenomen.

 

Team

inwoners

formatie

Westland Delfland

115.000

23

Delft

95.000

19

Rijswijk Pijnacker Nootdorp

90.000

18

Leidschendam Voorburg Wassenaar

100.000

20

Zoetermeer

125.000

25

Totaal

525.000

105

 

Elk team bestaat uit 18 tot 25 formatieplaatsen. Indien men bedenkt dat de parttime factor circa 2 bedraagt heeft een regiomanager dus 36 tot 50 medewerkers onder zich. Dat is een redelijke span of control.