In
september 2001 is een motie van Groenlinks aangenomen dat het College opdraagt
in overleg te treden met de instellingen voor kinderopvang in Delft om
gezamenlijk te komen tot een overeenkomst met een bedrijf voor inzameling en
verwerking van papieren wegwerp luiers. Conform deze motie werd in de
vervolgnota strategisch inzamelpan (10 februari 2005 in de commissie
Leefbaarheid behandeld) voorgesteld in 2005 met een voorstel te komen om de
inzameling van luiers en incontinentiemateriaal te bevorderen.
Sinds
februari 2006 loopt in Delft een proef voor het gescheiden inzamelen van luiers
bij 15 kinderdagverblijven in Delft. Tijdens openingstijden van het
kinderdagverblijf kunnen ouders met kinderen op het kinderdagverblijf de luiers
van hun kinderen aanbieden in speciale luierzakken.
In
deze evaluatie komen achtereenvolgens de volgende onderwerpen aan de orde:
Het
is onduidelijk wat het percentage ouders is dat gebruik heeft gemaakt van de
mogelijkheid luiers in te leveren. De respons op de deelname enquête was
slechts 30%.
Van
die 30% gaf 60% aan mee te doen aan de luierproef. Uit de enquête bleek dat de
deelnemende ouders en kinderdagverblijven enthousiast zijn over de proef.
Voornaamste reden voor dat enthousiasme is het gevoel een positieve bijdrage te
leveren aan het milieu.
Uit
steekproeven blijkt dat de containers steeds ca. voor 75 procent gevuld waren.
Naar schatting is zestig procent van de inhoud van de containers afkomstig van
verschoningen in het kinderdagverblijf, de overige 40 procent wordt ingeleverd
door ouders.
In
een artikel van Jan Vroonhof, onderzoeker bij CE adviesbureau voor milieu,
economie en technologie, gepubliceerd in het vakblad ‘Afval’ augustus 2006
wordt beschreven dat een gescheiden inzamelroute voor wegwerpluiers
milieukundig ongunstiger is dan inzameling via bestaande routes. De conclusie
van dat artikel is “dat het er op lijkt dat heel wat subsidiegeld is en wordt
gestoken in een systeem dat geen milieuvoordeel lijkt op te leveren. Het
ministerie van VROM is al geruime tijd op de hoogte van de resultaten van de
verkennende studie uit 2003 maar geeft niet thuis. Op vragen van gemeenten naar
het standpunt van VROM over de gescheiden inzameling van luiers wordt momenteel
het advies van de OVAM gestuurd. Dit advies is vaag over de milieueffecten, de
kosten en de hygiënische aspecten. Het gevolg is dat veel gemeenten afgaan op
het gevoelsmatig gunstig lijkende perspectief van het hergebruik en aan
kinderdagverblijven een subsidie geven om voorzieningen voor de gescheiden
inzameling aan te kunnen schaffen.”
Dit
artikel is bijgevoegd.
Naast
dit artikel hebben we proberen te achterhalen wat de verschillende gemeenten
hebben geschreven bij de invoering van de luierinzameling over het
milieurendement. Wij hebben echter geen
aanvullende informatie verkregen die duidelijkheid geeft over de effecten voor
het milieu bij gescheiden inzameling.
Het
gescheiden inzamelen van luierafval is bedoeld om een gunstig milieueffect te
genereren. Het is dan ook hierom dat de motie van Groen Links is aangenomen en
in uitvoering is gebracht. De vraag bij deze proef was met name in hoeverre er
een inzamelstructuur is op te zetten die succesvol is in die zin dat de
deelnemers voldoende zijn te motiveren
om hieraan deel te nemen. Gebleken is dat er voldoende deelname is en dat de
deelnemers ook gemotiveerd zijn om luiers apart in te zamelen. Het motief van
de ouders om deel te nemen aan deze vorm van inzameling is gelegen in het
sympathieke karakter ervan, namelijk dat door deze wijze van inzameling een
bijdrage wordt geleverd aan een beter milieu.
Gebleken
is tevens dat er twijfel bestaat of deze vorm van inzameling in relatie tot
integrale inzameling met het restafval, daadwerkelijk tot betere
milieuresultaten leidt. Deze twijfel
komt voort uit het artikel van CE Adviesbureau. Van de zijde van de VNG en het
Ministerie van VROM is op dit moment geen standpunt bekend. Omdat er veel
gemeenten zijn die luiers afzonderlijk inzamelen c.q. dit overwegen te doen,
mag worden verwacht dat het VNG en/of VROM binnenkort met een standpunt komt.
Omdat
het gescheiden inzamelen van luiers primair tot doel heeft om een gunstig
milieueffect te verkrijgen en gezien het feit dat een standpunt van zowel VROM
als de VNG op dit moment nog ontbreekt, ligt het voor de hand de proefperiode
te verlengen. Hiermee blijft de inmiddels opgebouwde inzamelstructuur bestaan
en wordt voorkomen dat aan de deelnemers wisselende signalen uitgezonden over
het nut van gescheiden luierinzameling.
In
de komende periode wordt via onze lidmaatschappen en contacten in bijvoorbeeld
NVRD, VNG en milieunetwerken navraag gedaan over de milieueffecten. Deze
antwoorden zullen vervolgens aanleiding zijn om in mei 2007 de proef te
evalueren en te beslissen gescheiden luierinzameling voort te zetten dan wel te
beëindigen.
Het
gescheiden inzamelen van luiers is duurder dan de luiers intergraal met het
restafval in te zamelen. De proefperiode van 8 maanden heeft € 7.500,- gekost.
De
meerkosten voor de verlengde proefperiode kunnen worden opgevangen in de
bestaande exploitatie van de Reiniging.
-
De
proef met gescheiden inzamelen van luiers verlengen tot mei 2007. Deze periode gebruiken om via VROM
uitsluitsel te krijgen over het milieurendement van gescheiden luier
inzameling. Tijdens dit proefjaar geen actieve inspanning verrichten op het
uitbreiden van de proef of het aantal deelnemers.
-
Dit
voorstel te behandelen in de commissie Wijk Verkeer en Beheer van december.