Stuk 199 I                                                                                           Delft, 13 november 2006.

20153711

 

Onderwerp: Update van de Algemene Plaatselijke Verordening voor Delft.

 

 

Aan de gemeenteraad

 

Geachte dames en heren,

 

De Algemene Plaatselijke Verordening voor Delft (APV) heeft – met de vaststelling van uw raad ervan - in november 2004 een laatste (omvangrijke) integrale wijziging ondergaan. In het kader van deze besluitvorming is ook vastgelegd dat de APV in het vervolg beter integraal zou worden beheerd, o.a. door middel van een jaarlijkse update, ingaande 1 januari 2005.  

 

Wij leggen u thans ter vaststelling het concept-besluit van de update van 2006 voor.

 

Overzicht van wijzigingen

Om u inzicht te geven in de veranderingen die bij de actualisering zijn aangebracht in de APV is een overzicht van wijziging gemaakt. In dit overzicht wordt artikelsgewijs aangegeven wat de voorgestelde verandering is. Daarbij wordt aansluitend steeds een korte toelichting gegeven.

 

Uitgangspunten bij actualisering/update

Bij de actualisering gaan wij van het volgende uit:

·         De model APV van de VNG is als richtsnoer genomen; wijzigingen die zich in de loop van het jaar hebben voorgedaan worden verwerkt.

·         Wanneer een artikel niet is opgenomen in de model APV wordt als voorbeeld gekeken naar artikelen in APV’s van andere gemeenten.

·         Aanpassingen worden waar nodig gedaan in relatie tot de APV’s van Den Haag en de APV Rotterdam; dit om te voorkomen dat zaken in Delft niet zijn geregeld die in Den Haag en Rotterdam wel zijn geregeld, zodat kans wordt gelopen op “overloop” van deze problemen

·         Realisering van inhoudelijke aanpassingen aan nieuw beleid, aan problemen/knelpunten van politie en gemeente zoals die in de praktijk voorkomen, ook om in te spelen op maatschappelijke ontwikkelingen.

 

Op grond van het vorenstaande stellen wij u voor bijgaande, in concept voorliggende, wijzigingsverordening vast te stellen.

 

Hoogachtend,

 

Het college van burgemeester en wethouders,

 

 

mr. drs. G.A.A. Verkerk ,burgemeester.

 

 

mr. drs. H.G.L.M. Camps          ,secretaris                      


Stuk 199 II

20153711

 

De raad der gemeente Delft;

 

gelezen het voorstel van het college van 17 oktober 2006;

 

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet,

 

b e s l u i t

 

I.

vast te stellen de navolgende wijzigingen van de Algemene Plaatselijke Verordening voor Delft:

 

Hoofdstuk 1

 

Nr. wijziging

Betreft art.

Wijziging – tekstwijziging cursief

1

1.1 onder j

Vee: dieren die behoren tot de diersoorten genoemd in Bijlage II, behorend bij artikel 55 van de Meststoffenwet

2

1.8

Art. 1.8 komt te vervallen

 

Hoofdstuk 2

 

Nr. wijziging

Betreft art.

Wijziging – tekstwijziging cursief

3

2.1.6

Toevoegen nieuw lid 3, luidend:

Indien het tijdstip van de schriftelijke kennisgeving door terugrekening valt op een vrijdag na 12.00 uur, een zaterdag, een zondag of een algemeen erkende feestdag, wordt dit tijdstip geacht te vallen op 12.00 uur op de voorgelegen dag, die geen zaterdag, zondag of algemeen erkende feestdag

4

2.1.6

oud lid 3 hernummeren, wordt lid 4.

5

2.1.11

Toevoegen aan lid 2, onder j:

j. afvalbakken bij een horecabedrijf als bedoeld in de Exploitatieverordening Horeca.

6

2.1.11

Lid 2. onder b en c, wijzigen als volgt:

b.      zonneschermen, voorzover ze zijn aangebracht boven het voor voetgangers bestemde gedeelte van de weg en voorzover:

-   elk onderdeel zich hoger dan 2,2 meter boven dat gedeelte  
          bevindt, en

-   elk onderdeel, in welke stand het scherm ook staat, zich op meer dan 0,5 meter van het voor het rijverkeer bestemde gedeelte van de weg bevindt, en

-   elk onderdeel, in welke stand het scherm ook staat, minder dan 1,5 meter buiten de opgaande gevel reikt;

c.    de voorwerpen of stoffen, die noodzakelijkerwijs op de weg gebracht worden in verband met landen of lossen ervan. Degene die de werkzaamheden verricht of doet verrichten draagt er zorg voor dat onmiddellijk na het beëindigen daarvan, in elk geval voor zonsondergang, de voorwerpen of stoffen van de weg verwijderd zijn en de weg daarvan gereinigd is;


Stuk 199 II                                                                               pag. 2.

 

7

Art. 2.1.24

Nieuw opgenomen wordt art. 2.1.24, luidend:

Gebiedsontzegging

1.      Degene die zich in een door de burgemeester aangewezen gebied waarin naar zijn oordeel de openbare orde is verstoord,  gedraagt in strijd met art. 2.1.1, art. 2.1.2, art. 2.3.4, art. 2.3.5, art. 2.3.6, art. 2.3.7, art. 2.3.9, art. 2.6.1,  art. 2.6.3 en art. 4.2.1 APV dient zich terstond uit dat gebied te verwijderen en zich daar gedurende vierentwintig uur verwijderd te houden, nadat door of namens de burgemeester hem een daartoe strekkend bevel is gegeven.

2.      Het in het eerste lid genoemde bevel wordt niet eerder gegeven dan na een eerste overtreding als genoemd waarvan  proces-verbaal is opgemaakt en zich een soortgelijke tweede overtreding heeft voor gedaan waarbij de overtreder de aanzegging heeft gekregen dat bij een derde overtreding verwijdering volgt uit genoemd gebied voor vierentwintig uur.

3.      degene die in een door de burgemeester aangewezen gebied, als bedoeld in het eerste lid in een aaneengesloten periode van ten hoogste zes maanden na een derde overtreding zoals genoemd in het tweede lid, een nieuwe overtreding begaat, dient zich terstond na bevel van of namens de burgemeester  uit dat gebied te verwijderen en zich veertien dagen verwijderd te houden. 

4.      degene die in een door de burgemeester aangewezen gebied, als bedoeld in het eerste lid in een aaneengesloten periode van ten hoogste zes maanden na een vierde overtreding zoals genoemd in het derde lid, een nieuwe overtreding begaat, dient  zich terstond na bevel van of namens de burgemeester uit dat gebied te verwijderen en zich vier weken verwijderd te houden.

8

2.3.11

Lid 2 wordt gewijzigd en komt te luiden:

Het is verboden door middel van een verrekijker of enig ander optisch instrument een zich in een gebouw, woonwagen of woonschip bevindende persoon te bespieden.

9

2.3.14

Lid 1, eerste zin wordt gewijzigd en komt te luiden:

1. Het is de eigenaar of houder van een hond verboden die hond te laten verblijven of te laten lopen:

10

2.3.14

Lid 2, wordt gewijzigd en komt te luiden:

Het college kan plaatsen aanwijzen waar het verbod genoemd in het eerste lid onder a. niet geldt.

 

Hoofdstuk 3

 

Nr. wijziging

Betreft art.

Wijziging – tekstwijziging cursief

11

3.2.2

Lid 2 onder c ten tweede wordt gewijzigd en komt te luiden:

2. de artikelen 137c tot en met (…) 249, 252, 250a (oud), 273a, 300 tot en met 303 (…)

12

3.2.5

Lid 2 onder a wordt gewijzigd en komt te luiden:

a. geen strafbare feiten plaatsvinden (…) titels XIV (misdrijven tegen de zeden), XVIII (misdrijven tegen de persoonlijke vrijheid), XX (mishandeling) (…)


Stuk 199 II                                                                               pag. 3.

 

13

3.3.2

Lid 1 onder c wordt gewijzigd en komt te luiden:

c. er aanwijzingen zijn dat (….) in strijd met artikel 273a van het Wetboek van Strafrecht of met (…).

 

Hoofdstuk 4

 

Nr. wijziging

Betreft art.

Wijziging – tekstwijziging cursief

14

4.1.7

Lid 1 wordt gewijzigd en komt te luiden:

Het is een inrichting toegestaan maximaal 12 incidentele festiviteiten per kalenderjaar te houden waarbij de voorschriften (….)

 

 

 

 

Hoofdstuk 5

 

Nr. wijziging

Betreft art.

Wijziging – tekstwijziging cursief

15

5.1.7

Lid 4 wordt gewijzigd en komt te luiden:

4. Het college kan in uitzonderlijke gevallen  ontheffing verlenen van het in het eerste lid gestelde verbod

16

5.2.1

Lid 3 wordt gewijzigd en komt te luiden:

Het verbod genoemd in lid 1 geldt niet voor een inzameling die in besloten kring gehouden wordt.

17

5.2.1

Lid 4 wordt gewijzigd en komt te luiden:

Het college kan onder door hem te stellen voorschriften (…)

 

II.

1. dat, indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze wijzigingsverordening

een aanvraag om een vergunning of ontheffing op grond van een voor de wijziging geldende bepaling van de Algemene Plaatselijke Verordening voor Delft is ingediend, en

op deze aanvraag op het moment van inwerkingtreding van deze wijzigingsverordening nog niet is beslist, bij het beslissen op deze aanvraag de bepaling wordt toegepast zoals deze voor de inwerkingtreding gold.

 

2. dat gebods- of verbodsbepalingen die met deze wijzigingsverordening in werking treden en waarvoor een vergunning of ontheffing vereist is, nog niet van toepassing zijn

a. gedurende 3 maanden na inwerkingtreding van deze wijzigingsverordening,

b. na voornoemde termijn van 3 maanden voor zover de nodige vergunning of ontheffing binnen deze termijn op de juiste wijze is aangevraagd en op de aanvraag nog niet is beslist.

 

III.

dat dit besluit op 1 januari 2007 in werking treedt.

 

Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van 30 november 2006,

 

 

                                                           ,burgemeester.

 

 

 

                                                           ,griffier.