Stuk
Onderwerp: Wijziging gemeenschappelijke regeling in
verband met jeugdzorg
Aan de gemeenteraad,
Geachte dames en heren,
Op
l januari 2005 is de Wet op de jeugdzorg in werking getreden. Deze wet volgt de
Wet op de jeugdhulpverlening op. Het provinciaal bestuur van Zuid-Holland heeft
de uitoefening van de bevoegdheden op het terrein van de jeugdhulpverlening
overgedragen aan het stadsgewest Haaglanden. Voor de goede orde zal het
provinciaal bestuur een nieuw delegatiebesluit moeten nemen, op grond van de
Wet op de jeugdzorg. Ook de gemeenschappelijke regeling stadsgewest Haaglanden
zal worden aangepast aan het nieuwe wettelijke kader.
Het
ontwerpvoorstel met toelichting treft u aan in de bijlage.
De
wijziging van de gemeenschappelijke regeling stadsgewest Haaglanden dient bij
eensluidende
besluiten te worden vastgesteld door de bestuursorganen van alle gemeenten.
Wij
stellen u voor in te stemmen met de gewijzigde gemeenschappelijke regeling.
Hoogachtend,
het college van burgemeester en wethouders van
Delft,
, burgemeester
, secretaris
Stuk:…
De
raad van de gemeente Delft,
Gelet
op de per l januari 2005 in werking getreden Wet op de jeugdzorg;
Gelezen
het voorstel van burgemeester en wethouders van …2006
De
Regeling stadsgewest Haaglanden 1995, zoals vastgesteld door gedeputeerde
staten van Zuid-Holland op 21 februari 1995 en laatstelijk gewijzigd op 11
augustus 2004, als volgt te wijzigen:
Artikel
I
In
hoofdstuk IV, te behartigen belangen, artikel 4, onder a., het belang
"jeugdhulpverlening" te wijzigen in "jeugdzorg".
Artikel
II
Paragraaf
7, inclusief artikel 18, in zijn geheel als volgt te wijzigen:
Paragraaf
7: Jeugdzorg
Artikel
18
Het
stadsgewest is belast met de uitoefening van de bevoegdheden als bedoeld in
hoofdstuk l, artikel 2, van de Wet op de jeugdzorg.
Aldus
vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Delft d.d.
26 januari 2006
Dhr. B. Verkerk, voorzitter
Mw. Y. van Delft, griffier
TOELICHTING
BIJ DE WIJZIGING VAN DE
GEMEENSCHAPPELIJKE
REGELING INZAKE DE JEUGDZORG
De
Kaderwetgebieden het Regionaal Orgaan Amsterdam, de stadsregio Rotterdam en het
stadsgewest Haaglanden oefenen op grond van de betreffende provinciale
delegatiebesluiten de bevoegdheden inzake de jeugdhulpverlening uit.
Op
l januari 2005 is de Wet op de jeugdzorg in werking getreden. Deze wet volgt de
Wet op de jeugdhulpverlening op. Zoals ook bij de Wet op de jeugdhulpverlening
het geval was, ligt de uitoefening van de Wet op de jeugdzorg in hoofdzaak bij
de provincies.
Evenals
bij de Wet op de jeugdhulpverlening het geval was, biedt ook Wet op de
jeugdzorg de mogelijkheid voor een provinciebestuur om de uitoefening van de
bevoegdheden over te dragen aan het bestuur van een regionaal openbaar lichaam
van het samenwerkingsgebied waarvan de gemeente Amsterdam, Rotterdam,
onderscheidenlijk 's-Gravenhage deel uit maakt. Indien deze overdracht heeft
plaatsgevonden is het regionaal bestuur voor de toepassing van de Wet op de
jeugdzorg gelijk gesteld aan een provincie.
Er
is blijkbaar niet aan gedacht om een overgangsbepaling in de Wet op de
jeugdzorg op te nemen. Dat brengt met zich mee dat een aantal formele besluiten
genomen moeten worden.
Omdat
jeugdzorg niet identiek is aan jeugdhulpverlening en omdat voor dit onderdeel
in de wet geen overgangsbepaling is opgenomen, zullen de provincies
Noord-Holland en Zuid-Holland nieuwe delegatiebesluiten moeten nemen.
Echter,
ook de gemeenschappelijke regeling van het stadsgewest Haaglanden, waarin
jeugdhulpverlening als belang is vermeld, zal moeten worden gewijzigd.
In
wezen gaat het om besluiten voor de goede orde. Er is eenstemmigheid tussen het
ministerie van VWS, de provincie Zuid-Holland en het stadsgewest Haaglanden
over de naadloze overgang van de voormalige bevoegdheden inzake
jeugdhulpverlening naar die in het kader van jeugdzorg.
In
de te wijzigen gemeenschappelijke regeling van het stadsgewest zijn thans in
artikel 18, naast een omschrijving van de bevoegdheid, ook bepalingen opgenomen
over een subsidieverordening, een beleidsplan en dergelijke. Omdat de Wet op de
jeugdzorg een en ander zeer specifiek regelt, is het niet meer noodzakelijk dit
soort bepalingen in de gemeenschappelijke regeling van het stadsgewest op te
nemen.
Stuk:…
De
burgemeester van de gemeente Delft,
gelet
op de per l januari 2005 in werking getreden Wet op de jeugdzorg;
De
Regeling stadsgewest Haaglanden 1995, zoals vastgesteld door gedeputeerde
staten van Zuid-Holland op 21 februari 1995 en laatstelijk gewijzigd op 11
augustus 2004, als volgt te wijzigen:
Artikel
I
In
hoofdstuk IV, te behartigen belangen, artikel 4, onder a., het belang
"jeugdhulpverlening" te wijzigen in "jeugdzorg".
Artikel
II
Paragraaf
7, inclusief artikel 18, in zijn geheel als volgt te wijzigen:
Paragraaf
7: Jeugdzorg
Artikel
18
Het
stadsgewest is belast met de uitoefening van de bevoegdheden als bedoeld in
hoofdstuk l, artikel 2, van de Wet op de jeugdzorg.
Aldus
besloten door de burgemeester van Delft, d.d. 3 januari 2006
Dhr. B. Verkerk, de burgemeester,
Stuk:…
Het
college van burgemeester en wethouders
Gelet
op de per l januari 2005 in werking getreden Wet op de jeugdzorg;
De
Regeling stadsgewest Haaglanden 1995, zoals vastgesteld door gedeputeerde
staten van Zuid-Holland op 21 februari 1995 en laatstelijk gewijzigd op 11
augustus 2004, als volgt te wijzigen:
Artikel
I
In
hoofdstuk IV, te behartigen belangen, artikel 4, onder a., het belang
"jeugdhulpverlening" te wijzigen in "jeugdzorg".
Artikel
II
Paragraaf
7, inclusief artikel 18, in zijn geheel als volgt te wijzigen:
Paragraaf
7: Jeugdzorg
Artikel
18
Het
stadsgewest is belast met de uitoefening van de bevoegdheden als bedoeld in
hoofdstuk l, artikel 2, van de Wet op de jeugdzorg.
Aldus
besloten in de vergadering van burgemeester en wethouders van Delft d.d. 3
januari 2006
de
secretaris, de
burgemeester,