Registratienummer: 20173802
P L A N V A
N A A N P A K
G E B I E D S P R O G R A M M A D E L F T S E H O U T
Inhoudsopgave
2 Aanleiding voor gebiedsprogramma
Delftse Hout
3.1 Korte termijn: Gebruiksmogelijkheden versterken en aantrekkelijkheid
behouden
3.2 Lange termijn: Ontwikkelen van integraal en duurzaam kader
4 Organisatie van het programma
4.1 Drie groepen van betrokken actoren
4.3 Participatie en communicatie
5.3 Investeringen, bestedingsvoorstel eerste jaarschijf
Bijlage: Kaart van het plangebied De
Delftse Hout
In deze nota wordt aangegeven hoe
de komende jaren gewerkt wordt aan het gebiedsprogramma Delftse Hout. Het
gebiedsprogramma moet een samenhangend kader bieden waarbinnen plaats kan
worden geboden aan ruimtelijke en maatschappelijke ontwikkelingen, gerelateerd
aan het gebruik en beheer van de Delftse Hout. In dit plan van aanpak wordt
onderscheid gemaakt tussen de korte en lange termijn.
Onder de korte termijn wordt de realisering verstaan van
een aantal projecten dat inmiddels op basis van wensen en behoeften van
gebruikers is gestart. Deze projecten passen binnen de huidige ruimtelijke en
bestuurlijke kaders. Tegelijkertijd staan ze aanpassing van die kaders niet in
de weg, maar bieden daar juist een impuls voor.
Voor de langere termijn is het van belang dat ook in de
toekomst blijvend adequaat kan worden ingespeeld op kansen en bedreigingen die
het gebied betreffen. Recente ontwikkelingen in en rondom de Delftse Hout
hebben de druk opgevoerd om de huidige kaders opnieuw te herijken en waar nodig
aan te passen.
Het recreatie- en natuurgebied de Delftse Hout beslaat ruim
400 hectare en vormt voor een groot deel de noordoostelijke grens van de
gemeente Delft. Het gebied wordt intensief gebruikt door bewoners van Delft en
de omliggende gemeenten; het heeft een bovenlokale functie. Als bijlage is een
plankaart opgenomen van het gebied.
Het gebied wordt aan de noord-west zijde begrensd door de
Brasserskade en aan de noord-oost zijde door achtereenvolgens de Middelweg,
Noordeindseweg, Graaf Willem II laan en het Wethouder Sonneveldhof. De
zuid-oostelijke grens van het gebied wordt gevormd door de Delfgauwseweg en het
sportpark Wippolder. Tenslotte vormt rijksweg A13 de zuid-westelijke grens van
het gebied.
Van de ruim 400 hectare die het gebied beslaat, is circa
90% in handen van de gemeente. Over een deel van dit gebied zijn contracten
afgesloten met gebruikers ten aanzien van huur, opstal en erfpacht. Het
gedeelte dat in particulier eigendom is, is hoofdzakelijk in eigendom van de
aanwezige bedrijven en de camping.
Naast de inrichting als natuurgebied, bevinden zich in de
Delftse Hout vele maatschappelijke voorzieningen op het gebied van sport,
recreatie en educatie; alsmede enkele horecavoorzieningen, die de recreatieve
functie versterken. Het gebied wordt daarnaast door gebruikers en
belanghebbenden van grote waarde geacht vanwege de grote variëteit aan flora en
fauna. De gemeente hanteert het standpunt dat dit gebied als zodanig behouden
moet blijven en dat er maatregelen genomen dienen te worden om de kwaliteit van
het gebied te waarborgen en waar mogelijk te versterken.
In deze nota wordt in eerste instantie stil gestaan bij de
huidige stand van zaken van het gebied, die aanleiding is voor het
gebiedsprogramma Delftse Hout. Na het formuleren van de doelstelling voor het
programma, wordt deze uitgewerkt voor de korte en lange termijn, waarna inzicht
wordt gegeven in de organisatie van het programma. Tenslotte volgt de
financiële verantwoording en worden de voorstellen gepresenteerd.
Diverse ontwikkelingen in het recente verleden hebben de
druk op de Delftse Hout doen toenemen.
Een eerste belangrijke factor is de snelle bevolkingsgroei
in de nabije omgeving; met name de bebouwing van de Vinexlocaties in de
gemeenten Den Haag en Pijnacker-Nootdorp hebben daarvoor gezorgd. In de jaren
1997 tot en met 2003 is het aantal huishoudens binnen een afstand van
ca. 1 kilometer van de Delftse Hout toegenomen met ruim 7.500,
hetgeen een uitbreiding van ca. 21.000 inwoners in deze periode tot gevolg
heeft gehad.
Een tweede factor voor de toegenomen druk, heeft te maken
met het veranderende recreatiepatroon in de samenleving. Deze maatschappelijke
trend komt deels voort uit de toegenomen aandacht voor ‘traditionele’
gezondheids- en bewegingsactiviteiten zoals wandelen, hardlopen en fietsen;
maar ook zijn de laatste jaren nieuwe vormen van recreatie ‘ontdekt’ die het
totale aantal recreanten heeft doen toenemen: nordic walking, skeeleren,
geocaching[1],
etc.. Deze ontwikkeling heeft vanaf het midden van de jaren ’90 geleidelijk aan
een vlucht genomen.
Deze ontwikkelingen kunnen gezien worden als bedreigingen
voor de gebruikswaarde, de milieu- en ecologische waarden van de Delftse Hout
en de hoge biodiversiteit in het gebied.
Maar tegelijkertijd doen zich ook kansen voor, bijvoorbeeld
op regionaal niveau. In het vigerende Regionale Structuur Plan van het
Stadsgewest Haaglanden (RSP) maakt de Delftse Hout deel uit van de groen-blauwe
slinger, die als krachtige kwaliteitsimpuls voor het woon- en werkklimaat van
de regio wordt gezien. Bovendien wordt in het RSP prioriteit gegeven aan het in
stand houden en versterken van het bestaande groene netwerk, boven de (verdere)
verstedelijking ervan (“Groen heeft voorrang op rood”).
De huidige gebiedsvisie voor de Delftse Hout, die van 1993
dateert, biedt onvoldoende kader voor een duurzaam gebruik en beheer van het
gebied temidden van de genoemde ontwikkelingen. Het is nodig dat de visie op
het gebied wordt geactualiseerd, waarmee opnieuw richting kan worden gegeven
aan afwegingen tussen conflicterende claims op het gebied.
Samengevat, bestaat de aanleiding voor het gebiedsprogramma
uit de toegenomen urgentie om huidige en toekomstige ontwikkelingen (die leiden
tot een toenemende druk op de Delftse Hout) in hun onderlinge samenhang te
bezien. Wanneer we de Delftse Hout ook in de toekomst aantrekkelijk willen
houden, moet er samenhangende regie worden gevoerd over de ontwikkelingen en
activiteiten in het gebied. Het ontbreekt op dit moment aan een adequate en
integrale visie op het gebruik, beheer en onderhoud van de Delftse Hout; in relatie
tot de stad en de regio.
Vanuit de probleemstelling die in de vorige paragraaf is
onderbouwd, is de doelstelling voor het gebiedsprogramma Delftse Hout is als
volgt geformuleerd:
“Binnen het gebiedsprogramma
Delftse Hout wordt vormgegeven aan een integraal en duurzaam kader voor
toekomstige ontwikkelingen, dat betrekking heeft op het gebruik en het beheer
van het gebied.
De maatregelen die daartoe worden
getroffen, hebben tot doel om de huidige aantrekkelijkheid van het natuur- en
recreatiegebied voor de toekomst te behouden en tegelijkertijd vorm te geven
aan de wensen en behoeften van gebruikers en belanghebbenden.”
Hiermee wordt beoogd samenhang aan te brengen tussen de
sociale en ruimtelijke context van het natuur- en recreatiegebied. Opgaven
zoals het toegenomen gebruik vanuit Delft en haar buurgemeenten, maar ook de
waarde die het gebied in de toekomst kan hebben voor de stad en de regio,
worden daarom binnen het programma op gebruiks-, beheers- en
onderhoudsaspecten bezien.
De doelstelling wordt hieronder verder geoperationaliseerd
in een korte termijn en een lange termijn.
Uit tal van signalen blijkt, dat de huidige inrichting van
het gebied onvoldoende aansluit bij de huidige maatschappelijke behoefte[2].
Voor een groot deel kan dit worden opgelost met maatregelen die regulier in de
gemeentelijke organisatie kunnen opgepakt, voor een aantal andere zaken is een
projectmatige aanpak noodzakelijk. Beide vormen van inspanningen worden
gecoördineerd binnen het gebiedsprogramma Delftse Hout.
De zaken die op korte termijn worden opgepakt, zijn wensen
en behoeften van gebruikers die de aantrekkelijkheid en gebruiksmogelijkheden
van het gebied snel kunnen versterken. Belangrijke randvoorwaarde is daarbij,
dat realisatie daarvan ontwikkelingen op de langere termijn niet belemmert.
Voorlopig zijn vier projecten benoemd die op korte termijn
zullen worden uitgevoerd:
De kwaliteit van de sanitaire voorzieningen in het gebied
rondom de grote plas is onvoldoende. In juli 2006 zijn daar vragen over
gesteld vanuit de gemeenteraad. In de beantwoording is toegezegd een plan te
ontwikkelen voor realisatie van adequate, sanitaire voorzieningen.
In 2006 is een begin gemaakt met de integrale aanpak van
toezicht en handhaving. Daarbij is gebleken, dat onduidelijk wordt
gecommuniceerd over de geldende regelgeving in het gebied. Hierdoor is het voor
gebruikers onduidelijk wat wel en niet mag, maar ook het handhaven wordt
hierdoor bemoeilijkt. In het platform Delftse Hout is voorgesteld te werken met
‘zone-borden’ waarop tegelijk zowel de geldende regelgeving kan worden gecommuniceerd,
als de grens van het natuur- en recreatiegebied kan worden aangegeven.
Op basis van klachten over overlast bij de brug over de
Botenvaart, zijn in 2006 reeds enkele maatregelen getroffen om de overlast te
beperken. Bij evaluatie is gebleken, dat fysieke maatregelen getroffen moeten
worden om de overlast nog verder terug te dringen. Op deze manier wordt via een
preventieve weg geprobeerd naleefgedrag te bevorderen.
Eveneens is uit de evaluatie van het Toezicht- en
Handhavingsoverleg Delftse Hout 2006 gebleken, dat de huidige voorzieningen
voor het parkeren van fietsen en scooters onvoldoende zijn. In 2006 is dit
probleem met tijdelijke maatregelen ondervangen, binnen dit project wordt de
stallingscapaciteit structureel uitgebreid. Hiervoor is het echter eerst nodig
om goed zicht te krijgen op de werkelijke bezoekersaantallen en de
stallingsbehoefte, daarom wordt dit project na het gebruikersonderzoek in gang
gezet.[3]
Ook buiten deze projecten wordt in de gemeentelijke
organisatie gewerkt aan versterking van de aantrekkelijkheid en de
gebruiksmogelijkheden van het gebied. Voorbeelden daarvan zijn het verscherpen
van toezicht en handhaving en het vervangen van meubilair. Dergelijke
werkzaamheden kennen een eigen dynamiek, maar vinden afstemming binnen het
gebiedsprogramma Delftse Hout.
In paragraaf 2 werd reeds geconstateerd, dat de huidige
gebiedsvisie als kader niet meer passend is voor afwegingen met betrekking tot
het gebruik en beheer van de Delftse Hout.
Om over een actueel en passend kader te beschikken voor de
toekomstige ontwikkelingen, moet daarom een nieuwe gebiedsvisie worden
opgesteld, hetgeen in 2007 zal worden uitgevoerd. Het in de gebiedsvisie
voorgestelde ontwikkelingsperspectief heeft een doorkijk tot 2020, tevens vormt
het de ruimtelijke onderlegger voor de in 2007 op te starten
bestemmingsherziening. De gebiedsvisie biedt daarnaast ook een kader voor
afwegingen die te maken hebben met conflicterend ruimtegebruik.
Aan de totstandkoming van de gebiedsvisie gaat een
participatief traject vooraf, waar burgers, ondernemers en diverse
maatschappelijke organisaties aan zullen deelnemen. Een dergelijk kader kan
echter niet ontstaan zonder afstemming met andere betrokken overheden. Daarom
zullen ook in de richting van de buurgemeenten en andere belanghebbende
overheden bestuurlijke gesprekken moeten worden gevoerd over het gebruik en
beheer van de Delftse Hout en de vorm van samenwerking ten aanzien van dit
gebied.
Het laatst gehouden gebruikersonderzoek stamt uit 2001.
Voor de totstandkoming van de gebiedsvisie zijn echter recente gegevens over
het huidige gebruik van de Delftse Hout onontbeerlijk; bovendien moet een
actueel overzicht beschikbaar zijn van de wensen, behoeften en eisen die aan
het gebied gesteld worden. Daartoe wordt in de eerste helft van 2007 een gebruikersonderzoek
uitgevoerd, waarvan de resultaten - samen met het participatieve traject - input
leveren aan de gebiedsvisie.
Diverse categorieën van belanghebbenden zijn met betrekking
tot de Delftse Hout te onderscheiden, welke allen op (verschillende wijze)
betrokken zijn bij het gebiedsprogramma. Als categorieën zijn benoemd:
gebruikers van de Delftse Hout; overige overheden, en tenslotte de gemeente
Delft. Deze categorieën worden hieronder toegelicht.

Onder de gebruikers van het gebied worden de mensen
verstaan die in de Delftse Hout komen: Bewoners; Recreanten; Verenigingen; en
Ondernemers.
Een belangrijke groep ‘gebruikers’ zijn de circa tachtig
mensen die in het gebied wonen. De recreanten, die over het algemeen niet of
nauwelijks georganiseerd zijn, vormen ook een belangrijke categorie gebruikers.
Zij maken met name in de zomermaanden gebruik van het gebied, maar het gebruik
neemt de laatste jaren ook toe gedurende de overige maanden van het jaar. Ook
worden onder de ‘recreanten’ de mensen verstaan die de Delftse Hout gebruiken
als fietsroute voor bijvoorbeeld woon-werk verkeer.
De derde groep gebruikers wordt gevormd door de leden van
de verschillende verenigingen die gebruik maken van het gebied. Grofweg wordt
er onderscheid gemaakt tussen de natuur- en milieuverenigingen en de
sportverenigingen. In de Delftse Hout bevinden zich drie sportparken:
Brasserskade, Biesland en Wippolder.
Tenslotte zijn er ook ondernemers en bedrijven actief in de
Delftse Hout. Daarbij kan worden gedacht aan de horecavoorzieningen (hotels,
campings, restaurants en cafe’s), maar ook zijn er meer bedrijfsmatige
activiteiten, zoals het agrarisch bedrijf van dhr. Duyndam, en activiteiten die
op de bedrijfsterreinen aan de Olof Palmestraat en de Kleveringweg
plaatsvinden.
De groep ‘overige overheden’ valt uiteen in (buur)gemeenten
die om meerdere redenen een belang hebben bij de Delftse Hout. Het gebruik en
de wijze van het beheer zijn aanleiding om met elkaar in overleg te treden,
meer specifiek vormen de toegenomen aantallen inwoners in de buurt van de
Delftse Hout (met name de gemeenten Den Haag en Pijnacker-Nootdorp) een
belangrijke reden om het contact te zoeken.
Op andere niveaus heeft de gemeente met betrekking tot de
Delftse Hout te maken met het stadsgewest Haaglanden, de Provincie en het
Hoogheemraadschap Delfland, als beheerder van het grootste gedeelte van het
(oppervlakte)water in de Delftse Hout.
Binnen de gemeentelijke organisatie zijn uiteenlopende
organisatieonderdelen betrokken bij alles wat er in de Delftse Hout speelt.
Het gebiedsprogramma zelf is ondergebracht bij de sector Maatschappelijke
Ontwikkeling (voorheen Leefbaarheid), waar onder meer het recreatie- en het
sportbeleid worden ontwikkeld. Het programma heeft echter sterke verbindingen
met de vakteams Ruimtelijke Ordening en Milieu. Voor de uitvoering van het
onderhoud en beheer in de Delftse Hout is de sector Stadsbeheer
verantwoordelijk, met daarbinnen het team Delftse Hout voor het dagelijks
onderhoud en beheer. Vanuit het oogpunt van veiligheid, toezicht en handhaving
is de handhavingsregisseur vanuit programma Veiligheid betrokken en het vakteam
Handhaving en Toezicht. En tenslotte worden er uiteraard regelmatig diverse
werkzaamheden uitgevoerd die vanuit de sector stedelijke ontwikkeling of
wijkzaken en projecten worden opgepakt.
Hiermee is niet getracht een volledige opsomming te geven
van alle interne, gemeentelijke organisatieonderdelen die betrokken zijn bij
het gebiedsprogramma Delftse Hout. Het is meer om aan te geven dat
ontwikkelingen met betrekking tot de Delftse Hout een groot aantal betrokkenen
kent.
Door het college wordt vanuit diverse portefeuilles sturing
gegeven aan dit gebiedsprogramma. De meest relevante van die portefeuilles
zijn Ruimtelijke Ordening, Stadsbeheer, Milieu & duurzaamheid en Toerisme,
stadsmarketing en recreatie. Een stuurgroep Delftse Hout is ingesteld, bestaande
uit de wethouders Koning en Merkx.
Ambtelijk vindt afstemming plaats door middel van een
kernteam, waarin de betrokken vakteams vertegenwoordigd zijn, onder leiding
van de manager van het gebiedsprogramma. Binnen dit team is de huidige opzet
en werkwijze van het gebiedsprogramma ontworpen, waarbij de bestaande
overlegstructuren het uitgangspunt zijn geweest. Dit kernteam zal zich in de
toekomst uitbreiden en verder ontwikkelen tot programmateam.
Vanuit het kernteam lopen overleglijnen naar de (deel)projectleiders,
die met elkaar een ambtelijke werkgroep vormen.
Binnen de organisatie van het gebiedsprogramma is een
belangrijke rol weggelegd voor het platform Delftse Hout. Dit platform komt
ongeveer vier keer per jaar bijeen en is ontstaan om het overleg tussen
gemeente en de betrokkenen bij de Delftse Hout te faciliteren. Hoewel een vaste
kern betrokkenen voor de bijeenkomsten wordt uitgenodigd, staat deelname aan
dit overleg open voor iedereen met interesse in, of betrokkenheid bij de
Delftse Hout.
In de programmabegroting zijn vanuit het programma Beheer
van de Stad verschillende budgetten beschikbaar gesteld voor de Delftse Hout.
Deze budgetten zijn primair bedoeld om een kwalitatieve verbeterslag mogelijk
te maken voor het gebied.
Hier wordt de voorgenomen besteding toegelicht van de
incidentele budgetten en de investeringsmiddelen voor de jaarschijf 2007.
In het najaar van 2007 wordt een uitgebreider financieel
overzicht gepresenteerd, waarin onder andere de financiële consequenties van de
beheerplannen verwerkt zijn, alsmede de afspraken over bijdragen van
buurgemeenten en andere overheden.
Ten behoeve van de ontwikkeling van het gebiedsprogramma vormen
de wensen en behoeften van de bezoekers van de Delftse Hout een belangrijk
uitgangspunt. Er zijn sterke aanwijzingen dat de samenstelling van de bezoekers
van de Delftse Hout, mede naar aanleiding van de ontwikkeling van de Vinex
locaties, sterk gewijzigd is ten opzicht van het laatst gehouden
gebruikersonderzoek in 2002.
Er dient onderzoek gedaan te worden naar o.a. de herkomst,
aantallen en (recreatie)wensen van de bezoekers van de Delftse Hout. Deze
gegevens leveren input voor het gebiedsprogramma.
Hiervoor is in de programmabegroting € 25.000,-
gereserveerd.
|
Begroting van baten en lasten |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
[Nieuw beleid] |
|
2006 |
2007 |
2008 |
2009 |
2010 |
|
|
Gebruikersonderzoek Delftse
Hout |
|
|
25 |
|
|
|
Bedragen
X € 1.000,-
Voor toezicht op de strandstrook en het zwemwater bij de
grote plas is een structureel budget van € 10.000 nodig. Tot 2005 werd dit als
subsidie verstrekt uit de EZH-middelen. Deze middelen zijn inmiddels niet meer
beschikbaar.
Voor 2007 is hier inmiddels een incidentele oplossing voor
gevonden. Het komende jaar zal worden benut om binnen het kader van het
gebiedsprogramma het gesprek aan te gaan met andere overheden (buurgemeenten,
provincie) over hun bijdrage aan het toezicht.
|
Begroting van baten en lasten |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
[Nieuw beleid] |
|
2006 |
2007 |
2008 |
2009 |
2010 |
|
|
Toezicht strandstrook en
zwemwater Delftse Hout |
|
|
10 |
|
|
|
Bedragen X € 1.000,-
Dit budget wordt ingezet voor zaken die voortvloeien uit
het gebiedsprogramma Delftse Hout. Daarbij staat voorop, dat dit budget primair
bedoeld is om te kunnen bijdragen aan verbetering van de kwaliteit van de
Delftse Hout, ten opzichte van de reguliere middelen.
|
Begroting van baten en lasten |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
[Nieuw beleid] |
|
2006 |
2007 |
2008 |
2009 |
2010 |
|
|
Gebiedsprogramma Delftse Hout |
|
|
20 |
20 |
20 |
20 |
Bedragen X € 1.000,-
Voortvloeiend uit het toegenomen gebruik en de verwachting
dat deze trend zich zal doorzetten, is voor de jaren 2007 tot en met 2009 in
totaal een bedrag van € 500.000,- beschikbaar, voor investeringen in
nieuwe voorzieningen, of voorzieningen die een belangrijke kwalitatieve impuls
leveren aan de Delftse Hout.
|
Investeringen in het programma |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
[Grote projecten] |
|
2006 |
2007 |
2008 |
2009 |
2010 |
|
|
Gebiedsprogramma Delftse Hout |
|
|
100 |
200 |
200 |
|
Bedragen
X € 1.000,-
Voorgesteld wordt de jaarschijf 2007 te benutten om de
projecten te starten die in paragraaf 3.1 zijn benoemd. Prioriteit wordt
daarbij gegeven aan de sanitaire voorzieningen, waarvoor de kosten voor
voorbereiding en de eerste fase van realisatie zijn geraamd op € 75.000,-.
Voor de toegangsborden worden de kosten voorlopig op € 5.000,- geraamd, en
met € 20.000,- aan ramingskosten voor aanpassingen aan de brug is de
eerste jaarschijf reeds volledig benut. Ten aanzien van het vierde project
(extra parkeercapaciteit voor fietsen) zullen nog enkele aanvullende vragen
worden opgenomen in het gebruikersonderzoek. Voorbereiding kan dan wel
plaatsvinden zodra het gebruikersonderzoek is afgerond, maar het voorstel voor
de realisatie ervan zal worden meegenomen in het bestedingsvoorstel voor de
jaarschijven 2008 en 2009.
Voor de jaarschijf 2007 wordt de raad gevraagd akkoord te
gaan met de volgende besteding verdeling van de beschikbare middelen:
|
|
Investeringen
Gebiedsprogramma Delftse Hout |
|
2007 |
|
|
Sanitaire voorzieningen |
|
75 |
|
|
Informatiepanelen / Zoneborden |
|
5 |
|
|
Aanpassingen aan de brug |
|
20 |
|
|
Totaal |
|
100 |
Bedragen
X € 1.000,-
Voorstellen voor projecten die wegens gebrek aan middelen
of urgentie in het verleden nooit zijn gerealiseerd, zijn inmiddels
geïnventariseerd en zullen gedurende 2007 onder andere middels het
gebruikersonderzoek op actualiteit en haalbaarheid worden getoetst. De
ontwikkeling van de gebiedsvisie zal echter ook een bepaalde prioritering tot
gevolg hebben.
In navolging van de doelstelling van het gebiedsprogramma
(wensen en behoeften van de gebruikers en belanghebbenden staan daarin
centraal), zal het bestedingsvoorstel voor de tweede en derde jaarschijf aan
het eind van 2007 worden voorgelegd aan de gemeenteraad. Daarmee kan het
voorstel voor de besteding van de investeringsmiddelen worden gebaseerd op de
uitkomsten van het gebruikersonderzoek.
Het college van burgemeester en wethouders wordt
voorgesteld:
-
Dit plan van aanpak, inclusief de uitgangspunten en doelstelling
van het gebiedsprogramma Delftse Hout, vast te stellen;
-
De raad voor te stellen om de voorgenomen investeringen voor het
jaar 2007, zoals weergegeven in paragraaf 5.3, te dekken uit de reserve
grote projecten;
-
De financiële consequenties te verwerken in de 103e
begrotingswijziging.
[1] Geocaching
is een moderne vorm van schatzoeken, waarbij GPS-apparatuur gebruikt moet
worden. Personen en/of organisaties/verenigingen verstoppen zgn. ‘caches’
(“schatten”) en publiceren de locatie of route op internet.
[2] Signalen bestaan uit
verschillende onderzoeken die in het verleden hebben plaatsgevonden, maar ook
uit discussies binnen het platform Delftse Hout, waarin ervaringen met
betrekking tot het gebruik van de Delftse Hout centraal staan.
[3] Dit onderzoek vindt in de
eerste helft van 2007 plaats, daarom wordt in de zomer van dat jaar nog met
tijdelijke voorzieningen gewerkt.