SAMENWERKINGS-
OVEREENKOMST
‘VEILIG
UITGAAN DELFT
Dat
doen we samen!’
Deelnemers:
Gemeente Delft
Koninklijk
Horeca Nederland, afdeling Delft
Brandweer
Delft-Rijswijk
Politie
Haaglanden
Openbaar
Ministerie
Voorwoord
Vanuit het bredere kader Integraal Veiligheidsbeleid met als een
van de hoofdthema’s ‘Veiligheid en vrije tijd’ is in Delft in 2004 gestart met
de werkgroep ‘Veilig Uitgaan’. De werkgroep kent deelnemers vanuit de Gemeente
Delft, Koninklijk Horeca Nederland afdeling Delft, Politie Haaglanden en
Brandweer Delft - Rijswijk.
Doel van de werkgroep is ervoor te zorgen dat het veilig uitgaan
in Delft wordt bevorderd en wordt vastgehouden. Naast het actualiseren van de
horecanota, het ontwikkelen en schrijven van de nota ‘Veilig Uitgaan’ willen
partijen de inspannings- en resultaatsverplichtingen welke noodzakelijk worden
geacht voor het bevorderen en verbeteren van de kwaliteit en de veiligheid in
het uitgaansgebied van Delft in deze voorliggende samenwerkingsovereenkomst
vastleggen.
Voor de totstandkoming van deze samenwerkingsovereenkomst hebben
verschillende vergelijkbare samenwerkingsovereenkomsten als basis gediend[1].
Inhoudsopgave
Voorwoord Pagina 1
Inhoudsopgave Pagina 2
1. Partijen Pagina 3
2. Uitgangspunten
& Overwegingen Pagina 4
3.
4. Speerpunten Pagina 5
3.1 Gemeente
3.2 Horecaondernemer
3.3 Brandweer
3.4 Politie
3.5 Openbaar
Ministerie
3.6
Driehoek
5. Organisatie
& Uitvoering Pagina 8/9
6. Communicatie
& Afstemming Pagina 9
7. Tijd &
Middelen Pagina 9
8. Besluitvorming Pagina 9
9. Onvoorziene
omstandigheden Pagina 9
10. Looptijd,
wijziging, voortijdige beëindiging, reikwijdte en
tussentijdse toetreding Pagina
10
11. Ondertekening Pagina
11
1. Partijen
a.
Gemeente Delft, hierbij rechtsgeldig vertegenwoordigd krachtens
artikel 171 lid 1 Gemeentewet door haar burgermeester, de heer mr. drs. G.A.A.
Verkerk, hierna te noemen ‘de gemeente’;
b.
Koninklijk Horeca Nederland afdeling Delft, vertegenwoordigd door
de heer P. Meijkamp, hierna te noemen ‘de horeca’;
c.
Brandweer Delft - Rijswijk, vertegenwoordigd door de commandant,
de heer ing. J. Bron, hierna te noemen ‘de brandweer’;
d.
Politie Haaglanden, vertegenwoordigd door de bureauchef, de heer
M. van Tol, hierna te noemen’ de politie’;
e.
Openbaar Ministerie, vertegenwoordigd door Officier van Justitie,
de heer mr. C.J.L. van Dam MPM, hierna te noemen ‘het OM’.
2. Uitgangspunten
& Overwegingen
Uitgangspunt
Sinds enkele jaren is er een sterke roep om de veiligheid in de
samenleving te vergroten. Ook Delft hecht veel waarde aan een goed
veiligheidsbeleid. De veiligheid in het uitgaansgebied in de Gemeente Delft
behoeft structurele aandacht van alle betrokken partijen. Een verankering van
het samenwerkingsverband en hieraan gekoppeld heldere afspraken over taken en
verantwoordelijkheden draagt in belangrijke mate bij aan een verbetering van de
veiligheid in uitgaansgebieden. Deze verbetering is in het belang van alle
partijen.
Partijen hebben besloten de voorliggende samenwerkingsovereenkomst
te sluiten. Daarin overwegende dat:
-
De afspraken van de samenwerkingsovereenkomst gelden als
aanvullend op bestaande wet- en regelgeving;
-
Delft zich verder wil blijven ontwikkelen tot een gezellige en
veilige uitgaansstad;
-
De partijen gezamenlijk verantwoordelijk zijn voor het bieden van
een kwalitatief goede en veilige uitgaansomgeving voor betrokkenen;
-
De betrokken partijen zich aan de verantwoordelijkheid verbinden
middels deze samenwerkingsovereenkomst;
-
Het resultaat van de samenwerking zal zijn dat uitgaan in de
uitgaansgebieden van Delft kwalitatief beter, veiliger en gezelliger wordt;
-
Partijen inspanningen willen leveren om een goed evenwicht te
creëren tussen wonen, werken en uitgaan in Delft;
-
De gemeente en haar diensten opereren vanuit hun wettelijke taken
op alle veiligheidsaspecten (sociaal en fysiek). De inzet is gericht op het
bevorderen en waarborgen van de veiligheid voor alle partijen;
-
Het Openbaar Ministerie zich inzet om tot een adequate en spoedige
afhandeling te komen van strafbare feiten die in verband staan met de kwaliteit
van het uitgaansleven. Het Openbaar Ministerie een vervolgingsbeleid voert dat
de in (het kader van) de samenwerkingsovereenkomst neergelegde afspraken
steunt;
-
De politie vanuit haar wettelijke taakopdracht in de handhaving
van de openbare orde, opsporing en hulpverlening opereert. Zij waar mogelijk in
het kader van de privacywetgeving in een gezamenlijke aanpak van problemen met
partners informatie zal delen. De inzet gericht is op vergroting van de
veiligheid van de gebruikers van het uitgaansgebied;
-
De horeca opereert vanuit zowel een economisch belang als vanuit
een maatschappelijke verantwoording en draagt van daaruit zorg voor een prettig
en veilig uitgaansklimaat voor zowel uitgaanspubliek als medewerkers, zonder
verstoring van het woonklimaat;
-
De voorliggende overeenkomst op het voornemen zoveel mogelijk
concrete afspraken te maken om invulling te geven aan de publiek-private
samenwerking stoelt;
-
Actieve communicatie over de gezamenlijke afspraken en ook over de
resultaten naar verwachting een positieve bijdrage zal leveren aan de
veiligheidsbeleving;
-
De Gemeente Delft alcoholmatiging hoog op de agenda heeft staan.
3. Speerpunten
Partijen komen op voorhand overeen inspanningen te verrichten met
betrekking tot een aantal speerpunten:
3.1
Gemeente Delft
a. Regiefunctie
-
De gemeente is verantwoordelijk voor het uitvoeren en de
handhaving van wet- en regelgeving. Hierdoor is de gemeente opsteller van het
veiligheidsbeleid;
-
De gemeente is verantwoordelijk voor de coördinatie van het
geldende veiligheidsbeleid;
-
De gemeente treft maatregelen met betrekking tot het toezicht;
-
De gemeente draagt zorg voor de kwaliteit en de aantrekkelijkheid
van de openbare ruimte. Zaken als goede verlichting van de openbare ruimte,
straatmeubilair, parkeerfaciliteiten voor auto’s en fietsen dragen bij aan het
vergroten van gevoelens van veiligheid;
-
De gemeente heeft de initiatiefrol in het komen tot een
geïntegreerd horecabeleid;
-
De gemeente draagt zorg voor een 2 of 3-wekelijks horecaoverleg
tussen gemeente, horecaondernemers, politie en eventuele externe partners;
-
De gemeente draagt zorg voor een 3 maandelijks bestuurlijk overleg
tussen de burgemeester en de lokale voorzitter van Koninklijk Horeca Nederland;
b.
Evenementenbeleid
-
De gemeente zorgt voor een eenduidig evenementenbeleid;
-
De gemeente zorgt voor toezicht op de te houden evenementen aan de
hand van de Algemene Plaatselijke Verordening;
-
De gemeente draagt zorg voor een duidelijk aanspreekpunt en een
afdoende afstemming van evenementen;
c.
Openingstijden
-
De gemeente draagt zorg voor het openingstijdenbeleid;
-
De gemeente zorgt voor de evaluatie van het beleid met de
ondernemers en de omwonenden;
d.
Parkeren en routing
-
De gemeente draagt zorg voor voldoende parkeermogelijkheden voor
bezoekers in het uitgaansgebied door realisatie van verschillende
parkeergarages;
-
De gemeente zorgt voor een duidelijke verwijzingen vanaf de
parkeergarages naar het uitgaansgebied en kan zo de bewegingen van het
uitgaanspubliek positief beïnvloeden;
-
De gemeente draagt zorg voor de kwaliteit van de bereikbaarheid
van het uitgaansgebeid door verlichte routes, openingstijden van de
parkeergarages en voldoende bewaakte en onbewaakte fietsparkeerplekken, e.d.;
e.
Toezicht en handhaving
-
De gemeente zorgt voor toezicht en handhaving van de aspecten
waarvoor in de wet- en regelgeving geen specifieke controleurs zijn aangewezen.
De medewerkers van milieutoezicht en TOR vervullen hierbij een belangrijke
taak. Het gaat hier voornamelijk om het tegengaan van overlast en ergernissen
van allerlei aard zoals terrassen, vuil, geluid, etc;
f.
Meetbaar maken effecten
-
De gemeente voert regelmatig in samenwerking met andere betrokken
partijen onderzoeken uit om te toetsen, zomogelijk, of de maatregelen effect
hebben op de veiligheid en een toename veroorzaken op de veiligheidsbeleving;
g.
Preventie
-
De gemeente draagt zorg voor een voorlichtingsaanbod ter
voorkoming van drank- en drugsgebruik. Het aanbod is met name gericht op jongeren,
ouders en intermediairen en bestaat onder meer uit activiteiten binnen
basisscholen, scholen voor voortgezet onderwijs, studentenverenigingen, sociaal
cultureel werk;
h.
Verslavingsproblematiek
-
De gemeente heeft in de Algemene Plaatselijke Verordening een
aantal gebieden aangewezen waar alcohol op de openbare weg verboden is.
Toezicht Openbare Ruimte heeft hier een belangrijke controlerende functie;
-
De gemeente komt met een nota ten aanzien van alcoholmatiging in
commerciële en de non-commerciële horeca (sportverenigingen, sociaal cultureel
werk, studentenverenigingen). Hierbij zal actief gebruik gemaakt worden van de
wettelijke mogelijkheden (o.a. Drank- en horecawet) en gaat speciale aandacht
uit naar het handhaven van leeftijdsgrenzen t.a.v. de verkoop van alcohol;
-
De gemeente heeft een coffeeshopnota vastgesteld;
-
De gemeente pakt de drugsoverlast aan door hotspots aan te wijzen
en te zorgen voor toezicht en handhaving;
-
De gemeente draagt zorg voor voldoende laagdrempelige
voorzieningen waar men terecht kan voor consultatie- en behandeling m.b.t.
verslavingsproblematiek.
3.2
Horecaondernemers
a.
Huisregels/deurbeleid
-
De horecaondernemer verplicht zich om gedrag- en huisregels op te
stellen en bekend te maken door deze op een zichtbare plek te hangen in de
onderneming;
-
De horecaondernemers hanteren een duidelijk toelatings- en
deurbeleid;
-
Het deurbeleid heeft het uitgangspunt dat bezoekers niet worden
gediscrimineerd. Er worden alleen functionele eisen gesteld. De
horecaondernemers zorgen voor goede opleiding en instructie van het eigen
personeel;
-
De horecaondernemer spreekt klanten aan die zich niet aan de
huisregels houden;
b.
Evenementenbeleid
-
De horecaondernemer draagt er zorg voor dat bij een aantal
evenementen in de openbare ruimte gebruik gemaakt wordt van kunststof glazen
en/of papieren bekers;
c.
Omgeving
-
De horecaondernemer draagt zorg voor een opgeruimde omgeving in de
directe nabijheid van het horecabedrijf;
-
De horecaondernemer zorgt dat de overlast van geluidsinstallaties
of levende muziek wordt beperkt door zich te houden aan de geldende normen van
de gemeente Delft;
d.
Toezicht
-
De horecagelegenheden houden zich bij het gebruik maken van
portiers aan de geldende eisen die gesteld worden op basis van de Wet op de
Particuliere Beveiligingsorganisaties en Recherchebureaus;
e.
Aangifte/melding
-
De horecaondernemer dient aangifte te doen van overtredingen en
delicten.
-
Indien de horecaondernemer afziet van aangifte, dient er melding
van het voorval te worden gemaakt bij de politie;
f. Techniek
-
De horecaondernemer gaat in overleg met de politie indien er
suggesties leven tot het aanbrengen van alarmknoppen, het installeren van
camera’s, etc;
g.
Alcoholmatiging
-
De horecaondernemers en de aanwezige leidinggevenden zijn in het
bezit van het diploma ‘sociale hygiëne’ en van de ondernemer wordt verwacht dat
hiernaar wordt gehandeld;
-
De horeca dient verantwoordelijk om te gaan met het schenken van
alcohol;
h.
Brandveiligheid
-
De ondernemer van een horecabedrijf draagt primair de
verantwoordelijkheid voor de brandveiligheid van de onderneming;
-
Om een brandveilig gebruik van panden te bevorderen is in 1992 de
gebruikersvergunning geïntroduceerd. De horecaondernemer is aanspreekbaar voor
een brandveilige exploitatie van de horeca-inrichting conform de afgegeven
vergunning en/of de betreffende horeca-inrichting algemeen geldende regels
betreffende brandveiligheid;
-
De horecaondernemer treft direct alle daartoe door de brandweer of
van gemeentewege voorgeschreven brandwerende voorzieningen dan wel bouwkundige
maatregelen om een zo brandveilig mogelijk gebruik van de inrichting te
waarborgen;
-
De horecaondernemer is verantwoordelijk voor geschikte
brandblussers die direct gebruikt kunnen worden. Deze brandblussers zijn
opgehangen op zichtbare en bereikbare plaatsen en zijn bovendien jaarlijks
gecontroleerd;
-
De horecaonderneming ziet erop toe dat er ter voorkoming van
brandgevaar, geen brandgevaarlijke materialen of versieringen zijn aangebracht.
3.3
Brandweer Delft - Rijswijk
a. + b.
Voorkomen van brandgevaar en ongevallen
-
Het door de brandweer op grond van artikel 1 lid 4 sub a van de
Brandweerwet 1985 feitelijk uitvoeren van de zorg voor het voorkomen, beperken
en bestrijden van brand, het beperken van brandgevaar, het voorkomen en
beperken van de ongevallen bij brand en al hetgeen daarmee verband houdt;
c.
Verlening/controle/handhaving vergunningen
-
Het door de brandweer verlenen en controleren van
gebruiksvergunningen van horecaondernemingen;
d.
Advisering brandveiligheid
-
De brandweer is aanspreekpunt voor advies en voor vragen vanuit de
horecaondernemers met betrekking tot brandveiligheid.
3.4
Politie Haaglanden
a.
Handhaving
-
De politie draagt zorg voor eenduidige aanpak van overtredingen en
misdrijven. De politie heeft vanuit de Politiewet een duidelijke taak ten
aanzien van handhaving van de openbare orde en hulpverlening;
-
De politie treedt consequent op tegen ondernemers die zich niet
houden aan de geldende regels en verplichtingen;
-
De politie treedt op tegen bezoekers van het uitgaansgebied welke
zich op de openbare weg begeven met alcoholische dranken;
b.
Zichtbaar aanwezig
-
De politie draagt zorg voor het zichtbaar en opvallend aanwezig
zijn in het uitgaansgebied op momenten dat dat is vereist. Optreden gebeurt bij
voorkeur in een uniform;
c.
Ondersteuning
-
De politie wordt geacht zo spoedig mogelijk te handelen naar
aanleiding van meldingen;
-
De politie wordt geacht op plaatsen waar nodig ondersteuning te
bieden;
-
De politie treedt op tegen personen aan wie door de ondernemer de
toegang tot het horecabedrijf is ontzegd en welke hieraan geen gevolg willen
geven;
d.
Collectieve informatie/voorlichting
-
Ten behoeve van de horecaondernemers zijn bij de politie vaste
aanspreekpunten/contactfunctionarissen voor informatie en voorlichting.
3.5
Openbaar Ministerie
a.
Informatie
-
Het OM is verantwoordelijk voor de opsporing van strafbare feiten,
de vervolging van strafbare feiten en toezicht op de uitvoering van de
strafvonnissen;
b.
Lik op stuk beleid
-
Het OM is verantwoordelijk voor de het lik-op-stuk beleid;
3.6
Driehoek
a.
Prioriteren
-
Het OM, de politie en de burgemeester kunnen bepalen aan welke
zaken prioriteit wordt gegeven.
4. Organisatie
& Uitvoering
4.1
Overlegstructuur
In het kader van deze overeenkomst vindt
één keer per jaar een overleg plaats tussen de ondertekenaars omtrent de
voortgang, resultaten en stand van zaken van de samenwerkingsovereenkomst. De
gemeente is de procesbewaker van de overeenkomst en verzorgt de vergaderruimte,
de agenda en het verslag. Indien één van de ondertekende partijen noodzaak ziet
een extra overleg in te lassen zal er vanuit de gemeente een verzoek aan de
overige partijen worden gericht.
Naast het bestuurlijke overleg is er een
werkgroep commerciële horeca bestaande uit vertegenwoordigers van de gemeente
Delft, Koninklijk Horeca Nederland, de brandweer en de politie. De gemeente
faciliteert dit overleg en vervult in deze werkgroep de regiefunctie. De
verdere rolverdeling en taakverdeling worden onderling vastgesteld.
4.2 Uitvoering & Evaluatie
De samenwerkingsovereenkomst met de
gemaakte afspraken zal onder regie van de gemeente Delft halfjaarlijks worden
geëvalueerd. Op basis van de door partijen opgedane ervaringen kan in een
gezamenlijk overleg besloten worden om de thans gemaakte afspraken bij te
stellen, aan te vullen of te verwijderen.
5. Communicatie
& Afstemming
De partijen dragen zorg voor een zorgvuldige communicatie naar en
afstemming met de eigen achterban. De gemeente Delft draagt zorg voor de
publiciteit en voorlichting met als doel een veilig uitgaan in Delft te
bevorderen. Hierbij zullen de gemaakte afspraken op de daarvoor gebruikelijke
manieren aan een breed publiek bekend worden gemaakt, waarbij speciaal aandacht
wordt geschonken aan jeugdigen en het uitgaanspubliek. Koninklijk Horeca
Nederland zorgt voor de berichtgeving naar de leden in Delft.
De vertegenwoordigers van de samenwerkingspartijen spannen zich in
om het beleid van de eigen organisatie en het beleid van het
samenwerkingsverband op elkaar af te stemmen.
6. Tijd &
Middelen
Voor het in stand houden van de samenwerking zullen de
samenwerkende partijen uren en/of middelen ter beschikking stellen.
Bij de uitvoering van de geselecteerde maatregelen in de
samenwerkingsovereenkomst worden per maatregel financiële afspraken gemaakt,
waarbij in principe iedere partij zorg draagt voor de hem geëigende kosten.
7. Besluitvorming
Partijen komen in gezamenlijk overleg tot besluitvorming. Indien
in dit verband met de uitvoering van deze overeenkomst tussen partijen een
verschil van mening ontstaat, zal dit in onderling overleg en redelijkheid
worden opgelost, al dan niet ondersteund door inschakeling van een
onafhankelijke derde persoon of instantie. De uitvoering van wettelijke taken
en het nakomen van wettelijke verantwoordelijkheden dient hierbij als
uitgangspunt.
8. Onvoorziene
omstandigheden
Gedurende de looptijd van de samenwerkingsovereenkomst kunnen zich
onvoorziene omstandigheden voordoen, waarbij telkens rekening dient te worden
gehouden met de feiten en omstandigheden van dat moment, zoals:
-
Escalatie op het gebied van criminaliteit en brandveiligheid en
andere calamiteiten;
-
Bouw- en herinrichtingswerkzaamheden in het uitgaansgebied;
-
Verandering van wet- en regelgeving, richtlijnen en inzichten;
-
Verandering van samenstelling en omvang van het uitgaanspubliek.
In dergelijke gevallen zullen de betrokken partijen van de
samenwerkingsovereenkomst samen tot een besluit komen hoe met de gewijzigde
omstandigheden zal worden omgegaan.
9. Looptijd,
wijziging, voortijdige beëindiging, reikwijdte en tussentijdse toetreding
De samenwerkingsovereenkomst geldt voor de duur van twee jaar na
ondertekening. In onderling overleg met inachtneming van de evaluatieresultaten
wordt de samenwerkings-overeenkomst met twee jaar verlengd.
De sector Maatschappelijke Ontwikkeling van de gemeente Delft
fungeert als aanspreekpunt voor vragen en opmerkingen over de inhoud van de
samenwerkingsovereenkomst.
Partijen treden in overleg over de noodzaak van wijziging of
beëindiging van deze samenwerking indien:
-
De verplichtingen uit deze samenwerkingsovereenkomst niet worden
nagekomen;
-
Door anderen dan bij de samenwerkingsovereenkomst betrokken
partijen te kennen geven tot deze overeenkomst te willen toetreden;
-
Door één van de betrokken partijen een aanvullend onderwerp wordt
voorgedragen voor opname in de samenwerkingsovereenkomst of een onderwerp wordt
voorgedragen ter verwijdering uit de samenwerkingsovereenkomst;
-
Periodieke evaluatie aanleiding geeft tot een besluit tot
wijziging/ beëindiging van deze samenwerkingsovereenkomst;
-
Wijzigingen in de wet- en regelgeving, die van dien aard zijn dat
de samenwerking redelijkerwijs niet kan worden voortgezet, of bepaalde delen
daarvan niet kunnen worden voortgezet.
De gemeente Delft draagt zorg voor de aanpassingen in de
samenwerkingsovereenkomst en het ter kennisname verzenden van de aangepaste
samenwerkingsovereenkomst naar alle betrokken partijen.
De partijen komen in vergadering bijeen voor overleg als bedoeld
hierboven binnen één maand nadat een partij de wens daartoe schriftelijk kenbaar
heeft gemaakt. Indien het overleg niet binnen een termijn van één maand na de
eerste vergadering ter zake tot overeenstemming heeft geleid, is elke partij
gerechtigd deze overeenkomst schriftelijk op te zeggen. Opzegging door een
partij verplicht de overige partijen met elkaar te overleggen over de
continuering dan wel beëindiging van deze samenwerkingsovereenkomst.
10. Ondertekening
Deze samenwerkingsovereenkomst is tot stand gekomen in gezamenlijk
overleg tussen de gemeente Delft, Koninklijke Horeca Nederland afdeling Delft,
Brandweer Delft-Rijswijk, Politie Haaglanden en het Openbaar Ministerie.
De samenwerkingsovereenkomst is ondertekend, te Delft, op xx xx
2007 door:
Gemeente Delft, vertegenwoordigd door de burgermeester, de heer
mr. drs. G.A.A. Verkerk.
Koninklijk Horeca Nederland afdeling Delft, vertegenwoordigd door
de heer P. Meijkamp.
Brandweer Delft - Rijswijk, vertegenwoordigd door de commandant,
de heer ing. J. Bron.
Politie Haaglanden, vertegenwoordigd door de bureauchef, de heer
M. van Tol.
Openbaar Ministerie, vertegenwoordigd door de Officier van
Justitie, de heer mr. C.J.L. van Dam MPM.