Voor U ligt het Activiteitenplan verslavingsbeleid
2006 voor Delft/Westland/Oostland (DWO). Jaarlijks worden, in samenspraak met de
regiogemeenten, de activiteiten en de tussentijdse evaluatiegegevens vastgelegd
in een activiteitenplan. In dit activiteitenplan zijn de resultaten van 2005
(voor zover bekend) en de doelen voor 2006 vastgelegd.
De centrumgemeente stelt het plan op; de
organisaties waarmee afspraken zijn gemaakt leveren de benodigde gegevens. De
gemeente heeft de rol van coördinator en toezichthouder, maakt
prestatieafspraken en checkt de kwaliteit van het geleverde.
Medio 2003 is de Nota verslavingszorg 2003 – 2007
verschenen. Deze nota vormde het startpunt voor het opzetten van een integraal verslavingsbeleid
binnen de regio Delft/Westland/Oostland. Meer informatie over het
verslavingsbeleid informatie is in deze nota te vinden.
De gemeente Delft vervult op basis van de
Welzijnswet de rol van centrumgemeente ambulante verslavingszorg binnen de
regio. Hiertoe ontvangt de gemeente Delft jaarlijks een doeluitkering. Deze
doeluitkering wordt in overleg met de regiogemeenten ingezet. De besluitvorming
ligt bij de gemeente Delft.
In
de Nota verslavingszorg wordt de
volgende visie gehanteerd, als het gaat om verslavingszorgbeleid:
De
centrale doelstelling van het alcohol- en drugsbeleid is het ontmoedigen van
gebruik van genotmiddelen en het beperken van de risico’s van het gebruik voor
de gebruiker zelf, diens omgeving en de maatschappij als geheel.
Dit
betekent dat:
-
Zoveel
mogelijk startend gebruik moet worden tegengegaan en indien er wordt gebruikt
er voor te zorgen dat dit verstandig gebeurt (door middel van preventie).
-
Aan
verslaafden zorg verleend wordt waarbij gestreefd wordt naar abstinentie of
gecontroleerd gebruik.
-
Gebruikers
en verslaafden de aansluiting bij de maatschappij niet verliezen dan wel weer
terug krijgen (door middel van maatschappelijk herstel).
Bovendien
dient verslavingsbeleid niet alleen vanuit het perspectief van de zorgvrager
maar ook vanuit de omgeving, de maatschappij beredeneerd te worden. Dat
betekent dat voorkomen moet worden dat de omgeving teveel overlast ondervindt
van verslavingsproblematiek. Ook de directe sociale omgeving (zoals ouders)
verdient de nodige aandacht.
Vanuit
deze integrale benadering wordt gekozen voor een ketenbenadering. De
verslavingszorgketen bestaat uit de volgende onderdelen:
a.
preventie
en voorlichting
b.
preventie
en regelhandhaving
c.
signalering
en verwijzing
d.
ambulante
zorg
e.
maatschappelijk
herstel
De belangrijkste
gesubsidieerde instellingen op het gebied van verslavingsbeleid zijn Parnassia
(preventie en zorg) en Dienstencentrum over de Brug (dagopvang voor verslaafden
en daklozen). Met deze instellingen zijn, in het kader van de Subsidiebundel
Maatschappelijke Activiteiten, reeds productieafspraken gemaakt voor 2006.
Gesubsidieerde
activiteiten worden zoveel mogelijk regiobreed ingezet. De meeste van
beschreven activiteiten in dit plan hebben dan ook betrekking op de gehele
regio DWO; waar activiteiten betrekking hebben op afzonderlijke gemeenten wordt
dat uitdrukkelijk vermeld (schuin- en dikgedrukt aangegeven). Activiteiten
gericht op handhaving worden in principe niet uit de doeluitkering
verslavingsbeleid gefinancierd.
Wet
Maatschappelijke Ondersteuning (WMO)
Het is nog niet geheel
duidelijk welk effect invoering van de WMO zal hebben op het verslavingsbeleid.
Volgens de huidige voorstellen zal alle extramurale- en intramurale
geneeskundige zorg per 01-01-2007 overgaan naar de individuele zorgverzekering.
Dit zou betekenen dat de ambulante zorg (nu gefinancierd uit de doeluitkering
in het kader van de Welzijnswet) niet meer onder de gemeentelijke
verantwoordelijkheid komt te vallen. De gemeentelijke rol zal zich binnen de
WMO meer richten op OGGZ, preventie, overlastbestrijding en maatschappelijke
zorg (bijvoorbeeld woonbegeleiding). Vooralsnog blijft er wel sprake van een
doeluitkering Maatschappelijke Opvang en Verslavingsbeleid.
Opbouw
activiteitenplan
In
paragraaf 1 t/m 5 wordt, aan de hand van de eerder genoemde keten, inzicht
gegeven in de resultaten in 2005 en de plannen voor 2006. In paragraaf 6 treft
U een financieel overzicht.
2.
Preventie en regelhandhaving blz
9.
2A.
Beleid uitgaansdrugs commerciële horeca
blz 9.
2B.
Genotmiddelenbeleid paracommerciële horeca blz
10.
2C.
Alcoholmatigingsbeleid Westland blz
10.
2D.
Alcoholmatigingsbeleid Midden-Delfland blz 11.
2E.
Alcoholmatigingsbeleid Pijnacker-Nootdorp blz 12.
2F
Beleid rond schoolfeesten Delft blz 12.
2G.
Coffeeshopbeleid
blz 13.
3. Signalering en verwijzing blz
14.
3B.
Open spreekuren Westland blz
15.
3C.
Signalering verslavingsproblematiek jongeren blz
15.
3D.
OGGZ bemoeizorg Delft blz 16.
4. Ambulante verslavingszorg blz
17.
4B.
Intake/toeleiding naar zorg blz
19.
4C.
Psychosociale en medische behandeling en begeleiding blz 19.
4D.
Alcoholgespreksgroep blz 19.
4E.
Methadonprogramma blz
19.
4F.
Bemoeizorg verslaafden blz
20.
4G.
Dagopvang voor verslaafden blz 20.
4H.
Hulp aan kinderen van verslaafden blz 22.
4I. AA Werkgroep (Anonieme
Alcoholisten) blz
22.
5.
Maatschappelijk herstel
blz 23.
5A. Activeringstrajecten gemeente Delft blz 23.
5B. Parnassia BV blz 23.
5C. Maatschappelijk
herstel veelplegers Delft blz
24.
5D.
Bugdethulp Delft
blz 24.
6. Begroting
2005 blz
26.
Voorlichting dient in de eerste plaats gericht te zijn op
het (met name jongeren) bewust maken van de risico’s van genotmiddelen. Uit
onderzoek is gebleken:
- Een combinatie van interventies binnen verschillende
domeinen zoals school, de thuissituatie en uitgaanssituaties heeft meer effect heeft
dan een enkelvoudige interventie.
- Daarnaast is het van belang dat interventies niet
eenmalig dienen te zijn. Voor jongeren betekent dat bijvoorbeeld dat de
interventies herhaald moeten worden vanaf het begin van gebruik tot aan de
adolescentie. De boodschap wordt steeds aangepast aan leeftijd, leefstijl en
achtergronden van de jongeren.
- Algemene publieksvoorlichting heeft, zo blijkt, maar een
beperkt effect op het gedrag wanneer dit niet gecombineerd wordt met
beleidsgerichte interventies. Goed informeren van m.n. jongeren maar ook hun
ouders is belangrijk. De aandacht zal echter niet alleen naar
kennisvermeerdering maar vooral ook naar gedragsbeïnvloeding moeten gaan.
Alle activiteiten op het gebied van preventie en
voorlichting worden gecoördineerd en afgestemd binnen het Preventieplatform
Verslavingsbeleid. Aan het platform nemen deel: Gemeente Delft, gemeente
Westland, gemeente Midden-Delfland, gemeente Pijnacker-Nootdorp, Parnassia, GGD
(voorzitter) en PRAT. Preventieactiviteiten worden zoveel mogelijk regionaal
ingezet, mede als gevolg van de grootte van het beschikbare budget.
Parnassia preventie maakt een jaarwerkplan en een
jaarevaluatie; daarnaast vindt halfjaarlijkse rapportage plaats.
De preventieactiviteiten richten zich voor een groot
deel op het gebruik van genotmiddelen onder jongeren. Met name de stijging van
het alcoholgebruik onder scholieren is verontrustend. Zeven op de tien drinken
hun eerste glas al voor hun 12de. Op 15-jarige leeftijd drinkt de
helft van de jongens gemiddeld meer dan vijf glazen op een vrij- of
zaterdagavond. Het aantal drinkende 12-jarige meisjes steeg in vier jaar met 30
procent en één op de vijf 14-jarige meisjes is minstens één keer per maand
dronken.
1A. Voorlichting op scholen voor Voortgezet Onderwijs
Doel:
Het ontwikkelen en invoeren van een schoolgezondheidsbeleid
m.b.t. tabak, alcohol, cannabis, andere drugs en gokken in het voortgezet
onderwijs, gericht op het terugdringen van riskant experimenteergedrag door
jongeren in de leeftijd van 12 tot 18 jaar.
Het Preventieplatform is van mening dat het preventiebeleid
op iedere locatie in ieder geval de volgende elementen dient te bevatten:
-
Voorlichting
aan leerlingen over diverse genotmiddelen (alcohol, roken, drugs en gokken).
-
Voorlichting
aan ouders (kennis van genotmiddelen en bespreken met hun kinderen).
-
Huisregelbeleid
(ook t.a.v. schoolfeesten).
-
Afspraken
over signalering en bespreken van problemen.
Deze criteria zijn in 2004 nader uitgewerkt in een
programma-aanbod,dat wordt aangeboden via een keuzemenu. Door hieruit voldoende
producten te kiezen wordt een voldoende niveau van preventie-inzet op school
bereikt. Hierin wordt samengewerkt tussen Parnassia, PRAT en GGD (coördinatie).
Resultaat 2005
Op vrijwel alle locaties voor Voortgezet Onderwijs binnen
DWO vinden voorlichtingsactiviteiten plaats, zij het op onregelmatige basis.
Bovendien wordt niet overal evenveel aandacht besteed aan alle genotmiddelen.
Er wordt gebruik gemaakt van verschillende programma’s, zoals De gezonde school
en genotmiddelen. Prat werkt met de inzet van ervaringsdeskundigen, heeft een
eigen folderlijn en een website voor ouders. Op verschillende locaties binnen
DWO hebben de klassen 1 meegedaan met
de “Actie Tegengif”(half jaar lang niet roken). Daarnaast worden verschillende
scholen betrokken bij landelijke campagnes, zoals “Er valt meer te weten over
cannabis”. De VO locaties hebben allen een huisregelbeleid m.b.t.
genotmiddelengebruik.
In 2005 is getracht om officiële contactpersonen per
locatie te benoemen teneinde tot jaarafspraken te komen voor een compleet
preventiebeleid per locatie. Voor Delft en Pijnacker-Nootdorp is
dat inmiddels gelukt via de Centrale Zorgcommissie.
Doelstelling 2006
1.
Implementatie
van het programma-aanbod op alle VO locaties in Delft (inclusief De
Wissel) en Pijnacker-Nootdorp, in samenspraak met de aangewezen
contactpersonen.
2.
Actieve
werving binnen het Westland. Benoemen van officiële contactpersonen ten
behoeve van de VO locaties in het Westland. De gemeente Westland gaat scholen
attenderen op- en enthousiasmeren voor deelname aan preventieactiviteiten. Dit
geldt voor zowel basis- als VO onderwijs.
1B. Voorlichting op basisscholen
Doel:
- De kennis van
leerlingen over alcohol en roken vergroten.
- Leerlingen
helpen hun eigen mening te bepalen met betrekking tot alcohol(gebruik) en
roken.
- Leerlingen
leren om te gaan met invloeden van anderen.
- Ouders informeren over genotmiddelen(gebruik) en
het experimenteergedrag van hun kinderen.
- Ouders (opvoedings)ondersteuning bieden met
betrekking tot het bespreekbaar maken van
genotmiddelen(gebruik) met hun kinderen.
Er wordt gebruik gemaakt van de programma’s De gezonde
school en genotmiddelen en Verhalend ontwerpen. Leerkrachten worden naar
behoefte getraind in het zelf uitvoeren van de programma’s.
Daarnaast biedt
de GGD gastlessen aan over roken en alcohol.
Resultaat 2005
In Pijnacker-Nootdorp zijn maar liefst 15
basisscholen actief in het uitvoeren van de programma’s. Dit is mede te wijten
aan de ondersteuning vanuit het gemeentelijk onderwijsbeleid. In Delft
en het Westland verloopt de werving veel moeizamer.
In Delft is het
belang van het starten van preventieactiviteiten in de laatste klas van het
basisonderwijs verschillende keren aan de orde geweest in LOKABEL. Daarnaast
zijn er meerdere keren wervingsbrieven vanuit de gemeente en GGD gestuurd naar
de scholen en hebben verschillende belrondes plaatsgevonden. Dit heeft tot nu
toe geresulteerd in de deelname van slechts 5 basisscholen. Binnen LOKABEL is
nu afgesproken dat de schoolbesturen een actieve rol gaan spelen in de werving
en er binnen hun directeurenoverleg op aandringen dat de scholen van het aanbod
gebruik maken.
Ook in het Westland zijn wervingsbrieven
verstuurd en hebben belrondes plaatsgevonden. Het is de GGD tot nu toe niet
gelukt om dit voldoende op de agenda te krijgen bij de afdelingen onderwijs van
de gemeenten Westland en Midden-Delfland. Slechts 4 scholen zijn
actief.
Doelstelling 2006
1.
Actieve
werving van basisscholen in Delft via de schoolbesturen, in samenwerking
met de GGD. Met het bijzonder onderwijs wordt overlegd over een aangepast
programma.
2.
Actieve
werving van basisscholen binnen het Westland. Met de gemeenten wordt
overlegd hoe zij een actievere rol hierin kunnen spelen. De gemeente Westland
heeft als doelstelling dat eind 2006 25% van de scholen participeren.
3.
Continuering
van de activiteiten in Pijnacker-Nootdorp. De afdeling onderwijs van de
gemeente wordt geïnformeerd over de voortgang.
Zowel uit
landelijk- als uit regionaal onderzoek (GGD) blijkt dat kinderen steeds jonger
beginnen met alcoholgebruik en steeds meer drinken. Zo heeft de helft van de
basisschoolleerlinge al eens alcohol gedronken; bij 14 jarigen is dat gestegen
tot 90%. In veel gevallen gebeurt dat met toestemming of medeweten van ouders.
Sterker nog: veel ouders bieden hun kinderen drank aan zonder dat ze er zelf om
vragen (zo koopt 1 op de 3 ouders met kinderen onder de 15 jaar speciaal voor
hun kinderen mixdrankjes in de supermarkt). Ouders lijken zich onvoldoende te realiseren
dat:
-
Het jong
beginnen met drinken extra gezondheidsrisico’s met zich meebrengt, zoals de
beschadiging van hersenen en organen.
-
Onderzoek
uitwijst dat drinken op jonge leeftijd een verhoogt risico geeft op
verslavingsproblemen op latere leeftijd (binnen de verslavingszorg is nu al
merkbaar dat de cliënten met alcoholproblemen steeds jonger worden).
-
Hun eigen
voorbeeldgedrag van invloed is op het drinkgedrag van hun kinderen.
-
Ze wel
degelijk iets kunnen doen om het drankgebruik van hun kinderen te beperken.
Resultaat
2005
Binnen Delft
is eind 2005, in aansluiting op de landelijke campagne van STAP (Stichting
alcoholpreventie) een preventiecampagne gestart gericht op ouders van 10-15
jarigen. De campagne bestaat uit de volgende onderdelen:
-
Een brief namens
GGD, gemeente, Parnassia en PRAT, aan alle ouders van 10 – 15 jarigen met een
magazine van STAP. Hierin wordt gewezen op de risico’s van alcoholgebruik op
jonge leeftijd en wordt aangegeven wat ouders zelf kunnen doen.
-
Een brief aan
de oudercommissies van basis- en VO-scholen waarin ze geïnformeerd worden over
de campagne en worden gewezen op de preventieprogramma’s.
-
Een wedstrijd
voor alle klassen 7 en 8 van het basisonderwijs en klas 1 t/m 3 van het
voortgezet onderwijs: welke klas maakt het beste voorlichtingsmateriaal? De
winnende inzending wordt gepubliceerd op de website van STAP, wordt
tentoongesteld in de bibliotheek en wordt zo mogelijk verspreid onder scholen
binnen DWO. Bovendien zal TV West hier aandacht aan besteden.
-
Interviews en
artikelen in verschillende kranten.
Op de meeste locaties van het VO onderwijs en op
verschillende basisscholen zijn ouderavonden georganiseerd betreffende
genotmiddelengebruik.
Op aanvraag verzorgd Parnassia een gastbijdrage aan de
Puber-ouder cursus. Dit heeft in 2005 een aantal malen plaatsgevonden.
Er is zeer recent een landelijke methodiek ontwikkeld
gericht op het bieden van handvatten aan ouders van experimenterende kinderen.
De gemeente Westland constateert dat ouders vaak
onvoldoende op de hoogte zijn van de risico’s van alcoholgebruik. Door veel
ouders wordt het onevenredig hoog alcoholgebruik van hun kinderen in o.m. de
hokken toegestaan.
Doelstelling 2006
Delft:
1.
Voorzetting
van de campagne gericht op ouders van 10-15 jarigen.
2.
Voorzetting
van oudervoorlichting tijdens de puber-ouder cursussen.
3.
Mogelijkheden
bezien voor een pilot met de nieuwe methodiek gericht op ouders met
experimenterende kinderen.
Westland:
4.
Opzetten van
een alcoholmatigingscampagne gericht op ouders van 10-15 jarigen.
1D. www.Drugsweb.nl
Drugsweb is een interactieve website voor jongeren. De site
is ontwikkeld door Parnassia, in samenwerking met gemeente Den Haag, politie
Haaglanden en JIP.. Vanaf eind 2003 hebben de regio’s DWO, Leiden e.o en Zoetermeer
hun eigen pagina’s.
Resultaat 2005
De site trok in de eerste 2 kwartalen 65.571 bezoekers. Dit
betekent een toename van 38% in vergelijking met het jaar daarvoor. Ook het
aantal vragen dat door jongeren wordt gesteld vertoont een stijgende lijn. De
promotiecampagne bestond dit jaar uit het beschikbaar stellen van zgn.
boemerang-kaarten op plaatsen waar veel jongeren komen (o.a. scholen, sociaal
cultureel werk, horeca, openbare gebouwen). Verder worden de kaarten verspreid
tijdens diverse evenementen.
Doelstelling 2006
1.
Jaarlijkse
promotiecampagne.
2.
Aanpassen
van de regionale informatiepagina’s.
3.
De
mogelijkheden van hulpverlening via internet worden nader onderzocht.
1E. Voorlichting allochtone jongeren en hun
ouders Delft
Doel:
De gangbare
voorlichting sluit onvoldoende aan bij het normen en waardepatroon van een
aantal allochtone jongeren en hun ouders. Specifieke voorlichting wordt ingebed
in het preventieproject Opgroeien in Delft. Het aanbod bestaat o.a. uit Cursus
alcohol en drugs binnen de Islamitische opvoeding en Theaterproject “laat je
niet gek maken” voor jongeren (waarbij jongeren zelf een toneelstuk maken en
voordragen aan familie en andere genodigden)
Resultaat
2005
In de tweede
helft van 2005 zijn de volgende activiteiten uitgevoerd:
- Cursus aan Irakese ouders (echtparen en alleenstaande ouders).
- Voorlichting verslaving en verslavende middelen aan allochtone vrouwen
die meegedaan hebben aan de cursus Sport en ontspannen van GGZ-Delfland.
- Cursus voor intermediairs aan de Bezoekvrouwen.
- Cursus aan Somalische mannen.
- Themabijeenkomst vrijwilligers Vrouw-Kind centrum.
- Theaterproject door Somalische jongeren.
- De eerste contacten zijn gelegd met de Turkse Moskee t.b.v.
toekomstige activiteiten.
- Folders aangeschaft in diverse talen.
De activiteiten
zijn gefinancierd vanuit het project Opgroeien in Delft.
Doelstelling
2006
Het
preventieproject Opgroeien in Delft is eind 2005 gestopt. Het verdient
aanbeveling de voorlichting aan allochtonen voorlopig voort te zetten. In 2006
zijn in ieder geval nog de volgende activiteiten gepland:
1.
2 Cursussen
voor allochtone vrouwen via de Bezoekvrouwen (in februari).
2.
Theaterproject
met Marokkaanse jongeren (Marokkaanse vereniging i.s.m. Werkgroep
Migrantencommunicatie).
3.
Implementatie
activiteiten via de Turkse Moskee.
1F. Alcoholpreventieprogramma’s gericht op studenten Delft
Doel:
- Verantwoord omgaan met alcohol (inclusief het
opstellen van een beleid hiervoor).
- Vergroten van de kennis van de nadelige (korte
termijn) gevolgen van risicovol en overmatig alcoholgebruik.
- Vergroten van de kennis met betrekking tot
verantwoord alcoholgebruik.
- Bevorderen dat het thema alcohol een rol gaat spelen in
het beleid van studentenverenigingen en onderwijsinstellingen.
Resultaat 2005
Campagne tijdens de introductieweek (o.a.
alcohol-wetenschapskwis en verspreiden van alcoholstudiegids)
Voorlichtingen aan eerstejaars studenten; 500 studenten
zijn direct benaderd tijdens de introductieweek, 2000 studenten hebben via de studentenverenigingen een
informatieboekje ontvangen.
Training drugs- en alcoholbeleid aan bestuursleden van
verschillende studentenverenigingen.
Trainingen Instructie Verantwoord Alcoholbeleid aan
barvrijwilligers van studentenverenigingen.
De studentenverenigingen zijn meegenomen in de Quick-scan
van het genotmiddelengebruik in 3 jongerenscènes.
Doelstelling 2006
1.
Het
preventiebeleid gericht op studenten wordt geëvalueerd en evt. bijgesteld in de
werkgroep Non-commerciële horeca.
Doel:
Verbetering van signalering van genotmiddelenproblematiek
binnen de thuiszorg en het bieden van handvatten m.b.t. bespreekbaar maken en
verwijzen. Met name de alcoholproblematiek onder ouderen is een onderschat
probleem
Resultaat 2005
- Scholing aan verzorgenden gericht op signaleren, doorgeven aan de
leidinggevenden en verwijsmogelijkheden.
- Scholing aan verpleegkundigen gericht op signaleren, motiveren en
verwijzen.
- Module alcohol binnen de basiscursus psychiatrie voor verzorgenden.
- Studiebijeenkomst voor 25 managers.
Doelstelling
2006
1.
Voortzetting
van scholing verzorgenden en verpleegkundigen.
2.
Stimuleren van
beleid binnen Maatzorg (o.a. invoeren
van een protocol en screenings-instrument).
Doel:
Verbetering van signalering van genotmiddelenproblematiek
en het bieden van handvatten d.m.v. consultatie en verzorgen van
themaprogramma’s.
Resultaat 2005
Er hebben diverse themabijeenkomsten plaatsgevonden
en er zijn diverse consultaties gedaan.
De hoeveelheid activiteiten hangt af van de
medewerking van St. Jeugdformaat en Bureau Jeugdzorg en de aanvragen voor
consultatiegesprekken door medewerker, ouders en jongeren.
Doelstelling 2006
2.
Preventie
en regelhandhaving
Preventiebeleid gericht op genotmiddelengebruik dient
onlosmakelijk verbonden te zijn met een goed beleid op het gebied van toezicht
en regelhandhaving Het gaat hier om meer dan het naleven van wettelijke
voorschriften en plaatselijke verordeningen. Waar nodig zullen aanvullende
maatregelen noodzakelijk blijken. Toezicht en verantwoord beleid kunnen een
belangrijke bijdrage leveren aan het terugdringen van misbruik van
genotmiddelen.
Alle in dit hoofdstuk genoemde activiteiten betreffende
Westland en Delft vormen tevens onderdeel van het integraal veiligheidsbeleid
van genoemde gemeenten.
Alcoholmatigingsbeleid
Alcoholmisbruik is een van de grootste problemen binnen
onze samenleving. Geschat wordt dat 820.000 mensen in ons land afhankelijk zijn
van alcohol. Overmatig alcoholgebruik levert niet alleen gezondheidsschade op
(in 2000 vielen 831 doden te betreuren door alcoholgerelateerde aandoeningen;
een kwart meer dan in 1994), ook bij o.a. verkeersongevallen, vandalisme,
huiselijk geweld, agressie, ongevallen thuis) is veelal alcohol in het spel.
Het KPMG schat de jaarlijkse kosten van overmatig alcoholgebruik op 2,58
miljard euro.
Uit onderzoek blijkt dat effectief alcoholmatigingsbeleid
bestaat uit een mix van uiteenlopende maatregelen die elkaar ondersteunen.
Mogelijkheden:
- Toezien oen consequente naleving
van de Drank- en horecawet.
- Daadwerkelijk handhaven van
leeftijdsgrenzen.
- Verkoop beperken (zoals alleen op
bepaalde tijden alcohol verkopen in sportkantines, geen alcohol in
jongerencentra, verkoop op bepaalde plekken te verbieden, tegengaan van
kortingsacties).
- Het aanpassen van verordeningen
door gemeenten.
- Voorlichting aan jongeren en
ouders.
Toezicht op naleving van de Drank- en horecawet ligt voor
het grootste deel bij de Voedsel- en warenautoriteit. Gemeenten kunnen echter
het nodige doen m.b.t. de andere genoemde punten en worden daartoe ook steeds
vaker aangespoord. Cruciaal is de koppeling tussen openbare orde en welzijn,
oftewel terugdringen van alcoholgerelateerde overlast en beperking van
gezondheidsschade.
De rol van de centrumgemeente is in dit verband beperkt. In
het vorige hoofdstuk is al ingegaan op de activiteiten m.b.t. voorlichting.
Voorlichting is echter slechts aanvullend als het gaat om
alcoholmatigingsbeleid; het primaat ligt bij handhaving en het verkleinen van
de beschikbaarheid van alcohol en dat is vooral de verantwoordelijkheid van de
gemeenten zelf.
2A. Beleid uitgaansdrugs commerciële horeca Delft
Resultaat 2005
In 2004 is in Delft een werkgroep alcoholmatigingsbeleid
commerciële horeca gestart. De werkgroep herziet het hoofdstuk Veilig uit van
de Horecamap. Zij bekijkt ook of de kwaliteitsmeter veilig uitgaan of een
convenant kan worden geïmplementeerd. Er bestond onduidelijkheid in hoeverre er
sprake is van problematisch gebruik van uitgaansdrugs (inclusief alcohol) door
jongeren in Delft en waar de mogelijke problemen zich voordoen. Eind 2004 en
begin 2005 is een Quickscan uitgaansdrugs uitgevoerd op plaatsen waar veel jongeren
komen. Het betreft hier jongerencafés, jongerencentra en studentensociëteiten.
De Quickscan is gefinancierd vanuit het veiligheidsbudget. De uitslag is
inmiddels bekend en dient tevens als input voor beleid aangaande
paracommerciële horeca en studentensociëteiten. Enkele van de belangrijkste
conclusies:
-
Een
substantieel van de jongeren voelt zich niet aangesproken door de sfeer en het
uitgaansaanbod in Delft en wijkt daarom veelal uit naar Rotterdam of Den Haag.
-
Delft
wordt door zo goed als alle geïnterviewden ervaren als een rustige “dorpse”
stad waar weinig onveiligs gebeurt. De meeste voelen zich veilig ’s nachts op
straat en in de uitgaansgelegenheden waar ze regelmatig komen.
-
Wat
betreft het genotmiddelengebruik staat alcohol, met name het drinken van bier,
in alledrie de jongerenscènes veruit bovenaan (op grote afstand) gevolgd door,
hasj & weed, XTC, snuifcoke en
speed. Met name het alcoholgebruik bevestigt het landelijke beeld van een hoog
percentage drankgebruik onder jongeren.
-
Het
gebruik van minder gangbare genotmiddelen wordt praktisch niet genoemd of
geconstateerd. Deze uitkomst is uitermate gering in vergelijking met grote
steden als Den Haag.
-
Er
wordt weinig onderling wordt gesproken over alcoholmatiging.
Doelstelling 2006
1.
Begin
2006 aan de hand van de uitkomsten van de Quickscan uitgaansdrugs eventueel
aanvullende preventieactiviteiten en beheersmaatregelen voorstellen.In het
preventiejaarplan 2006 van Parnassia is ruimte gereserveerd voor extra
aanvragen aan de hand van de uitkomsten van de Quickscan.
2.
Vaststellen
van het hoofdstuk Veilig uit van de horecamap.
2B. Genotmiddelenbeleid paracommerciële horeca Delft
Resultaat 2005
-
In
2004 is in Delft een werkgroep gestart gericht op alcoholbeleid binnen
sportverenigingen. Hierin speelt de Sportraad Zuid-Holland een belangrijke rol.
Bij bijna alle 31 van de 48 sportkantines heeft inmiddels een kantineanalyse
plaatsgevonden. Deze analyses worden o.a. gebruikt om te bepalen of de
vergunningen en bestuursreglementen aangaande alcoholverstrekking op orde zijn
en of deze ook daadwerkelijk toegepast wordt.
-
Voorlichtingsactiviteiten
binnen het sociaal cultureel werk behoren al tot het bestaande preventieaanbod.
Deze cursussen zijn gericht op beleid en regelgeving, signalering en het houden
van voorlichtingsgesprekken. Ook binnen het SCW is hard gewerkt aan het op orde
krijgen van de vergunningen.
-
In De
Wending heeft Parnassia, n.a.v. uit de hand gelopen problemen met
alcoholgebruik, voorlichting gegeven aan het bestuur en hebben de
barvrijwilligers de IVA (instructie verantwoord alcoholgebruik) gevolgd.
Doelstelling 2006
1.
Kantineanalyses
bij de rest van de sportkantines. Instellen van een jaarlijks overleg met de
kantinecommissies.
2.
Begin
2006 wordt de werkgroep Sport uitgebreid naar een werkgroep alcoholmatigingsbeleid
paracommerciële horeca, die zich gaat buigen over verantwoord alcoholbeleid
binnen jongerencentra, buurthuizen, studentenverenigingen en sportverenigingen.
Bezien zal worden in hoeverre beheersmaatregelen behalve aan vergunningen, ook aan
subsidieverstrekking kunnen worden gekoppeld. Politie, Sportraad, Parnassia,
BWD en een vertegenwoordiger vanuit de studentenverenigingen zullen actief
worden betrokken.
2C. Alcoholmatigingsbeleid Westland
Resultaat 2005
In 2004 is in de gemeente Westland alcoholmatigingsbeleid gericht op jongeren
gestart. Aanleiding vormde het grote aantal incidenten m.b.t. vandalisme en
verkeersongelukken in de weekeinden. Door verschillende partijen is aangegeven
dat er alleen resultaat geboekt kan worden bij meerjarig integraal beleid.
Handhaving zal hierin het belangrijkste element moeten zijn.
Alcoholmatigingsbeleid maakt zowel onderdeel uit van het Integraal
veiligheidsbeleid als van het Lokaal gezondheidsbeleid. In 2006 zal het
alcoholmatigingsplan verder worden uitgewerkt. Aan de volgende thema’s wordt in
ieder geval aandacht besteed:
-
Aanpak
Jongerenhokken: STAP
heeft een onderzoek gedaan binnen de meer dan 200 ”hokken” die het Westland kent. Uit het onderzoek blijkt dat het
alcoholgebruik in de hokken zorgwekkend hoog is en dat leeftijdsgrenzen niet
worden gehanteerd. Ouders gedogen de situatie veelal en spreken hun kinderen
hier niet op aan. Daarnaast is veelal sprake van een onveilige situatie (o.a.
brandgevaar).
-
Alcoholmatiging
tijdens evenementen: Bij
het verstrekken van vergunning t.b.v. de vele evenementen die in het Westland
plaatsvinden zijn de aanvragers gewezen op de inspanningsverplichting aandacht
te besteden aan alcoholmatiging. Daarnaast zal aandacht besteed worden aan
controle en handhaving door politie en gemeente en is er de wens m.b.t.
voorlichting tijdens de evenementen.
-
Verkeerscontroles:
Er wordt aandacht
besteed aan verkeersveiligheid door het intensiveren van verkeerscontroles,
BOB-voorlichting en deurbeleid bij horeca/uitgaansgelegenheden. Daarnaast wordt
gedacht aan buurtpreventie tijdens uitgaansavonden.
Buiten deze nieuwe initiatieven vinden de reguliere
preventieactiviteiten plaats gericht op onderwijs (zie hfdst. 1) en
jongerenwerk. In maart 2005 is bijvoorbeeld aan jongeren van de Scouting in
Kwintsheul een interactieve voorlichting gegeven.
Doelstelling 2006
De Gemeente Westland heeft de volgende aanvragen gedaan
m.b.t. de inzet van verslavingspreventie:
- Alcoholcampagne gericht op
ouders; voorlichtingsbrief aan ouders vergezeld van een folder.
- In beeld brengen van het
genotmiddelgebruik in de gemeente Westland.
- Voorlichting aan uitgaanders
(o.a. tijdens evenementen).
- Inzet van een ambulant werker die
contact houdt met de jeugd (en hun achterban) die hokken bezoekt.
- Preventieactiviteiten
jongerenwerk uitbreiden naar kerkelijke jongerensociëteiten.
In februari 2006 zal de gemeente Westland in samenwerking
met Delft en Parnassia bovengenoemde acties uitwerken.
Naast genoemde activiteiten wil de gemeente Westland in
samenwerking met de Sportraad Zuid-Holland aandacht besteden aan
alcoholmatigingsbeleid binnen de sport d.m.v.
- Bevorderen het volgen van de
(wettelijk verplichtte) Instructie Verantwoord Alcoholgebruik.
- Themabijeenkomsten m.b.t. wet- en
regelgeving en kantinebeleid.
2D. Alcoholmatigingsbeleid Midden-Delfland
Resultaat 2005
Alcoholmatiging is als actiepunt opgenomen in de nota
gezondheidsbeleid Westland. In 2005 zou een oriënterend overleg plaatsvinden
m.b.t. de mogelijkheden van alcoholmatiging. Er zou met name gekeken worden
naar de sportclubs. Dit overleg heeft niet plaatsgevonden.
Doelstelling 2006
1.
Alsnog
in de eerste helft van 2006 een verkennend overleg m.b.t.
alcoholmatigingsbeleid. Aandachtsgebieden: Sport (o.a. in de vergunningensfeer)
en evenementenbeleid. Mogelijk kan op onderdelen aansluiting worden gevonden
bij het alcoholmatigingsbeleid van de gemeente Westland.
2E. Alcoholmatigingsbeleid Pijnacker-Nootdorp
Resultaat 2005
Alcoholmatiging is als actiepunt opgenomen in de nota
gezondheidsbeleid “Beter Gezond” van Pijnacker-Nootdorp. Met name het
alcoholgebruik in de kern Nootdorp is hoog. Voor 2005 waren in dit kader een
aantal activiteiten gepland:
- Het vormen van een focusgroep
Nootdorp met daarin vertegenwoordigers van de gemeente, de politie, GGD en
ouderraden van het voortgezet onderwijs.
- Het volgen van cursussen
Preventie en Motiverende gesprekstechnieken door de jongerenwerkers.
- Beter toezicht op naleving van de
wet- en regelgeving bij niet-commerciële horeca.
- Overleg voeren met sportverenigingen
over de inhoud van hun bestuursreglement (m.n. paragraaf alcohol en roken).
- Het voeren van overleg met
exploitanten van commerciële horeca m.b.t. het terugdringen van overmatig
alcoholgebruik onder jongeren.
Om verschillende redenen zijn deze acties niet uitgevoerd
in 2005
Doelstelling 2006
1.
In de
eerste helft van 2006 organiseren van een uitgebreide workshop met alle
betrokken teneinde te bepalen hoe bovengenoemde acties kunnen worden
gerealiseerd en draagvlak daarvoor te creëren.
2.
Cursus
Preventieve- en motiverende gesprektechnieken aangaande genotmiddelen gebruik
voor de 5 jongerenwerkers.
3.
Folders
over de risico’s van genotmiddelengebruik in bibliotheek, jongerencentra en VO
scholen.
2F. Beleid rond scholierenfeesten Delft
Doel:
Het komen tot een verantwoord beleid m.b.t. feesten voor
scholieren, zowel binnen als buiten de school. Aanleiding zijn signalen van
overmatig drankgebruik door scholieren onder de 16 jaar. Dit heeft geleid tot
verstoring van de openbare orde en incidenten op gezondheidsgebied. De
problemen doen zich met name voor rond het “indrinken” voor de
scholierenfeesten die in Speakers plaatsvinden. Speakers zelf heeft het beleid
rond toelating en leeftijdscontrole goed op orde. Het blijkt voor scholieren
onder de 16 echter heel eenvoudig te zijn vooraf aan alcohol te komen bij de
avondwinkel en de supermarkt in de buurt, dit ondanks het feit dat de
ondernemers door de gemeente waren aangeschreven na voorgaande incidenten.
Tegen de betrokken ondernemers wordt zo mogelijk actie ondernomen. Aan de
uitbater van Speakers wordt in overweging gegeven de scholierenfeesten te
organiseren voor jongeren vanaf 16 jaar.
Ook tijdens schoolfeesten op sommige VO locaties doen zich
incidenten m.b.t. alcoholmisbruik voor en is niet altijd vergunning aangevraagd
en beveiliging ingehuurd. Dit beeld wordt bevestigd door een onlangs door STAP
gehouden landelijk onderzoek naar schoolfeesten. Alle VO locaties in Delft
hebben weliswaar regels afgesproken m.b.t. schoolfeesten maar deze lopen nogal
uiteen.
Doelstelling 2006
1.In overleg met de VO scholen
(contactpersonen preventie)) komen tot een protocol voor schoolfeesten, waarbij
o.a. aandacht voor deurbeleid (toegangscontrole, evt. blaastests),
alcoholmatiging (leeftijdscontrole, schenkgedrag, liefst geen alcoholgebruik)
en het betrekken van de ouders bij incidenten.
2.Een brief namens de gemeente aan
alle VO locaties waarop men gewezen wordt op de regels van de Drank- en
horecawet en het aanvragen van vergunningen.
3.Nagaan van de mogelijkheden tot
voorlichting tijdens de scholierenfeesten in Speakers.
2G. Coffeeshopbeleid
In 2004 is de Nota Coffeeshopbeleid in Delft
vastgesteld. Uitgangspunten zijn:
- Streven naar een strikt evenwicht
in vraag en aanbod.
- Oog voor preventie.
- Houden van toezicht.
Er is een handhavingsmatrix vastgesteld waarin afspraken
gemaakt zijn tussen gemeente, politie en openbaar ministerie over welke
maatregelen te treffen bij overtreding. Dit heeft onder meer geleid tot
sluiting van een van de coffeeshops.
Er is regelmatig overleg met de coffeeshophouders en
gemeente gestart over handhaving en preventie. De coffeeshops nemen deel aan
het preventieproject The healthy coffeeshop van Parnassia. Dit project bestaat
uit: Het aanbieden van cursussen (o.a. een cursus verantwoord ondernemersschap),
een Quickscan van de coffeeshop, het ontwikkelen- en uitzetten van
foldermateriaal (o.a. gericht op medicinaal gebruik van cannabis) en het bieden
van een laagdrempelig hulpaanbod voor mensen die willen minderen of stoppen.
Resultaat 2005
- Parnassia preventie heeft de
coffeeshops meerdere malen bezocht, er zijn quick-scans gemaakt en er is
foldermateriaal uitgezet.
- De aangetoonde aanwezigheid van
jongeren onder de 18 heeft in 2 gevallen geleid tot tijdelijke sluiting van een
shop. Dit heeft ertoe geleid dat alle coffeeshophouders gezamenlijk een
toegangssysteem hebben aangeschaft waarbij alleen geregistreerde bezoekers naar
binnen komen d.m.v. vingerafdrukken.
- In Pijnacker-Nootdorp heeft
een workshop plaatsgevonden waarin voorlichting is gegeven en met
vertegenwoordigers van gemeente, politie en verslavingspreventie is
gediscussieerd over de voor- en nadelen
van vestiging van een coffeeshop. Het ging hier zowel om aspecten op het gebied
van de openbare orde als om gezondheidsaspecten.
Doelstelling 2006
1.
Delft: verdere implementatie van The
healthy coffeeshop; exploitanten en hun personeel bewegen tot het volgen van
cursussen/ voorlichtingen.
2.
Pijnacker-Nootdorp: ontwikkeling van
coffeeshopbeleid.
3.
Signalering
en verwijzing
De verslavingszorg dient:
- Voor iedere burger binnen DWO toegankelijk te zijn.
- Laagdrempelig te zijn.
- Geconsulteerd te worden bij gesignaleerde problemen.
- Bij burgers en (verwijs)instellingen voldoende bekend te
zijn.
Aan de andere kant is aan de instellingen en eerste
lijnsvoorzieningen om hun verantwoordelijkheid te nemen als het gaat om
signalering van (dreigende) problemen en zonodig doorverwijzing naar de
verslavingszorg. Goede afspraken en samenwerking op dit gebied zijn daarom van
groot belang. Dit geld met name als het gaat om risicogroepen zoals
experimenterende jongeren.
Delft kent een sluitende keten voor 0 tot 19 jarigen,
wanneer het gaat om signalering en verwijzing. Deze ziet er in grote lijnen als
volgt uit:
De JGZ teams
Zij richten zich op de groep van 0 tot 19 jaar en zijn
wijkgericht. Binnen een JGZ team wordt samengewerkt door het consultatiebureau,
de GGD, schoolmaatschappelijk werk en het Opvoedbureau. Zij zorgen, naast het
fysieke welzijn, ervoor dat kinderen tot 12 jaar indien nodig ondersteund
worden op school, in het gezin en in de buurt of verwezen worden naar
hulpverlening.
Het Zorgloket voortgezet onderwijs
Dit loket richt zich op 12 tot 16 jarigen. Bij dit loket
kunnen zorgteams van scholen (iedere VO locatie kent een zorgteam),
professionals, ouders en jongeren zelf terecht met vragen en meldingen van
problematiek. Aan het loket is een eerstelijns-knooppunt verbonden van waaruit
“overstijgende” problematiek wordt aangepakt.
Het regionaal Meld- en Coördinatiepunt
Hier worden alle jongeren van 16 tot 23 die zonder
startkwalificatie de school dreigen te verlaten gemeld. Naast het alsnog
behalen van de startkwalificatie of het vinden van werk vindt er zonodig
verwijzing en bemiddeling naar zorg plaats.
Signalering van verslavingsproblematiek onder volwassenen
dient vooral plaats te vinden binnen de eerste lijnszorg. Vooral huisartsen
maar ook bijvoorbeeld het algemeen maatschappelijk werk hebben hierin taak.
Daarnaast valt te verwachten dat ook via het OGGZ Meldpunt en het ACT-
bemoeizorgteam verslavingsproblematiek in toenemende mate wordt gesignaleerd.
3A. Eerstelijnszorg alcohol
Het Ministerie van VWS stelt sinds 2002 extra geld
beschikbaar t.b.v. intensivering van de alcoholzorg in de eerste lijn en
doorverwijzing naar de verslavingszorg. Financiering vindt plaats vanuit de
AWBZ.
De aandacht richt zich vooral op laagdrempelige ambulante
zorg binnen de eerste lijn. De huisarts heeft hierin een belangrijke functie.
Dit blijkt moeizaam te verlopen doordat veel huisartsen te weinig aandacht aan
de problematiek geven. Op een paar plaatsen binnen de regio is een spreekuur
gerealiseerd; met enkele huisartsen werkt het inschakelen van de ambulante zorg
goed. Per 1 januari 2005 is de projectfase van het Alcoholactieplan afgesloten
en is het een reguliere activiteit geworden.
Resultaat 2005
- GGZ-Delfland en Parnassia zijn
gestart met het opzetten van een gezamenlijke ketenaanpak alcohol- en
drugshulpverlening. M.b.t. alcoholproblematiek vormt samenwerking met
eerstelijns-organisaties een speerpunt.
- In 2005 hebben verschillende zgn.
carrouselbijeenkomsten plaatsgevonden, met als onderwerp alcoholproblematiek.
Het betreft hier deskundigheidsbevordering waaraan huisartsen, eerstelijns
psychologen en SPV-ers deelnemen.
Doelstelling 2006
1.
Verder
stimuleren van deskundigheidsbevordering- en samenwerking binnen de eerste lijn
m.b.t. alcoholproblematiek; betrekken van de ELO (Eerste
Lijns-Ondersteuningsorganisatie) en het Zorgkantoor.
3B. Open spreekuren
Westland
Resultaat 2005
In Naaldwijk (gemeente Westland) heeft Parnassia sinds 2004
twee dagdelen per week een laagdrempelig open spreekuur gehouden. Het aantal
bezoekers was aanvankelijk nihil. Desondanks is besloten het spreekuur in
Naaldwijk te continueren tot eind 2005 voor 1 dagdeel per week. Gemeente
Westland en Parnassia hebben promotieactiviteiten ontwikkeld. Het bezoek van
het Open spreekuur vertoont inmiddels een stijgende lijn.
-
17
personen hebben meerdere contacten gehad, waaronder 2 gezinnen.
-
7
personen hebben eenmalig contact gehad.
-
9
personen zijn toegeleid naar reguliere zorg (waarvan 2 personen uiteindelijk
naar een kliniek zijn gegaan).
-
5
personen zijn verwezen dor de huisarts, 1 persoon door GGZ.
-
Gemiddeld
zijn er iets meer dan 2 contacten peer week.
De locatie wordt als te hoogdrempelig ervaren, vanwege
mogelijke herkenning; de aanmelding zou anoniemer moeten.
Doelstelling 2006
1.
Continueren
van het spreekuur voor 1 dagdeel per week.
2.
Blijvende
aandacht voor communicatie en toeleiding.
3.
Kijken
naar een andere, laagdrempelige, locatie.
3C. Signalering verslavingsproblematiek jongeren
Doel:
-
Verbetering
van signalering van (dreigende) verslavingsproblematiek onder jongeren.
-
Verbetering
van toeleiding naar de verslavingszorg vanuit de verschillende
jongerenloketten.
-
Verbetering
van de consultatiefunctie van verslavingszorg en verslavingspreventie m.b.t.
jongerenproblematiek.
-
Verbetering
van het oppakken van signalen op het gebied van genotmiddelenproblematiek bij
jongeren (individueel en groepsproblematiek) vanuit de verslavingszorg en
verslavingspreventie.
Resultaat 2005
Eind 2005 is bij Parnassia Delft een aandachtsfunctionaris
benoemt m.b.t. jongerenproblematiek. Deze functionaris wordt de schakel tussen
verslavingszorg + verslavingspreventie en de loketten die gericht zijn op
jongerenproblematiek. Hij zorgt voor toeleiding binnen de zorg, geeft antwoord
op consultatievragen en communiceert de vragen die meer betrekking hebben op
preventie binnen Parnassia door. De aandachtsfunctionaris maakt inmiddels deel
uit van het Signaleringsoverleg gericht op jongerengroepen en heeft contacten
met de zorgcoördinatoren van de Zorgteams VO onderwijs.
Doelstelling 2006
1.
Afspraken
maken met de overige loketten jongerenproblematiek (o.a. Bureau Jeugdzorg).
2.
Verder
ontwikkelen van de consultatiefunctie aangaande preventie.
3.
Uitbreiding
werkzaamheden naar de regiogemeenten DWO.
3D. OGGZ bemoeizorg
Delft
Doel:
In 2004 is in samenwerking met de betrokken
zorginstellingen een plan van aanpak ontwikkeld om degenen die zorg mijden maar
wel nodig hebben zorg en hulp aan te bieden. Een belangrijke doelgroep in dit
verband zijn verslaafden en mensen met dubbelproblematiek (verslaving +
psychiatrisch ziektebeeld). 3 Belangrijke peilers van het OGGZ beleid zullen
zijn:
-
Een
Meldpunt overlast en zorgwekkende situaties van waaruit op korte termijn hulp
kan worden geboden via casemanagement binnen de instellingen en bestaande
samenwerkingsverbanden (zoals het BAW).
-
Een
betere organisatie en samenwerking m.b.t. het signaleren en bereiken van- en
hulp bieden aan zorgmijders.
-
Uitbouwen
en verder ontwikkeling van een preventieprogramma ten behoeve van de
OGGZ-risicogroepen.
-
Registratie
en monitoring van OGGZ-problematiek; Beter zicht krijgen op de kwetsbare
groepen. Betrouwbare informatie die voor instellingen, beleidsmakers en
bestuurders van belang is.
Resultaat 2005
In 2005 zijn samenwerkingsafspraken gemaakt tussen het OGGZ
meldpunt (Bezorgd?) en Parnassia:
-
Er is
een aandachtfunctionaris voor OGGZ problematiek benoemd.
-
Na
aanmelding door het meldpunt volgen motiverende gesprekken m.b.t.
vervolghulpverlening.
-
Er
wordt zonodig outreachend contact gelegd met cliënten evt. d.m.v. huisbezoek
-
Na
aanmelding volgt op korte termijn een hulpaanbod.
-
Wanneer
het niet lukt een cliënt in zorg te krijgen, wordt dat teruggekoppeld naar het
meldpunt.
In 2005 is een opzet gemaakt voor de Monitor OGGZ, waar
verslavingszorg een onderdeel vanuit maakt. Via de monitor worden kwantitatieve
en kwalitatieve gegevens verzameld over het bereik van de zorg m.b.t
verslaafden en de effecten van het beleid. De monitor zal tevens dienen als
input voor de volgende meerjarennota Verslavingsbeleid.
GGZ-Delfland en Parnassia zijn gestart met het opzetten van
een gezamenlijke ketenaanpak alcohol- en drugshulpverlening; de OGGZ taken
vormen een speerpunt.
Doelstelling 2006
1.
Implementatie
van de samenwerkingsafspraken met het Meldpunt OGGZ. Halverwege 2006 volgt een
eerste evaluatie.
2.
Uitvoering
van de monitor OGGZ; de eerste resultaten worden medio 2006 verwacht.
4.
Ambulante
verslavingszorg
Delft
dient vanuit haar rol als centrumgemeente zorg te dragen voor een gedegen
hulpaanbod op het gebied van de ambulante verslavingszorg. Dit hulpaanbod
dient:
-
Beschikbaar te zijn voor alle inwoners van DWO.
Om
dit te bereiken wordt er overlegd te met de regiogemeenten over de invulling
van het regionale beleid en eventuele regionale voorzieningen. Beschikbaarheid
betekent ook bekendheid met- en laagdrempeligheid.
-
Vraaggericht te worden ingevuld.
Dat
wil zeggen: Het aanbod dient afgestemd
te zijn op de vraag/ behoefte van de doelgroep. Hierbij dient de
verslavingszorg zich niet alleen meer te richten op mensen die gemotiveerd zijn
om af te kicken maar ook een aanbod te ontwikkelen voor niet gemotiveerde
verslaafden
-
Kwalitatief van een behoorlijk niveau te zijn.
-
Effectief en doelmatig te worden ingezet.
- Extra rekening te houden met risicogroepen.
Vanuit de landelijke cijfers betreffende het bereik van de
verslavingszorg valt waar te nemen dat er sprake is van een stijging van het
aantal dat in behandeling is voor de middelen alcohol, cocaïne en cannabis. Het
aantal gokcliënten blijft afnemen. Het bereik van de verslavingszorg is
relatief groot m.b.t opiaten en cocaïne en klein onder het aantal mensen dat
kampt met alcoholproblematiek.
Er zijn plannen voor verregaande afstemming/samenwerking
van Parnassia en GGZ-Delfland t.a.v.
verslavingszorg. Het betreft hier:
-
Ketenzorg
Alcoholverslaving (als gevolg van integratie van de behandeleenheid voor
alcoholverslaafden die in zorg zijn bij GGZ-Delfland en Parnassia).
-
Ketenzorg
Drugsverslaafden (als gevolg van integratie van het behandelbeleid betreffende
drugsverslaafden die in zorg zijn bij GGZ-Delfland en Parnassia).
-
Ketenzorg
Dubbeldiagnostiek (als gevolg van gezamenlijke participatie in het ACT team,
zie 4F: bemoeizorg verslaafden).
4A. Rapportage Parnassia
Resultaat 2005
Parnassia brengt jaarlijks een eindrapportage en een
tussenrapportage uit m.b.t. de activiteiten op het gebied van ambulante zorg en
preventie. Daarnaast ontvangt de gemeente Delft vanaf 2004 een overzicht van
het aantal cliënten dat in zorg is, op postcode en per middel. Tevens is
hieruit op te maken hoeveel cliënten er in- en uitgestroomd zijn. Over 2005
zijn de cijfers bekend t/m oktober. Bij de vergelijking tussen 2005 en 2004
zijn alle cijfers omgerekend naar 10 maanden.
-
Bij
Parnassia (alle voorzieningen) stonden in 2005 1197 cliënten uit DWO
ingeschreven (2004: 1189).
-
Bij
de polikliniek in Delft stonden in 2005 570 cliënten ingeschreven (2004: 566).
Het eerste overzicht heeft betrekking op het aantal
cliënten binnen DWO die behandeld zijn op alle locaties van Parnassia. Er is
een uitsplitsing per middel gemaakt en een overzicht hoeveel cliënten er in
behandeling zijn gekomen- en uit zijn gestroomd in 2005 (eerste 10 maanden). In
+ Uit betekend dat binnen het jaar waarin de cliënt behandeling is gestart, de cliënt ook weer is uitgestroomd.
Het tweede overzicht betreft dezelfde gegevens maar dan
betrekking hebbend op de polikliniek in Delft (welke gefinancierd wordt vanuit
de doeluitkering verslavingsbeleid)
In het derde overzicht is een uitsplitsing gemaakt naar de
verschillende gemeenten binnen DWO.
Cliënten DWO 2005 t/m oktober Parnassia totaal
|
Alcohol |
Heroïne |
Cocaïne |
Cannabis |
Gokken |
Overig |
Totaal |
612 |
129 |
199 |
76 |
10 |
171 |
In |
401 |
113 |
125 |
54 |
6 |
|
Uit |
340 |
52 |
112 |
39 |
3 |
|
In + Uit |
220 |
38 |
60 |
28 |
2 |
|
Cliënten DWO 2005 t/m oktober Polikliniek Delft
|
Alcohol |
Heroïne |
Cocaïne |
Cannabis |
Gokken |
Overig |
Totaal |
318 |
17 |
72 |
54 |
8 |
101 |
In |
205 |
10 |
39 |
36 |
5 |
|
Uit |
154 |
12 |
32 |
26 |
1 |
|
In + Uit |
89 |
6 |
14 |
16 |
1 |
|
Cliënten DWO 2005 t/m oktober naar gemeente
|
Delft |
Westland |
Mi-Delfl. |
Pijn-Ntd |
Berkel |
Bleiswijk |
Bersch. |
Parnassia |
757 |
235 |
30 |
100 |
36 |
17 |
20 |
Poli Delft |
393 |
117 |
12 |
41 |
2 |
2 |
3 |
Hierbij nog de volgende opmerkingen:
-
Het
genoemde middel betreft het primaire middel waaraan men verslaafd is. Daarnaast
komt het, zeker bij drugsgebruikers, regelmatig voor dat men tevens verslaafd
is aan andere middelen, waarvoor men in behandeling kan zijn.
-
De
cliënten vanuit DWO die geen gebruik maken van de Polikliniek in Delft
(verschil in aantallen tussen overzicht 1 en 2) maken gebruik van andere
voorzieningen binnen Parnassia, in de meeste gevallen gefinancierd vanuit de
AWBZ.
-
De
verschillen in zorggebruik tussen inwoners van Delft en de regiogemeenten
vallen te verklaren door het feit dat een verstedelijkte kern nu eenmaal altijd
meer te maken heeft met verslavingsproblematiek, m.n. drugsproblematiek (Delft
is niet voor niets centrumgemeente). Dit gecombineerd met het feit dat het
bereik van de verslavingszorg bij drugsproblematiek nog altijd vele malen
groter is dan bij alcoholproblematiek levert dit beeld op.
-
Er
blijken nog aardig wat cliënten binnen DWO die, naarmate men verder van Delft
woont, van poliklinieken in andere steden gebruik maken (Den Haag en Zoetermeer).
-
De
uitstroomcijfers zeggen niet alles over het succes van de behandelingen. Er
zijn soms andere redenen waarom cliënten een behandeling staken of afsluiten.
Er zijn cliënten die gedurende de jaren verschillende behandelingen ondergaan.
-
Methadonverstrekking
(Heroïne) is in 2005 overgegaan naar de AWBZ; dit verklaart het hoge aantal
instroom en het lage aantal ingeschreven bij de poli.
Opvallende zaken:
-
Er is
bij de polikliniek in Delft een opvallende toename te zien van het aantal
cliënten met alcohol als primair middel, zowel in de nieuwe aanmeldingen (108
in 2004, 205 in 2005) als in de totale caseload (234 in 2004, 318 in 2005). Het
is niet geheel duidelijk of dit veroorzaakt wordt door de betere samenwerking
op het gebied van alcoholzorg; in ieder geval is het conform de landelijke
trend .
-
Et
aantal cliënten met cannabis als primair middel stijgt. Dit is conform de
landelijke trend. Steeds meer jongeren zoeken hulp bij de verslavingszorg omdat
ze niet kunnen stoppen met blowen.
-
Het
aantal cliënten met gokverslaving daalt. Ook dit is conform de landelijke
trend.
4B. Intake/ toeleiding naar zorg
De intake omvat enkele gesprekken en het afnemen van de ASI
(Addiction Severity Index) door een daartoe gekwalificeerde medewerker,
teneinde problemen te inventariseren en doorverwijzing te regelen. Het betreft
hier een uitgebreide vragenlijst op 6 levensterreinen, met een daaraan
verbonden puntenschaal. Vervolgens wordt er een behandelplan gemaakt.
Resultaat 2005
Het aantal intakes is, na een jarenlange stabilisatie, in
2005 opmerkelijk gestegen (prognose 540, afspraak 350). Het gaat hier met name
om alcoholproblematiek. De oorzaak hiervan wordt nader onderzocht. Mogelijk
werpen de betere samenwerking en bemoeizorg hier vruchten af (?)
Doelstelling 2006
1.
Analyse
van de toename van het aantal intakes.
2.
Bepalen
welke consequenties dit heeft voor de gemaakte productieafspraken 2006 en het
inventariseren van oplossingen. Uitgangspunt: voorkomen van wachtlijsten.
4C. Psychosociale- en medische behandeling en begeleiding
Gestructureerde, individuele behandeling en begeleiding van
drugsverslaafden en alcoholcliënten gericht op stabilisatie, verbetering en
herstel. Gegeven door psychologen, maatschappelijke werkers of HBO
verpleegkundigen. Medisch onderzoek door een arts kan deel uitmaken van de
behandeling. Er is de laatste jaren sprake van een toename van het aantal
behandelingscontacten.
Resultaat 2005
Als gevolg van het toegenomen aantal intakes is ook het
aantal behandelingen gestegen (prognose 1800 contacten, afspraak 1300
contacten).
Naar aanleiding van de verantwoording 2004 is geconstateerd
dat cliënten over het algemeen te lang in zorg zijn bij de polikliniek in
Delft. Er was sprake van een stijging in behandel- en begeleidingsuren, terwijl
het aantal cliënten gelijk was gebleven. Er wordt gewerkt aan het terugbrengen
van het aantal uren naar de vastgestelde normen.
Doelstelling 2006
1.
Voor
2006 is een productieafspraak gemaakt voor 1300 individuele
behandelingscontacten. Gezien bovengenoemde trend zal naar een oplossing
gezocht moeten worden voor het tekort aan behandelcapaciteit.
2.
Terugbrengen
van het aantal behandel-/ begeleidingsuren per cliënt naar de vastgestelde
normen.
4D. Alcoholgespreksgroep
Groepsbehandeling voor volwassenen met alcoholproblematiek,
gericht op abstinent blijven. Deelnemers die in het verleden een behandeling
hebben ondergaan helpen elkaar met abstinent blijven.
Resultaat 2005
Het afgesproken aantal van 420 eenheden(per deelnemer per
groep) wordt niet gehaald (prognose 230). Er blijkt minder vraag naar deze vorm
van hulpverlening te bestaan.
Afspraak 2006
1.
Voor
2006 is een productieafspraak gemaakt voor 200 eenheden.
4E. Methadonprogramma
Een laagdrempelig programma waarin drugsverslaafden onder
medische- en psychologische begeleiding met methadon worden behandeld. De
doelen zijn reductie en stabilisatie, verbetering op sociaal-maatschappelijk
gebied en voorkomen van somatische complicaties. 3x per week wordt methadon
verstrekt en is er spreekuur.
Resultaat 2005
De ambulante verstrekking van methadon is per 1 januari
2005 overgegaan naar de AWBZ. Hiertoe is een bedrag gekort op de doeluitkering.
De kosten die verbonden zijn aan een volwaardig product (d.w.z. behalve het
toedienen van medicatie ook zorgen voor een goede medische begeleiding en begeleiding
gericht op maatschappelijk herstel) worden echter onvoldoende gedekt vanuit de
AWBZ. Daarom is een aanvullende subsidie vertrekt om de kwaliteit van het
product te kunnen continueren.
Daarnaast werkt Parnassia aan het verbeteren van het
behandelprogramma voor langdurig opiaatverslaafden, waar het methadonprogramma
onderdeel vanuit maakt.
Doelstelling 2006
1.
Er is
opnieuw een subsidiebedrag uitgetrokken voor aanvullende methadonzorg.
4F. Bemoeizorg verslaafden
GGZ-Delfland en Parnassia participeren vanaf februari 2004
in een bemoeizorgteam, het ACT-team (Assertive Community Treatment) dat zich
o.a. richt op cliënten met ernstige psychiatrische stoornissen en cliënten met
dubbelproblematiek (verslaving en psychiatrische problematiek). Het team benadert
(potentiële) cliënten thuis, op straat of op andere vindplaatsen op. Er wordt
intensieve behandeling en begeleiding geboden op het gebied van dagelijkse
activiteiten, werk, middelengebruik, gezondheid, medicatie, wonen en financiën.
Er kan vanuit verschillende instanties (o.a. politie) naar het team worden
verwezen. Samenwerking met verwijzers wordt actief gezocht. Er wordt veel
aandacht besteed aan reïntegratie (dagbesteding) en familiecontacten.
Daarnaast wordt er vanuit de polikliniek in Delft aan outreachende
zorg en crisisinterventie gedaan.
Resultaat 2005
Er zijn afspraken gemaakt m.b.t. consultatie bij
Dienstencentrum over de Brug. De medewerker verslavingszorg van het ACT team
komt wekelijks over de vloer bij DodB; er zijn inmiddels verschillende bezoekers
in behandeling bij het ACT team.
Het aantal crisisinterventies en outreachende zorg loopt op
schema. T.a.v.
casemanagement (ACT team) is sprake van een overproductie.
Er zijn samenwerkingsafspraken gemaakt tussen het OGGZ
Meldpunt en Parnassia (zie: 3D).
OGGZ is door Parnassia en GGZ-Delfland als speerpunt
benoemd binnen de verder te ontwikkelen ketenaanpak alcohol en drugs.
Doelstelling 2006
1.
Continuering
van het huidige beleid.
2.
Productieafspraak
2006: 30 contacten crisisinterventie, 200 uur casemanagement, 200 uur
outreachende zorg.
3.
Implementatie
van de samenwerking tussen het OGGZ-Meldpunt en Parnassia.
4G Dagopvang voor verslaafden
Dienstencentrum over de Brug is een laagdrempelige
dagopvang voor daklozen en verslaafden. Het merendeel van de bezoekers is
afkomstig uit Delft. Bij DodB gaat het in eerste instantie om opvang en niet om
zorg. DodB helpt daklozen en verslaafden hun leven weer wat op orde te krijgen.
Bovendien levert het dienstencentrum een bijdrage aan het terugbrengen van de
overlast van deze groep op straat, met name in de binnenstad. De volgende
activiteiten worden georganiseerd: huiskameractiviteit, recreatieve
activiteiten, maaltijdvoorziening, individuele begeleidingsgesprekken,
spuitomruil, budgethulp, douchegelegenheid, postadres, activiteit schoonhouden
openbare ruimte. Het centrum is 245 dagen per jaar open van 11 tot 17.30 uur.
Binnen en om DodB geldt een huisreglement. Zo mag er geen
drank- of drugs gebruikt worden, is verbale en fysieke agressie niet toegestaan
en mag er niets te koop aangeboden worden of verhandeld. Bij overtreding volgt
een schorsing afhankelijk van de overtreding. Deze kan oplopen van 1 dag tot
permanent.
Resultaat 2005
Het gemiddelde aantal bezoekers per dag (50-70) is niet
gestegen in vergelijking met vorig jaar. Uit de laatste analyse van 215
bezoekers blijkt onder meer dat:
- 142 bij vrienden of familie
slapen, 39 in de eigen woning, 16 in de nachtopvang, 9 in een 24uurs instelling en 29 op straat slapen.
- 166 een postadres hebben bij
DodB.
- het doel van het bezoek bij 132
de huiskameropvang is, bij 88 een hulpverleningsgesprek en bij 162 post
ophalen.
- 34 harddrugs gebruiken, 45
alcoholgebruik als probleem aangeven en 49 softdrugs als probleem aangeven.
- 43 contact hebben met Parnassia,
31 met GGZ-Delfland en 70 met politie/justitie.
- 130 schulden hebben.
In 2005 zijn de budgetteringsactiviteiten van DodB
overgedragen aan Stoed (Stichting onder een dak). Er zijn nog wel contacten
tussen beide instellingen omtrent een aantal budgetteringscliënten. Met Stoed
en politie zijn afspraken gemaakt m.b.t. de veiligheid en het terugdringen van
overlast rond het uitbetalingsloket van Stoed. Uitbetaling gebeurt op afspraak
en vindt plaats tijdens een vaste ochtend per week. Tijdens de ochtend wordt
extra gesurveilleerd en wordt actief opgetreden tegen eventuele dealers die
zich in de omgeving ophouden. De loketten zijn onder meer voorzien van een
meldknop. Bij te verwachten problemen is politie aanwezig.
De verslavingsreclassering houdt sinds medio 2005 spreekuur
bij DodB.
M.b.t. de overlast rond het pand vindt regelmatig overleg
plaats tussen DodB, de wijkagent, gemeente (zorg en veiligheid), de
wijkcoördinator en de projectleider aangaande de bouw van de naastgelegen
parkeergarage.
In 2005 heeft het college van B&W de nieuwe locatie
aangewezen aan de Surinamestraat. Er zijn verschillende informatie- en
inspraakbijeenkomsten georganiseerd voor omwonenden en ondernemers. Daarnaast
zijn verschillende nieuwsbrieven verzonden. Huidige stand van zaken:
-
De
bestemmingsplan procedure loopt.
-
Er
wordt gewerkt aan een beheerplan voor de nieuwe voorziening en de omgeving.
-
Er is
een beheerplatform in oprichting. Hieraan nemen deel: gemeente, politie,
wijkcoördinator en het Mondriaancollege. Het beheerplatform zal definitief
worden wanneer er omwonenden zitting in nemen.
-
DodB
is gestart met een plan voor intern beheer en bedrijfsvoering t.b.v. de nieuwe
locatie.
DodB maakt onderdeel uit van het fusieproces binnen de
maatschappelijke opvang en vrouwenopvang. Inmiddels is in dit kader de
stichting MOVO opgericht. Er zal gewerkt worden aan:
- verdere professionalisering van de opvang. Zo
worden zorgprocessen op elkaar afgestemd (werken met een standaard intake- en
registratie, begeleidingsplannen) en gezamenlijke werkprocessen ontwikkeld
(o.a. personeelsbeleid, scholing, financieel beheer, etc.).
- de ketenaanpak (preventie, zorg en nazorg).
Samenwerking met andere partners, zoals politie, verslavingszorg,
maatschappelijk werk, GGZ, schuldhulpverlening etc. is hierin van essentieel
belang. Bovendien zal de opvang meer vraaggericht ingevuld worden.
De daadwerkelijke vormgeving daarvan wordt vastgelegd in de
door MOVO geschreven Contourennota.
Doelstelling 2006
1.
Verdere
invulling van de voorbereidingen in het kader van de verhuizing naar het nieuwe
pand. De verhuizing zal mogelijk dit jaar plaatsvinden, afhankelijk van het
verloop van de verschillende procedures.
4H. Hulp aan kinderen van verslaafden
Resultaat 2005
GGZ-Delfland verzorgt het zgn. KOPP/KVO-programma; een
preventieprogramma dat zich richt op kinderen van ouders met psychiatrische- of
verslavings-problematiek. Financiering vindt plaats vanuit de AWBZ. Uit
onderzoek blijkt dat deze kinderen of jongeren een aanzienlijk grotere kans
hebben zelf in de problemen te geraken.
In 2005 hebben verschillende cursussen plaatsgevonden. Daarnaast zijn een
aantal ouders en kinderen bereikt dmv gesprekken. Verder is er afgestemd in
overleggen in het kader van hulpverlening rond een aantal gezinnen en heeft er
deskundigheidsbevordering plaatsgevonden van intermediairs. In het voorjaar van
2006 starten 3 cursussen; een voor 9-12 jarigen, een voor 13-15 jarigen en een
voor 16-25 jarigen. Bij de kinder- en pubercursus worden de ouders betrokken.
Daarnaast is GGZ-Delfland in 2005 gestart met het project
basiszorgcoördinatie ten behoeve van gezinnen waar kinderen wonen met ouders
die verslaafd zijn en/of psychiatrisch patiënt zijn. Doel is om door middel van
het bieden van coördinatie van de zorg rondom het gezin te bewerkstellingen dat
de kinderen voldoende basiszorg ontvangen (opvoeding, huisvesting, schoolgaan,
eten, hygiëne, etc). Het project loopt van maart 2005 t/m februari 2008. Het
project wordt grotendeels gefinancierd vanuit door het Zorgkantoor DWO
(subsidieregeling OGGZ). Vanaf november konden hulpverleners gezinnen
aanmelden. Inmiddels krijgen 5 gezinnen in Delft en omstreken
Basiszorgcoördinatie. Per jaar is plaats voor 20 gezinnen.
Doelstelling 2006
KOPP/KVO:
1.
In
het voorjaar van 2006 starten 3 cursussen; een voor 9-12 jarigen, een voor
13-15 jarigen en een voor 16-25 jarigen. Bij de kinder- en pubercursus worden
de ouders betrokken.
2.
Er
zal en opvoedcursus worden gegeven.
3.
Er
zal intensiever worden samengewerkt met de verslavingszorg.
4.
In
het voor jaar volgt een grote pr-actie.
Basiszorgcoördinatie:
5.
Het
project loopt eind 2006 af. Er wordt gekeken bij welke organisatie het project
kan worden ondergebracht (Meldpunt Bezorgd?, JGZ?) en welke structurele
financiering mogelijk is.
4I. . AA Werkgroep (Anonieme alcoholisten)
De
AA werkgroep (anonieme alcoholisten) organiseert wekelijks bijeenkomsten van
zelfhulpgroepen voor mensen met alcoholproblemen. De groepen trachten door het
delen van ervaringen elkaar te helpen bij het herstel van hun alcoholisme en
abstinent te blijven. De enige vereiste voor het lidmaatschaap is het verlengen
op te willen houden met drinken. De activiteiten worden betaald vanuit de eigen
bijrage van de leden. Vanuit de doeluitkering wordt jaarlijks de huur van de
gespreksruimte vergoed voor de AA Werkgroepen in Delft en Westland.
Jaarlijks wordt verslag gedaan van de activiteiten.
Doelstelling 2005
1.
Continuering
van de bijdrage aan de huur van de gespreksruimten om de activiteiten van de
AA-werkgroepen mogelijk te maken.
5.
Maatschappelijk
herstel
Het behouden of herwinnen van een sociale structuur is voor
verslaafden en ex-verslaafden van groot belang. Om verslaafden een kans te
geven op maatschappelijk herstel zal er geïnvesteerd moeten worden in nieuwe
activiteiten en ondersteuning. Naast behandeling en begeleiding van deze groep
dient er aandacht te zijn voor wonen, werken, dagbesteding, inkomen en vrije
tijdsbesteding. Ook de gewone zaken in hun leven dienen geregeld te worden.
5A. Activeringstrajecten gemeente Delft
Verslaafden die een uitkering hebben vallen bij de sociale
dienst veelal onder de categorie zorgklanten fase 4. In het huidige
collegeprogramma is vastgelegd dat ook voor deze groep zorgklanten inspanningen
geleverd dienen te worden m.b.t dagbesteding en het toeleiden naar
dagactiviteiten.
In 2004 is een overleg gestart tussen de sociale dienst,
een aantal zorginstellingen en Bureau vrijwilligerswerk met als doel:
- Verbetering van de samenwerking
en verwijsmogelijkheden t.b.v. zorgklanten fase 4 met verslavings- en/of
psychische problematiek
- Verkennen van mogelijkheden van
sociale activeringsbeleid t.b.v genoemde zorgklanten fase 4.
Resultaat 2005
6.
Er
hebben presentaties plaatsgevonden van de zorginstellingen en Bureau
vrijwilligerswerk aan alle klantmanagers van de SDV. Dit heeft geleid tot meer
verwijzingen naar o.a. de Individuele trajectbegeleiding van GGZ-Delfland.
7.
Er
heeft nadere afstemming plaatsgevonden tussen SDV en de zorginstellingen.
8.
Er
heeft een aanbestedingstraject plaatsgevonden voor activeringstrajecten t.b.v.
50 zorgklanten fase 4 met psychische- en/of verslavingsproblematiek. Er is
gegund aan Leerwerkprojecten (LWP) uit Den Haag. De instroom is gestart per november
en loopt tot april 2006.
Doelstelling 2006
1.
Inkoop
van 100 nieuwe trajecten voor zorgklanten fase 4.
2.
Creëren
van meer dagbestedingsaanbod/ instrumenten voor zorgklanten fase 4 met
psychische- en/of verslavingsproblematiek. Dit kan evt. gecombineerd worden met
de inkoop van trajecten. De gedachten gaan bijvoorbeeld uit naar een
klussendienst voor bedrijven en woningbouwverenigingen, gecombineerd met
trajectbegeleiding.
3.
Inrichten
van een cliëntvolgsysteem m.b.t. verwijzingen van SDV naar zorg.
4.
Inrichten
van een coördinatiepunt zorg bij de SDV waarbinnen de volgende functies zijn
opgenomen:
-Adviesfunctie
voor klantmanagers.
-Coördinatie
en adviespunt voor zorginstellingen.
-Actueel houden van informatie
onder meer door het up-to-date houden
van de sociale kaart.
-Verbetering van de
vindplaatsfunctie van klanten met psychische en/of
verslavingsproblematiek binnen
het SDV bestand.
5B. Parnassia BV
Resultaat 2005
In de tweede helft van 2005 is gestart met het inzetten van
Parnassia BV in Delft voor 4 uur per week t.b.v. sociale activering van
verslaafden of ex-verslaafden. Parnassia BV is een gespecialiseerd
banenbemiddelingsbureau dat verslaafden of ex-verslaafden bemiddelt naar- en
begeleidt in het vinden en houden van een dagbesteding in de vorm van
vrijwilligerswerk, stages en betaald werk.
Er vindt interne
verwijzing plaats vanuit de poli van Parnassia in Delft maar ook vanuit de
gemeente. Daarnaast zijn er onder meer contacten gelegd met het ACT-team, DodB,
de Kringloopwinkel, ITB en werkplan. Parnassia BV heeft zich met 17 cliënten
bezig gehouden. Enkele cliënten zitten inmiddels op een stageplaats in het
kader van een gemeentelijk reintegratietraject met baangarantie, andere worden
bemiddeld naar vrijwilligerswerk.
Doelstelling 2006
1.
Parnassia BV is voor 4 uur per week opgenomen in de
reguliere subsidie aan Parnassia.
5C. Maatschappelijk herstel veelplegers Delft
Politie
Delft is eind 2002 gestart met een speciale aanpak van veelplegers. Onder veelplegers
wordt verstaan: Personen die in het verleden meer dan 10 processen-verbaal op
hun naam hebben staan. Veelal gaat het om vermogensdelicten in de sfeer van
auto-inbraken en winkeldiefstallen. Een groot percentage van de veelplegers is
verslaafd. De Delftse politieaanpak richt zich vooral op de top 10 van in Delft
woonachtige veelplegers. Deze wordt samengesteld vanuit de top 500 binnen
Haaglanden. Voor iedere veelpleger wordt een plan van aanpak ontwikkeld door de
betreffende probleemeigenaar (politiefunctionaris), waarin de activiteiten
worden vastgelegd. De activiteiten zijn gericht op:
- Repressie: observeren, posten, controleren, langer
in detentie
Hierin wordt nauw samengewerkt met het Openbaar
Ministerie
- Bieden van zorg- en integratiemogelijkheden
Hierin vervullen verslavingsreclassering,
verslavingszorg en de gemeente een rol
Er
vindt in dit kader eens per 6 weken casusoverleg plaats met politie, OM,
verslavingsreclassering en gemeente. Binnen de SDV zijn 2 vaste contactpersonen
aangewezen voor de plm. 25 Delftse veelplegers uit de top 500 Haaglanden.
Het
gemeentelijk beleid maakt tevens onderdeel uit van het Integraal
veiligheidsbeleid.
Resultaat 2005
9.
Er zijn 2 plaatsen ingekocht bij het
resocialisatieprogramma de Remise van Parnassia verslavingsreclassering. Na een
half jaar verblijf binnen Parnassia krijgen de (ex)veelplegers nog 2 tot 3 jaar
begeleiding in de eigen woonplaats. Het traject wordt bekostigd vanuit de
Programmabegroting. Inmiddels is de eerste Delftse veelpleger succesvol uitgestroomd.
Er staan 2 kandidaten op de nominatie om het traject te starten.
10. De
gezamenlijke inspanningen van de reclassering/politie en gemeente hebben er in
geresulteerd dat het grootste gedeelte van de veelplegers in beeld is en dat er
voor velen een behandeltraject is gestart.
11. De
gemeente heeft zich aangesloten bij de Webapplicatie veelplegers. Het betreft
hier een digitaal systeem van gegevensuitwisseling betreffende de top 500.
12. Met
de woningbouwcorporaties zijn afspraken gemaakt over het beschikbaar krijgen
van woningen.
13. Het
aantal vermogensdelicten is in 2005 opnieuw flink gedaald, onder andere als
gevolg van het feit dat er regelmatig veelplegers in detentie verblijven.
5D. Budgethulp Delft
Veel verslaafden hebben behoefte aan hulp bij budgetbegeleiding
en budgetbeheer Het hebben van een vast inkomen en het waarborgen van de
betaling van vaste lasten vormen een belangrijke voorwaarde om maatschappelijk
te kunnen functioneren. Tot en met 2004 vond deze activiteit veelal plaats bij
Dienstencentrum over de Brug. Zij zijn hier echter onvoldoende op toegerust.
Bovendien legt het een te groot beslag op hun capaciteit en ontstaan er veel
conflicten met bezoekers.
Met Stoed (Stichting onder een dak) zijn afspraken gemaakt
over het grotendeels overnemen van de
budgetteringsactiviteiten. Stoed biedt naast het beheer van het inkomen ook
budgetbegeleiding en heeft ervaring met de doelgroep. Cliënten met een
bijstandsuitkering kunnen 2/3 van de kosten vergoed krijgen vanuit de
bijzondere bijstand. 1/3 van de kosten wordt door cliënten zelf bijgedragen.
Resultaat 2005
In 2005 zijn de budgetteringsactiviteiten van DodB
overgedragen aan Stoed. Er zijn nog wel contacten tussen beide instellingen
omtrent een aantal budgetteringscliënten. Voor de niet-bijstandsgerechtigden
was een budget gereserveerd vanuit de doeluitkering. Ook voor hen geldt een
bijdrage van 1/3 van de kosten.
Doelstelling 2006
Er wordt een klein bedrag gereserveerd voor het eerste
kwartaal, als afbouw regeling voor enkele niet uitkeringsgerechtigden
Delft
ontvangt als centrumgemeente DWO jaarlijks een doeluitkering verslavingsbeleid
van het ministerie van VWS. Vanaf 2001 zijn de uitkeringen van
verslavingsbeleid en maatschappelijke opvang samengevoegd tot 1 budget.
Jaarlijks mag maximaal 30% overgeheveld worden naar het volgende jaar.
Uitkering VWS 2006 MO/VB |
1.542.396 |
|
|||
Overheveling 2005 |
65.234 |
|
|||
Accres 2006 |
10.000 |
|
|||
Totaal
|
1.617.630 |
|
|||
VB (als leidraad, gebaseerd op de
vroegere verdeling – 58.3% - het bedrag dat onttrokken is m.b.t. methadon
over de uitkering 2006)
|
821.497 |
|
|||
|
|
|
|||
Activiteit
|
Kosten
2005
|
Doeluitkering
Verslavingsbeleid |
Andere
financiering
|
||
Preventie en voorlichting
|
|
|
|
||
Preventiejaarplan
Parnassia* |
101.393 |
101.393 |
|
||
Voorlichtingsmateriaal (basisscholen + paracommerciele horeca) |
16.000 |
10.000 |
6.000 uit GGD overschot 2004 |
||
Kosten alcoholcampagne ouders |
3.200 |
3.200 |
|
||
www.Drugsweb.nl
promotie- campagne |
1.000 |
1.000 |
|
||
Voorlichting allochtone jongeren en hun ouders |
9.000 |
9.000 |
|
||
subtotaal
|
130.593 |
124.593 |
|
||
Signalering en verwijzing
|
|
|
|
||
Open
spreekuur Westland*
|
14.643 |
14.643 |
|
||
subtotaal
|
14.643 |
14.643 |
|
||
Ambulante zorg
|
|
|
|
||
Ambulante zorg Parnassia* |
304.700 |
304.700 |
|
||
Dagopvang
voor verslaafden*
|
301.020 |
301.020 |
|
||
AA Werkgroep Delft |
1.200 |
1.200 |
|
||
AA Werkgroep Westland |
590 |
590 |
|
||
subtotaal
|
607.510 |
607.510 |
|
||
Maatschappelijk herstel
|
|
|
|
||
Parnassia
BV banenbemiddeling*
|
11.880 |
11.880 |
|
||
De
Remise (veelplegers)
|
54.000 |
|
Uit programma-begroting 2006 |
||
Budgettering
|
450 |
450 |
|
||
subtotaal
|
67.462 |
11.630 |
|
||
Uitvoeringskosten
Delft
|
30.316 |
30.316 |
|
||
Totaal
|
849.392
|
789.392 |
|
||
* Ten behoeve
van deze activiteiten is reeds subsidie voorstrekt voor 2006. Het
preventiejaarplan 2006 van Parnassia wordt begin 2006 nader ingevuld.