1.         Inleiding

 

Op 1 juni 2003 is de Wet BIBOB (Wet Bevordering Integriteitsbeoordelingen door het Openbaar Bestuur) in werking getreden. Met de Wet BIBOB heeft de gemeente meer mogelijkheden gekregen om  ondernemingen  aan welke de gemeente Delft  vergunningen en/of subsidies verleent of (overheids)opdrachten gunt te toetsen op integriteit.

 

Sinds 1 januari 2006 is in Delft het BIBOB-beleid van toepassing. Dit  komt erop neer, dat het BIBOB-beleid gefaseerd zal worden ingevoerd.

De eerste fase is per 1 januari 2006 in werking getreden en heeft betrekking op vergunningen voor het uitoefenen en exploiteren van een horecabedrijf, slijterijbedrijf, sexinrichting en/of escortbedrijf.

De tweede fase is in het Delftse BIBOB-beleid reeds aangekondigd en heeft betrekking op aanbestedingen.

In de loop van het jaar 2007 zal waarschijnlijk de Aanbestedingswet (wetsvoorstel 30.501) in werking treden. De verplichte integriteitstoets die deze wet met zich meebrengt, maakt de toepassing van de Wet BIBOB op het gebied van aanbestedingen overbodig. In Delft is ervoor gekozen om toch een begin te maken met het BIBOB-beleid met betrekking tot aanbestedingen. Door het betreffende beleid reeds nu op te zetten, wordt alvast begonnen met het beleid dat de Aanbestedingswet voor ogen heeft.  De inwerkingtreding van deze wet zal dan alleen de grondslag van het beleid veranderen.

In deze beleidslijn wordt aangegeven wanneer en hoe het college van burgemeester en wethouders (verder te noemen het college) de Wet BIBOB bij aanbestedingen zal toepassen en welke  gevolgen dat heeft voor  ondernemers. Bovendien wordt aangegeven hoe het BIBOB-beleid met betrekking tot aanbestedingen binnen de gemeentelijke organisatie zijn beslag kan krijgen. Tenslotte is de te volgen procedure van deze nota aangegeven. Dit voorstel is mede tot stand gekomen op basis van bespreking binnen het Gemeentelijk Management Team.

 

 

 

 

 

 

 

 

2.         Reikwijdte beleidslijn BIBOB en aanbestedingen

 

In het Besluit BIBOB is aangegeven, dat BIBOB-beleid voor wat betreft aanbestedingen alleen betrekking kan hebben op opdrachten vallend binnen de sectoren: bouw, informatie-communicatie technologie (ICT) en milieu. Er bestaat voor de gemeente Delft geen aanleiding om ιιn van deze beleidsterreinen uit te sluiten.

Verder moet het gaan om overheidsopdrachten met een aanzienlijke maatschappelijke of economische waarde. Dit laatste begrip is vrij interpreteerbaar. De wetgever heeft geen concrete bedragen willen aangeven. Ook bestaat er nog geen jurisprudentie over wanneer sprake is van aanzienlijk economische waarde in de zin van de wet BIBOB. Bij aanbestedingen boven de Europese drempelwaarden is in ieder geval sprake van aanzienlijke economische waarde. Voor leveringen en diensten is een Europese drempelwaarde van 211.000 euro van toepassing. Voor werken bedraagt de Europese drempelwaarde 5.278.000 euro.

Voor de duidelijkheid is het gewenst om ιιn grens te trekken, maar gezien het feit, dat voor werken van 211.000 euro geen aansluiting plaats vindt met het Delftse Inkoop & aanbestedingenbeleid, is er voor gekozen om voor werken de grens bij 250.000 euro te leggen. In Delft moet voor werken van meer dan 250.000 euro de Nationaal Openbare procedure toegepast worden.

Door in Delft de grens voor het toepassen van een integriteittoets op basis van de Wet BIBOB voor leveringen en diensten op 211.000 euro te leggen en voor werken op 250.000 euro wordt aangesloten op het Delftse Inkoop & aanbestedingenbeleid, worden ondernemers niet onnodig ontmoedigd en is het beleid handhaafbaar. 

In bijlage 1 is een standaardtekst opgenomen, die onderdeel kan uitmaken van de publicatie in het kader van de Europese aanbestedingen en de Nationaal Openbare procedures. Op die manier weten ondernemers, dat de gemeente Delft de wet BIBOB toepast en dat zij een BIBOB vragenformulier moeten invullen. 

 

3.         BIBOB vragenformulieren

 

Het college onderzoekt per voorgenomen verstrekking van een overheidsopdracht vallend binnen de sectoren: bouw, ICT en milieu voor diensten en leveringen boven de 211.000 euro en voor werken boven de 250.000 euro of de ondernemer of zijn onderaannemer op basis van de beschikbare informatie kan worden uitgesloten. Om een goed integriteitonderzoek te kunnen verrichten heeft de gemeente informatie nodig. Deze informatie wordt onder meer verkregen door het in te vullen vragenformulier. In bijlage 3 is het vragenformulier opgenomen.

 

Met het vragenformulier wordt een zo volledig mogelijk beeld verkregen van het bedrijf of de onderneming van de betrokkene. Het niet-overleggen van de gevraagde informatie of het verschaffen van onjuiste of onvolledige informatie kan leiden tot uitsluiting van de aanbesteding.


Indiening vragenformulier

Bij een Europese openbare- en niet openbare procedure of bij de nationale openbare procedure moet in de publicatie aangegeven worden, dat de gemeente Delft de wet BIBOB toepast en dat zij een BIBOB vragenformulier moeten invullen, dat via de gemeentelijke site is te downloaden of onderdeel uitmaakt van het aanbestedingsdocument. De ingevulde en ondertekende vragenformulieren moeten bij de Europese en Nationale openbare procedure bij inschrijving worden ingediend. Bij de niet-openbare Europese procedure moeten de vragenformulieren worden ingediend bij het melden tot deelname aan de aanbestedingsprocedure.

 

Inhoud vragenformulier

Het vragenformulier bestaat uit een aantal algemene vragen, die op grond van artikel 30, lid 2 van de Wet BIBOB in ieder geval gesteld moeten worden.

Daarnaast zijn vragen opgenomen om te kunnen beoordelen of ιιn van door de wetgever limitatief opgesomde uitsluitingsgronden van toepassing is (zie onder 4). Deze uitsluitingsgronden komen overeen met de uitsluitingsgronden zoals die in de Europese aanbestedingsrichtlijnen zijn opgenomen. Bovendien sluiten de gronden aan bij het ondernemersprofiel, dat Delft hanteert voor de ondernemers waar de gemeente Delft zaken mee doet.

Tenslotte levert de vragenlijst informatie op, waardoor de financiλle en economische draagkracht van de ondernemer beoordeeld kan worden.

Bij de vragenlijst is een toelichting ten behoeve van de ondernemer opgenomen. De ondernemer moet namelijk op de hoogte zijn van het feit, dat een integriteittoets op basis van de wet BIBOB gedaan wordt bij de genoemde aanbestedingen en dat in voorkomende gevallen advies gevraagd kan worden aan het Landelijk Bureau BIBOB, verder te noemen het LBB (zie hieronder).

 

Om te voorkomen dat ondernemers teveel vragenformulieren moeten invullen, zal na vaststelling van het BIBOB-beleid voor aanbestedingen het BIBOB-vragenformulier geοntegreerd worden in de diverse aanbestedingsdocumenten.

In de huidige aanbestedingsdocumenten zal daartoe een paragraaf worden opgenomen met de BIBOB-vragen. Deze vragen zullen bestaan uit de vragen, die niet reeds in de diverse aanbestedingsdocumenten zijn opgenomen.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

4.         Uitsluitingsgronden en aanvraag om advies bij het LBB

 

Wanneer het college op basis van de haar beschikbare informatie twijfelt of ιιn van de hieronder aangegeven uitsluitingsgronden aan de orde is, kan dat aanleiding zijn om een advies te vragen aan het LBB.

Het gaat om de volgende uitsluitingsgronden:

1.       de ondernemer is bij een gerechtelijk vonnis dat kracht van gewijsde heeft, veroordeeld wegens deelneming aan een criminele organisatie, omkoping, fraude of het witwassen van geld;

2.       de ondernemer verkeert in staat van faillissement , of is voorwerp van een surseance van betaling;

3.       t.a.v. de ondernemer faillissement is aangevraagd/surseance van betaling aanhangig is gemaakt;

4.       de ondernemer onherroepelijk is veroordeeld voor een delict inzake de professionele integriteit;

5.       de ondernemer een ernstige fout heeft begaan in de uitoefening van zijn beroep;

6.       de ondernemer niet heeft voldaan aan de verplichtingen t.a.v. de betaling van de sociale verzekeringsbijdragen;

7.       de ondernemer niet heeft voldaan aan de verplichtingen t.a.v. de betaling van belastingen;

8.       de ondernemer zich in ernstige mate schuldig heeft gemaakt aan valse verklaringen bij het verstrekken van de inlichtingen t.a.v. de uitsluitingsgronden en geschiktheidcriteria.

 

Het verdient aanbeveling om in alle gevallen advies te vragen aan het LBB, wanneer de persoon van de ondernemer, de financieringsstructuur van de onderneming en/of de ondernemingsstructuur hiertoe aanleiding geven. Om deze aspecten te kunnen beoordelen is het gewenst, dat de budgethouder in overleg treedt met de vakteams Inkoopmanagement en Juridische Zaken. 

Ook kan het LBB benaderd worden indien de officier van justitie de tip geeft om in een bepaalde zaak een BIBOB-advies te vragen.

Als een advies wordt aangevraagd, moet de ondernemer eerst worden geοnformeerd door de gemeente.

 

5.         Het onderzoek door het LBB

 

Indien het LBB een adviesaanvraag ontvangt, stelt het een onderzoek in en brengt het advies uit. Het LBB valt onder het Ministerie van Justitie en heeft inzage in een aantal gesloten gegevensbronnen (bijv. van justitie, politie en belastingdienst). Hierdoor kan het LBB een meer diepgaand onderzoek doen dan de gemeente. Het LBB komt met een advies op grond waarvan de gemeente kan afwegen of een onderneming van deelneming aan de aanbesteding moet worden uitgesloten. Er bestaat geen verplichting om het advies over te nemen. Wanneer de budgethouder, ondanks een negatief advies, toch de opdracht wil gunnen aan de betreffende ondernemer dan moet daar een collegebesluit aan ten grondslag liggen.

Het LBB moet in beginsel binnen vier weken adviseren. Deze termijn kan met nog eens vier weken worden verlengd. In de praktijk heeft het LBB vrijwel altijd acht weken nodig. Dit betekent dat de aanbestedingsprocedure langer wordt. In de planning van de aanbesteding moet hier rekening mee gehouden worden.

6.         Communicatie

 

Externe communicatie

Het voorgenomen en -vastgestelde beleid wordt conform de Algemene wet bestuursrecht gepubliceerd en ter inzage gelegd.

Het is van belang dat, ook na vaststelling van het BIBOB-beleid bij aanbestedingen, ondernemers weten waar ze aan toe zijn.

Het beleid moet transparant zijn; voor de ondernemer moet duidelijk zijn, dat bij de aanbesteding de wet BIBOB toegepast kan worden, aan welke eisen zij moeten voldoen en op welke gronden zij kunnen worden uitgesloten van deelneming aan de aanbesteding. Bovendien moet de gemeente aangeven dat zij een integriteittoets zal uitvoeren die kan uitmonden in een adviesaanvraag aan het LBB. Tevens moet de gemeente aangeven, dat het niet overleggen van de gevraagde informatie of het verschaffen van onjuiste en onvolledige informatie tot uitsluiting leidt. Wanneer de onderaannemer op het moment van de opdrachtverlening nog niet bekend is, moet de gemeente zich in de gunningovereenkomst het recht voorbehouden om een onderaannemer niet te accepteren op grond van een nog uit te voeren integriteittoets.

In de publicaties in het kader van de aanbestedingen en in het vragenformulier moet aandacht besteed worden aan bovengenoemde punten.

Na vaststelling van het beleid zal behalve via de officiλle publicaties ook via de media en internet aandacht besteed worden aan het onderwerp.

 

Interne communicatie

Medewerkers van de gemeente Delft zullen door middel van Ken op de hoogte gebracht worden van het vastgestelde beleid. Daarnaast wordt er nog een interne informatiebijeenkomst voor gemeentelijke aanbesteders gehouden.  

 

 

 

7.         Verantwoordelijkheden BIBOB-beleid bij aanbestedingen

 

De budgethouder is verantwoordelijk voor de uitvoering van het BIBOB-beleid bij aanbestedingen, hetgeen onder meer betekent, dat de budgethouder zorgt, dat de ondernemers op de hoogte kunnen zijn van het BIBOB-beleid door in meldingen of publicaties i.v.m. aanbestedingen aan te geven, dat het BIBOB-beleid wordt toegepast. Verder moet de budgethouder zorgen, dat de ondernemer over het vragenformulier kan beschikken. Hij/zij is eindverantwoordelijk voor de beoordeling van de vragenformulieren, de eventuele aanvraag bij het LBB en de te nemen stappen na het advies van het LBB. De budgethouder dient wel bij JZ te melden, dat er een advies bij het LBB aangevraagd gaat worden.

In de nota BIBOB is aangegeven, dat het wenselijk is binnen de gemeentelijke organisatie te beschikken over een algemeen BIBOB-coφrdinatiepunt en dat Juridische Zaken daarvoor in aanmerking komt. Budgethouders kunnen aan JZ en aan I&A advies vragen over de uitvoering van het BIBOB-beleid bij aanbestedingen. Bovendien fungeert Juridische Zaken als contactpunt voor het LBB.  

 

8.         Kosten LBB-advies ivm aanbestedingen

 

De kosten van een LBB-advies bedragen maximaal 5000 euro. Afhankelijk van het aantal bedrijven, dat het LBB moet screenen, kunnen de kosten lager uitvallen. De kosten van het LBB-advies komen ten laste van de betreffende aanbestedingsbudgetten.

Hierbij dient overigens opgemerkt te worden, dat de gemeenten, waar BIBOB-beleid bij aanbestedingen wordt toegepast tot nog toe zelden advies hebben gevraagd aan het LBB. Mogelijk, dat ook BIBOB-beleid bij aanbestedingen een prohibitief effect heeft, d.w.z. dat een kandidaat afhaakt wanneer deze vragenlijsten moet invullen met BIBOB-onderdelen.

 

9.         Procedure van deze nota

 

Deze conceptnota zal in februari 2007 voor een principebesluit aan het college worden aangeboden, waarna deze in maart 2007 ter kennisname naar de raadscommissie Bestuur en Werk zal worden gestuurd. Vervolgens zal het voorgenomen beleid gepubliceerd worden en voor een periode van zes weken ter inzage gelegd worden. Gedurende deze periode kunnen zienswijzen ingediend worden. Het college neemt vervolgens een besluit over de eventueel ingediende zienswijzen en stelt het beleid vast. Daarna wordt de genoemde commissie geοnformeerd over eventueel ingediende zienswijzen, de reactie daarop en het definitieve besluit. Het vastgestelde beleid wordt vervolgens gepubliceerd, waarna het beleid per 1 juli 2007 in werking kan treden.

 

10.       Advies

 

Het college wordt geadviseerd in te stemmen met het in deze nota aangegeven beleid en de te volgen procedure.

 

 

 

 

        

 

 

 


Bijlage 1: Standaardtekst publicatie

 

De gemeente Delft maakt bij de aanbestedingsprocedure voor aanbestedingen van diensten en leveringen boven de 211.000 euro en voor werken boven de 250.000 euro en vallend binnen de sectoren bouw, ICT en milieu gebruik van de Wet Bevordering Integriteitbeoordelingen door het Openbaar Bestuur (hierna: Wet BIBOB).

 

De Wet BIBOB beoogt onder meer te voorkomen dat door aanbesteding van overheidsopdrachten als bedoeld in de Wet BIBOB, de overheid onbedoeld mogelijk bepaalde “criminele” activiteiten faciliteert.

 

Om een integriteittoets op basis van de Wet BIBOB te kunnen uitvoeren heeft de gemeente informatie nodig. De ondernemer moet daarom een BIBOB-vragenformulier invullen. Dit vragenformulier is via de gemeentelijke site te downloaden. Het niet-overleggen van de gevraagde informatie of het verschaffen van onjuiste of onvolledige informatie kan leiden tot uitsluiting van de aanbesteding.

 

Wanneer er sprake is van een Europese of Nationale openbare procedure moet het vragenformulier bij inschrijving worden ingediend. Bij de niet-openbare Europese procedure moeten de vragenformulieren worden ingediend bij het melden tot deelname aan de aanbestedingsprocedure.

 

Wanneer de gemeente twijfelt aan de integriteit van de ondernemer kan dat voor de gemeente aanleiding zijn om advies te vragen aan het Landelijk Bureau BIBOB.

 

Voor meer informatie over de Wet BIBOB, het BIBOB-beleid, het Landelijk Bureau BIBOB en de werkwijze van dit bureau kunt u terecht op de website www.justitie.nl/bibob of via telefoonnummer: (070) 370 4600. E-mailen is ook mogelijk: bibob@minjus.nl .

 

De gemeente zal op verzoek nadere informatie over de toepassing van het gemeentelijk beleid inzake de Wet BIBOB bij aanbestedingen verschaffen.

 

 

 


Bijlage 2: Publicatie

 

Bibob fase II aanbestedingen

 

Van …tot en met  … ligt het door het college van burgemeester en wethouders voorgenomen BIBOB-beleid (inclusief de daarbij behorende stukken) ter inzage bij de Publieksbalie aan de Phoenixstraat 16 op werkdagen van 8.00 tot 15.00 uur en vrijdagavond van 18.00 tot 20.00 uur. Belanghebbenden kunnen tot en met … desgewenst hun zienswijze kenbaar maken. Dat kan zowel schriftelijk als mondeling. De zienswijzen moeten gericht worden aan het vakteam FIA Best.Inform.voorz.& Advies van het cluster Middelen.

Nadere informatie kan worden verkregen via 015 260 2159 of 015 260 2196 of per e-mail via gdgraaf@delft.nl of eaanen@delft.nl.

Het college van burgemeester en wethouders wil in juni 2007 een definitief besluit nemen. De BIBOB fase II aanbestedingen zou in moeten gaan met ingang van 1 juli 2007.

 

Nadere toelichting

Op 1 juni 2003 is de Wet BIBOB (Wet Bevordering Integriteitsbeoordelingen door het Openbaar Bestuur) in werking getreden. Met de Wet BIBOB heeft de gemeente meer mogelijkheden gekregen om ongewilde facilitering van criminele activiteiten te voorkomen.

Sinds 1 januari 2006 is in Delft BIBOB-beleid van toepassing. Dit beleid komt erop neer, dat het BIBOB-beleid gefaseerd zal worden ingevoerd.

De eerste fase is per 1 januari 2006 in werking getreden en heeft betrekking op vergunningen voor het uitoefenen en exploiteren van een horecabedrijf, slijterijbedrijf, sexinrichting en/of escortbedrijf.

De tweede fase is in het Delftse BIBOB-beleid reeds aangekondigd en heeft betrekking op aanbestedingen. Het op gang komen van het spoortunneltraject vormt daartoe een aanleiding.

In de loop van het jaar 2007 zal waarschijnlijk de Aanbestedingswet (wetsvoorstel 30.501) in werking treden. De verplichte integriteitstoets die deze wet met zich meebrengt, maakt de BIBOB overbodig. In Delft is ervoor gekozen om toch een begin te maken met het BIBOB-beleid met betrekking tot aanbestedingen. Door het desbetreffende beleid reeds op te zetten, wordt alvast begonnen met het beleid dat de Aanbestedingswet voor ogen heeft en zal straks met de invoering van deze wet alleen de grondslag van het beleid veranderen.

Hoewel aanbestedingsprocedures al een behoorlijke mate van screening kennen vormt het BIBOB-beleid betreffende aanbestedingen een nuttige aanvulling en heeft daarom meerwaarde.

 

Aanbestedingen

De gemeente Delft maakt bij de aanbestedingsprocedure voor aanbestedingen van diensten en leveringen boven de 211.000 euro en voor werken boven de 250.000 euro en vallend binnen de sectoren bouw, ICT en milieu gebruik van de Wet BIBOB

Om een integriteittoets op basis van de Wet BIBOB te kunnen uitvoeren heeft de gemeente informatie nodig. De ondernemer moet daarom een BIBOB-vragenformulier invullen. Dit vragenformulier is via de gemeentelijke site te downloaden. Het niet-overleggen van de gevraagde informatie of het verschaffen van onjuiste of onvolledige informatie kan leiden tot uitsluiting van de aanbesteding.

Wanneer er sprake is van een Europese of Nationale openbare procedure moet het vragenformulier bij inschrijving worden ingediend. Bij de niet-openbare Europese procedure moeten de vragenformulieren worden ingediend bij het melden tot deelname aan de aanbestedingsprocedure.

Wanneer de gemeente twijfelt aan de integriteit van de ondernemer kan dat voor de gemeente aanleiding zijn om advies te vragen aan het Landelijk Bureau BIBOB.

 

 


Bijlage 3: BIBOB-vragen bij aanbesteding

 

TOELICHTING OP DE BIBOB-VRAGEN BIJ ‘AANBESTEDINGEN’

 

Inleiding

De gemeente Delft maakt bij de aanbestedingsprocedure voor aanbestedingen van diensten en leveringen van meer dan 211.000 euro en voor werken van meer dan 250.000 euro en vallend binnen de sectoren bouw, informatie-communicatie technologie (ICT) en milieu gebruik van de Wet Bevordering Integriteitbeoordelingen door het Openbaar Bestuur (hierna: Wet BIBOB).

 

De Wet BIBOB beoogt onder meer te voorkomen dat door aanbesteding van overheidsopdrachten als bedoeld in de Wet BIBOB, de overheid onbedoeld mogelijk bepaalde “criminele” activiteiten faciliteert.

 

Om een goed integriteitonderzoek te kunnen verrichten of advies te kunnen vragen aan het Landelijk Bureau BIBOB (LBB) heeft de gemeente informatie nodig. Deze informatie wordt onder meer verkregen door de BIBOB-vragen in te vullen. Met de BIBOB-vragen wordt een zo volledig mogelijk beeld verkregen van het bedrijf of de onderneming van een betrokkene.

Het niet overleggen van de gevraagde informatie of het verschaffen van onjuiste of onvolledige informatie kan leiden tot uitsluiting van de aanbesteding.

 

Onder ‘betrokkene’ in de zin van de Wet BIBOB wordt niet alleen degene verstaan die:

(a)     zich heeft gemeld voor een aanbestedingsprocedure teneinde een aanbieding te doen; of

(b)     zich heeft ingeschreven op een aanbestedingsprocedure; danwel

(c)     in onderhandeling is getreden met een aanbestedende dienst (a, b en c elk tevens zijnde ‘gegadigde’ als bedoeld in de Wet BIBOB); maar ook

(d)     degene aan wie een overheidsopdracht is gegund; of

(e)     een derde aan wie een deel van een overheidsopdracht in ‘onderaanneming’ is of zal worden gegeven door degene aan wie de overheidsopdracht is of zal worden gegund.

 

Om te voorkomen dat ondernemers teveel vragenformulieren moeten invullen, zal na vaststelling van het BIBOB-beleid voor aanbestedingen het BIBOB-vragenformulier geοntegreerd worden in de diverse aanbestedingsdocumenten.

In de huidige aanbestedingsdocumenten zal daartoe een paragraaf worden opgenomen met de BIBOB-vragen. Deze vragen zullen bestaan uit de vragen, die niet reeds in de diverse aanbestedingsdocumenten zijn opgenomen. Hieronder worden de vragen opgesomd die niet reeds in de diverse aanbestedingsdocumenten zijn opgenomen en zodoende een aanvulling vormen op de huidige aanbestedingsdocumenten.

 

Indiening BIBOB-vragen

Bij een Europese[1] openbare- en niet openbare procedure of bij de nationale[2] openbare procedure moet in de publicatie aangegeven worden, dat de gemeente Delft de wet BIBOB toepast en dat zij BIBOB-vragen moeten invullen, die via de gemeentelijke site zijn te downloaden. De ingevulde en ondertekende vragen moeten bij de Europese en Nationale openbare procedure bij inschrijving worden ingediend. Bij de niet-openbare Europese procedure moeten de vragen worden ingediend bij het melden tot deelname aan de aanbestedingsprocedure.

 

Inhoud BIBOB-vragen

De vragen bestaan uit een aantal algemene vragen, die op grond van artikel 30, lid 2 van de Wet BIBOB in ieder geval gesteld moeten worden.

Daarnaast zijn vragen opgenomen om te kunnen beoordelen of ιιn van door de wetgever limitatief opgesomde uitsluitingsgronden van toepassing is. Het gaat om de volgende uitsluitingsgronden:

1.       de ondernemer bij een gerechtelijk vonnis dat kracht van gewijsde heeft, is veroordeeld wegens deelneming aan een criminele organisatie, omkoping, fraude of het witwassen van geld;

2.       de ondernemer verkeert in staat van faillissement , of is voorwerp van een surseance van betaling;

3.       t.a.v. de ondernemer faillissement is aangevraagd/surseance van betaling aanhangig is gemaakt;

4.       de ondernemer onherroepelijk is veroordeeld voor een delict inzake de professionele integriteit;

5.       de ondernemer een ernstige fout heeft begaan in de uitoefening van zijn beroep;

6.       de ondernemer niet heeft voldaan aan de verplichtingen t.a.v. de betaling van de sociale verzekeringsbijdragen;

7.       de ondernemer niet heeft voldaan aan de verplichtingen t.a.v. de betaling van belastingen;

8.       de ondernemer zich in ernstige mate schuldig heeft gemaakt aan valse verklaringen bij het verstrekken van de inlichtingen t.a.v. de uitsluitingsgronden en geschiktheidcriteria.

Deze uitsluitingsgronden komen overeen met de uitsluitingsgronden zoals die in de Europese aanbestedingsrichtlijnen zijn opgenomen. Bovendien sluiten de gronden aan bij het ondernemersprofiel, dat Delft hanteert voor ondernemers waar de gemeente Delft zaken mee doet.

Tenslotte levert de vragenlijst informatie op, waardoor de financiλle en economische draagkracht van de ondernemer beoordeeld kan worden.

 

Het onderzoek door het Landelijk Bureau BIBOB (LBB)

Wanneer de gemeente twijfelt aan de integriteit van de ondernemer kan dat voor de gemeente aanleiding zijn om advies te vragen aan het LBB. Het LBB mag adviseren over de aanwezigheid van feiten en omstandigheden die aanleiding zouden kunnen vormen een overheidsopdracht (als bedoeld in de Wet BIBOB) in een bepaalde sector, niet te gunnen danwel een terzake gesloten overeenkomst te ontbinden danwel geen toestemming te verlenen dat een bepaalde onderaannemer terzake wordt ingeschakeld. Het Bureau BIBOB zal daarbij kunnen adviseren omtrent de mate van gevaar dat de uitvoering van een bepaalde overheidsopdracht ten behoeve van “criminele” activiteiten zal worden misbruikt, zodat de aanbestedende dienst maatregelen kan treffen ter voorkoming daarvan.

 

De gemeente Delft kan het LBB om advies vragen:

(i)         voordat een beslissing wordt genomen inzake de gunning van een dergelijke overheidsopdracht; of

(ii)         in het geval de aanbestedende dienst bij overeenkomst heeft bedongen dat de overeenkomst ontbonden wordt, indien -kort gezegd- een BIBOB-advies daartoe aanleiding geeft; of

iii)        ten aanzien van een ‘onderaannemer’, uitsluitend met het oog op diens acceptatie als zodanig, indien de aanbestedende dienst in [het bestek] als voorwaarde heeft gesteld dat ‘onderaannemer(s)’ niet zonder toestemming van die aanbestedende dienst wordt (worden) gecontracteerd en in het kader van die voorwaarde zich het recht heeft voorbehouden aan het LBB advies te vragen.

 

Indien het LBB een adviesaanvraag ontvangt, stelt het een onderzoek in en brengt het advies uit.

Een door het LBB in te stellen onderzoek zal zich niet alleen uitstrekken tot het bedrijf of de onderneming van de betrokkene maar ook tot de structuur en de financiering van de onderneming, de zeggenschap daarover, alsmede de verhouding tot andere ondernemingen en personen die bij de besluitvorming binnen de onderneming zijn betrokken.

Het LBB valt onder het Ministerie van Justitie en heeft inzage in een aantal gesloten gegevensbronnen (bijv. van justitie, politie en belastingdienst). Hierdoor kan het LBB een meer diepgaand onderzoek doen dan de gemeente. Het LBB komt met een advies op grond waarvan de gemeente kan afwegen of een onderneming van deelneming aan de aanbesteding moet worden uitgesloten. Er bestaat geen verplichting om het advies over te nemen. Wanneer de gemeente, ondanks een negatief advies, toch de opdracht wil gunnen aan de betreffende ondernemer dan moet daar een collegebesluit aan ten grondslag liggen.

Het LBB moet in beginsel binnen vier weken adviseren. Deze termijn kan met nog eens vier weken worden verlengd. In de praktijk heeft het LBB vrijwel altijd acht weken nodig. Dit betekent dat de aanbestedingsprocedure langer wordt. In de planning van de aanbesteding moet hier rekening mee gehouden worden.

 

 


Algemene vragen aan een ‘betrokkene’ op grond van artikel 30 van de Wet BIBOB[3]

 

1.1       Zijn er natuurlijke personen of rechtspersonen die, voorzover van toepassing, direct of indirect leiding geven of hebben gegeven aan betrokkene: …………..…………..…………..…………..…………………………

 

Zo ja, geef aan welke natuurlijke personen of rechtspersonen dit zijn of zijn geweest:

……………………..……………………………………………………………………………………….……………………………………………...…………..…………..…………..…………..…………..…………..…………..…………..…………..

 

1.2       Zijn er natuurlijke personen of rechtspersonen die direct of indirect zeggenschap hebben of hebben gehad over betrokkene:…………………...

 

Zo ja, geef aan welke natuurlijke personen of rechtspersonen dit zijn of zijn geweest:

……………………………………………...…………..…………..…………..…………………………………………………...…………..…………..…………..…………………………………………………...…………..…………..…………..……

 

1.3       Zijn er natuurlijke personen of rechtspersonen die direct of indirect vermogen verschaffen of hebben verschaft aan betrokkene:………………….

 

Zo ja, geef aan welke natuurlijke personen of rechtspersonen dit zijn of zijn geweest:

……………………………………………...…………..…………..…………..…………………………………………………...…………..…………..…………..……

……………………………………………...…………..…………..…………..……

 

1.4       Zijn er natuurlijke personen of rechtspersonen die onderaannemer van betrokkene zijn:…………

 

Zo ja, geef aan welke natuurlijke personen of rechtspersonen dit zijn of zijn geweest:

……………………………………………...…………..…………..…………..…………………………………………………...…………..…………..…………..…………………………………………………...…………..…………..…………..……

 

1.5       Geef aan op welke wijze de betrokkene wordt gefinancierd:

……………………………………………...…………..…………..…………..…………………………………………………...…………..…………..…………..…………………………………………………...…………..…………..…………..…………………………………………………...…………..…………..…………..…………………………………………………...…………..…………..…………..…………………………………………………...…………..…………..…………..……



[1] Voor aanbestedingen van opdrachten voor werken bedraagt de Europese drempelwaarde 5.278.000 euro en voor leveringen en diensten is een Europese drempelwaarde van 211.000 euro van toepassing.

[2] In Delft moet voor werken van meer dan 250.000 euro de Nationaal Openbare procedure toegepast worden.

[3] Onderstaande vragen vormen een aanvulling op de huidige aanbestedingsdocumenten. Ingevolge de Wet BIBOB moeten een aantal vragen in ieder geval gesteld worden. De onderstaande vragen komen niet voor in de huidige aanbestedingsdocumenten en zullen in een aparte paragraaf in de aanbestedingsdocumenten worden opgenomen. De overige wettelijk verplichte BIBOB vragen worden reeds gesteld in de huidige aanbestedingsdocumenten en zijn hier om die reden dan ook weggelaten.