Eindrapport

 

 

OVERDRACHT VAN REINIGINGSTAKEN GEMEENTE DELFT

 

 

 

Onder voorbehoud akkoord bonden en OR met

Werkgeversvoorstel betreffende het Sociaal Plan

 

 

 

 

 

Eindrapport van de regiegroep reiniging

d.d. 20 april 2007


INHOUDSOPGAVE

 

 

0.       Voorbehoud. 3

1     Aanbieding onderzoeksrapport 4

2     De fusie met reinigingsbedrijven Avalex en Zoetermeer 5

2.1      Het ondernemingsplan. 5

2.2      Delftse doelstellingen voor de fusie. 7

2.3      Bijbehorende randvoorwaarden. 10

2.4      Financiële Due Diligence. 11

3     Inrichting Delftse organisatie ten gevolge van de fusie. 12

3.1      Algemeen. 12

3.2      Bestuurlijke sturingsrelaties. 12

3.3      Ambtelijk Opdrachtgeverschap. 13

3.4      Personele consequenties van de invlechting. 13

3.5      Achterblijvende vaste overhead. 14

3.6      Het Delftse gedeelte van de afvalstoffeninzameling. 14

3.7      Incidentele frictiekosten. 14

4     Inbreng Delft in Avalex Nieuwe Stijl 14

4.1      Personeel en activiteiten. 14

4.2      Resultaatsverdeling en commerciële activiteiten. 14

4.3      Activa. 15

4.4      Werkplaats Stadsbeheer 16

4.5      Tijdelijke huisvesting Staal 16

4.6      Overige zaken. 16

4.7      Recapitulatie inbreng Delftse reiniging in het nieuwe reinigingsbedrijf 16

5     Integraal overzicht financiële consequenties 2007-2011. 17

Bijlage I:     Projectorganisatie ANS en regiegroep Reiniging. 18

Bijlage II     Besluitvormingsoverzicht 20

Bijlage III   Kenmerken Sociaal Plan Reiniging Delft 21

Bijlage IV   Tekst Gemeenschappelijke regeling (separaat bijgevoegd) 23

Bijlage V   Ondernemingsplan Avalex Nieuwe Stijl (separaat bijgevoegd) 23

Bijlage VI   Financiële Due Diligence: Rapportage ten behoeve van de Stuurgroep ANS (Geheim ter inzage) 23

Bijlage VII   Eindrapportage Taskforce Invlechting Reinigingstaken. 24

3. Ambtelijk Opdrachtgeverschap. 25

Bijlage VIII   Advies Ondernemingsraad (voorbehoud sociaalplan) (separaat bijgevoegd) 27


 

0.   Voorbehoud

 

Er is op dit moment nog geen akkoord met de bonden en de Ondernemingsraad over het werkgeversvoorstel t.a.v. het Sociaal Plan. Er was wel een akkoord, maar dat is bij een ledenraadpleging door de bonden afgewezen. Er is een nieuw akkoord in de maak, dat naar verwachting d.d. 25 april a.s. zal worden geaccepteerd, ook door de leden van de bonden. De consequenties t.a.v. de financiële cijfers in voorliggend rapport zijn marginaal. Per aansluiting (zie paragraaf 2.2) gaat het om een verschil achter de komma.

 

De passages, die samenhangen met een af te sluiten akkoord zijn in voorliggend rapport geel gemarkeerd, zodat deze bij het definitief maken van het onderzoeksrapport gemakkelijker kunnen worden bewerkt.

 


1         Aanbieding onderzoeksrapport

 

In het memo aan de Gemeenteraad van Delft d.d. 2 december 2005 betreffende de toetreding tot de Gemeenschappelijke Regeling Avalex is aangegeven, dat ongewijzigd beleid m.b.t. inzamel- en reinigingstaken op termijn zal leiden tot omzetverlies, overcapaciteit, relatief hogere kosten en een verslechterende concurrentiepositie in het algemeen. Aangegeven wordt, dat door samenwerking met Avalex er mogelijkheden ontstaan voor risicospreiding en synergievoordelen, meer mogelijkheden tot innovatie, ontwikkeling en inkoopvoordelen.

 

De gemeenten Delft, Leidschendam-Voorburg, Pijnacker-Nootdorp, Rijswijk, Wassenaar en Zoetermeer hebben het voornemen geuit om een samenwerking aan te gaan op het gebied van de uitvoering van gemeentelijke reinigingstaken. Als rechtsvorm is gekozen voor een gemeenschappelijke regeling. De reeds bestaande gemeenschappelijke regeling ‘Regionaal Reinigingsbedrijf Avalex’, waarin de gemeenten Leidschendam-Voorburg, Pijnacker-Nootdorp, Rijswijk en Wassenaar deelnemen, wordt daarbij als uitgangspunt gebruikt, maar aangepast voor de vernieuwde gemeenschappelijke regeling, waarin ook de gemeenten Delft en Zoetermeer deelnemen. Delft heeft in de afgelopen periode via de ambtelijke regiegroep Reiniging resp. de Stuurgroep Avalex Nieuwe Stijl van de betrokken partijen (Avalex, Delft en Zoetermeer) bijdragen geleverd aan de opzet van het nieuwe reinigingsbedrijf (de projectorganisatie ANS is in bijlage I op hoofdlijnen weergegeven, alsmede de samenstelling van de belangrijkste onderdelen). De ambtelijke regiegroep heeft daarbij ook nader onderzoek gedaan naar de consequenties van de ontvlechting en de invlechting van achterblijvende Delftse taken.

 

Het College heeft in september 2006 ingestemd met de notitie “Informatie over de contouren van de GR met Avalex/Delft/Zoetermeer op hoofdlijnen”, die beschrijft welk gezamenlijk beeld (op hoofdlijnen) Avalex/Delft/Zoetermeer hebben van de vorming van een gezamenlijke gemeenschappelijke regeling voor afvalinzameling en aanverwante werkzaamheden.De notitie is aansluitend ter informatie toe gezonden aan de raadscommissie, in het verlengde van de afspraken die gemaakt zijn bij de presentatie aan de raadscommissie op 15 juni 2006. Nu liggen onder meer de door de Stuurgroep “Avalex Nieuwe Stijl” vastgestelde tekst van de gemeenschappelijke regeling ter besluitvorming voor (bijlage IV). Deze wordt “geflankeerd” door het organisatieplan en het ondernemingsplan (bijlage V).

 

De uitwerkingsresultaten, zoals het ondernemingsplan ANS en de tekst van de nieuwe gemeenschappelijke regeling, overziende kan worden geconcludeerd dat hiermee de basis is gelegd om de doelstellingen, die de gemeente Delft bij het toetredingsproces heeft gesteld, te realiseren en ook passen binnen gestelde randvoorwaarden. In financiële zin passen de effecten binnen de afwegingen, die eind 2005 al zijn gemaakt. Belangrijke doelstellingen in dit kader, kostenreductie en opbrengstverhoging, alsmede het beheersbaar houden van de afvalstoffenheffing, zullen worden gerealiseerd. Daarnaast is ook de randvoorwaarde gesteld dat er voor het personeel niet veel zou veranderen. Op basis van het werkgeversvoorstel betreffende het[1] Sociaal Plan, moet worden geconcludeerd dat dat het geval is. Geen enkele medewerker ondervindt nadelige effecten in zijn betaling. Er kan gesteld worden dat bijna iedereen er financieel op vooruit gaat. Ook heeft dit positieve effecten op ontwikkelingtrajecten, taakverbreding en –roulatie.

 

Ten slotte is de voorwaarde gesteld dat er voor de burger geen negatieve effecten op zouden treden; het bestaande service-niveau aan de Delftse burger is doorvertaald in de opdracht aan Avalex.

 

De regiegroep Reiniging stelt u daarom voor aan de Raad voor te stellen:

a)       in te stemmen met de fusie van de reinigingsbedrijven Delft, Zoetermeer en Avalex in de nieuwe gemeenschappelijke regeling Avalex Nieuwe Stijl;

b)       vast te stellen de uit de fusie voortvloeiende begrotingswijzigingen.


 

2         De fusie met reinigingsbedrijven Avalex en Zoetermeer

 

2.1      Het ondernemingsplan

In het ondernemingsplan ANS (zie bijlage V) wordt onder meer ingegaan op de visie en missie en de hoofdstructuur van de nieuwe organisatie van de organisatie.

 

Visie en missie

In de visie wordt ook een beeld van de plaats en de positie van de organisatie in de toekomst geschetst. In dit verband zijn de volgende punten van belang:

-                      ANS wil binnen de regio voor gemeenten het bedrijf zijn als het gaat om de inzameling van huishoudelijk afval en de gescheiden afvoer van de verschillende componenten uit dat afval;

-                      Voor bedrijven binnen de regio wil ANS een betrouwbare, integere, effectieve en efficiënte dienstverlener zijn;

-                      Voor gemeenten wil ANS naast de inzameling van verschillende componenten uit het huishoudelijk afval ook aanverwante reinigingstaken vervullen waarbij ‘betrouwbaarheid’, ‘integriteit’, ‘effectiviteit’ en ‘efficiency’ sleutelbegrippen vormen.

 

Missie

ANS is een gezamenlijke overheidsgedomineerde inzamel- en reinigingsorganisatie van en voor de deelnemende gemeenten. Het bedrijf heeft tot doel het zo effectief en efficiënt mogelijk voorbereiden en (het doen) uitvoeren van de integrale reinigingstaken van de deelnemers. Daarbij maken het bedrijf en de deelnemers toetsbare afspraken over de omvang en kwaliteit van de te leveren producten en diensten, alsmede de daarbij behorende kosten.

 

Organisatiestructuur

De hoofdstructuur van ANS ziet er als volgt uit:

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 


In het ondernemingsplan ANS is bovenstaande hoofdstructuur verder uitgewerkt.

 

De totale personeelsomvang zal groeien van ca. 278 Fte nu (exclusief indirect personeel, die bij de gemeenten Zoetermeer en Delft niet bij de reinigingsorganisaties zijn ondergebracht) naar 286 Fte (geheel selfsupporting, ook t.a.v. alle PIOFAH-taken).


 

2.2      Delftse doelstellingen voor de fusie

 

Verankering bestuurlijke invloed in de onderneming (overheidsgedomineerd)

Deze doelstelling wordt met toetreding tot de Gemeenschappelijke Regeling (GR) Avalex Nieuwe Stijl gehaald. De gemeente Delft blijft zelf verantwoordelijk voor het binnen de gemeente te voeren afvalstoffenbeleid en laat een afgesproken deel van de uitvoering over aan Avalex. De waarborgen hiervoor zijn vastgelegd in de tekst van de Gemeenschappelijke Regeling Avalex Nieuwe Stijl (zie bijlage IV) en onder meer verder uitgewerkt bij de invlechting van Reinigingstaken en –verantwoordelijkheden binnen de gemeente Delft (zie bijlage VII).

 

 

Heldere scheiding in rollen en verantwoordelijkheden van respectievelijk eigenaar, toezichthouder, opdrachtgever en opdrachtnemer

Binnen de Gemeenschappelijke Regeling is sprake van scheiding tussen de rol van deelnemer (bestuurlijk) en klant van het bedrijf (ambtelijk) waarmee een contract wordt gesloten. Daarnaast is er een scheiding tussen de opdrachtgever (gemeente Delft) en uitvoerder (Avalex). Daarbij blijft de regie op de afvalinzameling bij de gemeente en de uitvoering bij het bedrijf. De scheiding in rollen en verantwoordelijkheden zijn verder uitgewerkt bij de invlechting van Reinigingstaken en –verantwoordelijkheden binnen de gemeente Delft (zie bijlage VII).

 

 

Kostenreductie en opbrengstverhoging (o.b.v. marktconform niveau binnen overheid)

De toetreding leidt tot een verlaging van de inzamelkosten door een effectiever uit te voeren inzameling door Avalex. Tegenover dit voordeel staat dat Delft verantwoordelijk blijft voor een beperkt aantal taken en voor de kosten door het wegvallen van een deel van de organisatie en de kosten voor de aanpassing van de organisatie aan de nieuwe situatie. Daarom wordt voorzichtigheidshalve uit van een ongeveer gelijkblijvend kostenniveau.

 

Het jaar 2010 is het moment waarop bestaande contracten met bijvoorbeeld de afvalverwerkers en de klanten van het Overlaadstation aflopen en nieuwe afspraken moeten worden gemaakt over de verwerkingskosten en de kosten van overslag. Dan zal ook blijken wat in zijn effect het voordeel is van het samengaan. De kosten van overslag en verwerking zullen voor het grotere bedrijf Avalex minder stijgen dan voor een relatief kleine eenheid zoals Delft. Daardoor wordt de stijging van de kosten van afvalinzameling afgevlakt.

 

In het ondernemingsplan ANS (zie bijlage V) zijn de begrotingen van de drie afzonderlijke deelnemers (Avalex, Reiniging-Zoetermeer, Reiniging-Delft), en die door PWC zijn gecontroleerd en voldoende betrouwbaar worden geacht, opgenomen en afgezet tegen een geconsolideerde begroting ANS. In de geconsolideerde begroting zijn voor 2007 de besparingen op de indirecte kosten ingeboekt en voor 2011 zijn ook kostenbesparingen ingeboekt:

-                      Bij de start van de fusie zijn de kosten per aansluiting, exclusief de afbouw van de achterblijvende overhead, ongeveer op een gelijk niveau, terwijl in de periode van 3 á 4 jaar efficiencyvoordelen gerealiseerd moeten worden. Deze voordelen zijn voorzichtig gecalculeerd. In de kostenopzet voor de nieuwe organisatie wordt er rekening mee gehouden dat de beginperiode extra investeringen vergt, er is in dat verband een risico-opslag van 2,5% ingevoerd (voor Delft een bedrag van € 285.000). Deze risico-opslag wordt in de periode 2008-2011 afgebouwd. Uitgegaan wordt van een afbouw van deze risicotoeslag van 2,5% (in 2007) naar 1,25% (in 2011).

-                      In het ondernemingsplan ANS (bijlage V) zijn de kapitaallasten te hoog opgenomen. De cijfers, die in dit eindrapport over de kosten per aansluiting zijn opgenomen, zijn hiervoor gecorrigeerd. Uiteindelijk worden de werkelijke kosten verrekend.

-                      Voor de jaren 2008 tot en met 2011 wordt een jaarlijkse reductie op de vaste kosten gerealiseerd van 1% (exclusief verwerkingskosten en kosten Overlaadstation). Deze reductie is mogelijk door het efficiënter inzetten van inzamelingsmiddelen en personeel. Op dit moment bestaat een geringe overall overcapaciteit aan materieel die op termijn kan worden afgebouwd. Daarnaast kunnen naar verwachting inkoopvoordelen op inzamelingsmiddelen en overige materieel worden behaald als gevolg van schaalgrootte.

 

Verder zijn in het ondernemingsplan ANS een aantal onderwerpen, die de kosten-baten beïnvloeden, in kwalitatieve termen benoemd maar door de grote mate van onzekerheid niet gekwantificeerd.

 

In onderstaande tabel zijn de resultaten kernachtig samengevat.

 

Kosten per aansluiting (in €) Avalex rekening (prijspeil 2007)

Jaar

Avalex

Delft

Zoetermeer

Zelf uitvoeren 2007

213

200

242

ANS 2007

211

198

244

ANS 2011

205

190

234

Verschil zelf uitvoeren 2007 met ANS 2011

8

10

8

 

Uit het overzicht is af te leiden dat in Delft de kosten  zullen dalen. Dit voordeel kan niet geheel ingeboekt worden omdat er in de nieuwe situatie binnen de gemeentelijk organisatie nieuwe taken ontstaan (eigenaarrol, opdrachtgeverrol enz) de meerkosten hiervan bedragen € 140.000 (in bijlage VII zijn deze kosten nader toegelicht). Daarnaast blijven taken bij de gemeente achter (zoals rond beleid, handhaving en belastingen) en blijft vast overhead achter. In onderstaand staatje staan deze kosten in de regel ‘gemeentelijke kosten’. Voor een toelichting op deze gemeentelijke kosten wordt verwezen naar paragraaf 3.6.

 

Voor het jaar 2010 is voor Delft te verwachten dat , als gevolg van een nieuw verwerkingscontract de verwerkingskosten zullen stijgen met ca  € 15 per ton (€ 400.000/jaar meerkosten is een stijging van ca 3,6% in de totale kosten). Indien Delft eigenstandig een nieuw verwerkingscontract zou moeten sluiten is de inschatting dat de verwerkingskosten per ton een stijging geeft van € 20. Het verschil met de € 15 is nu verwerkt in het schaalvoordeel.

 

Prijspeil

2007

Delft zelfstandig 2007

Delft zelfstandig 2011

Delft bij Avalex 2007

Delft bij Avalex 2011

gemeentelijke kosten

       28

       28

          30

       26

inzamelkosten

      157

      157

         155

      147

verwerkingskosten

       43

       53

          43

       50

kosten per aansluiting

      228

      238

         228

      223

 

Op de gemeentelijke kosten wordt in de paragrafen 3.5 t/m 3.7 nader ingegaan.

 

Kosten per aansluiting is niet gelijk aan afvalstoffenheffing. In Delft zijn ca. 50.000 aansluitingen terwijl de afvalstoffenheffing (een- en meerpersoons) als gevolg van o.a. het kwijtscheldingsbeleid bij ca. 37.000 aansluitingen geheven kan worden.

 

 

Beheersbaar houden van de afvalstoffenheffing

Uit het voorgaande punt blijkt dat aan deze doelstelling zonder meer wordt voldaan. Een van de redenen om samenwerking te onderzoeken was juist het risico dat de afname van het aantal klanten tot gevolg heeft dat de totale inzamelkosten voor Delft sterk zouden gaan stijgen. Dat risico wordt beperkt door toe te treden tot een groter bedrijf en de daarmee gepaard gaande schaalvoordelen.

 

 

Verbeteren van de continuïteit (verkleinen kwetsbaarheid i.v.m. afhankelijkheid van één gemeente en een beperkt aantal gemeentelijke contracten)

Met toetreding wordt aan deze doelstelling voldaan. Een grotere schaal betekent simpelweg dat de dienstverlening beter gegarandeerd is en dat er ook meer massa is om eventuele risico’s op te vangen.

 

 

De exploitatie van het Overlaadstation aan de Schieweg verruimen.

Het Overlaadstation van Delft is gebouwd voor een veel grotere overslag dan Delft zelf kan genereren. Andere inzamelaars maken op dit moment ook gebruik van onze overslag maar deze afspraken zijn op termijn onzeker en het risico van een niet volledig kostendekkende exploitatie is realistisch. Met toetreding tot Avalex is er voor het Overlaadstation een veel zekerder dekking en worden de exploitatierisico´s gedeeld.

 

Een complicatie voor het  Overlaadstation betreft de nog lopende vergunningaanvraag. Zolang er nog geen nieuwe vergunning is, is te overwegen het Overlaadstation niet in eigendom over te dragen, maar wel het beheer.

 

 

Afschermen financieel risico van de gemeente uit commerciële omzet

Reiniging Delft heeft naast de inwoners van Delft ook particuliere klanten. Dat zijn altijd contracten voor een bepaalde periode en daarom onzeker. Het is mogelijk om binnen de Gemeenschappelijke Regeling daarvoor een afzonderlijke exploitatie te maken waarmee ongewenste kruissubsidiëring wordt voorkomen.

Bij de toetreding tot Avalex Nieuwe Stijl zullen de commerciële activiteiten zijn in een aparte organisatie-eenheid ondergebracht. Accountmanagement en contractbeheer, voor zover het contracten betreft voor de inzameling van bedrijfsafval, de exploitatie van het Overlaadstation en plaagdierbestrijding als commerciële taak worden vanuit deze organisatie-eenheid, de afdeling ‘Uitvoering commerciële taken’, ingevuld.

 

In de lijn van de afdeling ‘Uitvoering commerciële taken’ zijn de taken met betrekking tot accountmanagement van bedrijfsafval en commerciële taken als ongediertebestrijding belegd. Dit houdt in dat acquisitie van bedrijfsafval, het onderhouden van contacten met bedrijfsafvalklanten en –relaties, contractbeheer bedrijfsafval, het afstemmen van de routes bedrijfsafval en dergelijke in deze afdeling zijn ondergebracht. Facturatie van het ingezamelde bedrijfsafval vindt, uit oogpunt van functiescheiding, plaats bij de stafafdeling ‘Financiën & Control’ van Avalex Nieuwe Stijl.

 

De inzameling van het gecontracteerde bedrijfsafval vindt feitelijk plaats vanuit de drie locaties van ANS: Delft, Hoornwijck en Zoetermeer. Functioneel valt de afvalinzameling onder de teamleider ‘Uitvoering’ van Avalex Nieuwe Stijl en hiërarchisch onder het afdelingshoofd ‘Uitvoering commerciële taken’. Voor verdere details wordt naar het Ondernemingsplan verwezen (bijlage V).

 


2.3      Bijbehorende randvoorwaarden

           

Wel samenwerken; geen privatisering

Het spreekt voor zich dat met toetreding in een Gemeenschappelijke Regeling hieraan zonder meer wordt voldaan. Het personeel krijgt weliswaar ontslag bij de gemeente Delft, maar treedt in dienst bij de GR-Avalex Nieuwe Stijl en behoudt de ambtelijke status.

 

 

Behoud van zeggenschap op prijsvorming en productontwikkeling reiniging

Het principe van Avalex is het cafetariamodel. Dit betekent dat per gemeente afspraken worden gemaakt over de frequentie, de wijze van inzamelen en de bijbehorende kosten. Dit in tegenstelling tot veel andere reinigings-GR´s waar sprake is van een standaard pakket aan diensten. Binnen Avalex blijven de deelnemende gemeenten zelf het afval- en reinigingsbeleid bepalen.

 

 

Gemeenschappelijke Regeling is maximale vorm

In de tekst van de Gemeenschappelijke Regeling Avalex Nieuwe Stijl (zie bijlage IV) is hierover het volgende opgenomen:

“Een deelnemer – waaronder begrepen de huidige deelnemers - kan niet uittreden binnen vijf volle kalenderjaren na het in werking treden van de gemeenschappelijke regeling. Na ommekomst van voornoemde periode kan een deelnemer uittreden met inachtneming van een opzegtermijn van 1 jaar, ingaande op 1 januari van enig jaar. Daartoe strekkende besluiten van de bestuursorganen van de uittredende deelnemer worden aan het Algemeen Bestuur toegezonden.”

 

Met bovenstaande tekst is de GR als maximale vorm niet voor de eeuwigheid gegarandeerd, maar de intenties zijn helder.

 

De werkgelegenheid van het personeel is hierbij in voldoende mate gegarandeerd, zoals ook is terug te vinden in het werkgeversvoorstel betreffende het Sociaal Plan (zie bijlage III).

 

 

Effect veranderingen zichtbaar kunnen maken aan burgers (meerwaarde) kwaliteitsborging

De doelstelling is tenminste een gelijkblijvende kwaliteit van de dienstverlening. In dat geval zal de verandering niet zonder meer merkbaar zijn voor de burger. Kort voor de daadwerkelijke toetreding zullen de burgers van Delft en de overige klanten van Reiniging Delft vanzelfsprekend worden geïnformeerd over de toetreding zelf en de eventuele wijzigingen in de dienstverlening die dit tot gevolg heeft.

 

Het gedachtegoed INK-model wordt binnen ANS als uitgangspunt gehanteerd. In het ondernemingsplan ANS (zie bijlage V) zijn hiervoor een aantal noties uitgewerkt.

 

 

Tenminste gelijkblijvende dienstverlening

Aan deze randvoorwaarde zal zonder meer worden voldaan.

 

 

Veranderkosten op termijn terugverdienen met als effect de structurele kosten omlaag

Uit de samenwerking komen synergievoordelen voort. Daar staat tegenover dat bij de ontvlechting van de reiniging er wel een bepaalde stijging van de structurele kosten bij de gemeente ontstaat. Er verdwijnt immers een onderdeel waaraan geen of slechts beperkt algemene kosten kunnen worden toegerekend. Per saldo zal er in de eerste jaren dus geen sprake zijn van verlaging van de kosten in zijn totaliteit.

 

Op termijn (vanaf 2010) worden de verdergaande voordelen van de samenwerking beter zichtbaar. Uitgaande van gelijkblijvende omstandigheden is dan zeker een betere beheersing van de kostenontwikkeling te verwachten. In de situatie van autonome en onbeïnvloedbare toekomstige prijsstijgingen (zoals AVR), wordt met de samenwerking tenminste een demping van dit soort kostenverhogingen voor de GR bereikt.

 

 

Goede en betrouwbare werkgever met eigen arbeidsvoorwaarden.

Avalex voldoet aan dit criterium. De Werknemers van Delft en Zoetermeer, die mee overgaan naar de gemeenschappelijke regeling behouden hun ambtelijke status. Bij de overdracht van de reinigingstaken wordt het principe ‘mens volgt werk’ gehanteerd.

 

 

Draagvlak in de organisatie voor veranderingen (en bij samenwerking een gezamenlijk gedragen samenwerkingscultuur).

Het afgelopen half jaar is gewerkt aan het vergroten van het draagvlak. De betrokkenheid van de ondernemingsraad is gecontinueerd bij het proces en ook alle medewerkers zijn regelmatig op de hoogte gesteld van de ontwikkelingen. Dat heeft zeker geleid tot draagvlak en een goede basis voor het voorbereiden van de definitieve toetreding.

 

De verwachting is dat de Ondernemingsraad akkoord zal gaan met het samengaan in Avalex Nieuwe Stijl als er een akkoord is over het Sociaal Plan.

 

 

2.4      Financiële Due Diligence

Door PWC is een due diligence (boekenonderzoek) uitgevoerd bij de partijen, die toetreden tot de nieuwe GR, te weten Avalex, Zoetermeer en Delft. Na een wat moeizame start, is dit onderzoek afgerond. Overall-conclusie is dat bij geen van de partijen onregelmatigheden zijn gevonden, die een risico voor de samenwerking vormen.

 

Het boekenonderzoek in Delft heeft veel tijd gevergd. Dit had onder meer te maken met:

-                      de begrotingsopbouw binnen Delft, waarbij de begroting van de Reiniging is verweven met het geheel;

-                      de met Avalex en Zoetermeer afwijkende doorbelasting van algemene kosten;

-                      het feit, dat taken achterblijven bij Delft of zijn vervallen; daarom moest een verdiepingsslag worden gemaakt om de begroting (maar ook realisatiecijfers over voorgaande jaren) zichtbaar te maken, van alleen díe taken, die overgaan naar ANS.


 

3         Inrichting Delftse organisatie ten gevolge van de fusie

3.1      Algemeen

Met de voorgenomen fusie van Reiniging-Delft met de gemeenschappelijke regeling Avalex en Reiniging-Zoetermeer gaan uitvoerende de taken die met afvalinzameling te maken hebben over naar de nieuwe gemeenschappelijke regeling Avalex.

Reiniging-Delft heeft echter meer taken dan alleen uitvoerende afvalinzamelingtaken; deze zullen niet overgaan naar de nieuwe gemeenschappelijke regeling. Bij Delft blijven taken achter en ontstaan ook nieuwe taken. Concreet gaat het hierbij om:

-   Strategie&Control:                 Taken betreffende eigenaarrol.

-   Milieu:                                   Taken betreffende beleidsmatige opdrachtgeverrol,  beleidsvoorbereiding en beleidsevaluatie.

-   Stadsbeheer                         Taken betreffende operationele opdrachtgeverrol, beleidsuitvoering (de veegtaken zijn per 1 mei 2006 al aan Stadsbeheer overgedragen) en bijdrage aan beleidsevaluatie.

-   Belastingdienst                      Inning belastingen.

-   TOR                                     Handhavingstaken (de taken van de Reinigingsinspectie zijn per 1 april al aan TOR overgedragen).

De Regiegroep Reiniging heeft een afzonderlijke rapportage op doen stellen van in de achterblijvende Delftse organisatie onder te brengen taken en verantwoordelijkheden. De eindrapportage Taskforce Invlechting Reinigingstaken is ter inzage gelegd. In deze eindrapportage wordt uitgebreid ingegaan op de bestuurlijke sturing en het ambtelijk opdrachtgeverschap.

 

3.2      Bestuurlijke sturingsrelaties

 

Het gezamenlijke College vervult een eigenaarsrol en een opdrachtgeversrol. Op het bestuurlijk vlak zijn de rollen van het DB (vakwethouder) en het AB (vak- en financieel wethouder), uitgediept, mede aan de hand van de verantwoordelijkheden van het Algemeen Bestuur en het Dagelijks Bestuur van de nieuwe GR. Beide wethouders hebben overigens zitting in het AB van de nieuwe GR.

A.      AB

Het AB heeft de functies kaderstellen, autoriseren/vaststellen en toezicht houden/controleren. Het AB gaat over de vaststelling van de begroting, rekening, beleidsplannen, verordeningen, financieringsbesluiten etc.

De AB-leden zijn derhalve verantwoordelijk voor de bewaking van het financiële belang van de GR. Concreet betekent dit het uitoefenen van toezicht op de continuïteit, het rendement en de financiële risico’s van de organisatie. Het uitoefenen van het toezicht vereist ook een beheersinstrumentarium, dat samengesteld wordt uit maatregelen en procedures op het gebied van Informatievoorziening vanuit de nieuwe GR, Risicobeheersing en Verantwoording (o.a. rechtmatigheidstoets).

Conform de concept-tekst van de nieuwe GR zal het AB zal tenminste 2 maal per jaar bijeen komen.


B.      DB

Het DB is verantwoordelijk voor de besturing en beheersing van de beleidsuitvoering en legt daarover verantwoording af. Het DB zorgt voor de voorbereiding/uitvoering van de besluiten van het AB, het beheer van financiën, en de operatie van de nieuwe GR.

De vakwethouder is derhalve aanspreekbaar op:

·         De realisatie van het publieke belang (als opdracht-, subsidie- of regelgever), en de nakoming van de GR van het overeengekomen contract (prestaties, prijs en kwaliteit).

·         De afhandeling van klachten die bij de gemeente binnenkomen over de GR.

 

3.3      Ambtelijk Opdrachtgeverschap

Rondom het opdrachtgeverschap zijn vier stadia in een cyclus te benoemen:

1.       Beleidsvoorbereiding            (Plan)

2.       Uitvoering                           (Do)

3.       Controle                             (Check)

4.       Beleidsevaluatie                  (Act)

 

1.   Beleidsvoorbereiding

De beleidskaders m.b.t. de Reiniging betreffen met name het afvalstoffenbeleid. Daarvoor is kennis over afvalstoffen en reinigingstechnieken noodzakelijk. Daarnaast is het bijhouden van de kennis op het gebied van wet- en regelgeving op dit terrein erg belangrijk. Het bijhouden van uitvoeringsbesluiten en het op orde houden van de afvalstoffenverordening behoren ook tot des gemeentes taken. De beleidswerkzaamheden met betrekking tot de reiniging worden ondergebracht bij vakteam Milieu. Stadsbeheer (primair) en de nieuwe gemeenschappelijke regeling (secundair) krijgen een adviesrol op het beleid. Dit om de afstand tussen beleid en uitvoering niet te groot te maken. Het vakteam Milieu is daarmee ook budgethouder van Reiniging. Het vakteamhoofd Milieu is de gesprekspartner voor de hoofdvestiging van het nieuwe Reinigingsbedrijf. “Zijn” opdrachtgeverschap bestaat uit het eenmalig opdragen van de werkzaamheden aan de nieuwe gemeenschappelijke regeling.

Op ambtelijk terrein zal periodiek afstemmingsoverleg met de nieuwe gemeenschappelijke regeling (bijv. 6 maal per jaar) plaatsvinden, waarin de voortgang besproken wordt, en mogelijke beleidswijzigingen geagendeerd worden ter advisering aan het bestuur. In dat kader wordt de term “Contactambtenaar” geïntroduceerd, die in de context van de huidige gemeenschappelijke regeling nu ook al bestaat bij deelnemende gemeenten. De gemeenschappelijke regeling wordt in dit Afstemmingsoverleg naar verwachting vertegenwoordigd door de Bedrijfsleider Vestiging Delft.

Het vakteam Milieu is in deze constellatie verantwoordelijk voor de kaders (tijd, geld, kwaliteit, informatie, organisatie en risico’s) en voor het afdwingen van tussentijdse beslissingen indien de opdracht buiten de kaders raakt of dreigt te raken. In deze situaties wordt uiteraard het bestuur tijdig betrokken.

2.   Uitvoering

Het uitvoeren van de opdracht geschiedt door de nieuwe gemeenschappelijke regeling. Behoudens “interventies van bovenaf” is het niet gebruikelijk dat de gemeente Delft zich met de dagelijkse gang van zaken bemoeit.

3.   Controle

Het operationele contractbeheer wordt ondergebracht bij de afdeling Stadsbeheer, die al beschikt over een instrumentarium en de menskracht om de kwaliteit van de buitenruimte te beoordelen. Het achteraf controleren van en rapporteren over de afgesproken prestaties, afgezet tegen de normen zal ook door deze sector uitgevoerd worden. Het pre-accorderen ten behoeve van de financiële afhandeling door de budgethouder valt ook binnen dit operationeel contractbeheer.

4.    Beleidsevaluatie

Beleidsevaluatie dient om te bewaken en na te gaan of het vastgestelde beleid volgens afspraak  uitgevoerd kan (blijven) worden en of er reden is het beleid bij te stellen of nieuw beleid te ontwikkelen. Informatie uit deze beleidsevaluatie is input voor het vakteam Milieu. Het uiteindelijke doel is om de opdrachtformulering naar de nieuwe gemeenschappelijke regeling toe aan te laten sluiten bij de behoeften van de gemeente Delft.

Bij het vergaren van informatie spelen binnen Delft met name Stadsbeheer (in het kader van “monitoring kwaliteit openbare ruimte”, be- en afhandeling klachten en meldingen) en TOR (in het kader van handhavingstaken, op het gebied van Reinigingsinspectie) een rol. Daarnaast is aan de opdrachtnemer gevraagd te rapporteren over specifieke onderwerpen en prestaties.

De verantwoordelijkheid voor het signaleren van overschrijdingen ligt bij de opdrachtgever (Milieu). De bestuurlijke rapportages over Afvalinzameling worden door Milieu verzorgd, waarbij op verzoek ook Stadsbeheer en TOR zullen adviseren en/of co-auteur(s) zijn.

 

3.4      Personele consequenties van de invlechting

In aanvulling op eerder besloten personele verschuivingen (veegdienst en reinigingsinspectie) moet rekening gehouden worden met de volgende specifieke taken met bijbehorende personele capaciteit:

 

-          Contactambtenaar bij vakteam Milieu

Het contractbeheer bij de afdeling Milieu vergt een uitbreiding op de formatie van 1 Fte in de vorm van een Contactambtenaar.

-          Beleidsmedewerker Afval

Daarnaast zal er een overplaatsing geschieden van de Beleidsmedewerker Afval van het vakteam Reiniging naar het vakteam Milieu. Hier is geen sprake van een uitbreiding van de gemeentelijke formatie.

-          Controle- en rapportagetaken Stadsbeheer

Voor Stadsbeheer geldt dat er een beperkte toename van haar adviestaken zal plaatsvinden; met deze toename is ca. € 40.000 gemoeid.

Voor de personele uitbreiding met van 1 Fte bij het vakteam Milieu en de toename van de adviestaken bij Stadsbeheer is een budget benodigd van ca € 140.000. Deze personeelskosten komen overigens ten laste van de integrale exploitatie van de afvalstoffeninzameling (het zgn. gesloten circuit), waar ook de dienstverlening van Avalex nieuwe stijl in rekening gebracht wordt.

 

 

3.5      Achterblijvende vaste overhead

Door het cluster Middelen is berekend, dat het totale bedrag aan overhead € 948.000 bedraagt. De variabele kosten zijn hiervan ca 448.000, de vaste kosten ca 500.000. De variabele kosten kunnen worden afgebouwd. Cluster middelen zal een nadere analyse op de vaste kosten maken om te zien of cq in welke omvang de achterblijvende vaste kosten zoveel mogelijk beperkt kunnen worden.

 

 

3.6      Het Delftse gedeelte van de afvalstoffeninzameling

Aan de bij de gemeente Delft achterblijvende en nieuwe taken zijn kosten verbonden. In het overzicht kosten per aansluiting in paragraaf 2.2 zijn voor Delft de eigen Delftse kosten voor de zorgtaak slechts ten dele opgenomen. In totaliteit betreft het:

 

Regie/Beleid bij vakteam Milieu

€ 190.000

€ 100.000 meer dan in de huidige situatie (zie bijlage VII)

Handhaving TOR

€ 300.000

 

Stadsbeheer

€ 180.000

€ 40.000 meer dan in de huidige situatie(zie bijlage VII)

Heffing/inning Belastingen

€ 350.000

 

Totale reiniging gerelateerd

€ 1.020.000

=€ 20 per aansluiting

Achterblijvende vaste overhead

€ 500.000

 

 

€ 1.520.000

=€ 30 per aansluiting

 

De genoemde bedrag van € 30 per aansluiting is uit te splitsen in € 18 al bestaande zorgkosten, € 2 voor uitbreiding van de zorgtaken het vakteam Milieu en bij Stadsbeheer en tenslotte een bedrag € 10, dat betrekking heeft op de achterblijvende vaste overhead.

 

 

3.7      Incidentele frictiekosten

Incidentele frictiekosten betreffen bijv. een tijdelijke boventalligheid van een aantal personeelsleden, of mogelijk in verband met een overdracht/verkoop van bedrijfsmiddelen (materieel, Overlaadstation) lager dan de boekwaarde.  Ook de kosten voor voorbereiding op de nieuwe organisatie zijn als frictiekosten te betitelen. Dit wordt vooralsnog op maximaal € 400.00 incidenteel geraamd. Deze kosten worden gedekt uit de egalisatiereserve voor de reiniging.

4         Inbreng Delft in Avalex Nieuwe Stijl  

4.1      Personeel en activiteiten

Mens volgt werk. Het personeel, dat samenhangt met de activiteiten die aan Avalex Nieuwe Stijl worden overgedragen, gaat mee over.

 

De inbreng in Avalex op het onderdeel personeel en activiteiten (prestaties en kosten) zal geschieden langs de lijn van de tussen Delft en Avalex op te stellen Dienstverleningsovereenkomst, die in lijn is met het Ondernemingsplan ANS en daarin opgenomen (meerjaren)begroting (zie bijlage V).

 

 

4.2      Resultaatsverdeling en commerciële activiteiten

Bedrijfsafval inzamelovereenkomsten. Delft heeft in zijn werken voor derden een batig saldo op jaarbasis. Ook Zoetermeer en Avalex kennen een batig saldo. Dit heeft mede te maken met het gunstige contract, dat de gemeente Delft voor afvalverwerking bezit. Vanaf het jaar 2010 is voor Delft te verwachten dat, als gevolg van een nieuw verwerkingscontract de verwerkingskosten zullen stijgen en, indien de gemeente Delft zelfstandig zou verder gaan, het resultaat op de commerciële activiteiten zou dalen. Op basis van de uitkomsten bij de jaarrekening 2007 moet bepaald worden of Delft een meer dan evenredige bijdrage levert aan het commerciële resultaat.

 

Daarom zet de gemeente Delft in op een concrete verdeelsleutel voor de verdeling van het resultaat rond niet-commerciële en rond commerciële activiteiten waarbij de volgende lijn wordt voorgestaan:

-           Verdeling van het resultaat m.b.t. niet-commerciële activiteiten naar rato van de omzet m.b.t. niet-commerciële activiteiten van iedere deelnemer, omdat de omzet een maat is voor de voor iedere deelnemer geleverde prestatie. Deze verdeelsleutel is reeds vastgelegd in de tekst van de  gemeenschappelijke regeling (zie bijlage IV).

-           De verdeling van het resultaat m.b.t. de commerciële activiteiten kan op basis van dezelfde verdeelsleutel plaatsvinden, omdat op termijn de situatie m.b.t. commerciële activiteiten niet is terug te herleiden tot de situatie bij de start van de nieuwe gemeenschappelijke regeling.

-           Tot het moment dat het verwerkingscontract met de AVR expireert zal echter wel moeten worden nagegaan of deze verdeelsleutel leidt tot een redelijk evenwichtige verdeling van het resultaat, die aansluit bij het resultaat voor de gemeente Delft vòòr toetreding tot de gemeenschappelijke regeling. Op basis van de uitkomsten bij de jaarrekening 2007 moet bepaald worden of Delft een meer dan evenredige bijdrage levert aan het commerciële resultaat.

 

 

4.3      Activa

Bij de overdracht van taken aan Avalex draagt de gemeente Delft ook activa over. Het betreft het overlaadstation, materieel (voertuigen) en overige bedrijfsvoeringmiddelen (m.n. containers).

 

Gebruikelijk is de overdracht op boekwaarde of taxatiewaarde te doen. Op basis daarvan is nader te bepalen of dit lager of hoger dan de boekwaarde ligt. De egalisatiereserve kan als achtervang dienen voor evt. afboeking van een te hoge boekwaarde.

 

De geprognosticeerde balanscijfers per 31/12/2006 (jaarrekening 2006) voor de verschillende activa zijn als volgt:

 

 

Aanschaf-

waarde

Boek-

waarde 1/1/2006

Boek-

waarde

1/1/2007

Boek-

waarde

1/7/2007

Containers

 

1.964.857

1.832.097

1.655.061

Voertuigen

3.230.630

851.772

566.315

442.486

Afvaloverlaadstation

8.151.629

8.151.629

7.964.053

7.857.735

Investeringen in 2007

2.830.457

 

 

 

KCA depot

 

6.496

5.398

4.850

 

Voor containers/tractie is sprake van activa die in de regel in een periode van 5 tot 10 jaar worden afgeschreven. De afschrijvingstermijnen zijn gebaseerd op de economische levensduur van deze bedrijfsvoeringmiddelen. Verkoop aan de gemeenschappelijke regeling zal geschieden tegen boekwaarde.

Tractie

Voor tractie (voertuigen) is voor de invoering van BBV rekening gehouden met een materieel vervangingfonds. Volgens het stelsel van het BBV worden investeringen in voertuigen geactiveerd.  Als op boekwaarde wordt verkocht aan de gemeenschappelijke regeling moet deze boekwaarde herberekend worden als ware dit soort investeringen in het verleden geactiveerd geweest. Overigens loopt in de eerste helft van 2007 nog een aanbestedingsprocedure voor 5 nieuwe voertuigen. Dit is afgestemd met Avalex. Overdracht van deze nieuwe voertuigen naar Avalex zal plaatsvinden tegen aanschafwaarde.

Containers

Voor wat betreft de containers moet er rekening mee gehouden worden, dat deze voor een substantieel deel ( €   3,63 mln. ten behoeve van ca 850 ondergrondse containers in de periode 2000-2007) gefinancierd zijn vanuit de EZH-gelden, en niet doorberekend zijn in de tarieven (effect vanaf 2009 merkbaar bij vervanging eerste ondergrondse containers) afvalstoffeninzameling. Naast de eenmalige impuls is er ook sprake geweest van routinekredieten in containers van ca. € 2,5 ton per jaar.  Het vervangingsschema van containers gaat uit van afschrijving in 10 jaar.

 

In de nader te maken afspraken met Avalex wordt er vanuit gegaan dat de vaste (put, beton, bestrating) infrastructuur bij Delft blijft en het metalen deel aan Avalex overgedragen wordt. Globaal gaat het hierbij om een verhouding van 50/50. Hier moet naar de toekomst in de zin van investeringen ook rekening mee gehouden worden.

 

Voor de overdracht betekent dit dat de containers voor wat betreft de routine-investeringen tegen boekwaarde overgedragen worden, en de vanuit de EZH-reserve gerealiseerde ondergrondse containers tegen een te berekenen boekwaarde voor het metalen gedeelte. In de kosten van Avalex komt dan een component te zitten van de ondergrondse afvalcontainers; bij de tariefsberekeningen door Delft voor de afvalinzameling (2008 e.v.) moet dan bezien worden of c.q. in hoeverre dit effect geneutraliseerd kan worden.

Overlaadstation

Voor het Overlaadstation Voltaweg 11 is op bedrijfseconomische basis een taxatiewaarde berekend.

Het overlaadstation wordt in 40 jaar afgeschreven. Boekwaarde per 1/1/2007 bedraagt ca 7,1 mln. (alleen voor de opstallen).

 

Een complicatie voor het overlaadstation betreft de nog lopende vergunningaanvraag. Zolang er nog geen nieuwe vergunning is, zal het overlaadstation niet in eigendom worden overgedragen, maar wel het beheer/de exploitatie. Hierover zullen dan praktische afspraken moeten worden gemaakt, onder meer over kostenverrekening.

 

Verkoop aan Avalex zal plaats moeten vinden onder voorwaarde dat Delft 1e recht op terugkoop heeft (conform B&W-besluit dec. 2006). Overigens is het gebruikelijk dat bij dit soort verkopen de grond in erfpacht wordt uitgegeven. De afkoop van eeuwigdurende erfpacht bedraagt ca € 2,6 miljoen.

 

Locaties Schieweg, werkplaats Staalweg en depot KCA Staalweg

Het pand Schieweg 99 ligt in de oksel van het  overlaadstationop het industrieterrein Schie-oevers. Delft heeft een optie genomen op de aankoop van de Rijksgebouwendienst. Avalex zal het Overlaadstation overnemen en kan de extra ruimte goed gebruiken. Gebruik van de Staalweg voor voertuigen en werkplaats komt te vervallen. Het KCA-depot aan de Staalweg zal ook vervallen. Er komt dan een nieuw depot aan de Voltaweg. Restantboekwaarde (per 1/1/2007 ruim € 5.000) moet afgeboekt worden. 

 

De verplaatsing naar de Voltaweg zal verwachting maart 2008 plaatsvinden.

 

Voorraden

Dit betreft onderdelen van voertuigen. De waarde is nihil. De bruikbare onderdelen worden opgebruikt in komende 3 jaar.

 

 

4.4      Werkplaats Stadsbeheer

Binnen Delft is besloten om met ANS een overeenkomst af te sluiten dat voor een periode van maximaal 3 jaar het onderhoud van het materieel t.b.v. de afvalinzameling door de werkplaats van Stadsbeheer wordt uitgevoerd, inclusief voorwaarden waaronder dat moet gebeuren. Met ANS is de afspraak gemaakt, dat na maximaal 2 jaar wordt beoordeeld of en hoe partijen na afloop van de overeenkomst met elkaar doorgaan. Binnen de gemeente Zoetermeer is een soortgelijk besluit genomen.

 

Inmiddels is vanuit Stadsbeheer het initiatief genomen, om e.e.a. te concretiseren (welk onderhoud, met welke frequentie, voor welke prijs, etc.).

 

 

4.5      Tijdelijke huisvesting Staal

Zolang de Schieweg 99 nog niet voor de Reiniging beschikbaar is, zal de ANS-vestiging Delft nog op de Staal gehuisvest blijven. De kosten hiervan verrekenen met Avalex. Hiervoor wordt een aparte kostenafspraak maken.

 

4.6      Overige zaken

Aan overdracht roerende/onroerende zaken zijn ook fiscale consequenties verbonden. De precieze financiële consequenties worden afzonderlijk uitgewerkt.

 

 

4.7      Recapitulatie inbreng Delftse reiniging in het nieuwe reinigingsbedrijf

 

1

Personeel en activiteiten

via DVO overeenstemming over prestaties/kosten;

aanvullend verdeelsleutel resultaat opnemen;

clausule lusten en lasten uit het verleden overeenkomen

2

Activa:

voertuigen/containers tegen te berekenen boekwaarden, van ondergrondse containers alleen het metalen gedeelte

 

 

overlaadstation: op basis van boekwaarde. Grond tegen erfpacht. Zolang er nog geen nieuwe vergunning is het overlaadstation niet in eigendom over te dragen, maar wel het beheer/exploitatie.

3

Contracten

Delft behoudt zijn eigen verwerkingstarieven tot aan moment dat het contract met de AVR expireert.

 

 

Tot het moment dat het verwerkingscontract met de AVR expireert zal moeten worden nagegaan of de verdeelsleutel van het resultaat leidt tot een redelijk evenwichtige verdeling van het resultaat, die aansluit bij het resultaat voor de gemeente Delft vòòr toetreding tot de gemeenschappelijke regeling. Op basis van de uitkomsten bij de jaarrekening 2007 moet bepaald worden of Delft een meer dan evenredige bijdrage levert aan het commerciële resultaat.

4

Werkplaats Stadsbeheer

Overeenkomst voor een periode van maximaal 3 jaar waarbij het onderhoud van het materieel t.b.v. de afvalinzameling door de werkplaats van Stadsbeheer wordt uitgevoerd

5

Tijdelijke huisvesting Staal

Kosten worden doorberekend aan Avalex

6.

Overige zaken

Fiscale effectenvoor Delft nog te bepalen

 

Er wordt met de deelnemende partijen in de gemeenschappelijke regeling nog een clausule geformuleerd, waarin wordt geregeld, dat deelnemers de lusten en lasten uit het verleden zelf dragen. In de op te stellen clausule gaat het om twee elementen:

-          in welke mate de inbrengbegroting in de vernieuwde GR reëel is geweest;

-          beoordeling van incidenten uit het verleden bij de opstelling van de jaarrekening 2007, die aanwijsbaar op een van de deelnemers in de vernieuwde GR of de deelnemers van de huidige GR is terug te voeren. Het moet dan wel gaan om een incident met een substantiële financiële omvang, waarbij moet worden gedacht aan bijv. 1% van de omzet.

 

5         Integraal overzicht financiële consequenties 2007-2011

In 2010 vindt de omslag plaats naar een structureel voordeel. In de jaren 2007-2010 worden de plussen en minnen vereffend met de egalisatiereserve voor de reiniging.

 

 

2007

2008

2009

2010

2011

(half jaar)

Extra kosten voor Delft

-70.000

-140.000

-140.000

-140.000

-140.000

Kosten achterblijvende vaste overhead

- 250.000

-500.000

-450.000

-400.000

-300.000

“Overwaarde” activa

500.000

 

 

 

 

Aanvullende dekking:

 

 

 

 

 

Structureel Budget

 

250.000

250.000

250.000

250.000

Efficiency Avalex

 

150.000

300.000

450.000

600.000

Totaal

180.000

-240.000

-40.000

160.000

410.000

 

 

6           Conclusie en besluit

 

De belangrijke doelstellingen die vooraf geformuleerd zijn in dit proces, t.w. kostenreductie en opbrengstverhoging, alsmede het beheersbaar houden van de afvalstoffenheffing, zullen worden gerealiseerd. Daarnaast is ook de randvoorwaarde gesteld dat er voor het personeel niet veel zou veranderen. Op basis van het onderhandelingsakkoord Sociaal Plan, moet worden geconcludeerd dat dat het geval is.

Ten slotte is ook de randvoorwaarde gesteld dat er voor de burger geen negatieve effecten op zouden treden; het bestaande service-niveau aan de Delftse burger is doorvertaald in de opdracht aan Avalex.

 

Gevraagd Besluit:

1          in te stemmen met het vormen van een vernieuwde gemeenschappelijke regeling Avalex ;

2          in te stemmen met de overdracht van reinigingstaken van de gemeente Delft aan Avalex;

3          en de financiële consequenties vast te stellen middels de  47ste begrotingswijziging.

4          de geheimhouding van de ter inzage gelegde due diligence op grond van art. 10, lid 1c en 2 b. van de Wet Openbaarheid van Bestuur te bekrachtigen

 

 


Bijlage I:     Projectorganisatie ANS en regiegroep Reiniging

 

Algemeen

De bij de verzelfstandiging betrokken partijen Delft, Avalex en Zoetermeer hebben een gezamenlijke projectorganisatie opgericht. De werkzaamheden binnen de projectorganisatie spitsen zich nu nog toe op met name de invlechting van allerlei taken in de Avalexorganisatie.

 

Binnen de projectorganisatie ANS is sprake geweest van onder meer:

-                      Stuurgroep ANS;

-                      Projectgroep ANS:

-                      werkgroepen ANS

 

De stuurgroep heeft op het toetredingsproces gestuurd en is opgetreden als opdrachtgever van de projectgroep ANS, die voorstellen heeft uitwerkt of door werkgroep heeft laat uitwerken.

 

Binnen de gemeente Delft is de Regiegroep Reiniging in het leven geroepen, die de regie binnen de gemeente heeft gevoerd over het ont- en invlechtingsproces van alle met de reiniging samenhangende taken.

 

 

Projectorganisatie ANS

 

Stuurgroep ANS

De Stuurgroep werd gevormd door het Dagelijks Bestuur van Avalex, aangevuld met de portefeuillehouders “Afval & Reiniging” van de gemeenten Delft (Anne Koning) en Zoetermeer (Frank Speel) + ambtelijke ondersteuning. De voorzitter van het Dagelijks Bestuur van Avalex trad op als voorzitter van de Stuurgroep.

Aan de vergaderingen van de Stuurgroep nam voorts deel (maar waren géén lid van de Stuurgroep):

-           K. Voormeulen (als adviseur van de Stuurgroep en voorzitter van de “Projectgroep Avalex Nieuwe Stijl”)

-           P.N. Floor (als directeur Avalex)

 

De Stuurgroep stuurde de fusie van de reinigingsbedrijven van Delft, Avalex en Zoetermeer op hoofdlijnen aan en trad op als opdrachtgever naar de ambtelijke Projectgroep “Avalex Nieuwe Stijl”

De Stuurgroep besloot op voordracht van de projectgroep ten aanzien van:

 

1.                   Vaststelling inventarisatie

a.                   Taken en producten

b.                   Contracten

c.                   Arbeidsvoorwaardenpakket personeel

d.                   Financiën (bedrijfsmiddelen)

2.                   Vaststelling Besturingsmodel voor Avalex Nieuwe Stijl

3.                   Ondernemingsplan Avalex Nieuwe Stijl

4.                   Financiële inbreng en Dienstverleningsovereenkomsten

5.                   Wijziging Gemeenschappelijke Regeling Avalex

 

Voorafgaand aan de bijeenkomsten van de Stuurgroep vond informatieverstrekking en consultatie van de betrokken ondernemingsraden plaats. De verantwoording hiervoor ligt bij de deelnemende partijen Avalex, gemeente Delft en gemeente Zoetermeer. De drie ondernemingsraden werden in de gelegenheid gesteld om gezamenlijk overleg te voeren ten aanzien van de door hen uit te brengen adviezen in het kader van artikel 25 WOR.

 

De vertegenwoordiging van Avalex droeg zorg voor het consulteren van de contactambtenaren van de deelnemende gemeenten in de Gemeenschappelijke Regeling.

 


Projectgroep ANS

De werkzaamheden gedurende het toetredingstraject werden uitgevoerd onder verantwoordelijkheid van de Projectgroep ANS. De Projectgroep was als volgt samengesteld:

 

K. Voormeulen  Avalex, voorzitter

P.N. Floor                     Avalex, Project Coördinator)

Æ.B. Ruiter                  Hoofd Reiniging gemeente Delft

J.J. Verschuren             Projectleider Ontvlechting gemeente Delft

A.J. Peereboom            Hoofd afdeling Inzameling gemeente Zoetermeer

P. de Visser                 Hoofd afdeling Stadsbeheer gemeente Zoetermeer

 

De Projectgroep droeg zorg voor de communicatie met de betrokken organisaties en werd daartoe bijgestaan door een communicatieadviseur van één van de deelnemende gemeenten.

 

Per aandachtsgebied heeft de Projectgroep werkgroepen in het leven roepen. De voorzitters van de werkgroepen brachten verslag uit van hun werkzaamheden aan de Projectgroep. Er werden werkgroepen samengesteld voor de volgende aandachtsgebieden:

-                     Communicatie

-                     Bestuurlijke en juridische Zaken

-                     Taken en Producten (o.a. DVO’s en inventarisatie contracten)

-                     Financiële Zaken (o.a. Administratieve Organisatie, ontvlechting en Bedrijfsplan)

-                     Personeel & Organisatie

-                     ICT

 

De werkgroepen houden zich op dit moment nog bezig met allerlei implementatieaspecten rond invlechting binnen de Avalexorganisatie

 

Projectorganisatie gemeente Delft:

 

Regiegroep Reiniging

Binnen de gemeente Delft heeft de Regiegroep Reiniging de regie gevoerd over het ont- en invlechtingsproces van alle met de Reiniging samenhangende taken. De regie heeft bestaan uit het laten uitvoeren van opdrachten om te komen tot de ont- en invlechting van alle met de Reiniging samenhangende taken. Verder bestond de regie uit de voorbereiding van besluitvorming in GMT, het Delftse College en de Raad en advisering van portefeuillehouder “Afval & Reiniging” van de gemeente Delft (Anne Koning), die tevens lid is van de Stuurgroep Avalex.

 

De Regiegroep Reiniging was als volgt samengesteld:

E. Ossel                       Directeur Middelen

C. Kruisinga                  Directeur Wijk- en Stadszaken

B. den Uijl                    Hoofd Strategie en Control

J. van Reenen               Hoofd vakteam Milieu

Æ. Ruiter                      Hoofd vakteam Reiniging

H. Verschuren               Projectleider Ontvlechting gemeente Delft


Bijlage II     Besluitvormingsoverzicht

 

 

Relevante documenten:

Datum:

Toelichting en status:

1.        

Voorstel externe oriëntatie en resultaten mogelijke samenwerkingsvormen

Diverse stukken uit 2004 en 2005

 

2.        

Memo aan Gemeenteraad Delft d.d. 14 december 2005

Memo d.d.

14 dec. 2005

Informatie aan de Gemeenteraad van Delft

3.        

Intentieovereenkomst met Avalex

Febr. 2006

 

4.        

Kadernota

15 jun. 2006

 

5.        

Contourennota

12 okt. 2006

Het College heeft in september 2006 ingestemd met de notitie “Informatie over de contouren van de GR met Avalex/Delft/Zoetermeer op hoofdlijnen”. De notitie is ook voorgelegd aan de raadscommissie, in het verlengde van de afspraken die gemaakt zijn bij de presentatie aan de raadscommissie op 15 juni 2006.

 

Documenten voor Avalex nieuwe stijl

 

 

6.        

Eindconcept organisatieplan ‘Organisatieplan Avalex Nieuwe Stijl – tbv de samenwerking tussen de gemeenten Delft, Leidschendam-Voorburg, Pijnacker-Nootdorp, Rijswijk, Wassenaar en Zoetermeer op het gebied van de uitvoering van gemeentelijke reinigingstaken’ van 29 januari 2007 .

Concept tekst GR dd 19-1-2007

8  feb 2007

Behandeld in de commissie Wijk ,Verkeer & Beheer van februari 2007

7.        

Financiële Due Diligence: Rapportage boekenonderzoek gemeente Delft

21 mrt. 2007

PWC heeft zowel bij Avalex, als bij de Reiniging Zoetermeer en de Reiniging Delft een boekenonder-zoek uitgevoerd. Bij dit onderzoek zijn bij geen van de partijen onregelmatigheden aangetroffen. PWC heeft van het bij de drie betrokken partijen uitgevoerd onder-zoek een totaalrapportage gemaakt t.b.v. de Stuurgroep Avalex Nieuwe Stijl met daarin de bevindingen en conclusies. Het betreffende rapport ligt nu vertrouwelijk ter inzage.

8.        

Tekst Gemeenschappelijke regeling

Concept

19 mrt. 2007

De tekst van de gemeenschappe-lijke regeling is gebaseerd op de eerder genoemde kadernota en contourennota.

9.        

Ondernemingsplan Avalex Nieuwe Stijl

23 mrt. 2007

Vastgesteld door de Stuurgroep

 

Documenten voor/van Delft

 

 

10.    

Eindrapportage Taskforce Invlechting Reinigingstaken

23 mrt. 2007

Een samenvatting is behandeld in het College d.d. 17 april 2007.

11.    

Sociaal Statuut

3 apr. 2007

 

12.    

Advies Ondernemingsraad

 

Is onderliggend document voor de besluitvorming

13.    

Advies Georganiseerd Overleg

 

Is onderliggend document voor de besluitvorming


 

 

Bijlage III   Kenmerken Sociaal Plan Reiniging Delft

 

Mens volgt taak

De medewerker volgt zijn/haar functie die gelijk is aan de huidige functie. Er zullen geen gedwongen ontslagen vallen.

 

Werkgelegenheidsgarantie

Tot 1 juli 2012 worden medewerkers die overgegaan zijn naar Avalex, aangemerkt als interne kandidaat voor functies binnen gemeente Delft.

Wanneer de huidige functie bij Avalex binnen 5 jaar zou vervallen, treden de betrokkenen (voor zover zij dat wensen) weer in dienst bij gemeente Delft.

Ook na de genoemde periode van 5 jaar voelt de gemeente Delft zich verantwoordelijk voor het daar werkzame personeel en kunnen zij in aanmerking komen als interne kandidaat voor vacatures binnen gemeente Delft.

 

Verworven rechten vastgelegd en overgenomen

Individueel verworven rechten worden geïnventariseerd en vastgelegd in een persoonsgebonden overgangsdossier. De medewerker kan dat overgangsdossier inzien. Het overgangsdossier wordt vergezeld van een overgangsprotocol. Hierin worden de verworven rechten beschreven. De nieuwe werkgever en de werknemer tekenen het protocol voor akkoord.

 

Salarisgarantie; brutosalaris blijft minimaal gelijk

We gaan uit van het principe gelijk loon voor gelijk werk bij Avalex. Geen enkel personeelslid ondervindt nadeel van de overgang naar de nieuwe werkgever. Het brutosalaris blijft minimaal gelijk. Omdat de nieuwe werkgever een ander functiewaarderingssysteem hanteert dan Delft zijn er nu beloningsverschillen. Dit heeft met name betrekking op het apart toekennen van de inconveniëntentoelage. Delft kent geen  inconveniëntentoelage (bijvoorbeeld vuilwerk toeslag) maar heeft dit in het salaris opgenomen. Die beloningsverschillen worden als volgt opgelost.

Met de overgang naar Avalex ontvangen alle personeelsleden in schaal 4 en 5 een gegarandeerde persoonlijke toeslag, vergelijkbaar met de inconveniëntentoelage zoals bij Avalex. Zij komen hierdoor op het zelfde salarisniveau als de collega's die nu al in dienst zijn van Avalex.

De (specialistische) medewerkers in schaal 6 op het Overlaadstation, KCA depot en ongediertebestrijding krijgen er met de overgang naar de nieuwe werkgever een persoonlijke toelage vergelijkbaar met de vuilwerk toeslag bij. In de genoemde persoonlijke toelage wordt de onregelmatigheidstoeslag verrekend. Deze genoemde toeslagen zijn structureel.

 

Toelage voor onregelmatige dienst wordt vervangen door persoonlijke toelage

De toelage onregelmatige dienst die medewerkers uitvoering en alle medewerkers die werkzaamheden uitvoeren die direct aan de uitvoering gerelateerd zijn, ontvangen, vervalt. Hier staat wel de nieuwe toelage wegens inconveniënten tegenover.

 

Overgangstoeslag

Met de nieuwe salarisregeling worden de beloningsverschillen in de huidige schalen 4 (medewerker reiniging) en 5 (seniormedewerker reiniging) kleiner. Dat wordt door de betrokkenen als onrechtvaardig beschouwd. Om aan dat gevoel voor onredelijkheid tegemoet te komen wordt een éénmalige toeslag toegekend bij de overgang naar Avalex. Het bedrag, € 2.712,- op basis van een fulltime dienstverband voor medewerkers in schaal 5, wordt in één keer bruto uitgekeerd. Voor de overige salarisschalen is - met uitzondering van schaal 4 ( medewerker reiniging) - de toelage vastgesteld op €1.356,- (ook eenmalig, bruto) op basis van een voltijdsalaris. Deeltijders krijgen deze toelage naar evenredigheid.

 

Toekomstperspectief gegarandeerd

Het maximumsalaris verbonden aan de bijbehorende schaal waarin de functie wordt uitgeoefend, wordt gegarandeerd.

 

Functiebeschrijving en –waardering

De nieuwe werkgever heeft een eigen systeem van functiebeschrijving- en waarderen. Wanneer sprake is van een hogere functionele salarisschaal geldt voor functievolgers op de datum van overgang de hogere salarisschaal.

 

Periodieke verhoging blijft van toepassing

De datum van de periodieke jaarlijkse verhoging , blijft onverkort van toepassing voor zover het maximum in de schaal nog niet is bereikt.

 

Ambtsjubileumgratificatie blijft bestaan

De regeling overheidsjubilea is bij Avalex gelijk aan de Delftse regeling. Voor wat betreft de gratificatie overheidsjubileum wordt de diensttijd bij de gemeente Delft bij Avalex meegenomen voor de berekening. Er wordt dus uitgegaan van "ononderbroken dienstverband".

Het gemeentedienst jubileum komt te vervallen. Gemeente Delft verstrekt werknemers die tot 5 jaar na overgang in aanmerking zouden komen voor een gemeentedienst jubileumgratificatie een gratificatie. Deze wordt via een verrekenmethode toegepast.

 

Vergoeding reiskosten woon/werk in ieder geval  gelijk

De reiskostenvergoeding voor woonwerkverkeer zal in ieder geval gelijk zijn.

 

Dienstjaren gaan mee

De dienstjaren in dienst van gemeente Delft worden opgenomen in het overdrachtsdossier. Deze dienstjaren worden bij het bepalen van een ambtsjubileum of anderszins aangemerkt als diensttijd doorgebracht in dienst van de nieuwe werkgever.

 

 


Bijlage IV   Tekst Gemeenschappelijke regeling (separaat bijgevoegd)

Bijlage V   Ondernemingsplan Avalex Nieuwe Stijl (separaat bijgevoegd)

Bijlage VI   Financiële Due Diligence: Rapportage ten behoeve van de Stuurgroep ANS (Geheim ter inzage)


 

Bijlage VII   Eindrapportage Taskforce Invlechting Reinigingstaken

Nota voor B&W

Invlechting Reinigingstaken en -verantwoordelijkheden

 

 

1.      Inleiding

 

Door de voorgenomen fusie van Reiniging-Delft met GR Avalex en Reiniging-Zoetermeer zijn voorbereidingen getroffen om de taken die met afvalinzameling te maken hebben in te brengen in de nieuwe GR Avalex.

Reiniging-Delft heeft echter meer taken dan alleen uitvoerende afvalinzamelingtaken; deze zullen niet overgaan naar de nieuwe GR. Enkele hoofdthema’s hierbij zijn Beleid, Handhaving, Opdrachtgeverschap en Eigenaarschap.

Om te borgen dat deze taken en verantwoordelijkheden ook een plaats binnen het ambtelijke en bestuurlijke apparaat van Delft verkrijgen, is door de Regiegroep Reiniging opdracht verstrekt deze taken te inventariseren, en aanbevelingen te doen op welke manier deze taken vervuld kunnen worden. De uitvoering van deze opdracht is neergelegd bij de Taskforce Invlechting Reinigingtaken en -verantwoordelijkheden, ook wel TIR genoemd. Deze nota beschrijft de uitkomsten van deze Taskforce.

2. Bestuurlijke sturingsrelaties

 

Het gezamenlijke College vervult een eigenaarsrol en een opdrachtgeversrol. Op het bestuurlijk vlak zijn de rollen van het DB (vakwethouder) en het AB (vak- en financieel wethouder), uitgediept, mede aan de hand van de verantwoordelijkheden van het Algemeen Bestuur en het Dagelijks Bestuur van de nieuwe GR. Beide wethouders hebben overigens zitting in het AB van de nieuwe GR.

C.      AB

Het AB heeft de functies kaderstellen, autoriseren/vaststellen en toezicht houden/controleren. Het AB gaat over de vaststelling van de begroting, rekening, beleidsplannen, verordeningen, financieringsbesluiten etc.

De AB-leden zijn derhalve verantwoordelijk voor de bewaking van het financiële belang van de GR. Concreet betekent dit het uitoefenen van toezicht op de continuïteit, het rendement en de financiële risico’s van de organisatie. Het uitoefenen van het toezicht vereist ook een beheersinstrumentarium, dat samengesteld wordt uit maatregelen en procedures op het gebied van Informatievoorziening vanuit de nieuwe GR, Risicobeheersing en Verantwoording (o.a. rechtmatigheidstoets).

Conform de concept-tekst[2] van de nieuwe GR zal het AB zal tenminste 2 maal per jaar bijeen komen.


D.      DB

Het DB is verantwoordelijk voor de besturing en beheersing van de beleidsuitvoering en legt daarover verantwoording af. Het DB zorgt voor de voorbereiding/uitvoering van de besluiten van het AB, het beheer van financiën, en de operatie van de nieuwe GR.

De vakwethouder is derhalve aanspreekbaar op:

·         De realisatie van het publieke belang (als opdracht-, subsidie- of regelgever), en de nakoming van de GR van het overeengekomen contract (prestaties, prijs en kwaliteit).

·         De afhandeling van klachten die bij de gemeente binnenkomen over de GR.

De vakwethouder wordt primair ondersteund door het vakteam Milieu, dat eveneens consulteert bij TOR, Wijkzaken, Stadsbeheer en Belastingen als het gaat om Handhaving, Operationele zaken, resp. Inning inzake afvalinzameling.

Conform de concept-tekst[3] van de nieuwe GR zal het DB minimaal 6 maal per jaar bijeenkomen.

 

3. Ambtelijk Opdrachtgeverschap

 

Rondom het opdrachtgeverschap zijn vier stadia[4] in een cyclus te benoemen:

5.       Beleidsvoorbereiding                 (Plan)

6.       Uitvoering                                 (Do)

7.       Controle                                   (Check)

8.       Beleids-evaluatie                       (Act)

 

1. Beleidsvoorbereiding

De beleidskaders m.b.t. de Reiniging betreffen met name het afvalstoffenbeleid. Daarvoor is kennis over afvalstoffen en reinigingstechnieken noodzakelijk. Daarnaast is het bijhouden van de kennis op het gebied van wet- en regelgeving op dit terrein erg belangrijk. Het bijhouden van uitvoeringsbesluiten en het op orde houden van de afvalstoffenverordening behoren ook tot des gemeentes taken.

De monitoring van het afgesproken beleid is ook nadrukkelijk een taak die ingevuld moet worden. Stadsbeheer (primair) en de nieuwe GR (secundair) krijgen een adviesrol op het beleid. Dit om de afstand tussen beleid en uitvoering niet te groot te maken.

De TIR heeft zich uitgesproken dat deze beleidswerkzaamheden bij het vakteam Milieu terecht moeten komen. Stadsbeheer zal aan Milieu rapporteren als beleid niet uitvoerbaar is, of is gebleken, en advies uitbrengen over mogelijke interventies. Hetzelfde geldt voor het vakteam TOR als het gaat om Handhavingsaspecten; wat is handhaafbaar in de praktijk en wat houdt stand bij een rechter. In relatie tot de gemeentelijke heffingen (Afvalstoffenheffing èn Reinigingsrecht) zal er ook contact onderhouden moeten worden met Belastingen.

Daarnaast zal er contact onderhouden worden met maatschappelijke organisaties als het gaat om afvalinzameling. Ten slotte zal er ook overlegd moeten worden met bijvoorbeeld stedenbouwkundigen, architecten, projectontwikkelaars, wijkplatforms en het Ingenieursbureau als het gaat om het voorzieningenniveau rondom afvalinzameling.

Het vakteam Milieu is daarmee ook budgethouder van Reiniging. Het vakteamhoofd Milieu is de gesprekspartner voor de hoofdvestiging van het nieuwe Reinigingsbedrijf. “Zijn” opdrachtgeverschap bestaat uit het eenmalig opdragen van de werkzaamheden aan de nieuwe GR.

 

Mede als gevolg van de recente organisatiewijziging, waarbij de Reinigingsinspectie aangesloten is bij TOR, zal de detail-afstemming met TOR nog gestalte moeten krijgen. Daarbij zal nog rekening gehouden moeten worden met het budgethouderschap door Milieu (‘het gesloten circuit’) en het budgetbeheerderschap door TOR.

Op ambtelijk terrein zal periodiek Afstemmingsoverleg met de nieuwe GR (bijv. 6 x/jaar) plaatsvinden, waarin de voortgang besproken wordt, en mogelijke beleidswijzigingen geagendeerd worden ter advisering aan het bestuur. In dat kader wordt de term “Contactambtenaar” geïntroduceerd, die in de context van de huidige GR ook al bestaat bij deelnemende gemeenten. De GR wordt in dit Afstemmingsoverleg waarschijnlijk vertegenwoordigd door de Bedrijfsleider Vestiging Delft.

Het vakteam Milieu is in deze constellatie verantwoordelijk voor de kaders (tijd, geld, kwaliteit, informatie, organisatie en risico’s) en voor het afdwingen van tussentijdse beslissingen indien de opdracht buiten de kaders raakt of dreigt te raken. In deze situaties wordt uiteraard het bestuur tijdig betrokken.

2. Uitvoering

Het uitvoeren van de opdracht behoort plaats te vinden door de nieuwe GR. Behoudens “interventies van bovenaf” is het niet gebruikelijk dat de gemeente Delft zich met de dagelijkse gang van zaken bemoeit.

3. Controle

Het operationele contractbeheer is het best geoutilleerd bij de afdeling Stadsbeheer, die al beschikt over een instrumentarium en de menskracht om de kwaliteit van de buitenruimte te beoordelen. Het achteraf controleren van en rapporteren over de afgesproken prestaties, afgezet tegen de normen zou dan ook door deze sector uitgevoerd kunnen worden. Het pre-accorderen ten behoeve van de financiële afhandeling door de budgethouder valt ook binnen dit operationeel contractbeheer.

4. Beleidsevaluatie

Beleidsevaluatie dient om te bewaken en na te gaan of het vastgestelde beleid volgens afspraak  uitgevoerd kan (blijven) worden en of er reden is het beleid bij te stellen of nieuw beleid te ontwikkelen. Informatie uit deze beleidsevaluatie is input voor het vakteam Milieu. Het uiteindelijke doel is om de opdrachtformulering naar de nieuwe GR toe aan te laten sluiten bij de behoeften van de gemeente Delft.

Bij het vergaren van informatie spelen binnen Delft met name Stadsbeheer (in het kader van “monitoring kwaliteit openbare ruimte”, be- en afhandeling klachten en meldingen) en TOR (in het kader van handhavingstaken, op het gebied van Reinigingsinspectie) een rol. Daarnaast is aan de opdrachtnemer gevraagd te rapporteren over specifieke onderwerpen en prestaties.

De verantwoordelijkheid voor het signaleren van overschrijdingen ligt daarom niet bij de uitvoerende partners in deze cyclus (SB en GR) en controlerende partners (TOR), maar bij de opdrachtgever (Milieu). Hiermee wordt de functiescheiding in de praktijk gebracht.

De bestuurlijke rapportages over Afvalinzameling worden door Milieu verzorgd, waarbij op verzoek ook Stadsbeheer en TOR zullen adviseren en/of co-auteur(s) zijn.

 

4. Personele consequenties

 

-          Contactambtenaar bij vakteam Milieu

Het contractbeheer bij de afdeling Milieu vergt een uitbreiding op de formatie van 1 FTE in de vorm van een Contactambtenaar (schaal 12 indicatief).

-          Beleidsmedewerker Afval

Daarnaast zal er een overplaatsing geschieden van de Beleidsmedewerker Afval van het vakteam Reiniging naar het vakteam Milieu. Hier is dus geen sprake van een uitbreiding van de gemeentelijke formatie.

-          Controle- en rapportagetaken Stadsbeheer

Voor Stadsbeheer geldt dat er een toename van haar taken zal plaatsvinden; deze zijn op dit moment echter niet te kwantificeren in FTE’s. Daarom is onder “Financiële consequenties” een bedrag opgenomen om eventuele consequenties in bezetting financieel op te kunnen vangen.

5. Financiële consequenties

-          Vakteam Milieu

Als de personele consequenties vertaald worden in geld, betekent dit bij Milieu een structurele uitbreiding van € 99.000 per jaar.

-          Vakteam Stadsbeheer

Stadsbeheer zal een financiële uitbreiding van € 40.000,- behoeven voor haar extra werkzaamheden, zoals omschreven onder “Personele consequenties”.

6. Gevraagde besluiten

a)       In te stemmen met de voorgestelde taken-invlechting.

b)       In te stemmen met de formatie-uitbreiding bij het vakteam Milieu t.b.v. de invulling van het opdrachtgeverschap en contractbeheer.

c)       In te stemmen met de structurele financiële budgetuitbreiding bij de sector Stadsbeheer ter grootte van € 40.000,-

d)       Begrotingswijziging meenemen in het finale college besluit van 24 april 2007.

 


 

Bijlage VIII   Advies Ondernemingsraad (voorbehoud sociaalplan) (separaat bijgevoegd)

 



[1] Zoals in de paragraaf ‘Voorbehoud’ al is aangegeven, kan het werkgeversvoorstel (zie bijlage VI) nog marginaal wijzigen.

[2] Concept-versie 19 januari 2007, behandeld in het College van 23 januari 2007.

[3] idem

[4] Conform de zogenaamde Plan, Do, Check en Act-methode vanuit het INK-model