Inhoudsopgave

 
Inleiding…………………………………………………………………………..2
 
Hoofdstuk 1 Analyse uitgaven 3e kwartaal 2005…………………………..3

1.1   Analyse verstrekkingenbudget en prognose realisatie 2005

1.2   Conclusie

 
Hoofdstuk 2 WVG-beleid per onderdeel…………………………………….8

2.1 Woonvoorzieningen

2.2 Vervoersvoorzieningen

2.3 Rolstoelen en hulpmiddelen

2.4 Advisering

2.5 WVG-uitvoering

2.6 Eindconclusie

 
Hoofdstuk 3 Landelijke en regionale ontwikkelingen…………………..21

3.1 WMO

3.2 Aanbesteding collectief vervoer (Regio Taxi) 2006

 
Hoofdstuk 4 Begroting 2006…………………………………………………23

4.1 Toelichting op de begroting 2006

4.2 Conclusie

 
Hoofdstuk 5 Voorstellen……………………………………………………...25

 

 

 

Bijlage 1 Overzichtskaart aangepaste woningen per wijk

 


Inleiding

 

De Wet voorziening gehandicapten is een landelijke wet die iedere gemeente verplicht om ervoor te zorgen dat haar inwoners met een functiebeperking goed en zelfstandig kunnen functioneren in de eigen woon- en leefomgeving. Via de WVG verstrekt de gemeente rolstoelen en voorzieningen voor vervoer en wonen. De WVG is er voor iedere inwoner van Delft die door ziekte of een functiebeperking langdurig extra voorzieningen nodig heeft om zelfstandig te kunnen functioneren.

Vanaf 2002 zag de gemeente Delft het beroep dat werd gedaan op de WVG in een hoog tempo toenemen. Hierdoor is in 2002 is een exploitatietekort ontstaan. Op basis van dit tekort en de verwachting dat deze tendens zich de komende jaren zal voortzetten is enerzijds in het kader van de Progammabegroting 2004 - 2007 besloten om € 1.000.000,- extra toe te voegen aan de WVG. Anderzijds is een maatregelenpakket in 2003/2004 opgesteld om het resterende tekort te dekken. Bij het maatregelenpakket is gepoogd om zo min mogelijk een afbreuk te doen aan het voorzieningenniveau. Het pakket bestond uit het verlagen van de verhuiskostenvergoeding en het aanpassen van het criterium, het afschaffen van vergoedingen voor de algemeen gebruikelijke sanitaire voorzieningen en de verlaging van de inkomensgrens.

 

Nu in 2005 lijkt het tij te keren. Het maatregelenpakket is grotendeels ingevoerd en naar verwachting effectief. Tevens laat het Klanttevredenheidsonderzoek 2004 zien dat de tevredenheid over zowel de verstrekte voorziening als de te doorlopen aanvraagprocedure is toegenomen ten opzichte van 2000.

Het budget 2005 laat een onderbesteding zien. Deze wordt veroorzaakt door de daling van het aantal grote woonaanpassingen en de genomen maatregelen ten aanzien van de advisering, zoals de poortwachtersfunctie CIZ. Tot slot is er een algemene trend waarneembaar van een daling van het aantal aanvragen.

 

Deze nota biedt inzicht in de huidige realisatie, de financiële effecten en de uitvoering van het ingestelde maatregelenpakket. Het geeft ook informatie over de financieel technische aanpassingen aan de begroting vanwege de overgang van huurvoorzieningen naar koopvoorzieningen (april 2004). Daarnaast wordt een overzicht gegeven van nieuwe ontwikkelingen en zal een begrotingsopzet voor 2006 worden gepresenteerd. De nota wordt afgesloten met de uit de ontwikkelingen in 2005 voortgekomen voorstellen.

In samenhang hiermee wordt u gelijktijdig de nota ‘Voorstellen tot wijziging Verordening Voorziening Gehandicapten, Vergoedingenbesluit en Verstrekkingenboek’ aangeboden.
Hoofdstuk 1 Analyse uitgaven 3e kwartaal 2005

 

Dit hoofdstuk bevat de realisatie tot en met het derde kwartaal 2005 en een jaarprognose 2005 inclusief analyse. Ook wordt een uitleg gegeven over het jaarlijks op te stellen investeringskrediet. Dit in verband met het kopen van voorzieningen.

 

1.1 Analyse verstrekkingenbudget en prognose realisatie 2005

 

1.1.1 Budget 2005

Het totaal budget voor de WVG op basis van de begroting 2005 bedraagt:

 

Bijdrage Rijk

        127.000

Bijdrage uit algemene middelen

     6.847.000

Totaal inkomsten WVG

     6.974.000

 

Toelichting beschikbare middelen:

Naast de verwachte AWBZ-bijdrage van het rijk van € 97.000- wordt ook een rijkssubsidie (30.000,-) ontvangen vanwege de uitvoering van een dure woningaanpassing[1].

 

1.1.2 Opbouw verstrekkingenbudget

Het verstrekkingenbudget is vanaf 2004 anders van opbouw dan voorgaande jaren vanwege de overgang van huren van voorzieningen naar het kopen van voorzieningen (gestart april 2004). Per subpost (vervoer/ wonen en rolstoel) wordt een deel gebruikt voor de kapitaallasten. Dit komt voort uit het investeringskrediet, nodig voor het kopen van voorzieningen. Hieronder volgt een beknopte uitleg.

 

Investeringskrediet

Het kopen van voorzieningen betekent eenmalige hoge uitgaven voor een voorzieningen die meerdere jaren meegaan. Deze uitgaven worden niet in één keer als kosten in de exploitatie opgenomen, maar over meerdere jaren (5 jaar) uitgesmeerd (=afschrijven). Elk jaar wordt voor de aankoop van voorzieningen het investeringsbedrag berekend -dit overeenkomstig de prognose van het aantal te kopen voorzieningen dat jaar- en een investeringskrediet aangevraagd. De daarbij behorende kapitaallasten worden binnen de bestaande exploitatie gedekt (budgetten die voorheen waren bestemd voor het huren van voorzieningen worden nu aangewend om de kapitaallasten van investeringen te dekken).

 

Kapitaallasten

De kapitaallasten zijn afschrijvingskosten en rente. De hoogte van de kapitaallasten is afhankelijk van de daadwerkelijke uitgaven aan koopvoorzieningen en wanneer deze koop is gedaan. In 2005 is voor € 1,3 miljoen geïnvesteerd; de hieruit voortvloeiende kapitaallasten zijn ten laste van de exploitatie gebracht. In de tabel 1 wordt een overzicht gegeven van de kapitaallasten in de begroting 2005. Dit betreft een omvang ten aanzien van de investering 2005 en 2004.

 

Tabel 1. Overzicht aandeel kapitaallasten in de begroting 2005

 

Woonvoorzieningen

1.749.700

Kapitaallasten

40.000

Exploitatie

1.709.700

 

 

Vervoersvoorzieningen

1.653.180

Kapitaallasten vervoersvoorzieningen

16.500

Kapitaallasten scootmobielen

164.843

Exploitatie

1.471.837

 

 

Rolstoel/ hulpmiddelen

939.790

Kapitaallasten

202.630

Exploitatie

737.160

 

 

Totaal kapitaallasten

423.973

 

 

1.1.3 Uitgaven tot en met 3e kwartaal 2005

Uitgangspunt is de begroting 2005. In het 3e kwartaal wordt een grote onderbesteding gezien op de posten Advisering en Woonvoorziening. Daarentegen kennen de posten Vervoersvoorziening en Rolstoel/ hulpmiddelen een overschrijding. Het totale verstrekkingenbudget zal naar verwachting in 2005 een onderbesteding kennen van ca. € 983.000,-. Een deel daarvan (€ 143.000,- op jaarbasis) is noodzakelijk voor de opbouw van de Reserve WVG. Dit vanwege het investeringskrediet 2005 voor de koopvoorzieningen (zie vorige paragraaf 1.1.2).

 

Tabel 2. Overzicht verstrekkingenbudget WVG

 

 

Begroting 2005

Uitgaven t/m 3e kwartaal

Prognose 2005

Realisatie 2004

Realisatie 2003

In euro x 1000

 

 

Extrapolatie vanaf 3e kwartaal

 

 

Advisering

717

405

450

471

747

Vervoersvoorziening

1.653

1.316

1.755

1.849

1.679

Woonvoorziening

1.750

591

788

1.431

1.476

Rolstoel/hulpmiddelen

940

813

1.084

1.576

1.830

 

 

 

 

 

 

Totaal uitgaven WVG

5.060

3.125

4.077

5.327

5.732

Bron: Kwartaalrapportage WIZ

 

1.1.4 Prognose 2005

Ten aanzien van 2004 is een geprognosticeerde afname van € 1.250.000,-zichtbaar. Het in 2004 ingestelde maatregelenpakket (WVG-nota 2004: 335684) kende een verwachte besparing van € 547.000,- . Ook speelt de overgang van huur naar koop een rol. In deze paragraaf wordt per kostenpost beschreven welke factoren voor de afname dan wel toename hebben gezorgd.

 

Post advisering

De uitgave tot en met het 3e kwartaal betreft een bevoorschotting, uitgaande van de jaarbegroting CIZ (Centrum Indicatiestelling Zorg) bedraagt

€ 536.000,- voor Delft. In de begroting 2005 was uitgegaan van de oorspronkelijke raming van € 717.000,-.  Dit leidt tot een verschil van

€ 181.000,-. De daadwerkelijke realisatie van het CIZ is lager dan begroot, ca. € 335.000,- tot en met het 3e kwartaal. Op jaarbasis wordt een realisatie van ca. € 450.000,- verwacht.

De daling van de kosten van het CIZ zijn in 2004 ingezet door de genomen maatregelen ten aanzien van de advisering. Met name de poortwachtersfunctie, het terugdringen van thuispassingen en het terugdringen van het opnemen van extra adviseursuren (zie nota WVG januari 2004, reg.nr 335684) hebben geleid tot een voordelig resultaat. Dit naast de landelijke tendens van afname in het aantal WVG-aanvragen.

 

Post vervoersvoorziening

De post vervoersvoorziening kent een overschrijding van € 76.000,- tot en met het 3e kwartaal. Dit betekent op jaarbasis een overschrijding van ongeveer € 102.000,-. In tabel 4 zijn de uitgaven per categorie weergegeven.

 

Tabel 4. Uitgaven vervoersvoorzieningen

 

Uitgaven t/m 3e kwartaal

In euro x1000

2005

2004

2003

Volledige taxikostenvergoedingen

81

140

167

Vergoedingen bovenlokaal vervoer

44

30

17

Vergoedingen gebruik bruikleenauto

7

9

11

Vergoeding aanpassing eigen auto

7

26

9

Huur bruikleenauto's

10

47

46

Regiotax

 

 

 

Zone 1-3

258

277

265

Zone 4+

30

19

14

Saldo kosten haltedienst

50

73

55

Kosten administratie vervoerspassen

6

19

24

Persoonsvervoer (incl. ouderenvervoer)

86

48

44

Onderhoudskosten

110

80

 

Scootmobielen

503

773

543

Kapitaallasten VVZ scootmobielen

124

 

 

Totaal

1316

1541

1195

Bron: Kwartaalrapportage WIZ

 

De overschrijding is te wijten aan hogere realisatie voor collectief vervoer en ouderenvervoer[2].

In 2005 is een daling zichtbaar op de posten ‘volledige taxikostenvergoedingen’ en ‘scootmobielen’. Dit zijn de resultaten van het heronderzoek vervoersvoorzieningen en de afname van de verstrekking van scootmobielen (verlaging inkomensgrens van 2x naar 1,5x WWB-norm) zichtbaar. Hieronder volgt een nadere toelichting op deze twee aspecten:

1. Heronderzoek vervoersvoorzieningen

Ten opzichte van 2004 is een afname in de uitgaven voor de “volledige taxikostenvergoedingen” van ca. € 60.000,- zichtbaar.  Hiervan zal, om een zuiverdere vergelijking te kunnen maken met de verwachte besparing, de toename in de uitgaven voor “vergoedingen bovenlokaal vervoer” moeten worden afgehaald. De reden van deze toename is dat een deel van de cliënten met een volledige taxikostenvergoeding, na het heronderzoek, in aanmerking kwam voor of alleen een taxikostenvergoeding binnen Delft of alleen buiten Delft. De kosten van deze beide verstrekkingen worden geboekt op “vergoedingen bovenlokaal vervoer”. De besparing tot en met 3e kwartaal betreft dus ca. € 56.000,-. Op jaarbasis betreft dit een lager bedrag in verband met de afbouwregelingen (zie voor verdere informatie hoofdstuk 2, paragraaf 2.2.2)

2. Afname verstrekking scootmobielen

Op basis van de uitgaven is alleen een vergelijking tussen 2004 en 2005 te maken (dit omdat in 2003 nog een deel van de uitgaven aan scootmobielen is geboekt onder de post Rolstoelen). Ten opzichte van 2004 zijn de uitgaven in het 3e kwartaal met ca € 120.000,- (componenten:huur, kapitaallasten en onderhoud) gedaald.

Zie voor verder informatie over aantallen verstrekte scootmobielen hoofdstuk 2, paragraaf 2.2.3.

Tot slot wordt ook wordt de besparing van het afschaffen van de automatische incasso zichtbaar in het onderdeel “saldo kosten haltedienst”.

 

Post woonvoorzieningen

De post woonvoorzieningen kent in 2005 een geprognosticeerde onderbesteding van ca.€ 962.000,- op jaarbasis.

 

Tabel 4. Uitgaven woonvoorzieningen

In euro x1000

Uitgaven t/m 3e kwartaal

 

2005

2004

2003

Kleine woningaanpassingen

69

143

153

Grote woningaanpassingen

375

772

630

Onderhoud, keuringen, reparaties

54

56

38

Verhuiskostenregelingen

58

126

149

Roerende zaken

0

1

3

Kapitaallasten woonvoorzieningen

25

 

 

Overige

9

0

0

Totaal

590

1.098

973

Bron: kwartaalrapportage WIZ

 

De onderbesteding op de woonvoorzieningen zit in de teruglopende realisatie van de grote en kleine woningaanpassingen en de verhuiskostenvergoedingen. Achtereenvolgens wordt een toelichting gegeven op deze aspecten.

1. Kleine woningaanpassingen

Ten aanzien van de kleine woningaanpassingen zal de daling worden veroorzaakt door de eind 2003 ingevoerde maatregel op sanitaire voorzieningen. De verwachte besparing op jaarbasis was € 150.000,-. Vanaf 2003 zijn de uitgaven voor kleine woningaanpassingen met ongeveer € 112.000,- op jaarbasis afgenomen (zie voor verdere informatie paragraaf 2.1.6).

2. Grote woningaanpassingen

Wat tot nu toe niet goed verklaarbaar is, is de forse daling in de realisatie van grote woningaanpassingen (aanpassingen met kosten boven € 1.064,- prijspeil 2005). Er waren geen maatregelen op deze voorziening ingesteld. Een mogelijke oorzaak zouden de opplusactiviteiten kunnen zijn, hierdoor worden steeds meer woningen geschikt gemaakt voor ouderen. Bij de benchmark WVG wordt als mogelijke oorzaak de onzekerheid rondom de invoering van de WMO aangegeven. De deelnemers van de benchmark verwachten dan ook weer een piek in de aanvragen vlak voor de daadwerkelijke invoering van deze wet.

3. Verhuiskostenvergoeding

De afname in de uitgaven voor tegemoetkomingen in de verhuiskostenvergoeding wordt veroorzaakt door de aanscherping van de criteria voor verstrekkingen in april 2004. De verwachte besparing op jaarbasis was € 100.000,. Ten opzichte van 2003 is een afname in de uitgaven van € 121.000,- zichtbaar (zie voor verdere informatie paragraaf 2.1.5)

 

Post rolstoelen/hulpmiddelen

De post rolstoelen/hulpmiddelen kent een overschrijding van € 108.000,- tot en met het 3e kwartaal. Op jaarbasis is dit een verwachte overschrijding van € 144.000,-. Deze overschrijding is te wijten aan hogere onderhoudskosten voor de kooprolstoelen dan geraamd. In 2006 zal deze post uitgebreider worden weergegeven in de kwartaalrapportage WIZ, onderhoudskosten kunnen dan ook afzonderlijk worden weergegeven. In tabel 5 is te zien dat de uitgaven voor huur vanaf 2004 dalen. Begin 2004 is gestart met het kopen van voorzieningen.

 

Tabel 5 Uitgaven rolstoelvoorzieningen

 

Uitgaven t/m 3e kwartaal

In euro x1000

2005

2004

2003

Rolstoelen huur

671

995

1261

Rolstoelen kapitaallast

138

 

 -

Pilot PGB

4

0

 -

Totaal

813

995

1261

 

 

1.2 Conclusie

 

In 2005 is een onderbesteding te verwachten op het verstrekkingenbudget van € 983.000,- op jaarbasis. De hoogte van de onderbesteding wordt grotendeels veroorzaakt door in realisatie achterblijvende woonvoorzieningen (grote woonaanpassingen) en de slag die gemaakt is met het CIZ, waardoor de post advisering onderbesteed is. Daarnaast zijn de maatregelen zoals vastgesteld in de nota WVG 2004 effectief (geweest).

 

 


Hoofdstuk 2 WVG-beleid per onderdeel

 

In navolging op de financiële stand van zaken wordt in dit hoofdstuk het gevoerde beleid en de ontwikkelingen beschreven op het gebied van woonvoorzieningen, vervoersvoorzieningen, rolstoelen/ hulpmiddelen, advisering en de uitvoering. De maatregelen die in de vorige twee beleidsnota`s zijn vastgesteld komen daarbij aan bod.

 

2.1 Woonvoorzieningen

 

Met betrekking tot de woonvoorzieningen hebben de nota`s “Stand van zaken 2003” en “WVG januari 2004” tot een aantal beleidswijzigingen en acties geleid. Het gaat om de volgende onderwerpen:

Deze onderwerpen zullen achtereenvolgens worden toegelicht.

:

2.1.1 Werkgroep WVG

Om de communicatie tussen gemeente en corporatie op gebied van de WVG te versterken en anderzijds om maatregelen uit de nota 2004 en om het Convenant WVG te implementeren is de werkgroep WVG-corporaties opgericht. Het gaat hierbij om werkafspraken/procedures rondom de verhuistimuleringsregeling en het effectief gebruik van vrijkomende WVG-aangepaste woningen. Reeds afgesproken is dat cliënten, die verhuizen in het kader van een WVG-verhuisadvies, extra tijd krijgen bij het beslissen over de aangeboden woning als dit noodzakelijk is. In veel gevallen dient de aangeboden woning beoordeeld te worden op geschiktheid. De uitwerking van het Convenant WVG is opgenomen in de prestatieafspraken WZW (Wonen Zorg Welzijn) 2005 – 2007.

 

2.1.2 Aanbesteden van woningaanpassingen

Er is onderzoek gedaan naar de mogelijkheden van aanbesteden. Hieruit bleek dat trapliften een geschikt product daarvoor zijn. Gestart wordt met het maken van werkafspraken tussen trapliftleveranciers en de gemeente. In 2006 zal een aanbesteding voor trapliften opnieuw worden overwogen aan de hand van de opgedane ervaringen met deze werkafspraken.

In overleg met de woningbouwcorporaties is reeds besloten om de verantwoordelijkheid voor het opvragen van offertes en geven van de opdracht tot plaatsing van een traplift bij de gemeente te leggen. Dit zal leiden tot een kostenbesparing.

 

2.1.3 Aangepaste woningbestand

In 2004 is het BGB-systeem (BasisGebouwenBestand) volledig gevuld met de WVG-aangepaste woningen. Hiermee is nu zichtbaar welke woning welk soort aanpassing heeft gehad. De woningen met aanpassingen die makkelijk hergebruikt kunnen worden (classificatie: nultreden, rollatorgeschikt, rolstoelgeschikt) zijn gekoppeld aan de GIS-kaart (project ontwikkeling digitale kaart Delft). Zie als voorbeeld bijlage 1, dit betreft een overzichtskaart waarop de spreiding van het aantal aangepaste woningen per wijk wordt weergegeven. Hierop is te zien dat de wijk Buitenhof de meeste duurzaam[3] WVG-aangepaste woningen kent, gevolgd door de wijk Voorhof.

De ontwikkelingen van het woningclassificatiesysteem (sterrensysteem) in het kader van Wonen Zorg en Welzijn worden nauwlettend gevolgd. De relevante WVG-aangepaste woningen zullen in de classificatie worden opgenomen.

 

Hergebruik aangepaste woningen

Leeggekomen (of komende) woningen, die op kosten van de WVG zijn aangepast, of woningen die makkelijk zijn aan te passen, worden door de woningbouwcorporatie gemeld aan de gemeente. Tevens wordt door de gemeente een lijst beheerd waarop gehandicapten met een WVG-verhuisadvies en een medische urgentie (voorrangsbepaling) tot verhuizen staan. Dit betreft merendeel gehandicapten die complexere aanpassingen in de nieuwe woning nodig hebben (in tabel 6  WVG+ genoemd). Uit onderstaande tabel 6 blijkt het aantal aangemelde woningen te stijgen vanaf 2003. Het verhuren aan WVG-cliënten met een medische urgentie volgt deze trend niet, maar lijkt eerder licht te dalen. Het blijkt dat veel cliënten uit deze doelgroep liever binnen eigen wijk verhuizen en dat buurten (bijv: delen van de Componistenbuurt) waar relatief veel aangepaste en/of makkelijk aan te passen woningen staan niet geliefd zijn bij de doelgroep.

 

Tabel 6. Overzicht melding en herverhuur aan WVG-cliënt

 

2003

2004

2005

 

3 kwartalen

jaarbasis

3 kwartalen

jaarbasis

3 kwartalen

jaarbasis

Leeggemelde woningen

33

40

35

44

41

 

Verhuurd aan WVG+

17

21

13

15

12*

 

Verhuurd aan overig WVG

 

19

 

28

 **

 

Aanpassing verwijderd

 

0

 

1

 ** 

 

 *De tabel is gebaseerd op meldingen van leeggekomen/ komende woningen in 3 kwartalen. Het aantal aan WVG-clienten verhuurde woningen is voor 2003 en 2004 op jaarbasis. Dit houdt in dat het aantal “verhuurd aan WVG+” nog zal kunnen stijgen. Er staan nog 3 woningen leeg die in de eerste 3 kwartalen van 2005 zijn aangemeld.

**Deze cijfers zijn nog niet beschikbaar

 

De leeggemelde woningen, die niet worden doorverhuurd aan WVG+, komen in de reguliere Woonkrant. Ook in deze situatie is de nieuwe huurder meestal een WVG-cliënt. In deze groep (in tabel 6 “overig WVG” genoemd) zitten:

-          de WVG-clienten met WVG-verhuisadvies maar zonder medische urgentie (omdat zij bijvoorbeeld op basis van woonduur al een hoge kans op een woningaanbieding hebben)

-          de WVG-clienten die van buiten Delft komen

-          de WVG-clienten die van aangepaste woning naar aangepaste woning verhuizen

Het verwijderen van aanpassingen komt zeer weinig voor en altijd in overleg met de gemeente. Merendeels betreft dit verouderde aanpassingen in een verouderde woning, die niet volledig geschikt te maken is en daardoor niet geschikt voor de doelgroep.

Ook wordt zorgvuldig omgegaan met aanpassen bij kosten boven de grens van het primaat van verhuizen. In Delft is het beleid dat het primaat gehanteerd wordt bij kosten boven de € 7.977,- (prijspeil 2005). Boven deze kosten wordt een woning alleen aangepast als verhuizen geen oplossing is (er is geen geschikte aangepaste woning) of ook leidt tot aanpassingen die boven het grensbedrag uitgaan. Ter illustratie: in 2004 hebben 173 cliënten een grote woningaanpassing gehad (zie tabel 8). Hiervan waren 28 stuks boven het grensbedrag van het primaat. In 2 gevallen betrof het een dure woningaanpassing, die in het kader van het Besluit rijksvergoeding WVG-woonvoorziening door het rijk is gesubsidieerd. (zie paragraaf 1.1.1.)

 

2.1.4 Alternatieve bergingen voor scootmobielen en andere WVG-vervoersvoorzieningen.

De mogelijkheden van gebruik maken van bestaande ruimten om scootmobielen en andere WVG-vervoersvoorzieningen (bijv: aangepaste fietsen) te kunnen stallen is onderzocht. In en/of uitpandige vuilbergingen bleken niet bruikbaar als stalling. Wel hebben corporaties bij het opplussen van flats waar mogelijk bergingen gecreëerd. De WVG subsidieert daarbij op clientniveau de noodzakelijke aanpassingen aan de berging.

 

2.1.5 Maatregelen rondom verhuiskostenvergoeding

Het aantal verstrekte tegemoetkomingen in de verhuiskosten daalt vanaf 2003. Deze tendens zou passen bij de in 2004 genomen maatregel. Vanaf het tweede kwartaal 2004 kunnen aanvragers voor een tegemoetkoming in de verhuiskosten alleen in aanmerking komen wanneer zich plotselinge en onvoorziene medische omstandigheden voordoen.

 

Tabel 7. Aantal cliënten dat een tegemoetkoming verstrekt heeft gekregen.

Jaar

Aantal tegemoetkomingen

2001

81

2002

88

2003

90

2004

74

2005

37*

*geprognosticeerd aantal

Bron: GWS

 

Ook is in 2003 de hoogte van de tegemoetkoming verlaagd van € 1.973,40 naar

€ 1.767,- (prijspeil 2003).

Vanwege de huidige financiële situatie van de WVG kan deze voorziening worden gerepareerd. Enerzijds wordt een reparatie van de hoogte van de vergoeding voorgesteld en anderzijds wordt voorgesteld om meer aansluiting te hebben met de landelijke uitgangspunten. Daarin wordt het criterium “plotseling en onvoorzien” niet gehanteerd, maar het uitgangspunt dat een verhuizing niet algemeen gebruikelijk moet zijn. Onder algemeen gebruikelijke verhuizingen wordt verstaan: verhuizingen die op basis van leeftijd, gezinssituatie of woonsituatie normaliter worden gedaan. Er zou dus ook zonder handicap worden verhuisd.

 

Ten aanzien van de hoogte van de vergoeding wordt een tegemoetkoming van € 2.348,- (prijspeil 2005) voorgesteld per 01-02-2006. Dit is het bedrag dat ook de gemeente Den Haag als tegemoetkoming in de verhuiskosten in het kader van de WVG hanteert. Deze verhoging zal op jaarbasis leiden tot een verhoging van de kostenpost Woonvoorzieningen met € 65.000,-.

 

2.1.6 Algemeen gebruikelijke sanitaire voorzieningen

Sinds 1 oktober 2003 vergoedt de gemeente algemeen gebruikelijke sanitaire voorzieningen zoals verhoogde toiletpotten, doucheglijstangen en éénhendelmengkranen niet meer. Zichtbaar is dat vanaf 2004 een grote afname van het aantal selecties voor woonvoorzieningen bij het CIZ en de corresponderende grote afname in het aantal verstrekte kleine woningaanpassingen (=kosten lager dan € 1064,= prijspeil 2005) plaatsvindt.

 

Tabel 8. Aantal cliënten dat een woningaanpassing verstrekt heeft gekregen.

Jaar

Aantal kleine woningaanpassingen

Aantal grote woningaanpassingen

2001

265

88

2002

321

130

2003

509

173

2004

392

173

2005

223*

81*

* geprognosticeerd aantal                                  Bron: GWS

 

De forse daling in het aantal grote woningaanpassingen is niet verklaarbaar op grond van het niet verstrekken van algemeen gebruikelijke sanitaire voorzieningen en/of hergebruik aangepaste woningen

 

2.1.7 Conclusie

1.       Structurele afstemming met de woningbouwcorporaties wordt gewaarborgd middels de werkgroep WVG. Hierin worden afspraken gemaakt ten aanzien van de uitwerking van het Convenant WVG.

2.       De door de WVG aangepaste woningen zijn in kaart gebracht. Woningen geschikt voor hergebruik kunnen worden meegenomen in het woningclassificatiesysteem in het kader van het WZW-programma.

3.       De maatregelen rondom de verhuiskostenvergoeding hebben geresulteerd in een daling in aantal en uitgaven. De verwachte besparing is grotendeels geleverd.

  1. Gezien de huidige financiële situatie zal worden voorgesteld om de tegemoetkoming in de verhuiskosten te repareren. Ten aanzien van de hoogte van de vergoeding wordt een tegemoetkoming van € 2.348,- (prijspeil 2005) voorgesteld met ingang van 01 februari 2006.
  2. Het niet meer vergoeden van algemeen gebruikelijke sanitaire voorzieningen heeft geleid tot een grote afname in het aantal en uitgaven voor kleine woningaanpassingen. De verwachte besparing is deels geleverd.

 

2.2 Vervoersvoorzieningen

 

De nota stand van zaken WVG 2003 en de nota WVG januari 2004 heeft tot de volgende beleidswijzigingen en acties geleid. Het betreft de volgende onderwerpen:

Deze onderwerpen zullen achtereenvolgens aan bod komen.

 

2.2.1Collectief vervoer (Regio Taxi)

Op basis van de eerste halfjaarcijfers 2005 van Haaglanden is een lichte toename zichtbaar in het aantal gemaakte ritten (2,3%) en zones (4,3%) ten opzichte van dezelfde periode in 2003. Daarentegen is het aantal passagiers (-1,2%) heel licht afgenomen. Opvallend is de toename van het aantal hulpmiddelen dat wordt meegenomen in de Regiotaxi.

 

Overgang van automatische incasso naar contante betaling

Per 1 april 2004 betalen ook reizigers met een WVG-vervoerspas de ritprijs contant in plaats van met een automatische incasso. Hiermee worden incassokosten bespaard. De WVG-ritprijs is gebaseerd op het tarief van de standaard blauwe strippenkaart en is voor 2005 gelijk aan 2004 namelijk

€ 0,43 per zone. Dit niet afgeronde bedrag wordt als lastig ervaren door WVG-cliënten die met gepast geld moeten reizen. Tevens moet veel wisselgeld in de taxibus aanwezig zijn.

Met ingang van 1 januari 2006 gaat het tarief van de standaard blauwe strippenkaart omhoog. De WVG-ritprijs zal dan € 0,45 per zone bedragen. Dit houdt in dat 2006 geen afrondingsproblemen kent. Met het oog op de volgende jaren zal toch worden voorgesteld om de zoneprijs af te ronden naar bedragen deelbaar door 5. Dit om redenen van efficiency. Uitgangspunt blijft het tarief van de standaard blauwe strippenkaart.

 

Boven regionaal vervoer: de Valys

Op 1 april 2004 is het landelijke systeem TraXX vervangen door de Valys. Dit is een door het Rijk georganiseerd bovenregionaal vervoer voor reizigers met een mobiliteitsbeperking. Voor reizen met Valys komen mensen in aanmerking, die recht hebben op WVG-vervoer, recht hebben op een WVG-rolstoel of scootmobiel, een gehandicaptenparkeerkaart van de gemeente hebben ofwel in het bezit zijn van een OV-begeleiderskaart.

Valys-pashouders ontvangen jaarlijks een kilometerbudget. Als dit budget op is, kunnen ze van Valys gebruik blijven maken tegen een hoger tarief (lager dan het reguliere taxitarief). Afhankelijk van de mogelijkheden (fysiek) om met de trein te kunnen reizen kunnen burgers voor een standaard of hoog kilometerbudget in aanmerking komen.

Aangezien het Valysvervoer alleen geldt voor vervoer vanaf 5 OV zones, ontstaat bij sommige gemeenten een “gat” tussen het WVG-zorgplichtgebied en de Valys.

Het gemeentelijk zorgplichtgebied strekt zich volgens uitspraken van de Centrale Raad van Beroep uit tot het kunnen bereiken van bepaalde bestemmingen (winkels, sporthallen zwembaden, een station en een ziekenhuis), dus een zorgplicht op maat en niet gefixeerd op zones.

In Delft speelt dit probleem niet aangezien met de Regio Taxi bijna alle 5 zones te bereiken zijn. In een klein deel van de 5e zone (regio Rotterdam), waarin de Regio Taxi geen vervoersgebied kent kan bij gebleken vervoersbehoefte maatwerk worden geleverd door de Regio Taxi aan de WVG-reiziger. Hiervan is tot nu toe geen gebruik gemaakt.

 

2.2.2 Financiële tegemoetkomingen

Heronderzoek vervoersvoorzieningen

Het heronderzoek betrof 220 dossiers waaraan een periodieke financiële tegemoetkoming in kosten van het vervoer voor binnen en/ of buiten Delft in het verleden is toegekend. Het toen geldende verstrekkingenbeleid kwam niet meer overeen met het huidige beleid door jurisprudentiële ontwikkelingen en gemeentelijke maatregelen. Voor 56 complexe dossiers was een medische herindicatie nodig. Acht dossiers zijn direct beëindigd omdat de tegemoetkoming onterecht werd ontvangen. De cliënt had geen juiste gegevens of geen wijzigingen doorgegeven. Bij de stopzetting van de tegemoetkomingen op basis van veranderd beleid vindt een afbouwregeling plaats gedurende 6 maanden.

In verband met de afbouwregelingen vindt in 2005 een besparing plaats van € 46.000,-. Vanaf het tweede kwartaal 2006 zal een besparing plaatsvinden van € 150.000,- op jaarbasis. Dit is meer dan verwacht (€ 80.000,-).

De grootste besparing is gevonden in de financiële tegemoetkoming binnen/buiten Delft. Dit komt doordat het bovenregionaal vervoer sinds 1999 niet meer onder de zorgplicht van de gemeente valt als er geen sprake is van sociaal isolement.

 

2.2.3 Vervoersvoorzieningen in natura

Afschaffen oplaadkosten

Per 1 april 2004 is de oplaadkostenvergoeding (ad € 3,63  per maand) behorende bij een elektrische rolstoel en scootmobiel afgeschaft. Dit betroffen 607 dossiers. Hierop hebben 36 cliënten (6%) een bezwaarschrift ingediend, welke allen ongegrond zijn verklaard. In het algemeen gingen deze cliënten in bezwaar omdat zij de financiële ondersteuning niet zouden kunnen missen.

 

WVG-inkomensgrens en scootmobielen

Per 12 maart 2004 is de nieuwe verordening VG in werking getreden en vanaf deze datum wordt de WVG-inkomensgrens gehanteerd op 1,5X WWB-norm. De inkomensgrens wordt gebruikt bij het opstellen van de inkomenstoets. Een inkomenstoets wordt uitgevoerd voor vervoersvoorzieningen behalve collectief vervoer en voor woningaanpassingen boven het grensbedrag. Een te hoog inkomen leidt tot afwijzing van de aanvraag of bij woningaanpassing op basis van draagkracht een eigen aandeel in de kosten.

 

De afgewezen aanvragen zijn in algemene zin meegenomen in het Klanttevredenheidsonderzoek 2004 (KTO 2004, zie paragraaf 2.5.4). Uit dit rapport blijkt dat van de 682 respondenten 3% te maken had met een afwijzing in verband met een te hoog inkomen. Van het totaal aantal afgewezen respondenten (68) heeft meer dan de helft zelf maatregelen getroffen om de door hen gewenste situatie te creëren. De volgende alinea zal zich toespitsen op het effect van de verlaging van de inkomensgrens op scootmobielaanvragen.

 

Tabel 9. Aantal aangemaakte werkprocessen behorend bij een aanvraag scootmobiel op jaarbasis en het verloop

Jaar

Aanvragen

Verstrekking

Afwijzing

Intrekking

2003

310

248

43

19

2004

201

126

67

8

2005

160*

91*

55*

14*

 * geprognosticeerd aantal                                 Bron: GWS

 

In tabel 9 wordt een overzicht gegeven van het aantal aangevraagde scootmobielen per jaar. Hierbij is het resultaat van de aanvraag uitgesplitst in: het verstrekken van de scootmobiel, het afwijzen van de aanvraag en de tussentijdse intrekking (cliënt besluit de aanvraag af te breken).

Ten opzichte van 2003 is als eerste een afname in het aantal aanvragen zichtbaar. Wanneer naar de verhouding tussen aanvragen en afwijzingen wordt gekeken is een toename in het aandeel afwijzingen zichtbaar. Dit laatste wordt veroorzaakt door de verlaging van de inkomensgrens begin 2004. Of de afname in het aantal aanvragen ook voortkomt uit deze maatregel is niet met zekerheid te zeggen. Mogelijk zijn een aantal aanvragen niet ingediend omdat de cliënt al tot de conclusie kwam dat zijn inkomen te hoog was.

 

Uit reactie van de belangenorganisatie OGD[4] en de uitvoering blijkt dat cliënten met een medische indicatie voor een scootmobiel en een inkomen tussen 1,5 norm en 2x norm vaak problemen hebben met het zelf financieren van deze voorziening. De kosten van een scootmobiel kunnen variëren tussen € 2500,- en de € 7000,- (afhankelijk van type en aanpassingen).

Gezien de huidige financiële situatie van het WVG-budget wordt dan ook voorgesteld om per 01-02-2006 de ingevoerde bezuinigingsmaatregel te herstellen en de inkomensgrens ten aanzien van de scootmobiel te verhogen naar 2x WWB-norm.

 

Verwachting over extra te maken kosten voor scootmobielen in 2006 is:

Selectieadviezen

 

    6.000

Kosten verstrekking

 

 € 31.000

Kosten onderhoud

 

 € 10.000

Totaal

 

 € 47.000

 

2.2.4 Conclusie

  1. De contante betaling in de Regiotaxi zal om redenen van efficiency moeten worden afgerond op bedragen deelbaar door 5. Met ingang van 1 februari 2006 zal de ritprijs € 0,45 per zone bedragen.

2.       De besparing vanwege het Heronderzoek vervoer lijkt hoger uit te vallen (€150.000,- jaarbasis vanaf 1e kwartaal 2006)

3.       Vanwege ruimte in het WVG-budget wordt voorgesteld om per 01-februari 2006 de WVG-inkomensgrens ten aanzien van de scootmobiel te verhogen naar 2x WWB-norm (herstel van de ingevoerde bezuinigingsmaatregel).

 

2.3 Rolstoelen en hulpmiddelen

 

Met de nota stand van zaken WVG 2003 en de nota WVG januari 2004 zijn een aantal beleidskeuzes gemaakt. Hieronder op volgorde van de paragrafen:

 

2.3.1 Koopvoorziening/Contractafspraken Harting Bank

Hieronder volgt een beknopt overzicht met de afspraken met de Harting Bank:

-          Met de Harting Bank is een contract voor het kopen van voorzieningen voor de duur van 2 jaar aangegaan met een optie tot 2x verlengen voor de duur van 1 jaar.

-          Er is een hulpmiddelendepot opgesteld. Bij verstrekking zal eerst gekeken worden of het mogelijk is om een voorziening uit depot te verstrekken, voordat gekocht wordt.

-          Het uitstaande huurbestand wordt “druppelsgewijs” gekocht. Er is gekozen (nota Bestek, reg.nr 02/028682) om bij terugkomst van de huurvoorziening pas tot kopen over te gaan (behoudens niet rendabele voorzieningen).

-          Er is een terugkoopregeling voor voorzieningen die langer dan een half jaar in depot staan. De gemeente heeft hierbij de keuze om de voorziening te laten terugkopen door de leverancier.

 

2.3.2 Regionale depotvorming

Dit onderwerp is begin 2005 inhoudelijk verkend. Er is interesse bij de DWO gemeenten en er zijn (nog wel beperkt tot een paar grote leveranciers) mogelijkheden op de markt. Regionale depotvorming zal weer onder de aandacht komen bij een nieuwe aanbesteding. Dan is voldoende ervaring opgedaan met het beheer van het eigen depot. Een nieuwe aanbesteding wordt verwacht in 2007/2008.

 

2.3.3 PGB bij rolstoelen

Op 1 februari 2004 is een experiment van start gegaan om mensen met een indicatie voor een WVG-rolstoel zelf een adequate rolstoel aan te laten schaffen middels een door de gemeente beschikbaar gesteld budget. Deze pilot heeft een looptijd van 2 jaar.

Uit de resultaten van het Klanttevredenheidsonderzoek is gebleken dat circa éénderde van de respondenten die een aanvraag voor een rolstoel heeft ingediend, de keuze gehad heeft om deze ofwel in bruikleen te krijgen of deze aan te schaffen via het PGB. Het signaal dat de keuzemogelijkheid onvoldoende bekend was, is door het Panel Gehandicaptenbeleid reeds eerder afgegeven. Besloten is daarom de pilot te continueren en herziene afspraken te maken met het CIZ.

Tot nu toe heeft één cliënt een rolstoel aangeschaft via een PGB. in het algemeen vinden cliënten het ingewikkeld om zelf een rolstoel te zoeken en ervaren weinig of geen voordelen van een PGB. Het doel van het PGB is om keuzevrijheid/ zelfstandigheid te bieden. Voorgesteld wordt om binnen de procedure de mogelijkheden ter verruiming van de keuzevrijheid/ zelfstandigheid te onderzoeken.

 

2.3.4 Conclusie

1.       Er moet eerst voldoende ervaring zijn opgedaan met de huidige koopstructuur/depotbeheer alvorens het onderwerp “regionaal depot voor hulpmiddelen” verder kan worden onderzocht.

2.       Er is nauwelijks gebruik gemaakt van de PGB regeling bij rolstoelen. De regeling dient enerzijds meer bekend te worden bij de aanvragers en anderzijds meer aan te sluiten bij de wensen van de doelgroep.

 

2.4 Advisering

 

Naar aanleiding van de nota stand van zaken WVG 2003 en de nota WVG januari 2004 zijn werkafspraken, zoals de poortwachtersfunctie en kwaliteitsafspraken gemaakt. Daarnaast is vanaf 2005 het indicatieorgaan RIO DWO samengegaan met de andere RIO instellingen. Hieronder de paragrafen met informatie over deze onderwerpen:

 

2.4.1 Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ)

Vanaf 1 januari 2005 is het RIO DWO samengegaan met de andere RIO instellingen tot een landelijke organisatie, het CIZ . Dit in verband met de landelijk verplichte centrale uitvoering van de AWBZ-indicatiestelling. Wel blijft het CIZ fysiek verdeeld over de regiokantoren. Middels de nota “Begroting 2005/ Centralisatie AWBZ” is ingestemd om ook de WVG-indicatiestelling (en de indicatiestelling voor aanleunwoningen) bij het CIZ onder te brengen. In het hieruit volgende “Contract advisering WVG en andere voorzieningen” voor 2005 zijn de Delftse kwaliteitsafspraken opgenomen. Tevens is een boeteclausule opgesteld ten aanzien van de gemiddelde doorlooptijd van de WVG-adviezen en zal de marktconformiteit van de opgevoerde tarieven door het CIZ worden onderzocht. Er wordt verwacht dat de oplevering van de WVG-adviezen binnen de gestelde doorlooptijd blijft in 2005.

 

Voor 2006 heeft het CIZ de tarieven voor de indicering van WVG voorzieningen en sociaal medische voorzieningen landelijk geüniformeerd. Voor Delft is dit financieel gezien een neutraal of gunstige ontwikkeling. Naast de tarieven zijn ook de definities van de producten en de werkwijzen geüniformeerd.

 

2.4.2 De werkafspraken

Poortwachtersfunctie

Er is een poortwachtersfunctie opgesteld in samenwerking met het toenmalig RIO DWO. De gemaakte afspraken hebben geleid tot een scherpere controle aan de poort ten aanzien van het aannemen van daadwerkelijke WVG-aanvragen en doorsturen van aanvragen welke direct door de gemeente kunnen worden afgehandeld. Ook heeft de poortwachtersfunctie geleid tot een efficiënter proces rondom de inkomenstoets. Daar waar een inkomenstoets moet plaatsvinden is afgesproken dat het CIZ na de integrale indicatiestelling wacht op accoord vanuit de gemeente voordat zij passing en selectie uitvoeren. Op deze wijze wordt vermeden dat aanvragers na afloop van de passing pas horen dat zij niet in aanmerking kunnen komen voor een inkomensafhankelijke voorziening en worden onnodige passing/advieskosten vermeden.

 

Kwaliteitsafspraken

In 2004 werd de inhoud van de indicatierapportages veelvuldig te summier bevonden. Dit leidde tot vertragingen in de afhandeling van de aanvragen en een toename van de werkomvang bij het vakteam VG. Getracht is om door middel van kwaliteitsafspraken in het contract tot een gewenst product te komen. Kwaliteitsafspraken zijn richtlijnen waaraan de inhoud van de indicatierapportages moet voldoen zodat de gemeente daar een zorgvuldig besluit op kan nemen. Een door de gemeente uitgevoerde toets (juni 2005) wees uit dat deze afspraken nog niet optimaal zijn geïmplementeerd. Aan de hand van deze resultaten is een werkgroep WVG/CIZ opgericht. Dit moet leiden tot een verbetering van de kwaliteit eind 2005 (dan zal opnieuw een toets worden uitgevoerd).

 

 

 

2.4.3 Conclusie

  1. De landelijke tarieven CIZ 2006 zijn voor Delft financieel gezien positief.
  2. De poortwachtersfunctie zoals is bedoeld in de nota WVG 2004 functioneert naar behoren.
  3. Er zijn kwaliteitsafspraken gemaakt en vastgelegd in het contract. De implementatie daarvan zal zichtbaar moeten worden na het eerste kwartaal 2006.

 

2.5 WVG-uitvoering

 

Naar aanleiding van de nota`s “Stand van zaken 2003 en “WVG januari 2004” zijn een tweetal projecten opgezet. Dit zijn het project “Financieel beheer en informatiebehoefte WVG Delft” en het project “Nazorg”. Ook is in 2005 het Klanttevredenheidsonderzoek 2004 uitgevoerd. Hieronder de volgorde van de paragrafen:

 

2.5.1 Huidige stand van zaken vakteam

Ten aanzien van de huidige productieomvang heeft het vakteam geconstateerd dat thans werkomvang en capaciteit in evenwicht zijn. Er zijn geen achterstanden en er is geen externe inzet meer nodig. Alleen voor het verwerken van de bezwaarschriften is tot eind 2005 nog externe inzet nodig.

De afname in werkomvang wordt veroorzaakt door het verminderde aantal aanvragen. Deze afname is een landelijke tendens volgens het CIZ. Het in 2004 opgestelde (en grotendeels ingevoerde) maatregelenpakket zal voor 2005 deels hebben bijgedragen aan de afname van de werkomvang. Het kleiner aantal af te handelen aanvragen wordt namelijk gecompenseerd door een toename in het aantal uit te voeren inkomenstoetsen/ draagkrachtberekeningen en de eenmalige toename in het aantal bezwaarschriften.

 

2.5.2 Betere beheersing van de uitgaven WVG

In 2004 is de wijze van presenteren van uitgaven en begroting in het financieel systeem (Eagle) dusdanig aangepast, wat geleid heeft tot een beter beeld van de uitgaven. De monitoring naar type voorziening is verfijnd en de relatie tussen voorziening en uitgave is zichtbaar gemaakt. Dit was echter niet voldoende omdat enerzijds een deel van de uitgaven en alle administratieve handelingen via het informatiesysteem GWS verlopen. Anderzijds was door het nieuwe koopcontract voor WVG-hulpmiddelen de informatiebehoefte veranderd. Zodoende is in 2005 de focus gericht op het GWS, wat geleid heeft tot het project: “Financieel beheer en informatiebehoefte WVG Delft”.

In de eerste helft 2005 is dit projectplan opgesteld met als doel het in beeld brengen van de zaken die nodig zijn om de afdeling ten aanzien van financieel beheer eenvoudiger en effectiever te kunnen laten functioneren.

Hoofdlijnen van het project zijn:

-          het opzetten van een simpele, éénduidige en toegankelijke financiële administratie; hierbij staan overzicht en efficiënte controle als belangrijkste eigenschappen centraal.

-          het verkrijgen van zo betrouwbaar mogelijke informatie uit de systemen ten behoeve van management en afdeling op een zo eenvoudig mogelijke wijze.

Hiervoor zijn aanpassingen noodzakelijk m.b.t. de administratieve handelingen en binnen het systeem GWS, welke met de leverancier van dit systeem zijn doorgenomen. Dit heeft geleid tot een implementatieplan ten aanzien van:

-          uit te voeren aanpassingen aan het GWS zelf

-          uit te voeren aanpassingen aan de administratie (werkinstructies)

-          opleiding van medewerkers

Verwacht wordt dat begin 2006 de noodzakelijk aanpassingen zullen zijn ingevoerd.

 

2.5.3 Project “Nazorg” en heronderzoeken

Begin 2006 wordt gestart met het uitvoeren van nazorg op structurele basis. Doelstelling van de nazorg is om op cliëntniveau de tevredenheid over de geleverde voorziening te meten. In praktijk houdt het in dat consulenten een maand nadat de cliënt zijn voorziening heeft ontvangen contact opneemt. Door middel van een gerichte vragenlijst zal beoordeling plaatsvinden en kan direct worden ingespeeld op eventuele vragen of klachten. Dit om de kwaliteit en doelmatigheid van de dienstverlening te borgen en daar waar nodig te verbeteren. De mogelijkheid tot invoering van deze taak is gekoppeld aan de hiervoor beschreven aanpassingen aan het informatiesysteem GWS.

Uitgebreid onderzoek naar het al dan niet gebruiken van voorzieningen en veranderingen in de medische en/of sociale situatie van de cliënt vinden plaats in de heronderzoeken. Hieronder een overzicht van de heronderzoeken die in 2005/2006 zullen plaatsvinden.

 

Heronderzoeken 2006

In 2006 zullen heronderzoeken worden uitgevoerd op een tweetal terreinen:

1.       Kindvoorzieningen: deze voorzieningen zijn leeftijdgebonden. Periodiek wordt onderzocht of de voorzieningen nog adequaat zijn.

2.       Gebruik scootmobielen: onderzocht zal worden in hoeverre verstrekte scootmobielen gebruikt worden. Aanleiding is de praktijkervaring van de leverancier dat niet alle uitstaande voorzieningen ook daadwerkelijk worden gebruikt.

 

2.5.4 Klanttevredenheidsonderzoek 2004

Op hoofdlijnen blijkt uit het Klanttevredenheidsonderzoek (hierna KTO) 2004 dat ten opzichte van de meting uit 2000 de tevredenheid op alle fronten is toegenomen. Aandachtspunten zijn de bekendheid van de internetsite waarop gemeentelijke informatie staat over de WVG en de bekendheid met de mogelijkheid van een PGB bij rolstoelen. Voor meer gedetailleerde informatie wordt verwezen naar de nota KTO WVG (621098) en de rapportage.

Ter illustratie volgt hieronder een vergelijking met het KTO WVG van een redelijk vergelijkbare regiogemeente. De omvang van het onderzoek is in deze gemeente kleiner (aantal respondenten ong. 40% van Delft). De bevindingen in het kort:

-          Delft kent op het totaal aan verstrekkingen in 2004 een groter aandeel woonvoorzieningen en collectief vervoer.

-          In Delft is men meer tevreden met woonvoorzieningen ( in Delft 83% t.o.v. 69%) en vervoersvoorzieningen (in Delft 75%  t.o.v. 62,2%).

-          Ten aanzien van de rolstoelvoorzieningen zijn de cliënten in de regiogemeente net iets meer tevreden (in Delft 78% t.o.v. 80,7%).

 

2.5.5 Panel Gehandicaptenbeleid

Vanaf 1 april 2001 is de cliëntenparticipatie op het gebied van gehandicaptenbeleid verankerd in de Wet voorzieningen gehandicapten. De gemeente Delft heeft gekozen hier invulling aan te geven door het instellen van een instellingenpanel. Dit Panel Gehandicaptenbeleid bestaat uit vertegenwoordigers van zorgaanbieders en belangengroeperingen.Het Panel kan gevraagd en ongevraagd advies geven over gemeentelijk beleid en over gemeentelijke beleidsvoorstellen op het gebied van WVG en gehandicaptenzorg. Één en ander is vastgelegd in de Verordening Inspraak Gehandicaptenbeleid en het Protocol voor het Panel Gehandicaptenbeleid.

In 2004/2005 heeft het panel onder andere adviezen uitgebracht over:

-          Nota WVG 2004/ wijzigingsvoorstel Verordening Voorzieningen Gehandicapten

-          Wijzigingsvoorstel Vergoedingenbesluit WVG

-          Voorstel Verstrekkingenboek WVG

-          Nota Wonen, Zorg en Welzijn en de Notitie Prestatieafspraken Wonen, Zorg en Welzijn

-          Nota Éénmalige uitkering ten behoeve van chronisch zieken, gehandicapten en ouderen

-          Nota AV Delft

-          Vragenlijst Klanttevredenheidsonderzoek

-          Lokaal Verkeers- en Vervoersplan

-          Voortgang Pilot Persoonsgebonden Budget Rolstoelverstrekking

-          Plan van Aanpak WMO

 

In 2005 is een evaluatie van het Panel uitgevoerd. Informatie daaromtrent is terug te vinden in de nota Evaluatie Panel Gehandicaptenbeleid (620708).

 

2.5.6 Conclusie

1.       Voor 2006 wordt een kwaliteitsslag verwacht op het gebied van de financiële administratie en managementinformatie.

2.       In 2006 zal standaard nazorg worden verleend na verstrekking van een voorziening in natura.

3.       Het KTO 2004 kende een groei in de mate van tevredenheid in het algemeen ten opzichte van de meting in 2000.

 

2.6 Eindconclusie

 

Over het algemeen kan worden gesteld dat het opgestelde maatregelenpakket 2003/2004 effectief is geweest. Daarnaast is de door het CIZ gemelde landelijke daling in aanvragen is een belangrijke factor voor de onderbesteding van het budget. Nader onderzoek wees uit dat de grootste daling in het aantal grote woningaanpassingen (aanpassingen met kosten groter dan € 1.064,=) zit. Een mogelijke oorzaak zou kunnen zijn dat Delft de effecten gaat merken van de uitgevoerde opplusprogramma`s 2003/2004.

 

Door de ontstane budgettaire ruimte is het mogelijk om het huidige beleid te verruimen dan wel ingevoerde bezuinigingsmaatregelen te herstellen. Voorgesteld wordt om de inkomensgrens bij de aanvraag voor een scootmobiel terug te brengen naar 2x WWB-norm en om de tegemoetkoming in de verhuiskosten te verhogen naar € 2.348,-.

 

 

Hoofdstuk 3 Landelijke en regionale ontwikkelingen

 

In dit hoofdstuk wordt op beknopte wijze de mogelijke gevolgen van de nog in concept zijnde Wet Maatschappelijke Ondersteuning beschreven en komt de aanbesteding van het aanvullend vervoer (Regio taxi en Servicelijn) aanbod.

 

3.1 WMO

 

Op 1 juli 2006 zal de WVG worden opgenomen in de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO), althans dit is een voornemen van het rijk. Dit betekent behalve een technische aanpassing aan de huidige Verordening VG, ook mogelijk een door het rijk opgelegde 3-jarige zorgplicht voor huishoudelijke verzorging, rolstoelen en scootmobielen. Bij deze zorgplicht behoort ook de optie tot een PGB.

In het kort is de WMO een samenvoeging van een aantal zorg- en welzijnstaken op gemeenteniveau, waarvan een deel afkomstig vanuit het rijk en een deel al wordt uitgevoerd door de gemeente. De taken vanuit het rijk zullen gefaseerd worden toegevoegd aan de WMO. Als eerste zal de huishoudelijke verzorging worden overgeheveld. Meer informatie wordt gegeven in het “Plan van aanpak invoering WMO” (regnr. 620449). Essentiële punten voor Delft ten aanzien van de invoering van deze wet zijn:

-          De zorgvrager staat centraal en merkt zo min mogelijk van de overgang

-          overgangstermijn van 2 jaar hanteren voor de nieuwe taken

-          voortbouwen op wat er al is met zo min mogelijk bureaucratie

-          de samenwerking in de keten is essentieel en moet krachtig blijven gestimuleerd

-          daar waar mogelijk voor een regionale samenwerking kiezen

Voor de overgang van de WVG gelden deze uitgangspunten dan ook.

 

3.2 Aanbesteding collectief vervoer (Regio Taxi) 2006

 

Op 1 september 2001 is in de regio Haaglanden de Regiotaxi van start gegaan; in Delft is de Stadstax per 1 september 2002 geïntegreerd in de Regiotaxi. De gunning voor de uitvoering van de Regiotaxi is destijds door Haaglanden verleend aan Connexxion. Haaglanden heeft in 2003 het contract met Connexxion verlengd tot 1 september 2006.

 

De voorbereidingen voor het aanbestedingstraject, dat in 2006 plaatsvindt, zijn gestart. Haaglanden heeft inmiddels een inventarisatie gemaakt van aandachtspunten. Dit is mede opgesteld door de aangesloten gemeenten. De aandachtspunten hebben onder meer betrekking op de veiligheidseisen, de toegankelijkheid van de bussen, de vaste haltes en meetingpoints[5] of de marges rond vertrektijden. Deze punten worden verwerkt in een nieuw op te stellen vervoersreglement.

Haaglanden is verantwoordelijk voor het aanbestedingstraject. Delft is als deelnemende gemeente betrokken bij alle fases in dit traject.

Het panel Gehandicaptenbeleid heeft kennis genomen van de aanbesteding middels een presentatie door Haaglanden. Het panel vraagt aandacht voor:

-          de uitbreiding van de prioriteitsritten (gedacht werd aan theaterbezoek)

-          de lokatie van de huidige vaste haltes. De halte in De Veste zal na voltooiing van het Zuidpoortgebied worden verplaatst.

-          nieuwe vaste haltepunten, zoals het creëren van een vaste halte op de donderdag en de zaterdag bij het “Blauwe Hart” in het stadscentrum (van origine is de vraag om een vaste halte in het stadscentrum afkomstig van de stichting Ouderenwerk Delft)

Behalve dat de gemeente bovenstaande aandachtspunten heeft opgenomen in haar inventarisatie richting Haaglanden en zal ook de mogelijkheid tot het opstellen van meetingpoints meenemen.

 

Servicelijn in 2007

In het Lokaal Verkeers- en Vervoersplan (LVVP) is een voorstel opgenomen om met ingang van 2007 een servicelijn te laten rijden met vaste vertrektijden; het is een lokaal vervoerssysteem dat aansluit op het regionaal openbaar vervoer, maar met een verhoogde toegankelijkheid (verlaagde instap, electronische loopplank) en hulp bij het instappen. De servicelijn rijdt zonder overstap naar voorzieningen die belangrijk zijn voor minder mobielen en is als zodanig een aanvulling op de bestaande CVV.

 

 

 


Hoofdstuk 4 Begroting WVG 2006

 

In dit hoofdstuk zal op hoofdlijnen de begroting 2006 worden gepresenteerd. Aangezien de huidige realisatiecijfers een ander beeld geven dan was verwacht in de Productraming 2006-2009, zal de onderverdeling van de middelen binnen de WVG-begroting aangepast worden. Tevens zal de stand van zaken van de reserve WVG worden toegelicht.

 

4.1 Begroting 2006

 

Het verstrekkingenbudget is geïndexeerd met prijsstijging materieel (1,8% voor 2006). Tevens is een veiligheidsmarge opgenomen van 5%. Onder tabel 10 zal per post de opbouw nader worden toegelicht.

 

4.1.1 Budget 2006

Voor 2006 is totaal € 5.241.000,- beschikbaar. Dit is het verstrekkingenbudget, dus exclusief uitvoeringskosten en af te betalen lening oude regeling RGSHG (voor de komst van de WVG was dit een regeling waarin geldelijke steun voor huisvesting gehandicapten was gewaarborgd).

 

Tabel 10. Begroting 2006

 

Huidige Begroting 2006

Voorgestelde

Begroting 2006

in eurox1000

 

 

Advisering

729

380

Vervoersvoorzieningen

1710

1.958

waarvan kapitaallasten

 

449

Woonvoorzieningen

1718

1.370

waarvan kapitaallasten

 

98

Rolstoelen/hulpmiddelen

897

1.037

waarvan kapitaallasten

 

367

Totaal benodigd budget

5054

4.745

Beschikbaar budget

5.241

5.241

Resterend saldo

187

496

 

Hieronder wordt per kostenpost een uitleg gegeven over de voorgestelde wijziging (binnen de totale begroting).

 

Advisering

In de post Advisering is uitgegaan van 0% groei in aantallen en het CIZ tarief 2006. Ten aanzien van de maatregel “ verhogen inkomensgrens naar 2x WWB norm voor scootmobielen” is wel rekening gehouden met enige groei.

 

Vervoersvoorziening

In de Productenraming 2006 is uitgegaan van een groei van 9 a 11%. Ook voor 2006 zal deze trend worden gevolgd ondanks dat de realisatie van 2005 lager uitvalt dan de realisatie 2004. Dit omdat kapitaallasten en onderhoudskosten in 2006 zullen toenemen. Tevens zal de maatregel “ verhogen inkomensgrens naar 2x WWB norm voor scootmobielen” leiden tot een verhoging van de kosten. Een afname van de kosten zal gevonden worden in de afname van het aantal huurvoorzieningen en in de doorwerking van het heronderzoek Vervoer (zie par 2.2)

 

Woonvoorzieningen

In de Productenraming 2006 was uitgegaan van een groei van 18 a 19%. In 2005 is deze tendens doorbroken. Aangezien een duidelijke oorzaak niet is te vinden wordt voor 2006 uitgegaan van de gemiddelde realisatie 2004/2005. Hierbij is de maatregel “reparatie van de verhuiskosten” meegenomen alsmede de kapitaallasten voor de losse woonvoorzieningen.

 

Rolstoelen/hulpmiddelen

De post Rolstoelen/hulpmiddelen kent zijn basis in de huidige begroting 2006. In de Productenraming 2006 is uitgegaan van een stabilisatie. In de voorgestelde begroting is de toename in onderhoudskosten opgenomen.

 

4.1.2 Reserve WVG

 

Stand van de reserve

Per 31/12/2004                                                 € 418.593,12

Dotatie volgens begroting 2005                          € 142.704,00 +

Geprognosticeerde stand per 31/12/2005                        € 561.297,12

 

Geprognosticeerde stand reserve per 1-1-2006 na toevoeging verwachte onderbesteding 2005 en geraamde onderbesteding 2006: € 2.040.297,-.

 

Het verwachte voordelige exploitatieresultaat in 2005 en de geraamde onderbesteding 2006 wordt toegevoegd aan de Reserve WVG. Dit met het oog op de financiële risico’s vanuit de WVG zelf, maar ook met het oog op de financiële risico’s die de WMO met zich meebrengt (zie ook paragraaf 3.1.1.). Mocht bijvoorbeeld in de WMO de zorgplicht opgenomen worden voor de scootmobiel, dan legt dit een fors beslag op het WVG-budget. Wanneer meer zicht is op de invoering van de WMO zullen nadere besluiten worden genomen over de hoogte van het WVG-budget en de WVG/WMO-reserve.

 

4.2 Conclusie

 

De begrotingsopzet 2006 laat een ruimte zien tussen benodigd en beschikbaar budget zien van € 496.000,-. Dit wordt met name veroorzaakt door de daling in de kosten voor advisering. Het totaal benodigde budget voor WVG-verstrekkingen blijft ten opzichte van de huidige begroting 2006 min of meer hetzelfde (er heeft alleen verschuiving binnen de posten plaatsgevonden).

Vanwege de mogelijke financiële risico’s van de WMO wordt het voordelig exploitatieresultaat 2005 en de geraamde onderbesteding 2006 toegevoegd aan de reserve WVG. Wanneer meer zicht is op de invoering van de WMO zullen nadere besluiten worden genomen over de hoogte van het WVG-budget en de WVG/WMO-reserve.


Hoofdstuk 5 Voorstellen

 

U wordt voorgesteld om:

 

1.       Kennis te nemen van deze nota Stand van zaken WVG 2005.

 

2.       Per 01-02-2006 het zonetarief voor de WVG-gebruikers van de Regiotaxi, gebaseerd op de standaard blauwe strippenkaart, af te ronden naar door vijf deelbare bedragen. Deze wijziging op te nemen in het Vergoedingenbesluit VG en het Verstrekkingenboek VG.

 

3.       De tegemoetkoming in de verhuiskosten te verhogen naar € 2.348,- (prijspeil 2005) met ingang van 01-02-2006. Deze wijziging op te nemen in het Vergoedingenbesluit VG en het Verstrekkingenboek VG.

 

4.       De raad kennis te laten nemen van deze nota Stand van zaken WVG 2005 en de volgende voorstellen voor te leggen:

 

a.       In te stemmen met de vervanging van de huidige verstrekkingscriteria “plotseling en onvoorzien”, behorende bij de tegemoetkoming in de verhuiskosten, door het criterium dat bij verstrekking van een tegemoetkoming een verhuizing niet algemeen gebruikelijk dient te zijn. Deze wijziging gaat in per 01-02-2006. Deze wijziging op te nemen in de Verordening VG en het Verstrekkingenboek VG.

 

 

b.       In te stemmen met een verhoging van de WVG-inkomensgrens naar 2x WWB-norm bij de verstrekking van een scootmobiel per 01-02-2006. Deze wijziging op te nemen in de Verordening VG en het Verstrekkingenboek VG.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 



[1] Besluit rijksvergoeding WVG-woonvoorziening bij kosten gelijk/ hoger dan € 20.420,=

[2] Ouderenvervoer is kamer-tot-kamer-vervoer. Het vervoer van eigen huis naar een AWBZ dagopvang.

[3] Met duurzaam wordt bedoeld dat de woningen dusdanig zijn aangepast dat ze geschikt zijn voor hergebruik in kader van de WVG.

[4] Organisatie voor mensen met een lichamelijke handicap Delft

[5] Meetingpoint is een herkenbare lokatie waar de cliënt zich kan laten ophalen door de Regiotaxibus. Het kent geen vaste vertrektijden. Het betreft dus een vooraf afgesproken tijdstip. Voordeel van een meetingpoint is de herkenbaarheid, waardoor de kans op het missen van cliënt en bus sterk wordt verkleind.