Inleiding

Stichting Vluchtelingenwerk (SVD) houdt per 1 januari 2006 op te bestaan. De stichting kan vanaf die datum geen werkgever meer zijn voor haar medewerkers. De stichting heeft naast reguliere medewerkers nog 10 ID-medewerkers in dienst.

Voor deze 10 ID-medewerkers moet z.s.m. een passende oplossing worden gevonden.

Situatie

In eerste instantie was het de bedoeling om de SVD te laten fuseren met Breed Welzijn Delft (BWD). In het kader van deze fusie zouden de ID-medewerkers meegaan naar de BWD en onder de vlag van de BWD hun werkzaamheden voortzetten. De overname van de ID-ers door de BWD zou onder dezelfde arbeidsvoorwaarden plaatsvinden. In de loop van het laatste kwartaal van 2005 werd plotseling duidelijk dat de fusie niet door kon gaan. De werkzaamheden van de SVD gaan echter per 1 januari 2006 wel over naar de BWD.

Door het niet doorgaan van de fusie zijn er twee problemen ontstaan op het terrein van:

1. arbeidsrecht ID-medewerkers
2. continuïteit van de werkzaamheden

Ad1.

In september j.l. is nieuw beleid vastgesteld m.b.t. afbouw van de ID-regeling. Bij iedere ID-werknemer wordt door de gemeente vastgesteld of de ID-er mogelijkheden heeft om regulier uit te stromen. Wanneer dit het geval is wordt door Werkplan Arbeidsintegratie een traject richting regulier werk gestart.

Voor de ID-medewerkers van de SVD geldt dit ID-uitstroombeleid ook. Van 2 van de 10 ID-ers is vastgesteld dat zij dusdanige belemmeringen hebben dat een traject gericht op uitstroom niet zinvol is en dat zij tot de categorie “blijvers” kunnen worden gerekend. De overige 8 ID-ers hebben uitstroommogelijkheden en krijgen een uitstroomverplichting opgelegd.

De trajecten gericht op uitstroom duren maximaal twee jaar. Wanneer binnen deze periode de werknemer door de werkgever wordt ontslagen kan de werknemer gebruik maken van de vangnetregeling. De werknemer krijgt een jaarcontract aangeboden bij Werkplan. Wanneer het gedurende deze periode niet gelukt is uit te stromen naar regulier werk kan het contract nogmaals voor een zelfde periode worden verlengd.

Gezien het feit dat de werkzaamheden vanaf 1 januari 2006 niet meer door de SVD worden uitgevoerd moet de SVD de ID-ers ontslaan. Hiervoor moet een ontslagprocedure worden gestart. De tijd die hiervoor nodig is bedraagt enkele maanden.

Redenerend vanuit het nieuwe beleidskader zouden de ID-ers van de SVD na ontslag in aanmerking komen voor de vangnetregeling.

Voor deze mensen moet Werkplan weer een geschikte werkplek zoeken. Mogelijk wordt de werkplek gevonden bij de BWD en kunnen deze ex-ID-ers hun oude werkzaamheden weer oppakken. Het ontslaan van de werknemers en het vervolgens via een omweg mogelijk weer laten verrichten van dezelfde werkzaamheden brengt veel onrust en onbegrip bij de werknemers teweeg.

Ad 2.

Door de korte termijn waarin duidelijk werd dat de ID-medewerkers niet mee konden naar de BWD was er onvoldoende tijd voor de BWD om zelf medewerkers te kunnen aantrekken voor het uitvoeren van de nieuwe werkzaamheden. Door het (mogelijk)op korte termijn ontbreken van geschikt personeel voor deze nieuwe werkzaamheden kan de continuïteit van het werk in gevaar komen.

Voorstel

Gezien bovenstaande problematiek en de uitzonderlijke situatie wordt voorgesteld:

• Eenmalig af te wijken van het beleid afbouw ID-banen en de 10 ID-medewerkers van de SVD geen tijdelijk dienstverband aan te bieden in het kader van de vangnetregeling maar een dienstverband voor onbepaalde tijd waardoor de werkzaamheden gecontinueerd kunnen worden en onrust bij de ID-ers weg genomen kan worden;
• Aan het contract van onbepaalde tijd voor 8 medewerkers nadrukkelijk een uitstroomverplichting te koppelen conform het ID-beleid;
• Het arbeidscontract af te laten sluiten tussen Werkplan Arbeidsintegratie en de ID-ers;
• Werkplan Arbeidsintegratie met 8 werknemers trajecten (max. 2jaar) gericht op reguliere uitstroom te laten starten;
• Werkplan Arbeidsintegratie een garantie te geven dat zolang de werknemers in dienst zijn de loonkosten volledig worden gefinancierd.