Eindrapport OVERDRACHT
VAN REINIGINGSTAKEN GEMEENTE DELFT
|
|
Onder voorbehoud akkoord bonden en OR met
Werkgeversvoorstel
betreffende het Sociaal Plan
Eindrapport van de
regiegroep reiniging
d.d. 20 april 2007
INHOUDSOPGAVE
1 Aanbieding
onderzoeksrapport
2 De fusie
met reinigingsbedrijven Avalex en Zoetermeer
2.2 Delftse doelstellingen voor de fusie
2.3 Bijbehorende randvoorwaarden
3 Inrichting
Delftse organisatie ten gevolge van de fusie
3.2 Bestuurlijke sturingsrelaties
3.3 Ambtelijk Opdrachtgeverschap
3.4 Personele consequenties van de invlechting
3.5 Achterblijvende vaste overhead
3.6 Het Delftse gedeelte van de afvalstoffeninzameling
4 Inbreng
Delft in Avalex Nieuwe Stijl
4.2 Resultaatsverdeling en commerciële activiteiten
4.5 Tijdelijke huisvesting Staal
4.7 Recapitulatie inbreng Delftse reiniging in het nieuwe reinigingsbedrijf
5 Integraal
overzicht financiële consequenties 2007-2011
Bijlage I:
Projectorganisatie ANS en regiegroep Reiniging
Bijlage II
Besluitvormingsoverzicht
Bijlage
III Kenmerken Sociaal Plan Reiniging
Delft
Bijlage IV Tekst
Gemeenschappelijke regeling (separaat bijgevoegd)
Bijlage V
Ondernemingsplan Avalex Nieuwe Stijl (separaat bijgevoegd)
Bijlage VII
Eindrapportage Taskforce Invlechting Reinigingstaken
3. Ambtelijk
Opdrachtgeverschap
Bijlage VIII
Advies Ondernemingsraad (voorbehoud sociaalplan) (separaat bijgevoegd)
Er is op dit moment nog geen
akkoord met de bonden en de Ondernemingsraad over het werkgeversvoorstel t.a.v.
het Sociaal Plan. Er was wel een akkoord, maar dat is bij een ledenraadpleging
door de bonden afgewezen. Er is een nieuw akkoord in de maak, dat naar
verwachting d.d. 25 april a.s. zal worden geaccepteerd, ook door de leden van
de bonden. De consequenties t.a.v. de financiële cijfers in voorliggend rapport
zijn marginaal. Per aansluiting (zie paragraaf 2.2) gaat het om een verschil achter
de komma.
De passages, die samenhangen met
een af te sluiten akkoord zijn in voorliggend rapport geel gemarkeerd, zodat
deze bij het definitief maken van het onderzoeksrapport gemakkelijker kunnen
worden bewerkt.
In het memo aan de Gemeenteraad van Delft d.d. 2 december 2005
betreffende de toetreding tot de Gemeenschappelijke Regeling Avalex is
aangegeven, dat ongewijzigd beleid m.b.t. inzamel- en reinigingstaken op
termijn zal leiden tot omzetverlies, overcapaciteit, relatief hogere kosten en
een verslechterende concurrentiepositie in het algemeen. Aangegeven wordt, dat
door samenwerking met Avalex er mogelijkheden ontstaan voor risicospreiding en
synergievoordelen, meer mogelijkheden tot innovatie, ontwikkeling en inkoopvoordelen.
De
gemeenten Delft, Leidschendam-Voorburg, Pijnacker-Nootdorp, Rijswijk, Wassenaar
en Zoetermeer hebben het voornemen geuit om een samenwerking aan te gaan op het
gebied van de uitvoering van gemeentelijke reinigingstaken. Als rechtsvorm is
gekozen voor een gemeenschappelijke regeling. De reeds bestaande
gemeenschappelijke regeling ‘Regionaal Reinigingsbedrijf Avalex’, waarin de
gemeenten Leidschendam-Voorburg, Pijnacker-Nootdorp, Rijswijk en Wassenaar
deelnemen, wordt daarbij als uitgangspunt gebruikt, maar aangepast voor de
vernieuwde gemeenschappelijke regeling, waarin ook de gemeenten Delft en
Zoetermeer deelnemen. Delft heeft in de afgelopen periode via de ambtelijke
regiegroep Reiniging resp. de Stuurgroep Avalex Nieuwe Stijl van de betrokken
partijen (Avalex, Delft en Zoetermeer) bijdragen geleverd aan de opzet van het
nieuwe reinigingsbedrijf (de projectorganisatie ANS is in bijlage I op
hoofdlijnen weergegeven, alsmede de samenstelling van de belangrijkste
onderdelen). De ambtelijke regiegroep heeft daarbij ook nader onderzoek gedaan
naar de consequenties van de ontvlechting en de invlechting van achterblijvende
Delftse taken.
Het
College heeft in september 2006 ingestemd met de notitie “Informatie over de
contouren van de GR met Avalex/Delft/Zoetermeer op hoofdlijnen”, die beschrijft
welk gezamenlijk beeld (op hoofdlijnen) Avalex/Delft/Zoetermeer hebben van de
vorming van een gezamenlijke gemeenschappelijke regeling voor afvalinzameling
en aanverwante werkzaamheden.De notitie is aansluitend ter informatie toe
gezonden aan de raadscommissie, in het verlengde van de afspraken die gemaakt
zijn bij de presentatie aan de raadscommissie op 15 juni 2006. Nu liggen onder
meer de door de Stuurgroep “Avalex Nieuwe Stijl” vastgestelde tekst van de
gemeenschappelijke regeling ter besluitvorming voor (bijlage IV). Deze wordt
“geflankeerd” door het organisatieplan en het ondernemingsplan (bijlage V).
De uitwerkingsresultaten, zoals het ondernemingsplan ANS en de tekst van
de nieuwe gemeenschappelijke regeling, overziende kan worden geconcludeerd dat
hiermee de basis is gelegd om de doelstellingen, die de gemeente Delft bij het
toetredingsproces heeft gesteld, te realiseren en ook passen binnen gestelde
randvoorwaarden. In financiële zin passen de effecten binnen de afwegingen, die
eind 2005 al zijn gemaakt. Belangrijke doelstellingen in dit kader,
kostenreductie en opbrengstverhoging, alsmede het beheersbaar houden van de afvalstoffenheffing,
zullen worden gerealiseerd. Daarnaast
is ook de randvoorwaarde gesteld dat er voor het personeel niet veel zou
veranderen. Op basis van het werkgeversvoorstel betreffende het[1]
Sociaal Plan, moet worden geconcludeerd dat dat het geval is. Geen enkele
medewerker ondervindt nadelige effecten in zijn betaling. Er kan gesteld worden
dat bijna iedereen er financieel op vooruit gaat. Ook heeft dit positieve
effecten op ontwikkelingtrajecten, taakverbreding en –roulatie.
Ten slotte is de voorwaarde gesteld dat er voor de burger geen negatieve
effecten op zouden treden; het bestaande service-niveau aan de Delftse burger
is doorvertaald in de opdracht aan Avalex.
De regiegroep Reiniging stelt u daarom voor
aan de Raad voor te stellen:
a)
in te stemmen
met de fusie van de reinigingsbedrijven Delft, Zoetermeer en Avalex in de
nieuwe gemeenschappelijke regeling Avalex Nieuwe Stijl;
b)
vast te
stellen de uit de fusie voortvloeiende begrotingswijzigingen.
In het ondernemingsplan ANS (zie bijlage V) wordt onder meer ingegaan op
de visie en missie en de hoofdstructuur van de nieuwe organisatie van de
organisatie.
Visie en missie
In de visie wordt ook een beeld
van de plaats en de positie
van de organisatie in de toekomst geschetst. In dit verband zijn de
volgende punten van belang:
-
ANS wil binnen de regio voor
gemeenten het bedrijf zijn als het gaat om
de inzameling van huishoudelijk afval en de gescheiden afvoer van de
verschillende componenten uit dat afval;
-
Voor bedrijven binnen de regio
wil ANS een betrouwbare, integere, effectieve en efficiënte dienstverlener
zijn;
-
Voor gemeenten wil ANS naast de
inzameling van verschillende componenten uit het huishoudelijk afval ook
aanverwante reinigingstaken vervullen waarbij ‘betrouwbaarheid’, ‘integriteit’,
‘effectiviteit’
en ‘efficiency’
sleutelbegrippen vormen.
Missie
ANS is
een gezamenlijke overheidsgedomineerde inzamel- en reinigingsorganisatie van en
voor de deelnemende gemeenten. Het bedrijf heeft tot doel het zo effectief en
efficiënt mogelijk voorbereiden en (het doen) uitvoeren van de integrale
reinigingstaken van de deelnemers. Daarbij maken het bedrijf en de deelnemers
toetsbare afspraken over de omvang en kwaliteit van de te leveren producten en
diensten, alsmede de daarbij behorende kosten.
Organisatiestructuur
De
hoofdstructuur van ANS ziet er als volgt uit:
In het ondernemingsplan ANS is bovenstaande hoofdstructuur verder
uitgewerkt.
De totale personeelsomvang zal groeien van ca. 278 Fte nu (exclusief
indirect personeel, die bij de gemeenten Zoetermeer en Delft niet bij de
reinigingsorganisaties zijn ondergebracht) naar 286 Fte (geheel selfsupporting,
ook t.a.v. alle PIOFAH-taken).
Verankering
bestuurlijke invloed in de onderneming (overheidsgedomineerd)
Deze doelstelling wordt met toetreding tot de Gemeenschappelijke
Regeling (GR) Avalex Nieuwe Stijl gehaald. De gemeente Delft blijft zelf verantwoordelijk
voor het binnen de gemeente te voeren afvalstoffenbeleid en laat een
afgesproken deel van de uitvoering over aan Avalex. De waarborgen hiervoor zijn
vastgelegd in de tekst van de Gemeenschappelijke Regeling Avalex Nieuwe Stijl
(zie bijlage IV) en onder meer verder uitgewerkt bij de invlechting van
Reinigingstaken en –verantwoordelijkheden binnen de gemeente Delft (zie bijlage
VII).
Heldere
scheiding in rollen en verantwoordelijkheden van respectievelijk eigenaar,
toezichthouder, opdrachtgever en opdrachtnemer
Binnen de Gemeenschappelijke Regeling is sprake van scheiding tussen de
rol van deelnemer (bestuurlijk) en klant van het bedrijf (ambtelijk) waarmee
een contract wordt gesloten. Daarnaast is er een scheiding tussen de
opdrachtgever (gemeente Delft) en uitvoerder (Avalex). Daarbij blijft de regie
op de afvalinzameling bij de gemeente en de uitvoering bij het bedrijf. De
scheiding in rollen en verantwoordelijkheden zijn verder uitgewerkt bij de
invlechting van Reinigingstaken en –verantwoordelijkheden binnen de gemeente
Delft (zie bijlage VII).
Kostenreductie
en opbrengstverhoging (o.b.v. marktconform niveau binnen overheid)
De toetreding leidt tot een verlaging van de inzamelkosten door een
effectiever uit te voeren inzameling door Avalex. Tegenover dit voordeel staat
dat Delft verantwoordelijk blijft voor een beperkt aantal taken en voor de
kosten door het wegvallen van een deel van de organisatie en de kosten voor de
aanpassing van de organisatie aan de nieuwe situatie. Daarom wordt voorzichtigheidshalve
uit van een ongeveer gelijkblijvend kostenniveau.
Het jaar 2010 is
het moment waarop bestaande contracten met bijvoorbeeld de afvalverwerkers en
de klanten van het Overlaadstation aflopen en nieuwe afspraken moeten worden
gemaakt over de verwerkingskosten en de kosten van overslag. Dan zal ook
blijken wat in zijn effect het voordeel is van het samengaan. De kosten van
overslag en verwerking zullen voor het grotere bedrijf Avalex minder stijgen
dan voor een relatief kleine eenheid zoals Delft. Daardoor wordt de stijging
van de kosten van afvalinzameling afgevlakt.
In het
ondernemingsplan ANS (zie bijlage V) zijn de begrotingen van de drie
afzonderlijke deelnemers (Avalex, Reiniging-Zoetermeer, Reiniging-Delft), en
die door PWC zijn gecontroleerd en voldoende betrouwbaar worden geacht,
opgenomen en afgezet tegen een geconsolideerde begroting ANS. In de
geconsolideerde begroting zijn voor 2007 de besparingen op de indirecte kosten
ingeboekt en voor 2011 zijn ook kostenbesparingen ingeboekt:
-
Bij de start
van de fusie zijn de kosten per aansluiting, exclusief de afbouw van de
achterblijvende overhead, ongeveer op een gelijk niveau, terwijl in de periode
van 3 á 4 jaar efficiencyvoordelen gerealiseerd moeten worden. Deze voordelen
zijn voorzichtig gecalculeerd. In de kostenopzet voor de nieuwe organisatie
wordt er rekening mee gehouden dat de beginperiode extra investeringen vergt,
er is in dat verband een risico-opslag van 2,5% ingevoerd (voor Delft een
bedrag van € 285.000). Deze risico-opslag wordt in de periode 2008-2011
afgebouwd. Uitgegaan wordt van een afbouw van deze risicotoeslag van 2,5% (in
2007) naar 1,25% (in 2011).
-
In het
ondernemingsplan ANS (bijlage V) zijn de kapitaallasten te hoog opgenomen. De
cijfers, die in dit eindrapport over de kosten per aansluiting zijn opgenomen,
zijn hiervoor gecorrigeerd. Uiteindelijk worden de werkelijke kosten verrekend.
-
Voor de jaren 2008 tot en met
2011 wordt een jaarlijkse reductie op de vaste kosten gerealiseerd van 1%
(exclusief verwerkingskosten en kosten Overlaadstation). Deze reductie is
mogelijk door het efficiënter inzetten van inzamelingsmiddelen en personeel. Op
dit moment bestaat een geringe overall overcapaciteit aan materieel die op
termijn kan worden afgebouwd. Daarnaast kunnen naar verwachting inkoopvoordelen
op inzamelingsmiddelen en overige materieel worden behaald als gevolg van
schaalgrootte.
Verder
zijn in het ondernemingsplan ANS een aantal onderwerpen, die de kosten-baten beïnvloeden,
in kwalitatieve termen benoemd maar door de grote mate van onzekerheid niet
gekwantificeerd.
In
onderstaande tabel zijn de resultaten kernachtig samengevat.
Kosten per aansluiting (in €)
Avalex rekening (prijspeil 2007) |
|||
Jaar |
Avalex |
Delft |
Zoetermeer |
Zelf uitvoeren 2007 |
213 |
200 |
242 |
ANS 2007 |
211 |
198 |
244 |
ANS 2011 |
205 |
190 |
234 |
Verschil zelf uitvoeren 2007
met ANS 2011 |
8 |
10 |
8 |
Uit het overzicht is af te leiden dat in Delft de kosten zullen dalen. Dit voordeel kan niet geheel
ingeboekt worden omdat er in de nieuwe situatie binnen de gemeentelijk
organisatie nieuwe taken ontstaan (eigenaarrol, opdrachtgeverrol enz) de
meerkosten hiervan bedragen € 140.000 (in bijlage VII zijn deze kosten nader
toegelicht). Daarnaast blijven taken bij de gemeente achter (zoals rond beleid,
handhaving en belastingen) en blijft vast overhead achter. In onderstaand
staatje staan deze kosten in de regel ‘gemeentelijke kosten’. Voor een
toelichting op deze gemeentelijke kosten wordt verwezen naar paragraaf 3.6.
Voor het jaar 2010 is voor Delft te verwachten dat , als gevolg van een
nieuw verwerkingscontract de verwerkingskosten zullen stijgen met ca € 15 per ton (€ 400.000/jaar meerkosten is een
stijging van ca 3,6% in de totale kosten). Indien Delft eigenstandig een nieuw
verwerkingscontract zou moeten sluiten is de inschatting dat de
verwerkingskosten per ton een stijging geeft van € 20. Het verschil met de
€ 15 is nu verwerkt in het schaalvoordeel.
Prijspeil |
2007 |
Delft
zelfstandig 2007 |
Delft
zelfstandig 2011 |
Delft bij Avalex
2007 |
Delft bij Avalex
2011 |
gemeentelijke kosten |
€ 28 |
€ 28 |
€ 30 |
€ 26 |
|
inzamelkosten |
€ 157 |
€ 157 |
€ 155 |
€ 147 |
|
verwerkingskosten |
€ 43 |
€ 53 |
€ 43 |
€ 50 |
|
kosten per aansluiting |
€ 228 |
€ 238 |
€ 228 |
€ 223 |
Op de gemeentelijke kosten wordt in de paragrafen 3.5 t/m 3.7 nader
ingegaan.
Kosten per aansluiting is niet gelijk aan afvalstoffenheffing. In Delft
zijn ca. 50.000 aansluitingen terwijl de afvalstoffenheffing (een- en meerpersoons)
als gevolg van o.a. het kwijtscheldingsbeleid bij ca. 37.000 aansluitingen
geheven kan worden.
Beheersbaar
houden van de afvalstoffenheffing
Uit het voorgaande punt blijkt dat aan deze doelstelling zonder meer
wordt voldaan. Een van de redenen om samenwerking te onderzoeken was juist het
risico dat de afname van het aantal klanten tot gevolg heeft dat de totale
inzamelkosten voor Delft sterk zouden gaan stijgen. Dat risico wordt beperkt
door toe te treden tot een groter bedrijf en de daarmee gepaard gaande
schaalvoordelen.
Verbeteren
van de continuïteit (verkleinen kwetsbaarheid i.v.m. afhankelijkheid van één
gemeente en een beperkt aantal gemeentelijke contracten)
Met toetreding wordt aan deze doelstelling voldaan. Een grotere schaal
betekent simpelweg dat de dienstverlening beter gegarandeerd is en dat er ook
meer massa is om eventuele risico’s op te vangen.
De
exploitatie van het Overlaadstation aan de Schieweg verruimen.
Het
Overlaadstation van Delft is gebouwd voor een veel grotere overslag dan Delft
zelf kan genereren. Andere inzamelaars maken op dit moment ook gebruik van onze
overslag maar deze afspraken zijn op termijn onzeker en het risico van een niet
volledig kostendekkende exploitatie is realistisch. Met toetreding tot Avalex is
er voor het Overlaadstation een veel
zekerder dekking en worden de exploitatierisico´s gedeeld.
Een complicatie voor het Overlaadstation betreft de nog lopende
vergunningaanvraag. Zolang er
nog geen nieuwe vergunning is, is te overwegen het Overlaadstation niet in eigendom over te dragen, maar wel
het beheer.
Afschermen
financieel risico van de gemeente uit commerciële omzet
Reiniging Delft heeft naast de inwoners van Delft ook particuliere
klanten. Dat zijn altijd contracten voor een bepaalde periode en daarom
onzeker. Het is mogelijk om binnen de Gemeenschappelijke Regeling daarvoor een
afzonderlijke exploitatie te maken waarmee ongewenste kruissubsidiëring wordt
voorkomen.
Bij de
toetreding tot Avalex Nieuwe Stijl zullen de commerciële activiteiten zijn in
een aparte organisatie-eenheid ondergebracht. Accountmanagement en
contractbeheer, voor zover het contracten betreft voor de inzameling van
bedrijfsafval, de exploitatie van het Overlaadstation en plaagdierbestrijding
als commerciële taak worden vanuit deze organisatie-eenheid, de afdeling ‘Uitvoering
commerciële taken’, ingevuld.
In de
lijn van de afdeling ‘Uitvoering commerciële taken’ zijn de taken
met betrekking tot accountmanagement van bedrijfsafval en commerciële taken als
ongediertebestrijding belegd. Dit houdt in dat acquisitie van bedrijfsafval,
het onderhouden van contacten met bedrijfsafvalklanten en –relaties,
contractbeheer bedrijfsafval, het afstemmen van de routes bedrijfsafval en
dergelijke in deze afdeling zijn ondergebracht. Facturatie van het ingezamelde
bedrijfsafval vindt, uit oogpunt van functiescheiding, plaats bij de
stafafdeling ‘Financiën
& Control’ van Avalex Nieuwe Stijl.
De
inzameling van het gecontracteerde bedrijfsafval vindt feitelijk plaats vanuit
de drie locaties van ANS: Delft, Hoornwijck en Zoetermeer. Functioneel valt de
afvalinzameling onder de teamleider ‘Uitvoering’ van Avalex Nieuwe Stijl en
hiërarchisch onder het afdelingshoofd ‘Uitvoering commerciële taken’. Voor verdere
details wordt naar het Ondernemingsplan verwezen (bijlage V).
Wel
samenwerken; geen privatisering
Het spreekt voor zich dat met toetreding in een Gemeenschappelijke
Regeling hieraan zonder meer wordt voldaan. Het personeel krijgt weliswaar ontslag bij de gemeente
Delft, maar treedt in dienst bij de GR-Avalex Nieuwe Stijl en behoudt de
ambtelijke status.
Behoud
van zeggenschap op prijsvorming en productontwikkeling reiniging
Het principe van Avalex is het cafetariamodel. Dit betekent dat per
gemeente afspraken worden gemaakt over de frequentie, de wijze van inzamelen en
de bijbehorende kosten. Dit in tegenstelling tot veel andere reinigings-GR´s
waar sprake is van een standaard pakket aan diensten. Binnen Avalex blijven de
deelnemende gemeenten zelf het afval- en reinigingsbeleid bepalen.
Gemeenschappelijke
Regeling is maximale vorm
In de
tekst van de Gemeenschappelijke Regeling Avalex Nieuwe Stijl (zie bijlage IV)
is hierover het volgende opgenomen:
“Een
deelnemer – waaronder begrepen de huidige deelnemers - kan niet uittreden
binnen vijf volle kalenderjaren na het in werking treden van de
gemeenschappelijke regeling. Na ommekomst van voornoemde periode kan een
deelnemer uittreden met inachtneming van een opzegtermijn van 1 jaar, ingaande
op 1 januari van enig jaar. Daartoe strekkende besluiten van de bestuursorganen
van de uittredende deelnemer worden aan het Algemeen Bestuur toegezonden.”
Met
bovenstaande tekst is de GR als maximale vorm niet voor de eeuwigheid
gegarandeerd, maar de intenties zijn helder.
De werkgelegenheid van het personeel
is hierbij in voldoende mate gegarandeerd, zoals ook is terug te vinden in het
werkgeversvoorstel betreffende het Sociaal Plan (zie bijlage III).
Effect veranderingen zichtbaar kunnen maken aan
burgers (meerwaarde) kwaliteitsborging
De doelstelling is tenminste een gelijkblijvende kwaliteit van de
dienstverlening. In dat geval zal de verandering niet zonder meer merkbaar zijn
voor de burger. Kort voor de daadwerkelijke toetreding zullen de burgers van
Delft en de overige klanten van Reiniging Delft vanzelfsprekend worden
geïnformeerd over de toetreding zelf en de eventuele wijzigingen in de
dienstverlening die dit tot gevolg heeft.
Het gedachtegoed INK-model wordt binnen ANS als uitgangspunt gehanteerd.
In het ondernemingsplan ANS (zie bijlage V) zijn hiervoor een aantal noties
uitgewerkt.
Tenminste
gelijkblijvende dienstverlening
Aan deze randvoorwaarde zal zonder meer worden voldaan.
Veranderkosten
op termijn terugverdienen met als effect de structurele kosten omlaag
Uit de samenwerking komen synergievoordelen voort. Daar staat tegenover
dat bij de ontvlechting van de reiniging er wel een bepaalde stijging van de
structurele kosten bij de gemeente ontstaat. Er verdwijnt immers een onderdeel
waaraan geen of slechts beperkt algemene kosten kunnen worden toegerekend. Per
saldo zal er in de eerste jaren dus geen sprake zijn van verlaging van de
kosten in zijn totaliteit.
Op termijn (vanaf 2010) worden de verdergaande voordelen van de
samenwerking beter zichtbaar. Uitgaande van gelijkblijvende omstandigheden is
dan zeker een betere beheersing van de kostenontwikkeling te verwachten. In de
situatie van autonome en onbeïnvloedbare toekomstige prijsstijgingen (zoals
AVR), wordt met de samenwerking tenminste een demping van dit soort
kostenverhogingen voor de GR bereikt.
Goede
en betrouwbare werkgever met eigen arbeidsvoorwaarden.
Avalex voldoet aan dit criterium.
De Werknemers van Delft en Zoetermeer, die mee overgaan naar de
gemeenschappelijke regeling behouden hun ambtelijke status. Bij de overdracht
van de reinigingstaken wordt het principe ‘mens volgt werk’ gehanteerd.
Draagvlak in de organisatie voor
veranderingen (en bij samenwerking een gezamenlijk gedragen
samenwerkingscultuur).
Het afgelopen half jaar is
gewerkt aan het vergroten van het draagvlak. De betrokkenheid van de
ondernemingsraad is gecontinueerd bij het proces en ook alle medewerkers zijn
regelmatig op de hoogte gesteld van de ontwikkelingen. Dat heeft zeker geleid
tot draagvlak en een goede basis voor het voorbereiden van de definitieve
toetreding.
De verwachting is dat de
Ondernemingsraad akkoord zal gaan met het samengaan in Avalex Nieuwe Stijl als
er een akkoord is over het Sociaal Plan.
Door PWC is een due diligence
(boekenonderzoek) uitgevoerd bij de partijen, die toetreden tot de nieuwe GR,
te weten Avalex, Zoetermeer en Delft. Na een wat moeizame start, is dit
onderzoek afgerond. Overall-conclusie is dat bij geen van de partijen
onregelmatigheden zijn gevonden, die een risico voor de samenwerking vormen.
Het boekenonderzoek in Delft heeft veel tijd
gevergd. Dit had onder meer te maken met:
-
de
begrotingsopbouw binnen Delft, waarbij de begroting van de Reiniging is
verweven met het geheel;
-
de met Avalex
en Zoetermeer afwijkende doorbelasting van algemene kosten;
-
het feit, dat taken
achterblijven bij Delft of zijn vervallen; daarom moest een verdiepingsslag
worden gemaakt om de begroting (maar ook realisatiecijfers over voorgaande
jaren) zichtbaar te maken, van alleen díe taken, die overgaan naar ANS.
Met de voorgenomen fusie van
Reiniging-Delft met de gemeenschappelijke regeling Avalex en
Reiniging-Zoetermeer gaan uitvoerende de taken die met afvalinzameling te maken
hebben over naar de nieuwe gemeenschappelijke regeling Avalex.
Reiniging-Delft heeft echter
meer taken dan alleen uitvoerende afvalinzamelingtaken; deze zullen niet
overgaan naar de nieuwe gemeenschappelijke regeling. Bij Delft blijven taken achter en ontstaan
ook nieuwe taken. Concreet gaat het hierbij om:
- Strategie&Control: Taken betreffende eigenaarrol.
- Milieu: Taken
betreffende beleidsmatige opdrachtgeverrol,
beleidsvoorbereiding en beleidsevaluatie.
- Stadsbeheer Taken betreffende
operationele opdrachtgeverrol, beleidsuitvoering (de veegtaken zijn per 1 mei
2006 al aan Stadsbeheer overgedragen) en bijdrage aan beleidsevaluatie.
- Belastingdienst Inning belastingen.
- TOR Handhavingstaken
(de taken van de Reinigingsinspectie zijn per 1 april al aan TOR overgedragen).
De Regiegroep Reiniging heeft een afzonderlijke rapportage
op doen stellen van in de achterblijvende Delftse organisatie onder te brengen
taken en verantwoordelijkheden. De eindrapportage Taskforce Invlechting
Reinigingstaken is ter inzage gelegd. In deze eindrapportage wordt uitgebreid
ingegaan op de bestuurlijke sturing en het ambtelijk opdrachtgeverschap.
Het gezamenlijke College vervult een eigenaarsrol en een opdrachtgeversrol.
Op het bestuurlijk vlak zijn de rollen van het DB (vakwethouder)
en het AB (vak- en financieel wethouder), uitgediept, mede aan de hand van de
verantwoordelijkheden van het Algemeen Bestuur en het Dagelijks Bestuur van de
nieuwe GR. Beide wethouders hebben overigens zitting in het AB van de nieuwe
GR.
A.
AB
Het AB heeft de functies kaderstellen,
autoriseren/vaststellen en toezicht houden/controleren. Het AB gaat over de
vaststelling van de begroting, rekening, beleidsplannen, verordeningen,
financieringsbesluiten etc.
De AB-leden zijn derhalve verantwoordelijk voor de bewaking
van het financiële belang van de GR. Concreet betekent dit het uitoefenen van
toezicht op de continuïteit, het rendement en de financiële risico’s van de
organisatie. Het uitoefenen van het toezicht vereist ook een
beheersinstrumentarium, dat samengesteld wordt uit maatregelen en procedures op
het gebied van Informatievoorziening vanuit de nieuwe GR, Risicobeheersing en
Verantwoording (o.a. rechtmatigheidstoets).
Conform de concept-tekst van de nieuwe GR zal het AB zal tenminste 2
maal per jaar bijeen komen.
B.
DB
Het DB is verantwoordelijk voor de besturing en beheersing
van de beleidsuitvoering en legt daarover verantwoording af. Het DB zorgt voor
de voorbereiding/uitvoering van de besluiten van het AB, het beheer van
financiën, en de operatie van de nieuwe GR.
De vakwethouder is derhalve aanspreekbaar op:
·
De
realisatie van het publieke belang (als opdracht-, subsidie- of regelgever), en
de nakoming van de GR van het overeengekomen contract (prestaties, prijs en
kwaliteit).
·
De
afhandeling van klachten die bij de gemeente binnenkomen over de GR.
Rondom het opdrachtgeverschap zijn vier stadia in een cyclus
te benoemen:
1.
Beleidsvoorbereiding (Plan)
2.
Uitvoering (Do)
3.
Controle (Check)
4.
Beleidsevaluatie (Act)
1. Beleidsvoorbereiding
De
beleidskaders m.b.t. de Reiniging betreffen met name het afvalstoffenbeleid.
Daarvoor is kennis over afvalstoffen en reinigingstechnieken noodzakelijk. Daarnaast
is het bijhouden van de kennis op het gebied van wet- en regelgeving op dit
terrein erg belangrijk. Het bijhouden van uitvoeringsbesluiten en het op orde
houden van de afvalstoffenverordening behoren ook tot des gemeentes taken. De
beleidswerkzaamheden met betrekking tot de reiniging worden ondergebracht bij
vakteam Milieu. Stadsbeheer (primair) en de nieuwe gemeenschappelijke regeling
(secundair) krijgen een adviesrol op het beleid. Dit om de afstand tussen
beleid en uitvoering niet te groot te maken. Het vakteam Milieu is
daarmee ook budgethouder van Reiniging. Het vakteamhoofd Milieu is de
gesprekspartner voor de hoofdvestiging van het nieuwe Reinigingsbedrijf. “Zijn”
opdrachtgeverschap bestaat uit het eenmalig opdragen van de werkzaamheden aan de
nieuwe gemeenschappelijke
regeling.
Op
ambtelijk terrein zal periodiek afstemmingsoverleg met de nieuwe gemeenschappelijke
regeling (bijv. 6 maal per jaar) plaatsvinden, waarin de voortgang
besproken wordt, en mogelijke beleidswijzigingen geagendeerd worden ter
advisering aan het bestuur. In dat kader wordt de term “Contactambtenaar”
geïntroduceerd, die in de context van de huidige gemeenschappelijke regeling nu ook
al bestaat bij deelnemende gemeenten. De gemeenschappelijke regeling wordt
in dit Afstemmingsoverleg naar verwachting vertegenwoordigd door de
Bedrijfsleider Vestiging Delft.
Het vakteam Milieu is in deze
constellatie verantwoordelijk voor de kaders (tijd, geld, kwaliteit,
informatie, organisatie en risico’s) en voor het afdwingen van tussentijdse
beslissingen indien de opdracht buiten de kaders raakt of dreigt te raken. In
deze situaties wordt uiteraard het bestuur tijdig betrokken.
2. Uitvoering
Het uitvoeren van de opdracht geschiedt door de nieuwe gemeenschappelijke
regeling. Behoudens
“interventies van bovenaf” is het niet gebruikelijk dat de gemeente Delft zich
met de dagelijkse gang van zaken bemoeit.
3. Controle
Het operationele contractbeheer wordt ondergebracht bij de
afdeling Stadsbeheer, die al beschikt over een instrumentarium en de menskracht
om de kwaliteit van de buitenruimte te beoordelen. Het achteraf controleren van
en rapporteren over de afgesproken prestaties, afgezet tegen de normen zal ook
door deze sector uitgevoerd worden. Het pre-accorderen ten behoeve van de
financiële afhandeling door de budgethouder valt ook binnen dit operationeel
contractbeheer.
4. Beleidsevaluatie
Beleidsevaluatie dient om te bewaken en na
te gaan of het vastgestelde beleid volgens afspraak uitgevoerd kan (blijven) worden en of er reden is het beleid bij
te stellen of nieuw beleid te ontwikkelen. Informatie uit deze beleidsevaluatie
is input voor het vakteam Milieu. Het uiteindelijke doel is om de
opdrachtformulering naar de nieuwe gemeenschappelijke regeling toe aan te laten sluiten bij de behoeften
van de gemeente Delft.
Bij het vergaren van informatie spelen
binnen Delft met name Stadsbeheer (in het kader van “monitoring kwaliteit
openbare ruimte”, be- en afhandeling klachten en meldingen) en TOR (in het
kader van handhavingstaken, op het gebied van Reinigingsinspectie) een rol.
Daarnaast is aan de opdrachtnemer gevraagd te rapporteren over specifieke
onderwerpen en prestaties.
De verantwoordelijkheid voor het signaleren
van overschrijdingen ligt bij de opdrachtgever (Milieu). De
bestuurlijke rapportages over Afvalinzameling worden door Milieu verzorgd,
waarbij op verzoek ook Stadsbeheer en TOR zullen adviseren en/of co-auteur(s)
zijn.
In aanvulling op eerder
besloten personele verschuivingen (veegdienst en reinigingsinspectie) moet
rekening gehouden worden met de volgende specifieke taken met bijbehorende
personele capaciteit:
-
Contactambtenaar bij vakteam
Milieu
Het contractbeheer bij de afdeling Milieu vergt een uitbreiding
op de formatie van 1 Fte in de vorm van een Contactambtenaar.
-
Beleidsmedewerker Afval
Daarnaast zal er een overplaatsing geschieden van de
Beleidsmedewerker Afval van het vakteam Reiniging naar het vakteam Milieu. Hier
is geen sprake van een uitbreiding van de gemeentelijke formatie.
-
Controle- en rapportagetaken
Stadsbeheer
Voor Stadsbeheer geldt dat er een beperkte toename van haar
adviestaken zal plaatsvinden; met deze toename is ca. € 40.000 gemoeid.
Voor
de personele uitbreiding met van 1 Fte bij het vakteam Milieu en de toename van
de adviestaken bij Stadsbeheer is een budget benodigd van ca € 140.000. Deze
personeelskosten komen overigens ten laste van de integrale exploitatie van de
afvalstoffeninzameling (het zgn. gesloten circuit), waar ook de dienstverlening
van Avalex nieuwe stijl in rekening gebracht wordt.
Door het cluster
Middelen is berekend, dat het totale bedrag aan overhead € 948.000 bedraagt. De
variabele kosten zijn hiervan ca 448.000, de vaste kosten ca 500.000. De
variabele kosten kunnen worden afgebouwd. Cluster middelen zal een nadere
analyse op de vaste kosten maken om te zien of cq in welke omvang de
achterblijvende vaste kosten zoveel mogelijk beperkt kunnen worden.
Aan de bij de gemeente Delft achterblijvende
en nieuwe taken zijn kosten verbonden. In het overzicht kosten per aansluiting
in paragraaf 2.2 zijn voor Delft de eigen Delftse kosten voor de
zorgtaak slechts ten dele opgenomen. In totaliteit betreft het:
Regie/Beleid bij vakteam Milieu |
€ 190.000 |
€ 100.000 meer dan in de huidige situatie (zie bijlage VII) |
Handhaving TOR |
€ 300.000 |
|
Stadsbeheer |
€ 180.000 |
€ 40.000 meer dan in de huidige situatie(zie bijlage VII) |
Heffing/inning Belastingen |
€ 350.000 |
|
Totale reiniging gerelateerd |
€ 1.020.000 |
=€ 20 per aansluiting |
Achterblijvende vaste overhead |
€ 500.000 |
|
|
€ 1.520.000 |
=€ 30 per aansluiting |
De genoemde bedrag van € 30 per aansluiting is uit te splitsen in € 18
al bestaande zorgkosten, € 2 voor uitbreiding van de zorgtaken het vakteam
Milieu en bij Stadsbeheer en tenslotte een bedrag € 10, dat betrekking heeft op
de achterblijvende vaste overhead.
Incidentele frictiekosten betreffen bijv.
een tijdelijke
boventalligheid van een aantal personeelsleden, of mogelijk in verband met een
overdracht/verkoop van bedrijfsmiddelen (materieel, Overlaadstation) lager dan
de boekwaarde. Ook de kosten voor
voorbereiding op de nieuwe organisatie zijn als frictiekosten te betitelen. Dit
wordt vooralsnog op maximaal € 400.00 incidenteel geraamd. Deze kosten worden
gedekt uit de egalisatiereserve voor de reiniging.
Mens volgt werk. Het personeel, dat
samenhangt met de activiteiten die aan Avalex Nieuwe Stijl worden overgedragen,
gaat mee over.
De inbreng in
Avalex op het onderdeel personeel en activiteiten (prestaties en kosten) zal
geschieden langs de lijn van de tussen Delft en Avalex op te stellen
Dienstverleningsovereenkomst, die in lijn is met het Ondernemingsplan ANS en
daarin opgenomen (meerjaren)begroting (zie bijlage V).
Bedrijfsafval
inzamelovereenkomsten. Delft
heeft in zijn werken voor derden een batig saldo op jaarbasis. Ook Zoetermeer
en Avalex kennen een batig saldo. Dit heeft mede te maken met het gunstige contract,
dat de gemeente Delft voor afvalverwerking bezit. Vanaf het jaar 2010 is voor Delft te verwachten dat, als gevolg van een
nieuw verwerkingscontract de verwerkingskosten zullen stijgen en, indien de
gemeente Delft zelfstandig zou verder gaan, het resultaat op de commerciële
activiteiten zou dalen. Op basis van de uitkomsten bij de jaarrekening 2007
moet bepaald worden of Delft een meer dan evenredige bijdrage levert aan het
commerciële resultaat.
Daarom zet de gemeente Delft in op een concrete verdeelsleutel voor de verdeling van
het resultaat rond niet-commerciële en rond commerciële activiteiten waarbij de
volgende lijn wordt voorgestaan:
- Verdeling van het resultaat m.b.t. niet-commerciële activiteiten naar rato van de omzet m.b.t. niet-commerciële activiteiten van iedere deelnemer, omdat de omzet een maat is voor de voor iedere deelnemer geleverde prestatie. Deze verdeelsleutel is reeds vastgelegd in de tekst van de gemeenschappelijke regeling (zie bijlage IV).
- De verdeling van het resultaat m.b.t.
de commerciële activiteiten kan op basis van dezelfde verdeelsleutel
plaatsvinden, omdat op termijn de situatie m.b.t. commerciële activiteiten niet
is terug te herleiden tot de situatie bij de start van de nieuwe gemeenschappelijke regeling.
- Tot
het moment dat het verwerkingscontract met de AVR expireert zal echter wel
moeten worden nagegaan of deze verdeelsleutel leidt tot een redelijk evenwichtige
verdeling van het resultaat, die aansluit bij het resultaat voor de gemeente
Delft vòòr toetreding tot de gemeenschappelijke
regeling. Op basis van
de uitkomsten bij de jaarrekening 2007 moet bepaald worden of Delft een meer
dan evenredige bijdrage levert aan het commerciële resultaat.
Bij de overdracht van taken aan Avalex
draagt de gemeente Delft ook activa over. Het betreft het overlaadstation,
materieel (voertuigen) en overige bedrijfsvoeringmiddelen (m.n. containers).
Gebruikelijk is de overdracht op boekwaarde
of taxatiewaarde te doen. Op basis daarvan is nader te bepalen of dit lager of
hoger dan de boekwaarde ligt. De egalisatiereserve kan als achtervang dienen
voor evt. afboeking van een te hoge boekwaarde.
De geprognosticeerde balanscijfers per
31/12/2006 (jaarrekening 2006) voor de verschillende activa zijn als volgt:
|
Aanschaf- waarde |
Boek- waarde 1/1/2006 |
Boek- waarde 1/1/2007 |
Boek- waarde 1/7/2007 |
Containers |
|
1.964.857 |
1.832.097 |
1.655.061 |
Voertuigen |
3.230.630 |
851.772 |
566.315 |
442.486 |
Afvaloverlaadstation |
8.151.629 |
8.151.629 |
7.964.053 |
7.857.735 |
Investeringen in 2007 |
2.830.457 |
|
|
|
KCA depot |
|
6.496 |
5.398 |
4.850 |
Voor containers/tractie is sprake van activa
die in de regel in een periode van 5 tot 10 jaar worden afgeschreven. De
afschrijvingstermijnen zijn gebaseerd op de economische levensduur van deze
bedrijfsvoeringmiddelen. Verkoop aan de gemeenschappelijke regeling zal geschieden
tegen boekwaarde.
Voor tractie (voertuigen) is voor de
invoering van BBV rekening gehouden met een materieel vervangingfonds. Volgens
het stelsel van het BBV worden investeringen in voertuigen geactiveerd. Als op boekwaarde wordt verkocht aan de gemeenschappelijke
regeling moet deze boekwaarde herberekend worden als ware dit soort
investeringen in het verleden geactiveerd geweest. Overigens loopt in de eerste
helft van 2007 nog een aanbestedingsprocedure voor 5 nieuwe voertuigen. Dit is
afgestemd met Avalex. Overdracht van deze nieuwe voertuigen naar Avalex zal
plaatsvinden tegen aanschafwaarde.
Voor wat betreft de containers moet er
rekening mee gehouden worden, dat deze voor een substantieel deel ( € 3,63 mln. ten behoeve van ca 850
ondergrondse containers in de periode 2000-2007) gefinancierd zijn vanuit de
EZH-gelden, en niet doorberekend zijn in de tarieven (effect vanaf 2009
merkbaar bij vervanging eerste ondergrondse containers) afvalstoffeninzameling.
Naast de eenmalige impuls is er ook sprake geweest van routinekredieten in
containers van ca. € 2,5 ton per jaar.
Het vervangingsschema van containers gaat uit van afschrijving in 10
jaar.
In de nader te maken afspraken met Avalex
wordt er vanuit gegaan dat de vaste (put, beton, bestrating) infrastructuur bij
Delft blijft en het metalen deel aan Avalex overgedragen wordt. Globaal gaat
het hierbij om een verhouding van 50/50. Hier moet naar de toekomst in de zin
van investeringen ook rekening mee gehouden worden.
Voor de overdracht betekent dit dat de
containers voor wat betreft de routine-investeringen tegen boekwaarde
overgedragen worden, en de vanuit de EZH-reserve gerealiseerde ondergrondse
containers tegen een te berekenen boekwaarde voor het metalen gedeelte. In de
kosten van Avalex komt dan een component te zitten van de ondergrondse
afvalcontainers; bij de tariefsberekeningen door Delft voor de afvalinzameling
(2008 e.v.) moet dan bezien worden of c.q. in hoeverre dit effect
geneutraliseerd kan worden.
Voor het Overlaadstation Voltaweg 11 is op
bedrijfseconomische basis een taxatiewaarde berekend.
Het overlaadstation wordt in 40 jaar
afgeschreven. Boekwaarde per 1/1/2007 bedraagt ca 7,1 mln. (alleen voor de
opstallen).
Een complicatie voor het overlaadstation
betreft de nog lopende vergunningaanvraag. Zolang er nog geen nieuwe vergunning is, zal het overlaadstation niet in eigendom worden overgedragen, maar
wel het beheer/de exploitatie. Hierover zullen dan praktische afspraken moeten
worden gemaakt, onder meer over kostenverrekening.
Verkoop aan Avalex zal plaats moeten vinden onder voorwaarde dat Delft 1e
recht op terugkoop heeft (conform B&W-besluit dec. 2006). Overigens is het
gebruikelijk dat bij dit soort verkopen de grond in erfpacht wordt uitgegeven.
De afkoop van eeuwigdurende erfpacht bedraagt ca € 2,6 miljoen.
Locaties Schieweg, werkplaats Staalweg en
depot KCA Staalweg
Het pand Schieweg 99 ligt in de oksel van
het overlaadstationop het
industrieterrein Schie-oevers. Delft heeft een optie genomen op de aankoop van
de Rijksgebouwendienst. Avalex zal het Overlaadstation overnemen en kan de
extra ruimte goed gebruiken. Gebruik van de Staalweg voor voertuigen en
werkplaats komt te vervallen. Het KCA-depot aan de Staalweg zal ook vervallen.
Er komt dan een nieuw depot aan de Voltaweg. Restantboekwaarde (per 1/1/2007
ruim € 5.000) moet afgeboekt worden.
De verplaatsing naar de Voltaweg zal
verwachting maart 2008 plaatsvinden.
Voorraden
Dit betreft onderdelen van voertuigen. De
waarde is nihil. De bruikbare onderdelen worden opgebruikt in komende 3 jaar.
Binnen Delft is besloten om met ANS een overeenkomst af te sluiten dat voor
een periode van maximaal 3 jaar het onderhoud van het materieel t.b.v. de
afvalinzameling door de werkplaats van Stadsbeheer wordt uitgevoerd, inclusief
voorwaarden waaronder dat moet gebeuren. Met ANS is de afspraak gemaakt, dat na
maximaal 2 jaar wordt beoordeeld of en hoe partijen na afloop van de
overeenkomst met elkaar doorgaan. Binnen de gemeente Zoetermeer is een
soortgelijk besluit genomen.
Inmiddels is vanuit Stadsbeheer het initiatief genomen, om e.e.a. te concretiseren
(welk onderhoud, met welke frequentie, voor welke prijs, etc.).
Zolang
de Schieweg 99 nog niet voor de Reiniging beschikbaar is, zal de ANS-vestiging
Delft nog op de Staal gehuisvest blijven. De kosten hiervan verrekenen met
Avalex. Hiervoor wordt een aparte kostenafspraak maken.
Aan overdracht
roerende/onroerende zaken zijn ook fiscale consequenties verbonden. De precieze
financiële consequenties worden afzonderlijk uitgewerkt.
1 |
Personeel en activiteiten |
via DVO overeenstemming over
prestaties/kosten; aanvullend verdeelsleutel resultaat
opnemen; clausule lusten en lasten uit het verleden
overeenkomen |
2 |
Activa: |
voertuigen/containers
tegen te berekenen boekwaarden, van ondergrondse containers alleen het
metalen gedeelte |
|
|
overlaadstation: op basis van boekwaarde. Grond tegen
erfpacht. Zolang er nog geen nieuwe vergunning is het overlaadstation niet in eigendom over te dragen, maar wel
het beheer/exploitatie. |
3 |
Contracten |
Delft behoudt zijn eigen verwerkingstarieven tot aan moment dat het
contract met de AVR expireert. |
|
|
Tot het moment
dat het verwerkingscontract met de AVR expireert zal moeten worden nagegaan
of de verdeelsleutel van het resultaat leidt tot een redelijk evenwichtige
verdeling van het resultaat, die aansluit bij het resultaat voor de gemeente
Delft vòòr toetreding tot de gemeenschappelijke
regeling. Op basis van
de uitkomsten bij de jaarrekening 2007 moet bepaald worden of Delft een meer
dan evenredige bijdrage levert aan het commerciële resultaat. |
4 |
Werkplaats Stadsbeheer |
Overeenkomst voor een periode van maximaal
3 jaar waarbij het onderhoud van het materieel t.b.v. de afvalinzameling door
de werkplaats van Stadsbeheer wordt uitgevoerd |
5 |
Tijdelijke huisvesting Staal |
Kosten worden doorberekend aan Avalex |
6. |
Overige zaken |
Fiscale effectenvoor Delft nog te bepalen |
Er wordt met de deelnemende partijen in de
gemeenschappelijke regeling nog een clausule geformuleerd, waarin wordt
geregeld, dat deelnemers de lusten en lasten uit het verleden zelf dragen. In de
op te stellen clausule gaat het om twee elementen:
-
in welke mate
de inbrengbegroting in de vernieuwde GR reëel is geweest;
-
beoordeling
van incidenten uit het verleden bij de opstelling van de jaarrekening 2007, die
aanwijsbaar op een van de deelnemers in de vernieuwde GR of de deelnemers van
de huidige GR is terug te voeren. Het moet dan wel gaan om een incident met een
substantiële financiële omvang, waarbij moet worden gedacht aan bijv. 1% van de
omzet.
In 2010 vindt de omslag plaats naar een
structureel voordeel. In de jaren 2007-2010 worden de plussen en minnen
vereffend met de egalisatiereserve voor de reiniging.
|
2007 |
2008 |
2009 |
2010 |
2011 |
(half
jaar) |
|||||
Extra kosten voor Delft |
-70.000 |
-140.000 |
-140.000 |
-140.000 |
-140.000 |
Kosten achterblijvende vaste overhead |
-
250.000 |
-500.000 |
-450.000 |
-400.000 |
-300.000 |
“Overwaarde” activa |
500.000 |
|
|
|
|
Aanvullende dekking: |
|
|
|
|
|
Structureel Budget |
|
250.000 |
250.000 |
250.000 |
250.000 |
Efficiency Avalex |
|
150.000 |
300.000 |
450.000 |
600.000 |
Totaal |
180.000 |
-240.000 |
-40.000 |
160.000 |
410.000 |
6
Conclusie
en besluit
De belangrijke doelstellingen die vooraf geformuleerd zijn
in dit proces, t.w. kostenreductie en opbrengstverhoging, alsmede het
beheersbaar houden van de afvalstoffenheffing, zullen worden gerealiseerd.
Daarnaast is ook de randvoorwaarde gesteld dat er voor het personeel niet veel
zou veranderen. Op basis van het onderhandelingsakkoord Sociaal Plan, moet
worden geconcludeerd dat dat het geval is.
Ten slotte is ook de randvoorwaarde gesteld dat er voor de
burger geen negatieve effecten op zouden treden; het bestaande service-niveau
aan de Delftse burger is doorvertaald in de opdracht aan Avalex.
Gevraagd Besluit:
1 in te
stemmen met het vormen van een vernieuwde gemeenschappelijke regeling Avalex ;
2 in te
stemmen met de overdracht van reinigingstaken van de gemeente Delft aan Avalex;
3 en de
financiële consequenties vast te stellen middels de 47ste begrotingswijziging.
4 de
geheimhouding van de ter inzage gelegde due diligence op grond van art. 10, lid
1c en 2 b. van de Wet Openbaarheid van Bestuur te bekrachtigen
Algemeen
De bij de verzelfstandiging betrokken
partijen Delft, Avalex en Zoetermeer hebben een gezamenlijke projectorganisatie
opgericht. De werkzaamheden binnen de projectorganisatie spitsen zich nu nog
toe op met name de invlechting van allerlei taken in de Avalexorganisatie.
Binnen de projectorganisatie ANS is sprake
geweest van onder meer:
-
Stuurgroep
ANS;
-
Projectgroep
ANS:
-
werkgroepen
ANS
De stuurgroep heeft op het toetredingsproces
gestuurd en is opgetreden als opdrachtgever van de projectgroep ANS, die
voorstellen heeft uitwerkt of door werkgroep heeft laat uitwerken.
Binnen de gemeente Delft is de Regiegroep
Reiniging in het leven geroepen, die de regie binnen de gemeente heeft gevoerd
over het ont- en invlechtingsproces van alle met de reiniging samenhangende
taken.
Projectorganisatie ANS
Stuurgroep ANS
De Stuurgroep werd gevormd door het Dagelijks Bestuur van Avalex,
aangevuld met de portefeuillehouders “Afval & Reiniging” van de gemeenten
Delft (Anne Koning) en Zoetermeer (Frank Speel) + ambtelijke ondersteuning. De
voorzitter van het Dagelijks Bestuur van Avalex trad op als voorzitter van de
Stuurgroep.
Aan de vergaderingen van de Stuurgroep nam voorts deel (maar waren géén
lid van de Stuurgroep):
- K. Voormeulen (als adviseur van de Stuurgroep en voorzitter
van de “Projectgroep Avalex Nieuwe Stijl”)
- P.N. Floor (als directeur Avalex)
De Stuurgroep stuurde de fusie van de reinigingsbedrijven van Delft,
Avalex en Zoetermeer op hoofdlijnen aan en trad op als opdrachtgever naar de
ambtelijke Projectgroep “Avalex Nieuwe Stijl”
De Stuurgroep besloot op voordracht van de projectgroep ten aanzien van:
1.
Vaststelling
inventarisatie
a.
Taken en
producten
b.
Contracten
c.
Arbeidsvoorwaardenpakket
personeel
d.
Financiën
(bedrijfsmiddelen)
2.
Vaststelling
Besturingsmodel voor Avalex Nieuwe Stijl
3.
Ondernemingsplan
Avalex Nieuwe Stijl
4.
Financiële
inbreng en Dienstverleningsovereenkomsten
5.
Wijziging Gemeenschappelijke
Regeling Avalex
Voorafgaand aan de bijeenkomsten van de Stuurgroep vond
informatieverstrekking en consultatie van de betrokken ondernemingsraden
plaats. De verantwoording hiervoor ligt bij de deelnemende partijen Avalex,
gemeente Delft en gemeente Zoetermeer. De drie ondernemingsraden werden in de
gelegenheid gesteld om gezamenlijk overleg te voeren ten aanzien van de door
hen uit te brengen adviezen in het kader van artikel 25 WOR.
De vertegenwoordiging van Avalex droeg zorg voor het consulteren van de
contactambtenaren van de deelnemende gemeenten in de Gemeenschappelijke
Regeling.
Projectgroep ANS
De werkzaamheden gedurende het toetredingstraject werden uitgevoerd
onder verantwoordelijkheid van de Projectgroep ANS. De Projectgroep was als
volgt samengesteld:
K. Voormeulen Avalex, voorzitter
P.N. Floor Avalex, Project
Coördinator)
Æ.B. Ruiter Hoofd
Reiniging gemeente Delft
J.J. Verschuren Projectleider
Ontvlechting gemeente Delft
A.J. Peereboom Hoofd
afdeling Inzameling gemeente Zoetermeer
P. de Visser Hoofd
afdeling Stadsbeheer gemeente Zoetermeer
De Projectgroep droeg zorg voor de communicatie met de betrokken
organisaties en werd daartoe bijgestaan door een communicatieadviseur van één
van de deelnemende gemeenten.
Per aandachtsgebied heeft de Projectgroep werkgroepen in het leven
roepen. De voorzitters van de werkgroepen brachten verslag uit van hun
werkzaamheden aan de Projectgroep. Er werden werkgroepen samengesteld voor de
volgende aandachtsgebieden:
-
Communicatie
-
Bestuurlijke
en juridische Zaken
-
Taken en
Producten (o.a. DVO’s en inventarisatie contracten)
-
Financiële
Zaken (o.a. Administratieve Organisatie, ontvlechting en Bedrijfsplan)
-
Personeel
& Organisatie
-
ICT
De werkgroepen
houden zich op dit moment nog bezig met allerlei implementatieaspecten rond
invlechting binnen de Avalexorganisatie
Projectorganisatie
gemeente Delft:
Regiegroep
Reiniging
Binnen de gemeente Delft heeft de Regiegroep
Reiniging de regie gevoerd over het ont- en invlechtingsproces van alle met de
Reiniging samenhangende taken. De regie heeft bestaan uit het laten uitvoeren
van opdrachten om te komen tot de ont- en invlechting van alle met de Reiniging
samenhangende taken. Verder bestond de regie uit de voorbereiding van
besluitvorming in GMT, het Delftse College en de Raad en advisering van
portefeuillehouder “Afval & Reiniging” van de gemeente Delft (Anne Koning),
die tevens lid is van de Stuurgroep Avalex.
De Regiegroep
Reiniging was als volgt samengesteld:
E. Ossel Directeur Middelen
C. Kruisinga Directeur Wijk- en Stadszaken
B. den Uijl Hoofd Strategie en Control
J. van Reenen Hoofd vakteam Milieu
Æ. Ruiter Hoofd
vakteam Reiniging
H. Verschuren Projectleider
Ontvlechting gemeente Delft
|
Relevante
documenten: |
Datum: |
Toelichting en
status: |
1.
|
Voorstel externe oriëntatie en resultaten
mogelijke samenwerkingsvormen |
Diverse stukken
uit 2004 en 2005 |
|
2.
|
Memo aan
Gemeenteraad Delft d.d. 14 december 2005 |
Memo d.d. 14 dec. 2005 |
Informatie aan de
Gemeenteraad van Delft |
3.
|
Intentieovereenkomst
met Avalex |
Febr. 2006 |
|
4.
|
Kadernota |
15 jun. 2006 |
|
5.
|
Contourennota |
12 okt. 2006 |
Het College
heeft in september 2006 ingestemd met de notitie “Informatie over de
contouren van de GR met Avalex/Delft/Zoetermeer op hoofdlijnen”. De notitie
is ook voorgelegd aan de raadscommissie, in het verlengde van de afspraken
die gemaakt zijn bij de presentatie aan de raadscommissie op 15 juni 2006. |
|
Documenten voor
Avalex nieuwe stijl |
|
|
6.
|
Eindconcept organisatieplan ‘Organisatieplan Avalex Nieuwe Stijl – tbv de samenwerking tussen de gemeenten Delft, Leidschendam-Voorburg, Pijnacker-Nootdorp, Rijswijk, Wassenaar en Zoetermeer op het gebied van de uitvoering van gemeentelijke reinigingstaken’ van 29 januari 2007 . Concept tekst GR dd 19-1-2007 |
8 feb 2007 |
Behandeld in de commissie Wijk ,Verkeer & Beheer van februari 2007 |
7.
|
Financiële Due
Diligence: Rapportage boekenonderzoek gemeente Delft |
21 mrt. 2007 |
PWC heeft zowel
bij Avalex, als bij de Reiniging Zoetermeer en de Reiniging Delft een
boekenonder-zoek uitgevoerd. Bij dit onderzoek zijn bij geen van de partijen
onregelmatigheden aangetroffen. PWC heeft van het bij de drie betrokken
partijen uitgevoerd onder-zoek een totaalrapportage gemaakt t.b.v. de
Stuurgroep Avalex Nieuwe Stijl met daarin de bevindingen en conclusies. Het
betreffende rapport ligt nu vertrouwelijk ter inzage. |
8.
|
Tekst
Gemeenschappelijke regeling |
Concept 19 mrt. 2007 |
De tekst van de
gemeenschappe-lijke regeling is gebaseerd op de eerder genoemde kadernota en
contourennota. |
9.
|
Ondernemingsplan
Avalex Nieuwe Stijl |
23 mrt. 2007 |
Vastgesteld door
de Stuurgroep |
|
Documenten
voor/van Delft |
|
|
10.
|
Eindrapportage
Taskforce Invlechting Reinigingstaken |
23 mrt. 2007 |
Een samenvatting
is behandeld in het College d.d. 17 april 2007. |
11.
|
Sociaal Statuut |
3 apr. 2007 |
|
12.
|
Advies
Ondernemingsraad |
|
Is onderliggend
document voor de besluitvorming |
13.
|
Advies
Georganiseerd Overleg |
|
Is onderliggend
document voor de besluitvorming |
De medewerker volgt zijn/haar
functie die gelijk is aan de huidige functie. Er zullen geen gedwongen
ontslagen vallen.
Tot 1 juli 2012 worden medewerkers
die overgegaan zijn naar Avalex, aangemerkt als interne kandidaat voor functies
binnen gemeente Delft.
Wanneer de huidige functie bij
Avalex binnen 5 jaar zou vervallen, treden de betrokkenen (voor zover zij dat
wensen) weer in dienst bij gemeente Delft.
Ook na de genoemde periode van 5
jaar voelt de gemeente Delft zich verantwoordelijk voor het daar werkzame
personeel en kunnen zij in aanmerking komen als interne kandidaat voor
vacatures binnen gemeente Delft.
Individueel verworven rechten
worden geïnventariseerd en vastgelegd in een persoonsgebonden overgangsdossier.
De medewerker kan dat overgangsdossier inzien. Het overgangsdossier wordt
vergezeld van een overgangsprotocol. Hierin worden de verworven rechten
beschreven. De nieuwe werkgever en de werknemer tekenen het protocol voor
akkoord.
We gaan uit van het principe
gelijk loon voor gelijk werk bij Avalex. Geen enkel personeelslid ondervindt nadeel
van de overgang naar de nieuwe werkgever. Het brutosalaris blijft minimaal
gelijk. Omdat de nieuwe werkgever een ander functiewaarderingssysteem hanteert
dan Delft zijn er nu beloningsverschillen. Dit heeft met name betrekking op het
apart toekennen van de inconveniëntentoelage. Delft kent geen inconveniëntentoelage (bijvoorbeeld vuilwerk
toeslag) maar heeft dit in het salaris opgenomen. Die beloningsverschillen
worden als volgt opgelost.
Met de overgang naar Avalex
ontvangen alle personeelsleden in schaal 4 en 5 een gegarandeerde persoonlijke
toeslag, vergelijkbaar met de inconveniëntentoelage zoals bij Avalex. Zij komen
hierdoor op het zelfde salarisniveau als de collega's die nu al in dienst zijn
van Avalex.
De (specialistische) medewerkers
in schaal 6 op het Overlaadstation, KCA depot en ongediertebestrijding krijgen
er met de overgang naar de nieuwe werkgever een persoonlijke toelage
vergelijkbaar met de vuilwerk toeslag bij. In de genoemde persoonlijke toelage
wordt de onregelmatigheidstoeslag verrekend. Deze genoemde toeslagen zijn
structureel.
De toelage onregelmatige dienst
die medewerkers uitvoering en alle medewerkers die werkzaamheden uitvoeren die
direct aan de uitvoering gerelateerd zijn, ontvangen, vervalt. Hier staat wel
de nieuwe toelage wegens inconveniënten tegenover.
Overgangstoeslag
Met de nieuwe salarisregeling
worden de beloningsverschillen in de huidige schalen 4 (medewerker reiniging)
en 5 (seniormedewerker reiniging) kleiner. Dat wordt door de betrokkenen als
onrechtvaardig beschouwd. Om aan dat gevoel voor onredelijkheid tegemoet te
komen wordt een éénmalige toeslag toegekend bij de overgang naar Avalex. Het
bedrag, € 2.712,- op basis van een fulltime dienstverband voor medewerkers in
schaal 5, wordt in één keer bruto uitgekeerd. Voor de overige salarisschalen is
- met uitzondering van schaal 4 ( medewerker reiniging) - de toelage
vastgesteld op €1.356,- (ook eenmalig, bruto) op basis van een voltijdsalaris.
Deeltijders krijgen deze toelage naar evenredigheid.
Het maximumsalaris verbonden aan
de bijbehorende schaal waarin de functie wordt uitgeoefend, wordt gegarandeerd.
De nieuwe werkgever heeft een
eigen systeem van functiebeschrijving- en waarderen. Wanneer sprake is van een
hogere functionele salarisschaal geldt voor functievolgers op de datum van
overgang de hogere salarisschaal.
De datum van de periodieke
jaarlijkse verhoging , blijft onverkort van toepassing voor zover het maximum
in de schaal nog niet is bereikt.
De regeling overheidsjubilea is
bij Avalex gelijk aan de Delftse regeling. Voor wat betreft de gratificatie
overheidsjubileum wordt de diensttijd bij de gemeente Delft bij Avalex
meegenomen voor de berekening. Er wordt dus uitgegaan van "ononderbroken
dienstverband".
Het gemeentedienst jubileum komt
te vervallen. Gemeente Delft verstrekt werknemers die tot 5 jaar na overgang in
aanmerking zouden komen voor een gemeentedienst jubileumgratificatie een
gratificatie. Deze wordt via een verrekenmethode toegepast.
De reiskostenvergoeding voor
woonwerkverkeer zal in ieder geval gelijk zijn.
De dienstjaren in dienst van
gemeente Delft worden opgenomen in het overdrachtsdossier. Deze dienstjaren
worden bij het bepalen van een ambtsjubileum of anderszins aangemerkt als
diensttijd doorgebracht in dienst van de nieuwe werkgever.
Nota voor B&W
Invlechting Reinigingstaken en
-verantwoordelijkheden
1.
Inleiding
Door de voorgenomen fusie van Reiniging-Delft
met GR Avalex en Reiniging-Zoetermeer zijn voorbereidingen getroffen om de
taken die met afvalinzameling te maken hebben in te brengen in de nieuwe GR
Avalex.
Reiniging-Delft heeft echter
meer taken dan alleen uitvoerende afvalinzamelingtaken; deze zullen niet
overgaan naar de nieuwe GR. Enkele hoofdthema’s hierbij zijn Beleid,
Handhaving, Opdrachtgeverschap en Eigenaarschap.
Om te borgen dat deze taken en
verantwoordelijkheden ook een plaats binnen het ambtelijke en bestuurlijke
apparaat van Delft verkrijgen, is door de Regiegroep Reiniging opdracht
verstrekt deze taken te inventariseren, en aanbevelingen te doen op welke
manier deze taken vervuld kunnen worden. De uitvoering van deze opdracht is
neergelegd bij de Taskforce Invlechting Reinigingtaken en
-verantwoordelijkheden, ook wel TIR genoemd. Deze nota beschrijft de uitkomsten
van deze Taskforce.
2. Bestuurlijke sturingsrelaties
Het gezamenlijke College vervult een eigenaarsrol en een opdrachtgeversrol.
Op het bestuurlijk vlak zijn de rollen van het DB
(vakwethouder) en het AB (vak- en financieel wethouder), uitgediept, mede aan
de hand van de verantwoordelijkheden van het Algemeen Bestuur en het Dagelijks
Bestuur van de nieuwe GR. Beide wethouders hebben overigens zitting in het AB van
de nieuwe GR.
C.
AB
Het AB heeft de functies kaderstellen,
autoriseren/vaststellen en toezicht houden/controleren. Het AB gaat over de
vaststelling van de begroting, rekening, beleidsplannen, verordeningen,
financieringsbesluiten etc.
De AB-leden zijn derhalve verantwoordelijk voor de bewaking
van het financiële belang van de GR. Concreet betekent dit het uitoefenen van
toezicht op de continuïteit, het rendement en de financiële risico’s van de
organisatie. Het uitoefenen van het toezicht vereist ook een
beheersinstrumentarium, dat samengesteld wordt uit maatregelen en procedures op
het gebied van Informatievoorziening vanuit de nieuwe GR, Risicobeheersing en
Verantwoording (o.a. rechtmatigheidstoets).
Conform de concept-tekst[2]
van de nieuwe GR zal het AB zal tenminste 2 maal per jaar bijeen komen.
D.
DB
Het DB is verantwoordelijk voor de besturing en beheersing
van de beleidsuitvoering en legt daarover verantwoording af. Het DB zorgt voor
de voorbereiding/uitvoering van de besluiten van het AB, het beheer van
financiën, en de operatie van de nieuwe GR.
De vakwethouder is derhalve aanspreekbaar op:
·
De
realisatie van het publieke belang (als opdracht-, subsidie- of regelgever), en
de nakoming van de GR van het overeengekomen contract (prestaties, prijs en
kwaliteit).
·
De
afhandeling van klachten die bij de gemeente binnenkomen over de GR.
De
vakwethouder wordt primair ondersteund door het vakteam Milieu, dat eveneens
consulteert bij TOR, Wijkzaken, Stadsbeheer en Belastingen als het gaat om Handhaving,
Operationele zaken, resp. Inning inzake afvalinzameling.
Conform de concept-tekst[3]
van de nieuwe GR zal het DB minimaal 6 maal per jaar bijeenkomen.
Rondom het opdrachtgeverschap zijn vier stadia[4]
in een cyclus te benoemen:
5. Beleidsvoorbereiding (Plan)
6. Uitvoering (Do)
7.
Controle (Check)
8.
Beleids-evaluatie (Act)
1. Beleidsvoorbereiding
De beleidskaders m.b.t. de Reiniging betreffen met name het afvalstoffenbeleid.
Daarvoor is kennis over afvalstoffen en reinigingstechnieken noodzakelijk.
Daarnaast is het bijhouden van de kennis op het gebied van wet- en regelgeving
op dit terrein erg belangrijk. Het bijhouden van uitvoeringsbesluiten en het op
orde houden van de afvalstoffenverordening behoren ook tot des gemeentes taken.
De monitoring van het
afgesproken beleid is ook nadrukkelijk een taak die ingevuld moet worden.
Stadsbeheer (primair) en de nieuwe GR (secundair) krijgen een adviesrol op het
beleid. Dit om de afstand tussen beleid en uitvoering niet te groot te maken.
De TIR heeft zich uitgesproken
dat deze beleidswerkzaamheden bij het vakteam Milieu terecht moeten komen.
Stadsbeheer zal aan Milieu rapporteren als beleid niet uitvoerbaar is, of is
gebleken, en advies uitbrengen over mogelijke interventies. Hetzelfde geldt
voor het vakteam TOR als het gaat om Handhavingsaspecten; wat is handhaafbaar
in de praktijk en wat houdt stand bij een rechter. In relatie tot de gemeentelijke heffingen
(Afvalstoffenheffing èn Reinigingsrecht) zal er ook contact onderhouden moeten
worden met Belastingen.
Daarnaast zal er contact onderhouden worden
met maatschappelijke organisaties als het gaat om afvalinzameling. Ten slotte
zal er ook overlegd moeten worden met bijvoorbeeld stedenbouwkundigen,
architecten, projectontwikkelaars, wijkplatforms en het Ingenieursbureau als
het gaat om het voorzieningenniveau rondom afvalinzameling.
Het
vakteam Milieu is daarmee ook budgethouder van Reiniging. Het vakteamhoofd
Milieu is de gesprekspartner voor de hoofdvestiging van het nieuwe
Reinigingsbedrijf. “Zijn” opdrachtgeverschap bestaat uit het eenmalig opdragen
van de werkzaamheden aan de nieuwe GR.
Mede als gevolg van de recente
organisatiewijziging, waarbij de Reinigingsinspectie aangesloten is bij TOR,
zal de detail-afstemming met TOR nog gestalte moeten krijgen. Daarbij zal nog
rekening gehouden moeten worden met het budgethouderschap door Milieu
(‘het gesloten circuit’) en het budgetbeheerderschap door TOR.
Op
ambtelijk terrein zal periodiek Afstemmingsoverleg met de nieuwe GR (bijv. 6
x/jaar) plaatsvinden, waarin de voortgang besproken wordt, en mogelijke
beleidswijzigingen geagendeerd worden ter advisering aan het bestuur. In dat
kader wordt de term “Contactambtenaar” geïntroduceerd, die in de context van de
huidige GR ook al bestaat bij deelnemende gemeenten. De GR wordt in dit
Afstemmingsoverleg waarschijnlijk vertegenwoordigd door de Bedrijfsleider
Vestiging Delft.
Het vakteam Milieu is in deze
constellatie verantwoordelijk voor de kaders (tijd, geld, kwaliteit,
informatie, organisatie en risico’s) en voor het afdwingen van tussentijdse
beslissingen indien de opdracht buiten de kaders raakt of dreigt te raken. In
deze situaties wordt uiteraard het bestuur tijdig betrokken.
2. Uitvoering
Het uitvoeren van de opdracht behoort plaats te vinden door
de nieuwe GR. Behoudens “interventies van bovenaf” is het niet gebruikelijk dat
de gemeente Delft zich met de dagelijkse gang van zaken bemoeit.
3. Controle
Het operationele contractbeheer is het best geoutilleerd bij
de afdeling Stadsbeheer, die al beschikt over een instrumentarium en de
menskracht om de kwaliteit van de buitenruimte te beoordelen. Het achteraf
controleren van en rapporteren over de afgesproken prestaties, afgezet tegen de
normen zou dan ook door deze sector uitgevoerd kunnen worden. Het
pre-accorderen ten behoeve van de financiële afhandeling door de budgethouder
valt ook binnen dit operationeel contractbeheer.
4. Beleidsevaluatie
Beleidsevaluatie dient om te bewaken en na
te gaan of het vastgestelde beleid volgens afspraak uitgevoerd kan (blijven) worden en of er reden is het beleid bij
te stellen of nieuw beleid te ontwikkelen. Informatie uit deze beleidsevaluatie
is input voor het vakteam Milieu. Het uiteindelijke doel is om de
opdrachtformulering naar de nieuwe GR toe aan te laten sluiten bij de behoeften
van de gemeente Delft.
Bij het vergaren van informatie spelen
binnen Delft met name Stadsbeheer (in het kader van “monitoring kwaliteit openbare
ruimte”, be- en afhandeling klachten en meldingen) en TOR (in het kader van
handhavingstaken, op het gebied van Reinigingsinspectie) een rol. Daarnaast is
aan de opdrachtnemer gevraagd te rapporteren over specifieke onderwerpen en
prestaties.
De verantwoordelijkheid voor het signaleren
van overschrijdingen ligt daarom niet bij de uitvoerende partners in deze
cyclus (SB en GR) en controlerende partners (TOR), maar bij de opdrachtgever
(Milieu). Hiermee wordt de functiescheiding in de praktijk gebracht.
De
bestuurlijke rapportages over Afvalinzameling worden door Milieu verzorgd,
waarbij op verzoek ook Stadsbeheer en TOR zullen adviseren en/of co-auteur(s)
zijn.
4. Personele consequenties
-
Contactambtenaar bij vakteam
Milieu
Het contractbeheer bij de afdeling Milieu vergt een uitbreiding
op de formatie van 1 FTE in de vorm van een Contactambtenaar (schaal 12
indicatief).
-
Beleidsmedewerker Afval
Daarnaast zal er een overplaatsing geschieden van de
Beleidsmedewerker Afval van het vakteam Reiniging naar het vakteam Milieu. Hier
is dus geen sprake van een uitbreiding van de gemeentelijke formatie.
-
Controle- en rapportagetaken
Stadsbeheer
Voor Stadsbeheer geldt dat er een toename van haar taken zal
plaatsvinden; deze zijn op dit moment echter niet te kwantificeren in FTE’s.
Daarom is onder “Financiële consequenties” een bedrag opgenomen om eventuele
consequenties in bezetting financieel op te kunnen vangen.
5.
Financiële consequenties
-
Vakteam Milieu
Als de
personele consequenties vertaald worden in geld, betekent dit bij Milieu een
structurele uitbreiding van € 99.000 per jaar.
-
Vakteam
Stadsbeheer
Stadsbeheer
zal een financiële uitbreiding van € 40.000,- behoeven voor haar extra
werkzaamheden, zoals omschreven onder “Personele consequenties”.
6. Gevraagde
besluiten
a) In te stemmen met de voorgestelde
taken-invlechting.
b) In te stemmen met de formatie-uitbreiding
bij het vakteam Milieu t.b.v. de invulling van het opdrachtgeverschap en
contractbeheer.
c) In te stemmen met de structurele financiële
budgetuitbreiding bij de sector Stadsbeheer ter grootte van € 40.000,-
d)
Begrotingswijziging
meenemen in het finale college besluit van 24 april 2007.