Informatie over de contouren van de Gemeenschappelijke Regelinghet nieuwe reinigingsbedrijf  Avalex/ Delft/Zoetermeer op hoofdlijnen.

Conform toezegging aan de raadscommissie d.d. 15-6-2006

 



Inhoud

 

1          Inleiding

2          Missie Gemeenschappelijke Regelinghet nieuwe reinigingsbedrijf  Avalex/ Delft/Zoetermeer

3          Strategie

            3.1 Wat gaat de Gemeenschappelijke Regelinghet nieuwe reinigingsbedrijf  doen?

3.2 Voor wie gaat de Gemeenschappelijke Regelinghet nieuwe reinigingsbedrijf  dat doen?

A.         Publiek domein

B.         Marktactiviteiten

            3.3 Hoe gaat de Gemeenschappelijke Regelinghet nieuwe reinigingsbedrijf  dat doen?

            3.4 Overige uitgangspunten en kenmerken

A.         Besturingsmodel

B.         Gezamenlijk bestuur en toezicht

C.         Individueel opdrachtgeverschap per gemeente

D.         Zelfstandigheid van de uitvoeringsorganisatie

E.         Kosten allocatie
F.         Doelmatigheid en doeltreffendheid
G.        Personeel en arbeidsvoorwaarden

 

 

 


1          INLEIDING


            Op 21 februari 2006 is een intentieovereenkomst gesloten tussen de Gemeente Delft en Avalex.

De notitie “kaders met betrekking tot de toetreding van de gemeenten Delft en Zoetermeer tot

de GR Avalex” d.d. 31 mei 2006 (vastgesteld door de bestuurlijke stuurgroep bestaande uit portefeuillehouder gemeente Zoetermeer, dagelijks bestuur Avalex en portefeuillehouder gemeente Delft) beschrijft de te hanteren kaders bij toetreding tot de gemeenschappelijke regeling. Ook de keuze voor een gemeenschappelijke regeling zelf geeft (zij het impliciet) richting aan de vorm en inhoud van de gezamenlijke organisatie.

Het voorliggende document geeft in het verlengde van de presentatie op 15 juni 2006 aan de raadscommissie een toelichting op de contouren en uitgangspunten van de gezamenlijke inzamel- en reinigingsorganisatie. Momenteel is duidelijk dat we de geplande datum van 1 januari 2007 niet gaan halen. Momenteel wordt gewerkt aan een realistische bijgestelde planning welke tijdens de commissie van 12 oktober mondeling gecommuniceerd zal worden.


2          Missie
Gemeenschappelijke Regelinghet nieuwe reinigingsbedrijf  Avalex/ Delft/Zoetermeer

De Gemeenschappelijke Regeling is een gezamenlijke overheidsgedomineerde inzamel- en reinigingsorganisatie van en voor de deelnemende gemeenten. De missie voor de gezamenlijke inzamel- en reinigingsorganisatie is[1]:

het zo effectief en efficiënt mogelijk voorbereiden, waaronder gevraagd en ongevraagd adviseren, en (het doen) uitvoeren van de integrale reinigingstaken van de deelnemers.

Daarbij maken het bedrijf en de deelnemers toetsbare afspraken over de omvang en kwaliteit van de te leveren producten en diensten, alsmede de daarbij behorende kosten. De nieuwe reinigingsorganisatie draagt zorg voor een goed functionerende, efficiënte en bedrijfsmatige operatie.

 

            De samenwerking in de Gemeenschappelijke Regeling  moet daarbij leiden tot:


            -           Continue verbetering van de kosteneffectiviteit én de efficiency van de dienstverlening.

            -           Bestendigheid naar de toekomst, verbeteren van de kwaliteit van de dienstverlening en het

                        serviceniveau naar de inwoners, zonder dat de kosten stijgen.

            -           Verbeteren van het rendement op de verschillende producten (inzamelen én brengen).

-           Voor deelnemende gemeenten betere waarborgen, om tarievenontwikkeling te beteugelen.


Deze missie geeft antwoord op drie strategische kernvragen, welke in het vervolg van deze notitie verder worden uitgewerkt:


            1.         Wat gaat de organisatie doen?

            2.         Voor wie gaat zij dat doen?

            3          Hoe gaat zij dat doen?




3          STRATEGIE


3.1       Wat gaat de
Gemeenschappelijke Regelinghet nieuwe reinigingsbedrijf  doen?

 

§         De Gemeenschappelijke Regeling  is een gezamenlijk uitvoerend bedrijf van en voor de deelnemende gemeenten en is primair verantwoordelijk voor de uitvoering van het gemeentelijk afvalstoffenbeleid.

 

§         De organisatie verricht de inzameling en het (doen) verwerken van huishoudelijk afval. Door de inzameling van het huishoudelijk afval en het (doen) be- en verwerken in één organisatie onder te brengen kan daadwerkelijk de regie over alle schakels van de afvalverwijderingsketen worden gevoerd.

 

§         Daarnaast verricht de organisatie aan inzameling gerelateerde werkzaamheden[2] zoals (mechanisch) straatvegen, kolkenreinigen en andere taken zoals gladheidbestrijding, en plaagdierenbestrijding.

 

§         Het dienstenpakket van de organisatie omvat beleidsonderzoek en –advisering op het gebied van afvalstoffen en reiniging. De gemeenten blijven zelfstandig verantwoordelijk en bevoegd voor het gemeentelijk afvalstoffen- en reinigingsbeleid. De Gemeenschappelijke Regeling  heeft een adviserende rol.


3.2       Voor wie gaat de
Gemeenschappelijke Regelinghet nieuwe reinigingsbedrijf  dat doen?


            A.         Publiek domein

 

§         De Gemeenschappelijke Regeling  werkt in opdracht van de deelnemende gemeenten. Er is sprake van een wederzijdse exclusieve relatie tussen de gezamenlijke organisatie en de gemeenten.

 

§         Overgedragen taken worden voor onbepaalde tijd[3] in opdracht van de gemeente uitgevoerd en worden bij wijze van exclusieve dienstverlening (alleenrecht) uit hoofde van bekend gemaakte wettelijke of bestuurlijke bepalingen, door de gemeente aan de Gemeenschappelijke Regeling  toegekend.

 

§         Voor de deelnemende gemeenten geldt dat minstens de inzameling van het huishoudelijk afval (alle haal- en brengsystemen) en het (doen) verwerken van het (huishoudelijk) afval worden overgedragen aan de Gemeenschappelijke Regeling  . (Voor de deelnemende gemeenten is sprake van gedwongen winkelnering voor de inzameling van het huishoudelijk afval (alle haal- en brengsystemen) en het (doen) verwerken van het (huishoudelijk) afval.)

 

§         Gemeenten kunnen zelf bepalen welke overige taken – binnen de doelomschrijving van de Gemeenschappelijke Regeling  – aan de organisatie worden overgedragen voor bepaalde of onbepaalde tijd.

 

§         Gemeenten kunnen taken aan de Gemeenschappelijke Regeling  uitbesteden voor bepaalde tijd. De uitbestede taken worden in opdracht van een gemeente voor de bepaalde tijd door de Gemeenschappelijke Regeling  uitgevoerd.

 

§         Deelneming in de Gemeenschappelijke Regeling  is mogelijk voor gemeenten in en nabij regio Haaglanden. De organisatie blijft regionaal/provinciaal verankerd.

            B.         Marktactiviteiten

 

§         Daarnaast levert de Gemeenschappelijke Regeling  inzamel- en reinigingsdiensten aan derden, zoals andere gemeenten, bedrijven en instellingen in en nabij de regio Haaglanden.

 

§         Marktactiviteiten worden ontwikkeld en geleverd voor zover dit van strategisch en/of maatschappelijk belang is voor de organisatie en de deelnemende gemeenten en leiden tot efficiency voordelen en/of betere risico spreiding.

 

§         Voorwaarde is dat de opbrengsten van deze activiteiten opwegen tegen de kosten inclusief een nader te bepalen risico-/rendementsmarge die hiervoor moeten worden gemaakt en de risico’s beheersbaar zijn, gemeten of geprognosticeerd over de beoogde termijn waarop het betreffende contract loopt.

 

§         Marktactiviteiten mogen de continuïteit (zowel operationeel als financieel) en bedrijfsmatigheid van de organisatie en de kwaliteit van de dienstverlening aan de gemeenten niet negatief beïnvloeden. De tarieven voor marktactiviteiten weerspiegelen minimaal de werkelijk gemaakte kosten (geen kruissubsidiëring).

 

§         De uitvoering van dergelijke marktactiviteiten worden in een separate juridische structuur ondergebracht.

 

 

 

3.3       Hoe gaat de Gemeenschappelijke Regelinghet nieuwe reinigingsbedrijf  dat doen?

 

§         De gezamenlijk organisatie van de gemeenten Zoetermeer, Delft en de gemeenten die in Avalex deelnemen (Rijswijk, Pijnacker-Nootdorp, Leidschendam-Voorburg en Wassenaar) ontstaat door samenvoeging van de drie huidige inzamelorganisaties.

 

§         De Gemeenschappelijke Regelinghet nieuwe reinigingsbedrijf  met Avalex, Delft en Zoetermeer is een bedrijf met een sterk uitvoerend karakter. Het bedrijf voert het gemeentelijk beleid op het gebied van afval en reiniging uit. De deelnemende gemeenten blijven zelfstandig verantwoordelijk en bevoegd voor het gemeentelijk beleid.

 

§         De Gemeenschappelijke Regeling  ontwikkelt zich tot kenniscentrum waarin kennis op het gebied van onder andere afvalstoffenlogistiek, (afvalstoffen)milieutechnologie, (afvalstoffen) milieubeleid (Rijk), juridische zaken, et cetera, wordt gebundeld. De organisatie heeft een regionale platformfunctie voor afstemming en overleg over afvalstoffen- en reinigingsbeleid met en tussen de gemeenten. Hiertoe zal een contactambtenarenberaad ingesteld worden.

 

§         De Gemeenschappelijke Regeling  is een maatschappelijk ondernemende organisatie waarbij een goede balans tussen bedrijfseconomische principes en sociale en milieudoelstellingen het uitgangspunt is. Het genereren van maatschappelijke meerwaarde staat centraal.

 

§         De Gemeenschappelijke Regeling  heeft geen winstoogmerk, maar een bedrijfseconomisch verantwoorde (kostendekkende) exploitatie en continuïteit tot doel.

 

§         De Gemeenschappelijke Regeling  zoekt strategische partners om optimaal gesprekspartner te zijn op het gebied van onder meer afvalbeleid, inkoop verwerkingscapaciteit, inkoop algemeen en bundeling van know-how.

3.4       Overige uitgangspunten en kenmerken


            A.         Besturingsmodel

 

§         Een deelnemende gemeente is zowel (mede-)eigenaar als afnemer van de diensten.

 

§         De invloed van een gemeente loopt langs twee lijnen: bestuurlijke invloed op basis van de deelneming in de gemeenschappelijke regeling en invloed als opdrachtgever via een bij voorkeur meerjarige dienstverleningsovereenkomst.

 

§         Bij de inrichting van het besturingsmodel wordt invloed en zeggenschap ‘verdeeld’ over deze twee mogelijkheden van invloed.

 

§         Gemeentelijke invloed als opdrachtgever wordt door middel van dienstverleningsovereenkomsten per gemeente met de Gemeenschappelijke Regeling  bewerkstelligd. De gemeenten tezamen houden als bestuur van de Gemeenschappelijke Regeling  toezicht op de continuïteit en doelmatigheid van de organisatie als geheel.

 

§         De samenwerking in de Gemeenschappelijke Regeling  wordt door de gemeenten aangegaan voor ‘niet benoemde tijd’. De Gemeenschappelijke Regeling  voorziet op structurele wijze in de afvalinzameling en reiniging in de gemeenten. Het functioneren en presteren van de organisatie wordt periodiek door het bestuur en de directie geëvalueerd. Er worden in de te ontwerpen GR (nader uit te werken) afspraken gemaakt over de voorwaarden voor uittreding door een gemeente, waaronder een regeling voor financiële compensatie door de gemeente met het oog op de ontstane overcapaciteit.

 

            B.         Gezamenlijk bestuur en toezicht

 

            Binnen het bestuur is een onderscheid tussen AB en DB.

 

Bij de Gemeenschappelijke regeling Avalex/Delft/Zoetermeer is sprake van een Algemeen (AB) en een Dagelijks Bestuur (DB). De bevoegdheden van het management van de GR en het AB/DB worden beschreven in de verordening van de GR.

 

Het AB heeft de functies kaderstellen, autoriseren/vaststellen en toezicht houden/controleren. Het AB gaat over de vaststelling van de begroting, rekening, beleidsplannen, verordeningen, financieringsbesluiten etc.

 

Het DB is verantwoordelijk voor de besturing en beheersing van de beleidsuitvoering en legt daarover verantwoording af. Het DB zorgt voor de voorbereiding/uitvoering van de besluiten van het AB, het beheer van financiën, en de operatie van de GR.

 

Een belangrijk instrument voor de besturing en beheersing is het strategisch bedrijfsplan.

 

§         Uitgangspunt is een balans tussen de gewenste zelfstandigheid van de uitvoeringsorganisatie en de maximaal door de gemeente gewenste bestuurlijke invloed en toezicht.

 

§         De zeggenschapsverhouding moet een evenwichtige afspiegeling zijn van de betrokken gemeenten en hun (individuele) belangen. In zijn uitwerking ziet dit er als volgt uit:

1.                  Het Algemeen Bestuur van de GR “Reinigingsbedrijf Avalex/Delft/Zoetermeer” bestaat uit drie leden per deelnemende gemeente, zijnde leden van het College van Burgemeester en Wethouders of leden van de gemeenteraad[4]. Deze leden worden aangewezen door de gemeenteraden;

2.                  De stemverhouding in het Algemeen Bestuur wordt bepaald op het aantal inwoners van de deelnemende gemeente;

3.                  Voor belangrijke besluiten, te benoemen in de GR, is een gekwalificeerde meerderheid noodzakelijk van 75 procent van de stemmen;

Het Dagelijks Bestuur wordt aangewezen door het Algemeen Bestuur. Het aantal leden van het Dagelijks Bestuur is gelijk aan het aantal deelnemende gemeenten en de stemverhouding in het Dagelijks Bestuur is gelijkelijk verdeeld. Iedere deelnemende gemeente is in het Dagelijks Bestuur vertegenwoordigd met één lid. Besluiten dienen met een algemene meerderheid van stemmen te worden genomen, één en ander binnen de bevoegdheden die door het Algemeen Bestuur aan het Dagelijks Bestuur zijn opgedragen;

Besluitvorming gebeurt op basis van consensus; ingeval consensus ontbreekt, kunnen besluiten in tweede instantie genomen worden bij gewone meerderheid. Een dominante stem van één of enkele gemeenten dient te worden voorkomen. Voor besluiten die ingrijpen op het profiel van de organisatie (bijvoorbeeld het risicoprofiel, de koers of de strategie) is een gekwalificeerde meerderheid gewenst.

 

§         Het bestuur heeft een ambtelijk secretaris, welke niet de directeur van de uitvoeringsorganisatie is.

 

§         De GR moeten aansluiten op de P&C-cyclus van de gemeente Delft (en Zoetermeer etc.) door in de te ontwerpen Gemeenschappelijke Regeling bepalingen op te nemen m.b.t.:

                                                               1      af te spreken begrotingskaders

                                                               2      afspraken over de informatievoorziening via de jaarrekening, de begroting, en tussentijdse rapportages.

 

            C.         Individueel opdrachtgeverschap per gemeente

 

Elke individuele deelnemende gemeente is autonoom bevoegd ten aanzien van:

 

§         Het vaststellen van het gemeentelijk afvalstoffenbeleid en beleid gericht op het beheer van de openbare ruimte.

 

§         Het bepalen van het serviceniveau van de dienstverlening (waaronder acceptatiebeleid, inzamelsystemen, et cetera) welk door de Gemeenschappelijke Regeling  wordt geleverd.

 

§         Het vaststellen van (de hoogte) van de gemeentelijke afvalstoffenheffing.

 

§         Elke individuele deelnemende gemeente maakt als opdrachtgever afspraken over de soort en omvang van de te leveren diensten met de Gemeenschappelijke Regeling  .

§         De daarvoor op te stellen dienstverleningsovereenkomst (DVO) regelt de wederzijdse rechten en verplichtingen tussen de Gemeenschappelijke Regeling  en de gemeente.

§         De gemeente neemt jaarlijks het pakket van overgedragen taken af. Dit omvat tenminste alle haal- en brengsystemen voor de inzameling van huishoudelijk afval en het (doen) verwerken van huishoudelijk afval.

§         De eenheidstarieven voor de diensten worden (jaarlijks) door het bestuur vastgesteld (zie onderdeel kostenallocatie en tarievenbeleid). De tarieven worden bepaald aan de hand van de door het bestuur vastgestelde kostenallocatiemethode, waarbij uniformiteit van eenheidstarieven (bijvoorbeeld uurtarief) voor de deelnemende gemeenten uitgangspunt is. De correcte uitvoering van de kostenallocatiemethode wordt door de accountant gecontroleerd.

§         Met het oog op de bedrijfscontinuïteit van de organisatie hebben de gemeenten de inspanningsverplichting om de jaarlijkse fluctuatie in de afname van het takenpakket van overgedragen taken beperkt te houden.

§         Daarbij is het toegestaan om de omvang van een individuele taak, uitgedrukt in euro’s, jaarlijks met maximaal 10 procent te doen verminderen als gevolg van verandering van het gemeentelijke beleid. De uitvoeringsorganisatie moet voldoende flexibel en bedrijfsmatig zijn ingericht om dergelijke fluctuaties op te kunnen vangen. Voor fluctuatie buiten deze bandbreedte zal de individuele gemeente een financiële compensatie bieden voor de eventuele overcapaciteit conform de afspraken die daarover gemaakt zullen worden in een bestuursovereenkomst.


            D.         Zelfstandigheid van de uitvoeringsorganisatie

 

§         De uitvoeringsorganisatie heeft een sterk uitvoerend karakter. De directeur van de uitvoeringsorganisatie heeft een relatief grote beheersmatige zelfstandigheid en een relatief beperkte bestuurlijke zelfstandigheid.

§         Beheersmatige zelfstandigheid: De opdrachtgever (individuele gemeente) bepaalt wat geleverd moet worden en onder welke voorwaarden. De directie van de Gemeenschappelijke Regeling  bepaalt hoe dit doelmatig en doeltreffend georganiseerd wordt. Het bestuur (gemeenten tezamen) houdt toezicht op de continuïteit van de uitvoeringsorganisatie en de doelmatigheid in algemene zin (zie tevens onderdeel doelmatigheid en doeltreffendheid).

 

§         Bestuurlijke zelfstandigheid: het bestuur stelt strategie en koers vast in een ‘strategisch bedrijfsplan’. De uitvoeringsorganisatie geeft zelfstandig uitvoering aan deze strategie binnen de kaders van het strategisch bedrijfsplan.

 

§         De Gemeenschappelijke Regeling  organiseert zelf de benodigde ondersteunende activiteiten (financiële administratie, personeelsadministratie, huisvesting en locatiebeleid). Daar waar dat vanuit bedrijfseconomisch oogpunt gewenst is, worden ondersteunende diensten bij de moederorganisaties (aangesloten gemeenten) onder marktconforme condities ingekocht.

 

§         Omdat de gemeenten individueel bevoegd zijn voor het gemeentelijk afvalstoffenbeleid en serviceniveau (en daarmee de infrastructuur van haal- en brengfaciliteiten in de betreffende gemeenten) is met het oog op een doelmatige uitvoering, een bepaalde mate van convergentie van beleid en uitvoering van de afvalinzameling (voor zover dit het functioneren van de uitvoeringsorganisatie raakt) van belang. De Gemeenschappelijke Regeling  vervult daartoe een platformfunctie voor afstemming en overleg over afvalstoffen- en reinigingsbeleid met en tussen de gemeenten.

 

§         Op basis van haar kennis en expertise ontwikkelt de Gemeenschappelijke Regeling  (gevraagd en ongevraagd) voorstellen voor optimalisatie van het afvalstoffenbeleid en de infrastructuur van haal- en brengsystemen.

E.         Kostenallocatie en tarievenbeleid

 

§         Kostenallocatie omvat de wijze waarop kosten voor het uitvoeren van diensten door de Gemeenschappelijke Regeling  worden toegerekend aan de geleverde diensten. Hierbij is de werkelijke inzet van middelen en activiteiten bepalend voor de kostprijs van een product.

 

§         De kostenallocatie dient transparant, consistent en controleerbaar te zijn. De Gemeenschappelijke Regeling  hanteert de principes van activity based costing (ABC). Dit betekent dat de kosten voor het leveren van een dienst worden toegerekend aan deze dienst. Dit geldt voor de directe kosten en voor de indirecte kosten (overhead, algemene kosten) die zo veel mogelijk causaal worden toegerekend aan de betreffende dienst. De werkelijke inzet van middelen en activiteiten is dus bepalend voor de kostprijs van een product.

 

§         De tariefstructuur ‘vertaalt’ de kostenstructuur naar de prijzen/tarieven die door de afnemers

betaald moeten worden voor de geleverde diensten.

 

§         Als uitgangspunt geldt dat voor uniforme diensten voor alle deelnemende gemeenten uniforme tarieven gelden.

 

§         De tarieven voor diensten aan deelnemende gemeenten zijn gebaseerd op het ‘kosten +’ principe. Het tarief omvat daarmee de werkelijke kosten (conform het kostenallocatiemodel) plus een marge.

 

§         De marge is variabel en heeft tot doel het opbouwen en instandhouden van een financieel weerstandsvermogen voor de uitvoeringsorganisatie. De doelstellingen ten aanzien van het gewenste weerstandsvermogen worden vastgesteld door het bestuur.

 

§         Jaarlijks wordt de begroting vastgesteld door het bestuur van de Gemeenschappelijke Regeling. Daarmee worden tevens de tarieven voor te leveren diensten vastgelegd.

 

§         De tarieven voor marktactiviteiten worden bepaald door (markt)prijsvorming, met een ondergrens ter dekking van de werkelijke kosten plus een (nader vast te stellen) risico- en rendementsmarge.

            F.         Doelmatigheid en doeltreffendheid

 

§         Ondanks de (zekerheid biedende) tarieven op basis van werkelijke kosten moet de Gemeenschappelijke Regeling  expliciet haar doelmatigheid kunnen aantonen. Ook door de gegarandeerde omzet als gevolg van de ‘gedwongen winkelnering’ is het gewenst dat het functioneren onder ‘de tucht van de markt’ op andere wijzen worden bewerkstelligd. Dit zal gebeuren door het periodiek evalueren van de prestaties van de Gemeenschappelijke Regeling  aan de hand van benchmarkgegevens.

§         De Gemeenschappelijke Regeling  zal daarom deelnemen aan de NVRD-benchmark afvalinzameling en de uitkomsten beschikbaar te stellen aan de gemeenten.

 

§         De Gemeenschappelijke Regeling  richt haar registratie- en informatiesystemen op dusdanige wijze in, dat de Gemeenschappelijke Regeling  dan wel de afzonderlijke gemeenten kunnen deelnemen aan de Gemeentelijke Afvalmonitor (SenterNovem Uitvoering Afvalbeheer).

 

§         De Gemeenschappelijke Regeling  zal deelnemen (dan wel de deelname door de gemeenten mogelijk maken) aan de Benchmark Afvalscheiding (SenterNovem, Uitvoering Afvalbeheer) en de uitkomsten beschikbaar te stellen aan de gemeente. De gegevens uit de Gemeentelijke Afvalmonitor vormt hiervoor de basis.

 

§         De Gemeenschappelijke Regeling  ontwikkelt in samenspraak met de gemeenten een rapportagemodel, waarin jaarlijks de prestaties van de Gemeenschappelijke Regeling  op het gebied van doelmatigheid en doeltreffendheid worden gepresenteerd en vergeleken met voor de Gemeenschappelijke Regeling  vergelijkbare organisaties. De resultaten van de NVRD-benchmark en de Benchmark Afvalscheiding vormen hiervoor de basis.

 

§         De Gemeenschappelijke Regeling  zal doelstellingen formuleren ten aanzien van prestaties op het gebied van doelmatigheid en doeltreffendheid, en jaarlijks de gemeenten rapporteren over de voortgang.


            G.        Personeel en arbeidsvoorwaarden

 

§         De Gemeenschappelijke Regeling  krijgt een eigen ondernemingsraad (OR), een eigen GO (georganiseerd overleg)

 

§         Voor de Gemeenschappelijke Regeling zal één arbeidsvoorwaardenpakket gelden.

 

§         Ten behoeve van de medewerkers van de huidige organisaties die overgaan naar de Gemeenschappelijke Regeling  wordt een sociaal plan van kracht. Eventuele verschillen tussen huidige en nieuwe arbeidsvoorwaarden worden door middel van het sociaal plan gecompenseerd.

 

§         Het personeelsbestand van de Gemeenschappelijke Regeling  omvat een kern van vaste medewerkers, waarvoor goede ontwikkelingsmogelijkheden worden geboden.

                             

§         de Gemeenschappelijke Regeling  wil haar medewerkers een carrièreperspectief bieden. Er worden mogelijkheden geboden om door te groeien binnen de eigen organisatie door enerzijds inzet en flexibiliteit en anderzijds het volgen van opleidingen. Het brede dienstpakket van inzameling en reiniging draagt hier aan bij.

 

§         Met het oog op bedrijfsmatigheid, slagvaardigheid en flexibiliteit van de organisatie wordt een ‘flexibele’ schil ontwikkeld van tijdelijke medewerkers of door het inkopen van dienstverlening bij derden. Op deze wijze wordt voortdurend gezocht naar de beste prijs/kwaliteit verhouding in combinatie met flexibiliteit.

 

 



[1] Uit document “Kaders toetreding gemeenten Delft en Zoetermeer tot GR Avalex, 31 mei 2006”.

[2] Zij zijn aan afvalinzameling gerelateerd door de aard van de werkzaamheden, de ingezette werktuigen dan wel de relatie met de schoonheid en/of veiligheid van de openbare ruimte.

 

[3] Voor de duur van de deelname aan de GR.

[4] Er moet over dit onderwerp nog nader worden gesproken, de mogelijkheid bestaat dat het Algemeen Bestuur alleen bestaat uit leden van het College van B&W.