nota

INSPRAAK

 

 

samenvatting en beantwoording inspraakreacties

ruimtelijke onderbouwing

 

GEBRUIKSWIJZIGING

PAND SURINAMESTRAAT 1

 

 

                                                                       gemeente Delft

december 2005

 


Inleiding 

 

Als centrumgemeente voor de regio Delft Westland Oostland is Delft verantwoordelijk voor de maatschappelijke opvang, vrouwenopvang en verslavingszorg. Vier Delftse instellingen voor dag- en nachtopvang zorgen er dagelijks voor dat mensen, die (tijdelijk) opvang nodig hebben, terecht kunnen in één van de opvangplaatsen in de stad.

Het Dienstencentrum is momenteel gevestigd aan de Oostsingel 76. Dit pand biedt onvoldoende ruimte om de dagopvang goed te huisvesten. Zo heeft de locatie geen afgeschermde buitenruimte.

Om deze reden is de gemeente op zoek gegaan naar een nieuwe locatie voor de dagopvang, waarop de huidige functie aan de Oostsingel 76 kan worden voortgezet. Burgemeester en wethouders hebben op 24 februari 2005 besloten de locatie Surinamestraat 1 aan te wijzen als locatie voor dagopvang. Omdat het gebruik van het pand Surinamestraat 1 ten behoeve van maatschappelijke doeleinden (waaronder dagopvang valt) niet past binnen het ter plaatse vigerende bestemmingsplan is een vrijstelling van het bestemmingsplan nodig. Ten behoeve van die vrijstelling is een ruimtelijke onderbouwing Gebruikswijziging pand Surinamestraat 1 opgesteld. De ruimtelijke onderbouwing heeft ter inzage gelegen van 20 september tot 17 oktober 2005 met de mogelijkheid tot het geven van schriftelijke inspraakreacties. De ter inzagelegging is gepubliceerd in de ‘Stadskrant’ van de gemeente Delft van 18 september 2005. Een advertentie is geplaatst op de gemeentepagina ‘Rijswijk RegelRecht’ van de gemeente Rijswijk in ‘Groot Rijswijk’ van 22 september 2005. Op 19 september 2005 zijn ruim 550 omliggende bedrijven en bewoners ook via een Nieuwsbrief geïnformeerd zijn over de ruimtelijke onderbouwing en over de inspraakperiode en de informatie- en inspraakavond.

 

De onderstaande personen/instanties hebben schriftelijk op de ruimtelijke onderbouwing gereageerd:

 

Ingekomen op 28 september 2005:

B1. J. Oldenkamp, Timorstraat 16, 2612 EH Delft

 

Ingekomen op 11 oktober 2005:

B2. F. Mazer, Pauwhof 163, 2289 BL Rijswijk

 

Ingekomen op 12 oktober 2005:

B3. M. de Bruin, Pauwhof 2, 2289 BH Rijswijk

B4. H. Driessen, Pauwhof 5, 2289 BH Rijswijk

 

Ingekomen op 13 oktober 2005:

B5. W. Bosschieter, Bonairestraat 10, 2612 GZ Delft

B6. P. v.d. Brul, Pauwhof 1, 2289 BH Rijswijk

B7. A.J.T. de Krijger, Pauwhof 172, 2289 BM Rijswijk

B8. H. Lenteslager, Pauwenstein 9, 2289 BS Rijswijk

 

Ingekomen op 14 oktober 2005:

B9. P.D. Andeweg, Pauwhof 95, 2289 BJ Rijswijk

B10. V.V.E. Delftweg 148 t/m 173 p/a: A.J.M. Laene, Delftweg 170, 2289 BG Rijswijk

B11. Belangenvereniging Onze Indische Buurt, secretariaat Soendastraat 15,

         2612 EK Delft

B12. O.J. Temmerman – v.d. Meer, Pauwhof 108, 2289 BK Rijswijk

 

Ingekomen op 16 oktober 2005:

B13. Auto Hi-Fi Corner B.V., Haagweg 129, 2612 CR Delft

B14. A.A. Boon, Pauwhof 156, 2289 BL Rijswijk

B15. Bruker AXS B.V., Oostsingel 209, 2612 HL Delft

B16. H.P. Kloor, Pauwhof 60, 2289 BJ Rijswijk

B17. P.J. Lander, Pauwhof 174, 2289 BM Rijswijk

B18. L. van der Lee en Zonen B.V., Haagweg 125, 2612 CR Delft

B19. Comité Pauwhof p/a: H. Roodenburg, Pauwhof 173, 2289 BM Rijswijk

B20. K.M. Schneider-Brinkhof, Pauwhof 148, 2289 BL Rijswijk

B21. G. Valstar Beheer Delft B.V., Zuideindseweg 24,  2645 BG Delfgauw

B22. F.A.M. Knoop, Soendastraat 1, 2612 EK Delft

 

Ingekomen op 18 oktober 2005:

B23. P.A.J. Bommele / A.C. de Groot, Pauwhof 151, 2289 BL Rijswijk

B24. P. van den Bosch, Zuideindseweg 57, 2645 BE Delfgauw

B25. M. op den Brouw, Pauwhof 61, 2289 BJ Rijswijk

B26. C. Guvener / C. Giray Guvener, Pauwhof 132,  2289 BL Rijswijk

B27. F.J. van der Kruk, Pauwhof 159, 2289 BL Rijswijk

B28. A.W.C. Neuteboom, Delftweg 137, 2289 BD Rijswijk

B29. S. Peters, Pauwhof 114, 2289 BK Rijswijk

B30. P.D.M. Vrins-van Alphen, Oostsingel 203, 2612 HL Delft

B31. M. Wishaupt, Pauwhof 142, 2289 BL Rijswijk

 

Ingekomen op 19 oktober 2005:

B32. St. Bedrijventerrein Vrijenban p/a: Van Diepen Van der Kroef Advocaten, t.a.v. E.D.         Drok, Postbus 9, 2501 CA Den Haag

B33. A.H.J.M. Pellemans, Soendastraat 15, 2612 EK Delft

 

De schriftelijke inspraakreacties zijn samengevat en beantwoord in onderdeel B van deze nota.

 

Op 3 oktober 2005 is de ruimtelijke onderbouwing toegelicht en is gelegenheid geboden voor mondelinge inspraak. Eén inspreker heeft van deze mogelijkheid gebruik gemaakt. De mondelinge reactie is samengevat en beantwoord in onderdeel C van de nota.

 

Alvorens in te gaan op de individuele inspraakreacties wordt in onderdeel A een algemene reactie gegeven op die onderwerpen die in de inspraakreacties het meest aan de orde zijn gesteld.

 


Onderdeel A:   Algemene reactie op meest gestelde inspraakreacties

 

Een groot aantal van de ingekomen inspraakreacties betreft de volgende onderwerpen:

I              Het proces tot nu toe

II              Overlast en beheerplatform

III             Effect op bedrijven in de omgeving

IV            Planschade

V             Maatschappelijke opvang

 

I            Het proces tot nu toe

Veel insprekers brengen naar voren dat andere locaties beter geschikt zijn voor de dagopvang dan de Surinamestraat. Voorts menen zij onder verwijzing naar het proces zoals dat tot nu toe is verlopen dat zij door het bestuur niet serieus worden genomen.

De dagopvang voor dak- en thuislozen en verslaafden is een voorziening die maatschappelijk absoluut noodzakelijk is, maar ook een voorziening die door de directe omgeving kan worden ervaren als overlast en waar om die reden protest van omwonenden kan worden voorzien. Daarom heeft de gemeente Delft het proces dat uiteindelijk heeft geleid tot de keuze voor deze locatie op uiterst zorgvuldige wijze doorlopen.

Omdat het college de mening van bewoners mee wilde laten wegen in de keuze van een locatie, zijn zes mogelijke locaties voorgelegd aan omwonenden en andere belanghebbenden. In het voorjaar van 2004 is een inspraakronde gehouden voor de locatie Beukenlaan/Van Miereveltlaan en de locatie Gasthuisplaats/Koornmarkt. Gedurende deze inspraak konden burgers tevens alternatieve locaties aandragen, in totaal werden 121 alternatieve locaties aangedragen en getoetst aan de hand van een 11-tal criteria:

 

1 Geschiktheid voor dagopvang

De locatie moet voldoende ruimte bieden om het programma van eisen van de dagopvang blijvend te kunnen realiseren. Het programma van eisen van de dagopvang is geconcretiseerd op 324 m². Er dient minimaal 36 m² aan buitenruimte gerealiseerd te kunnen worden. Voor de veiligheid in de dagopvang en ter voorkoming van overlast buiten is in het programma van eisen rekening gehouden met de mogelijkheid van een afsluitbare toegangsruimte.

2 Geschiktheid voor aanvullende activiteiten / buitenruimte

De locatie dient voldoende mogelijkheden te hebben voor het realiseren van een buitenruimte van minimaal 36 m². Deze buitenruimte dient af te scheiden te zijn van de omgeving en tijdens openingstijden alleen vanuit de dagopvang toegankelijk te zijn.

3 Situering ten opzichte van de binnenstad

Voor het goed kunnen functioneren van de dagopvang c.q. de bereikbaarheid van de doelgroep wordt de situering in of nabij de binnenstad essentieel geacht. De doelgroep bevindt zich voornamelijk in de binnenstad. Het criterium in of nabij de binnenstad is uitgewerkt in twee cirkels gelegen op respectievelijk 500 meter en 1 kilometer vanaf de Markt.

Op advies van de raadscommissie heeft het college het zoekgebied uitgebreid naar de rand van de kilometer (door zowel de raad als door insprekers is uitgesproken dat een geschikte locatie ‘niet op een meter hoeft af te kaatsen’).

4 Nabijheid station

Om te voorkomen dat de dagopvang een mogelijke aanzuigende werking zal hebben, is het noodzakelijk dat deze niet direct in de nabijheid van het station is gelegen. Locaties in het aangrenzende en open gebied rond het station alsook locaties gelegen binnen het open gebied zijn niet wenselijk.

Dit criterium is geconcretiseerd door het aanbrengen van twee cirkels rondom het stationsgebied.

5 Toegankelijkheid / beheersbaarheid politie / hulpverlening

Per locatie wordt een veiligheidsscan gemaakt. Deze scan richt zich op de vraag of een locatie bijzondere risico’s kent ten aanzien van:

a.       de mogelijkheid voor politie en medewerkers van het centrum zicht te hebben op de doelgroep in de omgeving van de dagopvang;

b.       de bereikbaarheid van de dagopvang voor hulpdiensten;

c.       het hebben van voldoende sociale controle in de omgeving;

d.       de aanwezigheid van functies met een (semi) openbaar karakter in de omgeving;

e.       de aanwezigheid van functies met een eigen veiligheidsrisico in de omgeving.

De veiligheidsscan is uitgevoerd door een extern bureau in overleg met de politie Haaglanden.

6 Eigendom / beschikbaarheid

Om de verplaatsing van de dagopvang binnen de beoogde periode van twee jaar mogelijk te maken dient de locatie met zekerheid binnen een periode van een jaar te verwerven of te huren te zijn.

7 Ligging binnen uitsluitend een woonomgeving

De locatie dient zo min mogelijk gevoelig te zijn voor overlast. De aanwezigheid van verschillende functies (met een openbaar karakter), veel verkeersbewegingen, en sociale controle verminderen de kans op het ontstaan van overlastsituaties.

8 Aanvoerroutes door woonbuurten

Zoveel mogelijk moet worden vermeden dat aanvoerroutes door woonbuurten lopen. Per locatie is vanaf de Markt het aantal meters aanvoerroute door woonbuurten gemeten. In de toetsing is het aantal meters met elkaar vergeleken.

9 Bestemmingsplan

Om de verplaatsing van de dagopvang binnen de beoogde periode van twee jaar mogelijk te maken dient het geldende bestemmingsplan binnen een jaar herzien te kunnen worden of moet een vrijstelling verleend kunnen worden.

10 Beperking ontwikkelingsmogelijkheden

Indien sprake is van een herontwikkeling van het omliggende gebied van de locatie, dient de dagopvang in deze herontwikkeling meegenomen te kunnen worden.

11 Financiën

De raad heeft een krediet van €1,1 miljoen ter beschikking gesteld voor de verwerving en verbouw van de alternatieve locatie. Daarnaast zal de opbrengst van het huidige pand aan de Oostsingel 76 ingezet kunnen worden voor de nieuwe locatie. De te verwachten kosten van de verplaatsing dienen te passen binnen het beschikbare budget van € 1,1 miljoen plus de opbrengst van het huidige pand aan de Oostsingel 76.

 

Uit de toetsing, waarbij gewerkt is met een score van ‘plussen en minnen’, zijn vier nieuwe mogelijke locaties naar voren gekomen, namelijk Crommelinplein/Zuidwal, Nijverheidsstraat, Staalweg en Surinamestraat. Deze locaties zijn eind 2004 ter inspraak voorgelegd. In december 2004 is de inspraakperiode van deze vier locaties afgerond.

Totaal zijn ruim 1200 reacties binnengekomen en verwerkt in twee nota’s ‘Beantwoording inspraak nieuwe locatie dagopvang’. Naast de inspraak is van iedere locatie een veiligheidsscan opgesteld en een (bouwkundig) haalbaarheidsonderzoek verricht. De scan is door onderzoeksbureau DSP uitgevoerd in samenwerking met de politie Haaglanden en de gemeente Delft.

Om een vergelijking op hoofdpunten tussen de zes mogelijke locaties mogelijk te maken is er voor gekozen de verschillende kenmerken van de criteria te waarderen met de termen goed, aandachtspunt, zwak of zeer zwak.

 

De uiteindelijke afweging tussen locaties is niet terug te brengen tot een eenvoudige rekensom. Inzichtelijk is gemaakt welke factoren doorslaggevend zijn geweest bij de keuze.

De veronderstelling dat een locatie op alle onderdelen goed moet scoren om uiteindelijk aangewezen te kunnen worden tot de beoogde locatie is onjuist. Het gaat steeds om een weging van factoren en die weging is zo volledig mogelijk in kaart gebracht in het voorgaande traject.

 

Na overleg met de commissie Werk, Zorg en Onderwijs op 17 en 21 februari, heeft het college op 24 februari 2005 besloten de Surinamestraat 1 aan te wijzen als nieuwe locatie voor de dagopvang en de locaties Nijverheidsstraat en Crommelinplein/Zuidwal als reservelocaties achter de hand te houden.

 

Uit het bovenstaande blijkt dat in het voorgaande traject een aantal ruimtelijke aspecten aan de orde is geweest die de gemeente van belang acht om tot een verantwoorde keuze voor een locatie voor de dagopvang te kunnen komen. De keuze voor de criteria en de verantwoording daarvan hebben al plaatsgevonden. Voor zover deze argumenten in de onderstaande inspraakreacties opnieuw aan de orde worden gesteld wordt voor de beantwoording daarvan verwezen naar die eerdere besluiten en de motivering daarvan.

 

Het college streeft er naar zo zorgvuldig en transparant mogelijk te handelen. Derhalve is er via diverse mediakanalen, brief, informatiekrant, informatie- en inspraakavond en website, gedurende het gehele proces gecommuniceerd over de plannen van de gemeente. Het bestuur meent door dit uitvoerige proces en het meenemen van zoveel locaties uiterst zorgvuldig met alle betrokken belangen te zijn omgegaan.

Op grond van het bovenstaande deelt het college niet de stelling van sommige insprekers dat zij burgers in deze niet serieus heeft genomen. 

 

II         Overlast en het beheerplatform

Omwonenden en andere belanghebbenden vrezen dat de komst van het dagopvangcentrum gepaard zal gaan met (een toename van) overlast en criminaliteit. Men geeft daarbij aan dat de Surinamestraat in een bedrijvengebied ligt met weinig sociale controle, zeker in de avond.

 

Overlast

Hierbij is het van belang te kijken naar overlast die in de huidige locatie ervaren wordt en mogelijke risico’s die samenhangen met de komst van de dagopvang naar de Surinamestraat 1.

Over de huidige locatie kan het volgende worden gezegd. Het centrum wordt op werkdagen tussen 10:30 en 17:30 bezocht door gemiddeld ongeveer 50 tot 70 personen[T1] . Dit is in feite een betrekkelijk kleine groep. In die groep vormen drugsverslaafden een minderheid. De meeste bezoekers van het dienstencentrum hebben wel een nachtverblijf. Zij hebben een kamer in onderhuur, slapen bij kennissen of bezoeken de nachtopvang op de Houttuinen.

De overlast die het huidige centrum veroorzaakt hangt vooral samen met het niet hebben van een afgeschermde buitenruimte. Geregeld bevinden zich daardoor groepjes daklozen en/of verslaafden buiten het pand, waar omwonenden overlast van ervaren. Een nieuwe locatie voor het centrum is daarom alleen geschikt wanneer zich op de locatie zelf een afgeschermde buitenruimte bevindt.

Overlast ontstaat ook op het moment dat iemand aan de voordeur onenigheid krijgt over bijvoorbeeld de toegang tot het centrum. Om die reden is in het programma van eisen van de nieuwe locatie meegenomen dat het centrum beschikt over een toegangssluis achter de voordeur. Een voorziening die op de huidige locatie niet aanwezig is.

Het aantal meldingen bij de politie van overlast rond het huidige centrum is de afgelopen jaren, kijkend naar de politieregistratie, zeer beperkt geweest. In de periode 1998 tot en met 2004 zijn 45 meldingen van overlast bij de politie binnengekomen.

 

Voorts moet onderscheid worden gemaakt tussen overlast en onveiligheid die nu ervaren wordt in de omgeving van de Surinamestraat en de toekomstige situatie wanneer de dagopvang hier gehuisvest is. Overlastrisico’s van de dagopvang kunnen redelijkerwijs niet gelijk gesteld worden met de algemene problematiek van criminaliteit en veiligheid. De criminaliteitscijfers in de omgeving van de huidige locatie bijvoorbeeld wijken niet af van het algemene beeld in Delft. Op dit moment vinden de voorbereidingen plaats voor de nulmeting leefbaarheid en veiligheid beheergebied Surinamestraat e.o. Deze nulmeting zal de overlast- en veiligheidssituatie weergeven in de periode voorafgaand aan de opening van de dagopvang op de Surinamestraat en voorafgaand aan de te nemen extra maatregelen. Door de resultaten van latere metingen (na opening van de dagopvang) te vergelijken met die van de nulmeting ontstaat een objectief beeld van de eventuele invloed van de dagopvang op haar omgeving.

 

Voor alle mogelijke nieuwe locaties is eind 2004 veiligheidsscan uitgevoerd. Voor de Surinamestraat kwamen hier een aantal aandachtspunten in naar voren:

-          Het gebied wordt vroeg in de avond stil, waardoor sociale controle sterk afneemt.

-          Mogelijke hangplekken bij het water en de tramhalte.

-          De looproute door het Geerweggebied.

-          De aanwezigheid van het Mondriaancollege (ondanks het feit dat de school een andere oriëntatie heeft).

 

Ook bij insprekers bestaat enige vrees dat bezoekers zich na sluitingstijd ophouden rondom de dagopvang. Van belang is de vraag of deze risico’s verder beperkt kunnen worden en of er bij incidenten adequaat wordt gereageerd. Bij de locatie Surinamestraat valt te denken aan specifieke maatregelen in het tegengaan van hangen aan de waterzijde, zowel tijdens als na de openingsuren. Voorkomen moet worden dat bezoekers zich voor- en na sluitingstijd langdurig en in grote getale gaan ophouden in de buurt van de dagopvang, bijvoorbeeld aan de waterzijde. Dat houdt in dat voor de bezoekers van het centrum de regel moet gelden dat hanggedrag in de omgeving van de dagopvang niet is toegestaan. In beheerafspraken zou bijvoorbeeld opgenomen kunnen worden dat na sluitingstijd een ronde gemaakt wordt om na te gaan of de bezoekers van het centrum het bedrijventerrein inderdaad hebben verlaten.

 

Beheerplan en platform

Voorafgaand aan de komst van het centrum, maar zeker ook daarna, behoort een structureel overleg tussen omwonenden/belanghebbenden, dagopvang, politie en gemeente plaats te vinden om de gang van zaken in en om het centrum te bespreken en waar nodig bij te sturen. Het overleg moet resulteren in beheerafspraken, die worden vastgelegd in een beheerplan voor de omgeving.

Inmiddels zijn de voorbereidingen voor het opstellen van het beheerplan in volle gang. In het beheerplan maken de betrokken partijen afspraken over het beheer in de omgeving van de dagopvang. Deze afspraken kunnen een fysieke weerslag hebben (bijvoorbeeld het snoeien van bosjes, aanbrengen van verlichting), maar kunnen ook organisatorisch van aard zijn (te denken valt aan afspraken over het interne beheer van de dagopvang, het toezicht en sanctiebeleid van politie, het instellen van een klachtenmelding, maar bijvoorbeeld ook aan ideeën voor het ontwikkelen van een goede verstandhouding tussen de dagopvang en de omliggende buurt). In het beheerplan worden daarnaast ook afspraken gemaakt over het functioneren van structureel overleg (i.c. het beheerplatform i.o.) zelf. Er wordt een huishoudelijk reglement ontwikkeld, waarin afspraken staan over vergaderfrequentie, voorzitterschap, besluitvorming, evaluatie van het eigen functioneren, etc.

 

Het beheerplatform i.o. bereidt het beheerplan op dit moment voor. Hiertoe komt het één keer per drie weken bijeen. Ook na opening van de dagopvang op de Surinamestraat zal het beheerplatform in functie blijven. Het beheerplatform krijgt dan de belangrijke taak de dagelijkse gang van zaken rondom de dagopvang te monitoren en eventuele overlast te voorkomen dan wel zo snel mogelijk op te (laten) lossen.

In het beheerplatform i.o. hebben vertegenwoordigers van de volgende partijen zitting (november 2005): diverse afdelingen van de gemeente Delft, Politie, het Dienstencentrum, de doelgroep en het Mondriaancollege. Bewoners en bedrijven nemen vooralsnog geen deel in het beheerplatform i.o. De belangenverenigingen van de bewoners en bedrijven hebben de gemeente kenbaar gemaakt niet te willen deelnemen in het platform, zolang de ruimtelijke ordeningsprocedure nog loopt.

 

Toch worden ook de meningen, wensen en zorgen van de bewoners en bedrijven zoveel mogelijk bij het opstellen van het beheerplan betrokken. Zo worden de reacties uit (eerdere) inspraakrondes en uit de informatieavond van 14 maart en 3 oktober jl. betrokken bij het bepalen van te nemen beheermaatregelen. Daarnaast hebben bewoners en bedrijven medio november 2005 kunnen deelnemen aan drie wijkschouwen (Indische Buurt, bedrijventerrein Vrjjenban en Pauwhof/Delftweg). De wijkschouwen hadden tot doel mogelijke risicoplekken in het beheergebied Surinamestraat e.o. te benoemen en het eventuele probleem dat op deze plekken zou kunnen ontstaan na opening van de dagopvang op de Surinamestraat. In totaal hebben ruim 15 bewoners aan de schouwen deelgenomen. Vertegenwoordigers van het Mondriaancollege hebben in een aparte schouw de risicoplekken in de directe omgeving van de school benoemd.

 

Ondanks het feit dat de belangenverenigingen in de omgeving van de Surinamestraat hebben aangegeven op dit moment niet mee te willen praten over het beheer en eventueel te nemen maatregelen in de omgeving van de toekomstige dagopvang, blijft de gemeente Delft zo open mogelijk opereren met betrekking tot het toekomstige beheer. De belangenverenigingen, maar ook individuele bewoners en bedrijven, kunnen te allen tijde aanschuiven bij het beheerplatform i.o. en meepraten over het beheerplan en de te maken afspraken.

De verwachting is dat het beheerplan begin 2006 kan worden vastgesteld door het college van burgmeester en wethouders.

 

 

Onze conclusie op het gebied van veiligheid is dat, gezien de omvang en de aard van de groep die het dienstencentrum bezoekt, de aanpak rond buitenruimte en toegangssluis en de ervaringen van de laatste jaren de risico’s voor de Surinamestraat e.o. beperkt zijn. Dat neemt niet weg dat het belangrijk is structureel overleg te hebben tussen gemeente, politie, de dagopvang, omwonenden en ondernemers. Dat overleg moet leiden tot een beheerplan en regelmatige evaluatie van de gang van zaken. Daarbij horen ook een serieus sanctiebeleid van de dagopvang en afspraken over een snelle reactie van de hulpdiensten bij incidenten. Op deze wijze kan niet alleen het beperkte risico worden verkleind, maar moet ook het vertrouwen ontstaan dat wangedrag wordt aangepakt, waardoor uiteindelijk het gevoel van onveiligheid vermindert.

 

Naast het beheerplan dat zich richt op de openbare ruimte, is het ook belangrijk dat het interne beheer van de dagopvang goed georganiseerd is. Op dit moment werkt de dagopvang aan een concept voor het interne beheer en de bedrijfsvoering op de nieuwe locatie.

 

III          Effect op bedrijven in de omgeving

Insprekers verklaren dat de dagopvang een gevaar is voor de bedrijvigheid in het gebied. Klanten en personeel kunnen worden afgeschrikt door de doelgroep.

 

Wat onder paragraaf II is gezegd over overlast geldt ook voor de omliggende bedrijven. Wanneer voldaan wordt aan de gestelde eisen ten aanzien van gebouw en beheer acht het college het onwaarschijnlijk dat bedrijven schade lijden als gevolg van de komst van de dagopvang.

 

Het college acht het daarbij wel van groot belang dat omliggende bedrijven deel uit gaan maken van het beheerplatform. Zij heeft de bedrijven daartoe uitgenodigd. Het college kan de bedrijven echter niet dwingen. Zij zijn op elk moment van de procedure welkom in het beheerplatform of om input voor het beheerplan aan het beheerplatform te leveren.

 

IV       Planschade

Insprekers vrezen dat de waarde van hun pand of de opbrengst van hun onderneming zal dalen door de komst van de dagopvang en vragen zich af hoe de gemeente omgaat met de planschade.

 

Voor de realisatie van de dagopvang moet een vrijstellingsprocedure gevolgd worden, aangezien de huidige bestemming maatschappelijke activiteiten niet toestaat. Indien belanghebbenden menen schade te lijden als gevolg van het wijzigen van het planologisch regime (de wijziging van het bestemmingsplan onder andere door vrijstellingverlening op grond van artikel 19 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening), kunnen zij na de vrijstellingsprocedure bij de gemeenteraad een verzoek indienen om vergoeding van zogenoemde "planschade" als bedoeld in artikel 49 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening. Dat verzoek moet worden ingediend op een planschadeformulier dat aan de publiekbalie verkrijgbaar is. Een dergelijk verzoek wordt voor advies voorgelegd aan een onafhankelijk adviesbureau, waarna het college van burgemeester en wethouders een besluit neemt. Dat besluit is vatbaar voor bezwaar en beroep.

 

V Maatschappelijke opvang

 

Meerdere insprekers stellen vragen over het beleid van de maatschappelijke opvang en de (regionale) rol van de gemeente hierin.

 

Doelstelling en ontwikkeling maatschappelijke opvang

De gemeente heeft volgens de Welzijnswet een zorgplicht, maatschappelijke opvang en verslavingszorg maken hier onderdeel van uit. De doelstelling van maatschappelijke opvang in Nederland is: het bieden van tijdelijk verblijf gekoppeld aan zorgverlening en begeleiding en/of het wegnemen van crises.

Cliënten in de maatschappelijke opvang hebben meestal een combinatie van psychische of psychiatrische problemen, relatieproblematiek en problemen als gevolg van lichamelijk- of seksueel geweld, verslavings- of financiële problemen. Het gaat niet alleen om dak- en thuislozen maar ook om mishandelde vrouwen en hun kinderen. In Delft wordt gestreefd naar een zorgketen (preventie, zorg, nazorg), een vraaggestuurd en samenhangend aanbod en aandacht voor risicogroepen. Dit gebeurt onder andere door herstructurering van de sector (fusie tussen de verschillende opvangstichtingen) en samenwerking met andere partners (zoals politie, maatschappelijk werk, verslavingszorg, GGZ, schuldhulpverlening, etc.).

De gemeente heeft hierin de regiefunctie en ontvangt een doeluitkering vanuit het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Delft is één van de 48 centrumgemeenten voor maatschappelijke opvang en verslavingszorg en is verantwoordelijk voor de regio Delft, Westland, Oostland. Dat zijn de gemeenten Westland, Midden-Delftand, Pijnacker-Nootdorp, Bleiswijk, Bergschenhoek, Berkel en Rodenrijs.

 

In het gebied Delft, Westland, Oostland (DWO) houden vier instellingen zich met maatschappelijke opvang en vrouwenopvang bezig. Het gaat om vier instellingen van verschillende grootte met ieder een eigen doelgroep. De Stichting Dienstencentrum over de Brug is -gemeten naar het personeelsbestand- relatief klein in omvang. De Stichting ontvangt een subsidie van de gemeente Delft, waaraan prestatieafspraken zijn gekoppeld.

De doelgroep van de dagopvang bestaat uit daklozen en alcohol- en drugsverslaafden. De meeste bezoekers van het dienstencentrum hebben echter wel een nachtverblijf. Zij hebben een kamer in onderhuur, slapen bij kennissen of maken gebruik van de nachtopvang op de Houttuinen. Redenen voor dakloosheid zijn bijvoorbeeld oplopende schulden, uithuiszettingen, echtscheiding of het beëindigen van detentie. Het betreft voor het overgrote deel Delftenaren. Om de doelgroep beter in beeld te krijgen is de dagopvang in 2004 gestart met een bezoekersmonitor.

 

Voor het Dienstencentrum biedt de herstructurering van de sector de mogelijkheid de plaats in de keten en het aanbod voor cliënten te versterken en tegelijkertijd de bedrijfsvoering (denk aan personeelsbeleid en beheer van de accommodatie) te professionaliseren. De vier betrokken instellingen hebben in 2002 een convenant ondertekend, met als bijlage het rapport “Het oog op de toekomst”. In het rapport hebben zij een aantal beleidsuitgangspunten geformuleerd. In 2004 is een nieuwe Stichting opgericht, Maatschappelijke opvang en Vrouwenopvang (MOVO). MOVO werkt op dit ogenblik haar beleidsvisie verder uit, een nota hierover zal naar verwachting begin 2006 verschijnen. Per 1 januari 2007 moet de nieuwe organisatie voor Maatschappelijke Opvang en Vrouwenopvang (MOVO) een feit zijn.

 

Verslavingsbeleid

Nauw verbonden aan de maatschappelijke opvang is het verslavingsbeleid van de gemeente Delft. Het verslavingsbeleid richt zich op het tegengaan van verslaving en het begeleiden van verslaafden, maar heeft daarmee ook een belangrijke maatschappelijke functie als het gaat om terugdringen van overlast en criminaliteit. De centrale doelstelling van het alcohol- en drugsbeleid is het ontmoedigen van gebruik van genotmiddelen en het beperken van de risico’s van het gebruik voor de gebruiker zelf, diens omgeving en de maatschappij als geheel. Dit betekent dat:

-          zoveel mogelijk startend gebruik moet worden tegengegaan en indien er wordt gebruikt er voor te zorgen dat dit verstandig gebeurt (door middel van preventie).

-          aan verslaafden zorg verleend wordt waarbij gestreefd wordt naar onthouding of gecontroleerd gebruik.

-          gebruikers en verslaafden de aansluiting bij de maatschappij niet verliezen dan wel weer terug krijgen (door middel van maatschappelijk herstel).

Parnassia biedt verslavingszorg aan in Delft. In de regio Delft/Westland/Oostland bestaat een uitgebreid voorlichtingsprogramma rond alcohol en drugs dat sterk op jongeren gericht is. Verslaving heeft niet alleen medische- maar ook veel psychosociale aspecten in zich. Bij Dienstencentrum over de Brug gaat het in de eerste plaats om dagopvang en niet om zorg. Parnassia en het dienstencentrum verwijzen waar nodig aan elkaar door en consulteren elkaar. Verder werkt het dienstencentrum samen met GGZ Delfland. Mensen van het zogenaamde ‘bemoeizorgteam’ (waar ook Parnassia aan deelneemt) komen regelmatig over de vloer voor consultatie en voor bepaalde bezoekers met psychiatrische problematiek die ze in behandeling hebben genomen.


Onderdeel B: Beantwoording individuele schriftelijke inspraakreacties

 

B.1.      J. Oldenkamp

 

B.1.1    Samenvatting

De route naar deze locatie loopt 300 meter door woongebied en dat is teveel. Andere locaties zijn om minder afgevallen.

Antwoord

De route loopt ons inziens langs en niet door woongebied, voor de verdere beantwoording van uw reactie verwijzen wij naar onderdeel A.I ‘Het proces tot nu toe’ van het algemene gedeelte.

 

B.1.2    Samenvatting

Indien alle aspecten uit de veiligheidsscan opgevolgd worden, dient er een extra voetpad op de Reineveldbrug geconstrueerd worden. Inspreker verwacht niet dat de gemeente dit ter harte zal nemen, maar de gemeente dient aan te geven hoe het ontstane veiligheidsrisico opgevangen zal gaan worden.

            Antwoord

Voor beantwoording van uw reactie verwijzen wij naar onderdeel A.II ‘Overlast en beheerplatform’ van het algemene gedeelte. Uit ervaringen in andere steden met beheerafspraken blijkt dat op die wijze mogelijke veiligheidsrisico’s kunnen worden voorkomen. De extra opgang bij de brug is een aanbeveling die in de praktijk moeilijk uitvoerbaar is. De Van Reineveldbrug heeft aan de betreffende zijde alleen een fietspad. De brug is te smal om naast dat fietspad ook een voetpad aan te leggen.  

 

B.1.3    Samenvatting

22 locaties zijn vanwege de afstand afgevallen waaronder de fabriekshallen over de van Reineveldbrug en de brandweerlocatie die op slechts 994 meter van de Markt ligt. Er is een keuze gemaakt op basis van onvolledige informatie aangezien een zestal locaties eerder in aanmerking komen op basis van afstand tot de Markt dan de Surinamestraat. Deze zijn echter niet nader onderzocht. De afstand van de Surinamestraat tot de Markt is 1166 meter en valt daarmee buiten het criterium van 1000 meter. Er is met twee maten gemeten aangezien niet duidelijk is welk criterium is gebruikt om de Surinamestraat nader te onderzoeken en de overige locaties niet.

Antwoord

Voor beantwoording van uw reactie verwijzen wij naar onderdeel A.I ‘Het proces tot nu toe’ van het algemene gedeelte.

           

B.1.4    Samenvatting

Nadat in eerste instantie de afstand tot de zonnewijzer op de Markt maximaal 500 meter

mocht bedragen, heeft de gemeente onder druk van insprekers uit de eerste ronde het

zoekgebied opgerekt tot een hemelsbrede afstand van 1000 meter aangezien dit voordelen

zou bieden bij de beperking van de overlast en de handhaving door de politie. Maar

insprekers uit de binnenstad hebben dit alleen voorgesteld om de kans te verkleinen dat de

dagopvang in hun achtertuin gevestigd zou worden. Dit is dus niet gedaan om de doelgroep

beter te bedienen of de politie te behagen.

            Antwoord

Voor beantwoording van uw reactie verwijzen wij naar onderdeel A.I ‘Het proces tot nu toe’ van het algemene gedeelte.

           

B.1.5    Samenvatting

De gemeente zal de eigenaar het huidige pand laten verbouwen voordat de koop gesloten zal worden. De verbouwing is daarmee onderdeel van de koop en dat is in strijd met de regels rond aanbestedingen die na de bouwfraude verder zijn aangescherpt.

            Antwoord

Regels over aanbesteding vallen buiten het bestek van de ruimtelijke afweging van de functiewijziging. Ten overvloede merken wij op dat de wijze waarop opdracht verleend zal worden voor de verbouwing niet in strijd is met de regels die omtrent overheidsaanbestedingen zijn geformuleerd.

           

B.1.6    Samenvatting

In de raadsvergadering afgelopen winter is gezegd dat er openbaar groen rond de Surinamestraat zal moeten verdwijnen. Hierdoor zal de leefbaarheid worden aangetast en zal men ingeklemd worden in het asfalt.

            Antwoord

De uitspraak dat openbaar groen zal moeten verdwijnen is niet op deze wijze in de commissievergaderingen van februari jl. verwoord. Wel is ingegaan op het beheer van de nieuwe locatie en het beheerplan wat hiertoe zal worden opgesteld. Op basis van de geïnventariseerde knelpunten, zullen in het plan voorstellen worden gedaan om deze te verhelpen (het snoeien van een bossage kan hier mogelijk onderdeel van uitmaken). Voor de verdere beantwoording van uw reactie verwijzen wij naar onderdeel A.II ‘Overlast en beheerplatform’ van het algemene gedeelte.

           

B.1.7    Samenvatting

De locatie aan de Nijverheidstraat zou ongeschikt zijn vanwege het LPG-vulpunt maar dat zou toch al moeten verdwijnen indien een projectontwikkelaar daar aan de slag zou gaan.

            Antwoord

De ruimtelijke onderbouwing heeft betrekking op de vrijstelling van het bestemmingsplan van de Surinamestraat 1. In onderdeel A.I ‘Het proces tot nu toe’ staat beschreven welke stappen zijn gezet ten aanzien van de locatiekeuze (waaronder de weging van de mogelijke locaties) en de aanwijzing van de locatie Surinamestraat 1. Op de website zijn de onderliggende nota’s te vinden, tevens kunt u ze desgewenst opvragen via dagopvang@delft.nl of telefoon 015 219 5330.

           

B.1.8    Samenvatting

De locatie aan de Koornmarkt is om onduidelijke redenen afgevallen, alleen de beheersbaarheid dient nader te worden onderzocht.

            Antwoord

Voor de beantwoording van uw reactie verwijzen wij naar het antwoord genoemd onder B.1.7.       

 

B.1.9    Samenvatting

De locatie aan de Oostsingel 123 is onlangs aangekocht door een gemeenteraadslid. Hier zijn diverse bedrijven gehuisvest. Punt 7 krijgt hier een min maar 300 extra meter is bij andere locaties geen reden om ze ongeschikt te verklaren.

            Antwoord

Voor de beantwoording van uw reactie verwijzen wij naar het antwoord genoemd onder B.1.7.

 

B.1.10  Samenvatting

De argumentatie uit de veiligheidsscan van DSP is zeer slecht. Dat blijkt uit het rapport van SAVE waarin alle argumenten van de omwonenden tegen de komst van de opvang worden bevestigd. De gemeente neemt deze argumenten niet serieus. De belangen van omwonenden zijn wederom niet meegewogen.

            Antwoord

Voor beantwoording van uw reactie verwijzen wij naar de reactie van het college op het rapport van SAVE/Oranjewoud, gepresenteerd op de website van de gemeente. In de reactie geeft het college aan dat er in de quickscan geen nieuwe feiten naar voren komen of argumenten die aanleiding zijn om de locatiekeuze ter discussie te stellen. Het bureau komt wel tot andere conclusies. Maar deze worden niet gedeeld door het college. Het college ziet dan ook geen enkele aanleiding om het besluit van 24 februari 2005 opnieuw ter discussie te stellen. Het rapport bevat wel een aantal zienswijzen die van nut kunnen zijn bij het opstellen van het beheerplan dat helpt om te komen tot een goede inpassing van de dagopvang op de Surinamestraat.

           

B.1.11  Samenvatting 

De gemeente zou locatie nummer 14 (Watertoren bij DSM/Gist Brocades, Kalverbos) in heroverweging moeten nemen aangezien de watertoren voor 1 euro is verkocht maar de eigenaar geen kans heeft gezien zijn plannen uit te voeren i.v.m. ontbrekende financiële middelen.

            Antwoord

De Watertoren is inmiddels aangekocht en de verbouwing is gestart. Voor de overige beantwoording van uw reactie verwijzen wij naar het antwoord genoemd onder B.1.7.

 

B.1.12  Samenvatting

Locatie nummer 12 (Loods, Nieuwe Plantage 109) zou geschikt verklaard moeten worden aangezien er per definitie geen loodsen in ‘uitsluitend woongebied’ staan. Het argument is fout.

            Antwoord

Voor de beantwoording van uw reactie verwijzen wij naar het antwoord genoemd onder B.1.7.

 

B.1.13  Samenvatting

Locatie nummer 31 (Scheepsmakerij pakhuis / Hertog Govertkade) zou geschikt verklaard kunnen worden indien de locatie ingericht kan worden zonder de grond te beroeren aangezien een ‘schone grond verklaring’ dan niet aan de orde is. Ditzelfde principe wordt nu toegepast op de locatie aan de Surinamestraat.

            Antwoord

Door de eigenaar is  een bodemonderzoek uitgevoerd, uit dit onderzoek is gebleken dat de locatie geschikt is voor de huidige en toekomstige bestemming. Voor de overige beantwoording van uw reactie verwijzen wij naar het antwoord genoemd onder B.1.7.

 

B1.14   Samenvatting

Er is sprake van belangenverstrengeling aangezien de buurt van de Surinamestraat op veilige afstand van de woonomgeving van raadsleden en wethouders is gelegen.

            Antwoord

De afweging van belangen heeft op een volstrekt objectieve wijze plaatsgevonden, waarbij de vooraf gestelde criteria allereerst geëxpliciteerd zijn en vervolgens toegepast zijn op de diverse in aanmerking genomen locaties. Noch bij het opstellen van de criteria noch bij het toepassen daarvan heeft sturing naar een bepaald resultaat voorgezeten.

 

B.1.15  Samenvatting

Er is voor de locatie aan de Surinamestraat gekozen op basis van onvolledige informatie aangezien een zestal andere locaties eerder in aanmerking komt op basis van afstand tot de Markt maar deze zijn niet nader onderzocht. Er is nooit gesproken over een criterium van 1166 meter als afstand tot de Markt. Op grond hiervan hadden 20 andere locaties ook nader onderzocht moeten worden. Het criterium dat gebruikt is om de Surinamestraat wel nader te onderzoeken en de overige locaties niet wordt nergens vermeld.

            Antwoord

Voor beantwoording van uw reactie verwijzen wij naar onderdeel A.I ‘Het proces tot nu toe’ van het algemene gedeelte.

 

B.1.16  Samenvatting

De investeringen in het gebouw worden over 40 jaar afgeschreven om de kosten binnen het budget te krijgen. Maar het huidige gebouw is een oud gebouw dat al ruim voor die tijd vervangen zal moeten worden.

            Antwoord

De bouwkundige voorzieningen die in het pand uitgevoerd gaan worden garanderen een instandhouding van het pand gedurende een periode van 40 jaar. 

 

B.1.17  Samenvatting

De buitenruimte is niet realiseerbaar. Een inpandige patio lukt waarschijnlijk al niet.

            Antwoord

Deskundigen die het pand bouwkundig hebben onderzocht hebben een positief advies gegeven over de uitvoerbaarheid van een patio op de eerste verdieping.

Één van de eisen aan de nieuwe locatie betrof het criterium dat de locatie een afgeschermde buitenruimte moest bieden van minimaal 36 m². Op de Surinamestraat is het mogelijk om een buitenruimte te realiseren, op dit moment wordt door de architect een variant uitgewerkt met een patio op de eerste verdieping.

 

B.1.18  Samenvatting

Er gaan geruchten dat er wel degelijk plannen zijn om het gebied rond de Surinamestraat te herontwikkelen.

            Antwoord

De herontwikkeling van het gebied rond de Surinamestraat is voor een belangrijk deel afhankelijk van de ontwikkeling van het bedrijven terrein van DSM en Calvé. Om die reden zal de zogenoemde scheg aan de overzijde van dit bedrijventerrein onderdeel uit gaan maken van het bestemmingsplan voor dat bedrijventerrein. Over die mogelijke herontwikkeling van dat terrein wordt op bestuurlijk niveau overleg gevoerd. Pas als daar meer duidelijkheid over is zal onderzocht worden welke ontwikkelingen voor het gebied rond de Surinamestraat mogelijk en wenselijk zijn.

Vestiging van de dagopvang zal de ontwikkelingen niet in de weg staan.

 

B.1.19  Samenvatting

Er zal weinig sociale controle zijn aangezien er nauwelijks verkeer is in de buurt. Er komen slechts bezoekers van bedrijven.

            Antwoord
Voor beantwoording van uw reactie verwijzen wij naar onderdeel A.II ‘Overlast en beheerplatform’ van het algemene gedeelte. De dagopvang is dagelijks geopend van 10:30u tot 17:30u en vervult geen nachtopvangfunctie. De meeste bezoekers van het dienstencentrum hebben wel een nachtverblijf; zij hebben  een kamer in onderhuur, slapen bij kennissen of maken gebruik van de nachtopvang op de Houttuinen. Desalniettemin moet ervoor gewaakt worden dat groepen bezoekers zich voor en na sluitingstijd gaan ophouden in de buurt van de dagopvang, bijvoorbeeld aan de waterzijde. Er valt te denken aan specifieke maatregelen in het tegengaan van hangen aan de waterzijde, zowel tijdens als na de openingsuren. Daarnaast kan gedacht worden aan het maken van een ronde na sluitingstijd om er zeker van te zijn dat alle bezoekers het bedrijventerrein hebben verlaten.

 

B.1.20  Samenvatting

Wat zal de reactie zijn van de gemeente als blijkt dat de dagopvang op deze locatie niet te handhaven is? Bewoners worden nu opgeofferd.

            Antwoord

Voor beantwoording van uw reactie in algemene zin verwijzen wij naar onderdeel A.II ‘Overlast en beheerplatform’ van het algemene gedeelte. Daaruit blijkt dat wij er van uit mogen gaan dat de dagopvang op deze locatie te handhaven is. Onze conclusie op het gebied van veiligheid is dat gezien de omvang en de aard van de groep die het dienstencentrum bezoekt, de aanpak rond buitenruimte en toegangssluis en de ervaringen van de laatste jaren de risico’s beperkt zijn. Dat neemt niet weg dat het belangrijk is structureel overleg te hebben tussen gemeente, politie, de dagopvang, omwonenden en ondernemers. Dat overleg moet leiden tot een beheerplan en regelmatige evaluatie van de gang van zaken. Daarbij horen ook een serieus sanctiebeleid van de dagopvang en afspraken over een snelle reactie van de hulpdiensten bij incidenten. Op deze wijze kan het beperkte risico worden verkleind, moet ook het vertrouwen ontstaan dat wangedrag wordt aangepakt, waardoor uiteindelijk het gevoel van onveiligheid vermindert.

 

B.1.21  Samenvatting

In de veiligheidsscan heeft men niet de aangrenzende buurt rond de Timorstraat/Soendastraat meegenomen en de winkels in de Ternatestraat. Deze zullen een grote aantrekkingskracht op de daklozen hebben.

            Antwoord

In de veiligheidsscan is alleen die omgeving meegenomen waarvan redelijkerwijs verwacht kan worden dat de de doelgroep zich daar zal bevinden. De doelgroep is -ook in Delft- sterk geneigd de binnenstad op te zoeken. De redenen daarvoor zijn divers. De drukte biedt gebruikers of mensen zonder vaste verblijfplaats meer de anonimiteit dan een woonwijk en biedt ook een omgeving waarin aan de middelen kan worden gekomen om in de verslaving te voorzien. In de Delftse binnenstad zijn dan ook meerdere plekken waar daklozen/verslaafden elkaar ontmoeten. Gelet op het bovenstaande is het onwaarschijnlijk dat de doelgroep zich zal begeven in de buurt van de Timorstraat/Soendanstraat en de winkels van de Ternatestraat. Om die reden is voornoemde buurt niet in de scan meegenomen.

 

B.1.22  Samenvatting

De gemeente heeft consequent de vele argumenten van de bewoners gebagatelliseerd en weggewuifd. De inspraak lijkt hiermee slechts georganiseerd omdat de procedure dat zo wil. De belangen van de bewoners zijn niet meegenomen.

            Antwoord

Er is veel aandacht besteed aan een zorgvuldige afweging van belangen in het kader van de eerdere inspraakprocedures bij gelegenheid van de locatiekeuze. Er is veel aandacht besteed aan de beantwoording van de inspraakreacties. Dat daarbij de uiteindelijke uitkomst van de keuze die in het kader van de inspraakreacties is gemaakt, niet door inspreker wordt gedeeld, is duidelijk. Dit kan echter niet geweten worden aan de zorgvuldigheid in de procedure die is gevoerd.    

 

B.1.23  Samenvatting

De locatie op het Staalterrein zou geschikt verklaard kunnen worden aangezien de afstand door woongebied 350 meter bedraagt. Er wordt echter aangevoerd dat de locatie niet goed te overzien is, er teveel nisjes zijn en de locatie aan achterzijden van woningen gelegen is. De vele hangplekken in de Surinamestraat wegen kennelijk minder zwaar.

            Antwoord

De ruimtelijke onderbouwing heeft betrekking op de vrijstelling van het bestemmingsplan van de Surinamestraat 1. In onderdeel A. I ‘Het proces tot nu toe’ staat beschreven welke stappen zijn gezet ten aanzien van de locatiekeuze (waaronder de weging van de mogelijke locaties) en de aanwijzing van de locatie Surinamestraat 1. Op de website zijn de onderliggende nota’s te vinden, tevens kunt u ze desgewenst opvragen via dagopvang@delft.nl of telefoon 015 219 5330.

 

B.1.24  Samenvatting

M.b.t. locatie 49 (Brandweerkazerne) is de afweging van de score van criterium 1 en 2 zeer subjectief. Hier kan men prima een aparte opgang en een buitenruimte creëren. De beheersbaarheid is hier een groot voordeel vanwege de nabijheid van het politiebureau.

            Antwoord

Voor de beantwoording van uw reactie verwijzen wij naar het antwoord genoemd onder B.1. 23.

 

B.1.25  Samenvatting

Locatie nummer 42 (plantsoen hoek Delfgauwseweg/Poortweg) zou geschikt gemaakt kunnen worden aangezien het herinrichten van een plantsoen minder ingrijpend is dan het creëren van een dagopvang aan de Surinamestraat. De overige criteria zijn positief en daarom had deze locatie voor een nader onderzoek in aanmerking moeten komen.

            Antwoord

Voor de beantwoording van uw reactie verwijzen wij naar het antwoord genoemd onder B.1. 23.

 

B.1.26  Samenvatting

Het is onduidelijk op basis van welke argumenten de gemeente locatie nummer 2 (Vlamingstraat 44, Leger des Heils) heeft afgewezen aangezien deze locatie door het Leger de Heils aan de gemeente wordt aangeboden.

            Antwoord

Voor de beantwoording van uw reactie verwijzen wij naar het antwoord genoemd onder B.1. 23.

 

B.1.27  Samenvatting

Locatie nummer 28 (GGD) scoort op alle punten goed. De reden waarom deze locatie dan alsnog is afgevallen moet te maken hebben met externe factoren zoals belangenverstrengeling. Klopt het dat deze locatie niet meer beschikbaar is? Heeft de gemeente niet beloofd deze locatie als reserve achter de hand te houden?

            Antwoord

Voor de beantwoording van uw reactie verwijzen wij naar het antwoord genoemd onder B.1. 23.

 

B.1.28  Samenvatting

Locatie nummer 8 is bijzonder geschikt. Het wachten is op een uitspraak van Vestia.

            Antwoord

Voor de beantwoording van uw reactie verwijzen wij naar het antwoord genoemd onder B.1. 23.

 

B.1.29  Samenvatting

De bodem van de locatie aan de Surinamestraat is gecontroleerd door de huidige eigenaar die stelt dat er geen problemen zijn. Het is bekend dat dit soort onderzoeken te manipuleren zijn. Zal de gemeente nog een onafhankelijk onderzoek laten doen?

            Antwoord

De opdrachtgever van het onderzoek is Bob Junius Beheer B.V. Voorafgaand aan het onderzoek is overleg geweest met de gemeente over de onderzoeksopzet. Het onderzoek is uitgevoerd door een onafhankelijk adviesbureau. Er is geen reden voor de gemeente om nogmaals bodemonderzoek te laten uitvoeren.

 

B.2.      F. Mazer

 

B.2.1    Samenvatting

Inspreker maakt bezwaar tegen de vestiging van de dagopvang in de Surinamestraat. Het belangrijkste bezwaar is dat, als bewoner van de Pauwhof te Rijswijk, men zijn kinderen straks niet meer met een gerust hart langs de Vliet, onder de Reyneltbrug door kan laten fietsen. De kinderen kunnen niet uitwijken naar een fietsroute over de Vrijebanselaan omdat de automobilisten, komend van de A13, deze weg als een racecircuit gebruiken.

            Antwoord

Voor beantwoording van uw reactie in algemene zin verwijzen wij naar onderdeel A.II ‘Overlast en beheerplatform’ van het algemene gedeelte. Wij voegen daaraan toe dat de dagopvang een kleinschalige voorziening is. Daarnaast kan door een goede inrichting van de locatie en beheer van de omgeving de kans op overlast en criminaliteit verder beperkt worden, –in objectieve zin- kan zo een voldoende niveau van veiligheid bereikt worden. Dat neemt niet weg dat het belangrijk is structureel overleg te hebben tussen gemeente, politie, de dagopvang, omwonenden en ondernemers. Dat overleg moet leiden tot een beheerplan en regelmatige evaluatie van de gang van zaken. Daarbij horen ook een serieus sanctiebeleid van de dagopvang en afspraken over een snelle reactie van de hulpdiensten bij incidenten. Op deze wijze kan het beperkte risico worden verkleind, moet ook het vertrouwen ontstaan dat wangedrag wordt aangepakt, waardoor uiteindelijk het gevoel van onveiligheid vermindert.

 

B.2.2    Samenvatting

Inspreker wil niet dat zijn kinderen geconfronteerd worden met rondhangende dagopvang individuen en het daaraan gekoppelde straatbeeld.

            Antwoord

Voor de beantwoording van uw reactie verwijzen wij naar het antwoord onder B.2.1.

 

B.2.3    Samenvatting

Het risico van een incident naar de kinderen van de inspreker zal sterk toenemen aangezien de bezoekers van de dagopvang niet behoren tot een categorie mensen die erg stabiel in gedrag en houding zijn.

            Antwoord

Voor beantwoording van uw reactie verwijzen wij naar het antwoord gegeven onder B 2.1.

 

B.2.4    Samenvatting

Inspreker zal, indien de plannen toch doorgaan, de gemeente aansprakelijk stellen indien zich een incident voordoet waarbij zijn kinderen betrokken zijn.

            Antwoord

Wij nemen deze reactie voor kennisgeving aan.

           

B.3.  M. de Bruin

 

B.3.1    Samenvatting

Inspreker maakt bezwaar tegen de komst van de dagopvang in de Surinamestraat en sluit zich aan bij de onderbouwing van de afwijzing van het Comité Pauwhof. De dagopvang zal veel onrust in de wijk veroorzaken.

            Antwoord

Voor beantwoording van uw reactie verwijzen wij naar onderdeel A.II ‘Overlast en beheerplatform’ van het algemene gedeelte. Omdat het hier gaat om een centrum voor dagopvang en met een aantal gerichte maatregelen overlast kan worden voorkomen deelt het college de opvatting van inspreker niet.

 

B.3.2    Samenvatting

De Mondriaan scholieren zullen gevaar lopen aangezien jongeren nog gemakkelijk te beïnvloeden zijn.

            Antwoord

Op zichzelf geldt ook voor de locatie van de Mondriaan-Onderwijsgroep

wat in onderdeel A II ‘Overlast en beheerplatform’ is gezegd. Mondriaan is ten noorden van de Surinamestraat gelegen. De doelgroep zal het centrum over het algemeen juist uit de

zuidelijke richting bezoeken. Het college ziet daarom geen duidelijke relatie tussen de

locatie Surinamestraat 1 en Het Mondriaan College.

De omgeving zal dan alleen kunnen zien dat bezoekers de locatie van het centrum

betreden en weer verlaten. Het enkele feit dat bezoekers van het centrum op die

manier zichtbaar zijn en looproutes van andere groepen kruisen beschouwen wij niet

als hinderlijk. Dat neemt niet weg dat het risico van overlast aanwezig blijft. Daarom

neemt Mondriaan deel aan het beheerplatform. 

 

B.3.3    Samenvatting

Er zijn twee gemeenten die met de problematiek te maken krijgen; wie zal de verschillende problemen oplossen? Er zal sprake zijn van een doorgeefsituatie.

            Antwoord

Op ambtelijk en bestuurlijk niveau is contact met de gemeente Rijswijk. De veiligheidsscan is in overleg met de politie Haaglanden voorbereid en uitgevoerd. Rijswijk valt ook onder politie Haaglanden. De veiligheidsscan geeft een karakterschets van de omgeving op hoofdlijnen. De gemeente zal bewoners van Rijswijk betrekken bij het vervolgproces en het beheerplan.

 

B.3.4    Samenvatting

De omvang van de problemen van deze categorie is te groot voor de directe omgeving en zal zeker veel onrust, onveiligheid en zwerven door de wijken veroorzaken.

            Antwoord

Voor beantwoording van uw reactie verwijzen wij naar onderdeel A.II ‘Overlast en beheerplatform’ van het algemene gedeelte. Omdat het hier gaat om een centrum voor dagopvang en met een aantal gerichte maatregelen overlast kan worden voorkomen deelt het college de opvatting van inspreker niet.

 

B.3.5    Samenvatting

Inspreker vertrouwt erop dat deze en andere argumenten zullen leiden tot een heroverweging die de locatie Surinamestraat als dagopvang zal uitsluiten.

            Antwoord

Voor wat betreft de heroverweging van de locatie Surinamestraat zullen wij alle inspraakreacties aan de hand van ons commentaar daarop af te wegen en naar aanleiding daarvan te besluiten de procedure al dan niet voort te zetten. Het is denkbaar dat wij naar aanleiding van de inspraakreacties tot de conclusie komen dat verdere voortzetting van de procedure als bedoeld in artikel 19 lid 2 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening niet verantwoord is. Indien wij van mening zijn dat de inspraakreacties een dergelijke conclusie niet rechtvaardigen, zullen wij de procedure voortzetten, waarbij overigens wederom de mogelijkheid bestaat tot het indienen van zienswijzen bij burgemeester en wethouders.

 

B.4.  H. Driessen

 

B.4.1    Samenvatting

Inspreker wijst de komst van de dagopvang in de directe woonomgeving af en sluit zich aan bij de onderbouwing van de afwijzing van het comité Pauwhof.

            Antwoord

De directe omgeving van de locatie Surinamestraat kent nauwelijks een woonfunctie. In de iets wijdere omgeving liggen wel woonwijken, maar die zijn door de Reineveldbrug of door het Mondriaan College afgescheiden van het gebied Surinamestraat. Het is wel denkbaar dat bezoekers van het centrum gebruik zullen maken van de looproute Oostsingel, maar die voert eerder langs dan door de woonwijk. Wij zien daardoor geen duidelijke relatie tussen de dagopvang en de woonomgeving. Dat neemt niet weg dat het wel degelijk van belang is ook uit een iets wijdere omgeving betrokkenheid te hebben in het beheeroverleg rond het centrum. Naar verwachting zal de doelgroep via de Reineveldbrug naar de dagopvang komen. Omdat de dagopvang een kleinschalige voorziening is en drugsgebruikers een minderheid van de bezoekers vormen en daarnaast door een goede inrichting van de locatie en beheer van de omgeving de kans op overlast en criminaliteit verder beperkt kan worden, kan –in objectieve zin- een voldoende niveau van veiligheid bereikt worden. Dat neemt niet weg dat het belangrijk is structureel overleg te hebben tussen gemeente, politie, de dagopvang, omwonenden en ondernemers. Dat overleg moet leiden tot een beheerplan en regelmatige evaluatie van de gang van zaken. Daarbij horen ook een serieus sanctiebeleid van de dagopvang en afspraken over een snelle reactie van de hulpdiensten bij incidenten. Op deze wijze kan het beperkte risico worden verkleind, moet ook het vertrouwen ontstaan dat wangedrag wordt aangepakt, waardoor uiteindelijk het gevoel van onveiligheid vermindert. Het feit dat looproutes elkaar kunnen kruisen beschouwen wij niet als hinderlijk.

 

B.4.2    Samenvatting

De extra overlast die een opvangcentrum kan veroorzaken omvat:

-          Bij slecht weer de hal van de voordeur van de inspreker gebruiken als schuilplaats, zowel overdag als ’s avonds. In de nabije omgeving zijn meer schuilplaatsen aan te wijzen waar de mensen van de dagopvang zich kunnen ophouden.

-          Inspreker heeft zicht op de tramhalte die gebruikt zal worden om naar de dagopvang te komen en verwacht problemen te ondervinden op de looproute naar de dagopvang.

-          De komst van de dagopvang verergert de overlast die nu al wordt veroorzaakt door de leerlingen van het Mondriaan College; drugsgebruik, gebruik van muren als openbaar toilet, achterlaten van rommel, het deponeren van peuken in brievenbussen. Hierdoor kan de inspreker geen gebruik maken van zijn voordeur en voelt zich als rolstoelgebruiker bovendien in een kwetsbare positie.

Antwoord

Voor beantwoording van uw reactie verwijzen wij naar onderdeel A.II ‘Overlast en beheerplatform’ van het algemene gedeelte.

 

B.4.3    Samenvatting

Inspreker vertrouwt erop dat deze en andere argumenten zullen leiden tot een heroverweging die de locatie Surinamestraat als dagopvang zal uitsluiten.

            Antwoord

Voor de beantwoording van uw reactie verwijzen wij naar het antwoord onder B.3.5.

 

B.5. W. Bosschieter

 

B.5.1    Samenvatting

Inspreker maakt bezwaar tegen de vestiging van de dagopvang aan de Surinamestraat. Er is niet eerlijk gewogen met de criteria. De locatie is totaal ongeschikt voor een voorziening als de dagopvang. Inspreker verwijst daarvoor naar het bijgevoegde rapport van het bureau SAVE.

            Antwoord

Voor beantwoording van uw reactie verwijzen wij naar de reactie van het college op het rapport van SAVE/Oranjewoud, gepresenteerd op de website van de gemeente. In de reactie geeft het college aan dat er in de quickscan geen nieuwe feiten naar voren komen of onderbouwingen die aanleiding geven om de locatiekeuze ter discussie te stellen. Het bureau komt wel tot andere conclusies. Maar deze worden niet gedeeld door het college. Het college ziet dan ook geen enkele aanleiding om het besluit van 24 februari 2005 opnieuw ter discussie te stellen. Het rapport bevat wel een aantal zienswijzen die van nut kunnen zijn bij het opstellen van het beheerplan dat helpt om te komen tot een goede inpassing van de dagopvang op de Surinamestraat.

 

B.5.2.   Samenvatting

De gemeente heeft op het allerlaatste moment nog even de Surinamestraat toegevoegd in de procedure en deze locatie weegt niet eerlijk t.o.v. andere locaties die dan al afgevallen zijn in het proces zoals bijv. de locatie Mierenveltlaan. De route is hier te lang en loopt door  een woonwijk, maar de situatie is identiek aan de situatie in de Surinamestraat. Volgens de gemeente loopt de route van de dagopvang bij de Surinamestraat over de brug terwijl in de realiteit de bezoeker langs het water en door de Indische buurt en langs de Geerweg zal lopen.

            Antwoord

Voor beantwoording van uw reactie verwijzen wij naar onderdeel A.I. ‘Het proces tot nu toe’ van het algemene gedeelte.

 

B.5.3    Samenvatting

Er is een aanzuigende werking van bezoekers uit andere steden door de tramverbinding met  Den Haag. Men kan in 10 minuten op Hollands Spoor zijn. Geen enkele locatie heeft een dusdanige aanzuigende werking door de ligging t.o.v. het openbaar vervoer. De eis van ligging t.o.v. het openbaar vervoer zou ook voor de tram moeten gelden.

            Antwoord

De dagopvang vervult een functie voor bezoekers uit de regio Delft, Westland en Oostland. Voor hen kan de tram een goede manier zijn het centrum te bezoeken. Bezoekers uit Den Haag/Rijswijk worden in het centrum niet toegelaten. Het heeft voor hen dus ook geen zin zich in het gebied te begeven. Het college is daarbij van mening dat de veiligheidsrisico’s in het stationsgebied en dergelijke risico’s rond de tramhalte zeer sterk van elkaar verschillen. Men kan er niet opgaan in de drukte, waardoor minder gelegenheid tot crimineel gedrag bestaat. Het college is niet met inspreker eens dat vanwege de tramhalte een aanzuigende werking op mensen van buiten de regio zal ontstaan.

 

B.5.4    Samenvatting

Er is geen enkele locatie die een grotere loopafstand heeft tot de Markt en derhalve de meeste overlast meebrengt voor de buurt waar de bezoekers van de dagopvang doorheen lopen. Vanaf deze locatie zijn er ook de meeste varianten van routes om naar de Markt te lopen en dit geeft overlast in verschillende woonwijken. Hierop is geen controle mogelijk door politie of dagopvang personeel.

            Antwoord

Voor de beantwoording van uw reactie in algemene zin verwijzen we u naar onderdeel A.II ‘Overlast en beheerplatform’ van het algemene gedeelte.

 

B.5.5    Samenvatting

Er is geen enkele locatie die zoveel mogelijkheden biedt om drugs te gebruiken in de omgeving van de dagopvang. Toezicht hierop door het personeel van de dagopvang is niet mogelijk vooral ’s avonds en ’s nachts. Er is een verlaten industrieterrein met vele donkere hoekjes en een brug.

            Antwoord

Voor de beantwoording van uw reactie verwijzen we u naar het antwoord gegeven onder B.5.4.

 

B.5.6    Samenvatting

Het vredige karakter van de vooral door oudere mensen bewoonde Indische buurt zal compleet worden verstoord doordat de bezoekers in de parkjes en op de bankjes zullen gaan rondhangen. De bewoners van Huize Monica zullen straks niet meer naar buiten durven aangezien ze niet voor zichzelf kunnen opkomen.

            Antwoord

Voor beantwoording van deze verwijzen wij u naar paragraaf A.II ‘Overlast en beheerplatform’ van het algemene gedeelte. Naar verwachting zal het overgrote deel van de bezoekers gebruik maken van de route Surinamestraat-Reineveldbrug-Binnenstad. Bezoekers zullen daardoor niet of nauwelijks door de Indische buurt lopen. Een andere mogelijke route loopt via de Oostsingel. Daarmee passeren ze de Indische buurt aan de rand van deze buurt. Omdat de dagopvang een kleinschalige voorziening is en drugsgebruikers een minderheid van de bezoekers vormen en daarnaast door een goede inrichting van de locatie en beheer van de omgeving de kans op overlast en criminaliteit verder beperkt kan worden, kan –in objectieve zin- een voldoende niveau van veiligheid bereikt worden. Dat neemt niet weg dat het belangrijk is structureel overleg te hebben tussen gemeente, politie, de dagopvang, omwonenden en ondernemers. Hoewel genoemde buurt door de Reineveldbrug wordt afgescheiden van de directe omgeving van het centrum en ook terzijde ligt van de aanlooproutes naar het centrum is betrokkenheid van bewoners van deze buurt in dit overleg mogelijk en gewenst.

 

B.5.7    Samenvatting

Er is geen sociale controle aanwezig want er zijn ook overdag te weinig mensen in de buurt. Alleen tussen 8 en 9 uur en om 16.00 uur als mensen van en naar hun werk gaan.

            Antwoord

Voor de beantwoording van uw reactie in algemene zin verwijzen we u naar onderdeel A.II ‘Overlast en beheerplatform’ van het algemene gedeelte.

           

B.5.8    Samenvatting

De gemeente dringt mensen iets op wat ze niet willen. De gemeente brengt overlast die men zou verwachten in het centrum naar de buitengebieden waar mensen wonen die dit juist niet wilden. Dit besluit is een typisch voorbeeld van een onbetrouwbare overheid.

            Antwoord

Voor beantwoording van uw reactie verwijzen wij naar onderdeel A.I ‘Het proces tot nu toe’ van het algemene gedeelte.

 

B.5.9    Samenvatting

De gemeente bouwt een nieuwe woonwijk in de omgeving maar er is geen communicatie naar potentiële kopers over de dagopvang.

            Antwoord

In de directe omgeving van de beoogde locatie wordt geen nieuwe woonwijk gebouwd. Mogelijk bedoelt inspreker het bouwplan Ceram Boeroe. Potentiële kopers kunnen zich via de daartoe geëigende wegen (publieksbalie, internet, plaatselijke kranten) op de hoogte stellen van mogelijke ontwikkelingen in de omgeving.

 

B.5.10  Samenvatting

Er is een middelbare school in de directe omgeving van de dagopvang. Deze kinderen zullen in aanraking komen met drugs. De gemeente heeft zelf aangegeven dat er rond de huidige dagopvang ook in drugs wordt gedeald.

            Antwoord

Op zichzelf geldt ook voor de locatie van de Mondriaan-Onderwijsgroep

wat in onderdeel A II ‘Overlast en beheerplatform’ is gezegd. Mondriaan is ten noorden van de Surinamestraat gelegen. De doelgroep zal het centrum over het algemeen juist uit de

zuidelijke richting bezoeken. Het college ziet daarom geen duidelijke relatie tussen de

locatie Surinamestraat 1 en Het Mondriaan College. De omgeving zal dan alleen kunnen zien dat bezoekers de locatie van het centrum betreden en weer verlaten. Het enkele feit dat bezoekers van het centrum op die manier zichtbaar zijn en looproutes van andere groepen kruisen beschouwen wij niet als hinderlijk. Dat neemt niet weg dat het risico van overlast aanwezig blijft. Daarom neemt Mondriaan deel aan het beheerplatform.

 

B.5.11 Samenvatting

Bijlage: Quickscan dagopvang gemeente Delft / augustus 2005

Uitgevoerd door: Ingenieurs/adviesbureau SAVE, Deventer

Opdrachtgever: Int. Transportbedrijf L. v.d. Lee en Zonen BV, Delft

 

Conclusies en aanbevelingen.

1.       De bekende feiten over de doelgroep zijn summier. In aanvulling op de door SAVE uitgevoerde quickscan zou men een helder profiel kunnen schetsen van de doelgroep aan de Oostsingel met aantallen, mogelijke verblijfplaatsen ’s nachts, nationaliteit, geslacht, verslavingsbeeld, leeftijd, etc. Hierover bestaat bij de betrokkenen nog onduidelijkheid.

Antwoord

Het college is het met de inspreker eens dat informatie verschaffen over de doelgroep en de rol van de dagopvang essentieel is om een juiste beeldvorming te creëren. Gedurende het gehele proces heeft de gemeente getracht informatie te verstrekken door onder andere twee open middagen te organiseren, een presentatie van het bestuur van de dagopvang tijdens de informatie- en inspraakavond, informatie in de speciale editie van de Stadskrant en op de website. Gezien het aantal vragen dat hierover wordt gesteld, heeft het dienstencentrum een bezoekersmonitor uitgevoerd, deze is gepresenteerd op de website van de gemeente Delft (zie onder dagopvang, onderzoeken).

 

B.5.12  Samenvatting

2.       De meest voor de hand liggende oplossing is dat de huidige locatie aan de Oostsingel 76 wordt aangepast. Daarna zouden de locatie Beukenlaan/Van Miereveltlaan en Gasthuisplaats/Koornmarkt in aanmerking komen. Het is voor SAVE onduidelijk waarom deze locaties uiteindelijk als ongeschikt zijn beoordeeld.

Antwoord

De ruimtelijke onderbouwing heeft betrekking op de vrijstelling van het bestemmingsplan van de Surinamestraat 1. In onderdeel A. I ‘Het proces tot nu toe’ staat beschreven welke stappen zijn gezet ten aanzien van de locatiekeuze (waaronder de weging van de mogelijke locaties) en de aanwijzing van de locatie Surinamestraat 1.

 

B.5.13  Samenvatting

3.       In de notitie “Toetsing alternatieve locaties dagopvang” van oktober 2004 wordt gewerkt met de toekenning van plussen (+) en minnen (-) ten aanzien van de toetsingscriteria voor alle 107 locaties. In een latere nota, “Besluit nieuw locatie dagopvang” (3 februari 2005), is gewerkt met een score goed, aandachtspunt, zwak en zeer zwak ten aanzien van de zes overgebleven locaties. Indien in de eerdere toetsing met eenzelfde beoordelingssysteem gewerkt zou zijn, zou de gemeente wellicht tot een andere locatiekeuze gekomen zijn.

Antwoord

Voor beantwoording van uw reactie verwijzen wij naar onderdeel A.I ‘Het proces tot nu toe’ van het algemene gedeelte.

 

B.5.14  Samenvatting

Uit de voor SAVE beschikbare gegevens blijkt dat de gemeente Delft geen integraal veiligheidsbeleid heeft bepaald ten aanzien van de doelgroep. Ook heeft de gemeente geen gebruik gemaakt van de VER-methode bij het bepalen van de locatiekeuze. Door SAVE worden de volgende kanttekeningen geplaatst bij de door de DSP-groep onderzochte vijf aspecten ten aanzien van de (sociale) veiligheid:

Het pand is door omringende bebouwing ingesloten en heeft aan drie zijden geen buitengevels. Daardoor is er geen zichtlijn langs de Oostsingel en is er geen mogelijkheid voor de medewerkers en de politie om goed zicht te hebben op de doelgroep in de omgeving van het centrum.

Antwoord

In het SAVE-rapport wordt op bladzijde 19 aangegeven dat het pand door zijn ligging onvoldoende mogelijkheid voor de medewerkers van de politie geeft om goed zicht te hebben op de doelgroep in de omgeving van het centrum. Wij vinden dat de opmerkingen van SAVE beslist niet tot een andere conclusie kunnen leiden dan in de veiligheidsscan is gebeurd. In tegenstelling tot het SAVE-rapport vinden wij de locatie wel degelijk overzichtelijk en dus geschikt voor de functie van dagopvang, ondanks het feit dat de locatie is ingesloten door bebouwing. Vanaf de eerste verdieping is er zicht op verschillende zijden en daarmee een blikveld op een deel van de omgeving. De locatie is van meerdere zijden goed en tijdig bereikbaar voor hulpdiensten.

 

B.5.15  Samenvatting

Er is geen goede bereikbaarheid voor hulpdiensten. Gelet op de afstand zal zelfs de maximaal toelaatbare opkomsttijd niet altijd haalbaar zijn, mede doordat de Delftweg aan de noordkant is afgesloten voor autoverkeer.

Antwoord

De Delftse hulpdiensten hebben aangegeven dat de locatie goed toegankelijk is voor hulpdiensten. De locatie Surinamestraat voldoet qua bereikbaarheid aan alle eisen. De breedte van de straat, de toegangswegen en de mogelijkheid tot parkeren in de straat voldoen aan de eisen. Er zijn twee aanrijroutes naar de Surinamestraat, te weten vanaf de Vrijenbanselaan via de Curacaostraat en vanaf de Oostsingel en de Haagweg. Voorts is de Surinamestraat vanaf de Rijswijkse zijde benaderbaar. De surveillance eenheden van Rijswijk kunnen bij een noodgeval over het fietspad rijden.

 

B.5.16  Samenvatting

Er is beslist onvoldoende sociale controle in de omgeving. Er is geen zicht vanuit woningen of andere bebouwing. Voorts is er geen doorgaand autoverkeer mogelijk en komen er te weinig voetgangers en fietsers langs. Er is een lange route door woonbuurten (Geerweggebied, Molukkenstraat en Boogerden) tot de binnenstad. Deze afstand bedraagt 1366 meter maar de meest voor de handliggende route is langs het Schiekanaal en deze bedraagt 1670 meter.

Antwoord

Voor de beantwoording van uw reactie in algemene zin verwijzen we u naar onderdeel A.II ‘Overlast en beheerplatform’ van het algemene gedeelte.

 

B.5.17  Samenvatting

In de omgeving zijn meerdere functies met een (semi) openbaar karakter; het Mondriaan College, een restaurant, een snackbar, een GGD-dependance en een tramhalte. Ook de gevestigde bedrijven hebben een open instelling en zijn daarmee kwetsbaar.

Antwoord

Voor de beantwoording van deze reactie verwijzen wij u naar paragraaf A.II ‘Overlast en beheerplatform’ en paragraaf A.III ‘Effect op bedrijven in de omgeving’ van het algemene gedeelte.

 

B.5.18  Samenvatting

Er zijn diverse functie en ruimten in de omgeving met een eigen veiligheidsrisico; de snackbar Insulindeweg/Ternatestraat (verkoop bier), diefstal en insluiping in de nabij gelegen bedrijven en de school. De grasberm en bankjes kunnen hangplekken worden. Toeristen kunnen worden afgeschrikt op weg naar de Delftse Pauw.

Antwoord

Voor de beantwoording van uw reactie verwijzen wij naar het antwoord onder B.5.17.

 

B.5.19  Samenvatting

Het gebouw zal moeten voldoen aan de brandveiligheidseisen als bedoeld in het Bouwbesluit. De brandscheidingen tussen de verdiepingen zijn met het oog niet te controleren. Hiervoor is nader onderzoek nodig.

Antwoord

Uw opmerking dat het gebouw moet voldoen aan brandveiligheidseisen is correct. Het (verbouw)plan wordt getoetst aan het Bouwbesluit bij het aanvragen van de bouwvergunning en door de brandweer in het kader van verkrijgen van de gebruikersvergunning. De bouwvergunning zal naar verwachting in december worden aangevraagd.

 

B.5.20  Samenvatting

De dagopvang kan als een kwetsbaar object worden benoemd. Men zou de externe veiligheidsrisico’s nader moeten onderzoeken vanwege de directe nabijheid van een vuurwerkopslag, een transportbedrijf voor gevaarlijke stoffen, vervoer van gevaarlijke stoffen over het Rijn-Schiekanaal en industriebedrijven direct aan de overkant. Daardoor valt deze locatie wellicht onder een of meerdere risicocontouren zowel plaatsgebonden risico als groepsrisico.

Antwoord

Voorafgaand aan het opstellen van de ruimtelijke onderbouwing is nagegaan wat de externe veiligheidsrisico’s zijn. De vuurwerkopslag is zodanig gesitueerd dat er geen risicocontour over het pand Surinamestraat 1 liggen. Van der Lee heeft een milieuvergunning waarin o.a. eisen zijn opgenomen voor de opslag van gevaarlijke stoffen. Op basis van deze vergunning liggen er geen risicocontouren over het pand Surinamestraat 1. De provincie Zuid-Holland is bevoegd gezag voor de milieuvergunning van DSM en vaarwegbeheerder over de Schie. Volgens opgave van de provincie Zuid-Holland liggen de risicocontouren van DSM niet over de Schie en is de Schie niet aangewezen als route voor het transport van gevaarlijke stoffen.

 

B.5.21  Samenvatting

De conclusies van SAVE t.a.v. de toepassing van de door de gemeente opgestelde criteria m.b.t. de locatie Surinamestraat zijn de volgende:

Het programma van eisen is voor de locatie wellicht haalbaar maar kent sterke beperkingen vanwege de eisen van daglichttoetreding. Conclusie: negatief. Het realiseren van een buitenruimte heeft ook een beperking van daglichttoetreding. Conclusie: negatief.

Antwoord

Ten aanzien van de daglichttoetreding heeft nader onderzoek plaatsgevonden en is de conclusie dat het pand met relatief geringe aanpassingen kan voldoen aan de eisen van daglichttoetreding. Het realiseren van buitenruimte heeft geen beperkingen ten behoeve van de wettelijke normen van daglichttoetreding tot gevolg.

 

B.5.22  Samenvatting

Situering in of nabij de binnenstad is essentieel voor het bereiken van de doelgroep om daarmee te voorkomen dat de doelgroep zich in de binnenstad gaat ophouden. De looproute van de locatie naar de binnenstad is meer dan 1 kilometer (1366 meter). Daarom had deze locatie nooit in aanmerking mogen komen voor de dagopvang.

Antwoord

Voor beantwoording van uw reactie verwijzen wij naar onderdeel A.I ‘Het proces tot nu toe’ van het algemene gedeelte.

 

B.5.23  Samenvatting

Nabijheid station. De locatie ligt direct nabij een tramstation op de route Den Haag Centrum, Rijswijk, Delft.

Antwoord

De dagopvang vervult een functie voor bezoekers uit de regio Delft, Westland en Oostland. Voor hen kan de tram een goede manier zijn het centrum te bezoeken. Bezoekers uit Den Haag/Rijswijk worden in het centrum niet toegelaten. Het heeft voor hen dus ook geen zin zich in het gebied te begeven. Het college is daarbij van mening dat de veiligheidsrisico’s in het stationsgebied en dergelijke risico’s rond de tramhalte zeer sterk van elkaar verschillen. Men kan er niet opgaan in de drukte, waardoor minder gelegenheid tot crimineel gedrag bestaat. Het college is niet met inspreker eens dat vanwege de tramhalte een aanzuigende werking op mensen van buiten de regio zal ontstaan.

 

B.5.24  Samenvatting

De toegankelijkheid/beheersbaarheid voor de politie, brandweer en ambulancedienst is voor deze locatie negatief aangezien ze slecht te bereiken is. Zelfs de maximale opkomsttijden (respectievelijk politie 15 minuten, brandweer 8 minuten en ambulance 15 minuten) zijn wellicht niet haalbaar. Daarnaast is de Delftweg afgesloten voor autoverkeer. Hierdoor worden de surveillancemogelijkheden van de politie sterk beperkt.

Antwoord

Voor de beantwoording van uw reactie verwijzen wij u naar het antwoord onder B.5.15.

 

B.5.25  Samenvatting

De aanvoerroute van het centrum tot de locatie loopt door diverse woonbuurten. De afstand die daar wordt afgelegd is veel groter dan de door de gemeente aangegeven 300 meter.

Antwoord

Wij zijn van mening dat de aanvoerroute van het centrum tot de locatie niet door maar langs een woonbuurt voert. Dit is alleen anders door de binnenstad zelf maar daar is geen sprake van een overwegende woonbuurt. De binnenstad wordt gekenmerkt door een veelheid aan functies. Voor de overige beantwoording wordt verwezen naar paragraaf A.I ‘Het proces tot nu toe’ van het algemene gedeelte.

 

B.5.26  Samenvatting

Een bestemmingsplanprocedure is noodzakelijk en deze zal, gelet op de vele bezwaren en de relatie met de externe veiligheid, niet binnen 1 jaar kunnen worden afgerond.

Antwoord

Artikel 19 lid 2 WRO biedt een volwaardig alternatief voor een bestemmingsplanprocedure. Op grond van de provinciale circulaire voor toepassing van artikel 19 lid 2 WRO bestaat de mogelijkheid om een specifieke verklaring van geen bezwaar aan te vragen, zodat het mogelijk is om voor een individueel verzoek een vrijstellingsprocedure te voeren. Daarbij worden alle belangen die betrokken zijn bij een vrijstellingsprocedure zorgvuldig gewogen. Verder is door het college van burgemeester en wethouders gekozen voor een separate inspraakprocedure terwijl dit strikt genomen niet is voorgeschreven voor een procedure als bedoeld in artikel 19 lid 2 WRO. Op die manier is de vergelijking met een bestemmingsplanprocedure nog gemakkelijker en vormt de bestemmingsplanprocedure geen betere of andere waarborg voor de belangen van de omgeving dan de thans gevoerde procedure.

 

B.5.27  Samenvatting

Volgens de gemeente is er geen sprake van geplande herontwikkeling in het gebied. Hierbij is wellicht nog geen rekening gehouden met de mogelijke invloed van ontwikkelingen bij de bedrijven in de omgeving, wat van belang kan zijn bij de bepaling van het groepsrisico.

Antwoord

Wij zijn van mening dat het groepsrisico als bedoeld in het Besluit externe veiligheid inrichtingen door vestiging van de functie dagopvang niet noemenswaardig zal wijzigen. Wij verwijzen daartoe naar hetgeen in het hoofdstuk “externe veiligheid” van de ruimtelijke onderbouwing is opgenomen. In het Besluit externe veiligheid worden regels gegeven ten behoeve van de externe veiligheid van groepen en individuen. De dagopvang valt onder de categorie ‘beperkt kwetsbare objecten’ als bedoeld in het Besluit. De risicocirkel (‘tien tot de min achtste contour’) van DSM loopt langs de Schie. Hieruit volgt dat er geen beperkingen zijn ten gevolge van het groepsrisico voor deze locatie. De hoeveelheden daadwerkelijk opgeslagen gevaarlijke stoffen op het terrein van DSM zijn zo klein dat dit geen risico oplevert voor functies op deze locaties. Wij zien in de inspraakreactie geen reden om de uitkomsten van deze wettelijke toets te heroverwegen.

 

B.5.28  Samenvatting

De verwachten kosten passen wellicht binnen het beschikbare budget maar hierover is, mede gelet op de brandveiligheidseisen, geen zekerheid te geven.

Antwoord

Zoals in de nota ‘Besluit nieuwe locatie dagopvang’ (5401062, februari 2005) is gesteld, is voor de realisatie van de dagopvang aan de Surinamestraat 1 een investering van ongeveer € 525.000,- noodzakelijk. De raad heeft een krediet van ruim 1,1 miljoen euro beschikbaar gesteld voor de nieuwe locatie voor de dagopvang, daarnaast wordt de waarde van het huidige pand ingebracht. De verwachting dat de kosten binnen het beschikbare budget blijven is hiermee reëel.

 

B.5.29  Samenvatting

De locatie Crommelinplein/Zuidwal (GGD-locatie) lijkt vooralsnog een beter alternatief.

Antwoord

Voor beantwoording van uw reactie verwijzen wij naar onderdeel A.I Het proces tot nu toe’ van het algemene gedeelte.

 

B.6.  P. v.d. Brul

 

B.6.1    Samenvatting

Inspreker wijst de komst van de dagopvang in de directe woonomgeving af en sluit zich aan bij de onderbouwing van de afwijzing van het comité Pauwhof die veilig en rustig wonen hoog in het vaandel heeft staan.

            Antwoord

Voor beantwoording wordt verwezen naar de beantwoording van dezelfde inspraakreactie, in deze nota opgenomen onder B.19.

 

B.6.2    Samenvatting

De dagopvang zal veel onrust in de wijk veroorzaken. Inspreker vertrouwt erop dat deze en andere argumenten zullen leiden tot een heroverweging die de locatie Surinamestraat als dagopvang zal uitsluiten en een bestemmingsplanwijziging onnodig maakt.

            Antwoord

Voor beantwoording van deze reactie verwijzen wij u naar paragraaf A.II ‘Overlast en beheerplatform’ van het algemene gedeelte. Omdat het hier gaat om een centrum voor dagopvang en met een aantal gerichte maatregelen overlast kan worden voorkomen deelt het college de opvatting van inspreker niet. Voor wat betreft de heroverweging van de locatie Surinamestraat wensen wij alle inspraakreacties aan de hand van ons commentaar daarop af te wegen en naar aanleiding daarvan te besluiten de procedure al dan niet voort te zetten. Het is denkbaar dat wij naar aanleiding van de inspraakreacties tot de conclusie komen dat verdere voortzetting van de procedure als bedoeld in artikel 19 lid 2 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening niet verantwoord is. Indien wij van mening zijn dat de inspraakreacties een dergelijke conclusie niet rechtvaardigen, zullen wij de procedure voortzetten, waarbij overigens wederom de mogelijkheid bestaat tot het indienen van zienswijzen bij burgemeester en wethouders.

 

B.7.  A.J.T. de Krijger en C. de Krijger-Leijen

 

B.7.1    Samenvatting

Inspreker verzoekt de gemeente met klem de komst van de dagopvang aan de Surinamestraat af te wijzen. Afgezien van de hieronder genoemde inhoudelijke argumenten maakt de inspreker bezwaar tegen de gebrekkige informatievoorziening naar de burgers van Rijswijk-Zuid, met name die van de Pauwhof. Zij hebben geen mogelijkheid gehad zich voor te bereiden om in te spreken op de inspraakavond die volgde op het voorlopig collegebesluit van 2 februari 2005 en de inspraakavonden georganiseerd vanaf november 2004. Het besluit werd vernomen uit de huis-aan-huis informatie van de gemeente Delft.

            Antwoord

Het gebied ten noorden de Surinamestraat is in eerste instantie niet meegenomen in de huis-aan-huis mailings. De huidige ervaring is dat de doelgroep zich op de binnenstad richt en niet zozeer op de buurt achter de dagopvang. Ook op de Surinamestraat verwachten wij dat de doelgroep georiënteerd is op de binnenstad en niet op het gebied ten noorden van de dagopvang. Dat is de reden dat dit gebied in de huis-aan-huis mailings in eerste instantie niet betrokken is. Naar aanleiding van reacties van bewoners uit Rijswijk heeft de gemeente deze bewoners alsnog voorzien van informatie. Het college streeft er naar zo zorgvuldig en transparant mogelijk te handelen. Derhalve is er via diverse mediakanalen, brief, informatiekrant en website, gecommuniceerd over de plannen van de gemeente. De betreffende Rijswijkse bewoners zijn uitgenodigd voor de inspraakavond. Ze zijn daarmee in de gelegenheid geweest inspraak te plegen, hetgeen ook gestaafd wordt door de binnengekomen inspraakreacties uit de gemeente Rijswijk. Dit waren totaal zes inspraakreacties, waarvan één namens 26 bewoners. Het college is van mening dat zij ruimschoots aan haar inspraakverplichting voldoet voor de nieuwe huisvesting van de dagopvang.

 

B.7.2    Samenvatting

Reactie op de concept Ruimtelijke Onderbouwing. In het rapport stelt de gemeente dat de opvang tussen 10.30 en 17.30 uur door 50 tot 70 mensen zal worden bezocht. Meermalen is ook het aantal van 150 tot 200 genoemd (dit zou het aantal ingeschrevenen zijn). Op dit moment is er een aantal bekend van ongeveer 95 bezoekers per dag; deze overschrijding van het aantal bezoekers is te hoog.

            Antwoord

Het aantal bezoekers van de dagopvang ligt tussen de 50 en 70 mensen per dag. Er is geen sprake van een overschrijding naar gemiddeld 95 bezoekers per dag. Ongeveer 200 bezoekers gebruiken het adres van de dagopvang als briefadres.

           

B.7.3    Samenvatting

Volgens de informatie van de gemeente bestaat de doelgroep naast daklozen en verslaafden, ook uit psychiatrische patiënten. In één van de rapporten wordt gesproken over veelplegers en heroïneverslaafden die deel uitmaken van de doelgroep. Deze informatie is gebrekkig en slecht gepresenteerd omdat vóór het genomen besluit van 24 februari 2005 een te laag aantal bezoekers werd vermeld en omdat de samenstelling van de doelgroep breder is dan voor genoemde datum werd meegedeeld.

            Antwoord

Het college is het met de inspreker eens dat informatie verschaffen over de doelgroep en de rol van de dagopvang essentieel is om een juiste beeldvorming te creëren. Gedurende het gehele proces heeft de gemeente getracht informatie te verstrekken door onder andere twee open middagen te organiseren, presentatie van het bestuur van de dagopvang tijdens de informatie- en inspraakavond, informatie in de speciale editie van de Stadskrant of op de website. Gezien het aantal vragen dat hierover wordt gesteld, heeft het dienstencentrum een bezoekersmonitor uitgevoerd, deze is gepresenteerd op de website van de gemeente Delft (zie onder dagopvang, onderzoeken).

 

B.7.4    Samenvatting

In het concept-ruimtelijke onderbouwing staat dat Delft door het Rijk is aangewezen als regionaal verzorgingsgebied. Het is daarbij voor de inspreker onduidelijk wat Oost- en Westland inhoudt.

            Antwoord

De gemeente Delft heeft volgens de Welzijnswet een zorgplicht, maatschappelijke opvang en verslavingszorg maken hier onderdeel van uit. Delft is één van de 48 centrumgemeenten voor maatschappelijke opvang en verslavingszorg en ontvangt hiervoor een zogenaamde doeluitkering van het rijk. Delft is hiermee verantwoordelijk voor de regio Delft, Westland, Oostland. Dat zijn de gemeenten Westland, Midden-Delftand, Pijnacker-Nootdorp, Bleiswijk, Bergschenhoek, Berkel en Rodenrijs.

           

B.7.5    Samenvatting

Het instellen van een beheerplatform en het maken van een beheerplan geven aan dat omwonenden met overlast geconfronteerd zullen worden. Inspreker vraagt zich af in hoeverre de gemeente zich heeft gerealiseerd dat doelgroep problemen kan veroorzaken voor gezinnen met jonge kinderen en tieners en (immobiele) ouderen die deel uitmaken van een gemêleerde wijk. De veiligheid en kwaliteit van de leefomgeving zal aangetast worden. Aspecten die hierbij een rol spelen zijn goed bereikbare privé-tuinen, -paden en plantsoenen.

            Antwoord

Voor beantwoording van uw reactie verwijzen wij naar onderdeel A.II ‘Overlast en beheerplatform’ van het algemene gedeelte. Omdat het hier gaat om een centrum voor dagopvang en met een aantal gerichte maatregelen overlast kan worden voorkomen deelt het college de opvatting van inspreker niet.

 

B.7.6    Samenvatting

Voorts vormt het Mondriaan College met 2000 leerlingen een kwetsbare omgeving en doelgroep die geconfronteerd zullen worden met drugs.

            Antwoord

Op zichzelf geldt ook voor de locatie van de Mondriaan-Onderwijsgroep

wat in onderdeel A II ‘Overlast en beheerplatform’ is gezegd. Mondriaan is ten noorden van de Surinamestraat gelegen. De doelgroep zal het centrum over het algemeen juist uit de

zuidelijke richting bezoeken. Het college ziet daarom geen duidelijke relatie tussen de

locatie Surinamestraat 1 en Het Mondriaan College.

De omgeving zal dan alleen kunnen zien dat bezoekers de locatie van het centrum

betreden en weer verlaten. Het enkele feit dat bezoekers van het centrum op die

manier zichtbaar zijn en looproutes van andere groepen kruisen beschouwen wij niet

als hinderlijk. Dat neemt niet weg dat het risico van overlast aanwezig blijft. Daarom

Mondriaan deel aan het beheerplatform.

 

B.7.7    Samenvatting

Het aantal bezoekers van het opvangcentrum zal hoger zijn aangezien er meer openbaar vervoermogelijkheden zijn dan in het concept Ruimtelijke Onderbouwing staat aangegeven:

-          Tramhaltes van lijn 1; halte Brasserskade; 2 haltes richting Delft-Den Haag (iedere 5 minuten) en halte Vrijenbanselaan; 2 haltes richting Delft-Den Haag (iedere 5 minuten). In de toekomst wordt ook tramlijn 19 gerealiseerd met haltes in de buurt.

-          Diverse buslijnen die de halte Brasserskade of nabijheid aandoen (129 uit Rotterdam, 37, 60 en 62).

-          Het fiets- en voetgangersveer verbinding Delftweg-Jaagpad biedt ook mogelijkheden.

De locatie Surinamestraat vormt door de ligging t.o.v. het openbaar vervoer een grotere belasting voor de omgeving dan de reservelocaties in de buurt van het NS-station.

            Antwoord

De dagopvang vervult een functie voor bezoekers uit de regio Delft, Westland en Oostland. Voor hen kan de tram een goede manier zijn het centrum te bezoeken. Bezoekers uit Den Haag/Rijswijk worden in het centrum niet toegelaten. Het heeft voor hen dus ook geen zin zich in het gebied te begeven. Het college is daarbij van mening dat de veiligheidsrisico’s in het stationsgebied en dergelijke risico’s rond de tramhalte zeer sterk van elkaar verschillen. Men kan er niet opgaan in de drukte, waardoor minder gelegenheid tot crimineel gedrag bestaat. Het college is niet met inspreker eens dat vanwege de tramhalte een aanzuigende werking op mensen van buiten de regio zal ontstaan.

 

B.7.8    Samenvatting

Het pand is gesitueerd te midden van een gebied bestemd voor Nijverheid en Handel en bestaat uit bedrijven en woonbuurten. Het is totaal ongeschikt als dagopvang voor mensen met psychische-, drugs- en alcoholproblematiek en daklozen.

            Antwoord

Voor wat betreft de geschiktheid van het pand verwijzen wij naar het bouwkundige rapport van de heer Jan Weeda, architect te Rotterdam, die heeft aangegeven dat het gebouw op zichzelf geschikt kan worden gemaakt voor de functie van dagopvang. Wij zijn het niet eens met de conclusie van inspreker dat het pand ten ene male ongeschikt zou zijn voor de functie van dagopvang. Het betreft hier een bouwkundig goed gebouw dat wordt gebruikt als kantoor en derhalve de geschiktheid bezit voor het verblijf van en door mensen.

           

B.7.9    Samenvatting

In de buurt is geen sociale controle die vereist wordt in de concept Ruimtelijke Onderbouwing. Er is geen sprake van maatschappelijke functies in de omgeving in de nabije toekomst omdat het gezondheidscentrum aan de Surinamestraat 4 binnenkort zal verhuizen  naar de oude locatie in een vernieuwd pand. De genoemde horecagelegenheid is een partycentrum en ten hoogste een enkele maal per week of twee weken geopend.

            Antwoord

Voor beantwoording van uw reactie verwijzen wij naar onderdeel A.II ‘Overlast en beheerplatform’ van het algemene gedeelte. Aan de noordzijde van de Surinamestraat is het Mondriaan College gevestigd. Deze functie wordt in vigerende bestemmingsplan aangemerkt als maatschappelijke doeleinden.

Wij vinden met de opstellers van de veiligheidsscan en van het SAVE-rapport dat de sociale controle op de locatie een aandachtspunt is. Wij zijn van mening dat deze sociale controle extra aandacht kan krijgen in het Beheerplan voor de dagopvang. Verder merken wij op dat het hier een opvang voor overdag betreft en dat derhalve het gemis aan sociale controle door middel van extra toezicht en surveillance kan worden gecompenseerd.  De stelling dat bij minder sociale controle de locatie ongeschikt is gaat ons te ver. Bovendien is de sociale controle overdag wel degelijk voldoende vanwege de werknemers in de aanwezige bedrijven.

 

B.7.10  Samenvatting

In het concept RO wordt tevens de aanwezigheid van woningen in de nabijheid van het toekomstige centrum genoemd. De woningen van de Indische buurt liggen op korte afstand van het centrum en kunnen daardoor grote hinder van de bezoekers van de dagopvang ondervinden. Daarnaast is de inspreker van mening dat ondanks het feit dat de Rijswijkse woningen aan de noordzijde fysiek gescheiden zijn door het Mondriaan College er rond het College paden en wegen lopen naar de Surinamestraat. Ook hier is overlast te verwachten.

            Antwoord

De directe omgeving van de locatie Surinamestraat kent nauwelijks een woonfunctie. In de iets wijdere omgeving liggen wel woonwijken, maar die zijn door de Reineveldbrug en het Mondriaan College afgescheiden van het gebied Surinamestraat. Het is wel denkbaar dat bezoekers van het centrum gebruik zullen maken van de looproute Oostsingel, maar die voert eerder langs dan door de woonwijk. Wij zien daardoor geen duidelijke relatie tussen de dagopvang en de woonomgeving. Dat neemt niet weg dat het wel degelijk van belang is ook uit een iets wijdere omgeving betrokkenheid te hebben in het beheeroverleg rond het centrum.

Naar verwachting zal de doelgroep via de Reineveldbrug naar de dagopvang komen. Omdat de dagopvang een kleinschalige voorziening is en drugsgebruikers een minderheid van de bezoekers vormen en daarnaast door een goede inrichting van de locatie en beheer van de omgeving de kans op overlast en criminaliteit verder beperkt kan worden, kan –in objectieve zin- een voldoende niveau van veiligheid bereikt worden. Dat neemt niet weg dat het belangrijk is structureel overleg te hebben tussen gemeente, politie, de dagopvang, omwonenden en ondernemers. Dat overleg moet leiden tot een beheerplan en regelmatige evaluatie van de gang van zaken. Daarbij horen ook een serieus sanctiebeleid van de dagopvang en afspraken over een snelle reactie van de hulpdiensten bij incidenten. Op deze wijze kan het beperkte risico worden verkleind, moet ook het vertrouwen ontstaan dat wangedrag wordt aangepakt, waardoor uiteindelijk het gevoel van onveiligheid vermindert. Het feit dat looproutes elkaar kunnen kruisen beschouwen wij niet als hinderlijk.

 

B.7.11  Samenvatting

De locatie is zo gelegen dat de aanlooproutes door woonbuurten lopen.

            Antwoord

Voor de beantwoording van uw reactie verwijzen wij u naar het antwoord onder B.7.10.

 

B.7.12  Samenvatting

De locatie is onvoldoende beheersbaar voor politie en andere hulpverlening zoals blijkt uit de veiligheidsscan uitgevoerd door ingenieurs- en adviesbureau SAVE/Oranjewoud in opdracht van de Fa. van der Lee.

            Antwoord

Voor de beantwoording van uw reactie verwijzen wij u naar het antwoord onder B.5.15. 

 

B.7.13  Samenvatting

Insprekers zijn van mening dat de criteria onvoldoende objectief begrensd zijn en dat de locatie voor een succesvol functioneren niet aan deze criteria voldoet. Dit komt mede door het door de gemeente genoemde enige zwakke punt: de grotere afstand tot de binnenstad. De afstandslimiet van 500 meter tot de binnenstad die voor eerdere locaties golden wordt overschreden. De gemeente hanteert een hemelsbreed bepaalde afstand en dat klopt niet met de realiteit aangezien de looproute van de Surinamestraat naar de binnenstad 1360 meter bedraagt.

            Antwoord

Voor beantwoording van uw reactie verwijzen wij naar onderdeel A.I ‘Het proces tot nu toe’ van het algemene gedeelte.

 

B.7.14  Samenvatting

Voor wat betreft de scores op de andere criteria verwijzen de insprekers naar het rapport van SAVE/Oranjewoud die de uitkomst van de veiligheidsscan van de gemeente weerspreekt en een groot beletsel vormt voor de vestiging van de dagopvang op deze locatie.

            Antwoord

Wij kunnen ons op grond van het onderstaande niet vinden in de stelling van insprekers.

1. In het SAVE-rapport wordt op bladzijde 19 aangegeven dat het pand door zijn ligging onvoldoende mogelijkheid voor de medewerkers van de politie geeft om goed zicht te hebben op de doelgroep in de omgeving van het centrum. Wij vinden dat de opmerkingen van SAVE beslist niet tot een andere conclusie kunnen leiden dan in de veiligheidsscan is gebeurd. In tegenstelling tot het SAVE-rapport vinden wij de locatie wel degelijk overzichtelijk en dus geschikt voor de functie van dagopvang, ondanks het feit dat de locatie is ingesloten door bebouwing. Wij achten dit juist een pré. Hoewel de zichtlijn vanuit de Oostsingel beperkt is, zijn wij van mening dat de locatie zodanig overzichtelijk is dat deze uit een oogpunt van veiligheid juist positief scoort.

 2. De bereikbaarheid voor hulpdiensten is goed te noemen. Wij achten de ligging ten opzichte van de diverse doorgaande wegen bijzonder geschikt en kunnen dan ook niet inzien waarom de bereikbaarheid zou worden beperkt.

 3. Wij vinden met de opstellers van de veiligheidsscan en van het SAVE-rapport dat de sociale controle op de locatie een aandachtspunt is. Wij zijn van mening dat deze sociale controle extra aandacht kan krijgen in het kader van het Beheerplan voor de dagopvang. Verder merken wij op dat het hier een opvang voor overdag betreft en dat derhalve het gemis aan sociale controle door middel van extra toezicht en surveillance kan worden gecompenseerd. De stelling dat bij minder sociale controle de locatie dan ook ongeschikt kan zijn gaat ons te ver. Bovendien is de sociale controle overdag wel degelijk voldoende vanwege de werknemers in de aanwezige bedrijven.

 4.  De oriëntatie van het Mondriaan College is niet gericht op de locatie Surinamestraat. Dat betekent dat de school weliswaar in de onmiddellijke omgeving is gevestigd maar dat de oriëntatie zodanig verschillend is van die van de dagopvang, dat dit niet tot een negatieve beoordeling leidt in het kader van de veiligheidsscan. De in het SAVE-rapport genoemde overige functies leiden niet of nauwelijks tot extra kwetsbaarheid.

 5. De locatie Surinamestraat 1 ligt geenszins in een route die leidt tot een verhoogd veiligheidsrisico. Het aantal open plekken in de onmiddellijke omgeving die wellicht hangplekken kunnen worden is beperkt. Hoewel wij ons realiseren dat het kanaal een verhoogd risico in zich heeft als hangplek zijn wij van mening dat de afstand ten opzichte van het Geerweggebied zodanig groot is dat hier geen substantieel verhoogd veiligheidsrisico vanuit gaat.

 

B.7.15  Samenvatting

Er zijn enige inconsequenties in de besluitvorming m.b.t. de dagopvang.

Voor wat betreft de afstand Surinamestraat – binnenstad is de gemeente in de loop van het selectieproces van locaties andere eisen gaan stellen. Eerst gold een afstand van 500 meter waarna de afstand Surinamestraat – binnenstad is opgerekt tot 1360 meter loopafstand.

Antwoord

Voor beantwoording van uw reactie verwijzen wij naar onderdeel A.I ‘Het proces tot nu toe’ van het algemene gedeelte.

 

B.7.16  Samenvatting

Tijdens het selecteren van locaties zijn er locaties afgevallen door de aanwezigheid van een schooltje en/of speeltuintje of verpleeghuis. Het is voor de insprekers onbegrijpelijk dat nu juist in de kwetsbare omgeving van de Surinamestraat een locatie voor de dagopvang is aangewezen terwijl sociale controle ontbreekt en er een groot College met duizenden leerlingen en schuilplekken is gevestigd.

Antwoord

Voor beantwoording van uw reactie verwijzen wij naar onderdeel A.II ‘Overlast en beheerplatform’ van het algemene gedeelte. Omdat het hier gaat om een centrum voor dagopvang en met een aantal gerichte maatregelen overlast kan worden voorkomen deelt het college de opvatting van inspreker niet.

 

B.8.  H. Lenteslager

 

B.8.1    Samenvatting

Inspreker wijst de komst van de dagopvang in de directe woonomgeving af en sluit zich aan bij de onderbouwing van de afwijzing van het comité Pauwhof die veilig en rustig wonen hoog in het vaandel heeft staan.

            Antwoord

De directe omgeving van de locatie Surinamestraat kent nauwelijks een woonfunctie. In de iets wijdere omgeving liggen wel woonwijken, maar die zijn door de Reineveldbrug en het Mondriaan College afgescheiden van het gebied Surinamestraat. Het is wel denkbaar dat bezoekers van het centrum gebruik zullen maken van de looproute Oostsingel, maar die voert eerder langs dan door de woonwijk. Wij zien daardoor geen duidelijke relatie tussen de dagopvang en de woonomgeving. Dat neemt niet weg dat het wel degelijk van belang is ook uit een iets wijdere omgeving betrokkenheid te hebben in het beheeroverleg rond het centrum.

Naar verwachting zal de doelgroep via de Reineveldbrug naar de dagopvang komen. Omdat de dagopvang een kleinschalige voorziening is en drugsgebruikers een minderheid van de bezoekers vormen en daarnaast door een goede inrichting van de locatie en beheer van de omgeving de kans op overlast en criminaliteit verder beperkt kan worden, kan –in objectieve zin- een voldoende niveau van veiligheid bereikt worden. Dat neemt niet weg dat het belangrijk is structureel overleg te hebben tussen gemeente, politie, de dagopvang, omwonenden en ondernemers. Dat overleg moet leiden tot een beheerplan en regelmatige evaluatie van de gang van zaken. Daarbij horen ook een serieus sanctiebeleid van de dagopvang en afspraken over een snelle reactie van de hulpdiensten bij incidenten. Op deze wijze kan het beperkte risico worden verkleind, moet ook het vertrouwen ontstaan dat wangedrag wordt aangepakt, waardoor uiteindelijk het gevoel van onveiligheid vermindert. Het feit dat looproutes elkaar kunnen kruisen beschouwen wij niet als hinderlijk.

 

B.8.2    Samenvatting

De overlast die een opvangcentrum kan veroorzaken bestaat uit diefstal, waardedaling onroerend goed, bedelen, alcoholgebruik, drugsgebruik, samenscholing. Dit alles betekent verpaupering van de omgeving.

            Antwoord

Voor beantwoording van uw reactie verwijzen wij naar onderdeel A.II ‘Overlast en beheerplatform’ van het algemene gedeelte. Omdat het hier gaat om een centrum voor dagopvang en met een aantal gerichte maatregelen overlast kan worden voorkomen deelt het college de opvatting van inspreker niet.

 

B.8.3    Samenvatting

Inspreker vertrouwt erop dat deze en andere argumenten zullen leiden tot een heroverweging die de locatie Surinamestraat als dagopvang zal uitsluiten en een bestemmingsplanwijziging onnodig maakt.

            Antwoord

Voor de beantwoording van uw reactie verwijzen wij naar het antwoord onder B.3.5.

 

B.9. P.D. Andeweg

 

B.9.1 Samenvatting

Inspreker wijst de komst van de dagopvang in de directe woonomgeving af en sluit zich aan bij de onderbouwing van de afwijzing van het comité Pauwhof die veilig en rustig wonen hoog in het vaandel heeft staan. De dagopvang kan veel overlast veroorzaken voor de buurt zoals rondhangende bezoekers nadat de dagopvang gesloten is, diefstal uit woningen, auto’s en kelders.

            Antwoord

De directe omgeving van de locatie Surinamestraat kent nauwelijks een woonfunctie. In de iets wijdere omgeving liggen wel woonwijken, maar die zijn door de Reineveldbrug en het Mondriaan College afgescheiden van het gebied Surinamestraat. Het is wel denkbaar dat bezoekers van het centrum gebruik zullen maken van de looproute Oostsingel, maar die voert eerder langs dan door de woonwijk. Wij zien daardoor geen duidelijke relatie tussen de dagopvang en de woonomgeving. Dat neemt niet weg dat het wel degelijk van belang is ook uit een iets wijdere omgeving betrokkenheid te hebben in het beheeroverleg rond het centrum.

Naar verwachting zal de doelgroep via de Reineveldbrug naar de dagopvang komen. Omdat de dagopvang een kleinschalige voorziening is en drugsgebruikers een minderheid van de bezoekers vormen en daarnaast door een goede inrichting van de locatie en beheer van de omgeving de kans op overlast en criminaliteit verder beperkt kan worden, kan –in objectieve zin- een voldoende niveau van veiligheid bereikt worden. Dat neemt niet weg dat het belangrijk is structureel overleg te hebben tussen gemeente, politie, de dagopvang, omwonenden en ondernemers. Dat overleg moet leiden tot een beheerplan en regelmatige evaluatie van de gang van zaken. Daarbij horen ook een serieus sanctiebeleid van de dagopvang en afspraken over een snelle reactie van de hulpdiensten bij incidenten. Op deze wijze kan het beperkte risico worden verkleind, moet ook het vertrouwen ontstaan dat wangedrag wordt aangepakt, waardoor uiteindelijk het gevoel van onveiligheid vermindert. Het feit dat looproutes elkaar kunnen kruisen beschouwen wij niet als hinderlijk.

 

B.9.2 Samenvatting

Inspreker heeft een slechte ervaring met verstoorde woonrust in een vorige woning in Rijswijk en is ongerust dat de woonrust nu ook in de Pauwhof verstoord zal gaan worden.

            Antwoord

Voor beantwoording van uw reactie verwijzen wij naar onderdeel A.II ‘Overlast en beheerplatform’ van het algemene gedeelte. Omdat het hier gaat om een centrum voor dagopvang en met een aantal gerichte maatregelen overlast kan worden voorkomen deelt het college de opvatting van inspreker niet.

 

B.9.3 Samenvatting

Inspreker vertrouwt erop dat deze en andere argumenten zullen leiden tot een heroverweging die de locatie Surinamestraat als dagopvang zal uitsluiten en een bestemmingsplanwijziging onnodig maakt.

            Antwoord

Voor de beantwoording van uw reactie verwijzen wij naar het antwoord onder B.3.5.

 

B.10. V.V.E. Delftweg 148 t/m 173 (A.J.M. Laene, voorzitter)

Namens de bewoners van de Delftweg in Rijswijk tekent men bezwaar aan tegen de voorgenomen gebruikswijziging van het pand Surinamestraat 1 en een reactie geven op de concept ruimtelijke onderbouwing.

 

B.10.1 Samenvatting

De gemeente Delft geeft op een aantal zeer belangrijke punten een verkeerde voorstelling van zaken. Dit blijkt ook uit de Quickscan van het bureau SAVE/Oranjewoud van augustus 2005.

            Antwoord

Voor de beantwoording van uw reactie verwijzen wij u naar het antwoord onder B.5.1.

 

B.10.2 Samenvatting

De rechtlijnige zienswijze van de gemeente is, zonder rekening te houden met eerder uitgebrachte bezwaren, integraal overgenomen in de concept ruimtelijke onderbouwing. Dit  terwijl bij vele aannames en uitgangspunten grote vraagtekens gezet kunnen worden.

            Antwoord

Ten behoeve van de opstelling van een bestemmingsplan alsmede ten behoeve van het voeren van een artikel 19-procedure dient een goede ruimtelijke onderbouwing te worden opgesteld. In deze ruimtelijke onderbouwing is de ruimtelijke kwaliteit van de omgeving bepalend. Een ruimtelijke onderbouwing dient te worden opgesteld in het belang van een goede ruimtelijke ordening. Wat daaronder wordt verstaan is een kwalitatief begrip. In ieder geval dienen daarbij de aspecten van het vigerende rijks-, provinciale en gemeentelijke beleid te worden meegenomen en dient te worden aangetoond dat de ontwikkeling geen inbreuk maakt op de geldende milieunormen alsmede de aspecten van externe veiligheid en luchtkwaliteit, daar waar sprake is van een milieugevoelige bestemming.

Wij hebben deze reactie zodanig geïnterpreteerd dat de aannames en uitgangspunten zoals vastgesteld in de Nota locatiekeuze ter discussie worden gesteld. Wij hebben reeds eerder in het kader van de Nota inspraak aangegeven waarom wij deze criteria hadden gesteld. Wij hebben in het kader van de ruimtelijke onderbouwing die thans aan de orde is, de reeds eerder gestelde criteria onderscheiden in ruimtelijke en functionele criteria. Ten aanzien van de ruimtelijke afweging vinden wij dat de gekozen uitgangspunten voldoende relevant zijn om hier de ruimtelijke afweging op te baseren. De uitgangspunten van het vigerende beleid van de diverse overheden, de milieunormen en –uitgangspunten en de overige ruimtelijke afwegingsaspecten zijn gebruikelijk in een ruimtelijke onderbouwing c.q. in een bestemmingsplan en zijn dan ook in het kader van een procedure in het kader van de Wet op de Ruimtelijke Ordening voldoende relevant om hierop de ruimtelijke afweging te baseren.

 

B.10.3 Samenvatting

In de concept ruimtelijke onderbouwing stelt de gemeente dat het proces dat heeft geleid tot de keuze van deze locatie op uiterst zorgvuldige wijze is doorlopen. De gemeente heeft de inwoners van Rijswijk niet eerder dan januari/februari 2005 benaderd, nadat de bewoners zelf het initiatief hadden genomen de laatste (en voor hen enige) inspraakavond van 14 december 2004 bij te wonen. Daar bleek dat de Surinamestraat inmiddels deel uitmaakte van de vier resterende locaties. Gezien deze gang van zaken zijn de insprekers van mening dat de belangen van de inwoners van Rijswijk in het hele traject onvoldoende zijn meegewogen en in de besluitvorming zijn betrokken.

            Antwoord

Het gebied ten noorden de Surinamestraat is in eerste instantie niet meegenomen in de huis-aan-huis mailings. De huidige ervaring is dat de doelgroep zich op de binnenstad richt en niet zozeer op de buurt achter de dagopvang. Ook op de Surinamestraat verwachten wij dat de doelgroep georiënteerd is op de binnenstad en niet op het gebied ten noorden van de dagopvang. Dat is de reden dat dit gebied in de huis-aan-huis mailings in eerste instantie niet betrokken is. Naar aanleiding van reacties van bewoners uit Rijswijk heeft de gemeente deze bewoners alsnog voorzien van informatie. Het college streeft er naar zo zorgvuldig en transparant mogelijk te handelen. Derhalve is er via diverse mediakanalen, brief, informatiekrant en website, gecommuniceerd over de plannen van de gemeente. De betreffende Rijswijkse bewoners zijn uitgenodigd voor de inspraakavond. Ze zijn daarmee in de gelegenheid geweest inspraak te plegen, hetgeen ook gestaafd wordt door de binnengekomen inspraakreacties uit de gemeente Rijswijk. Dit waren totaal zes inspraakreacties, waarvan één namens 26 bewoners. Het college is van mening dat zij ruimschoots aan haar inspraakverplichting voldoet voor de nieuwe huisvesting van de dagopvang.

 

B.10.4 Samenvatting

Insprekers zetten grote vraagtekens bij het aantal bezoekers per dag (50 tot 70). Ook blijft de samenstelling van de groep onduidelijk.

            Antwoord

Het college is het met de inspreker eens dat informatie verschaffen over de doelgroep en de rol van de dagopvang essentieel is om een juiste beeldvorming te creëren. Gedurende het gehele proces heeft de gemeente getracht informatie te verstrekken door onder andere twee open middagen te organiseren, presentatie van het bestuur van de dagopvang tijdens de informatie- en inspraakavond, informatie in de speciale editie van de Stadskrant of op de website. Gezien het aantal vragen dat hierover wordt gesteld, heeft het dienstencentrum een bezoekersmonitor uitgevoerd, deze is gepresenteerd op de website van de gemeente Delft (zie onder dagopvang, onderzoeken).

 

B.10.5 Samenvatting

Gelet op de regiofunctie zou een locatie centraal in die regio voor de hand liggen en niet op de grens met de gemeente Rijswijk, die daar geen deel van uitmaakt.

            Antwoord

De gemeente Delft heeft volgens de Welzijnswet een zorgplicht, maatschappelijke opvang en verslavingszorg maken hier onderdeel van uit. Delft is één van de 48 centrumgemeenten voor maatschappelijke opvang en verslavingszorg en ontvangt hiervoor een zogenaamde doeluitkering van het rijk. Delft is hiermee verantwoordelijk voor de regio Delft, Westland, Oostland. Dat zijn de gemeenten Westland, Midden-Delftand, Pijnacker-Nootdorp, Bleiswijk, Bergschenhoek, Berkel en Rodenrijs. Aangezien de doelgroep zich vooral in het stedelijk gebied ophoudt, is gezocht naar een locatie in of nabij de binnenstad van Delft.

Voor de verdere beantwoording van uw reactie verwijzen wij u naar paragraaf A.I ‘Het proces tot nu toe’.

 

B.10.6 Samenvatting

Er is geen sprake van voldoende sociale controle en men vreest dat de veiligheid in het geding komt. Ook het genoemde goede zicht vanaf de locatie op de omgeving trekt men in twijfel. De omgeving rondom de locatie biedt veel mogelijkheden voor hangplekken. De overdekte doorrit naar het privé-parkeerterrein van het appartementencomplex aan de Delftweg (op 280 meter afstand) is een geschikt verblijf uit de wind en uit het zicht. De bewoners maken zich grote zorgen over de veiligheid rondom het complex. Daarnaast is het voor de bewoners in Rijswijk nog steeds onduidelijk welk politiebureau moet worden benaderd bij calamiteiten.

            Antwoord

Voor de beantwoording van uw reactie in algemene zin verwijzen we u naar onderdeel A.II ‘Overlast en beheerplatform’ van het algemene gedeelte.

 

B.10.7 Samenvatting

In het hele traject is er te weinig aandacht besteed aan de aanwezigheid van het nabij gelegen Mondriaan College. Deze school ligt op 150 meter afstand van de dagopvang en heeft 2000 leerlingen in de leeftijd van 17 tot 20 jaar wat een kwetsbare groep is.

            Antwoord

Op zichzelf geldt ook voor de locatie van de Mondriaan-Onderwijsgroep wat in onderdeel A II ‘Overlast en beheerplatform’ is gezegd. Mondriaan is ten noorden van de Surinamestraat gelegen. De doelgroep zal het centrum over het algemeen juist uit de zuidelijke richting bezoeken. Het college ziet daarom geen duidelijke relatie tussen de locatie Surinamestraat 1 en Het Mondriaan College. De omgeving zal dan alleen kunnen zien dat bezoekers de locatie van het centrum betreden en weer verlaten. Het enkele feit dat bezoekers van het centrum op die manier zichtbaar zijn en looproutes van andere groepen kruisen beschouwen wij niet als hinderlijk. Dat neemt niet weg dat het risico van overlast aanwezig blijft. Daarom is Mondriaan betrokken bij het buurtoverleg.

 

B.10.8 Samenvatting

Insprekers maken bezwaar tegen de afstand stadscentrum/opganghuis die is opgerekt tot ver boven de maximale 1000 meter, ook in vogelvlucht. Tevens maakt men zich zorgen over de combinatie van een veel te lange loopafstand (1700 meter) naar het centrum en het recreatieve karakter van de directe omgeving met daarbij menige verscholen ideale hangplek. De te lange loopafstand naar het centrum zal tot gevolg hebben dat de bezoekers van de dagopvang zich zullen ophouden in de nabije omgeving. Om gedurende de dag steeds opnieuw terecht te kunnen bij de opvang zal men zich binnen 300 meter van de opvang gaan ophouden bij winkels in de Indische Buurt en in Rijswijk.

            Antwoord

Voor beantwoording van uw reactie verwijzen wij naar onderdeel A.I Het proces tot nu toe’ van het algemene gedeelte.

 

B.10.9 Samenvatting

Er is niet goed nagedacht over de bereikbaarheid met het openbaar vervoer via tramlijn 1 vanuit Den Haag of vanuit de binnenstad van Delft.

            Antwoord

De dagopvang vervult een functie voor bezoekers uit de regio Delft, Westland en Oostland. Voor hen kan de tram een goede manier zijn het centrum te bezoeken. Bezoekers uit Den Haag/Rijswijk worden in het centrum niet toegelaten. Het heeft voor hen dus ook geen zin zich in het gebied te begeven. Het college is daarbij van mening dat de veiligheidsrisico’s in het stationsgebied en dergelijke risico’s rond de tramhalte zeer sterk van elkaar verschillen. Men kan er niet opgaan in de drukte, waardoor minder gelegenheid tot crimineel gedrag bestaat. Het college is niet met inspreker eens dat vanwege de tramhalte een aanzuigende werking op mensen van buiten de regio zal ontstaan.

 

B.10.10 Samenvatting

Insprekers hebben het gevoel dat, mede gezien de tijdslimiet van de gemeente Delft, de criteria zijn aangepast om de locatiekeuze toe te schrijven richting Surinamestraat. Ook hiervoor verwijst men naar de quickscan van het bureau SAVE/Oranjewoud van augustus 2005.

            Antwoord

Voor beantwoording van uw reactie verwijzen wij naar de reactie van het college op het rapport van SAVE/Oranjewoud, gepresenteerd op de website van de gemeente. In de reactie geeft het college aan dat er in de quickscan geen nieuwe feiten naar voren komen of argumenten die aanleiding geven om de locatiekeuze ter discussie te stellen. Het bureau komt wel tot andere conclusies. Maar deze worden niet gedeeld door het college. Het college ziet dan ook geen enkele aanleiding om het besluit van 24 februari 2005 opnieuw ter discussie te stellen. Het rapport bevat wel een aantal zienswijzen die van nut kunnen zijn bij het opstellen van het beheerplan dat helpt om te komen tot een goede inpassing van de dagopvang op de Surinamestraat.

 

B.11.    Belangenvereniging Onze Indische Buurt (F.H. Vrins, A.H.J.M. Pellemans)

 

B.11.1  Samenvatting

Namens de leden van de belangenvereniging wil men reageren op het concept Ruimtelijke Onderbouwing. Men wacht de definitieve stukken af om daarop formeel te reageren.

Insprekers zijn van mening dat er tot op heden door B&W niet serieus is ingegaan op reeds eerder aangevoerde bezwaren waaronder ook de Quickscan van ingenieurs/adviesbureau SAVE. De herhaaldelijke publiekelijke roep van de gemeente om dan toch vooral in gesprek te willen blijven met omwonenden is in dit licht opportunistisch.

            Antwoord

Het eerste deel van deze reactie nemen wij voor kennisgeving aan. De gemeente heeft het rapport van SAVE serieus bestudeerd en heeft hierop een reactie gegeven. Wij nemen het proces juist uiterst zorgvuldig te hebben doorlopen en wijzen voor motivering van die stelling naar hetgeen in het algemene gedeelte (A.I “Het proces tot nu toe”) van deze nota naar voren is gebracht. De gemeente blijft bewoners en bedrijven uitnodigen om met haar in gesprek te gaan over op welke wijze de dagopvang goed gestalte kan krijgen op de Surinamestraat 1.

           

B.11.2  Samenvatting

Op basis van de door de gemeente neergezette prestatie kan geen draagvlak verkregen worden in de buurt. Deelname aan het beheerplatform lijkt in het licht van de onverzettelijkheid van de gemeente niet realistisch.

            Antwoord

Voor beantwoording van uw reactie verwijzen wij naar het antwoord van B.11.1.

           

B.11.3  Samenvatting

De keuze van de gemeente om met het omstreden Seinpost Adviesbureau BV verder te gaan alsmede de onderbouwing daarvoor in het schrijven van 10 oktober 2005 geeft blijk van minachting van de gemeente jegens omwonenden.

            Antwoord

Om de verplaatsing van de dagopvang en met name het opstellen van het beheerplan te realiseren, heeft de gemeente gezocht naar een bureau met specifieke expertise op dit gebied. De gemeente heeft een aantal bureaus benaderd en offertes aangevraagd, waaronder Seinpost. In de offerteronde kwam Seinpost wat betreft ervaring en kwaliteit als beste naar voren. In de gesprekken met de gemeente heeft Seinpost aangegeven dat de buurtvereniging contact met hen heeft gezocht in het kader van een contra-expertise ten aanzien van de locatiekeuze. Seinpost heeft aangegeven dat zij deze opdracht niet heeft aangenomen, vanwege de reden dat het bureau niet als belangenbehartiger op wil treden. Het bureau heeft als werkwijze dat zij met alle partijen in gesprek wil zijn om tot een goede realisatie van de huisvesting van een dergelijke voorziening te komen.

Omdat er geen relatie tussen Seinpost en bewonersvereniging aanwezig is, zien zowel Gemeente als Seinpost geen belemmering om een verbintenis met elkaar aan te gaan.

Het feit dat de belangenvereniging ook een vraag heeft neergelegd bij dit bureau, staat ons inziens los van de offerteronde die de gemeente Delft inzake haar vraag heeft ingezet.

           

B.12.    O.J. Temmerman – v.d. Meer

 

B.12.1  Samenvatting

Inspreker wijst de komst van de dagopvang in de directe woonomgeving af en sluit zich aan bij de onderbouwing van de afwijzing van het comité Pauwhof die veilig en rustig wonen hoog in het vaandel heeft staan. De dagopvang zal overlast veroorzaken in de buurt. Inspreker heeft angst vanwege zijn ervaring met zijn vorige woning in Den Haag. Inspreker hoopte hier rustig oud te kunnen worden.

            Antwoord

Voor beantwoording wordt verwezen naar het antwoord van de inspraakreactie van het comité, in deze nota opgenomen onder B.19.

 

B.12.2  Samenvatting

Inspreker vertrouwt erop dat deze en andere argumenten zullen leiden tot een heroverweging die de locatie Surinamestraat als dagopvang zal uitsluiten en een bestemmingsplanwijziging onnodig maakt.

            Antwoord

Voor de beantwoording van uw reactie verwijzen wij naar het antwoord onder B.3.5.

           

B.13.    Auto Hi-Fi Corner B.V. te Delft (vertegenw. E.B.H. Advocaten (Mr. J. Hiemstra)

 

B.13.1  Samenvatting

Namens de besloten vennootschap Auto Hi-Fi Corner B.V. te Delft dient E.B.H. Advocaten een zienswijze in tegen de concept ruimtelijke onderbouwing, als onderdeel van de artikel 19 lid 2 Wro procedure, voor de realisatie van de Dagopvang aan de Surinamestraat.

Het bedrijf handelt in mobiele telecommunicatie, auto hi-fi, navigatie en aanverwante producten. Het bedrijf grenst direct aan het pand Surinamestraat 1 en loopt zelfs door onder het terras behorende bij de Surinamestraat 1. Gezien de aard van de dagopvang verwacht het bedrijf grote problemen met haar bedrijfsvoering. De combinatie Auto Hi-Fi zaak en drugsverslaafden is zeer onwenselijk mede doordat klanten hun auto achterlaten op openbare parkeerplaatsen ter inbouw van apparatuur.

            Antwoord

Zoals reeds bij de beantwoording van de eerdere inspraakreactie is aangegeven, achten wij, wanneer voldaan wordt aan de gestelde eisen ten aanzien van gebouw en beheer (zie voor een meer uitgebreide reactie op dat punt de paragraaf A.II) het onwaarschijnlijk dat bedrijven in het gebied schade lijden als gevolg van de komst van de dagopvang.

Het college heeft met dit bedrijf na de aanwijzing van de locatie diverse gesprekken gevoerd. Het college is bereid in het pakket van beheersmaatregelen specifieke aandacht te besteden aan Auto Hi-Fi Corner.

 

B.13.2  Samenvatting

De bezwaren van Auto- Hi-Fi Corner B.V. staan uitvoeriger beschreven in een eerdere zienswijze gericht tegen het voornemen van B&W d.d. 11 december 2004. In reactie op de zienswijze antwoordt de gemeente dat ze direct na de eventuele aanwijzing van deze locatie met het bedrijf wil bespreken op welke wijze mogelijke nadelige gevolgen van de komst van de dagopvang in hetzelfde complex kunnen worden vastgesteld en opgevangen. Het bedrijf neemt naar het oordeel van de gemeente een bijzondere positie in. De besprekingen zijn inmiddels gaande en het bedrijf zet in op een volledige verhuizing. Ter zake is door het bedrijf Auto Hi-Fi Corner B.V. een voorstel gedaan waarop de gemeente nog niet inhoudelijk heeft gereageerd.

            Antwoord

De gemeente heeft inmiddels een aantal gesprekken gevoerd. Op 18 november 2005 heeft er een afrondend gesprek plaatsgevonden. Hierin is afgesproken dat de gemeente op korte termijn schriftelijk antwoord geeft op de brief van Auto Hi-Fi Corner BV.

 

B.13.3  Samenvatting

De gemeente bereidt op dit moment de artikel 19 lid 2 WRO procedure voor. Ingevolge artikel 19a lid 4 WRO is hierop afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing. In artikel 3:15 Awb is bepaald dat belanghebbende bij het bestuursorgaan naar keuze schriftelijk of mondeling een zienswijze over het ontwerp naar voren kan brengen. In artikel 3:16 Awb is bepaald dat de termijn voor het naar voren brengen van zienswijzen zes weken bedraagt. De concept ruimtelijke onderbouwing ligt ter inzage van 20 september tot 17 oktober. Gezien het bepaalde in artikel 3:16 is deze termijn te kort en derhalve in strijd met de wet. Dit dient te worden hersteld op straffe van nietigheid van het besluit.

            Antwoord

Inspreker verwart de procedure van het indienen van zienswijzen met de thans aan de orde zijnde procedure van het bieden van de gelegenheid tot het indienen van inspraakreacties. Deze procedure gaat vooraf aan de mogelijkheid van het indienen van zienswijzen en de genoemde artikelen zijn pas in de volgende stap in de procedure van toepassing.

 

B.13.4  Samenvatting

In de ruimtelijke onderbouwing is bepaald dat deze zal dienen voor de vrijstellingsprocedure ex-artikel 19 lid 2 WRO. Naar het oordeel van de inspreker kan de voorgenomen gebruikswijziging van het pand niet worden gerealiseerd met behulp van artikel 19 lid 2 WRO aangezien dit in tegenspraak is met het beleid van de provincie aangaande artikel 19 lid 2 WRO. In het beleid van de provincie is niet opgenomen dat bestaande bedrijfsterreinen mogen worden omgevormd naar maatschappelijke doeleinden. De voorgenomen vrijstelling kan derhalve niet worden gerealiseerd met artikel 19 lid 2 WRO.

            Antwoord

In het Streekplan Zuid-Holland-West is het gebied Surinamestraat 1 aangewezen als bedrijventerrein. Een bedrijventerrein is een aaneengesloten bebouwd gebied met als hoofdfunctie bedrijvigheid, waaronder begrepen transport en distributie, productie, veilingen, kenniscentra alsmede nutsvoorzieningen.

Het streekplan stelt regels aan het transformeren van bedrijventerreinen. Dit om te voorkomen dat al te gemakkelijk functies als bedrijventerreinen, sportvelden en volkstuinen uit het stedelijk gebied verdwijnen. Als dergelijke transformaties onvermijdelijk zijn, zal de handelende gemeente moeten aangeven hoe deze functies (lokaal c.q. regionaal) worden gecompenseerd. De verantwoordelijkheid voor het beleid binnen de rode contouren ligt primair bij de gemeenten.

Het Streekplan sluit niet uit dat in gebieden met de aanduiding “bedrijventerrein” andere functies worden toegevoegd, maar dan zal dit slechts incidenteel kunnen plaatsvinden. Het Streekplan wil voorkomen dat al te gemakkelijk functies als bedrijventerreinen uit het stedelijk gebied verdwijnen.

Wij bestrijden dan ook dat elke toevoeging van een niet-bedrijvenfunctie in strijd is met het Streekplan.

Onderzocht is of door de toevoeging van de incidentele functie van dagopvang de in het gebied aanwezige bedrijven zodanig in hun bedrijfsvoering worden belemmerd dat het functioneren binnen het bedrijventerrein als totaal belemmerd wordt. Uit het bepaalde in paragraaf 4.4.7 van de ruimtelijke onderbouwing blijkt dat er geen sprake is van een beperking van betekenis voor de thans aanwezige bedrijven in de directe omgeving. Het gebied kan zijn functie als overwegend bedrijventerrein onverminderd behouden en er is dus geen sprake van strijd met het provinciale en regionale beleid.

Het geringe oppervlak van 550 m² dat nu aan bedrijventerrein verloren gaat zal in een later stadium tezamen met andere mogelijk in de toekomst verloren kleine bedrijfsoppervlakten worden gecompenseerd.

Ten overvloede merken wij op dat de gemeente Delft, evenals de provincie Zuid Holland op regionaal niveau deelneemt aan de Ambtelijk Commissie Coördinatie Ruimtelijke Ordening waarin een nieuwe visie wordt voorbereid op compensatiemogelijkheden voor bedrijfsverplaatsingen in de regio. Deze visie is naar verwachting eind 2005 gereed en zal worden meegenomen in de aanpassing van het Structuurplan Haagland.

Wij onderkennen dat de provinciale circulaire geen ruimte biedt voor het zonder meer toepassen van de procedure als bedoeld in artikel 19 lid 2 van de WRO en dat derhalve een specifieke verklaring is vereist, waartoe overigens de desbetreffende circulaire ruimte biedt.

 

B.13.5  Samenvatting

Centraal in de toepassing van artikel 19 WRO staat het voorschrift van een goede ruimtelijke onderbouwing. Voor de toetsing van de conceptonderbouwing wordt verwezen naar de Losbladige Groene Kluwer, artikel 19, aantekening 4 waarin staat dat de onderbouwing de visie moet bevatten op de toekomstige ruimtelijke ontwikkeling van het betrokken gebied en de ruimtelijke effecten van het project op de omgeving. De eerste toets is die aan het regionaal structuurplan, stadsgewest Haaglanden, vastgesteld op 20 februari 2002 waarin het gebied is aangewezen als bedrijfsterrein. In het uitvoeringsprogramma is tevens aangegeven dat de versnelling van de ontwikkeling van bedrijfsterreinen in komende jaren gewenst is, dat men bestaande bedrijventerreinen wil handhaven en dat men het gebruik daarvan wil optimaliseren. Het realiseren van de bestemming maatschappelijke doeleinden op een bedrijventerrein is in strijd met dit geformuleerde beleid. Tevens zal deze bestemming hinder opleveren voor de andere bedrijven. Bij een dergelijke gevoelige bestemming hoort een milieu hinder cirkel, die toekomstige bedrijvigheid zal beperken c.q. beletten. Hiermee wordt een verdere optimalisatie van het bedrijventerrein zeer moeilijk danwel onmogelijk gemaakt.

            Antwoord

Voor de beantwoording van uw reactie verwijzen wij u naar het antwoord onder B.13.4.

 

B.13.6  Samenvatting

In het streekplan Zuid-Holland West wordt op pagina 44 en 45 ook het beleid aangaande bedrijventerreinen uiteengezet. Daaruit blijkt dat de vraag naar bedrijventerreinen het aanbod sterk overstijgt. Het beleid bevat daarom de volgende kernpunten:

-          Herstructurering gaat voor uitleg

-          (Her) ontwikkeling van bedrijfslocaties: duurzaam en intensief

-          Optimaliseren restant (streek)plancapaciteit aan terreinen

-          Selectief regionaal gronduitgiftebeleid

-          Ontwikkeling nieuwe locaties in transformatiegebieden of studiezones

De voorgenomen gebruikswijziging van het pand aan de Surinamestraat is in strijd met alle punten van bovenstaand beleid en derhalve is er strijdigheid met het provinciale (regionale) beleid.

            Antwoord

Wij verwijzen kortheidshalve naar hetgeen bij de beantwoording van de vorige inspraakreactie is ingebracht.

 

B.13.7  Samenvatting

De gemeente concludeert dat het gebied zijn functie als overwegend bedrijventerrein onverminderd kan behouden en er geen sprake is van strijdigheid met het provinciale en regionale beleid. Inspreker deelt die mening niet. Er is namelijk niet alleen een beperking op de 550 m² aangezien het uitwaaierende effect veel groter is. Daardoor is het een beperking voor het gehele terrein.

            Antwoord

Wij zien geen uitwaaierend effect voor de bedrijfsvoering voor de in de nabijheid gelegen bedrijven. Toevoeging van de dagopvangfunctie zal ons inziens niet leiden tot beperkingen in de ontwikkelingsmogelijkheden van de bedrijven.

 

B.13.8  Samenvatting

Er is geen sprake van compenserende maatregelen. Deze aspecten worden ook niet aangehaald en meegenomen in het structuurplan c.q. streekplan De functiewijziging staat haaks op hetgeen is bepaald in het streekplan en structuurplan.

            Antwoord

Zoals in de ruimtelijke onderbouwing is aangegeven is wel degelijk sprake van compenserende maatregelen. Wij vinden evenwel dat wij aan deze vraag niet toekomen omdat geen sprake is van een substantieel verlies aan bedrijfsterrein.

 

B.13.9  Samenvatting

Ook in de Nota Regels voor Ruimte is bepaald wat op bedrijventerreinen niet mag worden toegelaten. De bestemming maatschappelijke doeleinden hoort daar niet in thuis.

            Antwoord

Hetgeen in de Nota Regels voor Ruimte is aangegeven, is een aanbeveling bij de opstelling van nieuwe bestemmingsplannen. Voor wat betreft bestaande bedrijventerreinen geldt hetgeen in het Streekplan is aangegeven, zoals in de ruimtelijke onderbouwing is aangegeven en zoals herhaald bij de beantwoording van zienswijze B13.4.

 

B.13.10  Samenvatting

De ruimtelijke onderbouwing van de gemeente gaat hoofdzakelijk in op de locatiekeuze en de afwegingen die zijn gemaakt. Er wordt niet ingegaan op algemeen ruimtelijk beleid en de combinatie van functies. Er is slechts een keuze gemaakt tussen locaties. Er zou een specifieke ruimtelijke onderbouwing geschreven moeten worden voor deze specifieke situatie die omvangrijker en diepgaander van aard zou moeten zijn. Daarin zou de gemeente ook moeten ingaan op de ruimtelijke effecten van het project op de omgeving.

            Antwoord

In de ruimtelijke onderbouwing is juist ingegaan op de ruimtelijke effecten voor de omgeving van de locatie Surinamestraat 1, is een beschrijving gegeven van de feitelijke situatie, zijn de mogelijke belemmeringen in beeld gebracht vanuit de milieuwetgeving en zijn de eerder geformuleerde beoordelingscriteria toegespitst op de onderhavige locatie.

 

B.13.11 Samenvatting

In de paragraaf “stedenbouwkundige en functionele argumenten” komt de gemeente tot een conclusie die bestaat uit zes punten. Er wordt verwezen naar de wettelijke taak van de gemeente Delft. Dit argument is niet ruimtelijk relevant.

Antwoord

De wettelijke taak van de gemeente Delft is de aanleiding voor het initiatief. Dit is een uitgangspunt bij de ruimtelijke afweging. Immers, uitgaande van die wettelijke taak dient ergens in de gemeente ruimte te worden gevonden voor een dergelijke functie. Dit kleurt de belangenafweging in.

 

B.13.12  Samenvatting

Er wordt verwezen naar het grote stedelijk/regionale belang om een dagopvang te realiseren. Ook dat argument is niet ruimtelijk van belang.

Antwoord

Ook voor dit aspect geldt dezelfde redenering als hiervoor onder B.13.11 is aangegeven.

 

B.13.13  Samenvatting

Er wordt gewezen op het gemengde karakter van de directe omgeving en de daar aanwezige functies. Dat is juist zij het dat deze functies vallen binnen de gegeven bestemming en derhalve ook actuele bestemming. Maatschappelijke doeleinden en zeer zeker deze specifieke functie, ligt niet in dat verlengde.

Antwoord

De diverse functies zijn allen feitelijk aanwezig en maken dat het desbetreffende gebied geen eenzijdig bedrijfsterrein is. Voor de beoordeling van de aanvaardbaarheid van het initiatief is de feitelijke situatie zeer bepalend.

 

B.13.14  Samenvatting

Situering ten opzichte van de binnenstad en het station. De gemeente signaleert terecht dat de afstand tot de binnenstad te groot is. Voor het overige is het geen ruimtelijk argument in relatie tot een bestemmingsplan.

Antwoord

Voor de beantwoording van uw reactie verwijzen wij naar onderdeel A.I Het proces tot nu toe’ van het algemene gedeelte.

 

B.13.15  Samenvatting

Toegankelijkheid en beheersbaarheid van de locatie voor politie en hulpdiensten. Een goede toegankelijkheid is wenselijk maar daarmee wordt geen rechtvaardiging gegeven voor een inbreuk op de bestaande bestemming in ruimtelijke zin.

Antwoord

Voor de beantwoording van uw reactie verwijzen wij u naar het antwoord onder B.5.15.

 

B.13.16  Samenvatting

De locatie is redelijk geïsoleerd van een woonbuurt. Men kan dit argument niet goed volgen omdat de meeste maatschappelijke doeleinden in woonbuurten zijn gelegen. Gezien alle voorzieningen die men stelt te treffen en de beheersbaarheid, is de vraag waarom die combinatie niet kan.

Antwoord

De term “maatschappelijke doeleinden” is een verzamelbegrip voor alle maatschappelijke voorzieningen waaronder: ziekenhuizen, sportvelden, scholen, musea, kerken. De wenselijkheid deze voorziening te combineren met de woonfunctie is steeds afhankelijk van het type maatschappelijke voorziening. Voor de opvang van verslaafden en daklozen in gekozen voor een locatie die redelijk is geïsoleerd van een woonwijk. Voor de overige beantwoording wordt verwezen naar het antwoord onder Algemeen onder paragraaf II “Overlast en het beheerplatform”.

 

B.13.17  Samenvatting

In de Ruimtelijke Onderbouwing worden de ruimtelijke effecten van de vestiging van de dagopvang op de omgeving niet genoemd. Ook komt het bedrijf Auto Hi-Fi Corner B.V. niet meer in de ruimtelijke onderbouwing voor. M.b.t. dit punt wordt verwezen naar “Voorzieningenrechter rechtbank Groningen, 2 november 2000, Groningen, br, 2001, 20014.”

            Antwoord

Ten aanzien van dit onderdeel verwijzen wij naar de beantwoording onder B.13.10.

           

B.13.18  Samenvatting

De representativiteit van de omgeving zal snel achteruit gaan. Geen enkel bedrijf wil naast de dagopvang gevestigd zijn en dat geldt zeker voor een bedrijf in auto hi-fi apparatuur, autoalarm, autotelefoon, etc. dat zeer gewilde en diefstalgevoelige producten zijn. Daarnaast zullen klanten van het bedrijf hun auto niet meer willen achterlaten en het bedrijf gaan mijden. Het is onbegrijpelijk dat de gemeente hiernaar geen enkel onderzoek heeft gedaan en geen belangenafweging heeft gemaakt.

            Antwoord

Voor de beantwoording van uw reactie verwijzen wij u naar het antwoord onder B.13.1.

 

B.13.19  Samenvatting

De ruimtelijke onderbouwing stelt dat er geen planschade ex-artikel 49 WRO te verwachten is. Daarbij wordt wellicht over het hoofd gezien dat het bedrijf als huurder ook recht heeft op een planschadevergoeding indien zich schade voordoet.

            Antwoord

Voor de beantwoording van uw reactie verwijzen wij naar onderdeel A.IV ‘Planschade’ van het algemene gedeelte.

 

B.13.20  Samenvatting

Er heeft geen materiële belangenafweging ten opzichte van het bedrijf Auto Hi-fi plaatsgevonden en dat is wel vereist. Hierbij wordt verwezen naar J. Struiksma, “artikel 19 WRO: terugblik en anticipatie, bouwrecht 1999”, bladzijde 627-634.

            Antwoord

Ten aanzien van dit onderdeel verwijzen wij naar de beantwoording onder B.13.10.

 

B14.  A.A. Boon

 

B.14.1  Samenvatting

Inspreker maakt bezwaar tegen een bestemmingsplanwijziging voor de komst van een opvangcentrum in de Surinamestraat en sluit zich aan bij de onderbouwing van de afwijzing van het Comité Pauwhof die veilig en rustig wonen hoog in het vaandel heeft staan.

            Antwoord

Voor de beantwoording wordt verwezen naar de beantwoording van de reactie van bedoeld Comité, in deze nota opgenomen onder B.19.

 

B.14.2 Samenvatting

Een opvangcentrum voor dak- en thuislozen en drugs- en drankverslaafden kan veel overlast veroorzaken zoals: drugsgebruik en handel in een verlaten gebied door het ontbreken van sociale controle, illegale en stiekeme prostitutie in de directe omgeving van de Surinamestraat, Oostsingel, Haagweg en het gebied langs de Delftse Vliet en onder de brug. Dit zal het imago van een mooie toeristische, historische kennistad nadelig beïnvloeden. Voorts bestaat de overlast uit het onveilig maken van tramlijn 1, het onveilig maken van de buurt door agressief gedrag en rondslingerende spuiten, diefstal, zeer kind onveilige/onvriendelijke omgeving door gedrag bezoekers en een grote toeloop van verslaafden uit het gebied Den Haag via tramlijn 1.

            Antwoord

Voor beantwoording van uw reactie in algemene zin verwijzen wij naar onderdeel A.II ‘Overlast en beheerplatform’ van het algemene gedeelte. Wij voegen daaraan toe dat de dagopvang een kleinschalige voorziening is. Daarnaast kan door een goede inrichting van de locatie en beheer van de omgeving de kans op overlast en criminaliteit verder beperkt worden, –in objectieve zin- kan zo een voldoende niveau van veiligheid bereikt worden. Dat neemt niet weg dat het belangrijk is structureel overleg te hebben tussen gemeente, politie, de dagopvang, omwonenden en ondernemers. Dat overleg moet leiden tot een beheerplan en regelmatige evaluatie van de gang van zaken. Daarbij horen ook een serieus sanctiebeleid van de dagopvang en afspraken over een snelle reactie van de hulpdiensten bij incidenten. Op deze wijze kan het beperkte risico worden verkleind, moet ook het vertrouwen ontstaan dat wangedrag wordt aangepakt, waardoor uiteindelijk het gevoel van onveiligheid vermindert. De dagopvang vervult een functie voor bezoekers uit de regio Delft, Westland en Oostland. Voor hen kan de tram een goede manier zijn het centrum te bezoeken. Bezoekers uit (de richting) Den Haag/Rijswijk worden in het centrum niet toegelaten. Het heeft voor hen dus ook geen zin zich in het gebied te begeven. Het college is daarbij van mening dat de veiligheidsrisico’s in het stationsgebied en dergelijke risico’s rond de tramhalte zeer sterk van elkaar verschillen. Men kan er niet opgaan in de drukte, waardoor minder gelegenheid tot crimineel gedrag bestaat. Het college is niet met inspreker eens dat vanwege de tramhalte een aanzuigende werking op mensen van buiten de regio zal ontstaan.

 

B.14.3 Samenvatting

Uit ervaring kan inspreker melden dat indien de gemeente op deze afgelegen en verlaten locatie een opvangcentrum in gebruik neemt men veel problemen binnen de gemeente Delft en Rijswijk haalt. Met name toenemende onveiligheid door drugsgebruik en de te verwachten prostitutie, diefstal etc. zullen naar dit nu zo mooie en rustige gebied komen.

            Antwoord

Voor de beantwoording van uw reactie verwijzen wij naar paragraaf  A.II ‘Overlast en beheerplatform’ van het algemene gedeelte.

 

B.14.4  Samenvatting

Inspreker vertrouwt erop dat deze en andere argumenten zullen leiden tot een heroverweging die de locatie Surinamestraat als dagopvang zal uitsluiten en een bestemmingsplanwijziging onnodig maakt.

            Antwoord

Voor de beantwoording van uw reactie verwijzen wij naar het antwoord onder B.3.5.

 

B.15. Bruker AXS B.V. (E.R. Hovestreydt, Algemeen Directeur)

Het bedrijf maakt als belanghebbende in het algemeen en als werkgever van meer dan 40 werknemers in het bijzonder, bezwaar tegen de procedure waarmee de gemeente tot de conclusie is gekomen de locatie Surinamestraat 1 aan te wijzen als nieuwe vestiging voor dagopvang van daklozen en verslaafden.

 

B.15.1 Samenvatting

De vestiging zal de representatieve omgeving aantasten, terwijl het bedrijf bij vestiging nadrukkelijk heeft gezocht naar een representatieve omgeving, passend bij de uitstraling van het bedrijf. Er zal een negatief beeld ontstaan voor de nationale en internationale klanten. Ook vestigt het de aandacht op een internationaal toch al omstreden drugsbeleid.

            Antwoord 

Wanneer voldaan wordt aan de gestelde eisen ten aanzien van gebouw en beheer (zie voor een meer uitgebreide reactie op dat punt de paragraaf A.II ‘Overlast en beheerplatform’) acht het college het onwaarschijnlijk dat bedrijven schade lijden als gevolg van de komst van de dagopvang.

 

B.15.2 Samenvatting

De vestiging betekent een verhoging van de inbraakgevoeligheid. Overdag is er vrije toegang tot het binnenterrein en het pand, de binnenplaats is zeer uitnodigend (grote tuin, tafeltennis, bankjes). Dit zal resulteren in een verhoging van de kosten van de bewaking en benodigde aanpassingen.

            Antwoord 

Voor de beantwoording van deze reactie verwijzen wij u naar paragraaf A.II ‘Overlast en beheerplatform’ van het algemene gedeelte.

 

B.15.3 Samenvatting

Het vestigen van de dagopvang op deze locatie zal verstrekkende economische en financiële consequenties hebben. Door de verhoogde financiële druk als gevolg van de extra maatregelen en de omzetafname door negatieve uitstraling kan het bedrijf niet langer garant staan voor een behoud van arbeidsplaatsen op middel en lange termijn. Reeds op voorhand verzoekt het bedrijf om een vergoeding van de gemaakte kosten van o.a. rechtsbijstand en zal men de gemeente aansprakelijk stellen voor eventuele schade aan, of waardevermindering van eigendommen in relatie met de vestiging van de dagopvang op deze locatie.

Antwoord 

Voor de beantwoording van deze reactie verwijzen wij u naar onderdeel A.IV ‘Planschade’ van het algemene gedeelte. Bij de wijziging van het bestemmingsplan kunnen belanghebbenden verzoeken om planschadevergoeding. Het college heeft verder kennisgenomen van uw aankondiging van juridische stappen.

 

B.16. H.P. Kloor

 

B.16.1 Samenvatting

Inspreker maakt bezwaar tegen de komst van een opvangcentrum in de Surinamestraat en sluit zich aan bij de onderbouwing van de afwijzing van het Comité Pauwhof die veilig en rustig wonen hoog in het vaandel heeft staan.

            Antwoord

Voor de beantwoording wordt verwezen naar de beantwoording van de reactie van bedoeld Comité, in deze nota opgenomen onder B.19.

 

B.16.2 Samenvatting

Een opvangcentrum voor dak- en thuislozen en drugs- en drankverslaafden kan veel overlast veroorzaken zoals: het gebruik van de banken in de gemeenschappelijke tuin van de Pauwhof voor drugs en drankgebruik en het achterlaten van rotzooi.

            Antwoord

Voor beantwoording van uw reactie verwijzen wij naar onderdeel A.II ‘Overlast en beheerplatform’ van het algemene gedeelte.

 

B.16.3 Samenvatting

Inspreker voelt zich genoodzaakt te verhuizen indien bovenstaande overlast zich zal voordoen. In het verleden is de inspreker om die reden uit Den Haag verhuisd.

            Antwoord

Het is juist de bedoeling overlast die mogelijk kan ontstaan vanwege de functie van de dagopvang te voorkomen door goede beheerafspraken te maken en bijvoorbeeld extra surveillance en toezicht uit te oefenen. Voor de overige beantwoording verwijzen wij naar paragraaf  A II ‘Overlast en beheerplatform’ van het algemene gedeelte.

 

B.16.4 Samenvatting

Inspreker vertrouwt erop dat deze en andere argumenten zullen leiden tot een heroverweging die de locatie Surinamestraat als dagopvang zal uitsluiten en een bestemmingsplanwijziging onnodig maakt.

            Antwoord

Voor de beantwoording van uw reactie verwijzen wij naar het antwoord onder B.3.5.

 

B.17 P.J. Lander

 

B.17.1 Samenvatting

Inspreker wijst de komst van een opvangcentrum voor dak- en thuislozen, drank- en drugsverslaafden in de directe omgeving nadrukkelijk af en sluit zich aan bij de onderbouwing van de afwijzing van het Comité Pauwhof waarvan de leden veilig en rustig willen wonen in deze toch al kleine compacte wijk (zie bijlage).

            Antwoord

Voor de beantwoording wordt verwezen naar de beantwoording van de reactie van bedoeld Comité, in deze nota opgenomen onder B.19.

 

B.17.2 Samenvatting

De drukte in de kleine wijk Pauwhof door de aanwezigheid van het Mondriaan College zal extra belast worden door de komst van de doelgroep van de dagopvang. In de afgelopen maanden/jaren heeft de inspreker kunnen constateren dat er allerlei maatregelen getroffen moesten worden door het Mondriaan College om de handel in drugs tegen te gaan. Daarom staat er nog steeds extra bewaking bij de school. Indien daar groepen verslaafden en daklozen bijkomen wordt de wijk zeer zwaar belast. Een mogelijke hangplek is gelegen aan de achterzijde van de tuinen van de Pauwhof. In deze gemeenschappelijke groenvoorziening staan diverse zitjes.

            Antwoord

Voor de beantwoording van uw reactie verwijzen wij naar onderdeel  A.II “Overlast en beheerplatform” van het algemene gedeelte.

 

B.17.3 Samenvatting

Het is gebleken dat de gemeente zich weinig aantrekt van de bezwaren van de Rijswijkse bewoners aangezien de bewoners in een veel te laat stadium op de hoogte werden gesteld van de geplande komst van het opvangcentrum.

            Antwoord

Het gebied ten noorden de Surinamestraat is in eerste instantie niet meegenomen in de huis-aan-huis mailings. De huidige ervaring is dat de doelgroep zich op de binnenstad richt en niet zozeer op de buurt achter de dagopvang. Ook op de Surinamestraat verwachten wij dat de doelgroep georiënteerd is op de binnenstad en niet op het gebied ten noorden van de dagopvang. Dat is de reden dat dit gebied in de huis-aan-huis mailings in eerste instantie niet betrokken is. Naar aanleiding van reacties van bewoners uit Rijswijk heeft de gemeente deze bewoners alsnog voorzien van informatie. Het college streeft er naar zo zorgvuldig en transparant mogelijk te handelen. Derhalve is er via diverse mediakanalen, brief, informatiekrant en website, gecommuniceerd over de plannen van de gemeente. De betreffende Rijswijkse bewoners zijn uitgenodigd voor de inspraakavond. Ze zijn daarmee in de gelegenheid geweest inspraak te plegen, hetgeen ook gestaafd wordt door de binnengekomen inspraakreacties uit de gemeente Rijswijk. Dit waren totaal zes inspraakreacties, waarvan één namens 26 bewoners. Het college is van mening dat zij ruimschoots aan haar inspraakverplichting voldoet voor de nieuwe huisvesting van de dagopvang.

 

B.17.4 Samenvatting

Inspreker hoopt dat de bezwaren uit Rijswijk en Delft de gemeente duidelijk maken dat de gekozen locatie onjuist blijkt te zijn en dat de gemeente alsnog terugkomt op haar besluit.

            Antwoord

Voor beantwoording van uw reactie verwijzen wij naar onderdeel A.I ‘Het proces tot nu toe’ van het algemene gedeelte en het antwoord onder B.3.5.

 

B.17.5 Samenvatting

Bijlage: Waarom de keus voor de dagopvang in de Surinamestraat verkeerd is. Visie vanuit de Pauwhof, Rijswijk. Insprekers onderschrijven de noodzaak van een dagopvang voor daklozen en verslaafden. De gemeente Delft kiest de locatie aan de Surinamestraat voor de vestiging van de dagopvang die vanwege de overlast op de huidige locatie verplaatst moet worden. Op de nieuwe locatie zal echter ook overlast ontstaan. Hierbij noemen de insprekers drie hoofdbezwaren. Grote stadsproblematiek past niet in een landelijke omgeving.

Drugs- en alcoholverslaafden die niet in staat blijken een vaste woonplaats te kunnen behouden trekken naar de kernen van (grotere) steden. Daar vallen zij ook minder op. Mensen die in het stadscentrum gaan wonen nemen de overlast van deze groep voor lief. Mensen die (veelal met kinderen) er voor kiezen in een rustige omgeving te wonen zoeken de buitenwijken en de rand van stedelijke gebieden op. De mate van stedelijkheid is per postcodegebied geclassificeerd door het CBS op basis van het aantal adressen per vierkante kilometer (totaal 5 groepen). Postcode 2289 waarin de Pauwhof valt, behoort tot groep 4, weinig stedelijk. Het is duidelijk dat met de keus voor de Surinamestraat de maatschappelijke probleemgevallen naar de verkeerde plek worden gebracht.

            Antwoord

De gemeente Rijswijk begint een aantal honderden meters ten noorden van de Surinamestraat. De doelgroep zal het centrum over het algemeen juist uit de zuidelijke richting bezoeken. Het college ziet daarom geen duidelijke relatie tussen de locatie Surinamestraat 1 en de gemeente Rijswijk. De mogelijkheid bestaat dat Rijswijkers bezoekers van de dagopvang zien of dat zij elkaars looproute kruisen. Dat enkele feit beschouwen wij niet als hinderlijk. Dat neemt niet weg dat het risico van overlast aanwezig blijft. Daarom worden de bewoners van Rijswijk betrokken bij het vervolgproces en het beheerplan.

 

B.17.6 Samenvatting

Hoofdbezwaar 2: Een locatie op de grens van twee gemeentes bemoeilijkt het hanteren van overlast. Het inroepen van hulpdiensten zoals de politie van Rijswijk, voor overlast veroorzaakt door een groep uit Delft, zal stroef verlopen. De politie van Delft draagt verantwoording voor de openbare orde ter plaatse van de Surinamestraat. De nodige communicatie tussen de twee corpsen kan leiden tot langere aanrijdtijden. Deze situatie kan leiden tot eigenrechterschap van bewoners. Ook maatregelen in het kader van de inrichting van de openbare weg zijn lastig. Waarom zou de gemeente Rijswijk kosten moeten maken voor de gevolgen van een keus van de gemeente Delft. Een voorbeeld van moeizame communicatie tussen twee gemeentes is de communicatie over de verkeerssituatie rond de ingang van de Pauwhof.

            Antwoord

Op ambtelijk en bestuurlijk niveau is contact met de gemeente Rijswijk. De veiligheidsscan is in overleg met de politie Haaglanden voorbereid en uitgevoerd. Rijswijk en Delft vallen beiden onder politie Haaglanden waardoor er sprake is van eenzelfde politiecorps voor het handhaven van de openbare orde rondom de locatie. De gemeente Rijswijk begint een aantal honderden meters ten noorden van de Surinamestraat. De doelgroep zal het centrum over het algemeen juist uit de zuidelijke richting bezoeken. Het college ziet daarom geen duidelijke relatie tussen de locatie Surinamestraat 1 en de gemeente Rijswijk. De mogelijkheid bestaat dat Rijswijkers bezoekers van de dagopvang zien of dat zij elkaars looproute kruisen. Dat enkele feit beschouwen wij niet als hinderlijk. Dat neemt niet weg dat het risico van overlast aanwezig blijft. Daarom zal de gemeente bewoners van Rijswijk betrekken bij het vervolgproces en het beheerplan.

 

B.17.7 Samenvatting

Hoofdbezwaar 3: De procedure die tot deze keuze heeft geleid is aanvechtbaar. De toepassing van de criteria die hebben geleid tot de keuze van de Surinamestraat is niet objectief en zakelijk geweest. Het criterium afstand tot het centrum is meermalen opgerekt. De locatie GGD is afgevallen vanwege de nabijheid van het station Delft terwijl de Surinamestraat nog dichter bij hoogfrequent en laagdrempelig openbaar vervoer is gelegen.

            Antwoord

Voor beantwoording van uw reactie verwijzen wij naar onderdeel A.I ‘Het proces tot nu toe’ van het algemene gedeelte.

 

B.17.8 Samenvatting

Het is niet ondenkbaar dat er onzichtbare krachten een rol gespeeld hebben. De vestiging van de dagopvang in de Surinamestraat heeft een direct gevolg voor de bedrijven in de naaste omgeving en de waarde van het onroerend goed. Dat is een nadeel voor sommigen maar kan in het voordeel zijn van anderen aangezien dit de weg vrij kan maken voor een geheel andere bestemming van het totale terrein tussen de Vrijenbanselaan, Rijn-Schiekanaal en de Pauwhof op de langere termijn.

            Antwoord

De herontwikkeling van het gebied rond de Surinamestraat is voor een belangrijk deel afhankelijk van de ontwikkeling van het bedrijven terrein van DSM en Calvé. Om die reden zal de zogenoemde scheg aan de overzijde van dit bedrijventerrein onderdeel uit gaan maken van het bestemmingsplan voor dat bedrijventerrein. Over die mogelijke herontwikkeling van dat terrein wordt op bestuurlijk niveau overleg gevoerd. Pas als daar meer duidelijkheid over is zal onderzocht worden welke ontwikkelingen voor het gebied rond de Surinamestraat mogelijk en wenselijk zijn.

Vestiging van de dagopvang zal de ontwikkelingen niet in de weg staan.

 

B.17.9 Samenvatting

De dagopvang kan velerlei soorten overlast veroorzaken:

-          De ruime mogelijkheden van de groep om de omgeving te belasten doordat het openbaar vervoer aan de ingang van de Pauwhof een halte heeft en de uitbreiding van het OV in de toekomst. Daarnaast kan er vermenging van de groep daklozen met de scholieren van het Mondriaan College optreden en heeft het woongebied vele schuilplekken

-          De dagopvang bezoekers zullen veel overlast met hun gedrag veroorzaken:

      herrie, alcohol en drugsgebruik, het bij zich hebben van loslopende honden, het naroepen van passanten, het samenscholen op hangplekken, het achterlaten van vuil, het benutten van tuinen en paden tussen tuinen voor sanitaire doeleinden, handel in drugs, agressief gedrag, bedelen, slapen in de bosjes, het bezetten van portieken, flats, garages en straatmeubilair.

-          Ook zal er veel overlast zijn door toename van crimineel gedrag zoals het aanrichten van vernielingen, het uiten van beledigingen, mishandelingen, diefstal uit woningen, straatroof en diefstal uit auto’s.

Antwoord

Voor beantwoording van uw reactie verwijzen wij naar onderdeel A.II ‘Overlast en beheerplatform’ van het algemene gedeelte.

 

B.17.10 Samenvatting

De verwachte gevolgen hiervan zijn een gevoel van onveiligheid, angst, schaamte

voor de omgeving, verpaupering van de omgeving en waardedaling van onroerend

goed (planschade).

Antwoord

Voor beantwoording van uw reactie verwijzen wij naar onderdeel A.II ‘Overlast en beheerplatform’ van het algemene gedeelte.

Ten aanzien van de kwestie van planschade wordt een vergelijking gemaakt tussen de potentiële gevolgen vanuit het vigerende bestemmingsplan en de functiewijziging zoals die thans aan de orde is. De voorlopige conclusie van het bureau Oranjewoud dat op ons verzoek een planschaderisico-analyse heeft gemaakt is dat de functie van drugsopvang naar objectieve maatstaven en gezien de jurisprudentie op dit punt geen planschade tot gevolg zal hebben. Voor de overige beantwoording wordt verwezen naar paragraaf A.IV ‘Planschade’ van het algemene gedeelte.

 

B.18. L. van der Lee en Zonen B.V. (F. van der Lee, directeur)

 

B.18.1 Samenvatting

Middels deze brief wil inspreker reageren op het concept ruimtelijke onderbouwing ten behoeve van de gebruikswijziging pand Surinamestraat. Aangezien de bezwaren van de inspreker in alle inspraakronden tot geen enkele positieve afweging hebben geleid wil de inspreker benadrukken dat alle eerder ingestuurde opmerkingen als herhaald en ingelast dienen te worden beschouwd.

            Antwoord

Het college neemt nota van de opmerkingen van de inspreker.

 

B.18.2 Samenvatting

Het stoort de inspreker dat men vele keren is uitgenodigd om te reageren op het voorstel van de gemeente, terwijl het vertrouwen dat men heeft om invloed te hebben op de besluitvorming er niet meer is. Inspreker behoudt zich dan ook het recht voor in de daadwerkelijke vrijstellingsprocedure alle bezwaren, die men dan zou kunnen hebben, naar voren te brengen en volstaat nu met een reactie op hoofdlijnen.

            Antwoord

Voor beantwoording wordt verwezen naar hetgeen is gesteld paragraaf A.I ‘Het proces tot nu toe’ van het algemene gedeelte.

           

B.18.3 Samenvatting

De gemeente heeft inmiddels gereageerd op het rapport van deskundige Oranjewoud/SAVE dat op 16 september aan de gemeente is overhandigd. De gemeente heeft de conclusie van Oranjewoud/SAVE (waarin vermeld stond dat de gemeente niet in redelijkheid tot de keuze voor de Surinamestraat heeft kunnen komen) volledig van de hand gewezen. Oranjewoud/SAVE is door de inspreker in de gelegenheid gesteld hierop te reageren. Deze reactie (rapport) is bijgevoegd als bijlage. Op basis van dit rapport is de inspreker van mening dat de ruimtelijke onderbouwing niet zal kunnen legitimeren dat vrijstelling van het bestemmingsplan voor de dagopvang in de Surinamestraat zal kunnen plaatsvinden.

            Antwoord

Anders dan inspreker stelt wordt in het tweede rapport Van Oranjewoud niet ingegaan op de brief van het college in reactie op het SAVE rapport maar wordt een reactie gegeven op de concept ruimtelijke onderbouwing.

Wij delen de conclusie van inspreker niet als hij stelt dat de ruimtelijke onderbouwing  de vrijstelling niet kan legitimeren. Het rapport wordt in de overige reacties van inspreker herhaald en door ons beantwoord.

 

B.18.4 Samenvatting

De ruimtelijke schets op pagina 5 van de concept ruimtelijke onderbouwing is niet conform de werkelijkheid en niet conform het bestemmingsplan. Het beeld dat de gemeente schetst, namelijk dat er sprake is van een “gemengd gebied” is absoluut onjuist. Er is sprake van een gebied met overwegend bedrijfsbestemmingen.

            Antwoord

De beschrijving van de situatie van het geldende bestemmingsplan en het feitelijke gebruik is overeenkomstig de bestaande situatie. Er is geen sprake van gedoogsituaties. Daarmee is dus sprake van een gemengd beeld. Onder gemengd wordt verstaan een menging van functies waaronder in dit geval: bedrijven, maatschappelijke voorzieningen (artsenpraktijk en Mondriaan College), kantoren, horeca en enkele woningen langs de Vrijenbanselaan.

 

B.18.5 Samenvatting

De activiteiten van het bedrijf zijn de laatste tientallen jaren hoofdzakelijk gericht op vervoer van gevaarlijke stoffen. Op het bedrijfsterrein rijden tank-/vrachtwagens af en aan. Op het terrein zelf worden de wagens ook schoongemaakt en gestald. Inspreker voorziet serieuze gevolgen voor de bedrijfsvoering met de komst van de dagopvang in de zin van uitstraling naar klanten toe alsmede risico’s voor werknemers, maar ook voor de bedrijfsvoering als zodanig.

            Antwoord

Bij het beoordelen of er sprake is van een beperking van de bedrijfsvoering is de geldende vergunning het uitgangspunt. Het bedrijf heeft een milieuvergunning waarin o.a. eisen zijn opgenomen m.b.t. de opslag van gevaarlijke stoffen en geluidseisen. Op basis van deze vergunning liggen er geen risicocontouren over het pand Surinamestraat 1. De dagopvang is geen geluidsgevoelige bestemming. Vanuit de vergunning van Van der Lee zijn er geen beperkingen aan de ontwikkeling van de dagopvang op de Surinamestraat 1.

De mogelijkheden van verdere ontwikkelingen en uitbreidingen van het huidige bedrijf worden bepaald door de bestaande situatie en laat geen ongelimiteerde uitbreiding en ontwikkeling van het bedrijf in de toekomst toe. Verder is het zo dat een bedrijf niet tot in lengte van jaren alle mogelijke uitbreidingsmogelijkheden gegarandeerd heeft maar dat als gevolg van maatschappelijke ontwikkelingen mogelijkheden in de toekomst kunnen komen te vervallen. In het algemeen geldt dat beperking van mogelijkheden voor uitbreiding en ontwikkelingen in de toekomst voor een deel behoort tot het maatschappelijk risico van  betrokkenen. Voor de overige beantwoording wordt verwezen naar de paragraven A.II en A.III van het algemene deel.

 

B.18.6 Samenvatting

De gemeente had in het recente verleden het plan om ter plaatse van het bedrijf van de inspreker woningen neer te zetten. In toenemende mate lijkt er nu sprake van dat Van der Lee wordt ingekapseld met andersoortige bestemmingen. Inspreker is dan ook bevreesd dat met de “Salamitechniek” die de gemeente nu toepast (namelijk op percelen ander gebruik toestaan zonder tot fundamentele herziening van het plangebied over te gaan) uiteindelijk een voor het bedrijf onhoudbare situatie zal ontstaan.

            Antwoord

De gemeente mag op basis van het Streekplan deze salami-tactiek niet toepassen. De bestaande bedrijvigheid ter plaatse is uitgangspunt. Mocht dit in de toekomst wijzigen dient compensatie of verplaatsing te worden gerealiseerd. Dit is momenteel echter niet aan de orde.

 

B.18.7 Samenvatting

De inspreker acht zich met de besluitvorming van de gemeente miskend en niet serieus genomen als maatschappelijk verantwoord ondernemer die bijdraagt aan de werkgelegenheid.

            Antwoord

Voor de beantwoording van uw reactie verwijzen wij naar paragraaf A.I ‘Het proces tot nu toe’ van het algemene gedeelte. 

           

B.18.8 Samenvatting

Inspreker merkt op dat de technisch adviseur zich tot de gemeente heeft gewend om alle ter inzage gelegde stukken in te kunnen zien maar dat bleek dat er geen enkel stuk voorhanden was noch dat deze stukken op verzoek beschikbaar werden gesteld. Inspreker acht dit een vreemde gang van zaken en verzoekt de gemeente eenduidig alle relevante en achterliggende stukken bij de gemeente ter inzage te leggen. De verspreiding via internet is vanuit het oogpunt van rechtszekerheid onvolledig.

            Antwoord

Alle relevante achterliggende stukken zijn als bijlage opgenomen in de ruimtelijke onderbouwing met uitzondering van het bodemonderzoek. Dit onderzoek had op verzoek moeten kunnen worden ingezien. Wij hebben helaas moeten constateren dat enkele medewerkers van de balie niet op de hoogte waren van deze afspraak. Het bodemonderzoek is daarom zodra dit bekend was direct bij de balie afgegeven als inzage-exemplaar en naar inspreker verzonden.

 

B.18.9 Samenvatting

Inspreker is van mening dat een procedure op grond van artikel 19 lid 2 van de WRO hier zeker niet verdedigbaar is. Ook een procedure ex lid 1 van datzelfde artikel lijkt aanvechtbaar maar valt, gezien de noodzaak van de komst van de dagopvang, nog te verdedigen maar als een algehele belangenafweging zou worden gemaakt, ligt een bestemmingsplanwijziging voor de hand.

            Antwoord

Artikel 19 lid 2 WRO biedt een volwaardig alternatief voor een bestemmingsplanprocedure. Op grond van de provinciale circulaire voor toepassing van artikel 19 lid 2 WRO bestaat de mogelijkheid om een specifieke verklaring van geen bezwaar aan te vragen, zodat het mogelijk is om voor een individueel verzoek een vrijstellingsprocedure te voeren. Daarbij worden alle belangen die betrokken zijn bij een vrijstellingsprocedure zorgvuldig gewogen. Verder is door het college van burgemeester en wethouders gekozen voor een separate inspraakprocedure terwijl dit strikt genomen niet is voorgeschreven voor een procedure als bedoeld in artikel 19 lid 2 WRO. Op die manier is de vergelijking met een bestemmingsplanprocedure nog gemakkelijker en vormt de bestemmingsplan-procedure geen betere of andere waarborg voor de belangen van de omgeving dan de thans gevoerde procedure.

 

B.18.10 Samenvatting

Inspreker is van mening dat de gemeente op basis van objectieve criteria niet tot de keuze voor de Surinamestraat heeft kunnen komen. Tevens concentreert de gemeente zich op haar eigen belangen zonder die van anderen serieus in ogenschouw te nemen. Het aantal door de gemeente belegde inspraakronden doet hier niets aan af.

            Antwoord

De gemeente heeft in de diverse stukken die tot de keuze van de Surinamestraat hebben geleid, meer dan eens en uitvoerig beargumenteerd, waarom de toetsing aan de gekozen criteria heeft geleid tot de conclusie dat de Surinamestraat een geschikte locatie is. Wij begrijpen uit het voorafgaande dat inspreker het niet eens is met de gestelde criteria alsmede met de afweging die op grond van de gestelde criteria heeft plaatsgevonden. Wij zijn van mening dat de keuze van de criteria en de afweging per criterium voldoende heeft plaatsgevonden. In de ruimtelijke onderbouwing zijn deze criteria vervolgens weliswaar als uitgangspunt genomen maar heeft vervolgens, een en ander ter voldoening aan hetgeen in de WRO is gesteld een ruimtelijke afweging plaatsgevonden. Daarbij is de aanvaardbaarheid van de locatie afgewogen tegen de grenzen en eisen die voortvloeiend uit ruimtelijk relevante wetgeving en normen. Dit is gebeurd in de WRO. Daarbij zijn de belangen van inspreker nadrukkelijk meegenomen en is bezien in hoeverre vestiging van een dagopvangfunctie inspreker in zijn bedrijfsvoering zou schaden. Daarbij is aangegeven dat geen beperking zal gaan plaatsvinden als gevolg van het niet meer voldoen aan de wettelijke normen. Vervolgens is de invloed voor de woonomgeving bepaald en dus ook voor het bedrijf van inspreker en zijn een aantal maatregelen aangekondigd die ertoe moeten leiden dat er geen overlast van deze functie zal worden ondervonden. Daarmee is naar onze mening wel degelijk rekening gehouden met belangen van omwonenden en die van inspreker in het bijzonder. Voor overige beantwoording wordt verwezen naar hetgeen gesteld is onder Algemeen onder I.

 

B.18.11 Samenvatting

Inspreker is van mening dat de keuze van de gemeente juridisch bezien niet door de beugel kan, niet materieelrechtelijk maar zeker ook niet formeelrechtelijk, nu de gemeente stelt van artikel 19 lid 2 gebruik te willen maken. Inspreker verzoekt de gemeente dan ook af te zien van het verder in procedure brengen van de conceptnotitie.

            Antwoord

Artikel 19 lid 2 WRO biedt een volwaardig alternatief voor een bestemmingsplanprocedure. Op grond van de provinciale circulaire voor toepassing van artikel 19 lid 2 WRO bestaat de mogelijkheid om een specifieke verklaring van geen bezwaar aan te vragen, zodat het mogelijk is om voor een individueel verzoek een vrijstellingsprocedure te voeren. Daarbij worden alle belangen die betrokken zijn bij een vrijstellingsprocedure zorgvuldig gewogen. Verder is door het college van burgemeester en wethouders gekozen voor een separate inspraakprocedure terwijl dit strikt genomen niet is voorgeschreven voor een procedure als bedoeld in artikel 19 lid 2 WRO. Op die manier is de vergelijking met een bestemmingsplanprocedure nog gemakkelijker en vormt de bestemmingsplan-procedure geen betere of andere waarborg voor de belangen van de omgeving dan de thans gevoerde procedure

 

B.18.12 Samenvatting

Bijlage: Aanvulling op Quickscan dagopvang gemeente Delft

Ingenieurs/adviesbureau SAVE, Deventer, oktober 2005

Opdrachtgever: Int. Transportbedrijf L. v.d. Lee en Zonen BV, Delft

Transportbedrijf L. van der Lee heeft aan Ingenieurs/adviesbureau SAVE verzocht nader onderzoek uit te voeren om een schriftelijke reactie te kunnen geven op het concept Ruimtelijke Onderbouwing van de gebruikswijziging van het pand aan de Surinamestraat.

Dit nadere onderzoek is een aanvulling op de door SAVE, in opdracht van Van der Lee, uitgevoerde Quickscan, dagopvang gemeente Delft, gedateerd augustus 2005.

Er kan niet worden gesteld dat het proces welke heeft geleid tot de uiteindelijke locatiekeuze “op uiterst zorgvuldige wijze is doorlopen” aangezien er onduidelijkheid bestaat over de herkomst en houdbaarheid van de elf gebruikte toetsingscriteria als “hedendaagse eisen die gesteld worden aan een dagopvang”. Ook zijn de criteria niet consequent en volledig op de huidige en op alle alternatieve locaties toegepast.

            Antwoord

In het antwoord onder B.18.3 is reeds ingegaan op deze passage uit het tweede SAVE-rapport. Volledigheidshalve verwijzen wij daarnaar.

 

B.18.13 Samenvatting

Er wordt een zeer belangrijke rol toegedicht aan de wijze van uitvoering (inrichting pand, etc). Daardoor suggereert de gemeente dat een goed bouwplan en een beheersplan belangrijker zouden zijn dan de locatiekeuze. Deze suggestie wordt door SAVE niet onderschreven.

            Antwoord

Het college ziet geen enkele aanleiding om het besluit van 24 februari 2005 opnieuw ter discussie te stellen. Het college is van mening onder verwijzing naar het voorafgaande proces dat de locatie Surinamestraat 1 voor de vestiging van opvang voor daklozen en verslaafden een geschikte locatie is. Het college is van mening dat mogelijke overlast door een goed bouwplan en door een goed beheerplan kunnen worden beperkt. Om die reden wordt aan beide items veel aandacht besteed.

 

B.18.14 Samenvatting

De huidige functie van het pand is een uitzendbureau en deze functie past binnen het van toepassing zijnde bestemmingsplan Indische Buurt. De nieuwe functie, dagopvang voor dak- en thuislozen en verslaafden, is daarmee in strijd.

            Antwoord

Wij zijn op de hoogte dat het beoogde gebruik van het pand Surinamestraat 1 in strijd is met het geldende bestemmingsplan. Om die reden heeft de gemeente gebruik gemaakt van haar wettelijke mogelijkheid een procedure te starten om vrijstelling van het bestemmingsplan te verlenen. Die mogelijkheid wordt geboden door artikel 19 lid 2 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening. De gemeente dient de vrijstelling te baseren op een goede ruimtelijke onderbouwing. Zij heeft daartoe de concept ruimtelijke onderbouwing gebruikswijziging pand Surinamestraat 1 opgesteld. Dit concept is onderwerp geweest van inspraak.

 

B.18.15 Samenvatting

De gemeente geeft aan dat in het pand 550 m² aan de bestemming bedrijfsdoeleinden wordt onttrokken ten gunste van maatschappelijke doeleinden maar deze is echter gebaseerd op een verdiepingsvloer. Wellicht moet aldus voor deze onttrekking worden uitgegaan van de grondoppervlakte van 300 m².

            Antwoord

Het bestaande pand heeft een bedrijfsoppervlak van 550 m² (verdeeld over twee verdiepingen). Voor dit oppervlak dient een vrijstelling van het bestemmingsplan te worden gevoerd.

 

B.18.16 Samenvatting

Mogelijk kan de gemeente geen gebruik maken van de vrijstellingsprocedure en is het noodzakelijk om een nieuw bestemmingsplan vast te stellen. Het vigerende bestemmingsplan Indische Buurt is namelijk vastgesteld op 26 mei 1983 en goedgekeurd op 11 februari 1986. Deze periode kan eenmalig met 10 jaar worden verlengd.

            Antwoord

Voor de beantwoording van uw reactie verwijzen wij naar het antwoord onder B.18.9 en B.18.11.

 

B.18.17 Samenvatting

Bij de zoektocht naar een nieuwe locatie is gebruik gemaakt van 11 criteria. SAVE bestrijdt de conclusie dat deze criteria voldoende objectief begrenst zijn en dat de locatie aan deze criteria voldoet.

            Antwoord

Voor de beantwoording van uw reactie verwijzen wij naar onderdeel A.I ‘Het proces tot nu toe’ van het algemene gedeelte.

 

B.18.18 Samenvatting

Vanwege het aanwezige openbaar vervoer is er een goede verbinding met Den Haag, Rotterdam, Rijswijk, Voorburg, Delft en Zoetermeer. Daardoor is het aannemelijk dat deze locatie een meer dan een regionale aantrekkingskracht zal hebben op bezoekers uit andere steden, als bij plaatsing in de directe omgeving van het station.

            Antwoord

De dagopvang vervult een functie voor bezoekers uit de regio Delft, Westland en Oostland. Voor hen kan de tram een goede manier zijn het centrum te bezoeken. Bezoekers uit Den Haag/Rijswijk worden in het centrum niet toegelaten. Het heeft voor hen dus ook geen zin zich in het gebied te begeven. Het college is daarbij van mening dat de veiligheidsrisico’s in het stationsgebied en dergelijke risico’s rond de tramhalte zeer sterk van elkaar verschillen. Men kan er niet opgaan in de drukte, waardoor minder gelegenheid tot crimineel gedrag bestaat. Het college is niet met inspreker eens dat vanwege de tramhalte een aanzuigende werking op mensen van buiten de regio zal ontstaan.

 

B.18.19 Samenvatting

Als voorwaarde is gesteld dat de locatie in de directe omgeving van de binnenstad moet liggen. Dit is voor deze locatie niet het geval.

            Antwoord

Voor beantwoording van uw reactie verwijzen wij naar onderdeel A.I ‘Het proces tot nu toe’ van het algemene gedeelte.

 

B.18.20 Samenvatting

De buurt rondom de locatie kent geen diversiteit aan functies. De dichtstbijzijnde woning ligt op afstand van de dagopvang.

            Antwoord

Voor de beantwoording van uw reactie verwijzen wij naar het antwoord onder B.18.4.

 

B.18.21 Samenvatting

De aanlooproutes naar de binnenstad lopen door woonbuurten. Het laatste deel van de aanlooproute Surinamestraat-Reineveldbrug-Annastraat loopt geheel door een woonbuurt.

            Antwoord

Voor beantwoording van deze verwijzen wij u naar paragraaf A.II ‘Overlast en beheerplatform’ van het algemene gedeelte. Naar verwachting zal het overgrote deel van de bezoekers gebruik maken van de route Surinamestraat-Reineveldbrug-Binnenstad. Bezoekers zullen daardoor niet of nauwelijks door de Indische buurt lopen. Een andere mogelijke route loopt via de Oostsingel. Daarmee passeren ze de Indische buurt aan de rand van deze buurt. Omdat de dagopvang een kleinschalige voorziening is en drugsgebruikers een minderheid van de bezoekers vormen en daarnaast door een goede inrichting van de locatie en beheer van de omgeving de kans op overlast en criminaliteit verder beperkt kan worden, kan –in objectieve zin- een voldoende niveau van veiligheid bereikt worden. Dat neemt niet weg dat het belangrijk is structureel overleg te hebben tussen gemeente, politie, de dagopvang, omwonenden en ondernemers. Hoewel genoemde buurt door de Reineveldbrug wordt afgescheiden van de directe omgeving van het centrum en ook terzijde ligt van de aanlooproutes naar het centrum is betrokkenheid van bewoners van deze buurt in dit overleg mogelijk en gewenst.

 

B.18.22 Samenvatting

Er is geen sprake van een voor de politie en de hulpverlening toegankelijke en beheersbare situatie.

            Antwoord

Voor de beantwoording van uw reactie verwijzen wij naar het antwoord onder B.5.15.

           

B.18.23 Samenvatting

Het externe veiligheidsrisico is mogelijk groot gelet op de (bedrijfs)activiteiten bij Van der Lee en het Mondriaan College. Dit is ook beargumenteerd in de Quickscan waarnaar SAVE wil verwijzen.

            Antwoord

Het bedrijf van inspreker heeft een milieuvergunning waarin o.a. eisen zijn opgenomen aan de opslag van gevaarlijke stoffen. Op basis van deze vergunning liggen er geen risicocontouren over het pand Surinamestraat 1. Vanuit de vergunning van Van der Lee zijn er geen beperkingen aan de ontwikkeling van de dagopvang op de Surinamestraat 1. Het Mondriaan College slaat zeer beperkt gevaarlijke stoffen op. Het Mondriaan College valt onder de werking van het Besluit woon- en verblijfsgebouwen milieubeheer waarin eisen staan voor de opslag van gevaarlijke stoffen. De hoeveelheid opgeslagen stoffen bij het Mondriaan College vormen   geen beperkingen voor de ontwikkeling van de dagopvang aan de Surinamestraat 1.

 

B.18.24 Samenvatting

SAVE weerlegt de conclusies ten aanzien van de wettelijke taak, het regionale belang, het gemengde karakter van de directe omgeving en bedoelde ruimtelijke componenten. Op basis van stedenbouwkundige en functionele argumenten komt SAVE tot de conclusie dat de dagopvangvoorziening op de locatie Surinamestraat 1 onaanvaardbaar is.

            Antwoord

Op de diverse onderdelen zoals hier genoemd is reeds ingegaan. Derhalve verwijzen wij naar de beantwoording bij B.18.3 en B.18.10.

 

B.18.25 Samenvatting

Op basis van groei van het aantal bezoekers kan worden uitgegaan van 80 tot 90 potentiële bezoekers per dag terwijl aan 50 tot 70 bezoekers opvang kan worden geboden. Gelet op de grote loopafstand tot het centrum en het (te) grote aantal potentiële bezoekers, dealers en helers is het te verwachten dat dit gevolgen heeft voor het autoverkeer en het parkeren.

            Antwoord

Voor de beantwoording van deze reactie verwijzen wij u naar paragraaf A.II ‘Overlast en beheerplatform’ van het algemene gedeelte. Omdat de dagopvang een kleinschalige voorziening is en drugsgebruikers een minderheid van de bezoekers vormen verwacht het college geen grote toename van autoverkeer en problemen bij het parkeren. De meeste bezoekers komen te voet of met de fiets.

 

B.18.26 Samenvatting

De bezoekers van de dagopvang zullen zich niet houden aan de fietsroute en de twee uitgestippelde looproutes naar het centrum aangezien men kan kiezen voor winkels, woonwijken en slaapplaatsen op kortere afstand, buiten de binnenstad. Hierdoor kan overlast ontstaan op het bedrijfsterrein en in alle woonbuurten.

            Antwoord

Voor de beantwoording van uw reactie verwijzen wij naar het antwoord onder  B.18.21.

 

B.18.27 Samenvatting

Als gevolg van de functiewijziging zal het Hoogheemraadschap rekening dienen te houden met extra rioolwatercapaciteit in verband met het gebruik van sanitaire voorzieningen door 50 tot 70 bezoekers. De toename van het autoverkeer zal in beperkte mate ook leiden tot verslechtering van de luchtkwaliteit.

            Antwoord

De bestaande rioolwatercapaciteit is toereikend om deze toename op te vangen.

De gemeente Delft heeft een luchtkwaliteitsonderzoek uitgevoerd. Uitgangspunt is dat de toename van het autoverkeer zeer klein zal zijn aangezien het autobezit onder de doelgroep zeer beperkt is. De meeste mensen zullen lopend of met het openbaar vervoer komen. Een toename die zo gering is zal niet leiden tot een verslechtering van de luchtkwaliteit. Uit het onderzoek blijkt dat aan alle normen uit het Besluit luchtkwaliteit 2005 zowel in de huidige situatie als in de toekomstige situatie wordt voldaan.

 

B.18.28 Samenvatting

Volgens de gemeente is de dagopvang geen geluidsgevoelige bestemming als bedoeld in de Wet geluidshinder. In verband met de geluidscontouren van DSM is het echter aan te bevelen om de dagopvang gelijk te stellen aan een woning en wél een geluidsonderzoek in te stellen.

            Antwoord

De dagopvang is geen geluidsgevoelige bestemming als bedoeld in de Wet geluidhinder. In de Wet geluidhinder is een limitatieve lijst opgenomen van functies die geluidsgevoelig zijn. De functies die op deze limitatieve lijst staan zijn:

·         Woningen

·         Scholen voor basis- en voortgezet onderwijs

·         Instellingen voor hoger beroepsonderwijs

·         Gezondheidszorgvoorzieningen zoals ziekenhuizen en verpleegtehuizen.

·         Dit betekent dat alleen deze functies moeten worden getoetst aan de Wet geluidhinder en overige functies niet aan deze wet kunnen worden getoetst.

 

B.18.29 Samenvatting

Volgens de interpretatie van de gemeente is de dagopvang geen geurgevoelige bestemming. De locatie ligt binnen de stankhindercontour van DSM. SAVE verwacht dat de dagopvang wel wordt aangemerkt als een geurgevoelige bestemming en aldus niet op deze locatie mag worden gerealiseerd.

            Antwoord

In de nota Luchtkwaliteit en ruimtelijke ordening, geur (Provincie Zuid-Holland) is een niet-limitatieve lijst opgenomen met voorbeelden van functies met hun mate van geurgevoeligheid. Een dagopvang voor daklozen/verslaafden is hierin niet in opgenomen. Aangezien het hier volwassen mensen betreft die slechts een aantal keer per week slechts een deel van de dag hier verblijven is deze functie vergelijkbaar met andere functies waar mensen beroepsmatig of recreatief een deel van de dag aanwezig zijn. Op grond hiervan is de dagopvang in te delen als geurgevoelige bestemming type 2, welke zijn toegestaan tussen de lichte hindercontour en de hindercontour.

 

B.18.30 Samenvatting

Bij bodemonderzoek is bodemverontreiniging aangetoond. De gemeente gaat ervan uit dat er geen ingrijpende werkzaamheden in de bodem zullen plaatsvinden en dat mogelijke verbouwingen intern blijven. Gelet op de mogelijk noodzakelijke aanpassingen is deze aanname wellicht niet juist.

            Antwoord

Uit het bodemonderzoek is gebleken dat de locatie geschikt is voor de huidige en toekomstige bestemming.

 

B.18.31 Samenvatting

Het naast de locatie gelegen bedrijf Auto HiFi Corner BV heeft een vergunning voor de opslag van 10.000 kg. Consumentenvuurwerk. Het Vuurwerkbesluit bepaalt dat een veiligheidsafstand van 8 meter moet worden aangehouden in voorwaartse richting vanuit het hart van de deur van de bewaarplaats. De risicocontour van DSM loopt door de Schie en de risicocontour van het transportbedrijf Van der Lee blijft op eigen terrein. De 50 tot 70 dagelijkse bezoekers van de dagopvang tellen mee bij de bepaling van het groepsrisico. Daarmee beperken ze de mogelijke uitbreidingsruimte van de betrokken bedrijven.

            Antwoord

Uit de vergunning van Auto HiFi Corner BV blijkt dat de veiligheidsafstanden geheel op eigen terrein van dit bedrijf liggen. Deze geven geen beperkingen voor het ontwikkelen van het pand Surinamestraat 1. Het transportbedrijf Van der Lee heeft een milieuvergunning waarin o.a. eisen zijn opgenomen aan de opslag van gevaarlijke stoffen. Op basis van deze vergunning liggen er geen risicocontouren over het pand Surinamestraat 1. De vergunning van Van der Lee geeft  geen beperkingen voor de vestiging van de dagopvang op de Surinamestraat 1.

 

B.18.32 Samenvatting

Op basis van het Besluit externe veiligheid inrichtingen (BEVI) dient, naast het plaatsgebonden en het groepsrisico, ook het effectgebied bij een ramp of een zwaar ongeval, de inzet van de hulpverleningsdiensten en de mogelijkheden tot zelfredzaamheid te  worden meegewogen in relatie tot de kwetsbare locaties binnen het effectgebied. De mogelijkheid tot zelfredzaamheid van 50 tot 70 dagelijkse bezoekers kan als laag worden beoordeeld. Ook de mogelijke inzet van de hulpverleningsdiensten kan als laag worden beoordeeld. Hierdoor is het niet gewenst de dagopvang op deze locatie te realiseren.

            Antwoord

De bedrijfsactiviteiten van bedrijven in de directe omgeving van het pand Surinamestraat 1 vallen niet onder het Besluit externe veiligheid inrichtingen.

 

B.18.33 Samenvatting

Voor wat betreft de milieuzonering bedrijven wordt in de nota Bedrijven en Bestemmingsplannen (oktober 2003) het plangebied aangewezen als “woonwijken 1”. De nota legt geen beperking op voor de voorziene functiewijziging. SAVE veronderstelt dat deze aanwijzing op een vergissing berust aangezien het plangebied bedrijfsterrein is.

            Antwoord

In de nota Bedrijven en Bestemmingsplannen is dit gebied niet aangewezen als bedrijfsterrein maar als “woonwijk 1”. De indeling van deze nota naar soorten van gebieden is van geheel andere aard dan inspreker veronderstelt. De intentie van de nota is om toevoeging van bedrijvigheid in de woonomgeving onder voorwaarden mogelijk te maken c.q. gemakkelijker te maken. Bij de opstelling van nieuwe bestemmingsplannen maar ook bij het verlenen van vrijstelling wordt het beleid dat in de desbetreffende nota is vastgelegd, gevolgd.

 

B.18.34 Samenvatting

De gemeente concludeert dat een goede inpassing van een opvanglocatie mogelijk is als wordt voldaan aan een zorgvuldig besluitvormingstraject, open communicatie met belanghebbenden, eisen ten aanzien van de inrichting van het pand en de omgeving en een beheersplan voor de omgeving. Deze conclusies worden onderschreven maar staan los van de locatiekeuze als zodanig. Een matige keuze voor een locatie kan wellicht nog door een beheersplan worden gered maar SAVE acht de locatie echter in het geheel niet geschikt.

            Antwoord

Voor de beantwoording van uw reactie verwijzen wij naar het antwoord onder B.10.1 en B.18.13.

 

B.18.35 Samenvatting

In het Streekplan Zuid-Holland-West is het gebied Surinamestraat 1 aangewezen als bedrijventerrein. Het plan sluit niet uit dat andere functies worden toegevoegd. Dit zal echter incidenteel kunnen plaatsvinden, mits de aanwezige bedrijven niet in hun bedrijfsvoering worden belemmerd, en zal elders moeten worden gecompenseerd. Door vestiging van de dagopvang zal, naast het verloren gaan van 300 m² bedrijfsterrein, ook een wijziging van het groepsrisico plaatsvinden. Aldus is er sprake van belemmering van de aanwezige bedrijven. De vrijstelling past daarom niet in het provinciale beleid.

            Antwoord

Voor beantwoording van uw reactie verwijzen wij naar het antwoord onder B.13.4.

 

B.18.36 Samenvatting

In het concept Ruimtelijke Onderbouwing wordt vermeld dat de ruimtelijke onderbouwing zal dienen voor de vrijstellingsprocedure ex artikel 19 lid 2 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening. SAVE is echter van mening dat toepassing van artikel 19 lid 1 hier op zijn plaats is. Maar wellicht is hier een nieuw bestemmingsplan geboden.

            Antwoord

Artikel 19 lid 2 WRO biedt een volwaardig alternatief voor een bestemmingsplanprocedure. Op grond van de provinciale circulaire voor toepassing van artikel 19 lid 2 WRO bestaat de mogelijkheid om een specifieke verklaring van geen bezwaar aan te vragen, zodat het mogelijk is om voor een individueel verzoek een vrijstellingsprocedure te voeren. Daarbij worden alle belangen die betrokken zijn bij een vrijstellingsprocedure zorgvuldig gewogen. Verder is door het college van burgemeester en wethouders gekozen voor een separate inspraakprocedure terwijl dit strikt genomen niet is voorgeschreven voor een procedure als bedoeld in artikel 19 lid 2 WRO. Op die manier is de vergelijking met een bestemmingsplanprocedure nog gemakkelijker en vormt de bestemmingsplan-procedure geen betere of andere waarborg voor de belangen van de omgeving dan de thans gevoerde procedure

           

B.18.37 Samenvatting

Conclusie en aanbeveling. Bestudering van het concept-ruimtelijke onderbouwing heeft niet geleid tot wijziging van inzicht met betrekking tot het vestigen de dagopvang op deze locatie: SAVE acht deze locatie ongeschikt. De gemeente wordt aanbevolen om te bepalen dat de locatie Surinamestraat 1 ongeschikt is voor de vestiging van de dagopvang.

            Antwoord

Voor de beantwoording van deze reactie verwijzen wij naar de beantwoording onder punt B.6.1.

 

B.19 H. Roodenburg, C. de Krijger, F. Elferink, P. Lander (namens Comité Pauwhof)

Namens de woongebieden Pauwhof, Pauwenstein geeft het Comité Pauwhof een reactie in algemene zin en in detail op de concept Ruimtelijke Onderbouwing van september 2005 t.b.v. de gebruikswijziging van het pand Surinamestraat 1 te Delft.

 

B.19.1 Samenvatting

In de ruimtelijke onderbouwing komt het bestaan van Rijswijk niet aan de orde. De op steenworp afstand gelegen woongebieden Delftweg, Pauwhof en Pauwenstein zijn zelfs uit de topografische informaties verwijderd.

            Antwoord

Het is beslist niet zo dat de desbetreffende woongebieden voor de afweging ten behoeve van het verlenen van vrijstelling niet van belang zouden zijn. Bij de topografische ondergrond is het grondgebied van de gemeente Delft aangehouden. De overzichtkaart met functies in de ruimtelijke onderbouwing zal uitgebreid worden met de functies in Rijswijk direct ten noorden van het plangebied. 

           

B.19.2 Samenvatting

Pag. 1: Foto. De gekozen hoek van de foto geeft een te gunstig beeld van de locatie. De foto afgedrukt in nieuwsbrief 1 geeft een beter beeld van de situatie.

            Antwoord

Uw reactie wordt voor kennisgeving aangenomen.

           

B19.3 Samenvatting

Indien het Rijk Delft als centrumgemeente voor maatschappelijke opvang en verslavingszorg heeft aangewezen, moet het mogelijk zijn het verzorgingsgebied topografisch te duiden. Tot hoever strekt West en Oostland?

            Antwoord

Voor de beantwoording van uw reactie verwijzen wij naar het antwoord onder B.7.1.

 

B.19.4 Samenvatting

De stukken van de gemeente en de reden om een beheerplatform op te richten geven duidelijk aan dat van een overlast situatie sprake is. Omwonenden van de Surinamestraat zitten niet op overlast en verpaupering te wachten.

            Antwoord

Voor beantwoording van uw reactie verwijzen wij naar onderdeel A.II ‘Overlast en beheerplatform’ van het algemene gedeelte. Omdat het hier gaat om een centrum voor dagopvang en met een aantal gerichte maatregelen overlast kan worden voorkomen deelt het college de opvatting van inspreker niet.

 

B.19.5 Samenvatting

De in het rapport genoemde uiterste zorgvuldigheid wordt door het rapport van SAVE/Oranjewoud (050843, rev. 1-T16) niet bevestigd. De kwalificatie “ongeschikte locatie” staat haaks op de conclusie “geschikt” van de ruimtelijke onderbouwing.

            Antwoord

Voor de beantwoording van deze reactie verwijzen wij naar de beantwoording onder punt B.10.1.

 

B.19.6 Samenvatting

M.b.t. de procedure willen insprekers melden dat de Rijswijkse gemeenschap onwetend was over de komst van een opvangcentrum toen het Delftse College begin 2005 hun goedkeuring aan deze locatie gaf.

            Antwoord

Het gebied ten noorden de Surinamestraat is in eerste instantie niet meegenomen in de huis-aan-huis mailings. De huidige ervaring is dat de doelgroep zich op de binnenstad richt en niet zozeer op de buurt achter de dagopvang. Ook op de Surinamestraat verwachten wij dat de doelgroep georiënteerd is op de binnenstad en niet op het gebied ten noorden van de dagopvang. Dat is de reden dat dit gebied in de huis-aan-huis mailings in eerste instantie niet betrokken is. Naar aanleiding van reacties van bewoners uit Rijswijk heeft de gemeente deze bewoners alsnog voorzien van informatie. Het college streeft er naar zo zorgvuldig en transparant mogelijk te handelen. Derhalve is er via diverse mediakanalen, brief, informatiekrant en website, gecommuniceerd over de plannen van de gemeente. De betreffende Rijswijkse bewoners zijn uitgenodigd voor de inspraakavond. Ze zijn daarmee in de gelegenheid geweest inspraak te plegen, hetgeen ook gestaafd wordt door de binnengekomen inspraakreacties uit de gemeente Rijswijk. Dit waren totaal zes inspraakreacties, waarvan één namens 26 bewoners. Het college is van mening dat zij ruimschoots aan haar inspraakverplichting voldoet voor de nieuwe huisvesting van de dagopvang.

 

B.19.7 Samenvatting

De luchtfoto (fig 1.). Deze foto is gedateerd en geeft het aanpalende woongebied van Rijswijk niet weer.

            Antwoord

De gemeente Delft beschikt uitsluitend over de luchtfoto op het grondgebied van de gemeente Delft. De luchtfoto is de meest recente die in ons bezit is (januari  2003) en geeft een goed beeld van de situatie. Nu de overzichtskaart wordt uitgebreid, geeft dit voldoende inzicht in de aard van de omgeving.

 

B.19.8 Samenvatting

Pag. 3. Beschrijving functie wijzigingen. Kan de gemeente aangeven waar de dak- en thuislozen en verslaafden voor en na sluitingstijd van het centrum zullen verblijven?

            Antwoord

De dagopvang is dagelijks geopend van 10:30u tot 17:30u en vervult geen nachtopvangfunctie. De meeste bezoekers van het dienstencentrum hebben wel een nachtverblijf; zij hebben een kamer in onderhuur, slapen bij kennissen of gebruiken de nachtopvang op de Houttuinen. Desalniettemin moet ervoor gewaakt worden dat groepen bezoekers zich voor en na sluitingstijd gaan ophouden in de buurt van de dagopvang, bijvoorbeeld aan de waterzijde. Er valt te denken aan specifieke maatregelen in het tegengaan van hangen aan de waterzijde, zowel tijdens als na de openingsuren. Daarnaast kan gedacht worden aan het maken van een ronde na sluitingstijd om er zeker van te zijn dat alle bezoekers het bedrijventerrein hebben verlaten. Omdat het hier gaat om een centrum voor dagopvang en met een aantal gerichte maatregelen kan worden voorkomen dat mensen na sluitingstijd op het bedrijventerrein blijven hangen deelt het college de opvatting van inspreker niet.

Voor de verdere beantwoording van uw reactie in algemene zin verwijzen we u naar paragraaf A.II ‘Overlast en beheerplatform’ van het algemene gedeelte.

 

B.19.9 Samenvatting

Pag. 5. Ruimtelijke impact van het bouwplan. De genoemde aanwezige maatschappelijke voorziening is een huisartsenpraktijk en deze verhuist zodra hun definitieve locatie elders in Delft wordt opgeleverd. Het spiegelen van de maatschappelijke functie van de dagopvang hieraan is derhalve onjuist.

            Antwoord

Zoals in de ruimtelijke onderbouwing is aangegeven is er een aantal andere maatschappelijke functies in de onmiddellijke nabijheid aanwezig. Eén daarvan wordt gevormd door het Mondriaan College dat in de onmiddellijke omgeving een belangrijke rol vervult.

           

B.19.10 Samenvatting

Fig. 3: Overzicht in kleur en functies in de omgeving. Opvallend is hier ook de afwezigheid van de woongebieden aan de Noordgrens van Delft (o.a. De Delftweg, de Pauwhof, Pauwenstein en Vrijenban).

            Antwoord

Zoals aangegeven bij het antwoord onder B.19.1 zal de overzichtkaart worden aangepast.

 

B.19.11 Samenvatting

Pag. 6: Stedenbouwkundige en functionele argumenten. De locatie moet niet in nabijheid liggen van het station. De insprekers zijn van mening dat de locatie in het centrum komt te liggen van vele openbaarvervoer mogelijkheden (tram, bus) die ter beschikking staan aan bezoekers van de buitengebieden. Dit trekt mensen uit o.a. Rotterdam en Den Haag aan.

            Antwoord

De dagopvang vervult een functie voor bezoekers uit de regio Delft, Westland en Oostland. Voor hen kan de tram een goede manier zijn het centrum te bezoeken. Bezoekers uit Den Haag/Rijswijk worden in het centrum niet toegelaten. Het heeft voor hen dus ook geen zin zich in het gebied te begeven. Het college is daarbij van mening dat de veiligheidsrisico’s in het stationsgebied en dergelijke risico’s rond de tramhalte zeer sterk van elkaar verschillen. Men kan er niet opgaan in de drukte, waardoor minder gelegenheid tot crimineel gedrag bestaat. Het college is het niet met inspreker eens dat vanwege de tramhalte een aanzuigende werking op mensen van buiten de regio zal ontstaan.

 

B.19.12 Samenvatting

De locatie moet in de directe omgeving van de binnenstad liggen. In relatie tot de werkelijke loopafstand van 1300 meter kan de mogelijkheid dat bezoekers zich rondom de locatie Surinamestraat zullen gaan ophouden niet worden uitgesloten.

            Antwoord

Voor beantwoording van uw reactie verwijzen wij naar onderdeel A.I ‘Het proces tot nu toe’   en A.II ‘Overlast en beheerplatform’ van het algemene gedeelte.

 

B.19.13 Samenvatting

Aanlooproutes door woongebieden beperken. De locaties van de tram, bus en het pontje en de locaties van de winkels in de Indische Buurt en de Binnenstad leveren looproutes die door overwegend woongebieden gaan. De gemeente geeft een gesimplificeerde voorstelling van zaken.

            Antwoord

Voor beantwoording van uw reactie verwijzen wij u naar paragraaf A.II ‘Overlast en beheerplatform’ van het algemene gedeelte. De directe omgeving van de locatie Surinamestraat kent nauwelijks een woonfunctie. In de iets wijdere omgeving liggen wel woonwijken, maar die zijn door de Reineveldbrug en het Mondriaan College afgescheiden van het gebied Surinamestraat. Het is wel denkbaar dat bezoekers van het centrum gebruik zullen maken van de looproute Oostsingel, maar die voert eerder langs dan door de woonwijk. Dat neemt niet weg dat het wel degelijk van belang is ook uit een iets wijdere omgeving betrokkenheid te hebben in het beheeroverleg rond het centrum.

 

B.19.14 Samenvatting

De locatie moet toegankelijk en beheersbaar zijn. Met name de woongebieden aan de Rijswijkse kant kent schuilgebieden die de daklozen ’s nachts en de verslaafden overdag van dienst kunnen zijn. Medewerkers en politie zullen geen afdoende zicht hebben op deze groep met maatschappij belastend gedrag. Met name de binnengebieden achter de Pauwhof woningen worden ontrokken aan het zicht.

            Antwoord

Voor de beantwoording van uw reactie in algemene zin verwijzen we u naar paragraaf A.II ‘Overlast en beheerplatform’ van het algemene gedeelte. De gemeente Rijswijk begint een aantal honderden meters ten noorden van de Surinamestraat. De doelgroep zal het centrum over het algemeen juist uit de zuidelijke richting bezoeken. Het college ziet daarom geen duidelijke relatie tussen de locatie Surinamestraat 1 en de gemeente Rijswijk. De mogelijkheid bestaat dat Rijswijkers bezoekers van de dagopvang zien of dat zij elkaars looproute kruisen. Dat enkele feit beschouwen wij niet als hinderlijk. Dat neemt niet weg dat het risico van overlast aanwezig blijft. Daarom betrekt de gemeente bewoners van Rijswijk bij het vervolgproces en het beheerplan.

 

B.19.15 Samenvatting

Pag. 7. De dagopvang zal aan de rand van de bebouwing aan het water komen te liggen.

Deze aantrekkelijke omschrijving is juist. Recreanten zullen verdrongen worden door de bezoekers van de dagopvang aangezien een plekje aan het water aantrekkelijker zal zijn dan de buitenruimte van de dagopvang.

            Antwoord

Voor de beantwoording van deze reactie verwijzen wij u naar paragraaf A.II ‘Overlast en beheerplatform’ van het algemene gedeelte. Bij de locatie Surinamestraat valt te denken aan specifieke maatregelen in het tegengaan van hangende groepen aan de waterzijde, zowel tijdens als na de openingsuren.

           

B.19.16 Samenvatting

4.2.2. Openbaar vervoer. Insprekers missen de buslijnen 129, 37, de toekomstige tramlijn 19 en het pontje. Deze diversiteit aan openbaar vervoer mogelijkheden zorgt voor een aanzuigende werking en dat maakt de nabijheid van een opvangcentrum bij het station onwenselijk.

            Antwoord

De dagopvang vervult een functie voor bezoekers uit de regio Delft, Westland en Oostland. Voor hen kan de tram of de bus een goede manier zijn het centrum te bezoeken. Bezoekers uit Den Haag/Rijswijk worden in het centrum niet toegelaten. Het heeft voor hen dus ook geen zin zich in het gebied te begeven. Het college is daarbij van mening dat de veiligheidsrisico’s in het stationsgebied en dergelijke risico’s rond de tramhalte zeer sterk van elkaar verschillen. Men kan er niet opgaan in de drukte, waardoor minder gelegenheid tot crimineel gedrag bestaat. Het college is niet met inspreker eens dat vanwege de tram/bus halte een aanzuigende werking op mensen van buiten de regio zal ontstaan.

 

B.19.17 Samenvatting

Pag. 8. Langzaam verkeer / Fig. 4 overzichtskaartje met looproutes. Het kaartje is een simplificering van het probleem. Rijswijk bestaat in dit kaartje ook niet. In de bijlage van deze brief is een kaartje met looproutes en openbaarvervoer mogelijkheden aangegeven. Het rapport geeft aan dat het aantal feitelijke meters looproute door uitsluitend woongebied nul is. De insprekers zijn van mening dat het gebied tussen de Surinamestraat en het centrum van Delft uitsluitend woongebied is. De doelgroep zal gebieden opzoeken waar iets te beleven en te halen valt. De in het rapport aangegeven wandelroutes zijn alleen onder begeleiding te handhaven.

            Antwoord

Voor de beantwoording van uw reactie verwijzen wij u naar het antwoord onder B.19.13.

 

B.19.18 Samenvatting

Pag. 12. Ervaring van andere gemeenten. De stad Rotterdam wordt hier genoemd. Een deskundig persoon die in Rotterdam ervaring heeft opgedaan met een gelijksoortige doelgroep heeft gezegd dat de groepsgrootte kleiner dan 30 personen moet blijven. Een groep van 50 tot 70 personen of meer wordt onbeheersbaar (zie Van der Vennepark in Den Haag).

            Antwoord

De dagopvang is op werkdagen geopend van 10:30 tot 17:30. Verspreid over de dag wordt het centrum tussen de 50 en 70 mensen bezocht. Het doel en de duur van het bezoek is verschillend per klant. Gemiddeld zijn ongeveer 10 tot 20 bezoekers gelijktijdig aanwezig, met een piek tussen de middag bij de warme maaltijd van 20 tot 30 bezoekers. Tegen sluitingstijd zijn er ongeveer nog 5 tot 10 bezoekers aanwezig.

 

B.19.19 Samenvatting

Pag. 15. Conclusie. Het rapport stelt dat een goede inpassing van een dagopvang voorziening mogelijk is als er aan een aantal eisen wordt voldaan. Hieronder valt ook een zorgvuldig besluitvormingstraject. De bewoners uit Rijswijk voelen zich in de rapportage niet gekend en daardoor niet gezien. De gemeente heeft hier niet zorgvuldig gehandeld. Daarnaast zijn de insprekers van mening dat de communicatie slechts één doel heeft; de dagopvang zal en moet naar de Surinamestraat.

            Antwoord

Voor de beantwoording van uw reactie verwijzen wij u naar het antwoord onder B.19.6.

 

B.19.20 Samenvatting

Pag. 17. Planschaderisico. Het rapport geeft aan dat er geen sprake is van planschade door wijziging van de bestemming. Een bedrijf met een dagopvang naast zich voelt zich eerder in een saneringsgebied dan zonder dagopvang. Vanuit bedrijfscommercie gezien is deze locatie ongewenst. Verpauperende en sociaal ongewenste aspecten zullen in de wijde omgeving de waarde van het onroerend goed belasten. De wegtrekkende bedrijven worden een prooi van projectontwikkeling en volgen er aanpassingen in het vigerend bestemmingsplan waarin een opvangcentrum niet past. Een volgende verhuizing van het opvangcentrum wordt hiermee door het centrum zelf geïnitieerd.

            Antwoord

Bij de beoordeling van het planschaderisico wordt een strikt causaal verband gelegd tussen de bestemmingsplanwijziging enerzijds en de mogelijkheden in het vigerende bestemmingsplan anderzijds. Een dergelijke planschadebeoordeling laat geen mogelijkheden voor speculaties van eventuele andere wijzigingen in de toekomst. Voor de overige beantwoording wordt verwezen naar paragraaf A.IV ‘planschade’ van het algemene gedeelte.

 

B.19.21 Samenvatting

Pag. 18 Overzicht proces. Volgens het rapport is Delft als centrumgemeente aangewezen door het Rijk. Insprekers zouden graag de datum van aanwijzing vermeld hebben gezien. Van de informatie en inspraakperiode november 2004 – december 2004 hebben de Rijswijkse bewoners geen gebruik kunnen maken omdat zij niet geïnformeerd waren.

            Antwoord

Voor de beantwoording van uw reactie verwijzen wij u naar het antwoord onder B.19.6.

 

B.19.22 Samenvatting

Pag. 20 en bijlagen. Insprekers volstaan met de melding dat zij achter het rapport staan van SAVE (050843, rev.1-T16) en de daarmee strijdige conclusies uit de concept ruimtelijke onderbouwing afwijzen.

            Antwoord

Voor beantwoording van uw reactie verwijzen wij naar de reactie van het college op het rapport van SAVE/Oranjewoud, gepresenteerd op de website van de gemeente. In de reactie geeft het college aan dat er in de quickscan geen nieuwe feiten naar voren komen of argumenten die aanleiding geven om de locatiekeuze ter discussie te stellen. Het bureau komt wel tot andere conclusies. Maar deze worden niet gedeeld door het college. Het college ziet dan ook geen enkele aanleiding om het besluit van 24 februari 2005 opnieuw ter discussie te stellen. Het rapport bevat wel een aantal zienswijzen die van nut kunnen zijn bij het opstellen van het beheerplan dat helpt om te komen tot een goede inpassing van de dagopvang op de Surinamestraat.

 

B.19.23 Samenvatting

Bijlage: Waarom de keus voor de dagopvang in de Surinamestraat verkeerd is. Visie vanuit de Pauwhof, Rijswijk. Insprekers onderschrijven de noodzaak van een dagopvang voor daklozen en verslaafden. De gemeente Delft kiest de locatie aan de Surinamestraat voor de vestiging van de dagopvang die vanwege de overlast op de huidige locatie verplaatst moet worden. Op de nieuwe locatie zal echter ook overlast ontstaan. Hierbij noemen de insprekers drie hoofdbezwaren.Grote stadsproblematiek past niet in een landelijke omgeving.

Drugs- en alcoholverslaafden die niet in staat blijken een vaste woonplaats te kunnen behouden trekken naar de kernen van (grotere) steden. Daar vallen zij ook minder op. Mensen die in het stadscentrum gaan wonen nemen de overlast van deze groep voor lief. Mensen die (veelal met kinderen) er voor kiezen in een rustige omgeving te wonen zoeken de buitenwijken en de rand van stedelijke gebieden op. De mate van stedelijkheid is per postcodegebied geclassificeerd door het CBS op basis van het aantal adressen per vierkante kilometer (totaal 5 groepen). Postcode 2289 waarin de Pauwhof valt, behoort tot groep 4, weinig stedelijk. Het is duidelijk dat met de keus voor de Surinamestraat de maatschappelijke probleemgevallen naar de verkeerde plek worden gebracht.

            Antwoord

Voor de beantwoording van uw reactie verwijzen wij naar het antwoord onder B.17.5.

 

B.19.24 Samenvatting

Hoofdbezwaar 2: Een locatie op de grens van twee gemeentes bemoeilijkt het hanteren van overlast. Het inroepen van hulpdiensten zoals de politie van Rijswijk, voor overlast veroorzaakt door een groep uit Delft, zal stroef verlopen. De politie van Delft draagt verantwoording voor de openbare orde ter plaatse van de Surinamestraat. De nodige communicatie tussen de twee corpsen kan leiden tot langere aanrijdtijden. Deze situatie kan leiden tot eigenrechterschap van bewoners. Ook maatregelen in het kader van de inrichting van de openbare weg zijn lastig. Waarom zou de gemeente Rijswijk kosten moeten maken voor de gevolgen van een keus van de gemeente Delft. Een voorbeeld van moeizame communicatie tussen twee gemeentes is de communicatie over de verkeerssituatie rond de ingang van de Pauwhof.

            Antwoord

Voor de beantwoording van uw reactie verwijzen wij naar het antwoord onder B.17.6.

 

B.19.25 Samenvatting

Hoofdbezwaar 3: De procedure die tot deze keuze heeft geleid is aanvechtbaar. De toepassing van de criteria die hebben geleid tot de keuze van de Surinamestraat is niet objectief en zakelijk geweest. Het criterium afstand tot het centrum is meermalen opgerekt. De locatie GGD is afgevallen vanwege de nabijheid van het station Delft terwijl de Surinamestraat nog dichter bij hoogfrequent en laagdrempelig openbaar vervoer is gelegen.

            Antwoord

Voor beantwoording van uw reactie verwijzen wij naar het antwoord onder B.17.7.

 

B.19.26 Samenvatting

Het is niet ondenkbaar dat er onzichtbare krachten een rol gespeeld hebben. De vestiging van de dagopvang in de Surinamestraat heeft een direct gevolg voor de bedrijven in de naaste omgeving en de waarde van het onroerend goed. Dat is een nadeel voor sommigen maar kan in het voordeel zijn van anderen aangezien dit de weg vrij kan maken voor een geheel andere bestemming van het totale terrein tussen de Vrijenbanselaan, Rijn-Schiekanaal en de Pauwhof op de langere termijn.

            Antwoord

Voor de beantwoording van uw reactie verwijzen wij naar het antwoord onder B.17.8.

           

B.19.27 Samenvatting

De dagopvang kan velerlei soorten overlast veroorzaken:

-          De ruime mogelijkheden van de groep om de omgeving te belasten doordat het openbaar vervoer aan de ingang van de Pauwhof een halte heeft en de uitbreiding van het OV in de toekomst. Daarnaast kan er vermenging van de groep daklozen met de scholieren van het Mondriaan College optreden en heeft het woongebied vele schuilplekken

-          De dagopvang bezoekers zullen veel overlast met hun gedrag veroorzaken:

Herrie, alcohol en drugsgebruik, het bij zich hebben van loslopende honden, het naroepen van passanten, het samenscholen op hangplekken, het achterlaten van vuil, het benutten van tuinen en paden tussen tuinen voor sanitaire doeleinden, handel in drugs, agressief gedrag, bedelen, slapen in de bosjes, het bezetten van portieken, flats, garages en straatmeubilair.

-          Ook zal er veel overlast zijn door toename van crimineel gedrag zoals het aanrichten van vernielingen, het uiten van beledigingen, mishandelingen, diefstal uit woningen, straatroof en diefstal uit auto’s.

Antwoord

Voor beantwoording van uw reactie verwijzen wij naar onderdeel A.II ‘Overlast en beheerplatform’ van het algemene gedeelte.

 

B.19.28 Samenvatting

De verwachte gevolgen hiervan zijn een gevoel van onveiligheid, angst, schaamte

voor de omgeving, verpaupering van de omgeving en waardedaling van onroerend

goed (planschade).

Antwoord

Voor beantwoording van uw reactie verwijzen wij naar onderdeel A.II ‘Overlast en beheerplatform’ en A.IV ‘planschade’ van het algemene gedeelte.

 

B.20 K.M. Schneider-Brinkhof

 

B.20.1 Samenvatting

Inspreker maakt bezwaar tegen de komst van een opvangcentrum in de Surinamestraat en sluit zich aan bij de onderbouwing van de afwijzing van het Comité Pauwhof die veilig en rustig wonen hoog in het vaandel heeft staan.

            Antwoord

Voor de beantwoording van uw reactie verwijzen wij naar het antwoord onder B.6.1.

 

B.20.2 Samenvatting

Een opvangcentrum voor dak- en thuislozen en drugs- en drankverslaafden kan veel overlast veroorzaken zoals: handel in drugs met scholieren, het creëren van een gevoel van onveiligheid, herrie door alcoholgebruik, inbraak in woningen gepaard gaande met vernielingen.

            Antwoord

Voor beantwoording van uw reactie verwijzen wij naar onderdeel A.II ‘Overlast en beheerplatform’ van het algemene gedeelte. Omdat het hier gaat om een centrum voor dagopvang en met een aantal gerichte maatregelen overlast kan worden voorkomen deelt het college de opvatting van inspreker niet.

 

B.20.3 Samenvatting

Inspreker vertrouwt erop dat deze en andere argumenten zullen leiden tot een heroverweging die de locatie Surinamestraat als dagopvang zal uitsluiten en een bestemmingsplanwijziging onnodig maakt.

            Antwoord

Voor de beantwoording van uw reactie verwijzen wij naar het antwoord onder B.3.5.

           

B.21 G. Valstar Beheer Delft B.V. (vertegenw. E.B.H. Advocaten, Mr. J. Hiemstra)

 

B.21.1 Samenvatting

Namens de besloten vennootschap G.G. Valstar Beheer Delft B.V. alsmede haar eigenaar/directeur G.J. Valstar-Van der Elst dient E.B.H. Advocaten een zienswijze in tegen de concept ruimtelijke onderbouwing, als onderdeel van de artikel 19 lid 2 WRO procedure, voor de realisatie van de Dagopvang aan de Surinamestraat. G.G. Valstar Beheer Delft B.V. is eigenaar van het pand Haagweg 129. Dit pand is verhuurd aan de besloten vennootschap Auto Hi-Fi Corner B.V. die in dit pand haar bedrijf heeft gevestigd en handelt in mobiele telecommunicatie, auto hi-fi, navigatie en aanvullende producten. Het pand Haagweg 129 grenst direct aan het pand Surinamestraat 1, waar de dagopvang moet worden gerealiseerd.

De directeur/eigenaar van G. Valstar Beheer Delft B.V. sluit zich aan bij de zienswijze die namens Auto Hi-Fi Corner B.V. naar voren is gebracht (zie B.13) door E.B.H. Advocaten. De gemeente wordt verzocht de inhoud als herhaald en ingelast te beschouwen namens G. Valstar Beheer Delft B.V.

Indien de locatie Surinamestraat 1 een dagopvang wordt voor dak- en thuislozen en verslaafden, zal het pand aan de Haagweg 129 als bedrijfspand niet of nauwelijks meer te exploiteren zijn als bedrijfspand aangezien men zich niet voor kan stellen welke detailhandel zich nog zou willen vestigen in een pand direct grenzend aan een dagopvang.

            Antwoord

Zoals reeds bij de beantwoording van de eerdere inspraakreactie is aangegeven, achten wij, wanneer voldaan wordt aan de gestelde eisen ten aanzien van gebouw en beheer (zie voor een meer uitgebreide reactie op dat punt de paragraaf A.II ‘Overlast en beheerplatform’ en paragraaf A.III ‘Effect op bedrijven in de omgeving’) het onwaarschijnlijk dat bedrijven in het gebied schade lijden als gevolg van de komst van de dagopvang. Voor de overige beantwoording wordt verwezen naar paragraaf A.IV ‘planschade’ van het algemene gedeelte.

 

B.21.2 Samenvatting

In de concept ruimtelijke onderbouwing staat niets vermeld aangaande de ruimtelijke effecten van de bestemming maatschappelijke doeleinden, in het bijzonder de opvang van dak-, thuislozen en verslaafden, op de directe omgeving. De gemeente heeft er kennelijk voor gekozen dit probleem volledig te negeren

            Antwoord

In de ruimtelijke onderbouwing is juist ingegaan op de ruimtelijke effecten voor de omgeving van de locatie Surinamestraat 1, is een beschrijving gegeven van de feitelijke situatie, zijn de mogelijke belemmeringen in beeld gebracht vanuit de milieuwetgeving en zijn de eerder geformuleerde beoordelingscriteria toegespitst op de onderhavige locatie.

 

B.21.3 Samenvatting

De gemeente stelt tevens dat een nieuwe bestemming voor maatschappelijke doeleinden geen planschade tot gevolg zal hebben voor de omgeving. Dat is zeer onwaarschijnlijk en voorlopige beoordelingen door makelaars wijzen daar ook op. De directeur/eigenaar van het pand wil benadrukken dat het niet gaat om het ontvangen van een planschadevergoeding maar wil voorkomen met een volledig onverhandelbaar c.q. onverhuurbaar pand te bezitten.

            Antwoord

Bij de beoordeling van het planschaderisico wordt een strikt causaal verband gelegd tussen de bestemmingsplanwijziging enerzijds en de mogelijkheden in het vigerende bestemmingsplan anderzijds. Een dergelijke planschadebeoordeling laat geen mogelijkheden voor speculaties van eventuele andere wijzigingen in de toekomst. De vrees voor het feitelijk onverhandelbaar c.q. onverhuurbaar zijn, is naar de mening van het college voorshands niet gegrond.

 

B.21.4 Samenvatting

De directeur/eigenaar van het pand wil benadrukken dat de voorgenomen vrijstelling in strijd is met regionaal beleid, in het bijzonder het regionaal structuurplan Haaglanden, alsmede het streekplan Zuid-Holland West. Ook is het plan in strijd met de Nota Regels voor Ruimte van de provincie Zuid-Holland.

            Antwoord

In het Streekplan Zuid-Holland-West is het gebied Surinamestraat 1 aangewezen als bedrijventerrein. Een bedrijventerrein is een aaneengesloten bebouwd gebied met als hoofdfunctie bedrijvigheid, waaronder begrepen transport en distributie, productie, veilingen, kenniscentra alsmede nutsvoorzieningen.

Het Streekplan stelt regels aan het transformeren van bedrijventerreinen. Dit om te voorkomen dat al te gemakkelijk functies als bedrijventerreinen, sportvelden en volkstuinen uit het stedelijk gebied verdwijnen. Als dergelijke transformaties onvermijdelijk zijn, zal de handelende gemeente moeten aangeven hoe deze functies (lokaal c.q. regionaal) worden gecompenseerd. De verantwoordelijkheid voor het beleid binnen de rode contouren ligt primair bij de gemeenten.

Het Streekplan sluit niet uit dat in gebieden met de aanduiding “bedrijventerrein” andere functies worden toegevoegd, maar dan zal dit slechts incidenteel kunnen plaatsvinden. Het Streekplan wil voorkomen dat al te gemakkelijk functies als bedrijventerreinen uit het stedelijk gebied verdwijnen. Wij bestrijden dan ook dat elke toevoeging van een niet-bedrijvenfunctie in strijd is met het Streekplan.

Onderzocht is of door de toevoeging van de incidentele functie van dagopvang de in het gebied aanwezige bedrijven zodanig in hun bedrijfsvoering worden belemmerd dat het functioneren binnen het bedrijventerrein als totaal belemmerd wordt. Uit het bepaalde in paragraaf 4.4.7 van de ruimtelijke onderbouwing blijkt dat er geen sprake is van een beperking van betekenis voor de thans aanwezige bedrijven in de directe omgeving. Het gebied kan zijn functie als overwegend bedrijventerrein onverminderd behouden en er is dus geen sprake van strijd met het provinciale en regionale beleid.

Het geringe oppervlak van 550 m² dat nu aan bedrijventerrein verloren gaat zal in een later stadium tezamen met andere mogelijk in de toekomst verloren kleine bedrijfsoppervlakten worden gecompenseerd.

Ten overvloede merken wij op dat de gemeente Delft, evenals de provincie Zuid Holland op regionaal niveau deelneemt aan de Ambtelijk Commissie Coördinatie Ruimtelijke Ordening waarin een nieuwe visie wordt voorbereid op compensatiemogelijkheden voor bedrijfsverplaatsingen in de regio. Deze visie is naar verwachting eind 2005 gereed en zal worden meegenomen in de aanpassing van het Structuurplan Haaglanden.

 

B.22 Desenco Real Estate Management (F.A. Knoop) en F.A.M. Knoop

 

B.22.1 Samenvatting

Gezien het feit dat de gemeente het concept Ruimtelijke Onderbouwing afdoet met het geven van informatie uit eerder geproduceerde stukken en het feit dat hierin geen enkele aanpassing is doorgevoerd, wil de inspreker eerder genoemde bezwaren van de inspraakavond herhalen. Er is minachting voor de inwoners van Delft die OZB, waterschapsheffing etc. betalen. Bewoners die hun buurt netjes houden worden door de Delftse politiek niet beloond.

            Antwoord

Voor de beantwoording van uw reactie verwijzen wij naar paragraaf A.I ‘Het proces tot nu toe’ van het algemene gedeelte.

 

B.22.2  Samenvatting

Inspreker woont sinds kort in de Indische buurt met een kind. Inspreker heeft voorheen, als bewoner van de Clarenstraat, de inspraakprocedure van de Koornmarkt en van Miereveldlaan meegemaakt. Volgens de gemeente waren daar slechts 4 belanghebbenden die geïnformeerd dienden te worden. Door het verspreiden van kopieën aan buurtbewoners waren deze ruim vertegenwoordigd op de inspraakavond. Nadat inspreker was verhuisd naar de Soendastraat werd men niet geïnformeerd over de nieuwe locatie van de Surinamestraat, alleen via de Delft op Zondag. Op de inspraakavond op 17 december bleken mensen op een nette manier hun argumenten naar voren te brengen. Dit heeft tot resultaat gehad dat de gemeente heeft besloten de dagopvang in de Surinamestraat te vestigen.

            Antwoord

Voor de beantwoording van uw reactie verwijzen wij naar paragraaf A.I ‘Het proces tot nu toe’ van het algemene gedeelte.

 

B.22.3  Samenvatting

Daklozen en verslaafden worden weggestopt op een bedrijfsterrein. Hiermee is niets overgebleven van het beleid van inmenging in de samenleving en een doelgroep die te monitoren is in de binnenstad.

            Antwoord

Het college streeft er naar zo zorgvuldig en transparant mogelijk te handelen. Derhalve is er via diverse mediakanalen, brief, informatiekrant en website, gecommuniceerd over de plannen van de gemeente. Voor het overige wordt verwezen naar hetgeen gesteld is in paragraaf I onder Algemeen.

 

B.22.4 Samenvatting

Er is slechts een papieren veiligheidsscan gemaakt met 80 “aandachtspunten” die niet serieus wordt genomen. Het Mondriaan College is ook slechts een aandachtspunt.

            Antwoord

Voor de beantwoording van uw reactie verwijzen wij naar paragraaf A.I ‘Het proces tot nu toe’ van het algemene gedeelte.

 

B.22.5 Samenvatting

Een commissie is gaan kijken bij een dagopvang in Eindhoven. Inspreker heeft daar ook een bezoek gebracht. De locatie in Eindhoven is niet te vergelijken met de Surinamestraat. Er zijn daar zichtlijnen van meer dan 2 km, er is een woonboulevard vlakbij gelegen en er is de hele dag doorloop in een straat die 5 keer zo breed is als de Surinamestraat.

            Antwoord

Inspreker verwijst naar een bezoek dat de commissie Werk, Zorg en Onderwijs in december 2004 op eigen initiatief uit interesse heeft afgelegd. Het college heeft geen vergelijking gemaakt tussen de opvang in Eindhoven en Delft. Alleen al omdat Eindhoven op het gebied van de doelgroep, de omvang van de doelgroep en het aanbod van de voorziening niet één op één vergelijkbaar is met de situatie in Delft.

           

B.22.6 Samenvatting

De bewoners van de Indische buurt en de doelgroep voelen zich in de steek gelaten door de Delftse politiek. Er is tevens sprake van onbehoorlijk bestuur. Inspreker hoopt dat de gemeente tot bezinning komt.

            Antwoord

Voor de beantwoording van uw reactie verwijzen wij u naar paragraaf A.I ‘Het proces tot nu toe’ van het algemene gedeelte.

 

 

Onderstaande inspraakreacties zijn ontvangen buiten de inspraaktermijn en om die reden niet-ontvankelijk. Ten overvloede wordt toch een inhoudelijke antwoord gegeven op deze inspraakreacties

 

B.23 P.A.J. Bommele / A.C. de Groot

 

B.23.1 Samenvatting

Inspreker maakt bezwaar tegen de komst van de dagopvang in de Surinamestraat en sluit zich aan bij de onderbouwing van de afwijzing van het Comité Pauwhof die veilig en rustig wonen hoog in het vaandel heeft staan.

            Antwoord

De directe omgeving van de locatie Surinamestraat kent nauwelijks een woonfunctie. In de iets wijdere omgeving liggen wel woonwijken, maar die zijn door de Reineveldbrug en door het Mondriaan College afgescheiden van het gebied Surinamestraat. Het is wel denkbaar dat bezoekers van het centrum gebruik zullen maken van de looproute Oostsingel, maar die voert eerder langs dan door de woonwijk. Wij zien daardoor geen duidelijke relatie tussen de dagopvang en de woonomgeving. Dat neemt niet weg dat het wel degelijk van belang is ook uit een iets wijdere omgeving betrokkenheid te hebben in het beheeroverleg rond het centrum.

Naar verwachting zal de doelgroep via de Reineveldbrug naar de dagopvang komen. Omdat de dagopvang een kleinschalige voorziening is en drugsgebruikers een minderheid van de bezoekers vormen en daarnaast door een goede inrichting van de locatie en beheer van de omgeving de kans op overlast en criminaliteit verder beperkt kan worden, kan –in objectieve zin- een voldoende niveau van veiligheid bereikt worden. Dat neemt niet weg dat het belangrijk is structureel overleg te hebben tussen gemeente, politie, de dagopvang, omwonenden en ondernemers. Dat overleg moet leiden tot een beheerplan en regelmatige evaluatie van de gang van zaken. Daarbij horen ook een serieus sanctiebeleid van de dagopvang en afspraken over een snelle reactie van de hulpdiensten bij incidenten. Op deze wijze kan het beperkte risico worden verkleind, moet ook het vertrouwen ontstaan dat wangedrag wordt aangepakt, waardoor uiteindelijk het gevoel van onveiligheid vermindert. Het feit dat looproutes elkaar kunnen kruisen beschouwen wij niet als hinderlijk.

 

B.23.2 Samenvatting

Een opvangcentrum voor dak- en thuislozen en drugs- en drankverslaafden kan veel overlast veroorzaken zoals: zwerfvuil, drankmisbruik in de nabijheid van de locatie, agressief gedrag richting bewoners, gebruik van drugs en spuiten op de openbare weg, aantrekkingskracht op dealers van drugs, gevaar voor kinderen van bewoners en schoolgaande kinderen op nabij gelegen school, verloedering van de omgeving met als gevolg het wegtrekken van industrie in de omgeving met als resultaat een afbraakbuurt.

            Antwoord

Voor beantwoording van uw reactie verwijzen wij naar onderdeel A.II ‘Overlast en beheerplatform’ van het algemene gedeelte.

 

B.23.3 Samenvatting

Er zal een daling van de huizenprijs van de koopwoning optreden waarvoor insprekers de gemeente aansprakelijk zullen stellen.

            Antwoord

Voor beantwoording van uw reactie verwijzen wij naar onderdeel A.IV ‘Planschade’ van het algemene gedeelte.

           

B.23.4 Samenvatting

Inspreker vertrouwt erop dat deze en andere argumenten zullen leiden tot een heroverweging die de locatie Surinamestraat als dagopvang zal uitsluiten en een bestemmingsplanwijziging onnodig maakt.

            Antwoord

Voor de beantwoording van uw reactie verwijzen wij naar het antwoord onder B.3.5.

 

B.24. P. van den Bosch (eigenaar Surinamestraat 3, 5 en 7).

Inspreker heeft kennis genomen van de gevoerde procedure om tot een nieuwe locatiekeuze te komen voor “Dienstencentrum over de Brug”. Op basis van de door de gemeente ter beschikking gestelde stukken maakt inspreker gebruik van de mogelijkheid tot inspraak en geeft middels deze brief een reactie op het concept ruimtelijke onderbouwing.

 

B.24.1 Samenvatting

Het zoeken naar een nieuwe locatie is niet zozeer ingegeven doordat de huidige locatie niet meer voldoet maar vooral het gevolg van een rechterlijke uitspraak waarbij de gemeente verplicht is een andere locatie te zoeken. Dit zou ook als zodanig vermeld moeten worden.

            Antwoord

Het huidige pand is niet geschikt voor het toenemende aantal bezoekers van het centrum en is dan ook te klein geworden. Verder is de beschikbaarheid van het pand aan de Oostsingel van tijdelijke aard. De rechter heeft daarop gewezen, zodat ofwel het gebruik dient te worden beëindigd ofwel een herziening van het bestemmingsplan dient plaats te vinden. Nu het pand te klein is geworden, is herziening van het bestemmingsplan aan de Oostsingel niet meer opportuun.

 

B.24.2 Samenvatting

De gemeente stelt dat de gebruikersgroep verandert. Inspreker stelt de vraag of het niet voor de hand ligt dat er ook eerst beleidsmatig wordt gekeken naar de wijze waarop deze groep moet worden geholpen? Daklozen horen niet zonder meer bij verslaafden en verslaafden horen niet zonder meer bij psychiatrische patiënten. Inspreker mist een goede onderbouwing van de doelgroep en een daarbij passende oplossing.

            Antwoord

Cliënten in de maatschappelijke opvang hebben meestal een combinatie van psychische of psychiatrische problemen, relatieproblemen, problemen als gevolg van lichamelijk of seksueel geweld, verslavings of financiële problemen. Het gaat niet alleen om dak- en thuislozen maar ook om mishandelde vrouwen en hun kinderen. In Delft wordt gestreefd naar een zorgketen (preventie, zorg, nazorg), een vraaggestuurd en samenhangend aanbod en aandacht voor risicogroepen. Dit gebeurt onder andere door herstructurering van de sector (fusie tussen de verschillende opvangstichtingen) en samenwerking met andere partners (zoals politie, maatschappelijk werk, verslavingszorg, GGZ, schuldhulpverlening, etc.). De gemeente heeft hierin de regiefunctie en ontvangt een doeluitkering vanuit het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. In het gebied Delft, Westland, Oostland (DWO) houden vier instellingen zich met dit werk bezig. Het gaat om vier instellingen van verschillende grootte met ieder een eigen doelgroep. De Stichting Dienstencentrum over de Brug is -gemeten naar het personeelsbestand- relatief klein in omvang. Voor het Dienstencentrum biedt de herstructurering van de sector de mogelijkheid de plaats in de keten en het aanbod voor cliënten te versterken en tegelijkertijd de bedrijfsvoering denk aan personeelsbeleid en beheer van de accommodatie- te professionaliseren. De vier betrokken instellingen werken op dit ogenblik aan een gezamenlijke visie op de toekomst.

Voor de juiste beeldvorming van de doelgroep is het verstrekken van informatie over de doelgroep en de rol van de dagopvang naar onze mening essentieel. De gemeente heeft gedurende het proces getracht om informatie te verschaffen over de dagopvang en zijn bezoekers. In aanvulling hierop heeft het dienstencentrum een bezoekersmonitor gepresenteerd. Deze is te vinden op de website van de gemeente Delft (zie onder dagopvang, onderzoeken). Voor de verdere beantwoording van uw reactie verwijzen wij naar onderdeel A.V ‘Maatschappelijke opvang’ van het algemene gedeelte.

 

B.24.3 Samenvatting

Ten onrechte wordt in het concept RO de maatschappelijke functie in de buurt genoemd. Het betreft namelijk een huisartsenpraktijk die daar tijdelijk is gevestigd en op korte termijn zal deze praktijk weer verhuizen naar de oorspronkelijke locatie aan de van Mierenveltlaan. De gemeente had dit moeten vermelden in haar rapport.

            Antwoord

Bestemmingsplantechnisch valt een school onder de term “maatschappelijke doeleinden”. In het kaartje op pagina 5 van de ruimtelijke onderbouwing is de school als “school“ opgenomen. Dit zal worden aangepast.

 

B.24.4 Samenvatting

Op de kaart (fig. 3) wordt een veel te groot oppervlak toegekend aan de tijdelijke huisartsenpraktijk waardoor de suggestie wordt gewekt dat dit een groot deel beslaat van de feitelijke kantoorfunctie.

            Antwoord

Het gehele perceel is in gebruik ten behoeve van de huisartsenpraktijk en om die reden als maatschappelijke doeleinden op bedoelde kaart opgenomen.

 

B.24.5 Samenvatting

De gemeente heeft de bedrijfswoningen boven de Surinamestraat 3 en de Haagweg (Van der Lee) niet genoemd in het concept RO. Beide woningen liggen ca. 10 en 50 meter af van de Surinamestraat 1.

            Antwoord

Bedrijfswoningen zijn woningen die ten dienste staan van bedrijven en om die redenen vallen bedrijfswoningen onder de bestemming ‘Bedrijven’.

 

B.24.6 Samenvatting

Inspreker sluit zich aan bij het rapport van SAVE waarin veel argumenten staan genoemd waarom de gemeente haar eigen toetsingscriteria niet consequent en eenduidig toepast.

            Antwoord

Voor beantwoording van uw reactie verwijzen wij naar onderdeel A.I ‘Het proces tot nu toe’ van het algemene gedeelte.

 

B.24.7 Samenvatting

Een locatie nabij het stationsgebied was onbespreekbaar maar bij de locatie aan de Surinamestraat wordt voorbij gegaan aan de directe verbinding met Den Haag en het station van Delft middels tramlijn 1.

            Antwoord

De dagopvang vervult een functie voor bezoekers uit de regio Delft, Westland en Oostland. Voor hen kan de tram een goede manier zijn het centrum te bezoeken. Bezoekers uit Den Haag/Rijswijk worden in het centrum niet toegelaten. Het heeft voor hen dus ook geen zin zich in het gebied te begeven. Het college is daarbij van mening dat de veiligheidsrisico’s in het stationsgebied en dergelijke risico’s rond de tramhalte zeer sterk van elkaar verschillen. Men kan er niet opgaan in de drukte, waardoor minder gelegenheid tot crimineel gedrag bestaat. Het college is niet met inspreker eens dat vanwege de tramhalte een aanzuigende werking op mensen van buiten de regio zal ontstaan.

 

B.24.8 Samenvatting

Een loopafstand van 1366 meter tot aan de Markt van Delft is te lang (20 minuten lopen).

            Antwoord

Voor beantwoording van uw reactie verwijzen wij naar onderdeel A.I ‘Het proces tot nu toe’ van het algemene gedeelte.

 

B.24.9 Samenvatting

De locatie aan de Surinamestraat kent geen verschillende functies in het straatbeeld maar alleen bedrijven.

            Antwoord

Voor de beantwoording van uw reactie verwijzen wij naar het antwoord onder B.18.4.

 

B.24.10 Samenvatting

De aanlooproutes lopen wel degelijk door woonbuurten; o.a. door de Indische Buurt/Geerweg.

            Antwoord

Voor beantwoording van uw reactie verwijzen wij u naar paragraaf A.II ‘Overlast en beheerplatform’ van het algemene gedeelte. De directe omgeving van de locatie Surinamestraat kent nauwelijks een woonfunctie. In de iets wijdere omgeving liggen wel woonwijken, maar die zijn door de Reineveldbrug afgescheiden van het gebied Surinamestraat. Het is wel denkbaar dat bezoekers van het centrum gebruik zullen maken van de looproute Oostsingel, maar die voert eerder langs dan door de woonwijk. Dat neemt niet weg dat het wel degelijk van belang is ook uit een iets wijdere omgeving betrokkenheid te hebben in het beheeroverleg rond het centrum.

 

B.24.11 Samenvatting

De doelgroep kan heel gemakkelijk uit het zicht van het Dienstencentrum verdwijnen; naar het plantsoen achter Bruker AXS en achter het kadeprofiel langs de Schie of onder de Reineveltbrug.

            Antwoord

Voor beantwoording van deze verwijzen wij u naar paragraaf A.II ‘Overlast en beheerplatform’ van het algemene gedeelte.

 

B.24.12 Samenvatting

De bereikbaarheid kan ernstig worden vertraagd door een geopende Reineveltbrug.

            Antwoord

Wij vinden niet dat de bereikbaarheid van de locatie ernstig wordt belemmerd doordat een brug moet worden gepasseerd. De aanwezigheid van een beweegbare brug in de gemeente Delft is een gegeven. Om te concluderen dat daarmee de voorziening niet goed bereikbaar zou zijn, gaat ons te ver.

 

B.24.13 Samenvatting

Rond sluitingstijd van het Dienstencentrum (om 17.30 uur) is de sociale controle heel laag aangezien de meeste bedrijven dan al zijn gesloten.

            Antwoord

De dagopvang is dagelijks geopend van 10:30u tot 17:30u en vervult geen nachtopvangfunctie. Uit de praktijk blijkt dat er rond sluitingstijd ongeveer 5 tot 10 bezoekers aanwezig zijn. De meeste bezoekers van het dienstencentrum hebben wel een nachtverblijf; zij hebben een kamer in onderhuur, slapen bij kennissen of maken gebruik van de nachtopvang op de Houttuinen. Desalniettemin moet ervoor gewaakt worden dat groepen bezoekers zich voor en na sluitingstijd gaan ophouden in de buurt van de dagopvang, bijvoorbeeld aan de waterzijde. Er valt te denken aan specifieke maatregelen in het tegengaan van hangen aan de waterzijde, zowel tijdens als na de openingsuren. Daarnaast kan gedacht worden aan het maken van een ronde na sluitingstijd om er zeker van te zijn dat alle bezoekers het bedrijventerrein hebben verlaten. Omdat het hier gaat om een centrum voor dagopvang en met een aantal gerichte maatregelen kan worden voorkomen dat mensen na sluitingstijd op het bedrijventerrein blijven hangen deelt het college de opvatting van de inspreker niet.

Voor de verdere beantwoording van uw reactie in algemene zin verwijzen we u naar paragraaf A.II ‘Overlast en beheerplatform’.

 

B.24.14 Samenvatting

Het gevraagde (semi) openbare karakter van de aanwezige functies klopt niet met de geslotenheid van de aanwezige bedrijfs- en kantoorfuncties.

            Antwoord

Wij realiseren ons dat een aantal functies in de nabijheid een gesloten karakter heeft. Zoals hiervoor reeds op diverse plaatsen aangegeven is de sociale controle ter plaatse een aandachtspunt en dienen hiertoe aanvullende beheersmaatregelen te worden genomen.

 

B.24.15 Samenvatting

In de directe omgeving is een transportbedrijf (Van der Lee) en een vuurwerkopslag (Auto Hi-Fi corner) gelegen. Dit vormt een groot veiligheidsrisico.

            Antwoord

Uit de vergunning van Auto HiFi Corner BV blijkt dat de veiligheidsafstanden geheel op eigen terrein van dit bedrijf liggen. Deze geven geen beperkingen voor het ontwikkelen van het pand Surinamestraat 1. Het transportbedrijf Van der Lee heeft een milieuvergunning waarin o.a. eisen zijn opgenomen aan de opslag van gevaarlijke stoffen. Op basis van deze vergunning liggen er geen risicocontouren over het pand Surinamestraat 1. Vanuit de vergunning van Van der Lee zijn er geen beperkingen aan de ontwikkeling van de dagopvang op de Surinamestraat 1.

 

B.24.16 Samenvatting

Andere locaties zullen beter scoren op tal van deze punten.

            Antwoord

Voor beantwoording van uw reactie verwijzen wij naar onderdeel A.I ‘Het proces tot nu toe’ van het algemene gedeelte.

 

B.24.17 Samenvatting

De looproute Surinamestraat-Reineveldbrug-Annastraat kent 2 delen met uitsluitend woonfunctie.

1.       Onder de Reineveldbrug door naar de trap is men geheel uit het zicht van het verkeer (sociale controle) maar wel in de Indische buurt (woonfunctie)

2.       De Annastraat wordt gekenmerkt door woningen aan 2 zijden en zeer weinig autoverkeer.

De looproute via de Oostsingel loopt langs uitsluitend woongebied en de Schie-oever levert daarbij geen enkele sociale controle op.

Antwoord

Inspreker meent dat sociale controle volledig ontbreekt op de trap van de Van Reineveldbrug, in de Annastraat en langs de Oostsingel. Weliswaar is op voornoemde locaties sprake van minder sociale controle dan elders maar de sociale controle ontbreekt niet volledig. Met aanvullende maatregelen kan de gebrekkige sociale controle worden gecompenseerd. Voor de overige beantwoording van deze reactie verwijzen wij u naar paragraaf A.II ‘Overlast en beheerplatform’ van het algemene gedeelte.

 

B.24.18 Samenvatting

De gemeente stelt dat het risico voor planschade nihil is. Inspreker zal planschade claimen indien er sprake is van huurderving of vermindering van huurwaarde van Surinamestraat 3. Gelet op het feit dat de Surinamestraat 3 leeg staat vanaf het moment dat er sprake is van mogelijke vestiging van de dagopvang in het naastgelegen pand, acht de inspreker de kans groot dat er planschade zal optreden. Inspreker acht de kans groot dat deze ook toegekend zal worden aangezien dit een objectief meetbare planschade is. Derhalve zou de gemeente niet op voorhand moeten stellen dat er geen planschade zal optreden.

            Antwoord

Bij de beoordeling van het planschaderisico wordt een strikt causaal verband gelegd tussen de bestemmingsplanwijziging enerzijds en de mogelijkheden in het vigerende bestemmingsplan anderzijds. Een dergelijke planschadebeoordeling laat geen mogelijkheden voor speculaties van eventuele andere wijzigingen in de toekomst. De schade die inspreker zegt te hebben geleden, is geen rechtstreeks gevolg van de wijziging van het bestemmingsplan, nu deze wijziging nog niet heeft plaatsgevonden. De Wet biedt geen mogelijkheden voor vergoeding van zogenaamde “schaduw-schade”. Voor de overige beantwoording wordt verwezen naar paragraaf A.IV “Planschade” van het algemene gedeelte.

 

B.24.19 Samenvatting

De gemeente heeft de loopafstand van 500 meter ( 6 minuten) opgerekt naar 1000 meter (12 minuten looptijd). Tot aan de Surinamestraat betreft de afstand 1366 meter en dat resulteert in een minimale looptijd van 16 minuten. Hierbij komt nog dat de kortste route (via de Reineveltbrug) niet over vlak terrein loopt en daardoor zal de looptijd toenemen. Daardoor is sprake van 20 minuten looptijd.

            Antwoord

Voor beantwoording van uw reactie verwijzen wij naar onderdeel A.I ‘Het proces tot nu toe’ van het algemene gedeelte.

 

B.24.20 Samenvatting

Het afstandscriterium wordt willekeurig toegepast. In het rapport van de gemeente “Toetsingscriteria alternatieve locaties dagopvang” worden 121 locaties getoetst op verschillende criteria. Een aantal valt af omdat de afstand tot de Markt te groot is. Deze locaties zijn: (nummering conform rapportage):

 

63)              Vrijenbanselaan/hoek Brasserskade

64)              Fabriekshallen over van Reineveltbrug

65)              Aan bedrijvenkant van de Buitenwatersloot

66)              Kluizenaarsbocht

67)              (in de buurt van) Reinier de Graaf Ziekenhuis, tussen ziekenhuizen

68)              Mozartlaan

69)              Bieslandsepad

70)              Musterd Eier Groothandel: ‘laatste huis van Delft’, Delftsestraatweg

                 244

71)              Hertenkamp of Delftse Hout

72)              In de Hazelhorst (Delftse Hout)

73)              Scouting gebouw in het hertenkamp Middelweg

74)              Huidige locatie Brandweer

75)              Wetslandseweg/Krakeelpolderweg

76)              Parkeerplaats Zuidplantsoen/Schoenmakerstraat/Muyskenlaan

77)              Kloosterkade/Burny Bosschool

78)              Verderop aan de Schie (bijvoorbeeld Gamma, de Boo)

79)              Bij woonboulevard Leeuwestein

80)              Haventje Rotterdamseweg/nieuwe haven t.o. Rotterdamseweg

81)              Rob bij Rotterdamseweg

82)              Oude gebouwen energievoorzieningen van TU aan Rotterdamseweg

83)              Lijmfabriek Schieweg

84)              Nabije omgeving station Delft Zuid

 

De Fabriekshallen over de Reineveldbrug (zijnde de hallen aan de Surinamestraat) worden afgevoerd vanwege een te lange afstand tot de Markt, terwijl de Surinamestraat geschikt wordt bevonden. Indien men de afstand van deze locatie tot de Markt verder onderzoekt blijkt dat de gemeente het criterium afstand toch vrij willekeurig en niet eenduidig toepast. Inspreker voegt hierbij een afstandstabel waarbij de afstanden hemelsbreed zijn uitgezocht.

 

            Locaties                                                                                  Afstand hemelsbreed

            74) Huidige locatie Brandweer                                                                  994

            65) Aan bedrijvenkant van de Buitenwatersloot                                        1.089

            75) Westlandseweg/Krakeelpoderweg                                                    1.092

            76) Parkeerplaats Zuidplantsoen / Schoenmakerstraat/Muyskenlaan        1.113

            64) Fabriekshallen over van Reineveldbrug                                              1.166

            79) Bij woonboulevard Leeuwestein                                                                   1.288

            66) Kluizenaarsbocht                                                                                       1.306

            63) Vrijenbanselaan/hoek Brasserskade                                                1.392

            77) Kloosterkade / Burny Bosschool                                                                 1.437

            80) Haventje Rotterdamseweg / nieuwe haven t.o. Rotterdamseweg          1.487

            83) Lijmfabriek Schieweg                                                                                  1.786

            70) Musterd Eier Groothandel: ‘laatste huis van Delft’, Delftsetrweg 244  1.895

            71) Hertenkamp of Delftse Hout                                                             1.920

            67) (in de buurt van) Reinier de Graaf Ziekenhuis, tussen ziekenhuizen    2.054

            78) Verderop aan de Schie (bijvoorbeeld Gamma, de Boo)                       2.081

            84) Nabije omgeving station Delft Zuid                                                    2.328

            73) Scouting gebouw in het hertenkamp Middelweg                                2.391

            68) Mozartlaan                                                                                    2.413

            72) In de Hazelhorst (Delftse Hout)                                                        niet genoemd.

 

Uit het bovenstaande blijkt dat er locaties zijn afgevallen die wel binnen de straal van 1 km. vallen en dat andere locaties dichter bij de Markt liggen dan de Surinamestraat.

            Antwoord

Voor beantwoording van uw reactie verwijzen wij naar onderdeel A.I ‘Het proces tot nu toe’ van het algemene gedeelte.

 

B.25. M. op den Brouw

 

B.25.1 Samenvatting

Inspreker maakt bezwaar tegen de komst van de dagopvang in de Surinamestraat en sluit zich aan bij de onderbouwing van de afwijzing van het Comité Pauwhof die veilig en rustig wonen hoog in het vaandel heeft staan.

            Antwoord

De directe omgeving van de locatie Surinamestraat kent nauwelijks een woonfunctie. In de iets wijdere omgeving liggen wel woonwijken, maar die zijn door de Reineveldbrug en het Mondriaan College afgescheiden van het gebied Surinamestraat. Het is wel denkbaar dat bezoekers van het centrum gebruik zullen maken van de looproute Oostsingel, maar die voert eerder langs dan door de woonwijk. Wij zien daardoor geen duidelijke relatie tussen de dagopvang en de woonomgeving. Dat neemt niet weg dat het wel degelijk van belang is ook uit een iets wijdere omgeving betrokkenheid te hebben in het beheeroverleg rond het centrum.

Naar verwachting zal de doelgroep via de Reineveldbrug naar de dagopvang komen. Omdat de dagopvang een kleinschalige voorziening is en drugsgebruikers een minderheid van de bezoekers vormen en daarnaast door een goede inrichting van de locatie en beheer van de omgeving de kans op overlast en criminaliteit verder beperkt kan worden, kan –in objectieve zin- een voldoende niveau van veiligheid bereikt worden. Dat neemt niet weg dat het belangrijk is structureel overleg te hebben tussen gemeente, politie, de dagopvang, omwonenden en ondernemers. Dat overleg moet leiden tot een beheerplan en regelmatige evaluatie van de gang van zaken. Daarbij horen ook een serieus sanctiebeleid van de dagopvang en afspraken over een snelle reactie van de hulpdiensten bij incidenten. Op deze wijze kan het beperkte risico worden verkleind, moet ook het vertrouwen ontstaan dat wangedrag wordt aangepakt, waardoor uiteindelijk het gevoel van onveiligheid vermindert. Het feit dat looproutes elkaar kunnen kruisen beschouwen wij niet als hinderlijk.

 

B.25.2 Samenvatting

De dagopvang kan velerlei soorten overlast veroorzaken:

-          De ruime mogelijkheden van de groep om de omgeving te belasten doordat het openbaar vervoer aan de ingang van de Pauwhof een halte heeft en de uitbreiding van het OV in de toekomst. Daarnaast kan er vermenging van de groep daklozen met de scholieren van het Mondriaan College optreden en heeft het woongebied vele schuilplekken

-          De dagopvang bezoekers zullen veel overlast met hun gedrag veroorzaken:

Herrie, alcohol en drugsgebruik, het bij zich hebben van loslopende honden, het naroepen van passanten, het samenscholen op hangplekken, het achterlaten van vuil, het benutten van tuinen en paden tussen tuinen voor sanitaire doeleinden, handel in drugs, agressief gedrag, bedelen, slapen in de bosjes, het bezetten van portieken, flats, garages en straatmeubilair.

-          Ook zal er veel overlast zijn door toename van crimineel gedrag zoals het aanrichten van vernielingen, het uiten van beledigingen, mishandelingen, diefstal uit woningen, straatroof en diefstal uit auto’s.

Antwoord

Voor beantwoording van uw reactie verwijzen wij naar onderdeel A.II ‘Overlast en beheerplatform’ van het algemene gedeelte.

 

B.25.3 Samenvatting

-          De verwachte gevolgen hiervan zijn een gevoel van onveiligheid, angst, schaamte

voor de omgeving, verpaupering van de omgeving en waardedaling van onroerend

goed (planschade).

Antwoord

Voor beantwoording wordt verwezen naar paragraaf A.II ‘Overlast en beheerplatform’ en A.IV ‘Planschade’ van het algemene gedeelte.

 

B.25.4  Samenvatting

Het veiligheidsgevoel van de inspreker zal afnemen met de vestiging van de dagopvang, met name ’s avonds als de inspreker op de fiets langs de dagopvang komt.

            Antwoord

Voor beantwoording van deze reactie verwijzen wij u naar paragraaf A.II ‘Overlast en beheerplatform’ van het algemene gedeelte. Bij de locatie Surinamestraat valt te denken aan specifieke maatregelen in het tegengaan van hangen aan de waterzijde, zowel tijdens als na de openingsuren. Dat houdt in dat voor de bezoekers van het centrum de regel moet gelden dat hanggedrag in de omgeving van de dagopvang niet is toegestaan. Daarnaast kan gedacht worden aan het maken van een ronde na sluitingstijd om er zeker van te zijn dat alle bezoekers het bedrijventerrein hebben verlaten.

Omdat de dagopvang een kleinschalige voorziening is en drugsgebruikers een minderheid van de bezoekers vormen en daarnaast door een goede inrichting van de locatie en beheer van de omgeving de kans op overlast en criminaliteit verder beperkt kan worden, kan –in objectieve zin- een voldoende niveau van veiligheid bereikt worden. Dat neemt niet weg dat het belangrijk is structureel overleg te hebben tussen gemeente, politie, de dagopvang, omwonenden en ondernemers. Dat overleg moet leiden tot een beheerplan en regelmatige evaluatie van de gang van zaken. Daarbij horen ook een serieus sanctiebeleid van de dagopvang en afspraken over een snelle reactie van de hulpdiensten bij incidenten. Er valt te denken aan specifieke maatregelen in het tegengaan van hangen aan de waterzijde, zowel tijdens als na de openingsuren. Op deze wijze kan het beperkte risico worden verkleind, moet ook het vertrouwen ontstaan dat wangedrag wordt aangepakt, waardoor uiteindelijk het gevoel van onveiligheid vermindert.

 

B.25.5 Samenvatting

Inspreker heeft begrepen dat er naar een nieuwe locatie moet worden omgezien omdat de huidige locatie wegens overlast opgeheven moet worden. Deze overlast is daarmee een reëel gevaar voor de omwonenden van de Surinamestraat en voor de leerlingen van het Mondriaan College.

            Antwoord

Anders dan inspreker veronderstelt is een nieuwe locatie noodzakelijk omdat de bestaande locatie te klein is. Daarnaast zoekt het college een nieuwe locatie voor de dagopvang omdat voor het huidige pand aan de Oostsingel 76 is een tijdelijke vergunning voor ontheffing van het bestemmingsplan is afgegeven. De dagopvang moet binnen tweeëneenhalf jaar op een nieuwe locatie gehuisvest zijn. Het college zoekt een structurele oplossing voor de huisvesting van de dagopvang van daklozen en verslaafden. Tevens verwijzen wij voor de beantwoording van uw reactie in algemene zin naar paragraaf A.II ‘Overlast en beheerplatform’.

 

B.25.6 Samenvatting

De gemeente heeft in de pers gemeld dat een dergelijke voorziening in een stedelijke omgeving gehuisvest dient te worden omdat zich daar de problematiek afspeelt. Dit is juist een argument om de dagopvang niet in de Surinamestraat te vestigen maar juist in of nabij het centrum van Delft omdat daar wel sociale controle aanwezig is.

            Antwoord

Voor beantwoording van uw reactie verwijzen wij naar onderdeel A.I ‘Het proces tot nu toe’ van het algemene gedeelte.

 

B.25.7 Samenvatting

Inspreker vertrouwt erop dat deze en andere argumenten zullen leiden tot een heroverweging die de locatie Surinamestraat als dagopvang zal uitsluiten en een bestemmingsplanwijziging onnodig maakt.

            Antwoord

Voor de beantwoording van uw reactie verwijzen wij naar het antwoord onder B.3.5.

 

B.26. C. Guvener en C. Giray Guvener

 

B.26.1 Samenvatting

Insprekers maken bezwaar tegen de vestiging van de dagopvang in de Surinamestraat. De eerste afweging bij het kiezen van een koophuis was de veiligheid in de buurt. Daarom kozen insprekers voor een huis in de Pauwhof. Door het besluit de dagopvang in de Surinamestraat te vestigen neemt de veiligheid in de buurt af en komt de veiligheid van de gezinnen van de insprekers in gevaar.

            Antwoord

Voor beantwoording van uw reactie verwijzen wij naar onderdeel A.II ‘Overlast en beheerplatform’ van het algemene gedeelte.

           

B.26.2 Samenvatting

De gemeente heeft in haar besluitvorming te weinig rekening gehouden met de bezwaren van de bewoners en verzoeken de gemeente haar besluit te herzien.

            Antwoord

Voor de beantwoording van uw reactie verwijzen wij naar het antwoord onder B.3.5.

           

B.27 F.J. van der Kruk

 

B.27.1 Samenvatting

Inspreker heeft zwaarwegende bezwaren tegen de komst van de dagopvang voor daklozen en drugs-/alcoholverslaafden in de directe woonomgeving en sluit zich aan bij de onderbouwing van de afwijzing van het comité Pauwhof die veilig en rustig wonen hoog in het vaandel heeft staan.

            Antwoord

De directe omgeving van de locatie Surinamestraat kent nauwelijks een woonfunctie. In de iets wijdere omgeving liggen wel woonwijken, maar die zijn door de Reineveldbrug en het Mondriaan College afgescheiden van het gebied Surinamestraat. Het is wel denkbaar dat bezoekers van het centrum gebruik zullen maken van de looproute Oostsingel, maar die voert eerder langs dan door de woonwijk. Wij zien daardoor geen duidelijke relatie tussen de dagopvang en de woonomgeving. Dat neemt niet weg dat het wel degelijk van belang is ook uit een iets wijdere omgeving betrokkenheid te hebben in het beheeroverleg rond het centrum.

Naar verwachting zal de doelgroep via de Reineveldbrug naar de dagopvang komen. Omdat de dagopvang een kleinschalige voorziening is en drugsgebruikers een minderheid van de bezoekers vormen en daarnaast door een goede inrichting van de locatie en beheer van de omgeving de kans op overlast en criminaliteit verder beperkt kan worden, kan –in objectieve zin- een voldoende niveau van veiligheid bereikt worden. Dat neemt niet weg dat het belangrijk is structureel overleg te hebben tussen gemeente, politie, de dagopvang, omwonenden en ondernemers. Dat overleg moet leiden tot een beheerplan en regelmatige evaluatie van de gang van zaken. Daarbij horen ook een serieus sanctiebeleid van de dagopvang en afspraken over een snelle reactie van de hulpdiensten bij incidenten. Op deze wijze kan het beperkte risico worden verkleind, moet ook het vertrouwen ontstaan dat wangedrag wordt aangepakt, waardoor uiteindelijk het gevoel van onveiligheid vermindert. Het feit dat looproutes elkaar kunnen kruisen beschouwen wij niet als hinderlijk.

 

B.27.2 Samenvatting

Een opvangcentrum kan veel overlast veroorzaken waaronder: aantrekkingskracht van het aan de Pauwhof gelegen Mondriaan College voor de dak- en thuislozen (handel in verdovende middelen) en vrij toegankelijke en doorgaans stille achterpaden die de bezoekers kunnen gebruiken t.b.v. drugsgebruik. Daarbij kunnen kinderen en andere passanten worden lastiggevallen en kunnen spuiten en zwerfvuil achterblijven.

            Antwoord

Voor beantwoording van uw reactie verwijzen wij naar onderdeel A.II ‘Overlast en beheerplatform’ van het algemene gedeelte.

 

B.27.3 Samenvatting

Als gevolg van de overlast kan er een zekere waardedaling van onroerend goed optreden in de omgeving.

            Antwoord

Voor beantwoording wordt verwezen naar paragraaf A.IV ‘Planschade’ van het algemene gedeelte.

 

B.27.4 Samenvatting

De mogelijke overlast zal het gevoel van onveiligheid sterk verhogen en ook de criminaliteit in de omgeving zal toenemen. Er kan dan vanuit de plaatselijke bevolking (waaronder de Bras) ‘eigenrechterschap’ jegens de daklozen en verslaafden gaan ontstaan. Inspreker neemt aan dat de gemeente de volledige verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid van het wanbeleid op zich neemt wanneer de eerste incidenten plaatsvinden.

            Antwoord

Het spreekt voor zich dat de gemeente niet verantwoordelijk kan worden gesteld voor mogelijke ‘eigenrechterschap’ van burgers. Voor de overige beantwoording wordt verwezen naar paragraaf A.II “Overlast en het beheerplatform” van het algemene gedeelte.

 

B.27.5 Samenvatting

Inspreker vertrouwt erop dat deze en andere argumenten zullen leiden tot een heroverweging die de locatie Surinamestraat als dagopvang zal uitsluiten en een bestemmingsplanwijziging onnodig maakt.

            Antwoord

Voor de beantwoording van uw reactie verwijzen wij naar het antwoord onder B.3.5.

 

B.28  A.W.C. Neuteboom

 

B.28.1 Samenvatting

Inspreker maakt bezwaar tegen de aanvraag vrijstelling bestemmingsplanwijziging art. 19 lid 2 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening ten aanzien van de ruimtelijke onderbouwing van de dagopvang Surinamestraat 1. Inspreker is van mening dat er m.b.t. de ruimtelijke onderbouwing en de selectieprocedure van de locatiekeuze niet zorgvuldig is gehandeld en geeft een puntsgewijze onderbouwing.

Pag. 1: De gemeente geeft toe in de onderbouwing dat er overlast is voor de omwonenden.

            Antwoord

Voor de beantwoording van deze reactie verwijzen wij u naar paragraaf A.II ‘Overlast en beheerplatform’ van het algemene gedeelte.

 

B.28.2 Samenvatting

Pag. 3: aantal bezoekers dagopvang wordt geschat op 50 tot 70 bezoekers per dag. De doelgroep is niet duidelijk gemaakt door de gemeente terwijl hierom wel herhaaldelijk is gevraagd.

            Antwoord

Het college is het met de inspreker eens dat informatie verschaffen over de doelgroep en de rol van de dagopvang essentieel is om een juiste beeldvorming te creëren. Gedurende het gehele proces heeft de gemeente getracht informatie te verstrekken door onder andere twee open middagen te organiseren, de presentatie van het bestuur van de dagopvang tijdens de informatie- en inspraakavond, informatie in de speciale editie van de Stadskrant en op de website. Gezien het aantal vragen dat hierover wordt gesteld, heeft het dienstencentrum een bezoekersmonitor uitgevoerd, deze is gepresenteerd op de website van de gemeente Delft (zie onder dagopvang, onderzoeken). Voor de juiste beeldvorming van de doelgroep is het verstrekken van informatie over de doelgroep en de rol van de dagopvang naar onze mening essentieel. De gemeente heeft gedurende het proces getracht om informatie te verschaffen over de dagopvang en zijn bezoekers. In aanvulling hierop heeft het dienstencentrum een bezoekersmonitor gepresenteerd.

 

B.28.3 Samenvatting

De aantallen verslaafden en daklozen kloppen niet meer aangezien de opvang overgaat van een locale naar een regionale opvang. Daarmee neemt ook de overlast toe.

            Antwoord

Voor beantwoording wordt verwezen naar paragraaf V “Maatschappelijke opvang” van het algemene gedeelte.

 

B.28.4 Samenvatting

Pag. 6: M.b.t. de locatiekeuze is er onzorgvuldig gehandeld met de criteria en de veiligheidsscan van de DSP groep die in opdracht van de gemeente is verricht. Dit blijkt uit de tweede veiligheidsscan uitgevoerd door Oranjewoud waarin wordt gesteld dat een andere locatie, nl. Crommelinplein/Zuidwal (GGD-locatie) beter geschikt is op basis van een eerlijker en reëlere score en weging.

            Antwoord

Voor de beantwoording van deze reactie verwijzen wij naar het antwoord onder B.10.1.

 

B.28.5 Samenvatting

Tevens zijn de criteria een aantal malen opgerekt, zelfs tijdens de selectie van de aanvankelijke 121 locaties en is er duidelijk naar de Surinamestraat toegewerkt door de gemeente.

            Antwoord

Voor beantwoording van uw reactie verwijzen wij naar onderdeel A.I ‘Het proces tot nu toe’ van het algemene gedeelte.

 

B.28.6 Samenvatting

Afstand tot het station. De aanzuigende werking vanuit Rotterdam en Den Haag hoeft geen probleem te zijn als er een pasjes systeem wordt ingevoerd voor de doelgroep.

            Antwoord

Voor beantwoording wordt verwezen naar paragraaf A.II “Overlast en het beheerplatform” van het algemene gedeelte.

 

B.28.7 Samenvatting

De afstand tot het centrum is groter dan 500 meter (het eerste gestelde criterium) en 1000 meter (het opgerekte criterium) om vervolgens bij de Surinamestraat uit te komen. De locatie ligt op 1700 meter van het centrum; dit is een overschrijding van 70%.

            Antwoord

Voor beantwoording van uw reactie verwijzen wij naar onderdeel A.I ‘Het proces tot nu toe’ van het algemene gedeelte.

 

B.28.8 Samenvatting

Er is geen sprake van een buurt met overwegend een woonfunctie. Er zijn alleen maar bedrijven en er is dus geen enkele sociale controle.

            Antwoord

In de omgeving van de Surinamestraat is er sprake van een gemengd beeld. Onder gemengd wordt verstaan een menging van functies waaronder in dit geval: bedrijven, maatschappelijke voorzieningen (artsenpraktijk en Mondriaan College), kantoren, horeca en enkele woningen langs de Vrijenbanselaan.

Voor de verdere beantwoording van uw reactie verwijzen wij naar paragraaf A.II “Overlast en het beheerplatform” van het algemene gedeelte.

 

B.28.9 Samenvatting

De gemeente wil de aanlooproute door woonbuurten beperken maar er is bij deze locatie alleen maar sprake van aanlooproutes door woonbuurten.

            Antwoord

De directe omgeving van de locatie Surinamestraat kent nauwelijks een woonfunctie. In de iets wijdere omgeving liggen wel woonwijken, maar die zijn door de Reineveldbrug en het Mondriaan College afgescheiden van het gebied Surinamestraat. Het is wel denkbaar dat bezoekers van het centrum gebruik zullen maken van de looproute Oostsingel, maar die voert eerder langs dan door de woonwijk. Dat neemt niet weg dat het wel degelijk van belang is ook uit een iets wijdere omgeving betrokkenheid te hebben in het beheeroverleg rond het centrum. Naar verwachting zal de doelgroep via de Reineveldbrug naar de dagopvang komen. Voor overige beantwoording van uw reactie verwijzen wij u naar paragraaf A.II ‘Overlast en beheerplatform’ van het algemene gedeelte.

 

B.28.10 Samenvatting

De toegankelijkheid en beheersbaarheid van politie en hulpdiensten is zeer slecht aangezien de politie vrijwel nooit in deze buurt komt en de locatie slecht bereikbaar is voor hulpdiensten (door de brug en de gemeentegrens met Rijswijk).

            Antwoord

Voor de beantwoording van uw reactie verwijzen wij naar het antwoord onder B.5.15.

 

B.28.11 Samenvatting

Er is geen sociale controle aangezien de aanwezige bedrijven om 17.30 uur sluiten en er dan geen zicht is op de vertrekkende doelgroep.

            Antwoord

Voor  beantwoording van uw reactie in algemene zin verwijzen we u naar paragraaf A.II ‘Overlast en beheerplatform’ van het algemene gedeelte.

 

B.28.12 Samenvatting

Op pagina 7 verwijst de gemeente naar het gemengde karakter van de directe omgeving. Inspreker is van mening dat er geen sprake is van een gemengd karakter, er zijn alleen bedrijven in de omgeving.

            Antwoord

Voor de beantwoording van uw reactie verwijzen wij naar het antwoord onder B.18.4.        

 

B.28.13 Samenvatting

De gemeente stelt dat de dagopvang op minimaal 10 meter afstand is gelegen van de kluis waar consumentenvuurwerk wordt opgeslagen. Dit behoeft extra aandacht aangezien de afstand in werkelijkheid korter is, mogelijk minder dan 8 meter. Tevens zijn er, behalve het Vuurwerkbesluit van 22 januari 2002, nog andere besluiten waaraan voldaan moet worden, zoals het nieuwe bouwbesluit van januari 2003, wet kwaliteitsbevordering rampenbestrijding van juni 2004 en het besluit externe veiligheid inrichtingen (BEVI, mei 2004).

            Antwoord

De afstand van de vuurwerkkluis tot aan de dagopvang bedraagt volgens de bouwtekening meer dan 10 meter .

Inspreker noemt andere besluiten waaraan moet worden voldaan maar geeft niet aan dat de beoogde ontwikkeling met deze besluiten in strijd zou zijn en wel op welke onderdelen. Een meer specifiek antwoord op deze reactie is derhalve niet mogelijk.

 

B.28.14 Samenvatting

De criminaliteitscijfers zullen vermoedelijk op de nieuwe locatie hoger uitkomen omdat het niet zeker is dat de doelgroep dagelijks de lange reis naar het centrum van Delft zal aanvaarden en zal blijven rondhangen in de omgeving en daar voor overlast zal zorgen.

            Antwoord

Voor de beantwoording van deze reactie verwijzen wij u naar paragraaf A.II ‘Overlast en beheerplatform’ van het algemene gedeelte. Bij de locatie Surinamestraat valt te denken aan specifieke maatregelen in het tegengaan van hangende groepen rondom de locatie, zowel tijdens als na de openingsuren. In beheerafspraken zou bijvoorbeeld opgenomen kunnen worden dat na sluitingstijd een ronde gemaakt wordt om na te gaan of de bezoekers van het centrum het bedrijventerrein inderdaad hebben verlaten. Gezien de omvang en de aard van de groep die het dienstencentrum bezoekt, de aanpak rond buitenruimte en toegangssluis en de ervaringen van de laatste jaren zijn de risico’s beperkt. Dat neemt niet weg dat het belangrijk is structureel overleg te hebben tussen gemeente, politie, de dagopvang, omwonenden en ondernemers. Dat overleg moet leiden tot een beheerplan en regelmatige evaluatie van de gang van zaken. Daarbij horen ook een serieus sanctiebeleid van de dagopvang en afspraken over een snelle reactie van de hulpdiensten bij incidenten. Op deze wijze kan het beperkte risico worden verkleind, moet ook het vertrouwen ontstaan dat wangedrag wordt aangepakt, waardoor uiteindelijk het gevoel van onveiligheid vermindert.

 

B.28.15 Samenvatting

Het is voorbarig van de gemeente te stellen dat er geen planschade zal optreden. De toekomst zal dit uitwijzen.

            Antwoord

Voor beantwoording wordt verwezen naar paragraaf A.IV ‘Planschade’ van het algemene gedeelte.

 

B.28.16 Samenvatting

De Rijswijkse burgers zijn veel te laat voorgelicht; een aantal heeft pas half december 2004  via de media vernomen wat er speelt, een paar dagen voor de laatste inspraakronde. De overige Rijswijkers zijn ingelicht nadat het locatiekeuzebesluit op 24 februari 2005 al was gevallen. Daardoor was er voor veel mensen geen bezwaar meer mogelijk.

            Antwoord

Het gebied ten noorden de Surinamestraat is in eerste instantie niet meegenomen in de huis-aan-huis mailings. De huidige ervaring is dat de doelgroep zich op de binnenstad richt en niet zozeer op de buurt achter de dagopvang. Ook op de Surinamestraat verwachten wij dat de doelgroep georiënteerd is op de binnenstad en niet op het gebied ten noorden van de dagopvang. Dat is de reden dat dit gebied in de huis-aan-huis mailings in eerste instantie niet betrokken is. Naar aanleiding van reacties van bewoners uit Rijswijk heeft de gemeente deze bewoners alsnog voorzien van informatie. Het college streeft er naar zo zorgvuldig en transparant mogelijk te handelen. Derhalve is er via diverse mediakanalen, brief, informatiekrant en website, gecommuniceerd over de plannen van de gemeente. De betreffende Rijswijkse bewoners zijn uitgenodigd voor de inspraakavond. Ze zijn daarmee in de gelegenheid geweest inspraak te plegen, hetgeen ook gestaafd wordt door de binnengekomen inspraakreacties uit de gemeente Rijswijk. Dit waren totaal zes inspraakreacties, waarvan één namens 26 bewoners. Het college is van mening dat zij ruimschoots aan haar inspraakverplichting voldoet voor de nieuwe huisvesting van de dagopvang.

 

B.28.17 Samenvatting

Inspreker maakt tevens bezwaar tegen deze locatiekeuze en daarmee tegen de wijziging van het bestemmingsplan vanwege onderstaande punten.

Er is een Vuurwerkopslag in de nabijheid.

            Antwoord

Voor de beantwoording van uw reactie verwijzen wij naar het antwoord onder B.28.13.

 

B.28.18 Samenvatting

Er zal planschade optreden voor bedrijven en bewoners

      Antwoord

Voor beantwoording van uw reactie verwijzen wij naar onderdeel A.IV ‘Planschade’ van het algemene gedeelte.

 

B.28.19 Samenvatting

Het Mondriaan College ligt in de nabijheid met een jonge groep mensen welke gevoelig zijn voor drank en drugs.

            Antwoord

De doelgroep zal het centrum over het algemeen juist uit de zuidelijke richting bezoeken. Het college ziet daarom geen duidelijke relatie tussen de locatie Surinamestraat 1 en Het Mondriaan College.

De omgeving zal dan alleen kunnen zien dat bezoekers de locatie van het centrum

betreden en weer verlaten. Het enkele feit dat bezoekers van het centrum op die

manier zichtbaar zijn en looproutes van andere groepen kruisen beschouwen wij niet

als hinderlijk. Dat neemt niet weg dat het risico van overlast aanwezig blijft. Daarom

neemt Mondriaan deel aan het beheerplatform.

 

B.28.20 Samenvatting

Doordat de gemeente nu onder tijdsdruk staat wordt er onzorgvuldig gehandeld en wordt aan de Surinamestraat vastgehouden.

            Antwoord

Voor beantwoording van uw reactie verwijzen wij naar onderdeel A.I ‘Het proces tot nu toe’ van het algemene gedeelte.

 

B.28.21 Samenvatting

De gemeente begint nu zonder vertegenwoordigers van bedrijven en bewoners aan een beheerplatform vanwege de tijdsdruk, terwijl niemand wil deelnemen omdat er onrecht is aangedaan. Belangenverenigingen van bewoners en bedrijven hebben aangegeven te accepteren dat er een opvang moet komen en zijn bereid mee te werken aan een beheerplatform indien er een eerlijke onafhankelijke keuze gemaakt wordt. Nu moeten belanghebbenden eerst juridisch hun gelijk halen, tenzij er eerder een akkoord komt met de gemeente om tot een onafhankelijk onderzoek te komen.

            Antwoord

Voor beantwoording wordt verwezen naar hetgeen is gesteld in paragraaf A.I ‘Het proces tot nu toe’ van het algemene gedeelte. In tegenstelling tot de mening van inspreker menen wij wel zorgvuldig te hebben gehandeld. Het beheerplatform in oprichting is reeds van start gegaan. Bewoners en ondernemers zijn ten alle tijden uitgenodigd om input te leveren dan wel deel te nemen aan het beheerplatform.

 

B.28.22 Samenvatting

Bewoners en bedrijven hebben ooit geïnvesteerd in een leefbaar gebied, ook financieel. Dit wordt nu verstoord.

            Antwoord

Wanneer voldaan wordt aan de gestelde eisen ten aanzien van gebouw en beheer (zie voor een meer uitgebreide reactie op dat punt de paragraaf A.II ‘Overlast en beheerplatform’) acht het college het onwaarschijnlijk dat bedrijven schade lijden als gevolg van de komst van de dagopvang. Het college acht het daarbij wel van groot belang tot overleg met de omliggende bedrijven te komen, in het bijzonder met het bedrijf dat in het beoogde pand is gevestigd. Tevens verwijzen wij u naar paragraaf A.IV ‘Planschade’ van het algemene gedeelte.

Het geheel overziend kan nu naar ons oordeel niet gezegd worden dat de komst van het centrum tot een verslechtering van het (economisch) klimaat in het betrokken deel van de stad zal leiden. Bij de wijziging van het bestemmingsplan kunnen belanghebbenden verzoeken om planschadevergoeding.

 

B.28.23 Samenvatting

Tevens worden mensen verplicht om mee te werken in overlegorganen wat ongevraagd een belasting vormt. Dit alles is het gevolg van een fout besluit qua locatiekeuze.

            Antwoord

Voor beantwoording van uw reactie verwijzen wij naar onderdeel A.I ‘Het proces tot nu toe’ van het algemene gedeelte en het antwoord onder B.28.21. 

 

B.28.24 Samenvatting

In de gesprekken met de gemeente en het “beheerplatform in oprichting” van 2 mei 2005 is er na herhaaldelijk vragen geen duidelijkheid verschaft over de doelgroep qua aantallen, kenmerken en de bron waarop de gegevens gebaseerd zijn.

            Antwoord

Het college is het met de inspreker eens dat informatie verschaffen over de doelgroep en de rol van de dagopvang essentieel is om een juiste beeldvorming te creëren. Gedurende het gehele proces heeft de gemeente getracht informatie te verstrekken door onder andere twee open middagen te organiseren, de presentatie van het bestuur van de dagopvang tijdens de informatie- en inspraakavond, informatie in de speciale editie van de Stadskrant en op de website. Gezien het aantal vragen dat hierover wordt gesteld, heeft het dienstencentrum een bezoekersmonitor uitgevoerd, deze is gepresenteerd op de website van de gemeente Delft (zie onder dagopvang, onderzoeken).

           

B.28.25 Samenvatting

Inspreker is van mening dat de reserve locaties beschikbaar dienen te blijven zolang het nog niet definitief is dat de Surinamestraat het daadwerkelijk zal worden.

            Antwoord

Het college heeft op 24 februari 2005 besloten om de locaties Crommelinplein1/Zuidwal en Nijverheidsstraat aan te wijzen als reservelocaties indien de dagopvang niet aan de Surinamestraat gerealiseerd kan worden en om niet nu een voorkeursvolgorde tussen deze twee locaties aan te brengen.

 

B.28.26 Samenvatting

Inspreker verwijst naar de Quickscan dagopvang gemeente Delft van augustus 2005, uitgevoerd door Ingenieurs/adviesbureau SAVE waaruit blijkt dat de locatie Crommelinplein/Zuidwal een betere locatie is.

            Antwoord

Voor beantwoording van uw reactie verwijzen wij naar de reactie van het college op het rapport van SAVE/Oranjewoud, gepresenteerd op de website van de gemeente. In de reactie geeft het college aan dat er in de quickscan geen nieuwe feiten naar voren komen of argumenten die aanleiding geven om de locatiekeuze ter discussie te stellen. Het bureau komt wel tot andere conclusies. Maar deze worden niet gedeeld door het college. Het college ziet dan ook geen enkele aanleiding om het besluit van 24 februari 2005 opnieuw ter discussie te stellen. Het rapport bevat wel een aantal zienswijzen die van nut kunnen zijn bij het opstellen van het beheerplan dat helpt om te komen tot een goede inpassing van de dagopvang op de Surinamestraat.

 

B.29 S. Peters

 

B.29.1 Samenvatting

Inspreker maakt bezwaar tegen de komst van de dagopvang in de Surinamestraat en sluit zich aan bij de onderbouwing van de afwijzing van het Comité Pauwhof die veilig en rustig wonen hoog in het vaandel heeft staan.

            Antwoord

De directe omgeving van de locatie Surinamestraat kent nauwelijks een woonfunctie. In de iets wijdere omgeving liggen wel woonwijken, maar die zijn door de Reineveldbrug en het Mondriaan College afgescheiden van het gebied Surinamestraat. Het is wel denkbaar dat bezoekers van het centrum gebruik zullen maken van de looproute Oostsingel, maar die voert eerder langs dan door de woonwijk. Wij zien daardoor geen duidelijke relatie tussen de dagopvang en de woonomgeving. Dat neemt niet weg dat het wel degelijk van belang is ook uit een iets wijdere omgeving betrokkenheid te hebben in het beheeroverleg rond het centrum.

Naar verwachting zal de doelgroep via de Reineveldbrug naar de dagopvang komen. Omdat de dagopvang een kleinschalige voorziening is en drugsgebruikers een minderheid van de bezoekers vormen en daarnaast door een goede inrichting van de locatie en beheer van de omgeving de kans op overlast en criminaliteit verder beperkt kan worden, kan –in objectieve zin- een voldoende niveau van veiligheid bereikt worden. Dat neemt niet weg dat het belangrijk is structureel overleg te hebben tussen gemeente, politie, de dagopvang, omwonenden en ondernemers. Dat overleg moet leiden tot een beheerplan en regelmatige evaluatie van de gang van zaken. Daarbij horen ook een serieus sanctiebeleid van de dagopvang en afspraken over een snelle reactie van de hulpdiensten bij incidenten. Op deze wijze kan het beperkte risico worden verkleind, moet ook het vertrouwen ontstaan dat wangedrag wordt aangepakt, waardoor uiteindelijk het gevoel van onveiligheid vermindert. Het feit dat looproutes elkaar kunnen kruisen beschouwen wij niet als hinderlijk.

 

B.29.2 Samenvatting

Een opvangcentrum voor dak- en thuislozen drugs en drankverslaafden zal veel overlast veroorzaken zoals sterke vermindering van de openbare veiligheid en overlast in tramlijn 1; er zullen namelijk ook bezoekers van buiten Delft aangetrokken worden door de goede verbinding met Den Haag HS.

            Antwoord

Voor beantwoording van uw reactie verwijzen wij naar onderdeel A.II ‘Overlast en beheerplatform’ van het algemene gedeelte.

           

B.29.3 Samenvatting

De locatie voor de dagopvang ligt op de grens van Rijswijk/Delft en daarom zullen er duidelijke afspraken met beide politiecorpsen gemaakt moeten worden. De politie mag niet buiten haar jurisdictie werken maar hier zal toch een uitzondering gemaakt moeten worden. De afstand politiebureau – Surinamestraat is ook vrij groot.

            Antwoord

De Delftse, Haagse, Rijswijkse en Westlandse eenheden vallen allemaal onder het politiecorps Haaglanden. Dat politiecorps opereert als een eenheid, dus het maakt voor dit type situaties niet uit of de eenheid uit Delft, Den Haag, Rijswijk of Westland komt. Deze zijn in dit soort situaties niet gemeentegebonden.

 

B.29.4 Samenvatting

De nachtopvang ligt op een behoorlijke afstand van de dagopvang. Bezoekers die vermoeid zijn of onder invloed van drank en/of drugs zullen geen zin hebben om te lopen en zullen zich gaan ophouden in de buurt, in het struikgewas, langs de vliet, in parken in de woonwijken, etc.

            Antwoord

Voor beantwoording van uw reactie verwijzen wij naar onderdeel A.II ‘Overlast en beheerplatform’ van het algemene gedeelte. De meeste bezoekers van het dienstencentrum hebben wel een nachtverblijf; zij hebben een kamer in onderhuur, slapen bij kennissen of maken gebruik van de nachtopvang op de Houttuinen.

 

B.29.5 Samenvatting

Waar verslaafden zijn, zijn meestal ook dealers en dat is niet wenselijk vlakbij het Mondriaan College en een wijk waar veel kinderen wonen en op straat spelen.

            Antwoord

Voor beantwoording van uw reactie verwijzen wij naar onderdeel A.II ‘Overlast en beheerplatform’ van het algemene gedeelte.

 

B.29.6 Samenvatting

Inspreker vertrouwt erop dat deze en andere argumenten zullen leiden tot een heroverweging die de locatie Surinamestraat als dagopvang zal uitsluiten.

            Antwoord

Voor de beantwoording van uw reactie verwijzen wij naar het antwoord onder B.3.5.

 
B.30.  P.D.M. Vrins-van Alphen

Inspreker merkt op dat de Ruimtelijke Onderbouwing een concept betreft. Derhalve wil de inspreker hierbij een concept reactie geven.

 

B.30.1 Samenvatting

Inspreker kan zich in algemeenheid niet verenigen met het concept ruimtelijke onderbouwing. Een aantal punten zijn daarbij van belang. In het concept RO ontbreekt een toekomstvisie van de gemeente m.b.t. het verslavingsbeleid. Op de dagopvang wordt slechts de gelegenheid geboden voor het drinken van een kopje koffie, een praatje of een wasje doen. Hier is sprake van pappen en nathouden in plaats van fundamenteel iets doen.

            Antwoord

Voor de beantwoording van uw reactie verwijzen wij u naar onderdeel A.V ‘Maatschappelijke opvang’ van het algemene gedeelte.

 

B.30.2 Samenvatting

De gemeente stelt dat de doelgroep sterk geneigd is om de binnenstad op te zoeken waarbij langere looproutes ongewenst zijn. Bij deze locatie is de looproute te lang. Daarmee verplaatst de gemeente het probleem en maakt het de doelgroep en de bewoners extra lastig.

            Antwoord

Voor beantwoording van uw reactie verwijzen wij naar onderdeel A.I ‘Het proces tot nu toe’ van het algemene gedeelte.

 

B.30.3 Samenvatting

De gemeente acht een locatie nabij het station ongewenst. Inspreker acht een locatie nabij een tramhalte evenzeer ongewenst vanwege de aanzuigende werking van bezoekers uit andere steden en de scholieren van het Mondriaan College.

            Antwoord

De dagopvang vervult een functie voor bezoekers uit de regio Delft, Westland en Oostland. Voor hen kan de tram een goede manier zijn het centrum te bezoeken. Bezoekers uit (de richting) Den Haag/Rijswijk worden in het centrum niet toegelaten. Het heeft voor hen dus ook geen zin zich in het gebied te begeven. Het college is daarbij van mening dat de veiligheidsrisico’s in het stationsgebied en dergelijke risico’s rond de tramhalte zeer sterk van elkaar verschillen. Men kan er niet opgaan in de drukte, waardoor minder gelegenheid tot crimineel gedrag bestaat. Het college is niet met inspreker eens dat vanwege de tramhalte een aanzuigende werking op mensen van buiten de regio zal ontstaan.

           

B.30.4 Samenvatting

Niet alle potentiële locaties zijn tegen dezelfde criteria gewogen/beoordeeld. Daardoor is de gemeente selectief omgesprongen met de gebruikte criteria in de loop van het proces.

            Antwoord

Voor beantwoording van uw reactie verwijzen wij naar onderdeel A.I ‘Het proces tot nu toe’ van het algemene gedeelte.

 

B.30.5 Samenvatting

De locatie aan de Surinamestraat heeft zowel overdag als ’s avonds/’s nachts niet voldoende sociale controle. Deze locatie is niet gelegen in een gebied met meerdere functies.

            Antwoord

Voor de beantwoording van uw reactie in algemene zin verwijzen we u naar paragraaf A.II ‘Overlast en beheerplatform’. De dagopvang is dagelijks geopend van 10:30u tot 17:30u en vervult geen nachtopvangfunctie. De meeste bezoekers van het dienstencentrum hebben wel een nachtverblijf; zij hebben een kamer in onderhuur, slapen bij kennissen of maken gebruik van de nachtopvang op de Houttuinen.

Voor de overige beantwoording wordt verwezen naar het antwoord onder B.18.4.

 

B.30.6 Samenvatting

Het is voor de inspreker irrelevant of de doelgroep nu “door” of “langs” een woonwijk gaat. Het gaat om de mogelijke veroorzaakte overlast en dan maakt 10 meter verschil niets uit.

            Antwoord

De te verwachten looproutes lopen langs een woonwijk. Voor de mogelijke overlast maakt het naar ons oordeel wel uit of die routes door of langs een woonwijk lopen. Indien de route door een woonwijk gaat is de kans op overlast groter. Vandaar ook dat wij dit een relevant criterium achten om locaties op hun geschiktheid voor een functie als dagopvang te vergelijken.

 

B.30.7 Samenvatting

Inspreker is het niet eens met de gemeente die stelt dat na sluitingstijd de “hanggroep” via een extra rondje wel gemaand zal worden te vertrekken. Dit is niet de oplossing.

            Antwoord

Voor de beantwoording van uw reactie verwijzen wij u naar het antwoord onder B.30.5.

 

B.30.8 Samenvatting

Andere criteria worden ook vrij willekeurig toegepast of zijn weinig objectief door het toepassen van allerlei plussen en minnen.

            Antwoord

Voor beantwoording van uw reactie verwijzen wij naar onderdeel A.I ‘Het proces tot nu toe’ van het algemene gedeelte.

 

B.30.9 Samenvatting

De ruimtelijke onderbouwing leunt met name op het rapport “Toetsingscriteria alternatieve locaties dagopvang” en inspreker is het niet eens met argumenten uit dat rapport. De gemeente is bestuurlijk aan het dwalen.

            Antwoord

Voor beantwoording van uw reactie verwijzen wij naar onderdeel A.I ‘Het proces tot nu toe’ van het algemene gedeelte.

 

B.30.10 Samenvatting

Inspreker heeft vier vragen:

1.       Waarom is er geen beleidsstuk voor de opvang van de gebruikers van de dagopvang?

2.       Waarom zijn de locaties die qua afstand ook in aanmerking komen niet verder onderzocht?

3.       Waarom vallen de fabriekshallen over de Reineveltbrug af als locatie en is de Surinamestraat wel geschikt?

4.       Waarom is de gemeente afgeweken van de conclusies van de in hun opdracht vervaardigde veiligheidsscan van de locatie Surinamestraat?

Inspreker verzoekt de gemeente om een reactie op deze brief en een antwoord op de vragen.

            Antwoord

Voor de beantwoording van uw eerste vraag verwijzen wij u naar onderdeel A.V ‘Maatschappelijke opvang’ van het algemene gedeelte.

Voor beantwoording van uw tweede en derde vraag verwijzen wij naar onderdeel A.I ‘Het proces tot nu toe’ van het algemene gedeelte.

Ten aanzien van uw vierde vraag het volgende. De gemeente heeft op één punt afgeweken van de veiligheidsscan. De veiligheidsscan geeft een risico aan voor het Geerweggebied. Gezien de afstand van deze wijk tot de mogelijke locatie en de diverse looproutes die mogelijk zijn, wordt de conclusie van de scan niet geheel gedeeld. Dit aspect vormt ons inziens een aandachtspunt. De andere conclusies van de scan zijn overgenomen.

           

B.31 M. Wishaupt

 

B.31.1 Samenvatting

Inspreker maakt bezwaar tegen de komst van de dagopvang in de Surinamestraat en sluit zich aan bij de onderbouwing van de afwijzing van het Comité Pauwhof die veilig en rustig wonen hoog in het vaandel heeft staan.

            Antwoord

De directe omgeving van de locatie Surinamestraat kent nauwelijks een woonfunctie. In de iets wijdere omgeving liggen wel woonwijken, maar die zijn door de Reineveldbrug en het Mondriaan College afgescheiden van het gebied Surinamestraat. Het is wel denkbaar dat bezoekers van het centrum gebruik zullen maken van de looproute Oostsingel, maar die voert eerder langs dan door de woonwijk. Wij zien daardoor geen duidelijke relatie tussen de dagopvang en de woonomgeving. Dat neemt niet weg dat het wel degelijk van belang is ook uit een iets wijdere omgeving betrokkenheid te hebben in het beheeroverleg rond het centrum. Naar verwachting zal de doelgroep via de Reineveldbrug naar de dagopvang komen. Omdat de dagopvang een kleinschalige voorziening is en drugsgebruikers een minderheid van de bezoekers vormen en daarnaast door een goede inrichting van de locatie en beheer van de omgeving de kans op overlast en criminaliteit verder beperkt kan worden, kan –in objectieve zin- een voldoende niveau van veiligheid bereikt worden. Dat neemt niet weg dat het belangrijk is structureel overleg te hebben tussen gemeente, politie, de dagopvang, omwonenden en ondernemers. Dat overleg moet leiden tot een beheerplan en regelmatige evaluatie van de gang van zaken. Daarbij horen ook een serieus sanctiebeleid van de dagopvang en afspraken over een snelle reactie van de hulpdiensten bij incidenten. Op deze wijze kan het beperkte risico worden verkleind, moet ook het vertrouwen ontstaan dat wangedrag wordt aangepakt, waardoor uiteindelijk het gevoel van onveiligheid vermindert. Het feit dat looproutes elkaar kunnen kruisen beschouwen wij niet als hinderlijk.

 

B.31.2 Samenvatting

De dagopvang zal veel overlast veroorzaken in een tot nu toe rustige omgeving zoals herrie, onrust, verloedering van de buurt en ‘kleine’ criminaliteit. Veel mensen hebben ervoor gekozen om zich in de Pauwhof te vestigen om rustig en veilig te kunnen wonen. Met de komst van de dagopvang zal die rust en veiligheid een heel stuk minder worden.

            Antwoord

Voor beantwoording van uw reactie verwijzen wij naar onderdeel A.II ‘Overlast en beheerplatform’ van het algemene gedeelte. Onze conclusie op het gebied van veiligheid is dat gezien de omvang en de aard van de groep die het dienstencentrum bezoekt, de aanpak rond buitenruimte en toegangssluis en de ervaringen van de laatste jaren de risico’s beperkt zijn. Dat neemt niet weg dat het belangrijk is structureel overleg te hebben tussen gemeente, politie, de dagopvang, omwonenden en ondernemers. Dat overleg moet leiden tot een beheerplan en regelmatige evaluatie van de gang van zaken. Daarbij horen ook een serieus sanctiebeleid van de dagopvang en afspraken over een snelle reactie van de hulpdiensten bij incidenten. Op deze wijze kan het beperkte risico worden verkleind, moet ook het vertrouwen ontstaan dat wangedrag wordt aangepakt, waardoor uiteindelijk het gevoel van onveiligheid vermindert.

 

B.31.3 Samenvatting

Er zal meer vervuiling en verloedering optreden in de omgeving van de trambaan, van de trambaan zelf en van de tramhokjes.

            Antwoord

Voor beantwoording van uw reactie verwijzen wij naar onderdeel A.II ‘Overlast en beheerplatform’ van het algemene gedeelte.

 

B.31.4 Samenvatting

Inspreker vindt het onvoorstelbaar dat de gemeente besluit een opvangcentrum voor dak- en thuislozen, drugs en drankverslaafden in de buurt van twee scholen (basisschool aan de Brasserskade en het Mondriaan College) te vestigen. Veel jonge mensen in een kwetsbare leeftijd lopen daarmee het risico van drugsverslaving.

            Antwoord

Op zichzelf geldt ook voor de locatie van de Mondriaan-Onderwijsgroep wat in paragraaf A.II ‘Overlast en beheerplatform’ is gezegd. Mondriaan is ten noorden van de Surinamestraat gelegen. De doelgroep zal het centrum over het algemeen juist uit de zuidelijke richting bezoeken. Het college ziet daarom geen duidelijke relatie tussen de locatie Surinamestraat 1 en Het Mondriaan College. De omgeving zal dan alleen kunnen zien dat bezoekers de locatie van het centrum betreden en weer verlaten. Het enkele feit dat bezoekers van het centrum op die manier zichtbaar zijn en looproutes van andere groepen kruisen beschouwen wij niet als hinderlijk. Dat neemt niet weg dat het risico van overlast aanwezig blijft. Daarom neemt Mondriaan deel aan het beheerplatform.

 

B.31.5 Samenvatting

Inspreker is van mening dat de doelgroep opgevangen moet worden maar vraagt zich af of dat niet kleinschaliger kan, in huizen verspreid over de binnenstad waar het minder opvalt en het beter te controleren is. Een megaopvangcentrum midden in een woonbuurt is onverantwoord.

            Antwoord

Allereerst merken wij op dat de capaciteit van de dagopvang zeer zeker niet als een megaopvangcentrum kan worden beschouwd. Hoewel de capaciteit 50 á 70 cliënten betreft, is het niet zo dat al deze personen ter plaatse permanent aanwezig zullen zijn. De locatie zal dan ook gedurende de dag door ca. 50-70 personen bezocht worden. Dit is een relatief gering aantal. Spreiding van een dergelijk aantal over meerdere locaties is niet aan te bevelen vanwege de behoefte een zorg, aandacht en begeleiding die vanuit 1 locatie beter te organiseren is. Tenslotte merken wij op dat de locatie Surinamestraat 1 zeer zeker niet als een woonbuurt wordt aangemerkt.

 

B.31.6 Samenvatting

Inspreker vertrouwt erop dat deze en andere argumenten zullen leiden tot een heroverweging die de locatie Surinamestraat als dagopvang zal uitsluiten en een bestemmingsplanwijziging onnodig maakt.

            Antwoord

Voor de beantwoording van uw reactie verwijzen wij naar het antwoord onder B.3.5.

           

B.32. Stichting Bedrijventerrein Vrijenban (vertegenw. Van Diepen van der Kroef Advocaten)

Stichting Bedrijventerrein Vrijenban heeft kennis genomen van het bericht in de Stadskrant Delft d.d. 18 september 2005 van de gemeente waarin ze meedeelt voornemens te zijn tot een vrijstellingsverlening van het pand aan de Surinamestraat 1. De beoogde vrijstelling is gebaseerd op een Ruimtelijke Onderbouwing waarvan het concept ter inzage is gelegd.

 

B.32.1 Samenvatting

Inspreker deelt (nogmaals) mee dat zij zich niet kan vinden in de keuze van de gemeente voor de locatie noch in het concept Ruimtelijke Onderbouwing.

            Antwoord

Voor beantwoording van uw reactie verwijzen wij naar onderdeel A.I ‘Het proces tot nu toe’ van het algemene gedeelte.

 

B.32.2 Samenvatting

Inspreker heeft in haar brief, d.d. 13 december 2004, uitvoerig aangegeven waarom zij van oordeel is dat er ter plaatse geen dagopvang moet worden gerealiseerd. Inspreker heeft de door de gemeente aangegeven argumenten waarom ter plekke wel een dagopvang gevestigd kan worden, uitgebreid weerlegd. In het concept Ruimtelijke Onderbouwing valt op dat de gemeente geen nieuwe argumenten aandraagt. Inspreker zou derhalve mogen volstaan met verwijzing naar haar reeds eerder aan de gemeente verwoorde argumenten maar wil met betrekking tot de Ruimtelijke Onderbouwing een aantal opmerkingen maken.

            Antwoord

Voor beantwoording van de brief van 13 december 2004 wordt verwezen naar de nota Inspraak van januari 2005.

           

B.32.3 Samenvatting

Uit de in de inleiding gegeven beschrijving van het maatschappelijk nut respectievelijk maatschappelijke noodzaak om tot een dagopvang te komen valt niet op te maken waarom de dagopvang een regiofunctie dient te zijn. Een plaatselijke opvang zal minder omvangrijk en daardoor minder belastend zijn. Inspreker maakt dan ook bezwaar tegen de regionale functie die de gemeente zichzelf toedicht zonder dat ze daarvoor een motivering geeft.

            Antwoord

Voor de beantwoording van uw reactie verwijzen wij naar paragraaf A.V ‘Maatschappelijke opvang’ van het algemene gedeelte.

 

B.32.4 Samenvatting

De beschrijving van de feitelijke situatie van de locatie zoals omschreven in het hoofdstuk Ruimtelijke Impact van het bouwplan acht de inspreker niet voldoende. Uit de stedenbouwkundige beschrijving komt onvoldoende naar voren dat met name twee grote ondernemingen ter plaatse bepalend zijn voor het bedrijventerrein: Transportonderneming Van der Lee en Bruker AXS BV. Deze bedrijven zijn dermate belangrijk voor de locatie dat een uitvoeriger beschrijving noodzakelijk is, op basis waarvan de conclusie zal zijn dat er veel meer rekening met deze bedrijven dient te worden gehouden. Beide bedrijven hebben aangegeven bedrijfseconomisch grote schade te vrezen door de vestiging van de dagopvang.

            Antwoord

De vigerende situatie van beide bedrijven, bezien vanuit hun respectievelijke milieuvergunningen is uitgangspunt geweest voor de ruimtelijke onderbouwing. Wij zijn met inspreker eens dat de desbetreffende bedrijven een belangrijke ruimtelijke uitstraling hebben voor het gebied. De vestiging van de dagopvang-functie heeft echter niet tot gevolg dat de desbetreffende bedrijven in hun activiteiten worden belemmerd.

 

B.32.5 Samenvatting

De gemeente geeft in het vigerend bestemmingsplan aan dat het bestemmingsplan aan de gronden de bestemming bedrijfsdoeleinden toekent, maar de gemeente verbindt daar verder geen consequenties aan. De locatie Surinamestraat wijkt in deze volledig af van de alternatieven die in het inspraaktraject aan de orde zijn geweest. Bij alle alternatieven is er sprake van een veel meer gemengde bestemming en niet van een bedrijfsdoeleindenbestemming. Ook kennen alle andere locaties een meer gedifferentieerd gebruik. Een dagopvang past niet in een omgeving met uitsluitend bedrijven.

            Antwoord

Voor de beantwoording van uw reactie verwijzen wij u naar paragraaf A.I ‘Het proces tot nu toe’ van het algemene gedeelte en naar het antwoord onder B.18.4.

 

B.32.6 Samenvatting

Naar aanleiding van het bovenstaande wil inspreker opmerken dat de beschrijving van de aanwezige verschillende functies, zoals aangegeven onder hoofdstuk 4.1 niet reëel is. Het bedrijfsterrein is een afgesloten gebied waarmee bijvoorbeeld het Mondriaan College geen relatie heeft. Hetzelfde geldt voor de door de gemeente aangeduide “verschillende woningen”. De gemeente dient de locatie te zien vanuit de daadwerkelijke situatie, namelijk een bedrijfsterrein.

            Antwoord

Uitgangspunt voor de ruimtelijke onderbouwing is geweest het vigerende bestemmingsplan alsmede het gebied dat in het Streekplan als “bedrijfsterrein” is aangewezen. Wij menen dat het kiezen van een dergelijk uitgangspunt terecht is. Uit de functiekaart zoals die is opgenomen in de ruimtelijke onderbouwing blijkt echter dat de onmiddellijke omgeving wordt gekenmerkt door bedrijvigheid. 

 

B.32.7 Samenvatting

In hoofdstuk 4 brengt de gemeente de criteria voor vestiging in de Surinamestraat terug tot vijf argumenten. Afgezien van een onzorgvuldige bundeling tot deze vijf argumenten zijn in de inspraakprocedure alle reeds door de gemeente aangedragen vestigingscriteria weerlegd.

            Antwoord

Voor beantwoording van uw reactie verwijzen wij naar onderdeel A.I ‘Het proces tot nu toe’ van het algemene gedeelte.

 

B.32.8 Samenvatting

Inspreker heeft (mede) opdracht gegeven tot een nader onderzoek, uitgevoerd door bureau SAVE. Separaat stuurt de inspreker de gemeente een afschrift van dit rapport. Inspreker verzoekt hierbij de inhoud volledig als herhaald en ingelast te beschouwen.

            Antwoord

Voor beantwoording van uw reactie verwijzen wij naar de reactie van het college op het rapport van SAVE/Oranjewoud, gepresenteerd op de website van de gemeente. In de reactie geeft het college aan dat er in de quickscan geen nieuwe feiten naar voren komen of onderbouwingen die aanleiding geven om de locatiekeuze ter discussie te stellen. Het bureau komt wel tot andere conclusies. Maar deze worden niet gedeeld door het college. Het college ziet dan ook geen enkele aanleiding om het besluit van 24 februari 2005 opnieuw ter discussie te stellen. Het rapport bevat wel een aantal zienswijzen die van nut kunnen zijn bij het opstellen van het beheerplan dat helpt om te komen tot een goede inpassing van de dagopvang op de Surinamestraat.

 

B.32.9 Samenvatting

Inspreker kan de conclusies van de gemeente, zoals verwoord in hoofdstuk 1.4, niet onderschrijven:

Inspreker ontkent bij gebrek aan wetenschap dat er sprake is van een wettelijke taak van de gemeente voor de “regionale” opvang van dak- en thuislozen. Ten aanzien hiervan behoudt de inspreker zich alle rechten voor.

Antwoord

Wij verwerpen ten zeerste de stellingen in het SAVE-rapport dat (bladzijde 5) dat er geen wettelijke verplichting is voor de gemeente Delft en dat het dus de keuze is van de gemeente om een dergelijke voorziening al dan niet te realiseren. Immers, de gemeente Delft heeft een zorgplicht op grond van de Welzijnswet en dat betekent dat er een overheidsverantwoordelijkheid geldt voor een maatschappelijk verschijnsel en een maatschappelijke behoefte als de onderhavige. De gemeente kan zich beslist niet permitteren haar ogen hiervoor te sluiten. Dan zou haar kunnen worden verweten zich niet aan de wettelijke zorgplicht te houden.

Voor de verdere beantwoording van uw reactie verwijzen wij u naar paragraaf A.V ‘Maatschappelijke opvang’ van het algemene gedeelte. 

 

B.32.10 Samenvatting

In de concept Ruimtelijke Onderbouwing wordt onvoldoende aangegeven waarom er een groot stedelijk c.q. regionaal belang is om een dagopvang in Delft te realiseren. Er zou ook sprake kunnen zijn van uitsluitend Delftse opvang ten gevolge waarvan er minder overlast zal kunnen zijn.

Antwoord

Voor de beantwoording van uw reactie verwijzen wij u naar het antwoord onder B.32.9.

 

B.32.11 Samenvatting

Er is geen sprake van een gemengd karakter ten aanzien van de bedrijfslocatie; het bedrijfsterrein wordt gedomineerd door twee grote ondernemingen, Transportbedrijf Van der Lee en Bruker. Er is sprake van een volwaardig bedrijfsterrein waarop niet-bedrijfsmatige activiteiten om meerdere redenen ongewenst zijn.

Antwoord

De diverse functies zijn allen feitelijk aanwezig en maken dat het desbetreffende gebied geen eenzijdig bedrijfsterrein is. Voor de beoordeling van de aanvaardbaarheid van het initiatief is de feitelijke situatie zeer bepalend. Vanuit de vigerende milieuvergunningen-situatie zullen de activiteiten van de desbetreffende bedrijven door vestiging van de functie van dagopvang niet worden belemmerd. Voor wat betreft de eventuele overlast worden nadere maatregelen genomen, vast te leggen in een beheerplan voor deze locatie.

 

B.32.12 Samenvatting

De situering ten opzichte van de binnenstad en het station is niet gunstig. De bezoeker van de dagopvang moet letterlijk en figuurlijk de halve binnenstad doorlopen met intensieve woonbebouwing waarna deze de brug over dient te gaan. Op dit traject is geen enkele sociale controle.

Antwoord

Voor beantwoording van uw reactie verwijzen wij u naar paragraaf A.II ‘Overlast en beheerplatform’ van het algemene gedeelte. De directe omgeving van de locatie Surinamestraat kent nauwelijks een woonfunctie. In de iets wijdere omgeving liggen wel woonwijken, maar die zijn door de Reineveldbrug afgescheiden van het gebied Surinamestraat. Het is wel denkbaar dat bezoekers van het centrum gebruik zullen maken van de looproute Oostsingel, maar die voert eerder langs dan door de woonwijk. Dat neemt niet weg dat het wel degelijk van belang is ook uit een iets wijdere omgeving betrokkenheid te hebben in het beheeroverleg rond het centrum. Naar verwachting zal de doelgroep via de Reineveldbrug naar de dagopvang komen. Omdat de dagopvang een kleinschalige voorziening is en drugsgebruikers een minderheid van de bezoekers vormen en daarnaast door een goede inrichting van de locatie en beheer van de omgeving de kans op overlast en criminaliteit verder beperkt kan worden, kan –in objectieve zin- een voldoende niveau van veiligheid bereikt worden. Dat neemt niet weg dat het belangrijk is structureel overleg te hebben tussen gemeente, politie, de dagopvang, omwonenden en ondernemers. Dat overleg moet leiden tot een beheerplan en regelmatige evaluatie van de gang van zaken. Daarbij horen ook een serieus sanctiebeleid van de dagopvang en afspraken over een snelle reactie van de hulpdiensten bij incidenten. Op deze wijze kan het beperkte risico worden verkleind, moet ook het vertrouwen ontstaan dat wangedrag wordt aangepakt, waardoor uiteindelijk het gevoel van onveiligheid vermindert.

 

B.32.13 Samenvatting

Door de aanwezigheid van een tramhalte is deze locatie in de directe nabijheid

            gelegen van het station.

Antwoord

De dagopvang vervult een functie voor bezoekers uit de regio Delft, Westland en Oostland. Voor hen kan de tram een goede manier zijn het centrum te bezoeken. Bezoekers uit Den Haag/Rijswijk worden in het centrum niet toegelaten. Het heeft voor hen dus ook geen zin zich in het gebied te begeven. Het college is daarbij van mening dat de veiligheidsrisico’s in het stationsgebied en dergelijke risico’s rond de tramhalte zeer sterk van elkaar verschillen. Men kan er niet opgaan in de drukte, waardoor minder gelegenheid tot crimineel gedrag bestaat. Het college is niet met inspreker eens dat vanwege de tramhalte de locatie in de directe nabijheid van het station zou komen te liggen.

 

B.32.14 Samenvatting

Er is geen sprake van een goede toegankelijkheid (vanwege de brug) en beheersbaarheid (aanwezigheid van vele donkere nissen en bedrijfsingangen) van de locatie voor politie en hulpdiensten. Vooral ’s avonds en ’s nachts is er geen enkele controle op het bedrijfsterrein mogelijk.

Antwoord

Voor de beantwoording van uw reactie verwijzen wij naar het antwoord onder B.5.15.

 

B.32.15 Samenvatting

De locatie is inderdaad geïsoleerd van een woonbuurt maar de route naar de opvang loopt wel door een woonbuurt. Sociale controle ontbreekt.

Antwoord

Voor de beantwoording van uw reactie verwijzen wij u naar het antwoord onder B.32.12.

 

B.32.16 Samenvatting

Inspreker verwijst naar het door SAVE opgestelde deskundigenrapport waarin genoemde aspecten worden benadrukt.

Antwoord

Voor de beantwoording van uw reactie verwijzen wij u naar het antwoord onder B.32.8.

 

B.32.17 Samenvatting

In hoofdstuk 4.4.7 komt de Milieuzonering bedrijven aan de orde. De aanwezigheid van de dagopvang kan een directe belemmering opleveren voor de aanwezige bedrijven zoals Transportbedrijf Van der Lee.

            Antwoord

De nota Bedrijven en Bestemmingsplannen waar de paragraaf milieuzonering bedrijven op is gebaseerd, gaat over hoe er wordt omgegaan met bedrijven die zich nabij milieugevoelige bestemmingen willen vestigen of milieugevoelige bestemmingen die in de buurt van bedrijven komen. De dagopvang is echter geen milieugevoelige bestemming. De nota Bedrijven en Bestemmingsplannen doet geen uitspraak over zonering tussen bestemmingen die niet milieugevoelig zijn.       

 

B.32.18 Samenvatting

In hoofdstuk 5.3 komt het Beheerplan aan de orde. Inspreker stelt dat het Beheerplan functioneel moet zijn en gedragen moet kunnen worden door alle betrokkenen en belanghebbenden. De wijze waarop de gemeente meent een Beheerplan aan omwonenden te moeten opleggen of te presenteren kan niet door de maatschappelijke beugel. Het Beheerplan of beheerplatform heeft geen enkele waarde als er niet van enige wezenlijke invloed op (de aanwezigheid van) de dagopvang kan worden gesproken.

            Antwoord

Het beheerplan heeft als doel om tot een goede inpassing van de dagopvang op de nieuwe locatie te komen. Het plan zal worden opgesteld door een beheerplatform, waarin zowel bewoners als professionals zitting kunnen hebben. Op verschillende wijze worden punten geïnventariseerd voor het beheerplan, zoals tijdens de wijkschouw. Meer informatie hierover is te vinden in onderdeel A.II ‘Overlast en het beheerplatform’. Ten aanzien van de keuze van de locatie verwijzen wij u naar onderdeel A.I ‘Het proces tot nu toe’ van het algemene gedeelte.

 

B.32.19 Samenvatting

In hoofdstuk 7.1. staat dat de ruimtelijke onderbouwing dient voor een vrijstellingsprocedure ex art. 19 lid 2 WRO. Inspreker is van mening dat er tenminste sprake moet zijn van een art. 19 lid 1 WRO-procedure dan wel van een bestemmingsplanwijziging. Een art. 19 lid 2 WRO-procedure is in de onderhavige situatie een te lichte procedure die tekort doet aan de planologische impact van de casus. Ten aanzien hiervan behoudt de inspreker zich alle rechten voor.

            Antwoord

Artikel 19 lid 2 WRO biedt een volwaardig alternatief voor een bestemmingsplanprocedure. Op grond van de provinciale circulaire voor toepassing van artikel 19 lid 2 WRO bestaat de mogelijkheid om een specifieke verklaring van geen bezwaar aan te vragen, zodat het mogelijk is om voor een individueel verzoek een vrijstellingsprocedure te voeren. Daarbij worden alle belangen die betrokken zijn bij een vrijstellingsprocedure zorgvuldig gewogen. Verder is door het college van burgemeester en wethouders gekozen voor een separate inspraakprocedure terwijl dit strikt genomen niet is voorgeschreven voor een procedure als bedoeld in artikel 19 lid 2 WRO. Op die manier is de vergelijking met een bestemmingsplanprocedure nog gemakkelijker en vormt de bestemmingsplan-procedure geen betere of andere waarborg voor de belangen van de omgeving dan de thans gevoerde procedure.

 

B.32.20 Samenvatting

De gemeente meent dat er sprake is van mogelijke financiële uitvoerbaarheid maar ieder inzicht met betrekking tot de financiële uitvoerbaarheid wordt consequent door de gemeente uit de openbaarheid gehouden. Behalve aan de gemeenteraad heeft de gemeente aan niemand daarover enige informatie verstrekt. Inspreker ontkent bij gebrek aan iedere wetenschap dat de vestiging financieel kan worden uitgevoerd.

            Antwoord

Voor de beantwoording van uw reactie verwijzen wij u naar het antwoord onder B.5.28.

           

B.32.21 Samenvatting

Inspreker behoudt zich het recht voor om buiten deze inspraaktermijn nader te reageren op de concept Ruimtelijke Onderbouwing.

            Antwoord

Van toepassing is de gemeentelijke Inspraakverordening die regels geeft over de wijze waarop inspraak wordt verleend. Dat betekent dat voor wat betreft de inspraakprocedure er termijnen kunnen worden gesteld. Indien de inspreker buiten de termijn reageert, wordt zijn/haar inspraakreactie niet beantwoord. Deze regels zijn gesteld om formele redenen  en voor een ordelijk verloop van de procedure. Overigens merken wij op dat de inspraakprocedure bedoeld is om de kwaliteit van de besluitvorming te verbeteren en dat meerdere belangen hierbij betrokken zijn.

 

B.33. A.H.J.M. Pellemans

B.33.1 Samenvatting

Inspreker is van mening dat met het ten uitvoer brengen van de plannen van de gemeente een onbeheersbare situatie ontstaat in de omgeving van de Surinamestraat en de woonbuurt.

            Antwoord

Voor de beantwoording van deze reactie verwijzen wij u naar paragraaf A.II ‘Overlast en beheerplatform’ van het algemene gedeelte. Bij de locatie Surinamestraat valt te denken aan specifieke maatregelen in het tegengaan van overlast, zowel tijdens als na de openingsuren. In beheerafspraken zou bijvoorbeeld opgenomen kunnen worden dat na sluitingstijd een ronde gemaakt wordt om na te gaan of de bezoekers van het centrum het bedrijventerrein inderdaad hebben verlaten. Gezien de omvang en de aard van de groep die het dienstencentrum bezoekt, de aanpak rond buitenruimte en toegangssluis en de ervaringen van de laatste jaren zijn de risico’s beperkt. Dat neemt niet weg dat het belangrijk is structureel overleg te hebben tussen gemeente, politie, de dagopvang, omwonenden en ondernemers. Dat overleg moet leiden tot een beheerplan en regelmatige evaluatie van de gang van zaken. Daarbij horen ook een serieus sanctiebeleid van de dagopvang en afspraken over een snelle reactie van de hulpdiensten bij incidenten. Op deze wijze kan het beperkte risico worden verkleind, moet ook het vertrouwen ontstaan dat wangedrag wordt aangepakt, waardoor uiteindelijk het gevoel van onveiligheid vermindert.

 

B.33.2 Samenvatting

Inspreker heeft er al vele malen op gewezen dat er problemen gaan ontstaan. De gemeente heeft deze argumenten terzijde geschoven en daarmee de kant van de daklozen en verslaafden gekozen.

            Antwoord

De noodzaak van opvang van dak- en thuislozen en verslaafden in de gemeente Delft is een gegeven. Vervolgens wordt, hiervan uitgaande, gezocht naar een locatie waarop, getoetst aan de geformuleerde criteria, de beste kansen aanwezig zijn voor een goed functioneren van de opvang en de minste kans op overlast. Voor zover overlast kan plaatsvinden, worden beheermaatregelen genomen. Voor overige beantwoording wordt verwezen naar paragraaf 

A.II ‘Overlast en beheerplatform’ van het algemene gedeelte. 

 

B.33.3 Samenvatting

Het leefgenot in de buurt zal sterk verminderen. De buurt zal moeten worden aangepast aan de dagopvang, groen zal worden weggehaald, men zal poorten krijgen in de achterom. Het zal een gevangenis worden en dat heeft men niet verdiend. Daarnaast dient de buurt voor sociale controle te zorgen.

            Antwoord

Voor beantwoording van uw reactie verwijzen wij naar onderdeel A.II ‘Overlast en beheerplatform’ van het algemene gedeelte.

 

B.33.4 Samenvatting

De aanschaf van een huis is de grootste uitgave van een normale burger. De omgeving waarin een huis zich bevindt, de buurt, is van doorslaggevende betekenis bij die keuze. De buurt rond de Soendastraat is een veilige buurt met weinig verkeer en waar de mensen elkaar kennen. Met de komst van de dagopvang zal de leefbaarheid in de buurt ernstig achteruit gaan.

            Antwoord

Voor de beantwoording van uw reactie verwijzen wij naar paragraaf A.II ‘Overlast en beheerplatform’ van het algemene gedeelte.

 

B.33.5 Samenvatting

De gemeente heeft haar huiswerk niet goed gedaan, nauwelijks geluisterd naar de bewoners en de oren laten hangen naar de urgentie van het probleem. Een probleem dat de gemeente zelf heeft laten ontstaan. Dit terwijl er betere locaties voorhanden zijn. Inspreker vraagt zich af waarom.

            Antwoord

Voor beantwoording van uw reactie verwijzen wij naar onderdeel A.I ‘Het proces tot nu toe’ van het algemene gedeelte.

 

 

Onderdeel C: mondelinge inspraakreacties

 

Inspraakavond Ruimtelijke Onderbouwing Surinamestraat 1

3 oktober 2005.

 

C.1. Anoniem

 

C.1.1    Samenvatting

Inspreker spreekt de zorg uit dat de zitbanken voor Delftweg 117 gebruikt gaan worden als

hangplekken. Dit kan in de toekomst resulteren in het verdwijnen van de zitbanken. Ook

wandelaars, fietsers en andere recreanten zouden lastig gevallen kunnen worden.

            Antwoord

Voor beantwoording van uw reactie verwijzen wij naar onderdeel A.II ‘Overlast en beheerplatform’ van het algemene gedeelte. Wij zullen uw aanbevelingen meenemen in de inventarisatie ten behoeve van het beheerplan.

 

C.1.2    Samenvatting

De aanwezige kinderspeelplaats is een gevoelige plek en daarnaast ook de ligging van het

Mondriaan College. Jongeren zijn vatbaarder voor de verleidingen van drugs. De dagopvang

zorgt voor een extra risico voor deze jongeren.

            Antwoord

Op zichzelf geldt ook voor de locatie van de Mondriaan-Onderwijsgroep

wat in onderdeel A II ‘Overlast en beheerplatform’ is gezegd. Mondriaan is ten noorden van de Surinamestraat gelegen. De doelgroep zal het centrum over het algemeen juist uit de

zuidelijke richting bezoeken. Het college ziet daarom geen duidelijke relatie tussen de

locatie Surinamestraat 1 en Het Mondriaan College. De omgeving zal dan alleen kunnen zien dat bezoekers de locatie van het centrum betreden en weer verlaten. Het enkele feit dat bezoekers van het centrum op die manier zichtbaar zijn en looproutes van andere groepen kruisen beschouwen wij niet als hinderlijk. Dat neemt niet weg dat het risico van overlast aanwezig blijft. Daarom lijkt het ons wel van belang in het buurtoverleg Mondriaan te betrekken.

 

C.1.3    Samenvatting

Wellicht is nachtopvang belangrijker dan dagopvang. Misschien zou de gemeente zich hier meer op moeten richten. De vraag hierbij is of er voldoende nachtopvang is geregeld zodat mensen niet in de buurt gaan slapen, bijvoorbeeld in portieken. Inspreker verzoekt echter nadrukkelijk de nachtopvang niet in de wijk te plaatsen.

            Antwoord

De dagopvang is dagelijks geopend van 10:30u tot 17:30u en vervult geen nachtopvangfunctie. De meeste bezoekers van het dienstencentrum hebben wel een nachtverblijf; zij hebben een kamer in onderhuur, slapen bij kennissen of maken gebruik van de nachtopvang op de Houttuinen. Desalniettemin moet ervoor gewaakt worden dat groepen bezoekers zich voor en na sluitingstijd gaan ophouden in de buurt van de dagopvang, bijvoorbeeld aan de waterzijde. Er valt te denken aan specifieke maatregelen in het tegengaan van hangen aan de waterzijde, zowel tijdens als na de openingsuren. Daarnaast kan gedacht worden aan het maken van een ronde na sluitingstijd om er zeker van te zijn dat alle bezoekers het bedrijventerrein hebben verlaten. Omdat het hier gaat om een centrum voor dagopvang en met een aantal gerichte maatregelen kan worden voorkomen dat mensen na sluitingstijd op het bedrijventerrein blijven hangen deelt het college de opvatting van de inspreker niet.


 [T1]Sinds vorig jaar is het aantal bezoekers iets afgenomen, aldus de directeur van de dagopvang