INSPRAAK
gemeente
Delft
december
2005
Inleiding
Als centrumgemeente voor
de regio Delft Westland Oostland is Delft verantwoordelijk voor de
maatschappelijke opvang, vrouwenopvang en verslavingszorg. Vier Delftse
instellingen voor dag- en nachtopvang zorgen er dagelijks voor dat mensen, die
(tijdelijk) opvang nodig hebben, terecht kunnen in één van de opvangplaatsen in
de stad.
Het Dienstencentrum is momenteel gevestigd aan de Oostsingel 76. Dit pand
biedt onvoldoende ruimte om de dagopvang goed te huisvesten. Zo heeft de
locatie geen afgeschermde buitenruimte.
Om deze reden is de gemeente op zoek gegaan naar een
nieuwe locatie voor de dagopvang, waarop de huidige functie aan de Oostsingel
76 kan worden voortgezet. Burgemeester en wethouders hebben op 24 februari 2005
besloten de locatie Surinamestraat 1 aan te wijzen als locatie voor dagopvang. Omdat
het gebruik van het pand Surinamestraat 1 ten behoeve van maatschappelijke
doeleinden (waaronder dagopvang valt) niet past binnen het ter plaatse
vigerende bestemmingsplan is een vrijstelling van het bestemmingsplan nodig.
Ten behoeve van die vrijstelling is een ruimtelijke onderbouwing
Gebruikswijziging pand Surinamestraat 1 opgesteld. De ruimtelijke onderbouwing
heeft ter inzage gelegen van 20 september tot 17 oktober 2005 met de
mogelijkheid tot het geven van schriftelijke inspraakreacties. De ter inzagelegging
is gepubliceerd in de ‘Stadskrant’ van de gemeente Delft van 18 september 2005.
Een advertentie is geplaatst op de gemeentepagina ‘Rijswijk RegelRecht’ van de
gemeente Rijswijk in ‘Groot Rijswijk’ van 22 september 2005. Op 19 september
2005 zijn ruim 550 omliggende bedrijven en bewoners ook via een Nieuwsbrief
geïnformeerd zijn over de ruimtelijke onderbouwing en over de inspraakperiode
en de informatie- en inspraakavond.
De onderstaande personen/instanties hebben
schriftelijk op de ruimtelijke onderbouwing gereageerd:
Ingekomen op 28 september 2005:
B1. J. Oldenkamp, Timorstraat 16, 2612 EH Delft
Ingekomen op 11 oktober 2005:
B2. F. Mazer, Pauwhof 163, 2289 BL Rijswijk
Ingekomen op 12 oktober 2005:
B3. M. de Bruin, Pauwhof 2, 2289 BH Rijswijk
B4. H. Driessen, Pauwhof 5, 2289 BH Rijswijk
Ingekomen op 13 oktober 2005:
B5. W. Bosschieter, Bonairestraat 10, 2612 GZ Delft
B6. P. v.d. Brul, Pauwhof 1, 2289 BH Rijswijk
B7. A.J.T. de Krijger, Pauwhof 172, 2289 BM Rijswijk
B8. H. Lenteslager, Pauwenstein 9, 2289 BS Rijswijk
Ingekomen op 14 oktober 2005:
B9. P.D. Andeweg, Pauwhof 95, 2289 BJ Rijswijk
B10. V.V.E. Delftweg 148 t/m 173 p/a: A.J.M. Laene, Delftweg 170, 2289 BG
Rijswijk
B11. Belangenvereniging Onze Indische Buurt, secretariaat Soendastraat
15,
2612 EK Delft
B12. O.J. Temmerman – v.d. Meer, Pauwhof 108, 2289 BK Rijswijk
B14. A.A. Boon, Pauwhof 156,
2289 BL Rijswijk
B15. Bruker AXS B.V., Oostsingel 209, 2612 HL Delft
B16. H.P. Kloor, Pauwhof 60, 2289 BJ Rijswijk
B17. P.J. Lander, Pauwhof 174, 2289 BM Rijswijk
B18. L. van der Lee en Zonen B.V., Haagweg 125, 2612 CR Delft
B19. Comité Pauwhof p/a: H. Roodenburg, Pauwhof 173, 2289 BM Rijswijk
B20. K.M. Schneider-Brinkhof, Pauwhof 148, 2289 BL Rijswijk
B21. G. Valstar Beheer Delft B.V., Zuideindseweg 24, 2645 BG Delfgauw
B22. F.A.M. Knoop, Soendastraat 1, 2612 EK Delft
Ingekomen op 18 oktober 2005:
B23. P.A.J. Bommele / A.C. de Groot, Pauwhof 151, 2289 BL Rijswijk
B24. P. van den Bosch, Zuideindseweg 57, 2645 BE Delfgauw
B25. M. op den Brouw, Pauwhof 61, 2289 BJ Rijswijk
B26. C. Guvener / C. Giray
Guvener, Pauwhof 132, 2289 BL Rijswijk
B27. F.J. van der Kruk, Pauwhof 159, 2289 BL Rijswijk
B28. A.W.C. Neuteboom, Delftweg 137, 2289 BD Rijswijk
B29. S. Peters, Pauwhof 114, 2289 BK Rijswijk
B30. P.D.M. Vrins-van Alphen, Oostsingel 203, 2612 HL Delft
B31. M. Wishaupt, Pauwhof 142, 2289 BL Rijswijk
Ingekomen op 19 oktober 2005:
B32. St. Bedrijventerrein Vrijenban p/a: Van Diepen Van der Kroef
Advocaten, t.a.v. E.D. Drok,
Postbus 9, 2501 CA Den Haag
B33. A.H.J.M. Pellemans, Soendastraat 15, 2612 EK Delft
De schriftelijke inspraakreacties zijn samengevat en beantwoord in
onderdeel B van deze nota.
Op 3 oktober 2005 is de ruimtelijke onderbouwing toegelicht en is
gelegenheid geboden voor mondelinge inspraak. Eén inspreker heeft van deze
mogelijkheid gebruik gemaakt. De mondelinge reactie is samengevat en beantwoord
in onderdeel C van de nota.
Alvorens in te gaan op de
individuele inspraakreacties wordt in onderdeel A een algemene reactie gegeven
op die onderwerpen die in de inspraakreacties het meest aan de orde zijn
gesteld.
Een groot aantal van de ingekomen
inspraakreacties betreft de volgende onderwerpen:
I Het proces tot nu toe
II Overlast en beheerplatform
III Effect op bedrijven in de omgeving
De dagopvang voor dak- en thuislozen en verslaafden is een voorziening
die maatschappelijk absoluut noodzakelijk is, maar ook een voorziening die door
de directe omgeving kan worden ervaren als overlast en waar om die reden
protest van omwonenden kan worden voorzien. Daarom heeft de gemeente Delft het
proces dat uiteindelijk heeft geleid tot de keuze voor deze locatie op uiterst
zorgvuldige wijze doorlopen.
Omdat
het college de mening van bewoners mee wilde laten wegen in de keuze van een
locatie, zijn zes mogelijke locaties voorgelegd aan omwonenden en andere
belanghebbenden. In het voorjaar van 2004 is een inspraakronde gehouden voor de
locatie Beukenlaan/Van Miereveltlaan en de locatie Gasthuisplaats/Koornmarkt.
Gedurende deze inspraak konden burgers tevens alternatieve locaties aandragen,
in totaal werden 121 alternatieve locaties aangedragen en getoetst aan de hand
van een 11-tal criteria:
1 Geschiktheid voor
dagopvang
De locatie moet voldoende ruimte bieden om
het programma van eisen van de dagopvang blijvend te kunnen realiseren. Het
programma van eisen van de dagopvang is geconcretiseerd op 324 m². Er dient
minimaal 36 m² aan buitenruimte gerealiseerd te kunnen worden. Voor de
veiligheid in de dagopvang en ter voorkoming van overlast buiten is in het
programma van eisen rekening gehouden met de mogelijkheid van een afsluitbare
toegangsruimte.
2 Geschiktheid voor
aanvullende activiteiten / buitenruimte
De locatie dient voldoende mogelijkheden te
hebben voor het realiseren van een buitenruimte van minimaal 36 m². Deze
buitenruimte dient af te scheiden te zijn van de omgeving en tijdens
openingstijden alleen vanuit de dagopvang toegankelijk te zijn.
3 Situering ten
opzichte van de binnenstad
Voor het goed kunnen functioneren van de dagopvang c.q. de bereikbaarheid
van de doelgroep wordt de situering in of nabij de binnenstad essentieel
geacht. De doelgroep bevindt zich voornamelijk in de binnenstad. Het criterium
in of nabij de binnenstad is uitgewerkt in twee cirkels gelegen op
respectievelijk 500 meter en 1 kilometer vanaf de Markt.
Op advies van de raadscommissie heeft het college het zoekgebied
uitgebreid naar de rand van de kilometer (door zowel de raad als door
insprekers is uitgesproken dat een geschikte locatie ‘niet op een meter hoeft
af te kaatsen’).
4 Nabijheid station
Om te voorkomen dat de dagopvang een mogelijke aanzuigende werking zal
hebben, is het noodzakelijk dat deze niet direct in de nabijheid van het
station is gelegen. Locaties in het aangrenzende en open gebied rond het station
alsook locaties gelegen binnen het open gebied zijn niet wenselijk.
Dit criterium is geconcretiseerd door het aanbrengen van twee cirkels
rondom het stationsgebied.
5 Toegankelijkheid /
beheersbaarheid politie / hulpverlening
Per locatie wordt een veiligheidsscan gemaakt. Deze scan richt zich op de
vraag of een locatie bijzondere risico’s kent ten aanzien van:
a.
de mogelijkheid voor
politie en medewerkers van het centrum zicht te hebben op de doelgroep in de
omgeving van de dagopvang;
b.
de bereikbaarheid van
de dagopvang voor hulpdiensten;
c.
het hebben van
voldoende sociale controle in de omgeving;
d.
de aanwezigheid van
functies met een (semi) openbaar karakter in de omgeving;
e.
de aanwezigheid van
functies met een eigen veiligheidsrisico in de omgeving.
De veiligheidsscan is uitgevoerd door een extern bureau in overleg met de
politie Haaglanden.
6 Eigendom /
beschikbaarheid
Om de verplaatsing van de dagopvang binnen de
beoogde periode van twee jaar mogelijk te maken dient de locatie met zekerheid
binnen een periode van een jaar te verwerven of te huren te zijn.
7 Ligging binnen
uitsluitend een woonomgeving
De locatie dient
zo min mogelijk gevoelig te zijn voor overlast. De aanwezigheid van
verschillende functies (met een openbaar karakter), veel verkeersbewegingen, en
sociale controle verminderen de kans op het ontstaan van overlastsituaties.
8 Aanvoerroutes door woonbuurten
Zoveel mogelijk moet worden vermeden dat aanvoerroutes door woonbuurten
lopen. Per locatie is vanaf de Markt het aantal meters aanvoerroute door
woonbuurten gemeten. In de toetsing is het aantal meters met elkaar vergeleken.
9 Bestemmingsplan
Om de verplaatsing
van de dagopvang binnen de beoogde periode van twee jaar mogelijk te maken
dient het geldende bestemmingsplan binnen een jaar herzien te kunnen worden of
moet een vrijstelling verleend kunnen worden.
10 Beperking
ontwikkelingsmogelijkheden
Indien sprake is
van een herontwikkeling van het omliggende gebied van de locatie, dient de
dagopvang in deze herontwikkeling meegenomen te kunnen worden.
11 Financiën
De raad heeft een
krediet van €1,1 miljoen ter beschikking gesteld voor de verwerving en verbouw
van de alternatieve locatie. Daarnaast zal de opbrengst van het huidige pand
aan de Oostsingel 76 ingezet kunnen worden voor de nieuwe locatie. De te
verwachten kosten van de verplaatsing dienen te passen binnen het beschikbare
budget van € 1,1 miljoen plus de opbrengst van het huidige pand aan de
Oostsingel 76.
Uit de toetsing, waarbij gewerkt is met een score van ‘plussen en
minnen’, zijn vier nieuwe mogelijke locaties naar voren gekomen, namelijk
Crommelinplein/Zuidwal, Nijverheidsstraat, Staalweg en Surinamestraat. Deze
locaties zijn eind 2004 ter inspraak voorgelegd. In december 2004 is de
inspraakperiode van deze vier locaties afgerond.
Totaal zijn ruim 1200 reacties binnengekomen en verwerkt in twee nota’s
‘Beantwoording inspraak nieuwe locatie dagopvang’. Naast de inspraak is van
iedere locatie een veiligheidsscan opgesteld en een (bouwkundig)
haalbaarheidsonderzoek verricht. De scan is door onderzoeksbureau DSP
uitgevoerd in samenwerking met de politie Haaglanden en de gemeente Delft.
Om een vergelijking op
hoofdpunten tussen de zes mogelijke locaties mogelijk te maken is er voor
gekozen de verschillende kenmerken van de criteria te waarderen met de termen
goed, aandachtspunt, zwak of zeer zwak.
De
uiteindelijke afweging tussen locaties is niet terug te brengen tot een
eenvoudige rekensom. Inzichtelijk is gemaakt welke factoren doorslaggevend zijn
geweest bij de keuze.
De
veronderstelling dat een locatie op alle onderdelen goed moet scoren om
uiteindelijk aangewezen te kunnen worden tot de beoogde locatie is onjuist. Het
gaat steeds om een weging van factoren en die weging is zo volledig mogelijk in
kaart gebracht in het voorgaande traject.
Na
overleg met de commissie Werk, Zorg en Onderwijs op 17 en 21 februari, heeft
het college op 24 februari 2005 besloten de Surinamestraat 1 aan te wijzen als
nieuwe locatie voor de dagopvang en de locaties Nijverheidsstraat en
Crommelinplein/Zuidwal als reservelocaties achter de hand te houden.
Het college streeft er naar zo zorgvuldig en transparant
mogelijk te handelen. Derhalve is er via diverse mediakanalen, brief,
informatiekrant, informatie- en inspraakavond en website, gedurende het gehele
proces gecommuniceerd over de plannen van de gemeente. Het bestuur meent door
dit uitvoerige proces en het meenemen van zoveel locaties uiterst zorgvuldig
met alle betrokken belangen te zijn omgegaan.
Op grond van het bovenstaande deelt het college niet de
stelling van sommige insprekers dat zij burgers in deze niet serieus heeft
genomen.
II Overlast
en het beheerplatform
Omwonenden en andere belanghebbenden vrezen dat de komst
van het dagopvangcentrum gepaard zal gaan met (een toename van) overlast en
criminaliteit. Men geeft daarbij aan dat de Surinamestraat in een
bedrijvengebied ligt met weinig sociale controle, zeker in de avond.
Overlast
Hierbij is het van belang
te kijken naar overlast die in de huidige locatie ervaren wordt en mogelijke
risico’s die samenhangen met de komst van de dagopvang naar de Surinamestraat
1.
Over de huidige locatie kan het volgende worden gezegd. Het centrum wordt
op werkdagen tussen 10:30 en 17:30 bezocht door gemiddeld ongeveer 50 tot 70
personen[T1]. Dit is
in feite een betrekkelijk kleine groep. In die groep vormen drugsverslaafden
een minderheid. De meeste bezoekers van het dienstencentrum hebben wel een
nachtverblijf. Zij hebben een kamer in onderhuur, slapen bij kennissen of
bezoeken de nachtopvang op de Houttuinen.
Voorts moet onderscheid worden gemaakt tussen overlast en onveiligheid
die nu ervaren wordt in de omgeving van de Surinamestraat en de toekomstige
situatie wanneer de dagopvang hier gehuisvest is. Overlastrisico’s van de
dagopvang kunnen redelijkerwijs niet gelijk gesteld worden met de algemene
problematiek van criminaliteit en veiligheid. De criminaliteitscijfers in de
omgeving van de huidige locatie bijvoorbeeld wijken niet af van het algemene
beeld in Delft. Op dit
moment vinden de voorbereidingen plaats voor de nulmeting leefbaarheid en
veiligheid beheergebied Surinamestraat e.o. Deze nulmeting zal de overlast- en
veiligheidssituatie weergeven in de periode voorafgaand aan de opening van de
dagopvang op de Surinamestraat en voorafgaand aan de te nemen extra
maatregelen. Door de resultaten van latere metingen (na opening van de dagopvang)
te vergelijken met die van de nulmeting ontstaat een objectief beeld van de
eventuele invloed van de dagopvang op haar omgeving.
Voor alle mogelijke nieuwe locaties is eind
2004 veiligheidsscan uitgevoerd. Voor de Surinamestraat kwamen hier een aantal
aandachtspunten in naar voren:
-
Het
gebied wordt vroeg in de avond stil, waardoor sociale controle sterk afneemt.
-
Mogelijke hangplekken
bij het water en de tramhalte.
-
De looproute door het Geerweggebied.
-
De aanwezigheid van het
Mondriaancollege (ondanks het feit dat de school een andere oriëntatie heeft).
Inmiddels zijn de
voorbereidingen voor het opstellen van het beheerplan in volle gang. In het
beheerplan maken de betrokken partijen afspraken over het beheer in de omgeving
van de dagopvang. Deze afspraken kunnen een fysieke weerslag hebben
(bijvoorbeeld het snoeien van bosjes, aanbrengen van verlichting), maar kunnen
ook organisatorisch van aard zijn (te denken valt aan afspraken over het
interne beheer van de dagopvang, het toezicht en sanctiebeleid van politie, het
instellen van een klachtenmelding, maar bijvoorbeeld ook aan ideeën voor het
ontwikkelen van een goede verstandhouding tussen de dagopvang en de omliggende
buurt). In het beheerplan worden daarnaast ook afspraken gemaakt over het functioneren
van structureel overleg (i.c. het beheerplatform i.o.) zelf. Er wordt een
huishoudelijk reglement ontwikkeld, waarin afspraken staan over
vergaderfrequentie, voorzitterschap, besluitvorming, evaluatie van het eigen
functioneren, etc.
Het beheerplatform i.o.
bereidt het beheerplan op dit moment voor. Hiertoe komt het één keer per drie
weken bijeen. Ook na opening van de dagopvang op de Surinamestraat zal het
beheerplatform in functie blijven. Het beheerplatform krijgt dan de belangrijke
taak de dagelijkse gang van zaken rondom de dagopvang te monitoren en eventuele
overlast te voorkomen dan wel zo snel mogelijk op te (laten) lossen.
In het beheerplatform
i.o. hebben vertegenwoordigers van de volgende partijen zitting (november
2005): diverse afdelingen van de gemeente Delft, Politie, het Dienstencentrum,
de doelgroep en het Mondriaancollege. Bewoners en bedrijven nemen vooralsnog
geen deel in het beheerplatform i.o. De belangenverenigingen van de bewoners en
bedrijven hebben de gemeente kenbaar gemaakt niet te willen deelnemen in het
platform, zolang de ruimtelijke ordeningsprocedure nog loopt.
Toch worden ook de
meningen, wensen en zorgen van de bewoners en bedrijven zoveel mogelijk bij het
opstellen van het beheerplan betrokken. Zo worden de reacties uit (eerdere)
inspraakrondes en uit de informatieavond van 14 maart en 3 oktober jl.
betrokken bij het bepalen van te nemen beheermaatregelen. Daarnaast hebben
bewoners en bedrijven medio november 2005 kunnen deelnemen aan drie
wijkschouwen (Indische Buurt, bedrijventerrein Vrjjenban en Pauwhof/Delftweg).
De wijkschouwen hadden tot doel mogelijke risicoplekken in het beheergebied
Surinamestraat e.o. te benoemen en het eventuele probleem dat op deze plekken
zou kunnen ontstaan na opening van de dagopvang op de Surinamestraat. In totaal
hebben ruim 15 bewoners aan de schouwen deelgenomen. Vertegenwoordigers van het
Mondriaancollege hebben in een aparte schouw de risicoplekken in de directe
omgeving van de school benoemd.
Ondanks het feit dat de
belangenverenigingen in de omgeving van de Surinamestraat hebben aangegeven op
dit moment niet mee te willen praten over het beheer en eventueel te nemen
maatregelen in de omgeving van de toekomstige dagopvang, blijft de gemeente
Delft zo open mogelijk opereren met betrekking tot het toekomstige beheer. De
belangenverenigingen, maar ook individuele bewoners en bedrijven, kunnen te
allen tijde aanschuiven bij het beheerplatform i.o. en meepraten over het
beheerplan en de te maken afspraken.
De verwachting is dat het
beheerplan begin 2006 kan worden vastgesteld door het college van burgmeester
en wethouders.
Onze conclusie op het
gebied van veiligheid is dat, gezien de omvang en de aard van de groep die het
dienstencentrum bezoekt, de aanpak rond buitenruimte en toegangssluis en de
ervaringen van de laatste jaren de risico’s voor de Surinamestraat e.o. beperkt
zijn. Dat neemt niet weg dat het belangrijk is structureel overleg te hebben
tussen gemeente, politie, de dagopvang, omwonenden en ondernemers. Dat overleg
moet leiden tot een beheerplan en regelmatige evaluatie van de gang van zaken.
Daarbij horen ook een serieus sanctiebeleid van de dagopvang en afspraken over
een snelle reactie van de hulpdiensten bij incidenten. Op deze wijze kan niet
alleen het beperkte risico worden verkleind, maar moet ook het vertrouwen
ontstaan dat wangedrag wordt aangepakt, waardoor uiteindelijk het gevoel van
onveiligheid vermindert.
III Effect op bedrijven in
de omgeving
Insprekers
verklaren dat de dagopvang een gevaar is voor de bedrijvigheid in het gebied.
Klanten en personeel kunnen worden afgeschrikt door de doelgroep.
Wat onder paragraaf II is gezegd
over overlast geldt ook voor de omliggende bedrijven. Wanneer voldaan wordt aan
de gestelde eisen ten aanzien van gebouw en beheer acht het college het
onwaarschijnlijk dat bedrijven schade lijden als gevolg van de komst van de
dagopvang.
Insprekers vrezen dat de waarde van hun pand of de
opbrengst van hun onderneming zal dalen door de komst van de dagopvang en
vragen zich af hoe de gemeente omgaat met de planschade.
Voor de realisatie van de dagopvang moet een
vrijstellingsprocedure gevolgd worden, aangezien
de huidige bestemming maatschappelijke activiteiten niet toestaat. Indien
belanghebbenden menen schade te lijden als gevolg van het wijzigen van het
planologisch regime (de wijziging van het bestemmingsplan onder andere door
vrijstellingverlening op grond van artikel 19 van de Wet op de Ruimtelijke
Ordening), kunnen zij na de vrijstellingsprocedure bij de gemeenteraad een
verzoek indienen om vergoeding van zogenoemde "planschade" als
bedoeld in artikel 49 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening. Dat verzoek moet
worden ingediend op een planschadeformulier dat aan de publiekbalie
verkrijgbaar is. Een dergelijk verzoek wordt voor advies voorgelegd aan een
onafhankelijk adviesbureau, waarna het college van burgemeester en wethouders
een besluit neemt. Dat besluit is vatbaar voor bezwaar en beroep.
Meerdere insprekers stellen vragen over het beleid van de
maatschappelijke opvang en de (regionale) rol van de gemeente hierin.
Cliënten in de maatschappelijke opvang hebben
meestal een combinatie van psychische of psychiatrische problemen,
relatieproblematiek en problemen als gevolg van lichamelijk- of seksueel
geweld, verslavings- of financiële problemen. Het gaat niet alleen om dak- en
thuislozen maar ook om mishandelde vrouwen en hun kinderen. In Delft wordt
gestreefd naar een zorgketen (preventie, zorg, nazorg), een vraaggestuurd en
samenhangend aanbod en aandacht voor risicogroepen. Dit gebeurt onder andere
door herstructurering van de sector (fusie tussen de verschillende
opvangstichtingen) en samenwerking met andere partners (zoals politie,
maatschappelijk werk, verslavingszorg, GGZ, schuldhulpverlening, etc.).
De
gemeente heeft hierin de regiefunctie en ontvangt een doeluitkering vanuit het
ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Delft is één van de 48
centrumgemeenten voor maatschappelijke opvang en verslavingszorg en is
verantwoordelijk voor de regio Delft, Westland, Oostland. Dat zijn de gemeenten
Westland, Midden-Delftand, Pijnacker-Nootdorp, Bleiswijk, Bergschenhoek, Berkel
en Rodenrijs.
In het gebied Delft, Westland, Oostland (DWO) houden vier instellingen
zich met maatschappelijke opvang en vrouwenopvang bezig. Het gaat om vier
instellingen van verschillende grootte met ieder een eigen doelgroep. De
Stichting Dienstencentrum over de Brug is -gemeten naar het personeelsbestand-
relatief klein in omvang. De Stichting ontvangt een subsidie van de gemeente
Delft, waaraan prestatieafspraken zijn gekoppeld.
De doelgroep van de dagopvang bestaat uit daklozen en alcohol- en
drugsverslaafden. De meeste bezoekers van het dienstencentrum hebben echter wel
een nachtverblijf. Zij hebben een kamer in onderhuur, slapen bij kennissen of maken
gebruik van de nachtopvang op de Houttuinen. Redenen voor dakloosheid zijn
bijvoorbeeld oplopende schulden, uithuiszettingen, echtscheiding of het
beëindigen van detentie. Het betreft voor het overgrote deel Delftenaren. Om de
doelgroep beter in beeld te krijgen is de dagopvang in 2004 gestart met een
bezoekersmonitor.
Voor het Dienstencentrum biedt de herstructurering van de sector de
mogelijkheid de plaats in de keten en het aanbod voor cliënten te versterken en
tegelijkertijd de bedrijfsvoering (denk aan personeelsbeleid en beheer van de
accommodatie) te professionaliseren. De vier betrokken instellingen hebben in
2002 een convenant ondertekend, met als bijlage het rapport “Het oog op de
toekomst”. In het rapport hebben zij een aantal beleidsuitgangspunten
geformuleerd. In 2004 is een nieuwe Stichting opgericht, Maatschappelijke
opvang en Vrouwenopvang (MOVO). MOVO werkt op dit ogenblik haar beleidsvisie
verder uit, een nota hierover zal naar verwachting begin 2006 verschijnen. Per
1 januari 2007 moet de nieuwe organisatie voor Maatschappelijke Opvang en
Vrouwenopvang (MOVO) een feit zijn.
Verslavingsbeleid
Nauw verbonden aan de
maatschappelijke opvang is het verslavingsbeleid van de gemeente Delft. Het
verslavingsbeleid richt zich op het tegengaan van verslaving en het begeleiden
van verslaafden, maar heeft daarmee ook een belangrijke maatschappelijke
functie als het gaat om terugdringen van overlast en criminaliteit. De centrale
doelstelling van het alcohol- en drugsbeleid is het ontmoedigen van gebruik van
genotmiddelen en het beperken van de risico’s van het gebruik voor de gebruiker
zelf, diens omgeving en de maatschappij als geheel. Dit betekent dat:
-
zoveel mogelijk startend
gebruik moet worden tegengegaan en indien er wordt gebruikt er voor te zorgen
dat dit verstandig gebeurt (door middel van preventie).
-
aan verslaafden zorg
verleend wordt waarbij gestreefd wordt naar onthouding of gecontroleerd
gebruik.
-
gebruikers en verslaafden de
aansluiting bij de maatschappij niet verliezen dan wel weer terug krijgen (door
middel van maatschappelijk herstel).
Parnassia biedt verslavingszorg aan in Delft.
In de regio Delft/Westland/Oostland bestaat een uitgebreid
voorlichtingsprogramma rond alcohol en drugs dat sterk op jongeren gericht is.
Verslaving heeft niet alleen medische- maar ook veel psychosociale aspecten in
zich. Bij Dienstencentrum over de Brug gaat het in de eerste plaats om
dagopvang en niet om zorg. Parnassia en het dienstencentrum verwijzen waar
nodig aan elkaar door en consulteren elkaar. Verder werkt het dienstencentrum
samen met GGZ Delfland. Mensen van het zogenaamde ‘bemoeizorgteam’ (waar ook
Parnassia aan deelneemt) komen regelmatig over de vloer voor consultatie en
voor bepaalde bezoekers met psychiatrische problematiek die ze in behandeling
hebben genomen.
Onderdeel B: Beantwoording
individuele schriftelijke inspraakreacties
B.1. J. Oldenkamp
B.1.1 Samenvatting
De route naar deze locatie loopt
300 meter door woongebied en dat is teveel. Andere locaties zijn om minder
afgevallen.
Antwoord
De route loopt ons inziens langs
en niet door woongebied, voor de verdere beantwoording van uw reactie verwijzen
wij naar onderdeel A.I ‘Het proces tot nu toe’ van het algemene gedeelte.
B.1.2 Samenvatting
Indien alle aspecten uit de
veiligheidsscan opgevolgd worden, dient er een extra voetpad op de
Reineveldbrug geconstrueerd worden. Inspreker verwacht niet dat de gemeente dit
ter harte zal nemen, maar de gemeente dient aan te geven hoe het ontstane
veiligheidsrisico opgevangen zal gaan worden.
Antwoord
Voor beantwoording van uw reactie
verwijzen wij naar onderdeel A.II ‘Overlast en beheerplatform’ van het algemene
gedeelte. Uit ervaringen in andere steden met beheerafspraken blijkt dat op die
wijze mogelijke veiligheidsrisico’s kunnen worden voorkomen. De
extra opgang bij de brug is een aanbeveling die in de praktijk moeilijk
uitvoerbaar is. De Van Reineveldbrug heeft aan de betreffende zijde alleen een
fietspad. De brug is te smal om naast dat fietspad ook een voetpad aan te
leggen.
B.1.3 Samenvatting
22 locaties zijn vanwege de
afstand afgevallen waaronder de fabriekshallen over de van Reineveldbrug en de
brandweerlocatie die op slechts 994 meter van de Markt ligt. Er is een keuze
gemaakt op basis van onvolledige informatie aangezien een zestal locaties
eerder in aanmerking komen op basis van afstand tot de Markt dan de
Surinamestraat. Deze zijn echter niet nader onderzocht. De afstand van de
Surinamestraat tot de Markt is 1166 meter en valt daarmee buiten het criterium
van 1000 meter. Er is met twee maten gemeten aangezien niet duidelijk is welk
criterium is gebruikt om de Surinamestraat nader te onderzoeken en de overige
locaties niet.
Antwoord
Voor beantwoording van uw reactie
verwijzen wij naar onderdeel A.I ‘Het proces tot nu toe’ van het algemene
gedeelte.
B.1.4 Samenvatting
Nadat in eerste instantie de afstand tot de zonnewijzer op
de Markt maximaal 500 meter
mocht bedragen, heeft de gemeente onder druk van insprekers
uit de eerste ronde het
zoekgebied opgerekt tot een hemelsbrede afstand van 1000
meter aangezien dit voordelen
zou bieden bij de beperking van de overlast en de handhaving
door de politie. Maar
insprekers uit de binnenstad hebben dit alleen voorgesteld
om de kans te verkleinen dat de
dagopvang in hun achtertuin gevestigd zou worden. Dit is dus
niet gedaan om de doelgroep
beter te bedienen of de politie te behagen.
Antwoord
Voor beantwoording van uw reactie
verwijzen wij naar onderdeel A.I ‘Het proces tot nu toe’ van het algemene
gedeelte.
B.1.5 Samenvatting
De gemeente zal de eigenaar het huidige pand laten verbouwen voordat de
koop gesloten zal worden. De verbouwing is daarmee onderdeel van de koop en dat
is in strijd met de regels rond aanbestedingen die na de bouwfraude verder zijn
aangescherpt.
Antwoord
Regels over aanbesteding vallen buiten het bestek van de ruimtelijke
afweging van de functiewijziging. Ten overvloede merken wij op dat de wijze
waarop opdracht verleend zal worden voor de verbouwing niet in strijd is met de
regels die omtrent overheidsaanbestedingen zijn geformuleerd.
B.1.6 Samenvatting
In de raadsvergadering afgelopen winter is gezegd dat er openbaar groen
rond de Surinamestraat zal moeten verdwijnen. Hierdoor zal de leefbaarheid
worden aangetast en zal men ingeklemd worden in het asfalt.
Antwoord
De uitspraak dat openbaar groen
zal moeten verdwijnen is niet op deze wijze in de commissievergaderingen van
februari jl. verwoord. Wel is ingegaan op het beheer van de nieuwe locatie en
het beheerplan wat hiertoe zal worden opgesteld. Op basis van de
geïnventariseerde knelpunten, zullen in het plan voorstellen worden gedaan om
deze te verhelpen (het snoeien van een bossage kan hier mogelijk onderdeel van
uitmaken). Voor de verdere beantwoording van uw reactie verwijzen wij naar
onderdeel A.II ‘Overlast en beheerplatform’ van het algemene gedeelte.
B.1.7 Samenvatting
De locatie aan de Nijverheidstraat zou ongeschikt zijn vanwege het
LPG-vulpunt maar dat zou toch al moeten verdwijnen indien een
projectontwikkelaar daar aan de slag zou gaan.
Antwoord
De ruimtelijke onderbouwing heeft
betrekking op de vrijstelling van het bestemmingsplan van de Surinamestraat 1.
In onderdeel A.I ‘Het proces tot nu toe’ staat beschreven welke stappen zijn
gezet ten aanzien van de locatiekeuze (waaronder de weging van de mogelijke
locaties) en de aanwijzing van de locatie Surinamestraat 1. Op de website zijn
de onderliggende nota’s te vinden, tevens kunt u ze desgewenst opvragen via dagopvang@delft.nl of telefoon 015 219 5330.
B.1.8 Samenvatting
De locatie aan de Koornmarkt is om onduidelijke redenen afgevallen,
alleen de beheersbaarheid dient nader te worden onderzocht.
Antwoord
Voor de beantwoording van
uw reactie verwijzen wij naar het antwoord genoemd onder B.1.7.
B.1.9 Samenvatting
De locatie aan de Oostsingel 123 is onlangs aangekocht door een
gemeenteraadslid. Hier zijn diverse bedrijven gehuisvest. Punt 7 krijgt hier
een min maar 300 extra meter is bij andere locaties geen reden om ze ongeschikt
te verklaren.
Antwoord
Voor de beantwoording van uw
reactie verwijzen wij naar het antwoord genoemd onder B.1.7.
B.1.10 Samenvatting
De argumentatie uit de veiligheidsscan van DSP is zeer slecht. Dat blijkt
uit het rapport van SAVE waarin alle argumenten van de omwonenden tegen de
komst van de opvang worden bevestigd. De gemeente neemt deze argumenten niet
serieus. De belangen van omwonenden zijn wederom niet meegewogen.
Antwoord
Voor beantwoording van uw reactie verwijzen wij naar
de reactie van het college op het rapport van SAVE/Oranjewoud, gepresenteerd op
de website van de gemeente. In de reactie geeft het college aan dat er in de
quickscan geen nieuwe feiten naar voren komen of argumenten die aanleiding zijn
om de locatiekeuze ter discussie te stellen. Het bureau komt wel tot andere
conclusies. Maar deze worden niet gedeeld door het college. Het college ziet
dan ook geen enkele aanleiding om het besluit van 24 februari 2005 opnieuw ter
discussie te stellen. Het rapport bevat wel een aantal zienswijzen die van nut
kunnen zijn bij het opstellen van het beheerplan dat helpt om te komen tot een
goede inpassing van de dagopvang op de Surinamestraat.
B.1.11 Samenvatting
De gemeente zou locatie nummer 14 (Watertoren bij DSM/Gist Brocades,
Kalverbos) in heroverweging moeten nemen aangezien de watertoren voor 1 euro is
verkocht maar de eigenaar geen kans heeft gezien zijn plannen uit te voeren
i.v.m. ontbrekende financiële middelen.
Antwoord
De Watertoren is inmiddels
aangekocht en de verbouwing is gestart. Voor de overige beantwoording van uw
reactie verwijzen wij naar het antwoord genoemd onder B.1.7.
B.1.12 Samenvatting
Locatie nummer 12 (Loods, Nieuwe Plantage 109) zou geschikt verklaard
moeten worden aangezien er per definitie geen loodsen in ‘uitsluitend
woongebied’ staan. Het argument is fout.
Antwoord
Voor de beantwoording van uw
reactie verwijzen wij naar het antwoord genoemd onder B.1.7.
B.1.13 Samenvatting
Locatie nummer 31 (Scheepsmakerij pakhuis / Hertog
Govertkade) zou geschikt verklaard kunnen worden indien de locatie ingericht
kan worden zonder de grond te beroeren aangezien een ‘schone grond verklaring’
dan niet aan de orde is. Ditzelfde principe wordt nu toegepast op de locatie
aan de Surinamestraat.
Antwoord
Door de eigenaar is een bodemonderzoek uitgevoerd, uit dit onderzoek is gebleken dat
de locatie geschikt is voor de huidige en toekomstige bestemming. Voor de overige beantwoording van uw reactie
verwijzen wij naar het antwoord genoemd onder B.1.7.
B1.14 Samenvatting
Er is sprake van belangenverstrengeling aangezien de buurt van de
Surinamestraat op veilige afstand van de woonomgeving van raadsleden en
wethouders is gelegen.
Antwoord
De afweging van belangen heeft op een volstrekt objectieve wijze
plaatsgevonden, waarbij de vooraf gestelde criteria allereerst geëxpliciteerd
zijn en vervolgens toegepast zijn op de diverse in aanmerking genomen locaties.
Noch bij het opstellen van de criteria noch bij het toepassen daarvan heeft
sturing naar een bepaald resultaat voorgezeten.
B.1.15 Samenvatting
Er is voor de locatie aan de Surinamestraat gekozen op basis van
onvolledige informatie aangezien een zestal andere locaties eerder in
aanmerking komt op basis van afstand tot de Markt maar deze zijn niet nader
onderzocht. Er is nooit gesproken over een criterium van 1166 meter als afstand
tot de Markt. Op grond hiervan hadden 20 andere locaties ook nader onderzocht
moeten worden. Het criterium dat gebruikt is om de Surinamestraat wel nader te
onderzoeken en de overige locaties niet wordt nergens vermeld.
Antwoord
Voor beantwoording van uw reactie
verwijzen wij naar onderdeel A.I ‘Het proces tot nu toe’ van het algemene
gedeelte.
B.1.16 Samenvatting
De investeringen in het gebouw worden over 40 jaar afgeschreven om de
kosten binnen het budget te krijgen. Maar het huidige gebouw is een oud gebouw
dat al ruim voor die tijd vervangen zal moeten worden.
Antwoord
De bouwkundige voorzieningen die in het pand uitgevoerd gaan worden
garanderen een instandhouding van het pand gedurende een periode van 40
jaar.
B.1.17 Samenvatting
De buitenruimte is niet realiseerbaar. Een inpandige patio lukt
waarschijnlijk al niet.
Antwoord
Deskundigen die het pand bouwkundig hebben
onderzocht hebben een positief advies gegeven over de uitvoerbaarheid van een
patio op de eerste verdieping.
Één van de eisen aan de nieuwe locatie betrof het criterium dat de
locatie een afgeschermde buitenruimte moest bieden van minimaal 36 m². Op de
Surinamestraat is het mogelijk om een buitenruimte te realiseren, op dit moment
wordt door de architect een variant uitgewerkt met een patio op de eerste
verdieping.
B.1.18 Samenvatting
Er gaan geruchten dat er wel degelijk plannen zijn om het gebied rond de
Surinamestraat te herontwikkelen.
Antwoord
De herontwikkeling van het gebied rond de Surinamestraat is voor een
belangrijk deel afhankelijk van de ontwikkeling van het bedrijven terrein van
DSM en Calvé. Om die reden zal de zogenoemde scheg aan de overzijde van dit
bedrijventerrein onderdeel uit gaan maken van het bestemmingsplan voor dat
bedrijventerrein. Over die mogelijke herontwikkeling van dat terrein wordt op
bestuurlijk niveau overleg gevoerd. Pas als daar meer duidelijkheid over is zal
onderzocht worden welke ontwikkelingen voor het gebied rond de Surinamestraat
mogelijk en wenselijk zijn.
Vestiging van de dagopvang zal de ontwikkelingen niet in de weg staan.
B.1.19 Samenvatting
Er zal weinig sociale controle zijn aangezien er
nauwelijks verkeer is in de buurt. Er komen slechts bezoekers van bedrijven.
Antwoord
Voor beantwoording
van uw reactie verwijzen wij naar onderdeel A.II ‘Overlast en beheerplatform’
van het algemene gedeelte. De
dagopvang is dagelijks geopend van 10:30u tot 17:30u en vervult geen
nachtopvangfunctie. De meeste bezoekers van het dienstencentrum hebben wel een
nachtverblijf; zij hebben een kamer in
onderhuur, slapen bij kennissen of maken gebruik van de nachtopvang op de
Houttuinen. Desalniettemin moet ervoor gewaakt worden dat groepen bezoekers
zich voor en na sluitingstijd gaan ophouden in de buurt van de dagopvang,
bijvoorbeeld aan de waterzijde. Er valt te denken aan specifieke maatregelen in het
tegengaan van hangen aan de waterzijde, zowel tijdens als na de openingsuren.
Daarnaast kan gedacht worden aan het maken van een ronde na sluitingstijd om er
zeker van te zijn dat alle bezoekers het bedrijventerrein hebben verlaten.
B.1.20 Samenvatting
Wat zal de reactie zijn van de gemeente als blijkt dat de dagopvang op
deze locatie niet te handhaven is? Bewoners worden nu opgeofferd.
Antwoord
Voor
beantwoording van uw reactie in algemene zin verwijzen wij naar onderdeel A.II
‘Overlast en beheerplatform’ van het algemene gedeelte. Daaruit blijkt dat wij
er van uit mogen gaan dat de dagopvang op deze locatie te handhaven is. Onze
conclusie op het gebied van veiligheid is dat gezien de omvang en de aard van
de groep die het dienstencentrum bezoekt, de aanpak rond buitenruimte en
toegangssluis en de ervaringen van de laatste jaren de risico’s beperkt zijn.
Dat neemt niet weg dat het belangrijk is structureel overleg te hebben tussen
gemeente, politie, de dagopvang, omwonenden en ondernemers. Dat overleg moet
leiden tot een beheerplan en regelmatige evaluatie van de gang van zaken.
Daarbij horen ook een serieus sanctiebeleid van de dagopvang en afspraken over
een snelle reactie van de hulpdiensten bij incidenten. Op deze wijze kan het
beperkte risico worden verkleind, moet ook het vertrouwen ontstaan dat
wangedrag wordt aangepakt, waardoor uiteindelijk het gevoel van onveiligheid
vermindert.
B.1.21 Samenvatting
In de veiligheidsscan heeft men niet de aangrenzende buurt rond de
Timorstraat/Soendastraat meegenomen en de winkels in de Ternatestraat. Deze
zullen een grote aantrekkingskracht op de daklozen hebben.
Antwoord
In de veiligheidsscan is alleen die omgeving
meegenomen waarvan redelijkerwijs verwacht kan worden dat de de doelgroep zich
daar zal bevinden. De doelgroep is -ook in Delft- sterk geneigd de binnenstad
op te zoeken. De redenen daarvoor zijn divers. De drukte biedt gebruikers of
mensen zonder vaste verblijfplaats meer de anonimiteit dan een woonwijk en
biedt ook een omgeving waarin aan de middelen kan worden gekomen om in de
verslaving te voorzien. In de Delftse binnenstad zijn dan ook meerdere plekken
waar daklozen/verslaafden elkaar ontmoeten. Gelet op het bovenstaande is het
onwaarschijnlijk dat de doelgroep zich zal begeven in de buurt van de
Timorstraat/Soendanstraat en de winkels van de Ternatestraat. Om die reden is
voornoemde buurt niet in de scan meegenomen.
B.1.22 Samenvatting
De gemeente heeft consequent de vele argumenten van de bewoners gebagatelliseerd
en weggewuifd. De inspraak lijkt hiermee slechts georganiseerd omdat de
procedure dat zo wil. De belangen van de bewoners zijn niet meegenomen.
Antwoord
Er is veel aandacht besteed aan een zorgvuldige afweging van belangen in
het kader van de eerdere inspraakprocedures bij gelegenheid van de
locatiekeuze. Er is veel aandacht besteed aan de beantwoording van de
inspraakreacties. Dat daarbij de uiteindelijke uitkomst van de keuze die in het
kader van de inspraakreacties is gemaakt, niet door inspreker wordt gedeeld, is
duidelijk. Dit kan echter niet geweten worden aan de zorgvuldigheid in de
procedure die is gevoerd.
B.1.23 Samenvatting
De locatie op het Staalterrein zou geschikt verklaard kunnen worden
aangezien de afstand door woongebied 350 meter bedraagt. Er wordt echter
aangevoerd dat de locatie niet goed te overzien is, er teveel nisjes zijn en de
locatie aan achterzijden van woningen gelegen is. De vele hangplekken in de
Surinamestraat wegen kennelijk minder zwaar.
Antwoord
De ruimtelijke onderbouwing heeft
betrekking op de vrijstelling van het bestemmingsplan van de Surinamestraat 1.
In onderdeel A. I ‘Het proces tot nu toe’ staat beschreven welke stappen zijn
gezet ten aanzien van de locatiekeuze (waaronder de weging van de mogelijke
locaties) en de aanwijzing van de locatie Surinamestraat 1. Op de website zijn
de onderliggende nota’s te vinden, tevens kunt u ze desgewenst opvragen via dagopvang@delft.nl of telefoon 015 219 5330.
M.b.t. locatie 49 (Brandweerkazerne) is de afweging van de score van
criterium 1 en 2 zeer subjectief. Hier kan men prima een aparte opgang en een
buitenruimte creëren. De beheersbaarheid is hier een groot voordeel vanwege de
nabijheid van het politiebureau.
Voor de beantwoording van uw reactie verwijzen
wij naar het antwoord genoemd onder B.1. 23.
B.1.25 Samenvatting
Locatie nummer 42 (plantsoen hoek Delfgauwseweg/Poortweg) zou geschikt
gemaakt kunnen worden aangezien het herinrichten van een plantsoen minder
ingrijpend is dan het creëren van een dagopvang aan de Surinamestraat. De
overige criteria zijn positief en daarom had deze locatie voor een nader
onderzoek in aanmerking moeten komen.
Antwoord
Voor de beantwoording van uw reactie verwijzen
wij naar het antwoord genoemd onder B.1. 23.
B.1.26 Samenvatting
Het is onduidelijk op basis van welke argumenten de gemeente locatie
nummer 2 (Vlamingstraat 44, Leger des Heils) heeft afgewezen aangezien deze
locatie door het Leger de Heils aan de gemeente wordt aangeboden.
Antwoord
Voor de beantwoording van
uw reactie verwijzen wij naar het antwoord genoemd onder B.1. 23.
B.1.27 Samenvatting
Locatie nummer 28 (GGD) scoort op alle punten goed. De reden waarom deze
locatie dan alsnog is afgevallen moet te maken hebben met externe factoren zoals
belangenverstrengeling. Klopt het dat deze locatie niet meer beschikbaar is?
Heeft de gemeente niet beloofd deze locatie als reserve achter de hand te
houden?
Antwoord
Voor de beantwoording van
uw reactie verwijzen wij naar het antwoord genoemd onder B.1. 23.
B.1.28 Samenvatting
Locatie nummer 8 is bijzonder geschikt. Het wachten is op een uitspraak
van Vestia.
Antwoord
Voor de beantwoording van
uw reactie verwijzen wij naar het antwoord genoemd onder B.1. 23.
B.1.29 Samenvatting
De bodem van de locatie aan de Surinamestraat is
gecontroleerd door de huidige eigenaar die stelt dat er geen problemen zijn.
Het is bekend dat dit soort onderzoeken te manipuleren zijn. Zal de gemeente
nog een onafhankelijk onderzoek laten doen?
Antwoord
De opdrachtgever van het onderzoek is Bob Junius
Beheer B.V. Voorafgaand aan het onderzoek is overleg geweest met de gemeente
over de onderzoeksopzet. Het onderzoek is uitgevoerd door een onafhankelijk
adviesbureau. Er is geen reden voor de gemeente om nogmaals bodemonderzoek te
laten uitvoeren.
B.2.1 Samenvatting
Inspreker maakt bezwaar tegen de vestiging van de dagopvang in de
Surinamestraat. Het belangrijkste bezwaar is dat, als bewoner van de Pauwhof te
Rijswijk, men zijn kinderen straks niet meer met een gerust hart langs de
Vliet, onder de Reyneltbrug door kan laten fietsen. De kinderen kunnen niet
uitwijken naar een fietsroute over de Vrijebanselaan omdat de automobilisten,
komend van de A13, deze weg als een racecircuit gebruiken.
Antwoord
Voor
beantwoording van uw reactie in algemene zin verwijzen wij naar onderdeel A.II
‘Overlast en beheerplatform’ van het algemene gedeelte. Wij voegen daaraan toe
dat de dagopvang een kleinschalige voorziening is. Daarnaast kan door een goede
inrichting van de locatie en beheer van de omgeving de kans op overlast en
criminaliteit verder beperkt worden, –in objectieve zin- kan zo een voldoende
niveau van veiligheid bereikt worden. Dat neemt niet weg dat het belangrijk is
structureel overleg te hebben tussen gemeente, politie, de dagopvang,
omwonenden en ondernemers. Dat overleg moet leiden tot een beheerplan en
regelmatige evaluatie van de gang van zaken. Daarbij horen ook een serieus
sanctiebeleid van de dagopvang en afspraken over een snelle reactie van de
hulpdiensten bij incidenten. Op deze wijze kan het beperkte risico worden
verkleind, moet ook het vertrouwen ontstaan dat wangedrag wordt aangepakt,
waardoor uiteindelijk het gevoel van onveiligheid vermindert.
B.2.2 Samenvatting
Inspreker wil niet dat zijn kinderen geconfronteerd worden met
rondhangende dagopvang individuen en het daaraan gekoppelde straatbeeld.
Antwoord
Voor de
beantwoording van uw reactie verwijzen wij naar het antwoord onder B.2.1.
B.2.3 Samenvatting
Het risico van een incident naar de kinderen van de inspreker zal sterk
toenemen aangezien de bezoekers van de dagopvang niet behoren tot een categorie
mensen die erg stabiel in gedrag en houding zijn.
Antwoord
Voor
beantwoording van uw reactie verwijzen wij naar het antwoord gegeven onder B
2.1.
B.2.4 Samenvatting
Inspreker zal, indien de plannen toch doorgaan, de gemeente aansprakelijk
stellen indien zich een incident voordoet waarbij zijn kinderen betrokken zijn.
Antwoord
Wij nemen deze reactie voor kennisgeving aan.
B.3.1 Samenvatting
Inspreker maakt bezwaar tegen de komst van de dagopvang in de
Surinamestraat en sluit zich aan bij de onderbouwing van de afwijzing van het
Comité Pauwhof. De dagopvang zal veel onrust in de wijk veroorzaken.
Antwoord
Voor beantwoording van uw reactie verwijzen wij naar onderdeel A.II
‘Overlast en beheerplatform’ van het algemene gedeelte. Omdat het hier gaat om
een centrum voor dagopvang en met een aantal gerichte maatregelen overlast kan
worden voorkomen deelt het college de opvatting van inspreker niet.
B.3.2 Samenvatting
De Mondriaan scholieren zullen gevaar lopen aangezien jongeren nog
gemakkelijk te beïnvloeden zijn.
Antwoord
Op zichzelf geldt ook voor de locatie van de Mondriaan-Onderwijsgroep
wat in onderdeel A II ‘Overlast en beheerplatform’
is gezegd. Mondriaan is ten noorden van de Surinamestraat gelegen. De doelgroep
zal het centrum over het algemeen juist uit de
zuidelijke richting bezoeken. Het college ziet daarom geen duidelijke
relatie tussen de
locatie Surinamestraat 1 en Het Mondriaan College.
De omgeving zal dan alleen kunnen zien dat bezoekers de locatie van het
centrum
betreden en weer verlaten. Het enkele feit dat bezoekers van het centrum
op die
manier zichtbaar zijn en looproutes van andere groepen kruisen beschouwen
wij niet
als hinderlijk. Dat neemt niet weg dat het risico van overlast aanwezig
blijft. Daarom
neemt Mondriaan deel aan het beheerplatform.
B.3.3 Samenvatting
Er zijn twee gemeenten die met de problematiek te maken krijgen; wie zal
de verschillende problemen oplossen? Er zal sprake zijn van een
doorgeefsituatie.
Antwoord
Op ambtelijk en bestuurlijk niveau is contact met de gemeente Rijswijk.
De veiligheidsscan is in overleg met de politie Haaglanden voorbereid en
uitgevoerd. Rijswijk valt ook onder politie Haaglanden. De veiligheidsscan
geeft een karakterschets van de omgeving op hoofdlijnen. De gemeente zal
bewoners van Rijswijk betrekken bij het vervolgproces en het beheerplan.
B.3.4 Samenvatting
De omvang van de problemen van deze categorie is te groot voor de directe
omgeving en zal zeker veel onrust, onveiligheid en zwerven door de wijken
veroorzaken.
Antwoord
Voor beantwoording van uw reactie verwijzen wij naar onderdeel A.II
‘Overlast en beheerplatform’ van het algemene gedeelte. Omdat het hier gaat om
een centrum voor dagopvang en met een aantal gerichte maatregelen overlast kan
worden voorkomen deelt het college de opvatting van inspreker niet.
B.3.5 Samenvatting
Inspreker vertrouwt erop dat deze en andere argumenten zullen leiden tot
een heroverweging die de locatie Surinamestraat als dagopvang zal uitsluiten.
Antwoord
Voor wat betreft de heroverweging van de locatie Surinamestraat zullen
wij alle inspraakreacties aan de hand van ons commentaar daarop af te wegen en
naar aanleiding daarvan te besluiten de procedure al dan niet voort te zetten.
Het is denkbaar dat wij naar aanleiding van de inspraakreacties tot de
conclusie komen dat verdere voortzetting van de procedure als bedoeld in
artikel 19 lid 2 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening niet verantwoord is.
Indien wij van mening zijn dat de inspraakreacties een dergelijke conclusie
niet rechtvaardigen, zullen wij de procedure voortzetten, waarbij overigens
wederom de mogelijkheid bestaat tot het indienen van zienswijzen bij burgemeester
en wethouders.
B.4.1 Samenvatting
Inspreker wijst de komst van de dagopvang in de directe woonomgeving af
en sluit zich aan bij de onderbouwing van de afwijzing van het comité Pauwhof.
Antwoord
De directe omgeving van de locatie Surinamestraat
kent nauwelijks een woonfunctie. In de iets wijdere omgeving liggen wel
woonwijken, maar die zijn door de Reineveldbrug of door het Mondriaan College
afgescheiden van het gebied Surinamestraat. Het is wel denkbaar dat bezoekers
van het centrum gebruik zullen maken van de looproute Oostsingel, maar die
voert eerder langs dan door de woonwijk. Wij zien daardoor geen duidelijke
relatie tussen de dagopvang en de woonomgeving. Dat neemt niet weg dat het wel
degelijk van belang is ook uit een iets wijdere omgeving betrokkenheid te
hebben in het beheeroverleg rond het centrum. Naar verwachting zal de doelgroep via de Reineveldbrug naar de
dagopvang komen. Omdat de dagopvang een kleinschalige voorziening is en
drugsgebruikers een minderheid van de bezoekers vormen en daarnaast door een
goede inrichting van de locatie en beheer van de omgeving de kans op overlast
en criminaliteit verder beperkt kan worden, kan –in objectieve zin- een
voldoende niveau van veiligheid bereikt worden. Dat neemt niet weg dat het
belangrijk is structureel overleg te hebben tussen gemeente, politie, de
dagopvang, omwonenden en ondernemers. Dat overleg moet leiden tot een
beheerplan en regelmatige evaluatie van de gang van zaken. Daarbij horen ook
een serieus sanctiebeleid van de dagopvang en afspraken over een snelle reactie
van de hulpdiensten bij incidenten. Op deze wijze kan het beperkte risico
worden verkleind, moet ook het vertrouwen ontstaan dat wangedrag wordt
aangepakt, waardoor uiteindelijk het gevoel van onveiligheid vermindert. Het
feit dat looproutes elkaar kunnen kruisen beschouwen wij niet als hinderlijk.
B.4.2 Samenvatting
De extra overlast die een opvangcentrum kan veroorzaken omvat:
-
Bij slecht weer de hal van de voordeur van de
inspreker gebruiken als schuilplaats, zowel overdag als ’s avonds. In de nabije
omgeving zijn meer schuilplaatsen aan te wijzen waar de mensen van de dagopvang
zich kunnen ophouden.
-
Inspreker heeft zicht op de tramhalte die gebruikt
zal worden om naar de dagopvang te komen en verwacht problemen te ondervinden
op de looproute naar de dagopvang.
-
De komst van de dagopvang verergert de overlast die
nu al wordt veroorzaakt door de leerlingen van het Mondriaan College;
drugsgebruik, gebruik van muren als openbaar toilet, achterlaten van rommel,
het deponeren van peuken in brievenbussen. Hierdoor kan de inspreker geen
gebruik maken van zijn voordeur en voelt zich als rolstoelgebruiker bovendien
in een kwetsbare positie.
Antwoord
Voor beantwoording van uw reactie verwijzen wij naar onderdeel A.II
‘Overlast en beheerplatform’ van het algemene gedeelte.
B.4.3 Samenvatting
Inspreker vertrouwt erop dat deze en andere argumenten zullen leiden tot
een heroverweging die de locatie Surinamestraat als dagopvang zal uitsluiten.
Antwoord
Voor de beantwoording van uw reactie verwijzen wij
naar het antwoord onder B.3.5.
B.5.1 Samenvatting
Inspreker maakt bezwaar tegen de vestiging van de dagopvang aan de
Surinamestraat. Er is niet eerlijk gewogen met de criteria. De locatie is
totaal ongeschikt voor een voorziening als de dagopvang. Inspreker verwijst
daarvoor naar het bijgevoegde rapport van het bureau SAVE.
Antwoord
Voor beantwoording van uw reactie verwijzen wij naar de reactie van het
college op het rapport van SAVE/Oranjewoud, gepresenteerd op de website van de
gemeente. In de reactie geeft het college aan dat er in de quickscan geen
nieuwe feiten naar voren komen of onderbouwingen die aanleiding geven om de
locatiekeuze ter discussie te stellen. Het bureau komt wel tot andere conclusies.
Maar deze worden niet gedeeld door het college. Het college ziet dan ook geen
enkele aanleiding om het besluit van 24 februari 2005 opnieuw ter discussie te
stellen. Het rapport bevat wel een aantal zienswijzen die van nut kunnen zijn
bij het opstellen van het beheerplan dat helpt om te komen tot een goede
inpassing van de dagopvang op de Surinamestraat.
B.5.2. Samenvatting
De gemeente heeft op het allerlaatste moment nog even de Surinamestraat
toegevoegd in de procedure en deze locatie weegt niet eerlijk t.o.v. andere
locaties die dan al afgevallen zijn in het proces zoals bijv. de locatie
Mierenveltlaan. De route is hier te lang en loopt door een woonwijk, maar de situatie is identiek
aan de situatie in de Surinamestraat. Volgens de gemeente loopt de route van de
dagopvang bij de Surinamestraat over de brug terwijl in de realiteit de
bezoeker langs het water en door de Indische buurt en langs de Geerweg zal
lopen.
Antwoord
Voor beantwoording van uw reactie
verwijzen wij naar onderdeel A.I. ‘Het proces tot nu toe’ van het algemene
gedeelte.
B.5.3 Samenvatting
Er is een aanzuigende werking van bezoekers uit andere steden door de
tramverbinding met Den Haag. Men kan in
10 minuten op Hollands Spoor zijn. Geen enkele locatie heeft een dusdanige aanzuigende
werking door de ligging t.o.v. het openbaar vervoer. De eis van ligging t.o.v.
het openbaar vervoer zou ook voor de tram moeten gelden.
Antwoord
De dagopvang vervult een functie voor bezoekers uit
de regio Delft, Westland en Oostland. Voor hen kan de tram een goede manier
zijn het centrum te bezoeken. Bezoekers uit Den Haag/Rijswijk worden in het
centrum niet toegelaten. Het heeft voor hen dus ook geen zin zich in het gebied
te begeven. Het college is daarbij van mening dat de veiligheidsrisico’s in het
stationsgebied en dergelijke risico’s rond de tramhalte zeer sterk van elkaar
verschillen. Men kan er niet opgaan in de drukte, waardoor minder gelegenheid
tot crimineel gedrag bestaat. Het college is niet met inspreker eens dat
vanwege de tramhalte een aanzuigende werking op mensen van buiten de regio zal
ontstaan.
B.5.4 Samenvatting
Er is geen enkele locatie die een grotere loopafstand heeft tot de Markt
en derhalve de meeste overlast meebrengt voor de buurt waar de bezoekers van de
dagopvang doorheen lopen. Vanaf deze locatie zijn er ook de meeste varianten
van routes om naar de Markt te lopen en dit geeft overlast in verschillende
woonwijken. Hierop is geen controle mogelijk door politie of dagopvang
personeel.
Antwoord
Voor de beantwoording van uw reactie in algemene zin verwijzen we u naar
onderdeel A.II ‘Overlast en beheerplatform’ van het algemene gedeelte.
B.5.5 Samenvatting
Er is geen enkele locatie die zoveel mogelijkheden biedt om drugs te
gebruiken in de omgeving van de dagopvang. Toezicht hierop door het personeel
van de dagopvang is niet mogelijk vooral ’s avonds en ’s nachts. Er is een
verlaten industrieterrein met vele donkere hoekjes en een brug.
Antwoord
Voor de beantwoording van uw reactie verwijzen we u naar het antwoord
gegeven onder B.5.4.
B.5.6 Samenvatting
Het vredige karakter van de vooral door oudere mensen bewoonde Indische
buurt zal compleet worden verstoord doordat de bezoekers in de parkjes en op de
bankjes zullen gaan rondhangen. De bewoners van Huize Monica zullen straks niet
meer naar buiten durven aangezien ze niet voor zichzelf kunnen opkomen.
Antwoord
Voor beantwoording van deze verwijzen wij u naar paragraaf A.II ‘Overlast
en beheerplatform’ van het algemene gedeelte. Naar verwachting zal het
overgrote deel van de bezoekers gebruik maken van de route
Surinamestraat-Reineveldbrug-Binnenstad. Bezoekers zullen daardoor niet of
nauwelijks door de Indische buurt lopen. Een andere mogelijke route loopt via
de Oostsingel. Daarmee passeren ze de Indische buurt aan de rand van deze
buurt. Omdat de dagopvang een kleinschalige voorziening is en drugsgebruikers
een minderheid van de bezoekers vormen en daarnaast door een goede inrichting
van de locatie en beheer van de omgeving de kans op overlast en criminaliteit
verder beperkt kan worden, kan –in objectieve zin- een voldoende niveau van
veiligheid bereikt worden. Dat neemt niet weg dat het belangrijk is structureel
overleg te hebben tussen gemeente, politie, de dagopvang, omwonenden en
ondernemers. Hoewel genoemde buurt door de Reineveldbrug wordt afgescheiden van
de directe omgeving van het centrum en ook terzijde ligt van de aanlooproutes
naar het centrum is betrokkenheid van bewoners van deze buurt in dit overleg
mogelijk en gewenst.
B.5.7 Samenvatting
Er is geen sociale controle aanwezig want er zijn ook overdag te weinig
mensen in de buurt. Alleen tussen 8 en 9 uur en om 16.00 uur als mensen van en
naar hun werk gaan.
Antwoord
Voor de beantwoording van uw reactie in algemene zin verwijzen we u naar
onderdeel A.II ‘Overlast en beheerplatform’ van het algemene gedeelte.
B.5.8 Samenvatting
De gemeente dringt mensen iets op wat ze niet willen. De gemeente brengt
overlast die men zou verwachten in het centrum naar de buitengebieden waar
mensen wonen die dit juist niet wilden. Dit besluit is een typisch voorbeeld
van een onbetrouwbare overheid.
Antwoord
Voor beantwoording van uw reactie
verwijzen wij naar onderdeel A.I ‘Het proces tot nu toe’ van het algemene
gedeelte.
B.5.9 Samenvatting
De gemeente bouwt een nieuwe woonwijk in de omgeving maar er is geen
communicatie naar potentiële kopers over de dagopvang.
Antwoord
In de directe omgeving van de beoogde locatie wordt geen nieuwe woonwijk
gebouwd. Mogelijk bedoelt inspreker het bouwplan Ceram Boeroe. Potentiële kopers
kunnen zich via de daartoe geëigende wegen (publieksbalie, internet,
plaatselijke kranten) op de hoogte stellen van mogelijke ontwikkelingen in de
omgeving.
B.5.10 Samenvatting
Er is een middelbare school in de directe omgeving van de dagopvang. Deze
kinderen zullen in aanraking komen met drugs. De gemeente heeft zelf aangegeven
dat er rond de huidige dagopvang ook in drugs wordt gedeald.
Antwoord
Op zichzelf geldt ook voor de locatie van de Mondriaan-Onderwijsgroep
wat in onderdeel A II ‘Overlast en beheerplatform’
is gezegd. Mondriaan is ten noorden van de Surinamestraat gelegen. De doelgroep
zal het centrum over het algemeen juist uit de
zuidelijke richting bezoeken. Het college ziet daarom geen duidelijke
relatie tussen de
locatie Surinamestraat 1 en Het Mondriaan College. De omgeving zal dan
alleen kunnen zien dat bezoekers de locatie van het centrum betreden en weer
verlaten. Het enkele feit dat bezoekers van het centrum op die manier zichtbaar
zijn en looproutes van andere groepen kruisen beschouwen wij niet als
hinderlijk. Dat neemt niet weg dat het risico van overlast aanwezig blijft.
Daarom neemt Mondriaan deel aan het beheerplatform.
B.5.11 Samenvatting
Bijlage: Quickscan dagopvang gemeente Delft / augustus 2005
Uitgevoerd door: Ingenieurs/adviesbureau SAVE, Deventer
Opdrachtgever: Int. Transportbedrijf L. v.d. Lee en Zonen BV, Delft
Conclusies en aanbevelingen.
1. De bekende
feiten over de doelgroep zijn summier. In aanvulling op de door SAVE
uitgevoerde quickscan zou men een helder profiel kunnen schetsen van de
doelgroep aan de Oostsingel met aantallen, mogelijke verblijfplaatsen ’s
nachts, nationaliteit, geslacht, verslavingsbeeld, leeftijd, etc. Hierover
bestaat bij de betrokkenen nog onduidelijkheid.
Antwoord
Het college is het met de inspreker eens dat informatie verschaffen over
de doelgroep en de rol van de dagopvang essentieel is om een juiste
beeldvorming te creëren. Gedurende het gehele proces heeft de gemeente getracht
informatie te verstrekken door onder andere twee open middagen te organiseren,
een presentatie van het bestuur van de dagopvang tijdens de informatie- en
inspraakavond, informatie in de speciale editie van de Stadskrant en op de
website. Gezien het aantal vragen dat hierover wordt gesteld, heeft het
dienstencentrum een bezoekersmonitor uitgevoerd, deze is gepresenteerd op de
website van de gemeente Delft (zie onder dagopvang, onderzoeken).
B.5.12 Samenvatting
2. De meest
voor de hand liggende oplossing is dat de huidige locatie aan de Oostsingel 76
wordt aangepast. Daarna zouden de locatie Beukenlaan/Van Miereveltlaan en
Gasthuisplaats/Koornmarkt in aanmerking komen. Het is voor SAVE onduidelijk
waarom deze locaties uiteindelijk als ongeschikt zijn beoordeeld.
Antwoord
De ruimtelijke
onderbouwing heeft betrekking op de vrijstelling van het bestemmingsplan van de
Surinamestraat 1. In onderdeel A. I ‘Het proces tot nu toe’ staat beschreven
welke stappen zijn gezet ten aanzien van de locatiekeuze (waaronder de weging
van de mogelijke locaties) en de aanwijzing van de locatie Surinamestraat 1.
B.5.13 Samenvatting
3. In de
notitie “Toetsing alternatieve locaties dagopvang” van oktober 2004 wordt
gewerkt met de toekenning van plussen (+) en minnen (-) ten aanzien van de
toetsingscriteria voor alle 107 locaties. In een latere nota, “Besluit nieuw
locatie dagopvang” (3 februari 2005), is gewerkt met een score goed,
aandachtspunt, zwak en zeer zwak ten aanzien van de zes overgebleven locaties.
Indien in de eerdere toetsing met eenzelfde beoordelingssysteem gewerkt zou
zijn, zou de gemeente wellicht tot een andere locatiekeuze gekomen zijn.
Antwoord
Voor beantwoording van uw reactie
verwijzen wij naar onderdeel A.I ‘Het proces tot nu toe’ van het algemene
gedeelte.
B.5.14 Samenvatting
Uit de voor SAVE beschikbare gegevens blijkt dat de
gemeente Delft geen integraal veiligheidsbeleid heeft bepaald ten aanzien van
de doelgroep. Ook heeft de gemeente geen gebruik gemaakt van de VER-methode bij
het bepalen van de locatiekeuze. Door SAVE worden de volgende kanttekeningen
geplaatst bij de door de DSP-groep onderzochte vijf aspecten ten aanzien van de
(sociale) veiligheid:
Het pand is door omringende bebouwing ingesloten en heeft aan drie zijden
geen buitengevels. Daardoor is er geen zichtlijn langs de Oostsingel en is er
geen mogelijkheid voor de medewerkers en de politie om goed zicht te hebben op
de doelgroep in de omgeving van het centrum.
Antwoord
In het SAVE-rapport wordt op bladzijde 19 aangegeven
dat het pand door zijn ligging onvoldoende mogelijkheid voor de medewerkers van
de politie geeft om goed zicht te hebben op de doelgroep in de omgeving van het
centrum. Wij vinden dat de opmerkingen van SAVE beslist niet tot een andere
conclusie kunnen leiden dan in de veiligheidsscan is gebeurd. In tegenstelling
tot het SAVE-rapport vinden wij de locatie wel degelijk overzichtelijk en dus
geschikt voor de functie van dagopvang, ondanks het feit dat de locatie is
ingesloten door bebouwing. Vanaf de eerste verdieping is er zicht op
verschillende zijden en daarmee een blikveld op een deel van de omgeving. De
locatie is van meerdere zijden goed en tijdig bereikbaar voor hulpdiensten.
B.5.15 Samenvatting
Er is geen goede bereikbaarheid voor hulpdiensten.
Gelet op de afstand zal zelfs de maximaal toelaatbare opkomsttijd niet altijd
haalbaar zijn, mede doordat de Delftweg aan de noordkant is afgesloten voor
autoverkeer.
Antwoord
De
Delftse hulpdiensten hebben aangegeven dat de locatie goed toegankelijk is voor
hulpdiensten. De locatie Surinamestraat voldoet qua bereikbaarheid aan alle
eisen. De breedte van de straat, de toegangswegen en de mogelijkheid tot
parkeren in de straat voldoen aan de eisen. Er zijn twee aanrijroutes naar de
Surinamestraat, te weten vanaf de Vrijenbanselaan via de Curacaostraat en vanaf
de Oostsingel en de Haagweg. Voorts is de Surinamestraat vanaf de Rijswijkse
zijde benaderbaar. De surveillance eenheden van Rijswijk kunnen bij een
noodgeval over het fietspad rijden.
B.5.16 Samenvatting
Er is beslist onvoldoende sociale controle in de
omgeving. Er is geen zicht vanuit woningen of andere bebouwing. Voorts is er
geen doorgaand autoverkeer mogelijk en komen er te weinig voetgangers en
fietsers langs. Er is een lange route door woonbuurten (Geerweggebied,
Molukkenstraat en Boogerden) tot de binnenstad. Deze afstand bedraagt 1366 meter
maar de meest voor de handliggende route is langs het Schiekanaal en deze
bedraagt 1670 meter.
Antwoord
Voor de beantwoording van uw reactie in algemene zin verwijzen we u naar
onderdeel A.II ‘Overlast en beheerplatform’ van het algemene gedeelte.
B.5.17 Samenvatting
In de omgeving zijn meerdere functies met een (semi)
openbaar karakter; het Mondriaan College, een restaurant, een snackbar, een
GGD-dependance en een tramhalte. Ook de gevestigde bedrijven hebben een open
instelling en zijn daarmee kwetsbaar.
Antwoord
Voor de beantwoording van deze reactie verwijzen wij
u naar paragraaf A.II ‘Overlast en beheerplatform’ en paragraaf A.III ‘Effect
op bedrijven in de omgeving’ van het algemene gedeelte.
B.5.18 Samenvatting
Er zijn diverse functie en ruimten in de omgeving
met een eigen veiligheidsrisico; de snackbar Insulindeweg/Ternatestraat
(verkoop bier), diefstal en insluiping in de nabij gelegen bedrijven en de
school. De grasberm en bankjes kunnen hangplekken worden. Toeristen kunnen
worden afgeschrikt op weg naar de Delftse Pauw.
Antwoord
Voor de
beantwoording van uw reactie verwijzen wij naar het antwoord onder B.5.17.
B.5.19 Samenvatting
Het gebouw zal moeten voldoen aan de
brandveiligheidseisen als bedoeld in het Bouwbesluit. De brandscheidingen tussen
de verdiepingen zijn met het oog niet te controleren. Hiervoor is nader
onderzoek nodig.
Antwoord
Uw opmerking dat het gebouw moet voldoen aan brandveiligheidseisen is
correct. Het (verbouw)plan wordt getoetst aan het Bouwbesluit bij het aanvragen
van de bouwvergunning en door de brandweer in het kader van verkrijgen van de
gebruikersvergunning. De bouwvergunning zal naar verwachting in december worden
aangevraagd.
B.5.20 Samenvatting
De dagopvang kan als een kwetsbaar object worden benoemd. Men zou de
externe veiligheidsrisico’s nader moeten onderzoeken vanwege de directe
nabijheid van een vuurwerkopslag, een transportbedrijf voor gevaarlijke
stoffen, vervoer van gevaarlijke stoffen over het Rijn-Schiekanaal en
industriebedrijven direct aan de overkant. Daardoor valt deze locatie wellicht
onder een of meerdere risicocontouren zowel plaatsgebonden risico als
groepsrisico.
Antwoord
Voorafgaand aan het opstellen van de ruimtelijke onderbouwing is nagegaan
wat de externe veiligheidsrisico’s zijn. De vuurwerkopslag is zodanig
gesitueerd dat er geen risicocontour over het pand Surinamestraat 1 liggen. Van
der Lee heeft een milieuvergunning waarin o.a. eisen zijn opgenomen voor de
opslag van gevaarlijke stoffen. Op basis van deze vergunning liggen er geen risicocontouren
over het pand Surinamestraat 1. De provincie Zuid-Holland is bevoegd gezag voor
de milieuvergunning van DSM en vaarwegbeheerder over de Schie. Volgens opgave
van de provincie Zuid-Holland liggen de risicocontouren van DSM niet over de
Schie en is de Schie niet aangewezen als route voor het transport van
gevaarlijke stoffen.
De conclusies van SAVE t.a.v. de toepassing van de door de gemeente
opgestelde criteria m.b.t. de locatie Surinamestraat zijn de volgende:
Het programma van eisen is voor de locatie wellicht haalbaar maar kent
sterke beperkingen vanwege de eisen van daglichttoetreding. Conclusie:
negatief. Het realiseren van een buitenruimte heeft ook een beperking van
daglichttoetreding. Conclusie: negatief.
Antwoord
Ten aanzien van de daglichttoetreding heeft nader onderzoek
plaatsgevonden en is de conclusie dat het pand met relatief geringe
aanpassingen kan voldoen aan de eisen van daglichttoetreding. Het realiseren
van buitenruimte heeft geen beperkingen ten behoeve van de wettelijke normen
van daglichttoetreding tot gevolg.
B.5.22 Samenvatting
Situering in of nabij de binnenstad is essentieel voor het bereiken van
de doelgroep om daarmee te voorkomen dat de doelgroep zich in de binnenstad
gaat ophouden. De looproute van de locatie naar de binnenstad is meer dan 1
kilometer (1366 meter). Daarom had deze locatie nooit in aanmerking mogen komen
voor de dagopvang.
Antwoord
Voor beantwoording van uw reactie
verwijzen wij naar onderdeel A.I ‘Het proces tot nu toe’ van het algemene
gedeelte.
Nabijheid station. De locatie ligt direct nabij een tramstation op de
route Den Haag Centrum, Rijswijk, Delft.
Antwoord
De dagopvang vervult een functie voor bezoekers uit
de regio Delft, Westland en Oostland. Voor hen kan de tram een goede manier
zijn het centrum te bezoeken. Bezoekers uit Den Haag/Rijswijk worden in het
centrum niet toegelaten. Het heeft voor hen dus ook geen zin zich in het gebied
te begeven. Het college is daarbij van mening dat de veiligheidsrisico’s in het
stationsgebied en dergelijke risico’s rond de tramhalte zeer sterk van elkaar
verschillen. Men kan er niet opgaan in de drukte, waardoor minder gelegenheid
tot crimineel gedrag bestaat. Het college is niet met inspreker eens dat
vanwege de tramhalte een aanzuigende werking op mensen van buiten de regio zal
ontstaan.
B.5.24 Samenvatting
De toegankelijkheid/beheersbaarheid voor de politie, brandweer en
ambulancedienst is voor deze locatie negatief aangezien ze slecht te bereiken
is. Zelfs de maximale opkomsttijden (respectievelijk politie 15 minuten,
brandweer 8 minuten en ambulance 15 minuten) zijn wellicht niet haalbaar.
Daarnaast is de Delftweg afgesloten voor autoverkeer. Hierdoor worden de
surveillancemogelijkheden van de politie sterk beperkt.
Antwoord
Voor de beantwoording van uw reactie verwijzen wij u naar het antwoord
onder B.5.15.
B.5.25 Samenvatting
De aanvoerroute van het centrum tot de locatie loopt door diverse
woonbuurten. De afstand die daar wordt afgelegd is veel groter dan de door de
gemeente aangegeven 300 meter.
Antwoord
Wij zijn van mening dat de aanvoerroute van het centrum tot de locatie
niet door maar langs een woonbuurt voert. Dit is alleen anders door de
binnenstad zelf maar daar is geen sprake van een overwegende woonbuurt. De
binnenstad wordt gekenmerkt door een veelheid aan functies. Voor de overige
beantwoording wordt verwezen naar paragraaf A.I ‘Het proces tot nu toe’ van het
algemene gedeelte.
B.5.26 Samenvatting
Een bestemmingsplanprocedure is noodzakelijk en deze zal, gelet op de
vele bezwaren en de relatie met de externe veiligheid, niet binnen 1 jaar
kunnen worden afgerond.
Antwoord
Artikel 19 lid 2 WRO biedt een volwaardig
alternatief voor een bestemmingsplanprocedure. Op grond van de provinciale
circulaire voor toepassing van artikel 19 lid 2 WRO bestaat de mogelijkheid om
een specifieke verklaring van geen bezwaar aan te vragen, zodat het mogelijk is
om voor een individueel verzoek een vrijstellingsprocedure te voeren. Daarbij
worden alle belangen die betrokken zijn bij een vrijstellingsprocedure
zorgvuldig gewogen. Verder is door het college van burgemeester en wethouders
gekozen voor een separate inspraakprocedure terwijl dit strikt genomen niet is
voorgeschreven voor een procedure als bedoeld in artikel 19 lid 2 WRO. Op die
manier is de vergelijking met een bestemmingsplanprocedure nog gemakkelijker en
vormt de bestemmingsplanprocedure geen betere of andere waarborg voor de
belangen van de omgeving dan de thans gevoerde procedure.
B.5.27 Samenvatting
Volgens de gemeente is er geen sprake van geplande herontwikkeling in het
gebied. Hierbij is wellicht nog geen rekening gehouden met de mogelijke invloed
van ontwikkelingen bij de bedrijven in de omgeving, wat van belang kan zijn bij
de bepaling van het groepsrisico.
Antwoord
Wij
zijn van mening dat het groepsrisico als bedoeld in het Besluit externe
veiligheid inrichtingen door vestiging van de functie dagopvang niet
noemenswaardig zal wijzigen. Wij verwijzen daartoe naar hetgeen in het
hoofdstuk “externe veiligheid” van de ruimtelijke onderbouwing is opgenomen. In
het Besluit externe veiligheid worden regels gegeven ten behoeve van de externe
veiligheid van groepen en individuen. De dagopvang valt onder de categorie
‘beperkt kwetsbare objecten’ als bedoeld in het Besluit. De risicocirkel (‘tien tot de
min achtste contour’) van DSM loopt langs de Schie. Hieruit volgt dat er geen
beperkingen zijn ten gevolge van het groepsrisico voor deze locatie. De
hoeveelheden daadwerkelijk opgeslagen gevaarlijke stoffen op het terrein van
DSM zijn zo klein dat dit geen risico oplevert voor functies op deze locaties.
Wij zien in de inspraakreactie geen reden om de uitkomsten van deze wettelijke
toets te heroverwegen.
B.5.28 Samenvatting
De verwachten kosten passen wellicht binnen het beschikbare budget maar
hierover is, mede gelet op de brandveiligheidseisen, geen zekerheid te geven.
Antwoord
Zoals in de nota ‘Besluit nieuwe locatie dagopvang’ (5401062, februari
2005) is gesteld, is voor de realisatie van de dagopvang aan de Surinamestraat
1 een investering van ongeveer € 525.000,- noodzakelijk. De raad heeft een
krediet van ruim 1,1 miljoen euro beschikbaar gesteld voor de nieuwe locatie
voor de dagopvang, daarnaast wordt de waarde van het huidige pand ingebracht.
De verwachting dat de kosten binnen het beschikbare budget blijven is hiermee
reëel.
B.5.29 Samenvatting
De locatie Crommelinplein/Zuidwal (GGD-locatie) lijkt vooralsnog een
beter alternatief.
Antwoord
Voor beantwoording van uw reactie
verwijzen wij naar onderdeel A.I ‘Het
proces tot nu toe’ van het algemene gedeelte.
B.6. P. v.d. Brul
B.6.1 Samenvatting
Inspreker wijst de komst van de dagopvang in de directe woonomgeving af
en sluit zich aan bij de onderbouwing van de afwijzing van het comité Pauwhof
die veilig en rustig wonen hoog in het vaandel heeft staan.
Antwoord
Voor beantwoording wordt verwezen naar de
beantwoording van dezelfde inspraakreactie, in deze nota opgenomen onder B.19.
B.6.2 Samenvatting
De dagopvang zal veel onrust in de wijk veroorzaken. Inspreker vertrouwt
erop dat deze en andere argumenten zullen leiden tot een heroverweging die de
locatie Surinamestraat als dagopvang zal uitsluiten en een
bestemmingsplanwijziging onnodig maakt.
Antwoord
Voor beantwoording van deze reactie verwijzen wij u naar paragraaf A.II
‘Overlast en beheerplatform’ van het algemene gedeelte. Omdat het hier gaat om
een centrum voor dagopvang en met een aantal gerichte maatregelen overlast kan
worden voorkomen deelt het college de opvatting van inspreker niet. Voor wat betreft
de heroverweging van de locatie Surinamestraat wensen wij alle inspraakreacties
aan de hand van ons commentaar daarop af te wegen en naar aanleiding daarvan te
besluiten de procedure al dan niet voort te zetten. Het is denkbaar dat wij
naar aanleiding van de inspraakreacties tot de conclusie komen dat verdere
voortzetting van de procedure als bedoeld in artikel 19 lid 2 van de Wet op de
Ruimtelijke Ordening niet verantwoord is. Indien wij van mening zijn dat de
inspraakreacties een dergelijke conclusie niet rechtvaardigen, zullen wij de
procedure voortzetten, waarbij overigens wederom de mogelijkheid bestaat tot
het indienen van zienswijzen bij burgemeester en wethouders.
B.7.1 Samenvatting
Inspreker verzoekt de gemeente met klem de komst van de dagopvang aan de
Surinamestraat af te wijzen. Afgezien van de hieronder genoemde inhoudelijke
argumenten maakt de inspreker bezwaar tegen de gebrekkige informatievoorziening
naar de burgers van Rijswijk-Zuid, met name die van de Pauwhof. Zij hebben geen
mogelijkheid gehad zich voor te bereiden om in te spreken op de inspraakavond
die volgde op het voorlopig collegebesluit van 2 februari 2005 en de
inspraakavonden georganiseerd vanaf november 2004. Het besluit werd vernomen
uit de huis-aan-huis informatie van de gemeente Delft.
Antwoord
Het gebied ten noorden de Surinamestraat is in eerste instantie niet
meegenomen in de huis-aan-huis mailings. De huidige ervaring is dat de
doelgroep zich op de binnenstad richt en niet zozeer op de buurt achter de
dagopvang. Ook op de Surinamestraat verwachten wij dat de doelgroep
georiënteerd is op de binnenstad en niet op het gebied ten noorden van de
dagopvang. Dat is de reden dat dit gebied in de huis-aan-huis mailings in eerste
instantie niet betrokken is. Naar aanleiding van reacties van bewoners uit
Rijswijk heeft de gemeente deze bewoners alsnog voorzien van informatie. Het
college streeft er naar zo zorgvuldig en transparant mogelijk te handelen.
Derhalve is er via diverse mediakanalen, brief, informatiekrant en website,
gecommuniceerd over de plannen van de gemeente. De betreffende Rijswijkse
bewoners zijn uitgenodigd voor de inspraakavond. Ze zijn daarmee in de
gelegenheid geweest inspraak te plegen, hetgeen ook gestaafd wordt door de
binnengekomen inspraakreacties uit de gemeente Rijswijk. Dit waren totaal zes
inspraakreacties, waarvan één namens 26 bewoners. Het college is van mening dat
zij ruimschoots aan haar inspraakverplichting voldoet voor de nieuwe
huisvesting van de dagopvang.
B.7.2 Samenvatting
Reactie op de concept Ruimtelijke Onderbouwing. In het rapport stelt de
gemeente dat de opvang tussen 10.30 en 17.30 uur door 50 tot 70 mensen zal
worden bezocht. Meermalen is ook het aantal van 150 tot 200 genoemd (dit zou
het aantal ingeschrevenen zijn). Op dit moment is er een aantal bekend van
ongeveer 95 bezoekers per dag; deze overschrijding van het aantal bezoekers is
te hoog.
Antwoord
Het aantal bezoekers van de dagopvang ligt tussen de 50 en 70 mensen per
dag. Er is geen sprake van een overschrijding naar gemiddeld 95 bezoekers per
dag. Ongeveer 200 bezoekers gebruiken het adres van de dagopvang als
briefadres.
B.7.3 Samenvatting
Volgens de informatie van de gemeente bestaat de doelgroep naast daklozen
en verslaafden, ook uit psychiatrische patiënten. In één van de rapporten wordt
gesproken over veelplegers en heroïneverslaafden die deel uitmaken van de
doelgroep. Deze informatie is gebrekkig en slecht gepresenteerd omdat vóór het
genomen besluit van 24 februari 2005 een te laag aantal bezoekers werd vermeld
en omdat de samenstelling van de doelgroep breder is dan voor genoemde datum
werd meegedeeld.
Antwoord
Het college is het met de inspreker eens dat informatie verschaffen over
de doelgroep en de rol van de dagopvang essentieel is om een juiste
beeldvorming te creëren. Gedurende het gehele proces heeft de gemeente getracht
informatie te verstrekken door onder andere twee open middagen te organiseren,
presentatie van het bestuur van de dagopvang tijdens de informatie- en
inspraakavond, informatie in de speciale editie van de Stadskrant of op de
website. Gezien het aantal vragen dat hierover wordt gesteld, heeft het
dienstencentrum een bezoekersmonitor uitgevoerd, deze is gepresenteerd op de
website van de gemeente Delft (zie onder dagopvang, onderzoeken).
B.7.4 Samenvatting
In het concept-ruimtelijke onderbouwing staat dat Delft door het Rijk is
aangewezen als regionaal verzorgingsgebied. Het is daarbij voor de inspreker
onduidelijk wat Oost- en Westland inhoudt.
Antwoord
De
gemeente Delft heeft volgens de Welzijnswet een zorgplicht, maatschappelijke
opvang en verslavingszorg maken hier onderdeel van uit. Delft is één van de 48
centrumgemeenten voor maatschappelijke opvang en verslavingszorg en ontvangt
hiervoor een zogenaamde doeluitkering van het rijk. Delft is hiermee
verantwoordelijk voor de regio Delft, Westland, Oostland. Dat zijn de gemeenten
Westland, Midden-Delftand, Pijnacker-Nootdorp, Bleiswijk, Bergschenhoek, Berkel
en Rodenrijs.
B.7.5 Samenvatting
Het instellen van een beheerplatform en het maken van een beheerplan
geven aan dat omwonenden met overlast geconfronteerd zullen worden. Inspreker
vraagt zich af in hoeverre de gemeente zich heeft gerealiseerd dat doelgroep
problemen kan veroorzaken voor gezinnen met jonge kinderen en tieners en
(immobiele) ouderen die deel uitmaken van een gemêleerde wijk. De veiligheid en
kwaliteit van de leefomgeving zal aangetast worden. Aspecten die hierbij een
rol spelen zijn goed bereikbare privé-tuinen, -paden en plantsoenen.
Antwoord
Voor beantwoording van uw reactie verwijzen wij naar onderdeel A.II
‘Overlast en beheerplatform’ van het algemene gedeelte. Omdat het hier gaat om
een centrum voor dagopvang en met een aantal gerichte maatregelen overlast kan
worden voorkomen deelt het college de opvatting van inspreker niet.
B.7.6 Samenvatting
Voorts vormt het Mondriaan College met 2000 leerlingen een kwetsbare
omgeving en doelgroep die geconfronteerd zullen worden met drugs.
Antwoord
Op zichzelf geldt ook voor de locatie van de Mondriaan-Onderwijsgroep
wat in onderdeel A II ‘Overlast en beheerplatform’
is gezegd. Mondriaan is ten noorden van de Surinamestraat gelegen. De doelgroep
zal het centrum over het algemeen juist uit de
zuidelijke richting bezoeken. Het college ziet daarom geen duidelijke
relatie tussen de
locatie Surinamestraat 1 en Het Mondriaan College.
De omgeving zal dan alleen kunnen zien dat bezoekers de locatie van het
centrum
betreden en weer verlaten. Het enkele feit dat bezoekers van het centrum
op die
manier zichtbaar zijn en looproutes van andere groepen kruisen beschouwen
wij niet
als hinderlijk. Dat neemt niet weg dat het risico van overlast aanwezig
blijft. Daarom
Mondriaan deel aan het beheerplatform.
B.7.7 Samenvatting
Het aantal bezoekers van het opvangcentrum zal hoger zijn aangezien er
meer openbaar vervoermogelijkheden zijn dan in het concept Ruimtelijke
Onderbouwing staat aangegeven:
-
Tramhaltes van lijn 1; halte Brasserskade; 2 haltes
richting Delft-Den Haag (iedere 5 minuten) en halte Vrijenbanselaan; 2 haltes
richting Delft-Den Haag (iedere 5 minuten). In de toekomst wordt ook tramlijn
19 gerealiseerd met haltes in de buurt.
-
Diverse buslijnen die de halte Brasserskade of
nabijheid aandoen (129 uit Rotterdam, 37, 60 en 62).
-
Het fiets- en voetgangersveer verbinding
Delftweg-Jaagpad biedt ook mogelijkheden.
De locatie Surinamestraat vormt door de ligging t.o.v. het openbaar
vervoer een grotere belasting voor de omgeving dan de reservelocaties in de
buurt van het NS-station.
Antwoord
De dagopvang vervult een functie voor bezoekers uit
de regio Delft, Westland en Oostland. Voor hen kan de tram een goede manier
zijn het centrum te bezoeken. Bezoekers uit Den Haag/Rijswijk worden in het
centrum niet toegelaten. Het heeft voor hen dus ook geen zin zich in het gebied
te begeven. Het college is daarbij van mening dat de veiligheidsrisico’s in het
stationsgebied en dergelijke risico’s rond de tramhalte zeer sterk van elkaar
verschillen. Men kan er niet opgaan in de drukte, waardoor minder gelegenheid
tot crimineel gedrag bestaat. Het college is niet met inspreker eens dat
vanwege de tramhalte een aanzuigende werking op mensen van buiten de regio zal
ontstaan.
B.7.8 Samenvatting
Het pand is gesitueerd te midden van een gebied bestemd voor Nijverheid
en Handel en bestaat uit bedrijven en woonbuurten. Het is totaal ongeschikt als
dagopvang voor mensen met psychische-, drugs- en alcoholproblematiek en
daklozen.
Antwoord
Voor wat betreft de geschiktheid van het pand verwijzen wij naar het bouwkundige
rapport van de heer Jan Weeda, architect te Rotterdam, die heeft aangegeven dat
het gebouw op zichzelf geschikt kan worden gemaakt voor de functie van
dagopvang. Wij zijn het niet eens met de conclusie van inspreker dat het pand
ten ene male ongeschikt zou zijn voor de functie van dagopvang. Het betreft
hier een bouwkundig goed gebouw dat wordt gebruikt als kantoor en derhalve de
geschiktheid bezit voor het verblijf van en door mensen.
B.7.9 Samenvatting
In de buurt is geen sociale controle die vereist wordt in de concept
Ruimtelijke Onderbouwing. Er is geen sprake van maatschappelijke functies in de
omgeving in de nabije toekomst omdat het gezondheidscentrum aan de
Surinamestraat 4 binnenkort zal verhuizen
naar de oude locatie in een vernieuwd pand. De genoemde
horecagelegenheid is een partycentrum en ten hoogste een enkele maal per week
of twee weken geopend.
Antwoord
Voor beantwoording van uw reactie verwijzen wij naar onderdeel A.II
‘Overlast en beheerplatform’ van het algemene gedeelte. Aan de noordzijde van
de Surinamestraat is het Mondriaan College gevestigd. Deze functie wordt in
vigerende bestemmingsplan aangemerkt als maatschappelijke doeleinden.
Wij vinden met de opstellers van de veiligheidsscan en van het
SAVE-rapport dat de sociale controle op de locatie een aandachtspunt is. Wij
zijn van mening dat deze sociale controle extra aandacht kan krijgen in het
Beheerplan voor de dagopvang. Verder merken wij op dat het hier een opvang voor
overdag betreft en dat derhalve het gemis aan sociale controle door middel van
extra toezicht en surveillance kan worden gecompenseerd. De stelling dat bij minder sociale controle
de locatie ongeschikt is gaat ons te ver. Bovendien is de sociale controle
overdag wel degelijk voldoende vanwege de werknemers in de aanwezige bedrijven.
B.7.10 Samenvatting
In het concept RO wordt tevens de aanwezigheid van woningen in de
nabijheid van het toekomstige centrum genoemd. De woningen van de Indische
buurt liggen op korte afstand van het centrum en kunnen daardoor grote hinder
van de bezoekers van de dagopvang ondervinden. Daarnaast is de inspreker van
mening dat ondanks het feit dat de Rijswijkse woningen aan de noordzijde fysiek
gescheiden zijn door het Mondriaan College er rond het College paden en wegen
lopen naar de Surinamestraat. Ook hier is overlast te verwachten.
Antwoord
De directe omgeving van de locatie Surinamestraat
kent nauwelijks een woonfunctie. In de iets wijdere omgeving liggen wel
woonwijken, maar die zijn door de Reineveldbrug en het Mondriaan College
afgescheiden van het gebied Surinamestraat. Het is wel denkbaar dat bezoekers
van het centrum gebruik zullen maken van de looproute Oostsingel, maar die
voert eerder langs dan door de woonwijk. Wij zien daardoor geen duidelijke
relatie tussen de dagopvang en de woonomgeving. Dat neemt niet weg dat het wel
degelijk van belang is ook uit een iets wijdere omgeving betrokkenheid te
hebben in het beheeroverleg rond het centrum.
Naar verwachting zal de doelgroep via de Reineveldbrug naar de dagopvang
komen. Omdat de dagopvang een kleinschalige voorziening is en drugsgebruikers
een minderheid van de bezoekers vormen en daarnaast door een goede inrichting
van de locatie en beheer van de omgeving de kans op overlast en criminaliteit
verder beperkt kan worden, kan –in objectieve zin- een voldoende niveau van
veiligheid bereikt worden. Dat neemt niet weg dat het belangrijk is structureel
overleg te hebben tussen gemeente, politie, de dagopvang, omwonenden en
ondernemers. Dat overleg moet leiden tot een beheerplan en regelmatige
evaluatie van de gang van zaken. Daarbij horen ook een serieus sanctiebeleid
van de dagopvang en afspraken over een snelle reactie van de hulpdiensten bij
incidenten. Op deze wijze kan het beperkte risico worden verkleind, moet ook
het vertrouwen ontstaan dat wangedrag wordt aangepakt, waardoor uiteindelijk
het gevoel van onveiligheid vermindert. Het feit dat looproutes elkaar kunnen
kruisen beschouwen wij niet als hinderlijk.
B.7.11 Samenvatting
De locatie is zo gelegen dat de aanlooproutes door woonbuurten lopen.
Antwoord
Voor de beantwoording van uw reactie verwijzen wij u
naar het antwoord onder B.7.10.
De locatie is onvoldoende beheersbaar voor politie en andere
hulpverlening zoals blijkt uit de veiligheidsscan uitgevoerd door ingenieurs-
en adviesbureau SAVE/Oranjewoud in opdracht van de Fa. van der Lee.
Antwoord
Voor de beantwoording van uw reactie verwijzen wij u naar het antwoord
onder B.5.15.
B.7.13 Samenvatting
Insprekers zijn van mening dat de criteria onvoldoende objectief begrensd
zijn en dat de locatie voor een succesvol functioneren niet aan deze criteria
voldoet. Dit komt mede door het door de gemeente genoemde enige zwakke punt: de
grotere afstand tot de binnenstad. De afstandslimiet van 500 meter tot de
binnenstad die voor eerdere locaties golden wordt overschreden. De gemeente
hanteert een hemelsbreed bepaalde afstand en dat klopt niet met de realiteit
aangezien de looproute van de Surinamestraat naar de binnenstad 1360
meter bedraagt.
Voor beantwoording van uw reactie
verwijzen wij naar onderdeel A.I ‘Het proces tot nu toe’ van het algemene
gedeelte.
B.7.14 Samenvatting
Voor wat betreft de scores op de andere criteria verwijzen de insprekers
naar het rapport van SAVE/Oranjewoud die de uitkomst van de veiligheidsscan van
de gemeente weerspreekt en een groot beletsel vormt voor de vestiging van de
dagopvang op deze locatie.
Antwoord
Wij kunnen ons op grond van het onderstaande niet
vinden in de stelling van insprekers.
1. In het SAVE-rapport wordt op bladzijde 19
aangegeven dat het pand door zijn ligging onvoldoende mogelijkheid voor de
medewerkers van de politie geeft om goed zicht te hebben op de doelgroep in de
omgeving van het centrum. Wij vinden dat de opmerkingen van SAVE beslist niet
tot een andere conclusie kunnen leiden dan in de veiligheidsscan is gebeurd. In
tegenstelling tot het SAVE-rapport vinden wij de locatie wel degelijk
overzichtelijk en dus geschikt voor de functie van dagopvang, ondanks het feit
dat de locatie is ingesloten door bebouwing. Wij achten dit juist een pré.
Hoewel de zichtlijn vanuit de Oostsingel beperkt is, zijn wij van mening dat de
locatie zodanig overzichtelijk is dat deze uit een oogpunt van veiligheid juist
positief scoort.
2. De bereikbaarheid voor
hulpdiensten is goed te noemen. Wij achten de ligging ten opzichte van de
diverse doorgaande wegen bijzonder geschikt en kunnen dan ook niet inzien
waarom de bereikbaarheid zou worden beperkt.
3. Wij vinden met de opstellers van de veiligheidsscan en van het
SAVE-rapport dat de sociale controle op de locatie een aandachtspunt is. Wij
zijn van mening dat deze sociale controle extra aandacht kan krijgen in het
kader van het Beheerplan voor de dagopvang. Verder merken wij op dat het hier
een opvang voor overdag betreft en dat derhalve het gemis aan sociale controle
door middel van extra toezicht en surveillance kan worden gecompenseerd. De
stelling dat bij minder sociale controle de locatie dan ook ongeschikt kan zijn
gaat ons te ver. Bovendien is de sociale controle overdag wel degelijk
voldoende vanwege de werknemers in de aanwezige bedrijven.
4. De oriëntatie van het Mondriaan College is
niet gericht op de locatie Surinamestraat. Dat betekent dat de school weliswaar
in de onmiddellijke omgeving is gevestigd maar dat de oriëntatie zodanig
verschillend is van die van de dagopvang, dat dit niet tot een negatieve
beoordeling leidt in het kader van de veiligheidsscan. De in het SAVE-rapport
genoemde overige functies leiden niet of nauwelijks tot extra kwetsbaarheid.
5. De locatie Surinamestraat 1
ligt geenszins in een route die leidt tot een verhoogd veiligheidsrisico. Het
aantal open plekken in de onmiddellijke omgeving die wellicht hangplekken
kunnen worden is beperkt. Hoewel wij ons realiseren dat het kanaal een verhoogd
risico in zich heeft als hangplek zijn wij van mening dat de afstand ten
opzichte van het Geerweggebied zodanig groot is dat hier geen
substantieel verhoogd veiligheidsrisico vanuit gaat.
B.7.15 Samenvatting
Er zijn enige inconsequenties in de besluitvorming m.b.t. de dagopvang.
Voor wat betreft de afstand Surinamestraat – binnenstad is de gemeente in
de loop van het selectieproces van locaties andere eisen gaan stellen. Eerst
gold een afstand van 500 meter waarna de afstand Surinamestraat – binnenstad is
opgerekt tot 1360 meter loopafstand.
Antwoord
Voor beantwoording van uw reactie
verwijzen wij naar onderdeel A.I ‘Het proces tot nu toe’ van het algemene
gedeelte.
B.7.16 Samenvatting
Tijdens het selecteren van locaties zijn er locaties
afgevallen door de aanwezigheid van een schooltje en/of speeltuintje of
verpleeghuis. Het is voor de insprekers onbegrijpelijk dat nu juist in de
kwetsbare omgeving van de Surinamestraat een locatie voor de dagopvang is
aangewezen terwijl sociale controle ontbreekt en er een groot College met
duizenden leerlingen en schuilplekken is gevestigd.
Antwoord
Voor beantwoording van uw reactie verwijzen wij naar onderdeel A.II
‘Overlast en beheerplatform’ van het algemene gedeelte. Omdat het hier gaat om
een centrum voor dagopvang en met een aantal gerichte maatregelen overlast kan
worden voorkomen deelt het college de opvatting van inspreker niet.
B.8.1 Samenvatting
Inspreker wijst de komst van de dagopvang in de directe woonomgeving af
en sluit zich aan bij de onderbouwing van de afwijzing van het comité Pauwhof
die veilig en rustig wonen hoog in het vaandel heeft staan.
Antwoord
De directe omgeving van de locatie Surinamestraat
kent nauwelijks een woonfunctie. In de iets wijdere omgeving liggen wel
woonwijken, maar die zijn door de Reineveldbrug en het Mondriaan College
afgescheiden van het gebied Surinamestraat. Het is wel denkbaar dat bezoekers
van het centrum gebruik zullen maken van de looproute Oostsingel, maar die
voert eerder langs dan door de woonwijk. Wij zien daardoor geen duidelijke
relatie tussen de dagopvang en de woonomgeving. Dat neemt niet weg dat het wel
degelijk van belang is ook uit een iets wijdere omgeving betrokkenheid te
hebben in het beheeroverleg rond het centrum.
Naar verwachting zal de doelgroep
via de Reineveldbrug naar de dagopvang komen. Omdat de dagopvang een
kleinschalige voorziening is en drugsgebruikers een minderheid van de bezoekers
vormen en daarnaast door een goede inrichting van de locatie en beheer van de
omgeving de kans op overlast en criminaliteit verder beperkt kan worden, kan
–in objectieve zin- een voldoende niveau van veiligheid bereikt worden. Dat
neemt niet weg dat het belangrijk is structureel overleg te hebben tussen
gemeente, politie, de dagopvang, omwonenden en ondernemers. Dat overleg moet
leiden tot een beheerplan en regelmatige evaluatie van de gang van zaken.
Daarbij horen ook een serieus sanctiebeleid van de dagopvang en afspraken over
een snelle reactie van de hulpdiensten bij incidenten. Op deze wijze kan het
beperkte risico worden verkleind, moet ook het vertrouwen ontstaan dat
wangedrag wordt aangepakt, waardoor uiteindelijk het gevoel van onveiligheid
vermindert. Het feit dat looproutes elkaar kunnen kruisen beschouwen wij niet
als hinderlijk.
B.8.2 Samenvatting
De overlast die een opvangcentrum kan veroorzaken bestaat uit diefstal,
waardedaling onroerend goed, bedelen, alcoholgebruik, drugsgebruik,
samenscholing. Dit alles betekent verpaupering van de omgeving.
Antwoord
Voor beantwoording van uw reactie verwijzen wij naar onderdeel A.II
‘Overlast en beheerplatform’ van het algemene gedeelte. Omdat het hier gaat om
een centrum voor dagopvang en met een aantal gerichte maatregelen overlast kan
worden voorkomen deelt het college de opvatting van inspreker niet.
B.8.3 Samenvatting
Inspreker vertrouwt erop dat deze en andere argumenten zullen leiden tot
een heroverweging die de locatie Surinamestraat als dagopvang zal uitsluiten en
een bestemmingsplanwijziging onnodig maakt.
Antwoord
B.9.1 Samenvatting
Inspreker wijst de komst van de dagopvang in de directe woonomgeving af
en sluit zich aan bij de onderbouwing van de afwijzing van het comité Pauwhof
die veilig en rustig wonen hoog in het vaandel heeft staan. De dagopvang kan
veel overlast veroorzaken voor de buurt zoals rondhangende bezoekers nadat de
dagopvang gesloten is, diefstal uit woningen, auto’s en kelders.
Antwoord
De directe omgeving van de locatie Surinamestraat
kent nauwelijks een woonfunctie. In de iets wijdere omgeving liggen wel
woonwijken, maar die zijn door de Reineveldbrug en het Mondriaan College
afgescheiden van het gebied Surinamestraat. Het is wel denkbaar dat bezoekers
van het centrum gebruik zullen maken van de looproute Oostsingel, maar die
voert eerder langs dan door de woonwijk. Wij zien daardoor geen duidelijke
relatie tussen de dagopvang en de woonomgeving. Dat neemt niet weg dat het wel
degelijk van belang is ook uit een iets wijdere omgeving betrokkenheid te
hebben in het beheeroverleg rond het centrum.
Naar verwachting zal de doelgroep
via de Reineveldbrug naar de dagopvang komen. Omdat de dagopvang een
kleinschalige voorziening is en drugsgebruikers een minderheid van de bezoekers
vormen en daarnaast door een goede inrichting van de locatie en beheer van de
omgeving de kans op overlast en criminaliteit verder beperkt kan worden, kan
–in objectieve zin- een voldoende niveau van veiligheid bereikt worden. Dat
neemt niet weg dat het belangrijk is structureel overleg te hebben tussen
gemeente, politie, de dagopvang, omwonenden en ondernemers. Dat overleg moet
leiden tot een beheerplan en regelmatige evaluatie van de gang van zaken.
Daarbij horen ook een serieus sanctiebeleid van de dagopvang en afspraken over
een snelle reactie van de hulpdiensten bij incidenten. Op deze wijze kan het
beperkte risico worden verkleind, moet ook het vertrouwen ontstaan dat
wangedrag wordt aangepakt, waardoor uiteindelijk het gevoel van onveiligheid
vermindert. Het feit dat looproutes elkaar kunnen kruisen beschouwen wij niet
als hinderlijk.
B.9.2 Samenvatting
Inspreker heeft een slechte ervaring met verstoorde woonrust in een
vorige woning in Rijswijk en is ongerust dat de woonrust nu ook in de Pauwhof
verstoord zal gaan worden.
Antwoord
Voor beantwoording van uw reactie verwijzen wij naar onderdeel A.II
‘Overlast en beheerplatform’ van het algemene gedeelte. Omdat het hier gaat om
een centrum voor dagopvang en met een aantal gerichte maatregelen overlast kan
worden voorkomen deelt het college de opvatting van inspreker niet.
B.9.3 Samenvatting
Inspreker vertrouwt erop dat deze en andere argumenten zullen leiden tot
een heroverweging die de locatie Surinamestraat als dagopvang zal uitsluiten en
een bestemmingsplanwijziging onnodig maakt.
Antwoord
Namens de bewoners van de Delftweg in Rijswijk tekent men bezwaar aan
tegen de voorgenomen gebruikswijziging van het pand Surinamestraat 1 en een
reactie geven op de concept ruimtelijke onderbouwing.
B.10.1 Samenvatting
De gemeente Delft geeft op een aantal zeer belangrijke punten een
verkeerde voorstelling van zaken. Dit blijkt ook uit de Quickscan van het
bureau SAVE/Oranjewoud van augustus 2005.
Antwoord
Voor de beantwoording van uw reactie verwijzen wij u naar het antwoord
onder B.5.1.
B.10.2 Samenvatting
De rechtlijnige zienswijze van de gemeente is, zonder rekening te houden
met eerder uitgebrachte bezwaren, integraal overgenomen in de concept
ruimtelijke onderbouwing. Dit terwijl
bij vele aannames en uitgangspunten grote vraagtekens gezet kunnen worden.
Antwoord
Ten behoeve van de opstelling van een
bestemmingsplan alsmede ten behoeve van het voeren van een artikel 19-procedure
dient een goede ruimtelijke onderbouwing te worden opgesteld. In deze
ruimtelijke onderbouwing is de ruimtelijke kwaliteit van de omgeving bepalend.
Een ruimtelijke onderbouwing dient te worden opgesteld in het belang van een
goede ruimtelijke ordening. Wat daaronder wordt verstaan is een kwalitatief
begrip. In ieder geval dienen daarbij de aspecten van het vigerende rijks-,
provinciale en gemeentelijke beleid te worden meegenomen en dient te worden
aangetoond dat de ontwikkeling geen inbreuk maakt op de geldende milieunormen
alsmede de aspecten van externe veiligheid en luchtkwaliteit, daar waar sprake
is van een milieugevoelige bestemming.
Wij hebben deze reactie zodanig geïnterpreteerd dat
de aannames en uitgangspunten zoals vastgesteld in de Nota locatiekeuze ter
discussie worden gesteld. Wij hebben reeds eerder in het kader van de Nota
inspraak aangegeven waarom wij deze criteria hadden gesteld. Wij hebben in het
kader van de ruimtelijke onderbouwing die thans aan de orde is, de reeds eerder
gestelde criteria onderscheiden in ruimtelijke en functionele criteria. Ten
aanzien van de ruimtelijke afweging vinden wij dat de gekozen uitgangspunten
voldoende relevant zijn om hier de ruimtelijke afweging op te baseren. De
uitgangspunten van het vigerende beleid van de diverse overheden, de
milieunormen en –uitgangspunten en de overige ruimtelijke afwegingsaspecten
zijn gebruikelijk in een ruimtelijke onderbouwing c.q. in een bestemmingsplan
en zijn dan ook in het kader van een procedure in het kader van de Wet op de
Ruimtelijke Ordening voldoende relevant om hierop de ruimtelijke afweging te
baseren.
B.10.3 Samenvatting
In de concept ruimtelijke onderbouwing stelt de gemeente dat het proces
dat heeft geleid tot de keuze van deze locatie op uiterst zorgvuldige wijze is
doorlopen. De gemeente heeft de inwoners van Rijswijk niet eerder dan
januari/februari 2005 benaderd, nadat de bewoners zelf het initiatief hadden
genomen de laatste (en voor hen enige) inspraakavond van 14 december 2004 bij
te wonen. Daar bleek dat de Surinamestraat inmiddels deel uitmaakte van de vier
resterende locaties. Gezien deze gang van zaken zijn de insprekers van mening
dat de belangen van de inwoners van Rijswijk in het hele traject onvoldoende
zijn meegewogen en in de besluitvorming zijn betrokken.
Antwoord
Het gebied ten noorden de Surinamestraat is in eerste instantie niet
meegenomen in de huis-aan-huis mailings. De huidige ervaring is dat de doelgroep
zich op de binnenstad richt en niet zozeer op de buurt achter de dagopvang. Ook
op de Surinamestraat verwachten wij dat de doelgroep georiënteerd is op de
binnenstad en niet op het gebied ten noorden van de dagopvang. Dat is de reden
dat dit gebied in de huis-aan-huis mailings in eerste instantie niet betrokken
is. Naar aanleiding van reacties van bewoners uit Rijswijk heeft de gemeente
deze bewoners alsnog voorzien van informatie. Het college streeft er naar zo
zorgvuldig en transparant mogelijk te handelen. Derhalve is er via diverse
mediakanalen, brief, informatiekrant en website, gecommuniceerd over de plannen
van de gemeente. De betreffende Rijswijkse bewoners zijn uitgenodigd voor de
inspraakavond. Ze zijn daarmee in de gelegenheid geweest inspraak te plegen,
hetgeen ook gestaafd wordt door de binnengekomen inspraakreacties uit de
gemeente Rijswijk. Dit waren totaal zes inspraakreacties, waarvan één namens 26
bewoners. Het college is van mening dat zij ruimschoots aan haar
inspraakverplichting voldoet voor de nieuwe huisvesting van de dagopvang.
B.10.4 Samenvatting
Insprekers zetten grote vraagtekens bij het aantal bezoekers per dag (50
tot 70). Ook blijft de samenstelling van de groep onduidelijk.
Antwoord
Gelet op de regiofunctie zou een locatie centraal in die regio voor de
hand liggen en niet op de grens met de gemeente Rijswijk, die daar geen deel
van uitmaakt.
Antwoord
De
gemeente Delft heeft volgens de Welzijnswet een zorgplicht, maatschappelijke
opvang en verslavingszorg maken hier onderdeel van uit. Delft is één van de 48
centrumgemeenten voor maatschappelijke opvang en verslavingszorg en ontvangt
hiervoor een zogenaamde doeluitkering van het rijk. Delft is hiermee
verantwoordelijk voor de regio Delft, Westland, Oostland. Dat zijn de gemeenten
Westland, Midden-Delftand, Pijnacker-Nootdorp, Bleiswijk, Bergschenhoek, Berkel
en Rodenrijs. Aangezien de doelgroep zich vooral in het stedelijk gebied
ophoudt, is gezocht naar een locatie in of nabij de binnenstad van Delft.
Voor de verdere beantwoording van uw reactie
verwijzen wij u naar paragraaf A.I ‘Het proces tot nu toe’.
B.10.6 Samenvatting
Er is geen sprake van voldoende sociale controle en men vreest dat de
veiligheid in het geding komt. Ook het genoemde goede zicht vanaf de locatie op
de omgeving trekt men in twijfel. De omgeving rondom de locatie biedt veel
mogelijkheden voor hangplekken. De overdekte doorrit naar het
privé-parkeerterrein van het appartementencomplex aan de Delftweg (op 280 meter
afstand) is een geschikt verblijf uit de wind en uit het zicht. De bewoners
maken zich grote zorgen over de veiligheid rondom het complex. Daarnaast is het
voor de bewoners in Rijswijk nog steeds onduidelijk welk politiebureau moet
worden benaderd bij calamiteiten.
Antwoord
Voor de beantwoording van uw reactie in algemene zin verwijzen we u naar
onderdeel A.II ‘Overlast en beheerplatform’ van het algemene gedeelte.
B.10.7 Samenvatting
In het hele traject is er te weinig aandacht besteed aan de aanwezigheid
van het nabij gelegen Mondriaan College. Deze school ligt op 150 meter afstand
van de dagopvang en heeft 2000 leerlingen in de leeftijd van 17 tot 20 jaar wat
een kwetsbare groep is.
Antwoord
Op zichzelf geldt ook voor de locatie van de
Mondriaan-Onderwijsgroep wat in onderdeel A II ‘Overlast en beheerplatform’ is
gezegd. Mondriaan is ten noorden van de Surinamestraat gelegen. De doelgroep
zal het centrum over het algemeen juist uit de zuidelijke richting bezoeken.
Het college ziet daarom geen duidelijke relatie tussen de locatie
Surinamestraat 1 en Het Mondriaan College. De omgeving zal dan alleen kunnen
zien dat bezoekers de locatie van het centrum betreden en weer verlaten. Het
enkele feit dat bezoekers van het centrum op die manier zichtbaar zijn en
looproutes van andere groepen kruisen beschouwen wij niet als hinderlijk. Dat
neemt niet weg dat het risico van overlast aanwezig blijft. Daarom is Mondriaan
betrokken bij het buurtoverleg.
B.10.8 Samenvatting
Insprekers maken bezwaar tegen de afstand stadscentrum/opganghuis die is
opgerekt tot ver boven de maximale 1000 meter, ook in vogelvlucht. Tevens maakt
men zich zorgen over de combinatie van een veel te lange loopafstand (1700
meter) naar het centrum en het recreatieve karakter van de directe omgeving met
daarbij menige verscholen ideale hangplek. De te lange loopafstand naar het
centrum zal tot gevolg hebben dat de bezoekers van de dagopvang zich zullen
ophouden in de nabije omgeving. Om gedurende de dag steeds opnieuw terecht te
kunnen bij de opvang zal men zich binnen 300 meter van de opvang gaan ophouden
bij winkels in de Indische Buurt en in Rijswijk.
Antwoord
Voor beantwoording van uw reactie
verwijzen wij naar onderdeel A.I ‘Het
proces tot nu toe’ van het algemene gedeelte.
B.10.9 Samenvatting
Er is niet goed nagedacht over de bereikbaarheid met het openbaar vervoer
via tramlijn 1 vanuit Den Haag of vanuit de binnenstad van Delft.
Antwoord
De dagopvang vervult een functie voor bezoekers uit de regio Delft,
Westland en Oostland. Voor hen kan de tram een goede manier zijn het centrum te
bezoeken. Bezoekers uit Den Haag/Rijswijk worden in het centrum niet toegelaten.
Het heeft voor hen dus ook geen zin zich in het gebied te begeven. Het college
is daarbij van mening dat de veiligheidsrisico’s in het stationsgebied en
dergelijke risico’s rond de tramhalte zeer sterk van elkaar verschillen. Men
kan er niet opgaan in de drukte, waardoor minder gelegenheid tot crimineel
gedrag bestaat. Het college is niet met inspreker eens dat vanwege de tramhalte
een aanzuigende werking op mensen van buiten de regio zal ontstaan.
B.10.10 Samenvatting
Insprekers hebben het gevoel dat, mede gezien de tijdslimiet van de
gemeente Delft, de criteria zijn aangepast om de locatiekeuze toe te schrijven
richting Surinamestraat. Ook hiervoor verwijst men naar de quickscan van het
bureau SAVE/Oranjewoud van augustus 2005.
Antwoord
Voor beantwoording van uw reactie verwijzen wij naar de reactie van het
college op het rapport van SAVE/Oranjewoud, gepresenteerd op de website van de
gemeente. In de reactie geeft het college aan dat er in de quickscan geen
nieuwe feiten naar voren komen of argumenten die aanleiding geven om de
locatiekeuze ter discussie te stellen. Het bureau komt wel tot andere
conclusies. Maar deze worden niet gedeeld door het college. Het college ziet
dan ook geen enkele aanleiding om het besluit van 24 februari 2005 opnieuw ter discussie
te stellen. Het rapport bevat wel een aantal zienswijzen die van nut kunnen
zijn bij het opstellen van het beheerplan dat helpt om te komen tot een goede
inpassing van de dagopvang op de Surinamestraat.
B.11. Belangenvereniging
Onze Indische Buurt (F.H. Vrins, A.H.J.M. Pellemans)
B.11.1 Samenvatting
Namens de leden van de belangenvereniging wil men reageren op het concept
Ruimtelijke Onderbouwing. Men wacht de definitieve stukken af om daarop formeel
te reageren.
Insprekers zijn van mening dat er tot op heden door B&W niet serieus
is ingegaan op reeds eerder aangevoerde bezwaren waaronder ook de Quickscan van
ingenieurs/adviesbureau SAVE. De herhaaldelijke publiekelijke roep van de
gemeente om dan toch vooral in gesprek te willen blijven met omwonenden is in
dit licht opportunistisch.
Antwoord
Het eerste deel van deze reactie nemen wij voor
kennisgeving aan. De gemeente heeft het rapport van SAVE serieus bestudeerd en
heeft hierop een reactie gegeven. Wij nemen het proces juist uiterst zorgvuldig
te hebben doorlopen en wijzen voor motivering van die stelling naar hetgeen in
het algemene gedeelte (A.I “Het proces tot nu toe”) van deze nota naar voren is
gebracht. De gemeente blijft bewoners en bedrijven uitnodigen om met haar in
gesprek te gaan over op welke wijze de dagopvang goed gestalte kan krijgen op
de Surinamestraat 1.
B.11.2 Samenvatting
Op basis van de door de gemeente neergezette prestatie kan geen draagvlak
verkregen worden in de buurt. Deelname aan het beheerplatform lijkt in het
licht van de onverzettelijkheid van de gemeente niet realistisch.
Antwoord
Voor beantwoording van uw reactie verwijzen wij naar het antwoord van
B.11.1.
B.11.3 Samenvatting
De keuze van de gemeente om met het omstreden Seinpost Adviesbureau BV
verder te gaan alsmede de onderbouwing daarvoor in het schrijven van 10 oktober
2005 geeft blijk van minachting van de gemeente jegens omwonenden.
Antwoord
Om de
verplaatsing van de dagopvang en met name het opstellen van het beheerplan te
realiseren, heeft de gemeente gezocht naar een bureau met specifieke expertise
op dit gebied. De gemeente heeft een aantal bureaus benaderd en offertes
aangevraagd, waaronder Seinpost. In de offerteronde kwam Seinpost wat betreft
ervaring en kwaliteit als beste naar voren. In de gesprekken met de gemeente
heeft Seinpost aangegeven dat de buurtvereniging contact met hen heeft gezocht
in het kader van een contra-expertise ten aanzien van de locatiekeuze. Seinpost
heeft aangegeven dat zij deze opdracht niet heeft aangenomen, vanwege de reden
dat het bureau niet als belangenbehartiger op wil treden. Het bureau heeft als
werkwijze dat zij met alle partijen in gesprek wil zijn om tot een goede
realisatie van de huisvesting van een dergelijke voorziening te komen.
Omdat er
geen relatie tussen Seinpost en bewonersvereniging aanwezig is, zien zowel
Gemeente als Seinpost geen belemmering om een verbintenis met elkaar aan te
gaan.
Het feit dat de belangenvereniging ook een vraag heeft neergelegd bij dit
bureau, staat ons inziens los van de offerteronde die de gemeente Delft inzake
haar vraag heeft ingezet.
B.12.1 Samenvatting
Inspreker wijst de komst van de dagopvang in de directe woonomgeving af
en sluit zich aan bij de onderbouwing van de afwijzing van het comité Pauwhof
die veilig en rustig wonen hoog in het vaandel heeft staan. De dagopvang zal
overlast veroorzaken in de buurt. Inspreker heeft angst vanwege zijn ervaring
met zijn vorige woning in Den Haag. Inspreker hoopte hier rustig oud te kunnen
worden.
Antwoord
Voor
beantwoording wordt verwezen naar het antwoord van de inspraakreactie van het
comité, in deze nota opgenomen onder B.19.
B.12.2 Samenvatting
Inspreker vertrouwt erop dat deze en andere argumenten zullen leiden tot
een heroverweging die de locatie Surinamestraat als dagopvang zal uitsluiten en
een bestemmingsplanwijziging onnodig maakt.
Antwoord
B.13. Auto
Hi-Fi Corner B.V. te Delft (vertegenw. E.B.H. Advocaten (Mr. J. Hiemstra)
B.13.1 Samenvatting
Namens de besloten vennootschap Auto Hi-Fi Corner B.V. te Delft dient
E.B.H. Advocaten een zienswijze in tegen de concept ruimtelijke onderbouwing,
als onderdeel van de artikel 19 lid 2 Wro procedure, voor de realisatie van de
Dagopvang aan de Surinamestraat.
Het bedrijf handelt in mobiele telecommunicatie, auto hi-fi, navigatie en
aanverwante producten. Het bedrijf grenst direct aan het pand Surinamestraat 1
en loopt zelfs door onder het terras behorende bij de Surinamestraat 1. Gezien
de aard van de dagopvang verwacht het bedrijf grote problemen met haar
bedrijfsvoering. De combinatie Auto Hi-Fi zaak en drugsverslaafden is zeer
onwenselijk mede doordat klanten hun auto achterlaten op openbare
parkeerplaatsen ter inbouw van apparatuur.
Antwoord
Zoals reeds bij de beantwoording van de eerdere
inspraakreactie is aangegeven, achten wij, wanneer voldaan wordt aan de
gestelde eisen ten aanzien van gebouw en beheer (zie voor een meer uitgebreide
reactie op dat punt de paragraaf A.II) het onwaarschijnlijk dat bedrijven in
het gebied schade lijden als gevolg van de komst van de dagopvang.
Het college heeft met dit bedrijf na de aanwijzing
van de locatie diverse gesprekken gevoerd. Het college is bereid in het pakket
van beheersmaatregelen specifieke aandacht te besteden aan Auto Hi-Fi Corner.
B.13.2 Samenvatting
De bezwaren van Auto- Hi-Fi Corner B.V. staan uitvoeriger beschreven in
een eerdere zienswijze gericht tegen het voornemen van B&W d.d. 11 december
2004. In reactie op de zienswijze antwoordt de gemeente dat ze direct na de
eventuele aanwijzing van deze locatie met het bedrijf wil bespreken op welke
wijze mogelijke nadelige gevolgen van de komst van de dagopvang in hetzelfde
complex kunnen worden vastgesteld en opgevangen. Het bedrijf neemt naar het
oordeel van de gemeente een bijzondere positie in. De besprekingen zijn
inmiddels gaande en het bedrijf zet in op een volledige verhuizing. Ter zake is
door het bedrijf Auto Hi-Fi Corner B.V. een voorstel gedaan waarop de gemeente
nog niet inhoudelijk heeft gereageerd.
Antwoord
De gemeente heeft inmiddels een aantal gesprekken
gevoerd. Op 18 november 2005 heeft er een afrondend gesprek plaatsgevonden.
Hierin is afgesproken dat de gemeente op korte termijn schriftelijk antwoord
geeft op de brief van Auto Hi-Fi Corner BV.
B.13.3 Samenvatting
De gemeente bereidt op dit moment de artikel 19 lid 2 WRO procedure voor.
Ingevolge artikel 19a lid 4 WRO is hierop afdeling 3.4 van de Algemene wet
bestuursrecht van toepassing. In artikel 3:15 Awb is bepaald dat belanghebbende
bij het bestuursorgaan naar keuze schriftelijk of mondeling een zienswijze over
het ontwerp naar voren kan brengen. In artikel 3:16 Awb is bepaald dat de
termijn voor het naar voren brengen van zienswijzen zes weken bedraagt. De
concept ruimtelijke onderbouwing ligt ter inzage van 20 september tot 17
oktober. Gezien het bepaalde in artikel 3:16 is deze termijn te kort en
derhalve in strijd met de wet. Dit dient te worden hersteld op straffe van
nietigheid van het besluit.
Antwoord
Inspreker verwart de procedure van het indienen van zienswijzen met de
thans aan de orde zijnde procedure van het bieden van de gelegenheid tot het
indienen van inspraakreacties. Deze procedure gaat vooraf aan de mogelijkheid
van het indienen van zienswijzen en de genoemde artikelen zijn pas in de
volgende stap in de procedure van toepassing.
B.13.4 Samenvatting
In de ruimtelijke onderbouwing is bepaald dat deze zal dienen voor de
vrijstellingsprocedure ex-artikel 19 lid 2 WRO. Naar het oordeel van de
inspreker kan de voorgenomen gebruikswijziging van het pand niet worden
gerealiseerd met behulp van artikel 19 lid 2 WRO aangezien dit in tegenspraak
is met het beleid van de provincie aangaande artikel 19 lid 2 WRO. In het
beleid van de provincie is niet opgenomen dat bestaande bedrijfsterreinen mogen
worden omgevormd naar maatschappelijke doeleinden. De voorgenomen vrijstelling
kan derhalve niet worden gerealiseerd met artikel 19 lid 2 WRO.
Antwoord
In het Streekplan Zuid-Holland-West is het gebied Surinamestraat 1
aangewezen als bedrijventerrein. Een bedrijventerrein is een aaneengesloten
bebouwd gebied met als hoofdfunctie bedrijvigheid, waaronder begrepen transport
en distributie, productie, veilingen, kenniscentra alsmede nutsvoorzieningen.
Het streekplan stelt regels aan het transformeren van bedrijventerreinen.
Dit om te voorkomen dat al te gemakkelijk functies als bedrijventerreinen,
sportvelden en volkstuinen uit het stedelijk gebied verdwijnen. Als dergelijke
transformaties onvermijdelijk zijn, zal de handelende gemeente moeten aangeven
hoe deze functies (lokaal c.q. regionaal) worden gecompenseerd. De
verantwoordelijkheid voor het beleid binnen de rode contouren ligt primair bij
de gemeenten.
Het Streekplan sluit niet uit dat in gebieden met de aanduiding
“bedrijventerrein” andere functies worden toegevoegd, maar dan zal dit slechts
incidenteel kunnen plaatsvinden. Het Streekplan wil voorkomen dat al te
gemakkelijk functies als bedrijventerreinen uit het stedelijk gebied verdwijnen.
Wij bestrijden dan ook dat elke toevoeging van een
niet-bedrijvenfunctie in strijd is met het Streekplan.
Onderzocht is of door de toevoeging van de
incidentele functie van dagopvang de in het gebied aanwezige bedrijven zodanig
in hun bedrijfsvoering worden belemmerd dat het functioneren binnen het
bedrijventerrein als totaal belemmerd wordt. Uit het bepaalde in paragraaf
4.4.7 van de ruimtelijke onderbouwing blijkt dat er geen sprake is van een
beperking van betekenis voor de thans aanwezige bedrijven in de directe
omgeving. Het gebied kan zijn functie als overwegend bedrijventerrein
onverminderd behouden en er is dus geen sprake van strijd met het provinciale
en regionale beleid.
Het geringe oppervlak van 550 m² dat nu aan bedrijventerrein verloren
gaat zal in een later stadium tezamen met andere mogelijk in de toekomst
verloren kleine bedrijfsoppervlakten worden gecompenseerd.
Ten overvloede merken wij op dat de gemeente Delft, evenals de provincie
Zuid Holland op regionaal niveau deelneemt aan de Ambtelijk Commissie
Coördinatie Ruimtelijke Ordening waarin een nieuwe visie wordt voorbereid op
compensatiemogelijkheden voor bedrijfsverplaatsingen in de regio. Deze visie is
naar verwachting eind 2005 gereed en zal worden meegenomen in de aanpassing van
het Structuurplan Haagland.
Wij onderkennen dat de provinciale circulaire geen ruimte biedt voor het
zonder meer toepassen van de procedure als bedoeld in artikel 19 lid 2 van de
WRO en dat derhalve een specifieke verklaring is vereist, waartoe overigens de
desbetreffende circulaire ruimte biedt.
B.13.5 Samenvatting
Centraal in de toepassing van artikel 19 WRO staat het voorschrift van
een goede ruimtelijke onderbouwing. Voor de toetsing van de conceptonderbouwing
wordt verwezen naar de Losbladige Groene Kluwer, artikel 19, aantekening 4
waarin staat dat de onderbouwing de visie moet bevatten op de toekomstige
ruimtelijke ontwikkeling van het betrokken gebied en de ruimtelijke effecten
van het project op de omgeving. De eerste toets is die aan het regionaal
structuurplan, stadsgewest Haaglanden, vastgesteld op 20 februari 2002 waarin
het gebied is aangewezen als bedrijfsterrein. In het uitvoeringsprogramma is
tevens aangegeven dat de versnelling van de ontwikkeling van bedrijfsterreinen
in komende jaren gewenst is, dat men bestaande bedrijventerreinen wil handhaven
en dat men het gebruik daarvan wil optimaliseren. Het realiseren van de
bestemming maatschappelijke doeleinden op een bedrijventerrein is in strijd met
dit geformuleerde beleid. Tevens zal deze bestemming hinder opleveren voor de
andere bedrijven. Bij een dergelijke gevoelige bestemming hoort een milieu
hinder cirkel, die toekomstige bedrijvigheid zal beperken c.q. beletten.
Hiermee wordt een verdere optimalisatie van het bedrijventerrein zeer moeilijk
danwel onmogelijk gemaakt.
Antwoord
Voor de beantwoording van uw reactie verwijzen wij u naar het antwoord
onder B.13.4.
B.13.6 Samenvatting
In het streekplan Zuid-Holland West wordt op pagina 44 en 45 ook het
beleid aangaande bedrijventerreinen uiteengezet. Daaruit blijkt dat de vraag
naar bedrijventerreinen het aanbod sterk overstijgt. Het beleid bevat daarom de
volgende kernpunten:
-
Herstructurering gaat voor uitleg
-
(Her) ontwikkeling van bedrijfslocaties: duurzaam en
intensief
-
Optimaliseren restant (streek)plancapaciteit aan
terreinen
-
Selectief regionaal gronduitgiftebeleid
-
Ontwikkeling nieuwe locaties in
transformatiegebieden of studiezones
De voorgenomen gebruikswijziging van het pand aan de Surinamestraat is in
strijd met alle punten van bovenstaand beleid en derhalve is er strijdigheid
met het provinciale (regionale) beleid.
Antwoord
Wij verwijzen kortheidshalve naar hetgeen bij de beantwoording van de
vorige inspraakreactie is ingebracht.
B.13.7 Samenvatting
De gemeente concludeert dat het gebied zijn functie als overwegend
bedrijventerrein onverminderd kan behouden en er geen sprake is van
strijdigheid met het provinciale en regionale beleid. Inspreker deelt die
mening niet. Er is namelijk niet alleen een beperking op de 550 m² aangezien
het uitwaaierende effect veel groter is. Daardoor is het een beperking voor het
gehele terrein.
Antwoord
Wij zien geen uitwaaierend effect voor de
bedrijfsvoering voor de in de nabijheid gelegen bedrijven. Toevoeging van de
dagopvangfunctie zal ons inziens niet leiden tot beperkingen in de
ontwikkelingsmogelijkheden van de bedrijven.
B.13.8 Samenvatting
Er is geen sprake van compenserende maatregelen. Deze aspecten worden ook
niet aangehaald en meegenomen in het structuurplan c.q. streekplan De functiewijziging
staat haaks op hetgeen is bepaald in het streekplan en structuurplan.
Antwoord
Zoals in de ruimtelijke onderbouwing is aangegeven
is wel degelijk sprake van compenserende maatregelen. Wij vinden evenwel dat
wij aan deze vraag niet toekomen omdat geen sprake is van een substantieel
verlies aan bedrijfsterrein.
Ook in de Nota Regels voor Ruimte is bepaald wat op bedrijventerreinen
niet mag worden toegelaten. De bestemming maatschappelijke doeleinden hoort
daar niet in thuis.
Antwoord
Hetgeen in de Nota Regels voor Ruimte is aangegeven, is een aanbeveling
bij de opstelling van nieuwe bestemmingsplannen. Voor wat betreft bestaande
bedrijventerreinen geldt hetgeen in het Streekplan is aangegeven, zoals in de
ruimtelijke onderbouwing is aangegeven en zoals herhaald bij de beantwoording
van zienswijze B13.4.
B.13.10 Samenvatting
De ruimtelijke onderbouwing van de gemeente gaat hoofdzakelijk in op de
locatiekeuze en de afwegingen die zijn gemaakt. Er wordt niet ingegaan op algemeen
ruimtelijk beleid en de combinatie van functies. Er is slechts een keuze
gemaakt tussen locaties. Er zou een specifieke ruimtelijke onderbouwing
geschreven moeten worden voor deze specifieke situatie die omvangrijker en
diepgaander van aard zou moeten zijn. Daarin zou de gemeente ook moeten ingaan
op de ruimtelijke effecten van het project op de omgeving.
Antwoord
In de ruimtelijke onderbouwing is juist ingegaan op de ruimtelijke
effecten voor de omgeving van de locatie Surinamestraat 1, is een beschrijving
gegeven van de feitelijke situatie, zijn de mogelijke belemmeringen in beeld
gebracht vanuit de milieuwetgeving en zijn de eerder geformuleerde
beoordelingscriteria toegespitst op de onderhavige locatie.
B.13.11 Samenvatting
In de paragraaf “stedenbouwkundige en functionele
argumenten” komt de gemeente tot een conclusie die bestaat uit zes punten. Er
wordt verwezen naar de wettelijke taak van de gemeente Delft. Dit argument is
niet ruimtelijk relevant.
Antwoord
De wettelijke taak
van de gemeente Delft is de aanleiding voor het initiatief. Dit is een
uitgangspunt bij de ruimtelijke afweging. Immers, uitgaande van die wettelijke
taak dient ergens in de gemeente ruimte te worden gevonden voor een dergelijke
functie. Dit kleurt de belangenafweging in.
B.13.12 Samenvatting
Er wordt verwezen naar het grote stedelijk/regionale belang om een
dagopvang te realiseren. Ook dat argument is niet ruimtelijk van belang.
Antwoord
Ook voor dit aspect geldt dezelfde redenering als hiervoor onder B.13.11
is aangegeven.
B.13.13 Samenvatting
Er wordt gewezen op het gemengde karakter van de directe omgeving en de
daar aanwezige functies. Dat is juist zij het dat deze functies vallen binnen
de gegeven bestemming en derhalve ook actuele bestemming. Maatschappelijke doeleinden
en zeer zeker deze specifieke functie, ligt niet in dat verlengde.
Antwoord
De diverse
functies zijn allen feitelijk aanwezig en maken dat het desbetreffende gebied
geen eenzijdig bedrijfsterrein is. Voor de beoordeling van de aanvaardbaarheid
van het initiatief is de feitelijke situatie zeer bepalend.
B.13.14 Samenvatting
Situering ten opzichte van de binnenstad en het
station. De gemeente signaleert terecht dat de afstand tot de binnenstad te
groot is. Voor het overige is het geen ruimtelijk argument in relatie tot een
bestemmingsplan.
Antwoord
Voor de beantwoording van uw
reactie verwijzen wij naar onderdeel A.I ‘Het
proces tot nu toe’ van het algemene gedeelte.
B.13.15 Samenvatting
Toegankelijkheid en beheersbaarheid van de locatie voor politie en
hulpdiensten. Een goede toegankelijkheid is wenselijk maar daarmee wordt geen
rechtvaardiging gegeven voor een inbreuk op de bestaande bestemming in
ruimtelijke zin.
Antwoord
Voor de
beantwoording van uw reactie verwijzen wij u naar het antwoord onder B.5.15.
B.13.16 Samenvatting
De locatie is redelijk geïsoleerd van een woonbuurt. Men kan dit argument
niet goed volgen omdat de meeste maatschappelijke doeleinden in woonbuurten
zijn gelegen. Gezien alle voorzieningen die men stelt te treffen en de
beheersbaarheid, is de vraag waarom die combinatie niet kan.
Antwoord
De term “maatschappelijke doeleinden” is een verzamelbegrip voor alle
maatschappelijke voorzieningen waaronder: ziekenhuizen, sportvelden, scholen,
musea, kerken. De wenselijkheid deze voorziening te combineren met de
woonfunctie is steeds afhankelijk van het type maatschappelijke voorziening.
Voor de opvang van verslaafden en daklozen in gekozen voor een locatie die
redelijk is geïsoleerd van een woonwijk. Voor de overige beantwoording wordt
verwezen naar het antwoord onder Algemeen onder paragraaf II “Overlast en het
beheerplatform”.
B.13.17 Samenvatting
In de Ruimtelijke Onderbouwing worden de ruimtelijke effecten van de
vestiging van de dagopvang op de omgeving niet genoemd. Ook komt het bedrijf
Auto Hi-Fi Corner B.V. niet meer in de ruimtelijke onderbouwing voor. M.b.t.
dit punt wordt verwezen naar “Voorzieningenrechter rechtbank Groningen, 2
november 2000, Groningen, br, 2001, 20014.”
Antwoord
B.13.18 Samenvatting
De representativiteit van de omgeving zal snel achteruit gaan. Geen enkel
bedrijf wil naast de dagopvang gevestigd zijn en dat geldt zeker voor een
bedrijf in auto hi-fi apparatuur, autoalarm, autotelefoon, etc. dat zeer
gewilde en diefstalgevoelige producten zijn. Daarnaast zullen klanten van het
bedrijf hun auto niet meer willen achterlaten en het bedrijf gaan mijden. Het
is onbegrijpelijk dat de gemeente hiernaar geen enkel onderzoek heeft gedaan en
geen belangenafweging heeft gemaakt.
Antwoord
B.13.19 Samenvatting
De ruimtelijke onderbouwing stelt dat er geen planschade ex-artikel 49
WRO te verwachten is. Daarbij wordt wellicht over het hoofd gezien dat het
bedrijf als huurder ook recht heeft op een planschadevergoeding indien zich
schade voordoet.
Antwoord
Voor de beantwoording van uw reactie verwijzen wij naar onderdeel A.IV
‘Planschade’ van het algemene gedeelte.
B.13.20 Samenvatting
Er heeft geen materiële belangenafweging ten opzichte van het bedrijf
Auto Hi-fi plaatsgevonden en dat is wel vereist. Hierbij wordt verwezen naar J.
Struiksma, “artikel 19 WRO: terugblik en anticipatie, bouwrecht 1999”,
bladzijde 627-634.
Antwoord
B.14.1 Samenvatting
Inspreker maakt bezwaar tegen een bestemmingsplanwijziging voor de komst
van een opvangcentrum in de Surinamestraat en sluit zich aan bij de
onderbouwing van de afwijzing van het Comité Pauwhof die veilig en rustig wonen
hoog in het vaandel heeft staan.
Antwoord
Voor de beantwoording wordt
verwezen naar de beantwoording van de reactie van bedoeld Comité, in deze nota
opgenomen onder B.19.
Een opvangcentrum voor dak- en thuislozen en drugs- en drankverslaafden
kan veel overlast veroorzaken zoals: drugsgebruik en handel in een verlaten
gebied door het ontbreken van sociale controle, illegale en stiekeme
prostitutie in de directe omgeving van de Surinamestraat, Oostsingel, Haagweg
en het gebied langs de Delftse Vliet en onder de brug. Dit zal het imago van
een mooie toeristische, historische kennistad nadelig beïnvloeden. Voorts bestaat
de overlast uit het onveilig maken van tramlijn 1, het onveilig maken van de
buurt door agressief gedrag en rondslingerende spuiten, diefstal, zeer kind
onveilige/onvriendelijke omgeving door gedrag bezoekers en een grote toeloop
van verslaafden uit het gebied Den Haag via tramlijn 1.
B.14.3 Samenvatting
Uit ervaring kan inspreker melden dat indien de gemeente op deze
afgelegen en verlaten locatie een opvangcentrum in gebruik neemt men veel
problemen binnen de gemeente Delft en Rijswijk haalt. Met name toenemende
onveiligheid door drugsgebruik en de te verwachten prostitutie, diefstal etc.
zullen naar dit nu zo mooie en rustige gebied komen.
Antwoord
Voor de beantwoording van uw reactie verwijzen wij
naar paragraaf A.II ‘Overlast en
beheerplatform’ van het algemene gedeelte.
B.14.4 Samenvatting
Inspreker vertrouwt erop dat deze en andere argumenten zullen leiden tot
een heroverweging die de locatie Surinamestraat als dagopvang zal uitsluiten en
een bestemmingsplanwijziging onnodig maakt.
Antwoord
B.15. Bruker AXS B.V. (E.R. Hovestreydt, Algemeen
Directeur)
Het bedrijf maakt als belanghebbende in het algemeen en als werkgever van
meer dan 40 werknemers in het bijzonder, bezwaar tegen de procedure waarmee de
gemeente tot de conclusie is gekomen de locatie Surinamestraat 1 aan te wijzen
als nieuwe vestiging voor dagopvang van daklozen en verslaafden.
B.15.1 Samenvatting
De vestiging zal de representatieve omgeving aantasten, terwijl het
bedrijf bij vestiging nadrukkelijk heeft gezocht naar een representatieve
omgeving, passend bij de uitstraling van het bedrijf. Er zal een negatief beeld
ontstaan voor de nationale en internationale klanten. Ook vestigt het de
aandacht op een internationaal toch al omstreden drugsbeleid.
Antwoord
Wanneer voldaan wordt aan de
gestelde eisen ten aanzien van gebouw en beheer (zie voor een meer uitgebreide
reactie op dat punt de paragraaf A.II ‘Overlast en beheerplatform’) acht het
college het onwaarschijnlijk dat bedrijven schade lijden als gevolg van de
komst van de dagopvang.
B.15.2 Samenvatting
De vestiging betekent een verhoging van de inbraakgevoeligheid. Overdag
is er vrije toegang tot het binnenterrein en het pand, de binnenplaats is zeer
uitnodigend (grote tuin, tafeltennis, bankjes). Dit zal resulteren in een
verhoging van de kosten van de bewaking en benodigde aanpassingen.
Antwoord
Voor de beantwoording van deze reactie verwijzen wij u naar paragraaf
A.II ‘Overlast en beheerplatform’ van het algemene gedeelte.
B.15.3 Samenvatting
Het vestigen van de dagopvang op deze locatie zal verstrekkende
economische en financiële consequenties hebben. Door de verhoogde financiële
druk als gevolg van de extra maatregelen en de omzetafname door negatieve
uitstraling kan het bedrijf niet langer garant staan voor een behoud van
arbeidsplaatsen op middel en lange termijn. Reeds op voorhand verzoekt het
bedrijf om een vergoeding van de gemaakte kosten van o.a. rechtsbijstand en zal
men de gemeente aansprakelijk stellen voor eventuele schade aan, of
waardevermindering van eigendommen in relatie met de vestiging van de dagopvang
op deze locatie.
Antwoord
Voor de beantwoording van deze reactie verwijzen wij u naar onderdeel
A.IV ‘Planschade’ van het algemene gedeelte. Bij de wijziging van het
bestemmingsplan kunnen belanghebbenden verzoeken om planschadevergoeding. Het
college heeft verder kennisgenomen van uw aankondiging van juridische stappen.
B.16.1 Samenvatting
Inspreker maakt bezwaar tegen de komst van een opvangcentrum in de
Surinamestraat en sluit zich aan bij de onderbouwing van de afwijzing van het
Comité Pauwhof die veilig en rustig wonen hoog in het vaandel heeft staan.
Antwoord
Voor de beantwoording wordt
verwezen naar de beantwoording van de reactie van bedoeld Comité, in deze nota
opgenomen onder B.19.
B.16.2 Samenvatting
Een opvangcentrum voor dak- en thuislozen en drugs- en drankverslaafden
kan veel overlast veroorzaken zoals: het gebruik van de banken in de
gemeenschappelijke tuin van de Pauwhof voor drugs en drankgebruik en het
achterlaten van rotzooi.
Antwoord
Voor beantwoording van uw reactie verwijzen wij naar onderdeel A.II
‘Overlast en beheerplatform’ van het algemene gedeelte.
B.16.3 Samenvatting
Inspreker voelt zich genoodzaakt te verhuizen indien bovenstaande
overlast zich zal voordoen. In het verleden is de inspreker om die reden uit
Den Haag verhuisd.
Antwoord
Het is juist de bedoeling overlast die mogelijk kan
ontstaan vanwege de functie van de dagopvang te voorkomen door goede
beheerafspraken te maken en bijvoorbeeld extra surveillance en toezicht uit te
oefenen. Voor de overige beantwoording verwijzen wij naar paragraaf A II ‘Overlast en beheerplatform’ van het
algemene gedeelte.
B.16.4 Samenvatting
Inspreker vertrouwt erop dat deze en andere argumenten zullen leiden tot
een heroverweging die de locatie Surinamestraat als dagopvang zal uitsluiten en
een bestemmingsplanwijziging onnodig maakt.
Antwoord
B.17.1 Samenvatting
Inspreker wijst de komst van een opvangcentrum voor dak- en thuislozen,
drank- en drugsverslaafden in de directe omgeving nadrukkelijk af en sluit zich
aan bij de onderbouwing van de afwijzing van het Comité Pauwhof waarvan de
leden veilig en rustig willen wonen in deze toch al kleine compacte wijk (zie
bijlage).
Antwoord
Voor de beantwoording wordt
verwezen naar de beantwoording van de reactie van bedoeld Comité, in deze nota
opgenomen onder B.19.
B.17.2 Samenvatting
De drukte in de kleine wijk Pauwhof door de aanwezigheid van het
Mondriaan College zal extra belast worden door de komst van de doelgroep van de
dagopvang. In de afgelopen maanden/jaren heeft de inspreker kunnen constateren
dat er allerlei maatregelen getroffen moesten worden door het Mondriaan College
om de handel in drugs tegen te gaan. Daarom staat er nog steeds extra bewaking
bij de school. Indien daar groepen verslaafden en daklozen bijkomen wordt de
wijk zeer zwaar belast. Een mogelijke hangplek is gelegen aan de achterzijde
van de tuinen van de Pauwhof. In deze gemeenschappelijke groenvoorziening staan
diverse zitjes.
Antwoord
Voor de beantwoording van uw reactie verwijzen wij naar onderdeel A.II “Overlast en beheerplatform” van het
algemene gedeelte.
B.17.3 Samenvatting
Het is gebleken dat de gemeente zich weinig aantrekt van de bezwaren van
de Rijswijkse bewoners aangezien de bewoners in een veel te laat stadium op de
hoogte werden gesteld van de geplande komst van het opvangcentrum.
Antwoord
Het gebied ten noorden de Surinamestraat is in eerste instantie niet
meegenomen in de huis-aan-huis mailings. De huidige ervaring is dat de
doelgroep zich op de binnenstad richt en niet zozeer op de buurt achter de
dagopvang. Ook op de Surinamestraat verwachten wij dat de doelgroep
georiënteerd is op de binnenstad en niet op het gebied ten noorden van de
dagopvang. Dat is de reden dat dit gebied in de huis-aan-huis mailings in
eerste instantie niet betrokken is. Naar aanleiding van reacties van bewoners
uit Rijswijk heeft de gemeente deze bewoners alsnog voorzien van informatie.
Het college streeft er naar zo zorgvuldig en transparant mogelijk te handelen.
Derhalve is er via diverse mediakanalen, brief, informatiekrant en website,
gecommuniceerd over de plannen van de gemeente. De betreffende Rijswijkse
bewoners zijn uitgenodigd voor de inspraakavond. Ze zijn daarmee in de
gelegenheid geweest inspraak te plegen, hetgeen ook gestaafd wordt door de
binnengekomen inspraakreacties uit de gemeente Rijswijk. Dit waren totaal zes
inspraakreacties, waarvan één namens 26 bewoners. Het college is van mening dat
zij ruimschoots aan haar inspraakverplichting voldoet voor de nieuwe
huisvesting van de dagopvang.
B.17.4 Samenvatting
Inspreker hoopt dat de bezwaren uit Rijswijk en Delft de gemeente
duidelijk maken dat de gekozen locatie onjuist blijkt te zijn en dat de
gemeente alsnog terugkomt op haar besluit.
Antwoord
Voor beantwoording van uw reactie verwijzen wij naar onderdeel A.I ‘Het
proces tot nu toe’ van het algemene gedeelte en het antwoord onder B.3.5.
B.17.5 Samenvatting
Bijlage: Waarom de keus voor de dagopvang in de Surinamestraat verkeerd
is. Visie vanuit de Pauwhof, Rijswijk. Insprekers onderschrijven de noodzaak
van een dagopvang voor daklozen en verslaafden. De gemeente Delft kiest de
locatie aan de Surinamestraat voor de vestiging van de dagopvang die vanwege de
overlast op de huidige locatie verplaatst moet worden. Op de nieuwe locatie zal
echter ook overlast ontstaan. Hierbij noemen de insprekers drie hoofdbezwaren.
Grote stadsproblematiek past niet in een landelijke omgeving.
Drugs- en alcoholverslaafden die niet in staat blijken een vaste
woonplaats te kunnen behouden trekken naar de kernen van (grotere) steden. Daar
vallen zij ook minder op. Mensen die in het stadscentrum gaan wonen nemen de
overlast van deze groep voor lief. Mensen die (veelal met kinderen) er voor
kiezen in een rustige omgeving te wonen zoeken de buitenwijken en de rand van
stedelijke gebieden op. De mate van stedelijkheid is per postcodegebied
geclassificeerd door het CBS op basis van het aantal adressen per vierkante
kilometer (totaal 5 groepen). Postcode 2289 waarin de Pauwhof valt, behoort tot
groep 4, weinig stedelijk. Het is duidelijk dat met de keus voor de
Surinamestraat de maatschappelijke probleemgevallen naar de verkeerde plek
worden gebracht.
Antwoord
De gemeente Rijswijk
begint een aantal honderden meters ten noorden van de Surinamestraat. De
doelgroep zal het centrum over het algemeen juist uit de zuidelijke richting
bezoeken. Het college ziet daarom geen duidelijke relatie tussen de locatie
Surinamestraat 1 en de gemeente Rijswijk. De mogelijkheid bestaat dat
Rijswijkers bezoekers van de dagopvang zien of dat zij elkaars looproute
kruisen. Dat enkele feit beschouwen wij niet als hinderlijk. Dat neemt niet weg
dat het risico van overlast aanwezig blijft. Daarom worden de bewoners van
Rijswijk betrokken bij het vervolgproces en het beheerplan.
B.17.6 Samenvatting
Hoofdbezwaar 2: Een locatie op de grens van twee gemeentes bemoeilijkt
het hanteren van overlast. Het inroepen van hulpdiensten zoals de politie van
Rijswijk, voor overlast veroorzaakt door een groep uit Delft, zal stroef
verlopen. De politie van Delft draagt verantwoording voor de openbare orde ter
plaatse van de Surinamestraat. De nodige communicatie tussen de twee corpsen kan
leiden tot langere aanrijdtijden. Deze situatie kan leiden tot
eigenrechterschap van bewoners. Ook maatregelen in het kader van de inrichting
van de openbare weg zijn lastig. Waarom zou de gemeente Rijswijk kosten moeten
maken voor de gevolgen van een keus van de gemeente Delft. Een voorbeeld van
moeizame communicatie tussen twee gemeentes is de communicatie over de
verkeerssituatie rond de ingang van de Pauwhof.
Antwoord
Op ambtelijk en bestuurlijk niveau is contact met de
gemeente Rijswijk. De veiligheidsscan is in overleg met de politie Haaglanden
voorbereid en uitgevoerd. Rijswijk en Delft vallen beiden onder politie
Haaglanden waardoor er sprake is van eenzelfde politiecorps voor het handhaven
van de openbare orde rondom de locatie. De gemeente Rijswijk begint een aantal
honderden meters ten noorden van de Surinamestraat. De doelgroep zal het
centrum over het algemeen juist uit de zuidelijke richting bezoeken. Het
college ziet daarom geen duidelijke relatie tussen de locatie Surinamestraat 1
en de gemeente Rijswijk. De mogelijkheid bestaat dat Rijswijkers bezoekers van
de dagopvang zien of dat zij elkaars looproute kruisen. Dat enkele feit
beschouwen wij niet als hinderlijk. Dat neemt niet weg dat het risico van
overlast aanwezig blijft. Daarom zal de gemeente bewoners van Rijswijk
betrekken bij het vervolgproces en het beheerplan.
B.17.7 Samenvatting
Hoofdbezwaar 3: De procedure die tot deze keuze heeft geleid is
aanvechtbaar. De toepassing van de criteria die hebben geleid tot de keuze van
de Surinamestraat is niet objectief en zakelijk geweest. Het criterium afstand
tot het centrum is meermalen opgerekt. De locatie GGD is afgevallen vanwege de
nabijheid van het station Delft terwijl de Surinamestraat nog dichter bij
hoogfrequent en laagdrempelig openbaar vervoer is gelegen.
Antwoord
Voor beantwoording van uw reactie verwijzen wij naar onderdeel A.I ‘Het
proces tot nu toe’ van het algemene gedeelte.
B.17.8 Samenvatting
Het is niet ondenkbaar dat er onzichtbare krachten een rol gespeeld
hebben. De vestiging van de dagopvang in de Surinamestraat heeft een direct
gevolg voor de bedrijven in de naaste omgeving en de waarde van het onroerend
goed. Dat is een nadeel voor sommigen maar kan in het voordeel zijn van anderen
aangezien dit de weg vrij kan maken voor een geheel andere bestemming van het
totale terrein tussen de Vrijenbanselaan, Rijn-Schiekanaal en de Pauwhof op de
langere termijn.
Antwoord
De herontwikkeling van het gebied rond de Surinamestraat is voor een
belangrijk deel afhankelijk van de ontwikkeling van het bedrijven terrein van
DSM en Calvé. Om die reden zal de zogenoemde scheg aan de overzijde van dit
bedrijventerrein onderdeel uit gaan maken van het bestemmingsplan voor dat
bedrijventerrein. Over die mogelijke herontwikkeling van dat terrein wordt op
bestuurlijk niveau overleg gevoerd. Pas als daar meer duidelijkheid over is zal
onderzocht worden welke ontwikkelingen voor het gebied rond de Surinamestraat
mogelijk en wenselijk zijn.
Vestiging van de dagopvang zal de ontwikkelingen niet in de weg staan.
B.17.9 Samenvatting
De dagopvang kan velerlei soorten overlast veroorzaken:
-
De ruime mogelijkheden van de groep om de omgeving
te belasten doordat het openbaar vervoer aan de ingang van de Pauwhof een halte
heeft en de uitbreiding van het OV in de toekomst. Daarnaast kan er vermenging
van de groep daklozen met de scholieren van het Mondriaan College optreden en
heeft het woongebied vele schuilplekken
-
De dagopvang bezoekers zullen veel overlast met hun
gedrag veroorzaken:
herrie, alcohol en
drugsgebruik, het bij zich hebben van loslopende honden, het naroepen van
passanten, het samenscholen op hangplekken, het achterlaten van vuil, het
benutten van tuinen en paden tussen tuinen voor sanitaire doeleinden, handel in
drugs, agressief gedrag, bedelen, slapen in de bosjes, het bezetten van
portieken, flats, garages en straatmeubilair.
-
Ook zal er veel overlast zijn door toename van
crimineel gedrag zoals het aanrichten van vernielingen, het uiten van
beledigingen, mishandelingen, diefstal uit woningen, straatroof en diefstal uit
auto’s.
Antwoord
Voor beantwoording van uw reactie verwijzen wij naar onderdeel A.II
‘Overlast en beheerplatform’ van het algemene gedeelte.
De verwachte gevolgen hiervan zijn een gevoel van onveiligheid, angst,
schaamte
voor de omgeving, verpaupering van
de omgeving en waardedaling van onroerend
goed (planschade).
Antwoord
Voor beantwoording van uw reactie verwijzen wij naar onderdeel A.II
‘Overlast en beheerplatform’ van het algemene gedeelte.
Ten aanzien van de kwestie van planschade wordt een
vergelijking gemaakt tussen de potentiële gevolgen vanuit het vigerende
bestemmingsplan en de functiewijziging zoals die thans aan de orde is. De
voorlopige conclusie van het bureau Oranjewoud dat op ons verzoek een
planschaderisico-analyse heeft gemaakt is dat de functie van drugsopvang naar
objectieve maatstaven en gezien de jurisprudentie op dit punt geen planschade
tot gevolg zal hebben. Voor de overige beantwoording wordt verwezen naar
paragraaf A.IV ‘Planschade’ van het algemene gedeelte.
B.18. L. van der Lee en Zonen B.V. (F. van der Lee,
directeur)
B.18.1 Samenvatting
Middels deze brief wil inspreker reageren op het concept ruimtelijke
onderbouwing ten behoeve van de gebruikswijziging pand Surinamestraat.
Aangezien de bezwaren van de inspreker in alle inspraakronden tot geen enkele
positieve afweging hebben geleid wil de inspreker benadrukken dat alle eerder
ingestuurde opmerkingen als herhaald en ingelast dienen te worden beschouwd.
Antwoord
B.18.2 Samenvatting
Het stoort de inspreker dat men vele keren is uitgenodigd om te reageren
op het voorstel van de gemeente, terwijl het vertrouwen dat men heeft om
invloed te hebben op de besluitvorming er niet meer is. Inspreker behoudt zich
dan ook het recht voor in de daadwerkelijke vrijstellingsprocedure alle
bezwaren, die men dan zou kunnen hebben, naar voren te brengen en volstaat nu
met een reactie op hoofdlijnen.
Antwoord
Voor beantwoording wordt verwezen naar hetgeen is gesteld paragraaf A.I
‘Het proces tot nu toe’ van het algemene gedeelte.
B.18.3 Samenvatting
De gemeente heeft inmiddels gereageerd op het
rapport van deskundige Oranjewoud/SAVE dat op 16 september aan de gemeente is
overhandigd. De gemeente heeft de conclusie van Oranjewoud/SAVE (waarin vermeld
stond dat de gemeente niet in redelijkheid tot de keuze voor de Surinamestraat
heeft kunnen komen) volledig van de hand gewezen. Oranjewoud/SAVE is door de
inspreker in de gelegenheid gesteld hierop te reageren. Deze reactie (rapport)
is bijgevoegd als bijlage. Op basis van dit rapport is de inspreker van mening
dat de ruimtelijke onderbouwing niet zal kunnen legitimeren dat vrijstelling
van het bestemmingsplan voor de dagopvang in de Surinamestraat zal kunnen
plaatsvinden.
Antwoord
Anders dan inspreker stelt wordt in het tweede
rapport Van Oranjewoud niet ingegaan op de brief van het college in reactie op
het SAVE rapport maar wordt een reactie gegeven op de concept ruimtelijke onderbouwing.
Wij delen de conclusie van inspreker niet als hij
stelt dat de ruimtelijke onderbouwing de vrijstelling niet kan legitimeren. Het rapport wordt in de
overige reacties van inspreker herhaald en door ons beantwoord.
B.18.4 Samenvatting
De ruimtelijke schets op pagina 5 van de concept ruimtelijke onderbouwing
is niet conform de werkelijkheid en niet conform het bestemmingsplan. Het beeld
dat de gemeente schetst, namelijk dat er sprake is van een “gemengd gebied” is
absoluut onjuist. Er is sprake van een gebied met overwegend
bedrijfsbestemmingen.
Antwoord
De beschrijving van de situatie van het geldende
bestemmingsplan en het feitelijke gebruik is overeenkomstig de bestaande
situatie. Er is geen sprake van gedoogsituaties. Daarmee is dus sprake van een
gemengd beeld. Onder gemengd wordt verstaan een menging van functies waaronder
in dit geval: bedrijven, maatschappelijke voorzieningen (artsenpraktijk en
Mondriaan College), kantoren, horeca en enkele woningen langs de
Vrijenbanselaan.
B.18.5 Samenvatting
De activiteiten van het bedrijf zijn de laatste tientallen jaren
hoofdzakelijk gericht op vervoer van gevaarlijke stoffen. Op het
bedrijfsterrein rijden tank-/vrachtwagens af en aan. Op het terrein zelf worden
de wagens ook schoongemaakt en gestald. Inspreker voorziet serieuze gevolgen
voor de bedrijfsvoering met de komst van de dagopvang in de zin van uitstraling
naar klanten toe alsmede risico’s voor werknemers, maar ook voor de
bedrijfsvoering als zodanig.
Antwoord
Bij het beoordelen of er sprake is van een beperking van de
bedrijfsvoering is de geldende vergunning het uitgangspunt. Het bedrijf heeft
een milieuvergunning waarin o.a. eisen zijn opgenomen m.b.t. de opslag van
gevaarlijke stoffen en geluidseisen. Op basis van deze vergunning liggen er
geen risicocontouren over het pand Surinamestraat 1. De dagopvang is geen
geluidsgevoelige bestemming. Vanuit de vergunning van Van der Lee zijn er geen
beperkingen aan de ontwikkeling van de dagopvang op de Surinamestraat 1.
De mogelijkheden van verdere ontwikkelingen en
uitbreidingen van het huidige bedrijf worden bepaald door de bestaande situatie
en laat geen ongelimiteerde uitbreiding en ontwikkeling van het bedrijf in de
toekomst toe. Verder is het zo dat een bedrijf niet tot in lengte van jaren
alle mogelijke uitbreidingsmogelijkheden gegarandeerd heeft maar dat als gevolg
van maatschappelijke ontwikkelingen mogelijkheden in de toekomst kunnen komen
te vervallen. In het algemeen geldt dat beperking van mogelijkheden voor
uitbreiding en ontwikkelingen in de toekomst voor een deel behoort tot het
maatschappelijk risico van betrokkenen.
Voor de overige beantwoording wordt verwezen naar de paragraven A.II en A.III
van het algemene deel.
B.18.6 Samenvatting
De gemeente had in het recente verleden het plan om
ter plaatse van het bedrijf van de inspreker woningen neer te zetten. In
toenemende mate lijkt er nu sprake van dat Van der Lee wordt ingekapseld met
andersoortige bestemmingen. Inspreker is dan ook bevreesd dat met de
“Salamitechniek” die de gemeente nu toepast (namelijk op percelen ander gebruik
toestaan zonder tot fundamentele herziening van het plangebied over te gaan)
uiteindelijk een voor het bedrijf onhoudbare situatie zal ontstaan.
Antwoord
De gemeente mag op basis van het Streekplan deze
salami-tactiek niet toepassen. De bestaande bedrijvigheid ter plaatse is
uitgangspunt. Mocht dit in de toekomst wijzigen dient compensatie of
verplaatsing te worden gerealiseerd. Dit is momenteel echter niet aan de orde.
B.18.7 Samenvatting
De inspreker acht zich met de besluitvorming van de gemeente miskend en
niet serieus genomen als maatschappelijk verantwoord ondernemer die bijdraagt
aan de werkgelegenheid.
Antwoord
Voor de beantwoording van uw reactie verwijzen wij naar paragraaf A.I
‘Het proces tot nu toe’ van het algemene gedeelte.
B.18.8 Samenvatting
Inspreker merkt op dat de technisch adviseur zich tot de gemeente heeft
gewend om alle ter inzage gelegde stukken in te kunnen zien maar dat bleek dat
er geen enkel stuk voorhanden was noch dat deze stukken op verzoek beschikbaar
werden gesteld. Inspreker acht dit een vreemde gang van zaken en verzoekt de
gemeente eenduidig alle relevante en achterliggende stukken bij de gemeente ter
inzage te leggen. De verspreiding via internet is vanuit het oogpunt van
rechtszekerheid onvolledig.
Antwoord
Alle relevante achterliggende stukken zijn als bijlage opgenomen in de
ruimtelijke onderbouwing met uitzondering van het bodemonderzoek. Dit onderzoek
had op verzoek moeten kunnen worden ingezien. Wij hebben helaas moeten
constateren dat enkele medewerkers van de balie niet op de hoogte waren van
deze afspraak. Het bodemonderzoek is daarom zodra dit bekend was direct bij de
balie afgegeven als inzage-exemplaar en naar inspreker verzonden.
B.18.9 Samenvatting
Inspreker is van mening dat een procedure op grond van artikel 19 lid 2
van de WRO hier zeker niet verdedigbaar is. Ook een procedure ex lid 1 van
datzelfde artikel lijkt aanvechtbaar maar valt, gezien de noodzaak van de komst
van de dagopvang, nog te verdedigen maar als een algehele belangenafweging zou
worden gemaakt, ligt een bestemmingsplanwijziging voor de hand.
Antwoord
Artikel 19 lid 2 WRO biedt een volwaardig
alternatief voor een bestemmingsplanprocedure. Op grond van de provinciale
circulaire voor toepassing van artikel 19 lid 2 WRO bestaat de mogelijkheid om
een specifieke verklaring van geen bezwaar aan te vragen, zodat het mogelijk is
om voor een individueel verzoek een vrijstellingsprocedure te voeren. Daarbij
worden alle belangen die betrokken zijn bij een vrijstellingsprocedure
zorgvuldig gewogen. Verder is door het college van burgemeester en wethouders
gekozen voor een separate inspraakprocedure terwijl dit strikt genomen niet is
voorgeschreven voor een procedure als bedoeld in artikel 19 lid 2 WRO. Op die
manier is de vergelijking met een bestemmingsplanprocedure nog gemakkelijker en
vormt de bestemmingsplan-procedure geen betere of andere waarborg voor de
belangen van de omgeving dan de thans gevoerde procedure.
B.18.10 Samenvatting
Inspreker is van mening dat de gemeente op basis van objectieve criteria
niet tot de keuze voor de Surinamestraat heeft kunnen komen. Tevens
concentreert de gemeente zich op haar eigen belangen zonder die van anderen
serieus in ogenschouw te nemen. Het aantal door de gemeente belegde
inspraakronden doet hier niets aan af.
Antwoord
De gemeente heeft in de diverse stukken die tot de
keuze van de Surinamestraat hebben geleid, meer dan eens en uitvoerig
beargumenteerd, waarom de toetsing aan de gekozen criteria heeft geleid tot de
conclusie dat de Surinamestraat een geschikte locatie is. Wij begrijpen uit het
voorafgaande dat inspreker het niet eens is met de gestelde criteria alsmede
met de afweging die op grond van de gestelde criteria heeft plaatsgevonden. Wij
zijn van mening dat de keuze van de criteria en de afweging per criterium
voldoende heeft plaatsgevonden. In de ruimtelijke onderbouwing zijn deze
criteria vervolgens weliswaar als uitgangspunt genomen maar heeft vervolgens,
een en ander ter voldoening aan hetgeen in de WRO is gesteld een ruimtelijke
afweging plaatsgevonden. Daarbij is de aanvaardbaarheid van de locatie
afgewogen tegen de grenzen en eisen die voortvloeiend uit ruimtelijk relevante
wetgeving en normen. Dit is gebeurd in de WRO. Daarbij zijn de belangen van
inspreker nadrukkelijk meegenomen en is bezien in hoeverre vestiging van een
dagopvangfunctie inspreker in zijn bedrijfsvoering zou schaden. Daarbij is
aangegeven dat geen beperking zal gaan plaatsvinden als gevolg van het niet
meer voldoen aan de wettelijke normen. Vervolgens is de invloed voor de
woonomgeving bepaald en dus ook voor het bedrijf van inspreker en zijn een
aantal maatregelen aangekondigd die ertoe moeten leiden dat er geen overlast
van deze functie zal worden ondervonden. Daarmee is naar onze mening wel
degelijk rekening gehouden met belangen van omwonenden en die van inspreker in
het bijzonder. Voor overige beantwoording wordt verwezen naar hetgeen gesteld
is onder Algemeen onder I.
B.18.11 Samenvatting
Inspreker is van mening dat de keuze van de gemeente juridisch bezien
niet door de beugel kan, niet materieelrechtelijk maar zeker ook niet
formeelrechtelijk, nu de gemeente stelt van artikel 19 lid 2 gebruik te willen
maken. Inspreker verzoekt de gemeente dan ook af te zien van het verder in
procedure brengen van de conceptnotitie.
Antwoord
Artikel 19 lid 2 WRO biedt een volwaardig
alternatief voor een bestemmingsplanprocedure. Op grond van de provinciale
circulaire voor toepassing van artikel 19 lid 2 WRO bestaat de mogelijkheid om
een specifieke verklaring van geen bezwaar aan te vragen, zodat het mogelijk is
om voor een individueel verzoek een vrijstellingsprocedure te voeren. Daarbij
worden alle belangen die betrokken zijn bij een vrijstellingsprocedure
zorgvuldig gewogen. Verder is door het college van burgemeester en wethouders
gekozen voor een separate inspraakprocedure terwijl dit strikt genomen niet is
voorgeschreven voor een procedure als bedoeld in artikel 19 lid 2 WRO. Op die
manier is de vergelijking met een bestemmingsplanprocedure nog gemakkelijker en
vormt de bestemmingsplan-procedure geen betere of andere waarborg voor de
belangen van de omgeving dan de thans gevoerde procedure
B.18.12 Samenvatting
Bijlage: Aanvulling op Quickscan
dagopvang gemeente Delft
Ingenieurs/adviesbureau SAVE,
Deventer, oktober 2005
Opdrachtgever: Int.
Transportbedrijf L. v.d. Lee en Zonen BV, Delft
Transportbedrijf L. van der Lee heeft aan
Ingenieurs/adviesbureau SAVE verzocht nader onderzoek uit te voeren om een
schriftelijke reactie te kunnen geven op het concept Ruimtelijke Onderbouwing
van de gebruikswijziging van het pand aan de Surinamestraat.
Dit nadere onderzoek is een aanvulling op de door
SAVE, in opdracht van Van der Lee, uitgevoerde Quickscan, dagopvang gemeente
Delft, gedateerd augustus 2005.
Er kan niet worden gesteld dat het proces welke heeft geleid tot de
uiteindelijke locatiekeuze “op uiterst zorgvuldige wijze is doorlopen”
aangezien er onduidelijkheid bestaat over de herkomst en houdbaarheid van de
elf gebruikte toetsingscriteria als “hedendaagse eisen die gesteld worden aan
een dagopvang”. Ook zijn de criteria niet consequent en volledig op de huidige
en op alle alternatieve locaties toegepast.
Antwoord
In het antwoord onder B.18.3 is reeds ingegaan op deze passage uit het
tweede SAVE-rapport. Volledigheidshalve verwijzen wij daarnaar.
B.18.13 Samenvatting
Er wordt een zeer belangrijke rol toegedicht aan de wijze van uitvoering
(inrichting pand, etc). Daardoor suggereert de gemeente dat een goed bouwplan
en een beheersplan belangrijker zouden zijn dan de locatiekeuze. Deze suggestie
wordt door SAVE niet onderschreven.
Antwoord
B.18.14 Samenvatting
De huidige functie van het pand is een uitzendbureau en deze functie past
binnen het van toepassing zijnde bestemmingsplan Indische Buurt. De nieuwe
functie, dagopvang voor dak- en thuislozen en verslaafden, is daarmee in
strijd.
Antwoord
Wij zijn op de hoogte dat het beoogde gebruik van het pand Surinamestraat
1 in strijd is met het geldende bestemmingsplan. Om die reden heeft de gemeente
gebruik gemaakt van haar wettelijke mogelijkheid een procedure te starten om
vrijstelling van het bestemmingsplan te verlenen. Die mogelijkheid wordt
geboden door artikel 19 lid 2 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening. De
gemeente dient de vrijstelling te baseren op een goede ruimtelijke
onderbouwing. Zij heeft daartoe de concept ruimtelijke onderbouwing
gebruikswijziging pand Surinamestraat 1 opgesteld. Dit concept is onderwerp
geweest van inspraak.
B.18.15 Samenvatting
De gemeente geeft aan dat in het pand 550 m² aan de bestemming
bedrijfsdoeleinden wordt onttrokken ten gunste van maatschappelijke doeleinden
maar deze is echter gebaseerd op een verdiepingsvloer. Wellicht moet aldus voor
deze onttrekking worden uitgegaan van de grondoppervlakte van 300 m².
Antwoord
Het bestaande pand heeft een bedrijfsoppervlak van 550 m² (verdeeld over
twee verdiepingen). Voor dit oppervlak dient een vrijstelling van het
bestemmingsplan te worden gevoerd.
B.18.16 Samenvatting
Mogelijk kan de gemeente geen gebruik maken van de vrijstellingsprocedure
en is het noodzakelijk om een nieuw bestemmingsplan vast te stellen. Het
vigerende bestemmingsplan Indische Buurt is namelijk vastgesteld op 26 mei 1983
en goedgekeurd op 11 februari 1986. Deze periode kan eenmalig met 10 jaar worden
verlengd.
Antwoord
Voor de beantwoording van uw reactie verwijzen wij naar het antwoord
onder B.18.9 en B.18.11.
B.18.17 Samenvatting
Bij de zoektocht naar een nieuwe locatie is gebruik gemaakt van 11
criteria. SAVE bestrijdt de conclusie dat deze criteria voldoende objectief
begrenst zijn en dat de locatie aan deze criteria voldoet.
Antwoord
Voor de beantwoording van uw reactie verwijzen wij
naar onderdeel A.I ‘Het proces tot nu toe’ van het algemene gedeelte.
B.18.18 Samenvatting
Vanwege het aanwezige openbaar vervoer is er een goede verbinding met Den
Haag, Rotterdam, Rijswijk, Voorburg, Delft en Zoetermeer. Daardoor is het
aannemelijk dat deze locatie een meer dan een regionale aantrekkingskracht zal
hebben op bezoekers uit andere steden, als bij plaatsing in de directe omgeving
van het station.
Antwoord
De dagopvang vervult een functie voor bezoekers uit de regio Delft,
Westland en Oostland. Voor hen kan de tram een goede manier zijn het centrum te
bezoeken. Bezoekers uit Den Haag/Rijswijk worden in het centrum niet
toegelaten. Het heeft voor hen dus ook geen zin zich in het gebied te begeven.
Het college is daarbij van mening dat de veiligheidsrisico’s in het
stationsgebied en dergelijke risico’s rond de tramhalte zeer sterk van elkaar
verschillen. Men kan er niet opgaan in de drukte, waardoor minder gelegenheid
tot crimineel gedrag bestaat. Het college is niet met inspreker eens dat
vanwege de tramhalte een aanzuigende werking op mensen van buiten de regio zal
ontstaan.
B.18.19 Samenvatting
Als voorwaarde is gesteld dat de locatie in de directe omgeving van de
binnenstad moet liggen. Dit is voor deze locatie niet het geval.
Antwoord
Voor beantwoording van uw reactie verwijzen wij naar onderdeel A.I ‘Het
proces tot nu toe’ van het algemene gedeelte.
B.18.20 Samenvatting
De buurt rondom de locatie kent geen diversiteit aan functies. De
dichtstbijzijnde woning ligt op afstand van de dagopvang.
Antwoord
Voor de beantwoording van uw reactie verwijzen wij naar het antwoord
onder B.18.4.
B.18.21 Samenvatting
De aanlooproutes naar de binnenstad lopen door woonbuurten. Het laatste
deel van de aanlooproute Surinamestraat-Reineveldbrug-Annastraat loopt geheel
door een woonbuurt.
Antwoord
Voor beantwoording van deze verwijzen wij u naar paragraaf A.II ‘Overlast
en beheerplatform’ van het algemene gedeelte. Naar verwachting zal het
overgrote deel van de bezoekers gebruik maken van de route
Surinamestraat-Reineveldbrug-Binnenstad. Bezoekers zullen daardoor niet of
nauwelijks door de Indische buurt lopen. Een andere mogelijke route loopt via
de Oostsingel. Daarmee passeren ze de Indische buurt aan de rand van deze
buurt. Omdat de dagopvang een kleinschalige voorziening is en drugsgebruikers
een minderheid van de bezoekers vormen en daarnaast door een goede inrichting
van de locatie en beheer van de omgeving de kans op overlast en criminaliteit
verder beperkt kan worden, kan –in objectieve zin- een voldoende niveau van
veiligheid bereikt worden. Dat neemt niet weg dat het belangrijk is structureel
overleg te hebben tussen gemeente, politie, de dagopvang, omwonenden en
ondernemers. Hoewel genoemde buurt door de Reineveldbrug wordt afgescheiden van
de directe omgeving van het centrum en ook terzijde ligt van de aanlooproutes
naar het centrum is betrokkenheid van bewoners van deze buurt in dit overleg
mogelijk en gewenst.
B.18.22 Samenvatting
Er is geen sprake van een voor de politie en de hulpverlening
toegankelijke en beheersbare situatie.
Antwoord
Voor de beantwoording van uw reactie verwijzen wij naar het antwoord
onder B.5.15.
B.18.23 Samenvatting
Het externe veiligheidsrisico is mogelijk groot gelet op de
(bedrijfs)activiteiten bij Van der Lee en het Mondriaan College. Dit is ook
beargumenteerd in de Quickscan waarnaar SAVE wil verwijzen.
Antwoord
Het bedrijf van inspreker heeft een milieuvergunning waarin o.a. eisen
zijn opgenomen aan de opslag van gevaarlijke stoffen. Op basis van deze
vergunning liggen er geen risicocontouren over het pand Surinamestraat 1.
Vanuit de vergunning van Van der Lee zijn er geen beperkingen aan de
ontwikkeling van de dagopvang op de Surinamestraat 1. Het Mondriaan College
slaat zeer beperkt gevaarlijke stoffen op. Het Mondriaan College valt onder de
werking van het Besluit woon- en verblijfsgebouwen milieubeheer waarin eisen
staan voor de opslag van gevaarlijke stoffen. De hoeveelheid opgeslagen stoffen
bij het Mondriaan College vormen geen
beperkingen voor de ontwikkeling van de dagopvang aan de Surinamestraat 1.
SAVE weerlegt de conclusies ten aanzien van de wettelijke taak, het
regionale belang, het gemengde karakter van de directe omgeving en bedoelde
ruimtelijke componenten. Op basis van stedenbouwkundige en functionele
argumenten komt SAVE tot de conclusie dat de dagopvangvoorziening op de locatie
Surinamestraat 1 onaanvaardbaar is.
Antwoord
Op de diverse onderdelen zoals hier genoemd is reeds
ingegaan. Derhalve verwijzen wij naar de beantwoording bij B.18.3 en B.18.10.
Op basis van groei van het aantal bezoekers kan worden uitgegaan van 80
tot 90 potentiële bezoekers per dag terwijl aan 50 tot 70 bezoekers opvang kan
worden geboden. Gelet op de grote loopafstand tot het centrum en het (te) grote
aantal potentiële bezoekers, dealers en helers is het te verwachten dat dit
gevolgen heeft voor het autoverkeer en het parkeren.
Antwoord
Voor de beantwoording van deze reactie verwijzen wij u naar paragraaf
A.II ‘Overlast en beheerplatform’ van het algemene gedeelte. Omdat de dagopvang
een kleinschalige voorziening is en drugsgebruikers een minderheid van de
bezoekers vormen verwacht het college geen grote toename van autoverkeer en
problemen bij het parkeren. De meeste bezoekers komen te voet of met de fiets.
B.18.26 Samenvatting
De bezoekers van de dagopvang zullen zich niet houden aan de fietsroute
en de twee uitgestippelde looproutes naar het centrum aangezien men kan kiezen
voor winkels, woonwijken en slaapplaatsen op kortere afstand, buiten de
binnenstad. Hierdoor kan overlast ontstaan op het bedrijfsterrein en in alle woonbuurten.
Antwoord
Voor de beantwoording van uw reactie verwijzen wij naar het antwoord
onder B.18.21.
B.18.27 Samenvatting
Als gevolg van de functiewijziging zal het Hoogheemraadschap rekening
dienen te houden met extra rioolwatercapaciteit in verband met het gebruik van
sanitaire voorzieningen door 50 tot 70 bezoekers. De toename van het
autoverkeer zal in beperkte mate ook leiden tot verslechtering van de
luchtkwaliteit.
Antwoord
De bestaande rioolwatercapaciteit is toereikend om deze toename op te vangen.
De gemeente Delft heeft een luchtkwaliteitsonderzoek uitgevoerd.
Uitgangspunt is dat de toename van het autoverkeer zeer klein zal zijn
aangezien het autobezit onder de doelgroep zeer beperkt is. De meeste mensen
zullen lopend of met het openbaar vervoer komen. Een toename die zo gering is
zal niet leiden tot een verslechtering van de luchtkwaliteit. Uit het onderzoek
blijkt dat aan alle normen uit het Besluit luchtkwaliteit 2005 zowel in de
huidige situatie als in de toekomstige situatie wordt voldaan.
B.18.28 Samenvatting
Volgens de gemeente is de dagopvang geen geluidsgevoelige bestemming als
bedoeld in de Wet geluidshinder. In verband met de geluidscontouren van DSM is
het echter aan te bevelen om de dagopvang gelijk te stellen aan een woning en
wél een geluidsonderzoek in te stellen.
Antwoord
De dagopvang is geen geluidsgevoelige bestemming als bedoeld in de Wet
geluidhinder. In de Wet geluidhinder is een limitatieve lijst opgenomen van
functies die geluidsgevoelig zijn. De functies die op deze limitatieve lijst
staan zijn:
·
Woningen
·
Scholen voor basis- en voortgezet onderwijs
·
Instellingen voor hoger beroepsonderwijs
·
Gezondheidszorgvoorzieningen zoals ziekenhuizen en
verpleegtehuizen.
·
Dit betekent dat alleen deze functies moeten worden
getoetst aan de Wet geluidhinder en overige functies niet aan deze wet kunnen
worden getoetst.
B.18.29 Samenvatting
Volgens de interpretatie van de gemeente is de dagopvang geen
geurgevoelige bestemming. De locatie ligt binnen de stankhindercontour van DSM.
SAVE verwacht dat de dagopvang wel wordt aangemerkt als een geurgevoelige
bestemming en aldus niet op deze locatie mag worden gerealiseerd.
Antwoord
In de nota Luchtkwaliteit en ruimtelijke ordening, geur (Provincie
Zuid-Holland) is een niet-limitatieve lijst opgenomen met voorbeelden van
functies met hun mate van geurgevoeligheid. Een dagopvang voor
daklozen/verslaafden is hierin niet in opgenomen. Aangezien het hier volwassen
mensen betreft die slechts een aantal keer per week slechts een deel van de dag
hier verblijven is deze functie vergelijkbaar met andere functies waar mensen
beroepsmatig of recreatief een deel van de dag aanwezig zijn. Op grond hiervan
is de dagopvang in te delen als geurgevoelige bestemming type 2, welke zijn
toegestaan tussen de lichte hindercontour en de hindercontour.
B.18.30 Samenvatting
Bij bodemonderzoek is bodemverontreiniging aangetoond. De gemeente gaat
ervan uit dat er geen ingrijpende werkzaamheden in de bodem zullen plaatsvinden
en dat mogelijke verbouwingen intern blijven. Gelet op de mogelijk
noodzakelijke aanpassingen is deze aanname wellicht niet juist.
Antwoord
Uit het bodemonderzoek is gebleken dat de locatie geschikt is voor de
huidige en toekomstige bestemming.
B.18.31 Samenvatting
Het naast de locatie gelegen bedrijf Auto HiFi Corner BV heeft een
vergunning voor de opslag van 10.000 kg. Consumentenvuurwerk. Het
Vuurwerkbesluit bepaalt dat een veiligheidsafstand van 8 meter moet worden
aangehouden in voorwaartse richting vanuit het hart van de deur van de bewaarplaats.
De risicocontour van DSM loopt door de Schie en de risicocontour van het
transportbedrijf Van der Lee blijft op eigen terrein. De 50 tot 70 dagelijkse
bezoekers van de dagopvang tellen mee bij de bepaling van het groepsrisico.
Daarmee beperken ze de mogelijke uitbreidingsruimte van de betrokken bedrijven.
Antwoord
Uit de vergunning van Auto HiFi Corner BV blijkt dat de
veiligheidsafstanden geheel op eigen terrein van dit bedrijf liggen. Deze geven
geen beperkingen voor het ontwikkelen van het pand Surinamestraat 1. Het
transportbedrijf Van der Lee heeft een milieuvergunning waarin o.a. eisen zijn
opgenomen aan de opslag van gevaarlijke stoffen. Op basis van deze vergunning
liggen er geen risicocontouren over het pand Surinamestraat 1. De vergunning van
Van der Lee geeft geen beperkingen voor
de vestiging van de dagopvang op de Surinamestraat 1.
B.18.32 Samenvatting
Op basis van het Besluit externe veiligheid inrichtingen (BEVI) dient,
naast het plaatsgebonden en het groepsrisico, ook het effectgebied bij een ramp
of een zwaar ongeval, de inzet van de hulpverleningsdiensten en de
mogelijkheden tot zelfredzaamheid te
worden meegewogen in relatie tot de kwetsbare locaties binnen het
effectgebied. De mogelijkheid tot zelfredzaamheid van 50 tot 70 dagelijkse
bezoekers kan als laag worden beoordeeld. Ook de mogelijke inzet van de
hulpverleningsdiensten kan als laag worden beoordeeld. Hierdoor is het niet
gewenst de dagopvang op deze locatie te realiseren.
Antwoord
De bedrijfsactiviteiten van bedrijven in de directe omgeving van het pand
Surinamestraat 1 vallen niet onder het Besluit externe veiligheid inrichtingen.
B.18.33 Samenvatting
Voor wat betreft de milieuzonering bedrijven wordt in de nota Bedrijven
en Bestemmingsplannen (oktober 2003) het plangebied aangewezen als “woonwijken
1”. De nota legt geen beperking op voor de voorziene functiewijziging. SAVE
veronderstelt dat deze aanwijzing op een vergissing berust aangezien het
plangebied bedrijfsterrein is.
Antwoord
In de nota Bedrijven en Bestemmingsplannen is dit gebied niet aangewezen
als bedrijfsterrein maar als “woonwijk 1”. De indeling van deze nota naar
soorten van gebieden is van geheel andere aard dan inspreker veronderstelt. De
intentie van de nota is om toevoeging van bedrijvigheid in de woonomgeving
onder voorwaarden mogelijk te maken c.q. gemakkelijker te maken. Bij de
opstelling van nieuwe bestemmingsplannen maar ook bij het verlenen van
vrijstelling wordt het beleid dat in de desbetreffende nota is vastgelegd,
gevolgd.
B.18.34 Samenvatting
De gemeente concludeert dat een goede inpassing van een opvanglocatie
mogelijk is als wordt voldaan aan een zorgvuldig besluitvormingstraject, open
communicatie met belanghebbenden, eisen ten aanzien van de inrichting van het
pand en de omgeving en een beheersplan voor de omgeving. Deze conclusies worden
onderschreven maar staan los van de locatiekeuze als zodanig. Een matige keuze
voor een locatie kan wellicht nog door een beheersplan worden gered maar SAVE
acht de locatie echter in het geheel niet geschikt.
Antwoord
Voor de beantwoording van uw reactie verwijzen wij naar het antwoord
onder B.10.1 en B.18.13.
B.18.35 Samenvatting
In het Streekplan Zuid-Holland-West is het gebied
Surinamestraat 1 aangewezen als bedrijventerrein. Het plan sluit niet uit dat
andere functies worden toegevoegd. Dit zal echter incidenteel kunnen
plaatsvinden, mits de aanwezige bedrijven niet in hun bedrijfsvoering worden
belemmerd, en zal elders moeten worden gecompenseerd. Door vestiging van de
dagopvang zal, naast het verloren gaan van 300 m² bedrijfsterrein, ook een
wijziging van het groepsrisico plaatsvinden. Aldus is er sprake van belemmering
van de aanwezige bedrijven. De vrijstelling past daarom niet in het provinciale
beleid.
Antwoord
Voor beantwoording van uw reactie verwijzen wij naar het antwoord onder
B.13.4.
B.18.36 Samenvatting
In het concept Ruimtelijke Onderbouwing wordt
vermeld dat de ruimtelijke onderbouwing zal dienen voor de
vrijstellingsprocedure ex artikel 19 lid 2 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening.
SAVE is echter van mening dat toepassing van artikel 19 lid 1 hier op zijn
plaats is. Maar wellicht is hier een nieuw bestemmingsplan geboden.
Antwoord
Artikel 19 lid 2 WRO biedt een volwaardig
alternatief voor een bestemmingsplanprocedure. Op grond van de provinciale
circulaire voor toepassing van artikel 19 lid 2 WRO bestaat de mogelijkheid om
een specifieke verklaring van geen bezwaar aan te vragen, zodat het mogelijk is
om voor een individueel verzoek een vrijstellingsprocedure te voeren. Daarbij worden
alle belangen die betrokken zijn bij een vrijstellingsprocedure zorgvuldig
gewogen. Verder is door het college van burgemeester en wethouders gekozen voor
een separate inspraakprocedure terwijl dit strikt genomen niet is
voorgeschreven voor een procedure als bedoeld in artikel 19 lid 2 WRO. Op die
manier is de vergelijking met een bestemmingsplanprocedure nog gemakkelijker en
vormt de bestemmingsplan-procedure geen betere of andere waarborg voor de
belangen van de omgeving dan de thans gevoerde procedure
B.18.37 Samenvatting
Conclusie en aanbeveling. Bestudering van het concept-ruimtelijke
onderbouwing heeft niet geleid tot wijziging van inzicht met betrekking tot het
vestigen de dagopvang op deze locatie: SAVE acht deze locatie ongeschikt. De
gemeente wordt aanbevolen om te bepalen dat de locatie Surinamestraat 1
ongeschikt is voor de vestiging van de dagopvang.
Antwoord
Voor de beantwoording van deze reactie verwijzen wij
naar de beantwoording onder punt B.6.1.
B.19 H. Roodenburg, C. de Krijger, F. Elferink, P.
Lander (namens Comité Pauwhof)
Namens de woongebieden Pauwhof, Pauwenstein geeft het Comité Pauwhof een
reactie in algemene zin en in detail op de concept Ruimtelijke Onderbouwing van
september 2005 t.b.v. de gebruikswijziging van het pand Surinamestraat 1 te
Delft.
B.19.1 Samenvatting
In de ruimtelijke onderbouwing komt het bestaan van
Rijswijk niet aan de orde. De op steenworp afstand gelegen woongebieden
Delftweg, Pauwhof en Pauwenstein zijn zelfs uit de topografische informaties
verwijderd.
Antwoord
Het is beslist niet zo dat de desbetreffende woongebieden voor de
afweging ten behoeve van het verlenen van vrijstelling niet van belang zouden
zijn. Bij de topografische ondergrond is het grondgebied van de gemeente Delft
aangehouden. De overzichtkaart met functies in de ruimtelijke onderbouwing zal
uitgebreid worden met de functies in Rijswijk direct ten noorden van het
plangebied.
B.19.2 Samenvatting
Pag. 1: Foto. De gekozen hoek van de foto geeft een te gunstig beeld van
de locatie. De foto afgedrukt in nieuwsbrief 1 geeft een beter beeld van de
situatie.
Antwoord
Uw reactie wordt voor kennisgeving aangenomen.
B19.3 Samenvatting
Indien het Rijk Delft als centrumgemeente voor maatschappelijke opvang en
verslavingszorg heeft aangewezen, moet het mogelijk zijn het verzorgingsgebied
topografisch te duiden. Tot hoever strekt West en Oostland?
Antwoord
Voor de beantwoording van uw reactie verwijzen wij naar het antwoord
onder B.7.1.
B.19.4 Samenvatting
De stukken van de gemeente en de reden om een beheerplatform op te
richten geven duidelijk aan dat van een overlast situatie sprake is. Omwonenden
van de Surinamestraat zitten niet op overlast en verpaupering te wachten.
Antwoord
Voor beantwoording van uw reactie verwijzen wij naar onderdeel A.II
‘Overlast en beheerplatform’ van het algemene gedeelte. Omdat het hier gaat om
een centrum voor dagopvang en met een aantal gerichte maatregelen overlast kan
worden voorkomen deelt het college de opvatting van inspreker niet.
B.19.5 Samenvatting
De in het rapport genoemde uiterste zorgvuldigheid wordt door het rapport
van SAVE/Oranjewoud (050843, rev. 1-T16) niet bevestigd. De kwalificatie
“ongeschikte locatie” staat haaks op de conclusie “geschikt” van de ruimtelijke
onderbouwing.
Antwoord
Voor de beantwoording van deze reactie verwijzen wij
naar de beantwoording onder punt B.10.1.
M.b.t. de procedure willen insprekers melden dat de Rijswijkse
gemeenschap onwetend was over de komst van een opvangcentrum toen het Delftse
College begin 2005 hun goedkeuring aan deze locatie gaf.
Antwoord
Het gebied ten noorden de Surinamestraat is in eerste instantie niet
meegenomen in de huis-aan-huis mailings. De huidige ervaring is dat de
doelgroep zich op de binnenstad richt en niet zozeer op de buurt achter de
dagopvang. Ook op de Surinamestraat verwachten wij dat de doelgroep
georiënteerd is op de binnenstad en niet op het gebied ten noorden van de
dagopvang. Dat is de reden dat dit gebied in de huis-aan-huis mailings in
eerste instantie niet betrokken is. Naar aanleiding van reacties van bewoners
uit Rijswijk heeft de gemeente deze bewoners alsnog voorzien van informatie.
Het college streeft er naar zo zorgvuldig en transparant mogelijk te handelen.
Derhalve is er via diverse mediakanalen, brief, informatiekrant en website,
gecommuniceerd over de plannen van de gemeente. De betreffende Rijswijkse
bewoners zijn uitgenodigd voor de inspraakavond. Ze zijn daarmee in de
gelegenheid geweest inspraak te plegen, hetgeen ook gestaafd wordt door de
binnengekomen inspraakreacties uit de gemeente Rijswijk. Dit waren totaal zes
inspraakreacties, waarvan één namens 26 bewoners. Het college is van mening dat
zij ruimschoots aan haar inspraakverplichting voldoet voor de nieuwe
huisvesting van de dagopvang.
B.19.7 Samenvatting
De luchtfoto (fig 1.). Deze foto is gedateerd en geeft het aanpalende
woongebied van Rijswijk niet weer.
Antwoord
De gemeente Delft beschikt uitsluitend over de luchtfoto op het
grondgebied van de gemeente Delft. De luchtfoto is de meest recente die in ons
bezit is (januari 2003) en geeft een
goed beeld van de situatie. Nu de overzichtskaart wordt uitgebreid, geeft dit
voldoende inzicht in de aard van de omgeving.
B.19.8 Samenvatting
Pag. 3. Beschrijving functie wijzigingen. Kan de gemeente aangeven waar
de dak- en thuislozen en verslaafden voor en na sluitingstijd van het centrum
zullen verblijven?
Antwoord
De dagopvang is dagelijks geopend van 10:30u tot 17:30u en vervult geen
nachtopvangfunctie. De meeste bezoekers van het dienstencentrum hebben wel een
nachtverblijf; zij hebben een kamer in onderhuur, slapen bij kennissen of
gebruiken de nachtopvang op de Houttuinen. Desalniettemin moet ervoor gewaakt
worden dat groepen bezoekers zich voor en na sluitingstijd gaan ophouden in de
buurt van de dagopvang, bijvoorbeeld aan de waterzijde. Er valt te denken aan
specifieke maatregelen in het tegengaan van hangen aan de waterzijde, zowel
tijdens als na de openingsuren. Daarnaast kan gedacht worden aan het maken van
een ronde na sluitingstijd om er zeker van te zijn dat alle bezoekers het
bedrijventerrein hebben verlaten. Omdat het hier gaat om een centrum voor
dagopvang en met een aantal gerichte maatregelen kan worden voorkomen dat
mensen na sluitingstijd op het bedrijventerrein blijven hangen deelt het
college de opvatting van inspreker niet.
Voor de verdere beantwoording van uw reactie in algemene zin verwijzen we
u naar paragraaf A.II ‘Overlast en beheerplatform’ van het algemene gedeelte.
B.19.9 Samenvatting
Pag. 5. Ruimtelijke impact van het bouwplan. De genoemde aanwezige
maatschappelijke voorziening is een huisartsenpraktijk en deze verhuist zodra
hun definitieve locatie elders in Delft wordt opgeleverd. Het spiegelen van de
maatschappelijke functie van de dagopvang hieraan is derhalve onjuist.
Antwoord
Zoals in de ruimtelijke onderbouwing is aangegeven is er een aantal
andere maatschappelijke functies in de onmiddellijke nabijheid aanwezig. Eén
daarvan wordt gevormd door het Mondriaan College dat in de onmiddellijke
omgeving een belangrijke rol vervult.
B.19.10 Samenvatting
Fig. 3: Overzicht in kleur en functies in de omgeving. Opvallend is hier
ook de afwezigheid van de woongebieden aan de Noordgrens van Delft (o.a. De
Delftweg, de Pauwhof, Pauwenstein en Vrijenban).
Antwoord
Zoals aangegeven bij het antwoord onder B.19.1 zal
de overzichtkaart worden aangepast.
B.19.11 Samenvatting
Pag. 6: Stedenbouwkundige en functionele argumenten. De locatie moet niet
in nabijheid liggen van het station. De insprekers zijn van mening dat de
locatie in het centrum komt te liggen van vele openbaarvervoer mogelijkheden
(tram, bus) die ter beschikking staan aan bezoekers van de buitengebieden. Dit
trekt mensen uit o.a. Rotterdam en Den Haag aan.
Antwoord
De dagopvang vervult een functie voor bezoekers uit de regio Delft,
Westland en Oostland. Voor hen kan de tram een goede manier zijn het centrum te
bezoeken. Bezoekers uit Den Haag/Rijswijk worden in het centrum niet
toegelaten. Het heeft voor hen dus ook geen zin zich in het gebied te begeven.
Het college is daarbij van mening dat de veiligheidsrisico’s in het
stationsgebied en dergelijke risico’s rond de tramhalte zeer sterk van elkaar
verschillen. Men kan er niet opgaan in de drukte, waardoor minder gelegenheid
tot crimineel gedrag bestaat. Het college is het niet met inspreker eens dat
vanwege de tramhalte een aanzuigende werking op mensen van buiten de regio zal
ontstaan.
B.19.12 Samenvatting
De locatie moet in de directe omgeving van de binnenstad liggen. In
relatie tot de werkelijke loopafstand van 1300 meter kan de mogelijkheid dat
bezoekers zich rondom de locatie Surinamestraat zullen gaan ophouden niet
worden uitgesloten.
Antwoord
Voor beantwoording van uw reactie verwijzen wij naar onderdeel A.I ‘Het
proces tot nu toe’ en A.II ‘Overlast
en beheerplatform’ van het algemene gedeelte.
B.19.13 Samenvatting
Aanlooproutes door woongebieden beperken. De locaties van de tram, bus en
het pontje en de locaties van de winkels in de Indische Buurt en de Binnenstad
leveren looproutes die door overwegend woongebieden gaan. De gemeente geeft een
gesimplificeerde voorstelling van zaken.
Antwoord
Voor beantwoording van uw reactie verwijzen wij u
naar paragraaf A.II ‘Overlast en beheerplatform’ van het algemene gedeelte. De
directe omgeving van de locatie Surinamestraat kent nauwelijks een woonfunctie.
In de iets wijdere omgeving liggen wel woonwijken, maar die zijn door de
Reineveldbrug en het Mondriaan College afgescheiden van het gebied
Surinamestraat. Het is wel denkbaar dat bezoekers van het centrum gebruik
zullen maken van de looproute Oostsingel, maar die voert eerder langs dan door
de woonwijk. Dat neemt niet weg dat het wel degelijk van belang is ook uit een
iets wijdere omgeving betrokkenheid te hebben in het beheeroverleg rond het centrum.
B.19.14 Samenvatting
De locatie moet toegankelijk en beheersbaar zijn. Met name de
woongebieden aan de Rijswijkse kant kent schuilgebieden die de daklozen ’s
nachts en de verslaafden overdag van dienst kunnen zijn. Medewerkers en politie
zullen geen afdoende zicht hebben op deze groep met maatschappij belastend
gedrag. Met name de binnengebieden achter de Pauwhof woningen worden ontrokken
aan het zicht.
Antwoord
Voor de beantwoording van uw reactie in algemene zin verwijzen we u naar
paragraaf A.II ‘Overlast en beheerplatform’ van het algemene gedeelte. De
gemeente Rijswijk begint een aantal honderden meters ten noorden van de
Surinamestraat. De doelgroep zal het centrum over het algemeen juist uit de
zuidelijke richting bezoeken. Het college ziet daarom geen duidelijke relatie
tussen de locatie Surinamestraat 1 en de gemeente Rijswijk. De mogelijkheid
bestaat dat Rijswijkers bezoekers van de dagopvang zien of dat zij elkaars
looproute kruisen. Dat enkele feit beschouwen wij niet als hinderlijk. Dat neemt
niet weg dat het risico van overlast aanwezig blijft. Daarom betrekt de
gemeente bewoners van Rijswijk bij het vervolgproces en het beheerplan.
B.19.15 Samenvatting
Pag. 7. De dagopvang zal aan de rand van de bebouwing aan het water komen
te liggen.
Deze aantrekkelijke omschrijving is juist. Recreanten zullen verdrongen
worden door de bezoekers van de dagopvang aangezien een plekje aan het water
aantrekkelijker zal zijn dan de buitenruimte van de dagopvang.
Antwoord
Voor de beantwoording van deze reactie verwijzen wij u naar paragraaf
A.II ‘Overlast en beheerplatform’ van het algemene gedeelte. Bij de locatie
Surinamestraat valt te denken aan specifieke maatregelen in het tegengaan van
hangende groepen aan de waterzijde, zowel tijdens als na de openingsuren.
B.19.16 Samenvatting
4.2.2. Openbaar vervoer. Insprekers missen de buslijnen 129, 37, de
toekomstige tramlijn 19 en het pontje. Deze diversiteit aan openbaar vervoer
mogelijkheden zorgt voor een aanzuigende werking en dat maakt de nabijheid van
een opvangcentrum bij het station onwenselijk.
Antwoord
De dagopvang vervult een functie voor bezoekers uit de regio Delft,
Westland en Oostland. Voor hen kan de tram of de bus een goede manier zijn het
centrum te bezoeken. Bezoekers uit Den Haag/Rijswijk worden in het centrum niet
toegelaten. Het heeft voor hen dus ook geen zin zich in het gebied te begeven.
Het college is daarbij van mening dat de veiligheidsrisico’s in het
stationsgebied en dergelijke risico’s rond de tramhalte zeer sterk van elkaar verschillen.
Men kan er niet opgaan in de drukte, waardoor minder gelegenheid tot crimineel
gedrag bestaat. Het college is niet met inspreker eens dat vanwege de tram/bus
halte een aanzuigende werking op mensen van buiten de regio zal ontstaan.
B.19.17 Samenvatting
Pag. 8. Langzaam verkeer / Fig. 4 overzichtskaartje met looproutes. Het
kaartje is een simplificering van het probleem. Rijswijk bestaat in dit kaartje
ook niet. In de bijlage van deze brief is een kaartje met looproutes en
openbaarvervoer mogelijkheden aangegeven. Het rapport geeft aan dat het aantal
feitelijke meters looproute door uitsluitend woongebied nul is. De insprekers
zijn van mening dat het gebied tussen de Surinamestraat en het centrum van
Delft uitsluitend woongebied is. De doelgroep zal gebieden opzoeken waar iets
te beleven en te halen valt. De in het rapport aangegeven wandelroutes zijn
alleen onder begeleiding te handhaven.
Antwoord
Voor de beantwoording van uw reactie verwijzen wij u naar het antwoord
onder B.19.13.
B.19.18 Samenvatting
Pag. 12. Ervaring van andere gemeenten. De stad Rotterdam wordt hier
genoemd. Een deskundig persoon die in Rotterdam ervaring heeft opgedaan met een
gelijksoortige doelgroep heeft gezegd dat de groepsgrootte kleiner dan 30
personen moet blijven. Een groep van 50 tot 70 personen of meer wordt
onbeheersbaar (zie Van der Vennepark in Den Haag).
Antwoord
De dagopvang is op werkdagen geopend van 10:30 tot 17:30. Verspreid over
de dag wordt het centrum tussen de 50 en 70 mensen bezocht. Het doel en de duur
van het bezoek is verschillend per klant. Gemiddeld zijn ongeveer 10 tot 20
bezoekers gelijktijdig aanwezig, met een piek tussen de middag bij de warme
maaltijd van 20 tot 30 bezoekers. Tegen sluitingstijd zijn er ongeveer nog 5
tot 10 bezoekers aanwezig.
B.19.19 Samenvatting
Pag. 15. Conclusie. Het rapport stelt dat een goede inpassing van een
dagopvang voorziening mogelijk is als er aan een aantal eisen wordt voldaan.
Hieronder valt ook een zorgvuldig besluitvormingstraject. De bewoners uit
Rijswijk voelen zich in de rapportage niet gekend en daardoor niet gezien. De
gemeente heeft hier niet zorgvuldig gehandeld. Daarnaast zijn de insprekers van
mening dat de communicatie slechts één doel heeft; de dagopvang zal en moet
naar de Surinamestraat.
Antwoord
Voor de beantwoording van uw reactie verwijzen wij u naar het antwoord
onder B.19.6.
B.19.20 Samenvatting
Pag. 17. Planschaderisico. Het rapport geeft aan dat er geen sprake is
van planschade door wijziging van de bestemming. Een bedrijf met een dagopvang
naast zich voelt zich eerder in een saneringsgebied dan zonder dagopvang.
Vanuit bedrijfscommercie gezien is deze locatie ongewenst. Verpauperende en
sociaal ongewenste aspecten zullen in de wijde omgeving de waarde van het
onroerend goed belasten. De wegtrekkende bedrijven worden een prooi van
projectontwikkeling en volgen er aanpassingen in het vigerend bestemmingsplan
waarin een opvangcentrum niet past. Een volgende verhuizing van het
opvangcentrum wordt hiermee door het centrum zelf geïnitieerd.
Antwoord
Bij de beoordeling van het planschaderisico wordt een strikt causaal
verband gelegd tussen de bestemmingsplanwijziging enerzijds en de mogelijkheden
in het vigerende bestemmingsplan anderzijds. Een dergelijke
planschadebeoordeling laat geen mogelijkheden voor speculaties van eventuele
andere wijzigingen in de toekomst. Voor de overige beantwoording wordt verwezen
naar paragraaf A.IV ‘planschade’ van het algemene gedeelte.
B.19.21 Samenvatting
Pag. 18 Overzicht proces. Volgens het rapport is Delft als
centrumgemeente aangewezen door het Rijk. Insprekers zouden graag de datum van
aanwijzing vermeld hebben gezien. Van de informatie en inspraakperiode november
2004 – december 2004 hebben de Rijswijkse bewoners geen gebruik kunnen maken
omdat zij niet geïnformeerd waren.
Antwoord
Voor de beantwoording van uw reactie verwijzen wij u naar het antwoord
onder B.19.6.
B.19.22 Samenvatting
Pag. 20 en bijlagen. Insprekers volstaan met de melding dat zij achter
het rapport staan van SAVE (050843, rev.1-T16) en de daarmee strijdige
conclusies uit de concept ruimtelijke onderbouwing afwijzen.
Antwoord
Voor beantwoording van uw reactie verwijzen wij naar de reactie van het
college op het rapport van SAVE/Oranjewoud, gepresenteerd op de website van de
gemeente. In de reactie geeft het college aan dat er in de quickscan geen
nieuwe feiten naar voren komen of argumenten die aanleiding geven om de
locatiekeuze ter discussie te stellen. Het bureau komt wel tot andere
conclusies. Maar deze worden niet gedeeld door het college. Het college ziet
dan ook geen enkele aanleiding om het besluit van 24 februari 2005 opnieuw ter
discussie te stellen. Het rapport bevat wel een aantal zienswijzen die van nut
kunnen zijn bij het opstellen van het beheerplan dat helpt om te komen tot een
goede inpassing van de dagopvang op de Surinamestraat.
B.19.23 Samenvatting
Bijlage: Waarom de keus voor de dagopvang in de Surinamestraat verkeerd
is. Visie vanuit de Pauwhof, Rijswijk. Insprekers onderschrijven de noodzaak
van een dagopvang voor daklozen en verslaafden. De gemeente Delft kiest de
locatie aan de Surinamestraat voor de vestiging van de dagopvang die vanwege de
overlast op de huidige locatie verplaatst moet worden. Op de nieuwe locatie zal
echter ook overlast ontstaan. Hierbij noemen de insprekers drie
hoofdbezwaren.Grote stadsproblematiek past niet in een landelijke omgeving.
Drugs- en alcoholverslaafden die niet in staat blijken een vaste
woonplaats te kunnen behouden trekken naar de kernen van (grotere) steden. Daar
vallen zij ook minder op. Mensen die in het stadscentrum gaan wonen nemen de
overlast van deze groep voor lief. Mensen die (veelal met kinderen) er voor
kiezen in een rustige omgeving te wonen zoeken de buitenwijken en de rand van
stedelijke gebieden op. De mate van stedelijkheid is per postcodegebied
geclassificeerd door het CBS op basis van het aantal adressen per vierkante
kilometer (totaal 5 groepen). Postcode 2289 waarin de Pauwhof valt, behoort tot
groep 4, weinig stedelijk. Het is duidelijk dat met de keus voor de
Surinamestraat de maatschappelijke probleemgevallen naar de verkeerde plek
worden gebracht.
Antwoord
Voor de beantwoording van uw reactie verwijzen wij naar het antwoord
onder B.17.5.
B.19.24 Samenvatting
Hoofdbezwaar 2: Een locatie op de grens van twee gemeentes bemoeilijkt
het hanteren van overlast. Het inroepen van hulpdiensten zoals de politie van
Rijswijk, voor overlast veroorzaakt door een groep uit Delft, zal stroef
verlopen. De politie van Delft draagt verantwoording voor de openbare orde ter
plaatse van de Surinamestraat. De nodige communicatie tussen de twee corpsen
kan leiden tot langere aanrijdtijden. Deze situatie kan leiden tot
eigenrechterschap van bewoners. Ook maatregelen in het kader van de inrichting
van de openbare weg zijn lastig. Waarom zou de gemeente Rijswijk kosten moeten
maken voor de gevolgen van een keus van de gemeente Delft. Een voorbeeld van
moeizame communicatie tussen twee gemeentes is de communicatie over de
verkeerssituatie rond de ingang van de Pauwhof.
Antwoord
Voor de beantwoording van uw reactie verwijzen wij naar het antwoord
onder B.17.6.
B.19.25 Samenvatting
Hoofdbezwaar 3: De procedure die tot deze keuze heeft geleid is
aanvechtbaar. De toepassing van de criteria die hebben geleid tot de keuze van
de Surinamestraat is niet objectief en zakelijk geweest. Het criterium afstand
tot het centrum is meermalen opgerekt. De locatie GGD is afgevallen vanwege de
nabijheid van het station Delft terwijl de Surinamestraat nog dichter bij
hoogfrequent en laagdrempelig openbaar vervoer is gelegen.
Antwoord
Voor beantwoording van uw reactie verwijzen wij naar het antwoord onder
B.17.7.
B.19.26 Samenvatting
Het is niet ondenkbaar dat er onzichtbare krachten een rol gespeeld
hebben. De vestiging van de dagopvang in de Surinamestraat heeft een direct
gevolg voor de bedrijven in de naaste omgeving en de waarde van het onroerend
goed. Dat is een nadeel voor sommigen maar kan in het voordeel zijn van anderen
aangezien dit de weg vrij kan maken voor een geheel andere bestemming van het
totale terrein tussen de Vrijenbanselaan, Rijn-Schiekanaal en de Pauwhof op de
langere termijn.
Antwoord
Voor de beantwoording van uw reactie verwijzen wij naar het antwoord
onder B.17.8.
B.19.27 Samenvatting
De dagopvang kan velerlei soorten overlast veroorzaken:
-
De ruime mogelijkheden van de groep om de omgeving
te belasten doordat het openbaar vervoer aan de ingang van de Pauwhof een halte
heeft en de uitbreiding van het OV in de toekomst. Daarnaast kan er vermenging
van de groep daklozen met de scholieren van het Mondriaan College optreden en
heeft het woongebied vele schuilplekken
-
De dagopvang bezoekers zullen veel overlast met hun
gedrag veroorzaken:
Herrie, alcohol en drugsgebruik,
het bij zich hebben van loslopende honden, het naroepen van passanten, het
samenscholen op hangplekken, het achterlaten van vuil, het benutten van tuinen
en paden tussen tuinen voor sanitaire doeleinden, handel in drugs, agressief
gedrag, bedelen, slapen in de bosjes, het bezetten van portieken, flats,
garages en straatmeubilair.
-
Ook zal er veel overlast zijn door toename van
crimineel gedrag zoals het aanrichten van vernielingen, het uiten van
beledigingen, mishandelingen, diefstal uit woningen, straatroof en diefstal uit
auto’s.
Antwoord
Voor beantwoording van uw reactie verwijzen wij naar onderdeel A.II
‘Overlast en beheerplatform’ van het algemene gedeelte.
De verwachte gevolgen hiervan zijn een gevoel van onveiligheid, angst,
schaamte
voor de omgeving, verpaupering van de omgeving en waardedaling van
onroerend
goed (planschade).
Antwoord
Voor beantwoording van uw reactie verwijzen wij naar onderdeel A.II
‘Overlast en beheerplatform’ en A.IV ‘planschade’ van het algemene gedeelte.
Inspreker maakt bezwaar tegen de komst van een opvangcentrum in de
Surinamestraat en sluit zich aan bij de onderbouwing van de afwijzing van het
Comité Pauwhof die veilig en rustig wonen hoog in het vaandel heeft staan.
Antwoord
Voor de beantwoording van uw reactie verwijzen wij
naar het antwoord onder B.6.1.
B.20.2 Samenvatting
Een opvangcentrum voor dak- en thuislozen en drugs- en drankverslaafden
kan veel overlast veroorzaken zoals: handel in drugs met scholieren, het
creëren van een gevoel van onveiligheid, herrie door alcoholgebruik, inbraak in
woningen gepaard gaande met vernielingen.
Antwoord
Voor beantwoording van uw reactie verwijzen wij naar onderdeel A.II
‘Overlast en beheerplatform’ van het algemene gedeelte. Omdat het hier gaat om
een centrum voor dagopvang en met een aantal gerichte maatregelen overlast kan
worden voorkomen deelt het college de opvatting van inspreker niet.
B.20.3 Samenvatting
Inspreker vertrouwt erop dat deze en andere argumenten zullen leiden tot
een heroverweging die de locatie Surinamestraat als dagopvang zal uitsluiten en
een bestemmingsplanwijziging onnodig maakt.
Antwoord
B.21 G. Valstar Beheer Delft B.V. (vertegenw. E.B.H. Advocaten, Mr. J. Hiemstra)
B.21.1 Samenvatting
Namens de besloten vennootschap G.G. Valstar Beheer Delft B.V. alsmede
haar eigenaar/directeur G.J. Valstar-Van der Elst dient E.B.H. Advocaten een
zienswijze in tegen de concept ruimtelijke onderbouwing, als onderdeel van de
artikel 19 lid 2 WRO procedure, voor de realisatie van de Dagopvang aan de
Surinamestraat. G.G. Valstar Beheer Delft B.V. is eigenaar van het pand Haagweg
129. Dit pand is verhuurd aan de besloten vennootschap Auto Hi-Fi Corner B.V.
die in dit pand haar bedrijf heeft gevestigd en handelt in mobiele
telecommunicatie, auto hi-fi, navigatie en aanvullende producten. Het pand
Haagweg 129 grenst direct aan het pand Surinamestraat 1, waar de dagopvang moet
worden gerealiseerd.
De directeur/eigenaar van G. Valstar Beheer Delft B.V. sluit zich aan bij
de zienswijze die namens Auto Hi-Fi Corner B.V. naar voren is gebracht (zie
B.13) door E.B.H. Advocaten. De gemeente wordt verzocht de inhoud als herhaald
en ingelast te beschouwen namens G. Valstar Beheer Delft B.V.
Indien de locatie Surinamestraat 1 een dagopvang wordt voor dak- en
thuislozen en verslaafden, zal het pand aan de Haagweg 129 als bedrijfspand
niet of nauwelijks meer te exploiteren zijn als bedrijfspand aangezien men zich
niet voor kan stellen welke detailhandel zich nog zou willen vestigen in een
pand direct grenzend aan een dagopvang.
Antwoord
Zoals reeds bij de beantwoording van de eerdere
inspraakreactie is aangegeven, achten wij, wanneer voldaan wordt aan de
gestelde eisen ten aanzien van gebouw en beheer (zie voor een meer uitgebreide
reactie op dat punt de paragraaf A.II ‘Overlast en beheerplatform’ en paragraaf
A.III ‘Effect op bedrijven in de omgeving’) het onwaarschijnlijk dat bedrijven
in het gebied schade lijden als gevolg van de komst van de dagopvang. Voor de
overige beantwoording wordt verwezen naar paragraaf A.IV ‘planschade’ van het
algemene gedeelte.
B.21.2 Samenvatting
In de concept ruimtelijke onderbouwing staat niets vermeld aangaande de
ruimtelijke effecten van de bestemming maatschappelijke doeleinden, in het
bijzonder de opvang van dak-, thuislozen en verslaafden, op de directe
omgeving. De gemeente heeft er kennelijk voor gekozen dit probleem volledig te
negeren
Antwoord
In de ruimtelijke onderbouwing is juist ingegaan op de ruimtelijke
effecten voor de omgeving van de locatie Surinamestraat 1, is een beschrijving
gegeven van de feitelijke situatie, zijn de mogelijke belemmeringen in beeld
gebracht vanuit de milieuwetgeving en zijn de eerder geformuleerde
beoordelingscriteria toegespitst op de onderhavige locatie.
B.21.3 Samenvatting
De gemeente stelt tevens dat een nieuwe bestemming voor maatschappelijke
doeleinden geen planschade tot gevolg zal hebben voor de omgeving. Dat is zeer
onwaarschijnlijk en voorlopige beoordelingen door makelaars wijzen daar ook op.
De directeur/eigenaar van het pand wil benadrukken dat het niet gaat om het
ontvangen van een planschadevergoeding maar wil voorkomen met een volledig
onverhandelbaar c.q. onverhuurbaar pand te bezitten.
Antwoord
Bij de beoordeling van het planschaderisico wordt een strikt causaal
verband gelegd tussen de bestemmingsplanwijziging enerzijds en de mogelijkheden
in het vigerende bestemmingsplan anderzijds. Een dergelijke
planschadebeoordeling laat geen mogelijkheden voor speculaties van eventuele
andere wijzigingen in de toekomst. De vrees voor het feitelijk onverhandelbaar
c.q. onverhuurbaar zijn, is naar de mening van het college voorshands niet
gegrond.
B.21.4 Samenvatting
De directeur/eigenaar van het pand wil benadrukken dat de voorgenomen
vrijstelling in strijd is met regionaal beleid, in het bijzonder het regionaal
structuurplan Haaglanden, alsmede het streekplan Zuid-Holland West. Ook is het
plan in strijd met de Nota Regels voor Ruimte van de provincie Zuid-Holland.
Antwoord
In het Streekplan Zuid-Holland-West is het gebied Surinamestraat 1
aangewezen als bedrijventerrein. Een bedrijventerrein is een aaneengesloten
bebouwd gebied met als hoofdfunctie bedrijvigheid, waaronder begrepen transport
en distributie, productie, veilingen, kenniscentra alsmede nutsvoorzieningen.
Het Streekplan stelt regels aan het transformeren van bedrijventerreinen.
Dit om te voorkomen dat al te gemakkelijk functies als bedrijventerreinen,
sportvelden en volkstuinen uit het stedelijk gebied verdwijnen. Als dergelijke
transformaties onvermijdelijk zijn, zal de handelende gemeente moeten aangeven
hoe deze functies (lokaal c.q. regionaal) worden gecompenseerd. De
verantwoordelijkheid voor het beleid binnen de rode contouren ligt primair bij de
gemeenten.
Het Streekplan sluit niet uit dat in gebieden met de aanduiding
“bedrijventerrein” andere functies worden toegevoegd, maar dan zal dit slechts
incidenteel kunnen plaatsvinden. Het Streekplan wil voorkomen dat al te
gemakkelijk functies als bedrijventerreinen uit het stedelijk gebied
verdwijnen. Wij bestrijden dan ook dat elke toevoeging van een
niet-bedrijvenfunctie in strijd is met het Streekplan.
Onderzocht is of door de toevoeging van de
incidentele functie van dagopvang de in het gebied aanwezige bedrijven zodanig
in hun bedrijfsvoering worden belemmerd dat het functioneren binnen het
bedrijventerrein als totaal belemmerd wordt. Uit het bepaalde in paragraaf
4.4.7 van de ruimtelijke onderbouwing blijkt dat er geen sprake is van een
beperking van betekenis voor de thans aanwezige bedrijven in de directe
omgeving. Het gebied kan zijn functie als overwegend bedrijventerrein
onverminderd behouden en er is dus geen sprake van strijd met het provinciale
en regionale beleid.
Het geringe oppervlak van 550 m² dat nu aan bedrijventerrein verloren
gaat zal in een later stadium tezamen met andere mogelijk in de toekomst
verloren kleine bedrijfsoppervlakten worden gecompenseerd.
Ten overvloede merken wij op dat de gemeente Delft, evenals de provincie
Zuid Holland op regionaal niveau deelneemt aan de Ambtelijk Commissie
Coördinatie Ruimtelijke Ordening waarin een nieuwe visie wordt voorbereid op
compensatiemogelijkheden voor bedrijfsverplaatsingen in de regio. Deze visie is
naar verwachting eind 2005 gereed en zal worden meegenomen in de aanpassing van
het Structuurplan Haaglanden.
B.22 Desenco Real
Estate Management (F.A. Knoop) en F.A.M. Knoop
B.22.1 Samenvatting
Gezien het feit dat de gemeente het concept Ruimtelijke Onderbouwing
afdoet met het geven van informatie uit eerder geproduceerde stukken en het
feit dat hierin geen enkele aanpassing is doorgevoerd, wil de inspreker eerder
genoemde bezwaren van de inspraakavond herhalen. Er is minachting voor de
inwoners van Delft die OZB, waterschapsheffing etc. betalen. Bewoners die hun
buurt netjes houden worden door de Delftse politiek niet beloond.
Antwoord
Voor de beantwoording van uw reactie verwijzen wij naar paragraaf A.I
‘Het proces tot nu toe’ van het algemene gedeelte.
B.22.2 Samenvatting
Inspreker woont sinds kort in de Indische buurt met een kind. Inspreker
heeft voorheen, als bewoner van de Clarenstraat, de inspraakprocedure van de
Koornmarkt en van Miereveldlaan meegemaakt. Volgens de gemeente waren daar
slechts 4 belanghebbenden die geïnformeerd dienden te worden. Door het
verspreiden van kopieën aan buurtbewoners waren deze ruim vertegenwoordigd op
de inspraakavond. Nadat inspreker was verhuisd naar de Soendastraat werd men
niet geïnformeerd over de nieuwe locatie van de Surinamestraat, alleen via de
Delft op Zondag. Op de inspraakavond op 17 december bleken mensen op een nette
manier hun argumenten naar voren te brengen. Dit heeft tot resultaat gehad dat
de gemeente heeft besloten de dagopvang in de Surinamestraat te vestigen.
Antwoord
Voor de beantwoording van uw reactie verwijzen wij naar paragraaf A.I
‘Het proces tot nu toe’ van het algemene gedeelte.
B.22.3 Samenvatting
Daklozen en verslaafden worden weggestopt op een bedrijfsterrein. Hiermee
is niets overgebleven van het beleid van inmenging in de samenleving en een
doelgroep die te monitoren is in de binnenstad.
Antwoord
Het college streeft er naar zo zorgvuldig en transparant mogelijk te
handelen. Derhalve is er via diverse mediakanalen, brief, informatiekrant en
website, gecommuniceerd over de plannen van de gemeente. Voor het overige wordt
verwezen naar hetgeen gesteld is in paragraaf I onder Algemeen.
B.22.4 Samenvatting
Er is slechts een papieren veiligheidsscan gemaakt met 80
“aandachtspunten” die niet serieus wordt genomen. Het Mondriaan College is ook
slechts een aandachtspunt.
Antwoord
Voor de beantwoording van uw reactie verwijzen wij naar paragraaf A.I
‘Het proces tot nu toe’ van het algemene gedeelte.
B.22.5 Samenvatting
Een commissie is gaan kijken bij een dagopvang in Eindhoven. Inspreker
heeft daar ook een bezoek gebracht. De locatie in Eindhoven is niet te
vergelijken met de Surinamestraat. Er zijn daar zichtlijnen van meer dan 2 km,
er is een woonboulevard vlakbij gelegen en er is de hele dag doorloop in een straat
die 5 keer zo breed is als de Surinamestraat.
Antwoord
Inspreker verwijst naar een bezoek dat de commissie Werk, Zorg en
Onderwijs in december 2004 op eigen initiatief uit interesse heeft afgelegd.
Het college heeft geen vergelijking gemaakt tussen de opvang in Eindhoven en
Delft. Alleen al omdat Eindhoven op het gebied van de doelgroep, de omvang van
de doelgroep en het aanbod van de voorziening niet één op één vergelijkbaar is
met de situatie in Delft.
B.22.6 Samenvatting
De bewoners van de Indische buurt en de doelgroep voelen zich in de steek
gelaten door de Delftse politiek. Er is tevens sprake van onbehoorlijk bestuur.
Inspreker hoopt dat de gemeente tot bezinning komt.
Antwoord
Voor de beantwoording van uw reactie verwijzen wij u naar paragraaf A.I
‘Het proces tot nu toe’ van het algemene gedeelte.
Onderstaande
inspraakreacties zijn ontvangen buiten de inspraaktermijn en om die reden
niet-ontvankelijk. Ten overvloede wordt toch een inhoudelijke antwoord gegeven
op deze inspraakreacties
B.23.1 Samenvatting
Inspreker maakt bezwaar tegen de komst van de dagopvang in de
Surinamestraat en sluit zich aan bij de onderbouwing van de afwijzing van het
Comité Pauwhof die veilig en rustig wonen hoog in het vaandel heeft staan.
Antwoord
De directe omgeving van de locatie Surinamestraat
kent nauwelijks een woonfunctie. In de iets wijdere omgeving liggen wel
woonwijken, maar die zijn door de Reineveldbrug en door het Mondriaan College
afgescheiden van het gebied Surinamestraat. Het is wel denkbaar dat bezoekers
van het centrum gebruik zullen maken van de looproute Oostsingel, maar die
voert eerder langs dan door de woonwijk. Wij zien daardoor geen duidelijke
relatie tussen de dagopvang en de woonomgeving. Dat neemt niet weg dat het wel
degelijk van belang is ook uit een iets wijdere omgeving betrokkenheid te
hebben in het beheeroverleg rond het centrum.
Naar verwachting zal de doelgroep
via de Reineveldbrug naar de dagopvang komen. Omdat de dagopvang een
kleinschalige voorziening is en drugsgebruikers een minderheid van de bezoekers
vormen en daarnaast door een goede inrichting van de locatie en beheer van de
omgeving de kans op overlast en criminaliteit verder beperkt kan worden, kan
–in objectieve zin- een voldoende niveau van veiligheid bereikt worden. Dat
neemt niet weg dat het belangrijk is structureel overleg te hebben tussen
gemeente, politie, de dagopvang, omwonenden en ondernemers. Dat overleg moet
leiden tot een beheerplan en regelmatige evaluatie van de gang van zaken.
Daarbij horen ook een serieus sanctiebeleid van de dagopvang en afspraken over
een snelle reactie van de hulpdiensten bij incidenten. Op deze wijze kan het
beperkte risico worden verkleind, moet ook het vertrouwen ontstaan dat
wangedrag wordt aangepakt, waardoor uiteindelijk het gevoel van onveiligheid
vermindert. Het feit dat looproutes elkaar kunnen kruisen beschouwen wij niet
als hinderlijk.
B.23.2 Samenvatting
Een opvangcentrum voor dak- en thuislozen en drugs- en drankverslaafden
kan veel overlast veroorzaken zoals: zwerfvuil, drankmisbruik in de nabijheid
van de locatie, agressief gedrag richting bewoners, gebruik van drugs en
spuiten op de openbare weg, aantrekkingskracht op dealers van drugs, gevaar
voor kinderen van bewoners en schoolgaande kinderen op nabij gelegen school,
verloedering van de omgeving met als gevolg het wegtrekken van industrie in de
omgeving met als resultaat een afbraakbuurt.
Antwoord
Voor beantwoording van uw reactie verwijzen wij naar onderdeel A.II
‘Overlast en beheerplatform’ van het algemene gedeelte.
B.23.3 Samenvatting
Er zal een daling van de huizenprijs van de koopwoning optreden waarvoor
insprekers de gemeente aansprakelijk zullen stellen.
Antwoord
Voor beantwoording van uw reactie verwijzen wij naar onderdeel A.IV
‘Planschade’ van het algemene gedeelte.
B.23.4 Samenvatting
Inspreker vertrouwt erop dat deze en andere argumenten zullen leiden tot
een heroverweging die de locatie Surinamestraat als dagopvang zal uitsluiten en
een bestemmingsplanwijziging onnodig maakt.
Antwoord
Voor de beantwoording van uw reactie verwijzen wij naar het antwoord
onder B.3.5.
Inspreker heeft kennis genomen van de gevoerde procedure om tot een
nieuwe locatiekeuze te komen voor “Dienstencentrum over de Brug”. Op basis van
de door de gemeente ter beschikking gestelde stukken maakt inspreker gebruik
van de mogelijkheid tot inspraak en geeft middels deze brief een reactie op het
concept ruimtelijke onderbouwing.
Het zoeken naar een nieuwe locatie is niet zozeer ingegeven doordat de
huidige locatie niet meer voldoet maar vooral het gevolg van een rechterlijke
uitspraak waarbij de gemeente verplicht is een andere locatie te zoeken. Dit
zou ook als zodanig vermeld moeten worden.
Antwoord
Het huidige pand is niet geschikt voor het
toenemende aantal bezoekers van het centrum en is dan ook te klein geworden.
Verder is de beschikbaarheid van het pand aan de Oostsingel van tijdelijke
aard. De rechter heeft daarop gewezen, zodat ofwel het gebruik dient te worden
beëindigd ofwel een herziening van het bestemmingsplan dient plaats te vinden.
Nu het pand te klein is geworden, is herziening van het bestemmingsplan aan de
Oostsingel niet meer opportuun.
De gemeente stelt dat de gebruikersgroep verandert. Inspreker stelt de
vraag of het niet voor de hand ligt dat er ook eerst beleidsmatig wordt gekeken
naar de wijze waarop deze groep moet worden geholpen? Daklozen horen niet
zonder meer bij verslaafden en verslaafden horen niet zonder meer bij
psychiatrische patiënten. Inspreker mist een goede onderbouwing van de
doelgroep en een daarbij passende oplossing.
Antwoord
Cliënten in de maatschappelijke opvang hebben meestal een combinatie van
psychische of psychiatrische problemen, relatieproblemen, problemen als gevolg
van lichamelijk of seksueel geweld, verslavings of financiële problemen. Het
gaat niet alleen om dak- en thuislozen maar ook om mishandelde vrouwen en hun
kinderen. In Delft wordt gestreefd naar een zorgketen (preventie, zorg,
nazorg), een vraaggestuurd en samenhangend aanbod en aandacht voor
risicogroepen. Dit gebeurt onder andere door herstructurering van de sector
(fusie tussen de verschillende opvangstichtingen) en samenwerking met andere
partners (zoals politie, maatschappelijk werk, verslavingszorg, GGZ,
schuldhulpverlening, etc.). De gemeente heeft hierin de regiefunctie en
ontvangt een doeluitkering vanuit het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn
en Sport. In het gebied Delft, Westland, Oostland (DWO) houden vier
instellingen zich met dit werk bezig. Het gaat om vier instellingen van
verschillende grootte met ieder een eigen doelgroep. De Stichting
Dienstencentrum over de Brug is -gemeten naar het personeelsbestand- relatief
klein in omvang. Voor het Dienstencentrum biedt de herstructurering van de
sector de mogelijkheid de plaats in de keten en het aanbod voor cliënten te
versterken en tegelijkertijd de bedrijfsvoering denk aan personeelsbeleid en
beheer van de accommodatie- te professionaliseren. De vier betrokken
instellingen werken op dit ogenblik aan een gezamenlijke visie op de toekomst.
Voor de juiste beeldvorming van de doelgroep is het verstrekken van
informatie over de doelgroep en de rol van de dagopvang naar onze mening
essentieel. De gemeente heeft gedurende het proces getracht om informatie te
verschaffen over de dagopvang en zijn bezoekers. In aanvulling hierop heeft het
dienstencentrum een bezoekersmonitor gepresenteerd. Deze is te vinden op de
website van de gemeente Delft (zie onder dagopvang, onderzoeken). Voor de
verdere beantwoording van uw reactie verwijzen wij naar onderdeel A.V
‘Maatschappelijke opvang’ van het algemene gedeelte.
B.24.3 Samenvatting
Ten onrechte wordt in het concept RO de maatschappelijke functie in de
buurt genoemd. Het betreft namelijk een huisartsenpraktijk die daar tijdelijk
is gevestigd en op korte termijn zal deze praktijk weer verhuizen naar de
oorspronkelijke locatie aan de van Mierenveltlaan. De gemeente had dit moeten
vermelden in haar rapport.
Antwoord
Bestemmingsplantechnisch valt een school onder de term “maatschappelijke
doeleinden”. In het kaartje op pagina 5 van de ruimtelijke onderbouwing is de
school als “school“ opgenomen. Dit zal worden aangepast.
B.24.4 Samenvatting
Op de kaart (fig. 3) wordt een veel te groot oppervlak toegekend aan de
tijdelijke huisartsenpraktijk waardoor de suggestie wordt gewekt dat dit een
groot deel beslaat van de feitelijke kantoorfunctie.
Antwoord
Het gehele perceel is in gebruik ten behoeve van de huisartsenpraktijk en
om die reden als maatschappelijke doeleinden op bedoelde kaart opgenomen.
B.24.5 Samenvatting
De gemeente heeft de bedrijfswoningen boven de Surinamestraat 3 en de
Haagweg (Van der Lee) niet genoemd in het concept RO. Beide woningen liggen ca.
10 en 50 meter af van de Surinamestraat 1.
Antwoord
Bedrijfswoningen zijn woningen die ten dienste staan van bedrijven en om
die redenen vallen bedrijfswoningen onder de bestemming ‘Bedrijven’.
B.24.6 Samenvatting
Inspreker sluit zich aan bij het rapport van SAVE waarin veel argumenten
staan genoemd waarom de gemeente haar eigen toetsingscriteria niet consequent
en eenduidig toepast.
Antwoord
Voor beantwoording van uw reactie verwijzen wij naar onderdeel A.I ‘Het
proces tot nu toe’ van het algemene gedeelte.
B.24.7 Samenvatting
Een locatie nabij het stationsgebied was onbespreekbaar maar bij de
locatie aan de Surinamestraat wordt voorbij gegaan aan de directe verbinding
met Den Haag en het station van Delft middels tramlijn 1.
Antwoord
De dagopvang vervult een functie voor bezoekers uit de regio Delft,
Westland en Oostland. Voor hen kan de tram een goede manier zijn het centrum te
bezoeken. Bezoekers uit Den Haag/Rijswijk worden in het centrum niet
toegelaten. Het heeft voor hen dus ook geen zin zich in het gebied te begeven.
Het college is daarbij van mening dat de veiligheidsrisico’s in het
stationsgebied en dergelijke risico’s rond de tramhalte zeer sterk van elkaar
verschillen. Men kan er niet opgaan in de drukte, waardoor minder gelegenheid
tot crimineel gedrag bestaat. Het college is niet met inspreker eens dat
vanwege de tramhalte een aanzuigende werking op mensen van buiten de regio zal
ontstaan.
B.24.8 Samenvatting
Een loopafstand van 1366 meter tot aan de Markt van Delft is te lang (20
minuten lopen).
Antwoord
Voor beantwoording van uw reactie verwijzen wij naar onderdeel A.I ‘Het
proces tot nu toe’ van het algemene gedeelte.
B.24.9 Samenvatting
De locatie aan de Surinamestraat kent geen verschillende functies in het
straatbeeld maar alleen bedrijven.
Antwoord
Voor de beantwoording van uw reactie verwijzen wij
naar het antwoord onder B.18.4.
B.24.10 Samenvatting
De aanlooproutes lopen wel degelijk door woonbuurten; o.a. door de
Indische Buurt/Geerweg.
Antwoord
Voor beantwoording van uw reactie verwijzen wij u naar paragraaf A.II
‘Overlast en beheerplatform’ van het algemene gedeelte. De directe omgeving van
de locatie Surinamestraat kent nauwelijks een woonfunctie. In de iets wijdere
omgeving liggen wel woonwijken, maar die zijn door de Reineveldbrug
afgescheiden van het gebied Surinamestraat. Het is wel denkbaar dat bezoekers
van het centrum gebruik zullen maken van de looproute Oostsingel, maar die
voert eerder langs dan door de woonwijk. Dat neemt niet weg dat het wel
degelijk van belang is ook uit een iets wijdere omgeving betrokkenheid te
hebben in het beheeroverleg rond het centrum.
B.24.11 Samenvatting
De doelgroep kan heel gemakkelijk uit het zicht van het Dienstencentrum
verdwijnen; naar het plantsoen achter Bruker AXS en achter het kadeprofiel
langs de Schie of onder de Reineveltbrug.
Antwoord
Voor beantwoording van deze verwijzen wij u naar paragraaf A.II ‘Overlast
en beheerplatform’ van het algemene gedeelte.
B.24.12 Samenvatting
De bereikbaarheid kan ernstig worden vertraagd door een geopende
Reineveltbrug.
Antwoord
Wij vinden niet dat de bereikbaarheid van de locatie ernstig wordt
belemmerd doordat een brug moet worden gepasseerd. De aanwezigheid van een
beweegbare brug in de gemeente Delft is een gegeven. Om te concluderen dat
daarmee de voorziening niet goed bereikbaar zou zijn, gaat ons te ver.
B.24.13 Samenvatting
Rond sluitingstijd van het Dienstencentrum (om 17.30 uur) is de sociale
controle heel laag aangezien de meeste bedrijven dan al zijn gesloten.
Antwoord
De dagopvang is dagelijks geopend van 10:30u tot
17:30u en vervult geen nachtopvangfunctie. Uit de praktijk blijkt dat er rond
sluitingstijd ongeveer 5 tot 10 bezoekers aanwezig zijn. De meeste bezoekers
van het dienstencentrum hebben wel een nachtverblijf; zij hebben een kamer in
onderhuur, slapen bij kennissen of maken gebruik van de nachtopvang op de
Houttuinen. Desalniettemin moet ervoor gewaakt worden dat groepen bezoekers
zich voor en na sluitingstijd gaan ophouden in de buurt van de dagopvang,
bijvoorbeeld aan de waterzijde. Er valt te denken aan specifieke maatregelen in
het tegengaan van hangen aan de waterzijde, zowel tijdens als na de
openingsuren. Daarnaast kan gedacht worden aan het maken van een ronde na
sluitingstijd om er zeker van te zijn dat alle bezoekers het bedrijventerrein
hebben verlaten. Omdat het hier gaat om een centrum voor dagopvang en met een
aantal gerichte maatregelen kan worden voorkomen dat mensen na sluitingstijd op
het bedrijventerrein blijven hangen deelt het college de opvatting van de
inspreker niet.
Voor de verdere beantwoording van uw reactie in
algemene zin verwijzen we u naar paragraaf A.II ‘Overlast en beheerplatform’.
B.24.14 Samenvatting
Het gevraagde (semi) openbare karakter van de aanwezige functies klopt
niet met de geslotenheid van de aanwezige bedrijfs- en kantoorfuncties.
Antwoord
Wij realiseren ons dat een aantal functies in de nabijheid een gesloten
karakter heeft. Zoals hiervoor reeds op diverse plaatsen aangegeven is de
sociale controle ter plaatse een aandachtspunt en dienen hiertoe aanvullende
beheersmaatregelen te worden genomen.
B.24.15 Samenvatting
In de directe omgeving is een transportbedrijf (Van der Lee) en een
vuurwerkopslag (Auto Hi-Fi corner) gelegen. Dit vormt een groot veiligheidsrisico.
Antwoord
Uit de vergunning van Auto HiFi Corner BV blijkt dat de
veiligheidsafstanden geheel op eigen terrein van dit bedrijf liggen. Deze geven
geen beperkingen voor het ontwikkelen van het pand Surinamestraat 1. Het
transportbedrijf Van der Lee heeft een milieuvergunning waarin o.a. eisen zijn
opgenomen aan de opslag van gevaarlijke stoffen. Op basis van deze vergunning
liggen er geen risicocontouren over het pand Surinamestraat 1. Vanuit de
vergunning van Van der Lee zijn er geen beperkingen aan de ontwikkeling van de
dagopvang op de Surinamestraat 1.
B.24.16 Samenvatting
Andere locaties zullen beter scoren op tal van deze punten.
Antwoord
Voor beantwoording van uw reactie verwijzen wij naar onderdeel A.I ‘Het
proces tot nu toe’ van het algemene gedeelte.
B.24.17 Samenvatting
De looproute Surinamestraat-Reineveldbrug-Annastraat kent 2 delen met
uitsluitend woonfunctie.
1. Onder de
Reineveldbrug door naar de trap is men geheel uit het zicht van het verkeer
(sociale controle) maar wel in de Indische buurt (woonfunctie)
2. De
Annastraat wordt gekenmerkt door woningen aan 2 zijden en zeer weinig
autoverkeer.
De looproute via de Oostsingel loopt langs uitsluitend woongebied en de
Schie-oever levert daarbij geen enkele sociale controle op.
Antwoord
Inspreker meent dat sociale controle volledig ontbreekt op de trap van de
Van Reineveldbrug, in de Annastraat en langs de Oostsingel. Weliswaar is op
voornoemde locaties sprake van minder sociale controle dan elders maar de
sociale controle ontbreekt niet volledig. Met aanvullende maatregelen kan de
gebrekkige sociale controle worden gecompenseerd. Voor de overige beantwoording
van deze reactie verwijzen wij u naar paragraaf A.II ‘Overlast en
beheerplatform’ van het algemene gedeelte.
B.24.18 Samenvatting
De gemeente stelt dat het risico voor planschade nihil is. Inspreker zal
planschade claimen indien er sprake is van huurderving of vermindering van
huurwaarde van Surinamestraat 3. Gelet op het feit dat de Surinamestraat 3 leeg
staat vanaf het moment dat er sprake is van mogelijke vestiging van de
dagopvang in het naastgelegen pand, acht de inspreker de kans groot dat er
planschade zal optreden. Inspreker acht de kans groot dat deze ook toegekend
zal worden aangezien dit een objectief meetbare planschade is. Derhalve zou de
gemeente niet op voorhand moeten stellen dat er geen planschade zal optreden.
Antwoord
Bij de beoordeling van het planschaderisico wordt een strikt causaal
verband gelegd tussen de bestemmingsplanwijziging enerzijds en de mogelijkheden
in het vigerende bestemmingsplan anderzijds. Een dergelijke
planschadebeoordeling laat geen mogelijkheden voor speculaties van eventuele
andere wijzigingen in de toekomst. De schade die inspreker zegt te hebben
geleden, is geen rechtstreeks gevolg van de wijziging van het bestemmingsplan,
nu deze wijziging nog niet heeft plaatsgevonden. De Wet biedt geen
mogelijkheden voor vergoeding van zogenaamde “schaduw-schade”. Voor de overige
beantwoording wordt verwezen naar paragraaf A.IV “Planschade” van het algemene
gedeelte.
B.24.19 Samenvatting
De gemeente heeft de loopafstand van 500 meter ( 6 minuten) opgerekt naar
1000 meter (12 minuten looptijd). Tot aan de Surinamestraat betreft de afstand
1366 meter en dat resulteert in een minimale looptijd van 16 minuten. Hierbij
komt nog dat de kortste route (via de Reineveltbrug) niet over vlak terrein
loopt en daardoor zal de looptijd toenemen. Daardoor is sprake van 20 minuten
looptijd.
Antwoord
Voor beantwoording van uw reactie
verwijzen wij naar onderdeel A.I ‘Het proces tot nu toe’ van het algemene
gedeelte.
B.24.20 Samenvatting
Het afstandscriterium wordt willekeurig toegepast.
In het rapport van de gemeente “Toetsingscriteria alternatieve locaties
dagopvang” worden 121 locaties getoetst op verschillende criteria. Een aantal
valt af omdat de afstand tot de Markt te groot is. Deze locaties zijn:
(nummering conform rapportage):
63) Vrijenbanselaan/hoek Brasserskade
64) Fabriekshallen over van Reineveltbrug
65) Aan bedrijvenkant van de
Buitenwatersloot
66) Kluizenaarsbocht
67) (in de buurt van) Reinier de Graaf
Ziekenhuis, tussen ziekenhuizen
68) Mozartlaan
69) Bieslandsepad
70) Musterd Eier Groothandel: ‘laatste
huis van Delft’, Delftsestraatweg
244
71) Hertenkamp of Delftse Hout
72) In de Hazelhorst (Delftse Hout)
73) Scouting gebouw in het hertenkamp
Middelweg
74) Huidige locatie Brandweer
75) Wetslandseweg/Krakeelpolderweg
76) Parkeerplaats
Zuidplantsoen/Schoenmakerstraat/Muyskenlaan
77) Kloosterkade/Burny Bosschool
78) Verderop aan de Schie (bijvoorbeeld
Gamma, de Boo)
79) Bij woonboulevard Leeuwestein
80) Haventje Rotterdamseweg/nieuwe haven
t.o. Rotterdamseweg
81) Rob bij Rotterdamseweg
82) Oude gebouwen energievoorzieningen
van TU aan Rotterdamseweg
83) Lijmfabriek Schieweg
84) Nabije omgeving station Delft Zuid
De Fabriekshallen over de Reineveldbrug (zijnde de hallen aan de
Surinamestraat) worden afgevoerd vanwege een te lange afstand tot de Markt,
terwijl de Surinamestraat geschikt wordt bevonden. Indien men de afstand van
deze locatie tot de Markt verder onderzoekt blijkt dat de gemeente het criterium
afstand toch vrij willekeurig en niet eenduidig toepast. Inspreker voegt
hierbij een afstandstabel waarbij de afstanden hemelsbreed zijn uitgezocht.
Locaties Afstand
hemelsbreed
74) Huidige locatie
Brandweer 994
65) Aan bedrijvenkant
van de Buitenwatersloot 1.089
75)
Westlandseweg/Krakeelpoderweg 1.092
76) Parkeerplaats
Zuidplantsoen / Schoenmakerstraat/Muyskenlaan 1.113
64) Fabriekshallen over
van Reineveldbrug 1.166
79) Bij woonboulevard
Leeuwestein 1.288
66) Kluizenaarsbocht 1.306
63) Vrijenbanselaan/hoek
Brasserskade 1.392
77) Kloosterkade / Burny
Bosschool 1.437
80) Haventje
Rotterdamseweg / nieuwe haven t.o. Rotterdamseweg 1.487
83) Lijmfabriek Schieweg 1.786
70) Musterd Eier Groothandel:
‘laatste huis van Delft’, Delftsetrweg 244
1.895
71) Hertenkamp of
Delftse Hout
1.920
67) (in de buurt van)
Reinier de Graaf Ziekenhuis, tussen ziekenhuizen 2.054
78) Verderop aan de
Schie (bijvoorbeeld Gamma, de Boo)
2.081
84) Nabije omgeving
station Delft Zuid
2.328
73) Scouting gebouw in
het hertenkamp Middelweg
2.391
68) Mozartlaan
2.413
72) In de Hazelhorst
(Delftse Hout)
niet genoemd.
Uit het bovenstaande blijkt dat er locaties zijn afgevallen die wel
binnen de straal van 1 km. vallen en dat andere locaties dichter bij de Markt
liggen dan de Surinamestraat.
Antwoord
B.25.1 Samenvatting
Inspreker maakt bezwaar tegen de komst van de dagopvang in de
Surinamestraat en sluit zich aan bij de onderbouwing van de afwijzing van het
Comité Pauwhof die veilig en rustig wonen hoog in het vaandel heeft staan.
Antwoord
De directe omgeving van de locatie Surinamestraat
kent nauwelijks een woonfunctie. In de iets wijdere omgeving liggen wel
woonwijken, maar die zijn door de Reineveldbrug en het Mondriaan College
afgescheiden van het gebied Surinamestraat. Het is wel denkbaar dat bezoekers
van het centrum gebruik zullen maken van de looproute Oostsingel, maar die
voert eerder langs dan door de woonwijk. Wij zien daardoor geen duidelijke
relatie tussen de dagopvang en de woonomgeving. Dat neemt niet weg dat het wel
degelijk van belang is ook uit een iets wijdere omgeving betrokkenheid te
hebben in het beheeroverleg rond het centrum.
Naar verwachting zal de doelgroep
via de Reineveldbrug naar de dagopvang komen. Omdat de dagopvang een
kleinschalige voorziening is en drugsgebruikers een minderheid van de bezoekers
vormen en daarnaast door een goede inrichting van de locatie en beheer van de
omgeving de kans op overlast en criminaliteit verder beperkt kan worden, kan
–in objectieve zin- een voldoende niveau van veiligheid bereikt worden. Dat
neemt niet weg dat het belangrijk is structureel overleg te hebben tussen
gemeente, politie, de dagopvang, omwonenden en ondernemers. Dat overleg moet
leiden tot een beheerplan en regelmatige evaluatie van de gang van zaken.
Daarbij horen ook een serieus sanctiebeleid van de dagopvang en afspraken over
een snelle reactie van de hulpdiensten bij incidenten. Op deze wijze kan het
beperkte risico worden verkleind, moet ook het vertrouwen ontstaan dat
wangedrag wordt aangepakt, waardoor uiteindelijk het gevoel van onveiligheid
vermindert. Het feit dat looproutes elkaar kunnen kruisen beschouwen wij niet
als hinderlijk.
B.25.2 Samenvatting
De dagopvang kan velerlei soorten overlast veroorzaken:
-
De ruime mogelijkheden van de groep om de omgeving
te belasten doordat het openbaar vervoer aan de ingang van de Pauwhof een halte
heeft en de uitbreiding van het OV in de toekomst. Daarnaast kan er vermenging
van de groep daklozen met de scholieren van het Mondriaan College optreden en
heeft het woongebied vele schuilplekken
-
De dagopvang bezoekers zullen veel overlast met hun
gedrag veroorzaken:
Herrie, alcohol en drugsgebruik,
het bij zich hebben van loslopende honden, het naroepen van passanten, het
samenscholen op hangplekken, het achterlaten van vuil, het benutten van tuinen
en paden tussen tuinen voor sanitaire doeleinden, handel in drugs, agressief
gedrag, bedelen, slapen in de bosjes, het bezetten van portieken, flats,
garages en straatmeubilair.
-
Ook zal er veel overlast zijn door toename van
crimineel gedrag zoals het aanrichten van vernielingen, het uiten van
beledigingen, mishandelingen, diefstal uit woningen, straatroof en diefstal uit
auto’s.
Antwoord
Voor beantwoording van uw reactie verwijzen wij naar onderdeel A.II
‘Overlast en beheerplatform’ van het algemene gedeelte.
B.25.3 Samenvatting
-
De verwachte gevolgen hiervan zijn een gevoel van
onveiligheid, angst, schaamte
voor de
omgeving, verpaupering van de omgeving en waardedaling van onroerend
goed
(planschade).
Antwoord
Voor beantwoording wordt verwezen naar paragraaf A.II ‘Overlast en
beheerplatform’ en A.IV ‘Planschade’ van het algemene gedeelte.
B.25.4 Samenvatting
Het veiligheidsgevoel van de inspreker zal afnemen met de vestiging van
de dagopvang, met name ’s avonds als de inspreker op de fiets langs de
dagopvang komt.
Antwoord
Voor beantwoording van deze reactie verwijzen wij u naar paragraaf A.II
‘Overlast en beheerplatform’ van het algemene gedeelte. Bij de locatie
Surinamestraat valt te denken aan specifieke maatregelen in het tegengaan van
hangen aan de waterzijde, zowel tijdens als na de openingsuren. Dat houdt in
dat voor de bezoekers van het centrum de regel moet gelden dat hanggedrag in de
omgeving van de dagopvang niet is toegestaan. Daarnaast kan gedacht worden aan
het maken van een ronde na sluitingstijd om er zeker van te zijn dat alle
bezoekers het bedrijventerrein hebben verlaten.
Omdat de dagopvang een kleinschalige voorziening is en drugsgebruikers
een minderheid van de bezoekers vormen en daarnaast door een goede inrichting van
de locatie en beheer van de omgeving de kans op overlast en criminaliteit
verder beperkt kan worden, kan –in objectieve zin- een voldoende niveau van
veiligheid bereikt worden. Dat neemt niet weg dat het belangrijk is structureel
overleg te hebben tussen gemeente, politie, de dagopvang, omwonenden en
ondernemers. Dat overleg moet leiden tot een beheerplan en regelmatige
evaluatie van de gang van zaken. Daarbij horen ook een serieus sanctiebeleid
van de dagopvang en afspraken over een snelle reactie van de hulpdiensten bij
incidenten. Er valt te denken aan specifieke maatregelen in het tegengaan van
hangen aan de waterzijde, zowel tijdens als na de openingsuren. Op deze wijze
kan het beperkte risico worden verkleind, moet ook het vertrouwen ontstaan dat wangedrag
wordt aangepakt, waardoor uiteindelijk het gevoel van onveiligheid vermindert.
B.25.5 Samenvatting
Inspreker heeft begrepen dat er naar een nieuwe locatie moet worden
omgezien omdat de huidige locatie wegens overlast opgeheven moet worden. Deze
overlast is daarmee een reëel gevaar voor de omwonenden van de Surinamestraat
en voor de leerlingen van het Mondriaan College.
Antwoord
Anders dan inspreker veronderstelt is een nieuwe
locatie noodzakelijk omdat de bestaande locatie te klein is. Daarnaast zoekt
het college een nieuwe locatie voor de dagopvang omdat voor het huidige pand
aan de Oostsingel 76 is een tijdelijke vergunning voor ontheffing van het
bestemmingsplan is afgegeven. De dagopvang moet binnen tweeëneenhalf jaar op
een nieuwe locatie gehuisvest zijn. Het college zoekt een structurele oplossing
voor de huisvesting van de dagopvang van daklozen en verslaafden. Tevens
verwijzen wij voor de beantwoording van uw reactie in algemene zin naar
paragraaf A.II ‘Overlast en beheerplatform’.
B.25.6 Samenvatting
De gemeente heeft in de pers gemeld dat een dergelijke voorziening in een
stedelijke omgeving gehuisvest dient te worden omdat zich daar de problematiek
afspeelt. Dit is juist een argument om de dagopvang niet in de Surinamestraat
te vestigen maar juist in of nabij het centrum van Delft omdat daar wel sociale
controle aanwezig is.
Antwoord
Voor beantwoording van uw reactie verwijzen wij naar onderdeel A.I ‘Het
proces tot nu toe’ van het algemene gedeelte.
B.25.7 Samenvatting
Inspreker vertrouwt erop dat deze en andere argumenten zullen leiden tot
een heroverweging die de locatie Surinamestraat als dagopvang zal uitsluiten en
een bestemmingsplanwijziging onnodig maakt.
Antwoord
Voor de beantwoording van uw reactie verwijzen wij
naar het antwoord onder B.3.5.
B.26.1 Samenvatting
Insprekers maken bezwaar tegen de vestiging van de dagopvang in de
Surinamestraat. De eerste afweging bij het kiezen van een koophuis was de
veiligheid in de buurt. Daarom kozen insprekers voor een huis in de Pauwhof.
Door het besluit de dagopvang in de Surinamestraat te vestigen neemt de
veiligheid in de buurt af en komt de veiligheid van de gezinnen van de
insprekers in gevaar.
Antwoord
Voor beantwoording van uw reactie verwijzen wij naar onderdeel A.II
‘Overlast en beheerplatform’ van het algemene gedeelte.
B.26.2 Samenvatting
De gemeente heeft in haar besluitvorming te weinig rekening gehouden met
de bezwaren van de bewoners en verzoeken de gemeente haar besluit te herzien.
Antwoord
Voor de beantwoording van uw reactie verwijzen wij
naar het antwoord onder B.3.5.
De directe omgeving van de locatie Surinamestraat
kent nauwelijks een woonfunctie. In de iets wijdere omgeving liggen wel
woonwijken, maar die zijn door de Reineveldbrug en het Mondriaan College
afgescheiden van het gebied Surinamestraat. Het is wel denkbaar dat bezoekers
van het centrum gebruik zullen maken van de looproute Oostsingel, maar die
voert eerder langs dan door de woonwijk. Wij zien daardoor geen duidelijke
relatie tussen de dagopvang en de woonomgeving. Dat neemt niet weg dat het wel
degelijk van belang is ook uit een iets wijdere omgeving betrokkenheid te
hebben in het beheeroverleg rond het centrum.
Naar verwachting zal de doelgroep
via de Reineveldbrug naar de dagopvang komen. Omdat de dagopvang een
kleinschalige voorziening is en drugsgebruikers een minderheid van de bezoekers
vormen en daarnaast door een goede inrichting van de locatie en beheer van de
omgeving de kans op overlast en criminaliteit verder beperkt kan worden, kan
–in objectieve zin- een voldoende niveau van veiligheid bereikt worden. Dat
neemt niet weg dat het belangrijk is structureel overleg te hebben tussen
gemeente, politie, de dagopvang, omwonenden en ondernemers. Dat overleg moet
leiden tot een beheerplan en regelmatige evaluatie van de gang van zaken.
Daarbij horen ook een serieus sanctiebeleid van de dagopvang en afspraken over
een snelle reactie van de hulpdiensten bij incidenten. Op deze wijze kan het
beperkte risico worden verkleind, moet ook het vertrouwen ontstaan dat
wangedrag wordt aangepakt, waardoor uiteindelijk het gevoel van onveiligheid
vermindert. Het feit dat looproutes elkaar kunnen kruisen beschouwen wij niet
als hinderlijk.
Voor beantwoording van uw reactie verwijzen wij naar onderdeel A.II
‘Overlast en beheerplatform’ van het algemene gedeelte.
Antwoord
Voor beantwoording wordt verwezen naar paragraaf A.IV ‘Planschade’ van
het algemene gedeelte.
B.27.4 Samenvatting
De mogelijke overlast zal het gevoel van onveiligheid sterk verhogen en
ook de criminaliteit in de omgeving zal toenemen. Er kan dan vanuit de
plaatselijke bevolking (waaronder de Bras) ‘eigenrechterschap’ jegens de
daklozen en verslaafden gaan ontstaan. Inspreker neemt aan dat de gemeente de
volledige verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid van het wanbeleid op zich
neemt wanneer de eerste incidenten plaatsvinden.
Antwoord
Het spreekt voor zich dat de gemeente niet verantwoordelijk kan worden
gesteld voor mogelijke ‘eigenrechterschap’ van burgers. Voor de overige
beantwoording wordt verwezen naar paragraaf A.II “Overlast en het
beheerplatform” van het algemene gedeelte.
B.27.5 Samenvatting
Inspreker vertrouwt erop dat deze en andere argumenten zullen leiden tot
een heroverweging die de locatie Surinamestraat als dagopvang zal uitsluiten en
een bestemmingsplanwijziging onnodig maakt.
Antwoord
Voor de beantwoording van uw reactie verwijzen wij naar het antwoord
onder B.3.5.
B.28.1 Samenvatting
Inspreker maakt bezwaar tegen de aanvraag vrijstelling
bestemmingsplanwijziging art. 19 lid 2 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening
ten aanzien van de ruimtelijke onderbouwing van de dagopvang Surinamestraat 1.
Inspreker is van mening dat er m.b.t. de ruimtelijke onderbouwing en de
selectieprocedure van de locatiekeuze niet zorgvuldig is gehandeld en geeft een
puntsgewijze onderbouwing.
Pag. 1: De gemeente geeft toe in de onderbouwing dat er overlast is voor
de omwonenden.
Antwoord
Voor de beantwoording van deze reactie verwijzen wij u naar paragraaf
A.II ‘Overlast en beheerplatform’ van het algemene gedeelte.
B.28.2 Samenvatting
Pag. 3: aantal bezoekers dagopvang wordt geschat op 50 tot 70 bezoekers
per dag. De doelgroep is niet duidelijk gemaakt door de gemeente terwijl hierom
wel herhaaldelijk is gevraagd.
Antwoord
Het college is het met de inspreker eens dat informatie verschaffen over
de doelgroep en de rol van de dagopvang essentieel is om een juiste
beeldvorming te creëren. Gedurende het gehele proces heeft de gemeente getracht
informatie te verstrekken door onder andere twee open middagen te organiseren,
de presentatie van het bestuur van de dagopvang tijdens de informatie- en
inspraakavond, informatie in de speciale editie van de Stadskrant en op de
website. Gezien het aantal vragen dat hierover wordt gesteld, heeft het
dienstencentrum een bezoekersmonitor uitgevoerd, deze is gepresenteerd op de website
van de gemeente Delft (zie onder dagopvang, onderzoeken). Voor de juiste
beeldvorming van de doelgroep is het verstrekken van informatie over de
doelgroep en de rol van de dagopvang naar onze mening essentieel. De gemeente
heeft gedurende het proces getracht om informatie te verschaffen over de
dagopvang en zijn bezoekers. In aanvulling hierop heeft het dienstencentrum een
bezoekersmonitor gepresenteerd.
B.28.3 Samenvatting
De aantallen verslaafden en daklozen kloppen niet meer aangezien de
opvang overgaat van een locale naar een regionale opvang. Daarmee neemt ook de
overlast toe.
Antwoord
Voor beantwoording wordt verwezen naar paragraaf V “Maatschappelijke
opvang” van het algemene gedeelte.
B.28.4 Samenvatting
Pag. 6: M.b.t. de locatiekeuze is er onzorgvuldig gehandeld met de
criteria en de veiligheidsscan van de DSP groep die in opdracht van de gemeente
is verricht. Dit blijkt uit de tweede veiligheidsscan uitgevoerd door
Oranjewoud waarin wordt gesteld dat een andere locatie, nl. Crommelinplein/Zuidwal
(GGD-locatie) beter geschikt is op basis van een eerlijker en reëlere score en
weging.
Antwoord
Voor de beantwoording van deze reactie verwijzen wij naar het antwoord
onder B.10.1.
B.28.5 Samenvatting
Tevens zijn de criteria een aantal malen opgerekt, zelfs tijdens de
selectie van de aanvankelijke 121 locaties en is er duidelijk naar de
Surinamestraat toegewerkt door de gemeente.
Antwoord
Voor beantwoording van uw reactie verwijzen wij naar onderdeel A.I ‘Het
proces tot nu toe’ van het algemene gedeelte.
B.28.6 Samenvatting
Afstand tot het station. De aanzuigende werking vanuit Rotterdam en Den
Haag hoeft geen probleem te zijn als er een pasjes systeem wordt ingevoerd voor
de doelgroep.
Antwoord
Voor beantwoording wordt verwezen naar paragraaf A.II “Overlast en het
beheerplatform” van het algemene gedeelte.
B.28.7 Samenvatting
De afstand tot het centrum is groter dan 500 meter (het eerste gestelde
criterium) en 1000 meter (het opgerekte criterium) om vervolgens bij de
Surinamestraat uit te komen. De locatie ligt op 1700 meter van het centrum; dit
is een overschrijding van 70%.
Antwoord
Voor beantwoording van uw reactie verwijzen wij naar onderdeel A.I ‘Het
proces tot nu toe’ van het algemene gedeelte.
B.28.8 Samenvatting
Er is geen sprake van een buurt met overwegend een woonfunctie. Er zijn
alleen maar bedrijven en er is dus geen enkele sociale controle.
Antwoord
In de omgeving van de Surinamestraat is er sprake
van een gemengd beeld. Onder gemengd wordt verstaan een menging van functies waaronder
in dit geval: bedrijven, maatschappelijke voorzieningen (artsenpraktijk en
Mondriaan College), kantoren, horeca en enkele woningen langs de
Vrijenbanselaan.
Voor de verdere beantwoording van uw reactie
verwijzen wij naar paragraaf A.II “Overlast en het beheerplatform” van het
algemene gedeelte.
B.28.9 Samenvatting
De gemeente wil de aanlooproute door woonbuurten beperken maar er is bij
deze locatie alleen maar sprake van aanlooproutes door woonbuurten.
Antwoord
De directe omgeving van de locatie Surinamestraat kent nauwelijks een
woonfunctie. In de iets wijdere omgeving liggen wel woonwijken, maar die zijn
door de Reineveldbrug en het Mondriaan College afgescheiden van het gebied
Surinamestraat. Het is wel denkbaar dat bezoekers van het centrum gebruik
zullen maken van de looproute Oostsingel, maar die voert eerder langs dan door
de woonwijk. Dat neemt niet weg dat het wel degelijk van belang is ook uit een
iets wijdere omgeving betrokkenheid te hebben in het beheeroverleg rond het
centrum. Naar verwachting zal de doelgroep via de Reineveldbrug naar de
dagopvang komen. Voor overige beantwoording van uw reactie verwijzen wij u naar
paragraaf A.II ‘Overlast en beheerplatform’ van het algemene gedeelte.
B.28.10 Samenvatting
De toegankelijkheid en beheersbaarheid van politie en hulpdiensten is
zeer slecht aangezien de politie vrijwel nooit in deze buurt komt en de locatie
slecht bereikbaar is voor hulpdiensten (door de brug en de gemeentegrens met
Rijswijk).
Antwoord
Voor de beantwoording van uw reactie verwijzen wij naar het antwoord
onder B.5.15.
B.28.11 Samenvatting
Er is geen sociale controle aangezien de aanwezige bedrijven om 17.30 uur
sluiten en er dan geen zicht is op de vertrekkende doelgroep.
Antwoord
Voor
beantwoording van uw reactie in algemene zin verwijzen we u naar
paragraaf A.II ‘Overlast en beheerplatform’ van het algemene gedeelte.
B.28.12 Samenvatting
Op pagina 7 verwijst de gemeente naar het gemengde karakter van de
directe omgeving. Inspreker is van mening dat er geen sprake is van een gemengd
karakter, er zijn alleen bedrijven in de omgeving.
Antwoord
Voor de beantwoording van uw reactie verwijzen wij naar het antwoord
onder B.18.4.
B.28.13 Samenvatting
De gemeente stelt dat de dagopvang op minimaal 10 meter afstand is gelegen
van de kluis waar consumentenvuurwerk wordt opgeslagen. Dit behoeft extra
aandacht aangezien de afstand in werkelijkheid korter is, mogelijk minder dan 8
meter. Tevens zijn er, behalve het Vuurwerkbesluit van 22 januari 2002, nog
andere besluiten waaraan voldaan moet worden, zoals het nieuwe bouwbesluit van
januari 2003, wet kwaliteitsbevordering rampenbestrijding van juni 2004 en het
besluit externe veiligheid inrichtingen (BEVI, mei 2004).
Antwoord
De afstand van de vuurwerkkluis tot aan de dagopvang
bedraagt volgens de bouwtekening meer dan 10 meter .
Inspreker noemt andere besluiten waaraan moet worden voldaan maar geeft
niet aan dat de beoogde ontwikkeling met deze besluiten in strijd zou zijn en
wel op welke onderdelen. Een meer specifiek antwoord op deze reactie is
derhalve niet mogelijk.
B.28.14 Samenvatting
De criminaliteitscijfers zullen vermoedelijk op de nieuwe locatie hoger
uitkomen omdat het niet zeker is dat de doelgroep dagelijks de lange reis naar
het centrum van Delft zal aanvaarden en zal blijven rondhangen in de omgeving
en daar voor overlast zal zorgen.
Antwoord
Voor de beantwoording van deze reactie verwijzen wij u naar paragraaf
A.II ‘Overlast en beheerplatform’ van het algemene gedeelte. Bij de locatie
Surinamestraat valt te denken aan specifieke maatregelen in het tegengaan van
hangende groepen rondom de locatie, zowel tijdens als na de openingsuren. In
beheerafspraken zou bijvoorbeeld opgenomen kunnen worden dat na sluitingstijd
een ronde gemaakt wordt om na te gaan of de bezoekers van het centrum het
bedrijventerrein inderdaad hebben verlaten. Gezien de omvang en de aard van de
groep die het dienstencentrum bezoekt, de aanpak rond buitenruimte en
toegangssluis en de ervaringen van de laatste jaren zijn de risico’s beperkt.
Dat neemt niet weg dat het belangrijk is structureel overleg te hebben tussen
gemeente, politie, de dagopvang, omwonenden en ondernemers. Dat overleg moet
leiden tot een beheerplan en regelmatige evaluatie van de gang van zaken.
Daarbij horen ook een serieus sanctiebeleid van de dagopvang en afspraken over
een snelle reactie van de hulpdiensten bij incidenten. Op deze wijze kan het
beperkte risico worden verkleind, moet ook het vertrouwen ontstaan dat
wangedrag wordt aangepakt, waardoor uiteindelijk het gevoel van onveiligheid
vermindert.
B.28.15 Samenvatting
Het is voorbarig van de gemeente te stellen dat er geen planschade zal
optreden. De toekomst zal dit uitwijzen.
Antwoord
Voor beantwoording wordt verwezen naar paragraaf A.IV ‘Planschade’ van
het algemene gedeelte.
B.28.16 Samenvatting
De Rijswijkse burgers zijn veel te laat voorgelicht; een aantal heeft pas
half december 2004 via de media
vernomen wat er speelt, een paar dagen voor de laatste inspraakronde. De
overige Rijswijkers zijn ingelicht nadat het locatiekeuzebesluit op 24 februari
2005 al was gevallen. Daardoor was er voor veel mensen geen bezwaar meer
mogelijk.
Antwoord
Het gebied ten noorden de Surinamestraat is in eerste instantie niet
meegenomen in de huis-aan-huis mailings. De huidige ervaring is dat de
doelgroep zich op de binnenstad richt en niet zozeer op de buurt achter de
dagopvang. Ook op de Surinamestraat verwachten wij dat de doelgroep
georiënteerd is op de binnenstad en niet op het gebied ten noorden van de
dagopvang. Dat is de reden dat dit gebied in de huis-aan-huis mailings in
eerste instantie niet betrokken is. Naar aanleiding van reacties van bewoners
uit Rijswijk heeft de gemeente deze bewoners alsnog voorzien van informatie.
Het college streeft er naar zo zorgvuldig en transparant mogelijk te handelen.
Derhalve is er via diverse mediakanalen, brief, informatiekrant en website,
gecommuniceerd over de plannen van de gemeente. De betreffende Rijswijkse
bewoners zijn uitgenodigd voor de inspraakavond. Ze zijn daarmee in de gelegenheid
geweest inspraak te plegen, hetgeen ook gestaafd wordt door de binnengekomen
inspraakreacties uit de gemeente Rijswijk. Dit waren totaal zes
inspraakreacties, waarvan één namens 26 bewoners. Het college is van mening dat
zij ruimschoots aan haar inspraakverplichting voldoet voor de nieuwe
huisvesting van de dagopvang.
B.28.17 Samenvatting
Inspreker maakt tevens bezwaar tegen deze locatiekeuze en daarmee tegen
de wijziging van het bestemmingsplan vanwege onderstaande punten.
Er is een Vuurwerkopslag in de nabijheid.
Antwoord
Voor de beantwoording van uw reactie verwijzen wij naar het antwoord
onder B.28.13.
B.28.18 Samenvatting
Er zal planschade optreden voor bedrijven en bewoners
Antwoord
Voor beantwoording van uw reactie verwijzen wij naar onderdeel A.IV
‘Planschade’ van het algemene gedeelte.
B.28.19 Samenvatting
Het Mondriaan College ligt in de nabijheid met een jonge groep mensen
welke gevoelig zijn voor drank en drugs.
Antwoord
De doelgroep zal het centrum over het algemeen juist
uit de zuidelijke richting bezoeken. Het college ziet daarom geen duidelijke
relatie tussen de locatie Surinamestraat 1 en Het Mondriaan College.
De omgeving zal dan alleen kunnen zien dat bezoekers de locatie van het
centrum
betreden en weer verlaten. Het enkele feit dat bezoekers van het centrum
op die
manier zichtbaar zijn en looproutes van andere groepen kruisen beschouwen
wij niet
als hinderlijk. Dat neemt niet weg dat het risico van overlast aanwezig
blijft. Daarom
neemt Mondriaan deel aan het beheerplatform.
B.28.20 Samenvatting
Doordat de gemeente nu onder tijdsdruk staat wordt er onzorgvuldig
gehandeld en wordt aan de Surinamestraat vastgehouden.
Antwoord
Voor beantwoording van uw reactie verwijzen wij naar onderdeel A.I ‘Het
proces tot nu toe’ van het algemene gedeelte.
B.28.21 Samenvatting
De gemeente begint nu zonder vertegenwoordigers van bedrijven en bewoners
aan een beheerplatform vanwege de tijdsdruk, terwijl niemand wil deelnemen
omdat er onrecht is aangedaan. Belangenverenigingen van bewoners en bedrijven
hebben aangegeven te accepteren dat er een opvang moet komen en zijn bereid mee
te werken aan een beheerplatform indien er een eerlijke onafhankelijke keuze
gemaakt wordt. Nu moeten belanghebbenden eerst juridisch hun gelijk halen,
tenzij er eerder een akkoord komt met de gemeente om tot een onafhankelijk
onderzoek te komen.
Antwoord
Voor beantwoording wordt verwezen naar hetgeen is gesteld in paragraaf
A.I ‘Het proces tot nu toe’ van het algemene gedeelte. In tegenstelling tot de
mening van inspreker menen wij wel zorgvuldig te hebben gehandeld. Het
beheerplatform in oprichting is reeds van start gegaan. Bewoners en ondernemers
zijn ten alle tijden uitgenodigd om input te leveren dan wel deel te nemen aan
het beheerplatform.
B.28.22 Samenvatting
Bewoners en bedrijven hebben ooit geïnvesteerd in een leefbaar gebied,
ook financieel. Dit wordt nu verstoord.
Antwoord
Wanneer voldaan wordt aan de gestelde eisen ten aanzien van gebouw en
beheer (zie voor een meer uitgebreide reactie op dat punt de paragraaf A.II
‘Overlast en beheerplatform’) acht het college het onwaarschijnlijk dat
bedrijven schade lijden als gevolg van de komst van de dagopvang. Het college
acht het daarbij wel van groot belang tot overleg met de omliggende bedrijven
te komen, in het bijzonder met het bedrijf dat in het beoogde pand is
gevestigd. Tevens verwijzen wij u naar paragraaf A.IV ‘Planschade’ van het
algemene gedeelte.
Het geheel overziend kan nu naar ons oordeel niet gezegd worden dat de
komst van het centrum tot een verslechtering van het (economisch) klimaat in
het betrokken deel van de stad zal leiden. Bij de wijziging van het
bestemmingsplan kunnen belanghebbenden verzoeken om planschadevergoeding.
B.28.23 Samenvatting
Tevens worden mensen verplicht om mee te werken in overlegorganen wat
ongevraagd een belasting vormt. Dit alles is het gevolg van een fout besluit
qua locatiekeuze.
Antwoord
Voor beantwoording van uw reactie verwijzen wij naar onderdeel A.I ‘Het
proces tot nu toe’ van het algemene gedeelte en het antwoord onder
B.28.21.
B.28.24 Samenvatting
In de gesprekken met de gemeente en het “beheerplatform in oprichting”
van 2 mei 2005 is er na herhaaldelijk vragen geen duidelijkheid verschaft over
de doelgroep qua aantallen, kenmerken en de bron waarop de gegevens gebaseerd
zijn.
Antwoord
Het college is het met de inspreker eens dat informatie verschaffen over
de doelgroep en de rol van de dagopvang essentieel is om een juiste
beeldvorming te creëren. Gedurende het gehele proces heeft de gemeente getracht
informatie te verstrekken door onder andere twee open middagen te organiseren,
de presentatie van het bestuur van de dagopvang tijdens de informatie- en
inspraakavond, informatie in de speciale editie van de Stadskrant en op de
website. Gezien het aantal vragen dat hierover wordt gesteld, heeft het
dienstencentrum een bezoekersmonitor uitgevoerd, deze is gepresenteerd op de
website van de gemeente Delft (zie onder dagopvang, onderzoeken).
B.28.25 Samenvatting
Inspreker is van mening dat de reserve locaties beschikbaar dienen te
blijven zolang het nog niet definitief is dat de Surinamestraat het
daadwerkelijk zal worden.
Antwoord
Het college heeft op 24 februari 2005 besloten om
de locaties Crommelinplein1/Zuidwal en Nijverheidsstraat aan te wijzen als reservelocaties
indien de dagopvang niet aan de Surinamestraat gerealiseerd kan worden en om
niet nu een voorkeursvolgorde tussen deze twee locaties aan te brengen.
B.28.26 Samenvatting
Inspreker verwijst naar de Quickscan dagopvang gemeente Delft van augustus
2005, uitgevoerd door Ingenieurs/adviesbureau SAVE waaruit blijkt dat de
locatie Crommelinplein/Zuidwal een betere locatie is.
Antwoord
Voor beantwoording van uw reactie verwijzen wij naar de reactie van het
college op het rapport van SAVE/Oranjewoud, gepresenteerd op de website van de
gemeente. In de reactie geeft het college aan dat er in de quickscan geen
nieuwe feiten naar voren komen of argumenten die aanleiding geven om de
locatiekeuze ter discussie te stellen. Het bureau komt wel tot andere conclusies.
Maar deze worden niet gedeeld door het college. Het college ziet dan ook geen
enkele aanleiding om het besluit van 24 februari 2005 opnieuw ter discussie te
stellen. Het rapport bevat wel een aantal zienswijzen die van nut kunnen zijn
bij het opstellen van het beheerplan dat helpt om te komen tot een goede
inpassing van de dagopvang op de Surinamestraat.
B.29.1 Samenvatting
Inspreker maakt bezwaar tegen de komst van de dagopvang in de
Surinamestraat en sluit zich aan bij de onderbouwing van de afwijzing van het
Comité Pauwhof die veilig en rustig wonen hoog in het vaandel heeft staan.
Antwoord
De directe omgeving van de locatie Surinamestraat
kent nauwelijks een woonfunctie. In de iets wijdere omgeving liggen wel
woonwijken, maar die zijn door de Reineveldbrug en het Mondriaan College
afgescheiden van het gebied Surinamestraat. Het is wel denkbaar dat bezoekers
van het centrum gebruik zullen maken van de looproute Oostsingel, maar die
voert eerder langs dan door de woonwijk. Wij zien daardoor geen duidelijke
relatie tussen de dagopvang en de woonomgeving. Dat neemt niet weg dat het wel
degelijk van belang is ook uit een iets wijdere omgeving betrokkenheid te
hebben in het beheeroverleg rond het centrum.
Naar verwachting zal de doelgroep
via de Reineveldbrug naar de dagopvang komen. Omdat de dagopvang een
kleinschalige voorziening is en drugsgebruikers een minderheid van de bezoekers
vormen en daarnaast door een goede inrichting van de locatie en beheer van de
omgeving de kans op overlast en criminaliteit verder beperkt kan worden, kan
–in objectieve zin- een voldoende niveau van veiligheid bereikt worden. Dat
neemt niet weg dat het belangrijk is structureel overleg te hebben tussen
gemeente, politie, de dagopvang, omwonenden en ondernemers. Dat overleg moet
leiden tot een beheerplan en regelmatige evaluatie van de gang van zaken.
Daarbij horen ook een serieus sanctiebeleid van de dagopvang en afspraken over
een snelle reactie van de hulpdiensten bij incidenten. Op deze wijze kan het beperkte
risico worden verkleind, moet ook het vertrouwen ontstaan dat wangedrag wordt
aangepakt, waardoor uiteindelijk het gevoel van onveiligheid vermindert. Het
feit dat looproutes elkaar kunnen kruisen beschouwen wij niet als hinderlijk.
B.29.2 Samenvatting
Een opvangcentrum voor dak- en thuislozen drugs en drankverslaafden zal
veel overlast veroorzaken zoals sterke vermindering van de openbare veiligheid
en overlast in tramlijn 1; er zullen namelijk ook bezoekers van buiten Delft
aangetrokken worden door de goede verbinding met Den Haag HS.
Antwoord
Voor beantwoording van uw reactie verwijzen wij naar onderdeel A.II
‘Overlast en beheerplatform’ van het algemene gedeelte.
B.29.3 Samenvatting
De locatie voor de dagopvang ligt op de grens van Rijswijk/Delft en
daarom zullen er duidelijke afspraken met beide politiecorpsen gemaakt moeten
worden. De politie mag niet buiten haar jurisdictie werken maar hier zal toch
een uitzondering gemaakt moeten worden. De afstand politiebureau –
Surinamestraat is ook vrij groot.
Antwoord
De
Delftse, Haagse, Rijswijkse en Westlandse eenheden vallen allemaal onder het
politiecorps Haaglanden. Dat politiecorps opereert als een eenheid, dus het
maakt voor dit type situaties niet uit of de eenheid uit Delft, Den Haag,
Rijswijk of Westland komt. Deze zijn in dit soort situaties niet
gemeentegebonden.
B.29.4 Samenvatting
De nachtopvang ligt op een behoorlijke afstand van de dagopvang.
Bezoekers die vermoeid zijn of onder invloed van drank en/of drugs zullen geen
zin hebben om te lopen en zullen zich gaan ophouden in de buurt, in het
struikgewas, langs de vliet, in parken in de woonwijken, etc.
Antwoord
Voor beantwoording van uw reactie verwijzen wij naar onderdeel A.II
‘Overlast en beheerplatform’ van het algemene gedeelte. De meeste bezoekers van
het dienstencentrum hebben wel een nachtverblijf; zij hebben een kamer in
onderhuur, slapen bij kennissen of maken gebruik van de nachtopvang op de
Houttuinen.
B.29.5 Samenvatting
Waar verslaafden zijn, zijn meestal ook dealers en dat is niet wenselijk
vlakbij het Mondriaan College en een wijk waar veel kinderen wonen en op straat
spelen.
Antwoord
Voor beantwoording van uw reactie verwijzen wij naar onderdeel A.II
‘Overlast en beheerplatform’ van het algemene gedeelte.
B.29.6 Samenvatting
Inspreker vertrouwt erop dat deze en andere argumenten zullen leiden tot
een heroverweging die de locatie Surinamestraat als dagopvang zal uitsluiten.
Antwoord
Inspreker merkt op dat de Ruimtelijke Onderbouwing een concept betreft.
Derhalve wil de inspreker hierbij een concept reactie geven.
B.30.1 Samenvatting
Inspreker kan zich in algemeenheid niet verenigen met het concept ruimtelijke
onderbouwing. Een aantal punten zijn daarbij van belang. In het concept RO
ontbreekt een toekomstvisie van de gemeente m.b.t. het verslavingsbeleid. Op de
dagopvang wordt slechts de gelegenheid geboden voor het drinken van een kopje
koffie, een praatje of een wasje doen. Hier is sprake van pappen en nathouden
in plaats van fundamenteel iets doen.
Antwoord
Voor de
beantwoording van uw reactie verwijzen wij u naar onderdeel A.V
‘Maatschappelijke opvang’ van het algemene gedeelte.
B.30.2 Samenvatting
De gemeente stelt dat de doelgroep sterk geneigd is om de binnenstad op
te zoeken waarbij langere looproutes ongewenst zijn. Bij deze locatie is de
looproute te lang. Daarmee verplaatst de gemeente het probleem en maakt het de
doelgroep en de bewoners extra lastig.
Antwoord
Voor beantwoording van uw reactie verwijzen wij naar onderdeel A.I ‘Het
proces tot nu toe’ van het algemene gedeelte.
B.30.3 Samenvatting
De gemeente acht een locatie nabij het station ongewenst. Inspreker acht
een locatie nabij een tramhalte evenzeer ongewenst vanwege de aanzuigende
werking van bezoekers uit andere steden en de scholieren van het Mondriaan
College.
Antwoord
De dagopvang vervult een functie voor bezoekers uit de regio Delft,
Westland en Oostland. Voor hen kan de tram een goede manier zijn het centrum te
bezoeken. Bezoekers uit (de richting) Den Haag/Rijswijk worden in het centrum
niet toegelaten. Het heeft voor hen dus ook geen zin zich in het gebied te
begeven. Het college is daarbij van mening dat de veiligheidsrisico’s in het
stationsgebied en dergelijke risico’s rond de tramhalte zeer sterk van elkaar
verschillen. Men kan er niet opgaan in de drukte, waardoor minder gelegenheid
tot crimineel gedrag bestaat. Het college is niet met inspreker eens dat
vanwege de tramhalte een aanzuigende werking op mensen van buiten de regio zal
ontstaan.
B.30.4 Samenvatting
Niet alle potentiële locaties zijn tegen dezelfde criteria
gewogen/beoordeeld. Daardoor is de gemeente selectief omgesprongen met de
gebruikte criteria in de loop van het proces.
Antwoord
Voor beantwoording van uw reactie verwijzen wij naar onderdeel A.I ‘Het
proces tot nu toe’ van het algemene gedeelte.
B.30.5 Samenvatting
De locatie aan de Surinamestraat heeft zowel overdag als ’s avonds/’s
nachts niet voldoende sociale controle. Deze locatie is niet gelegen in een
gebied met meerdere functies.
Antwoord
Voor de beantwoording van uw reactie in algemene zin
verwijzen we u naar paragraaf A.II ‘Overlast en beheerplatform’. De dagopvang
is dagelijks geopend van 10:30u tot 17:30u en vervult geen nachtopvangfunctie.
De meeste bezoekers van het dienstencentrum hebben wel een nachtverblijf; zij
hebben een kamer in onderhuur, slapen bij kennissen of maken gebruik van de
nachtopvang op de Houttuinen.
Voor de overige beantwoording wordt verwezen naar het antwoord onder
B.18.4.
B.30.6 Samenvatting
Het is voor de inspreker irrelevant of de doelgroep nu “door” of “langs”
een woonwijk gaat. Het gaat om de mogelijke veroorzaakte overlast en dan maakt
10 meter verschil niets uit.
Antwoord
De te verwachten looproutes lopen langs een woonwijk. Voor de mogelijke
overlast maakt het naar ons oordeel wel uit of die routes door of langs een
woonwijk lopen. Indien de route door een woonwijk gaat is de kans op overlast
groter. Vandaar ook dat wij dit een relevant criterium achten om locaties op
hun geschiktheid voor een functie als dagopvang te vergelijken.
B.30.7 Samenvatting
Inspreker is het niet eens met de gemeente die stelt dat na sluitingstijd
de “hanggroep” via een extra rondje wel gemaand zal worden te vertrekken. Dit
is niet de oplossing.
Antwoord
Voor de beantwoording van uw reactie verwijzen wij u naar het antwoord
onder B.30.5.
B.30.8 Samenvatting
Andere criteria worden ook vrij willekeurig toegepast of zijn weinig
objectief door het toepassen van allerlei plussen en minnen.
Antwoord
Voor beantwoording van uw reactie verwijzen wij naar onderdeel A.I ‘Het
proces tot nu toe’ van het algemene gedeelte.
B.30.9 Samenvatting
De ruimtelijke onderbouwing leunt met name op het rapport
“Toetsingscriteria alternatieve locaties dagopvang” en inspreker is het niet
eens met argumenten uit dat rapport. De gemeente is bestuurlijk aan het dwalen.
Antwoord
Voor beantwoording van uw reactie verwijzen wij naar onderdeel A.I ‘Het
proces tot nu toe’ van het algemene gedeelte.
B.30.10 Samenvatting
Inspreker heeft vier vragen:
1. Waarom is
er geen beleidsstuk voor de opvang van de gebruikers van de dagopvang?
2. Waarom
zijn de locaties die qua afstand ook in aanmerking komen niet verder onderzocht?
3. Waarom
vallen de fabriekshallen over de Reineveltbrug af als locatie en is de
Surinamestraat wel geschikt?
4. Waarom is
de gemeente afgeweken van de conclusies van de in hun opdracht vervaardigde
veiligheidsscan van de locatie Surinamestraat?
Inspreker verzoekt de gemeente om een reactie op deze brief en een
antwoord op de vragen.
Antwoord
Voor de beantwoording van uw
eerste vraag verwijzen wij u naar onderdeel A.V ‘Maatschappelijke opvang’ van
het algemene gedeelte.
Voor beantwoording van uw tweede en derde vraag verwijzen wij naar
onderdeel A.I ‘Het proces tot nu toe’ van het algemene gedeelte.
Ten aanzien van uw vierde vraag het volgende. De gemeente heeft op één
punt afgeweken van de veiligheidsscan. De
veiligheidsscan geeft een risico aan voor het Geerweggebied. Gezien de afstand
van deze wijk tot de mogelijke locatie en de diverse looproutes die mogelijk
zijn, wordt de conclusie van de scan niet geheel gedeeld. Dit aspect vormt ons
inziens een aandachtspunt. De andere conclusies van de scan zijn overgenomen.
B.31.1 Samenvatting
Inspreker maakt bezwaar tegen de komst van de dagopvang in de
Surinamestraat en sluit zich aan bij de onderbouwing van de afwijzing van het
Comité Pauwhof die veilig en rustig wonen hoog in het vaandel heeft staan.
Antwoord
De directe omgeving van de locatie Surinamestraat
kent nauwelijks een woonfunctie. In de iets wijdere omgeving liggen wel
woonwijken, maar die zijn door de Reineveldbrug en het Mondriaan College
afgescheiden van het gebied Surinamestraat. Het is wel denkbaar dat bezoekers
van het centrum gebruik zullen maken van de looproute Oostsingel, maar die
voert eerder langs dan door de woonwijk. Wij zien daardoor geen duidelijke
relatie tussen de dagopvang en de woonomgeving. Dat neemt niet weg dat het wel
degelijk van belang is ook uit een iets wijdere omgeving betrokkenheid te
hebben in het beheeroverleg rond het centrum. Naar verwachting zal de doelgroep via de Reineveldbrug naar de
dagopvang komen. Omdat de dagopvang een kleinschalige voorziening is en
drugsgebruikers een minderheid van de bezoekers vormen en daarnaast door een
goede inrichting van de locatie en beheer van de omgeving de kans op overlast
en criminaliteit verder beperkt kan worden, kan –in objectieve zin- een
voldoende niveau van veiligheid bereikt worden. Dat neemt niet weg dat het
belangrijk is structureel overleg te hebben tussen gemeente, politie, de
dagopvang, omwonenden en ondernemers. Dat overleg moet leiden tot een
beheerplan en regelmatige evaluatie van de gang van zaken. Daarbij horen ook
een serieus sanctiebeleid van de dagopvang en afspraken over een snelle reactie
van de hulpdiensten bij incidenten. Op deze wijze kan het beperkte risico
worden verkleind, moet ook het vertrouwen ontstaan dat wangedrag wordt
aangepakt, waardoor uiteindelijk het gevoel van onveiligheid vermindert. Het
feit dat looproutes elkaar kunnen kruisen beschouwen wij niet als hinderlijk.
De dagopvang zal veel overlast veroorzaken in een tot nu toe rustige
omgeving zoals herrie, onrust, verloedering van de buurt en ‘kleine’
criminaliteit. Veel mensen hebben ervoor gekozen om zich in de Pauwhof te
vestigen om rustig en veilig te kunnen wonen. Met de komst van de dagopvang zal
die rust en veiligheid een heel stuk minder worden.
Antwoord
Voor beantwoording van uw reactie verwijzen wij naar onderdeel A.II
‘Overlast en beheerplatform’ van het algemene gedeelte. Onze conclusie op het
gebied van veiligheid is dat gezien de omvang en de aard van de groep die het
dienstencentrum bezoekt, de aanpak rond buitenruimte en toegangssluis en de
ervaringen van de laatste jaren de risico’s beperkt zijn. Dat neemt niet weg
dat het belangrijk is structureel overleg te hebben tussen gemeente, politie,
de dagopvang, omwonenden en ondernemers. Dat overleg moet leiden tot een
beheerplan en regelmatige evaluatie van de gang van zaken. Daarbij horen ook
een serieus sanctiebeleid van de dagopvang en afspraken over een snelle reactie
van de hulpdiensten bij incidenten. Op deze wijze kan het beperkte risico worden
verkleind, moet ook het vertrouwen ontstaan dat wangedrag wordt aangepakt,
waardoor uiteindelijk het gevoel van onveiligheid vermindert.
B.31.3 Samenvatting
Er zal meer vervuiling en verloedering optreden in de omgeving van de
trambaan, van de trambaan zelf en van de tramhokjes.
Antwoord
B.31.4 Samenvatting
Inspreker vindt het onvoorstelbaar dat de gemeente besluit een opvangcentrum
voor dak- en thuislozen, drugs en drankverslaafden in de buurt van twee scholen
(basisschool aan de Brasserskade en het Mondriaan College) te vestigen. Veel
jonge mensen in een kwetsbare leeftijd lopen daarmee het risico van
drugsverslaving.
Antwoord
Op zichzelf geldt ook voor de locatie van de Mondriaan-Onderwijsgroep wat
in paragraaf A.II ‘Overlast en beheerplatform’ is gezegd. Mondriaan is ten
noorden van de Surinamestraat gelegen. De doelgroep zal het centrum over het
algemeen juist uit de zuidelijke richting bezoeken. Het college ziet daarom
geen duidelijke relatie tussen de locatie Surinamestraat 1 en Het Mondriaan
College. De omgeving zal dan alleen kunnen zien dat bezoekers de locatie van
het centrum betreden en weer verlaten. Het enkele feit dat bezoekers van het
centrum op die manier zichtbaar zijn en looproutes van andere groepen kruisen
beschouwen wij niet als hinderlijk. Dat neemt niet weg dat het risico van
overlast aanwezig blijft. Daarom neemt Mondriaan deel aan het beheerplatform.
B.31.5 Samenvatting
Inspreker is van mening dat de doelgroep opgevangen moet worden maar
vraagt zich af of dat niet kleinschaliger kan, in huizen verspreid over de
binnenstad waar het minder opvalt en het beter te controleren is. Een
megaopvangcentrum midden in een woonbuurt is onverantwoord.
Antwoord
Allereerst merken wij op dat de capaciteit van de dagopvang zeer zeker
niet als een megaopvangcentrum kan worden beschouwd. Hoewel de capaciteit 50 á
70 cliënten betreft, is het niet zo dat al deze personen ter plaatse permanent
aanwezig zullen zijn. De locatie zal dan ook gedurende de dag door ca. 50-70
personen bezocht worden. Dit is een relatief gering aantal. Spreiding van een
dergelijk aantal over meerdere locaties is niet aan te bevelen vanwege de behoefte
een zorg, aandacht en begeleiding die vanuit 1 locatie beter te organiseren is.
Tenslotte merken wij op dat de locatie Surinamestraat 1 zeer zeker niet als een
woonbuurt wordt aangemerkt.
B.31.6 Samenvatting
Inspreker vertrouwt erop dat deze en andere argumenten zullen leiden tot
een heroverweging die de locatie Surinamestraat als dagopvang zal uitsluiten en
een bestemmingsplanwijziging onnodig maakt.
Antwoord
B.32. Stichting Bedrijventerrein Vrijenban
(vertegenw. Van Diepen van der Kroef Advocaten)
Stichting Bedrijventerrein Vrijenban heeft kennis genomen van het bericht
in de Stadskrant Delft d.d. 18 september 2005 van de gemeente waarin ze
meedeelt voornemens te zijn tot een vrijstellingsverlening van het pand aan de
Surinamestraat 1. De beoogde vrijstelling is gebaseerd op een Ruimtelijke
Onderbouwing waarvan het concept ter inzage is gelegd.
B.32.1 Samenvatting
Inspreker deelt (nogmaals) mee dat zij zich niet kan vinden in de keuze
van de gemeente voor de locatie noch in het concept Ruimtelijke Onderbouwing.
Antwoord
Voor beantwoording van uw reactie verwijzen wij naar onderdeel A.I ‘Het
proces tot nu toe’ van het algemene gedeelte.
B.32.2 Samenvatting
Inspreker heeft in haar brief, d.d. 13 december 2004, uitvoerig
aangegeven waarom zij van oordeel is dat er ter plaatse geen dagopvang moet
worden gerealiseerd. Inspreker heeft de door de gemeente aangegeven argumenten
waarom ter plekke wel een dagopvang gevestigd kan worden, uitgebreid weerlegd.
In het concept Ruimtelijke Onderbouwing valt op dat de gemeente geen nieuwe
argumenten aandraagt. Inspreker zou derhalve mogen volstaan met verwijzing naar
haar reeds eerder aan de gemeente verwoorde argumenten maar wil met betrekking
tot de Ruimtelijke Onderbouwing een aantal opmerkingen maken.
Antwoord
Voor beantwoording van de brief van 13 december 2004 wordt verwezen naar
de nota Inspraak van januari 2005.
B.32.3 Samenvatting
Uit de in de inleiding gegeven beschrijving van het maatschappelijk nut
respectievelijk maatschappelijke noodzaak om tot een dagopvang te komen valt
niet op te maken waarom de dagopvang een regiofunctie dient te zijn. Een
plaatselijke opvang zal minder omvangrijk en daardoor minder belastend zijn.
Inspreker maakt dan ook bezwaar tegen de regionale functie die de gemeente
zichzelf toedicht zonder dat ze daarvoor een motivering geeft.
Antwoord
Voor de beantwoording van uw reactie verwijzen wij naar paragraaf A.V
‘Maatschappelijke opvang’ van het algemene gedeelte.
B.32.4 Samenvatting
De beschrijving van de feitelijke situatie van de locatie zoals
omschreven in het hoofdstuk Ruimtelijke Impact van het bouwplan acht de
inspreker niet voldoende. Uit de stedenbouwkundige beschrijving komt
onvoldoende naar voren dat met name twee grote ondernemingen ter plaatse
bepalend zijn voor het bedrijventerrein: Transportonderneming Van der Lee en
Bruker AXS BV. Deze bedrijven zijn dermate belangrijk voor de locatie dat een
uitvoeriger beschrijving noodzakelijk is, op basis waarvan de conclusie zal
zijn dat er veel meer rekening met deze bedrijven dient te worden gehouden.
Beide bedrijven hebben aangegeven bedrijfseconomisch grote schade te vrezen
door de vestiging van de dagopvang.
Antwoord
De vigerende situatie van beide bedrijven, bezien vanuit hun
respectievelijke milieuvergunningen is uitgangspunt geweest voor de ruimtelijke
onderbouwing. Wij zijn met inspreker eens dat de desbetreffende bedrijven een
belangrijke ruimtelijke uitstraling hebben voor het gebied. De vestiging van de
dagopvang-functie heeft echter niet tot gevolg dat de desbetreffende bedrijven
in hun activiteiten worden belemmerd.
B.32.5 Samenvatting
De gemeente geeft in het vigerend bestemmingsplan aan dat het
bestemmingsplan aan de gronden de bestemming bedrijfsdoeleinden toekent, maar
de gemeente verbindt daar verder geen consequenties aan. De locatie
Surinamestraat wijkt in deze volledig af van de alternatieven die in het
inspraaktraject aan de orde zijn geweest. Bij alle alternatieven is er sprake
van een veel meer gemengde bestemming en niet van een
bedrijfsdoeleindenbestemming. Ook kennen alle andere locaties een meer
gedifferentieerd gebruik. Een dagopvang past niet in een omgeving met
uitsluitend bedrijven.
Antwoord
Voor de beantwoording van uw reactie verwijzen wij u naar paragraaf A.I
‘Het proces tot nu toe’ van het algemene gedeelte en naar het antwoord onder
B.18.4.
B.32.6 Samenvatting
Naar aanleiding van het bovenstaande wil inspreker opmerken dat de
beschrijving van de aanwezige verschillende functies, zoals aangegeven onder
hoofdstuk 4.1 niet reëel is. Het bedrijfsterrein is een afgesloten gebied
waarmee bijvoorbeeld het Mondriaan College geen relatie heeft. Hetzelfde geldt
voor de door de gemeente aangeduide “verschillende woningen”. De gemeente dient
de locatie te zien vanuit de daadwerkelijke situatie, namelijk een
bedrijfsterrein.
Antwoord
Uitgangspunt voor de ruimtelijke onderbouwing is
geweest het vigerende bestemmingsplan alsmede het gebied dat in het Streekplan
als “bedrijfsterrein” is aangewezen. Wij menen dat het kiezen van een dergelijk
uitgangspunt terecht is. Uit de functiekaart zoals die is opgenomen in de
ruimtelijke onderbouwing blijkt echter dat de onmiddellijke omgeving wordt
gekenmerkt door bedrijvigheid.
B.32.7 Samenvatting
In hoofdstuk 4 brengt de gemeente de criteria voor vestiging in de
Surinamestraat terug tot vijf argumenten. Afgezien van een onzorgvuldige
bundeling tot deze vijf argumenten zijn in de inspraakprocedure alle reeds door
de gemeente aangedragen vestigingscriteria weerlegd.
Antwoord
Voor beantwoording van uw reactie verwijzen wij naar onderdeel A.I ‘Het
proces tot nu toe’ van het algemene gedeelte.
B.32.8 Samenvatting
Inspreker heeft (mede) opdracht gegeven tot een nader onderzoek, uitgevoerd
door bureau SAVE. Separaat stuurt de inspreker de gemeente een afschrift van
dit rapport. Inspreker verzoekt hierbij de inhoud volledig als herhaald en
ingelast te beschouwen.
Antwoord
Voor beantwoording van uw reactie verwijzen wij naar de reactie van het
college op het rapport van SAVE/Oranjewoud, gepresenteerd op de website van de
gemeente. In de reactie geeft het college aan dat er in de quickscan geen
nieuwe feiten naar voren komen of onderbouwingen die aanleiding geven om de
locatiekeuze ter discussie te stellen. Het bureau komt wel tot andere
conclusies. Maar deze worden niet gedeeld door het college. Het college ziet
dan ook geen enkele aanleiding om het besluit van 24 februari 2005 opnieuw ter
discussie te stellen. Het rapport bevat wel een aantal zienswijzen die van nut
kunnen zijn bij het opstellen van het beheerplan dat helpt om te komen tot een
goede inpassing van de dagopvang op de Surinamestraat.
B.32.9 Samenvatting
Inspreker kan de conclusies van de gemeente, zoals verwoord in hoofdstuk
1.4, niet onderschrijven:
Inspreker ontkent bij gebrek aan wetenschap dat er sprake is van een
wettelijke taak van de gemeente voor de “regionale” opvang van dak- en
thuislozen. Ten aanzien hiervan behoudt de inspreker zich alle rechten voor.
Antwoord
Wij verwerpen ten zeerste de stellingen in het SAVE-rapport dat
(bladzijde 5) dat er geen wettelijke verplichting is voor de gemeente Delft en
dat het dus de keuze is van de gemeente om een dergelijke voorziening al dan
niet te realiseren. Immers, de gemeente Delft heeft een zorgplicht op grond van
de Welzijnswet en dat betekent dat er een overheidsverantwoordelijkheid geldt
voor een maatschappelijk verschijnsel en een maatschappelijke behoefte als de
onderhavige. De gemeente kan zich beslist niet permitteren haar ogen hiervoor
te sluiten. Dan zou haar kunnen worden verweten zich niet aan de wettelijke
zorgplicht te houden.
Voor de verdere beantwoording van uw reactie verwijzen wij u naar
paragraaf A.V ‘Maatschappelijke opvang’ van het algemene gedeelte.
B.32.10 Samenvatting
In de concept Ruimtelijke Onderbouwing wordt onvoldoende aangegeven
waarom er een groot stedelijk c.q. regionaal belang is om een dagopvang in
Delft te realiseren. Er zou ook sprake kunnen zijn van uitsluitend Delftse
opvang ten gevolge waarvan er minder overlast zal kunnen zijn.
Antwoord
Voor de beantwoording van uw reactie verwijzen wij u
naar het antwoord onder B.32.9.
B.32.11 Samenvatting
Er is geen sprake van een gemengd karakter ten
aanzien van de bedrijfslocatie; het bedrijfsterrein wordt gedomineerd door twee
grote ondernemingen, Transportbedrijf Van der Lee en Bruker. Er is sprake van
een volwaardig bedrijfsterrein waarop niet-bedrijfsmatige activiteiten om
meerdere redenen ongewenst zijn.
Antwoord
De diverse functies zijn allen feitelijk aanwezig en
maken dat het desbetreffende gebied geen eenzijdig bedrijfsterrein is. Voor de
beoordeling van de aanvaardbaarheid van het initiatief is de feitelijke
situatie zeer bepalend. Vanuit de vigerende milieuvergunningen-situatie zullen de
activiteiten van de desbetreffende bedrijven door vestiging van de functie van
dagopvang niet worden belemmerd. Voor wat betreft de eventuele overlast worden
nadere maatregelen genomen, vast te leggen in een beheerplan voor deze locatie.
B.32.12 Samenvatting
De situering ten opzichte van de binnenstad en het
station is niet gunstig. De bezoeker van de dagopvang moet letterlijk en
figuurlijk de halve binnenstad doorlopen met intensieve woonbebouwing waarna
deze de brug over dient te gaan. Op dit traject is geen enkele sociale
controle.
Antwoord
Voor beantwoording van uw reactie verwijzen wij u naar paragraaf A.II
‘Overlast en beheerplatform’ van het algemene gedeelte. De directe omgeving van
de locatie Surinamestraat kent nauwelijks een woonfunctie. In de iets wijdere
omgeving liggen wel woonwijken, maar die zijn door de Reineveldbrug
afgescheiden van het gebied Surinamestraat. Het is wel denkbaar dat bezoekers
van het centrum gebruik zullen maken van de looproute Oostsingel, maar die
voert eerder langs dan door de woonwijk. Dat neemt niet weg dat het wel
degelijk van belang is ook uit een iets wijdere omgeving betrokkenheid te
hebben in het beheeroverleg rond het centrum. Naar verwachting zal de doelgroep
via de Reineveldbrug naar de dagopvang komen. Omdat de dagopvang een
kleinschalige voorziening is en drugsgebruikers een minderheid van de bezoekers
vormen en daarnaast door een goede inrichting van de locatie en beheer van de
omgeving de kans op overlast en criminaliteit verder beperkt kan worden, kan –in
objectieve zin- een voldoende niveau van veiligheid bereikt worden. Dat neemt
niet weg dat het belangrijk is structureel overleg te hebben tussen gemeente,
politie, de dagopvang, omwonenden en ondernemers. Dat overleg moet leiden tot
een beheerplan en regelmatige evaluatie van de gang van zaken. Daarbij horen
ook een serieus sanctiebeleid van de dagopvang en afspraken over een snelle
reactie van de hulpdiensten bij incidenten. Op deze wijze kan het beperkte
risico worden verkleind, moet ook het vertrouwen ontstaan dat wangedrag wordt
aangepakt, waardoor uiteindelijk het gevoel van onveiligheid vermindert.
B.32.13 Samenvatting
gelegen van het station.
Antwoord
De dagopvang vervult een functie voor bezoekers uit
de regio Delft, Westland en Oostland. Voor hen kan de tram een goede manier
zijn het centrum te bezoeken. Bezoekers uit Den Haag/Rijswijk worden in het
centrum niet toegelaten. Het heeft voor hen dus ook geen zin zich in het gebied
te begeven. Het college is daarbij van mening dat de veiligheidsrisico’s in het
stationsgebied en dergelijke risico’s rond de tramhalte zeer sterk van elkaar
verschillen. Men kan er niet opgaan in de drukte, waardoor minder gelegenheid
tot crimineel gedrag bestaat. Het college is niet met inspreker eens dat
vanwege de tramhalte de locatie in de directe nabijheid van het station zou
komen te liggen.
B.32.14 Samenvatting
Er is geen sprake van een goede toegankelijkheid (vanwege de brug) en
beheersbaarheid (aanwezigheid van vele donkere nissen en bedrijfsingangen) van
de locatie voor politie en hulpdiensten. Vooral ’s avonds en ’s nachts is er
geen enkele controle op het bedrijfsterrein mogelijk.
Antwoord
Voor de beantwoording van uw reactie verwijzen wij naar het antwoord
onder B.5.15.
B.32.15 Samenvatting
De locatie is inderdaad geïsoleerd van een woonbuurt maar de route naar
de opvang loopt wel door een woonbuurt. Sociale controle ontbreekt.
Antwoord
B.32.16 Samenvatting
Inspreker verwijst naar het door SAVE opgestelde deskundigenrapport
waarin genoemde aspecten worden benadrukt.
Antwoord
B.32.17 Samenvatting
In hoofdstuk 4.4.7 komt de Milieuzonering bedrijven aan de orde. De
aanwezigheid van de dagopvang kan een directe belemmering opleveren voor de
aanwezige bedrijven zoals Transportbedrijf Van der Lee.
Antwoord
De nota Bedrijven en Bestemmingsplannen waar de paragraaf milieuzonering
bedrijven op is gebaseerd, gaat over hoe er wordt omgegaan met bedrijven die
zich nabij milieugevoelige bestemmingen willen vestigen of milieugevoelige
bestemmingen die in de buurt van bedrijven komen. De dagopvang is echter geen
milieugevoelige bestemming. De nota Bedrijven en Bestemmingsplannen doet geen
uitspraak over zonering tussen bestemmingen die niet milieugevoelig zijn.
B.32.18 Samenvatting
In hoofdstuk 5.3 komt het
Beheerplan aan de orde. Inspreker stelt dat het Beheerplan functioneel moet
zijn en gedragen moet kunnen worden door alle betrokkenen en belanghebbenden.
De wijze waarop de gemeente meent een Beheerplan aan omwonenden te moeten
opleggen of te presenteren kan niet door de maatschappelijke beugel. Het
Beheerplan of beheerplatform heeft geen enkele waarde als er niet van enige
wezenlijke invloed op (de aanwezigheid van) de dagopvang kan worden gesproken.
Antwoord
Het beheerplan heeft als
doel om tot een goede inpassing van de dagopvang op de nieuwe locatie te komen.
Het plan zal worden opgesteld door een beheerplatform, waarin zowel bewoners
als professionals zitting kunnen hebben. Op verschillende wijze worden punten
geïnventariseerd voor het beheerplan, zoals tijdens de wijkschouw. Meer
informatie hierover is te vinden in onderdeel A.II ‘Overlast en het
beheerplatform’. Ten aanzien van de keuze van de locatie verwijzen wij u naar
onderdeel A.I ‘Het proces tot nu toe’ van het algemene gedeelte.
B.32.19 Samenvatting
In hoofdstuk 7.1. staat dat de ruimtelijke onderbouwing dient voor een
vrijstellingsprocedure ex art. 19 lid 2 WRO. Inspreker is van mening dat er
tenminste sprake moet zijn van een art. 19 lid 1 WRO-procedure dan wel van een
bestemmingsplanwijziging. Een art. 19 lid 2 WRO-procedure is in de onderhavige
situatie een te lichte procedure die tekort doet aan de planologische impact
van de casus. Ten aanzien hiervan behoudt de inspreker zich alle rechten voor.
Antwoord
Artikel 19 lid 2 WRO biedt een volwaardig alternatief
voor een bestemmingsplanprocedure. Op grond van de provinciale circulaire voor
toepassing van artikel 19 lid 2 WRO bestaat de mogelijkheid om een specifieke
verklaring van geen bezwaar aan te vragen, zodat het mogelijk is om voor een
individueel verzoek een vrijstellingsprocedure te voeren. Daarbij worden alle
belangen die betrokken zijn bij een vrijstellingsprocedure zorgvuldig gewogen.
Verder is door het college van burgemeester en wethouders gekozen voor een
separate inspraakprocedure terwijl dit strikt genomen niet is voorgeschreven
voor een procedure als bedoeld in artikel 19 lid 2 WRO. Op die manier is de
vergelijking met een bestemmingsplanprocedure nog gemakkelijker en vormt de
bestemmingsplan-procedure geen betere of andere waarborg voor de belangen van
de omgeving dan de thans gevoerde procedure.
B.32.20 Samenvatting
De gemeente meent dat er sprake is van mogelijke financiële
uitvoerbaarheid maar ieder inzicht met betrekking tot de financiële
uitvoerbaarheid wordt consequent door de gemeente uit de openbaarheid gehouden.
Behalve aan de gemeenteraad heeft de gemeente aan niemand daarover enige
informatie verstrekt. Inspreker ontkent bij gebrek aan iedere wetenschap dat de
vestiging financieel kan worden uitgevoerd.
Antwoord
B.32.21 Samenvatting
Inspreker behoudt zich het recht voor om buiten deze inspraaktermijn
nader te reageren op de concept Ruimtelijke Onderbouwing.
Antwoord
Van toepassing is de gemeentelijke Inspraakverordening die regels geeft
over de wijze waarop inspraak wordt verleend. Dat betekent dat voor wat betreft
de inspraakprocedure er termijnen kunnen worden gesteld. Indien de inspreker
buiten de termijn reageert, wordt zijn/haar inspraakreactie niet beantwoord.
Deze regels zijn gesteld om formele redenen
en voor een ordelijk verloop van de procedure. Overigens merken wij op
dat de inspraakprocedure bedoeld is om de kwaliteit van de besluitvorming te verbeteren
en dat meerdere belangen hierbij betrokken zijn.
B.33.1 Samenvatting
Inspreker is van mening dat met het ten uitvoer brengen van de plannen
van de gemeente een onbeheersbare situatie ontstaat in de omgeving van de
Surinamestraat en de woonbuurt.
Antwoord
Voor de beantwoording van deze reactie verwijzen wij u naar paragraaf
A.II ‘Overlast en beheerplatform’ van het algemene gedeelte. Bij de locatie
Surinamestraat valt te denken aan specifieke maatregelen in het tegengaan van
overlast, zowel tijdens als na de openingsuren. In beheerafspraken zou
bijvoorbeeld opgenomen kunnen worden dat na sluitingstijd een ronde gemaakt
wordt om na te gaan of de bezoekers van het centrum het bedrijventerrein
inderdaad hebben verlaten. Gezien de omvang en de aard van de groep die het
dienstencentrum bezoekt, de aanpak rond buitenruimte en toegangssluis en de
ervaringen van de laatste jaren zijn de risico’s beperkt. Dat neemt niet weg
dat het belangrijk is structureel overleg te hebben tussen gemeente, politie,
de dagopvang, omwonenden en ondernemers. Dat overleg moet leiden tot een
beheerplan en regelmatige evaluatie van de gang van zaken. Daarbij horen ook
een serieus sanctiebeleid van de dagopvang en afspraken over een snelle reactie
van de hulpdiensten bij incidenten. Op deze wijze kan het beperkte risico
worden verkleind, moet ook het vertrouwen ontstaan dat wangedrag wordt
aangepakt, waardoor uiteindelijk het gevoel van onveiligheid vermindert.
B.33.2 Samenvatting
Inspreker heeft er al vele malen op gewezen dat er problemen gaan
ontstaan. De gemeente heeft deze argumenten terzijde geschoven en daarmee de
kant van de daklozen en verslaafden gekozen.
Antwoord
De noodzaak van opvang van dak- en thuislozen en verslaafden in de
gemeente Delft is een gegeven. Vervolgens wordt, hiervan uitgaande, gezocht
naar een locatie waarop, getoetst aan de geformuleerde criteria, de beste
kansen aanwezig zijn voor een goed functioneren van de opvang en de minste kans
op overlast. Voor zover overlast kan plaatsvinden, worden beheermaatregelen genomen.
Voor overige beantwoording wordt verwezen naar paragraaf
A.II ‘Overlast en beheerplatform’ van het algemene gedeelte.
B.33.3 Samenvatting
Het leefgenot in de buurt zal sterk verminderen. De buurt zal moeten
worden aangepast aan de dagopvang, groen zal worden weggehaald, men zal poorten
krijgen in de achterom. Het zal een gevangenis worden en dat heeft men niet
verdiend. Daarnaast dient de buurt voor sociale controle te zorgen.
Antwoord
Voor beantwoording van uw reactie verwijzen wij naar onderdeel A.II
‘Overlast en beheerplatform’ van het algemene gedeelte.
B.33.4 Samenvatting
De aanschaf van een huis is de grootste uitgave van een normale burger.
De omgeving waarin een huis zich bevindt, de buurt, is van doorslaggevende
betekenis bij die keuze. De buurt rond de Soendastraat is een veilige buurt met
weinig verkeer en waar de mensen elkaar kennen. Met de komst van de dagopvang
zal de leefbaarheid in de buurt ernstig achteruit gaan.
Antwoord
Voor de beantwoording van uw reactie verwijzen wij naar paragraaf A.II
‘Overlast en beheerplatform’ van het algemene gedeelte.
B.33.5 Samenvatting
De gemeente heeft haar huiswerk niet goed gedaan, nauwelijks geluisterd
naar de bewoners en de oren laten hangen naar de urgentie van het probleem. Een
probleem dat de gemeente zelf heeft laten ontstaan. Dit terwijl er betere
locaties voorhanden zijn. Inspreker vraagt zich af waarom.
Antwoord
Voor beantwoording van uw reactie verwijzen wij naar onderdeel A.I ‘Het
proces tot nu toe’ van het algemene gedeelte.
Onderdeel C: mondelinge inspraakreacties
Inspraakavond Ruimtelijke Onderbouwing Surinamestraat 1
3 oktober 2005.
C.1. Anoniem
C.1.1 Samenvatting
Inspreker spreekt de zorg uit dat de zitbanken voor Delftweg
117 gebruikt gaan worden als
hangplekken. Dit kan in de toekomst resulteren in het
verdwijnen van de zitbanken. Ook
wandelaars, fietsers en andere recreanten zouden lastig
gevallen kunnen worden.
Antwoord
Voor beantwoording van uw reactie verwijzen wij naar onderdeel A.II
‘Overlast en beheerplatform’ van het algemene gedeelte. Wij zullen uw
aanbevelingen meenemen in de inventarisatie ten behoeve van het beheerplan.
C.1.2 Samenvatting
De aanwezige kinderspeelplaats is een gevoelige plek en
daarnaast ook de ligging van het
Mondriaan College. Jongeren zijn vatbaarder voor de
verleidingen van drugs. De dagopvang
zorgt voor een extra risico voor deze jongeren.
Antwoord
Op zichzelf geldt ook voor de locatie van de Mondriaan-Onderwijsgroep
wat in onderdeel A II ‘Overlast en beheerplatform’
is gezegd. Mondriaan is ten noorden van de Surinamestraat gelegen. De doelgroep
zal het centrum over het algemeen juist uit de
zuidelijke richting bezoeken. Het college ziet daarom geen duidelijke
relatie tussen de
locatie Surinamestraat 1 en Het Mondriaan College. De omgeving zal dan
alleen kunnen zien dat bezoekers de locatie van het centrum betreden en weer
verlaten. Het enkele feit dat bezoekers van het centrum op die manier zichtbaar
zijn en looproutes van andere groepen kruisen beschouwen wij niet als
hinderlijk. Dat neemt niet weg dat het risico van overlast aanwezig blijft.
Daarom lijkt het ons wel van belang in het buurtoverleg Mondriaan te betrekken.
C.1.3 Samenvatting
Wellicht is nachtopvang
belangrijker dan dagopvang. Misschien zou de gemeente zich hier meer op moeten
richten. De vraag hierbij is of er voldoende nachtopvang is geregeld zodat
mensen niet in de buurt gaan slapen, bijvoorbeeld in portieken. Inspreker
verzoekt echter nadrukkelijk de nachtopvang niet in de wijk te plaatsen.
Antwoord
De dagopvang is dagelijks geopend van 10:30u tot
17:30u en vervult geen nachtopvangfunctie. De meeste bezoekers van het
dienstencentrum hebben wel een nachtverblijf; zij hebben een kamer in
onderhuur, slapen bij kennissen of maken gebruik van de nachtopvang op de
Houttuinen. Desalniettemin moet ervoor gewaakt worden dat groepen bezoekers
zich voor en na sluitingstijd gaan ophouden in de buurt van de dagopvang,
bijvoorbeeld aan de waterzijde. Er valt te denken aan specifieke maatregelen in
het tegengaan van hangen aan de waterzijde, zowel tijdens als na de
openingsuren. Daarnaast kan gedacht worden aan het maken van een ronde na
sluitingstijd om er zeker van te zijn dat alle bezoekers het bedrijventerrein
hebben verlaten. Omdat het hier gaat om een centrum voor dagopvang en met een
aantal gerichte maatregelen kan worden voorkomen dat mensen na sluitingstijd op
het bedrijventerrein blijven hangen deelt het college de opvatting van de
inspreker niet.
[T1]Sinds vorig jaar is het aantal bezoekers iets afgenomen, aldus de directeur van de dagopvang