In de gemeenteraadsvergadering bijeen op 2 en 7 november 2006 is
de volgende motie aangenomen:
Een onderzoek te verrichten naar de mogelijkheden om fietsverkeer
aan beide zijden van alle grachten, in beide richtingen toe te staan (zie
bijlage 1).
De motie is aangenomen, overwegende dat,
·
de bereikbaarheid van de binnenstad
gebaat is bij een zo groot mogelijk gebruik van de fiets (en de benenwagen),
·
het fietsen in de binnenstad moet
worden aangemoedigd door het zo aantrekkelijk en makkelijk mogelijk te maken,
·
in de huidige situatie er plaatselijk
verwarring is waar men mag fietsen en waar niet,
·
door het invoeren van het parkeerbeleid
en het autoluw-gebied het primaat in de binnenstad bij voetgangers en fietsers
is komen te liggen.
De gemeente Delft heeft in het Fietsactieplan II
(FAP II) de doelstelling geformuleerd het fietsgebruik te stimuleren om de
fiets een serieus alternatief voor de auto te maken, en zo de stad goed
bereikbaar te houden. Een van de middelen hiertoe is het verbeteren van het
fietsnetwerk. De aangenomen motie onderzoek te verrichten naar de mogelijkheden
van het toestaan van tweerichtingen fietsverkeer op beide zijden van de
grachten dient in dit kader bezien te worden.
Het toestaan van fietsers in tweerichtingen kent
een aantal voordelen. Voor de fietser betekent dit minder omrijden, en de
snelheid van het autoverkeer wordt bij een krap profiel beperkt door de
aanwezigheid van de fietsers.
Het CROW heeft aanbevelingen gedaan voor
profielmaten waaraan een situatie met éénrichtingsverkeer voor automobilisten
en tweerichtingenverkeer voor fietsers moeten voldoen. In de ASVV 2004[2],
wordt een minimum breedtemaat gehanteerd van 4,40 meter bij een krap profiel.
De gehanteerde uitgangspunten hierbij zijn dat een rijdende fietser een breedte
nodig heeft van 1,0 meter, en een rijdende auto een breedte van 2,40 meter,
inclusief koersafwijking bij 30 kilometer per uur. Een rijdende vrachtwagen
heeft 3,10 meter nodig, inclusief koersafwijking bij 30 kilometer per uur.
In de Ontwerpwijzer fietsverkeer[3],
wordt zelfs gesproken van een minimale maatvoering van 4,85 meter. Bij deze
laatste maat moet worden aangetekend dat deze maat relatief royaal is bij lage
intensiteiten van auto en fiets.
In oudere, reeds vervallen, CROW publicaties staan
ook krappere maten met aanbevelingen van 4,25 meter breedte en minimaal 3,50
meter breedte. In de loop der jaren worden echter uit
verkeersveiligheidsoverwegingen ruimere maten aanbevolen. Dit heeft te maken
met de grotere aandacht voor verkeersveiligheid, alsmede met de huidige
maatvoering van voertuigen en fietsen (welke beiden veelal breder zijn
geworden).
De gemeente Delft heeft eisen gekoppeld aan de
inrichting van de grachten in de binnenstad. Deze eisen staan in het Handboek
Openbare Ruimte, binnenstad uit 1999. In dit Handboek is de maatvoering en de
inrichting van de straten langs de grachten vastgesteld. Specifieke maten voor
éénrichtingsverkeer voor (vracht)auto’s en tweerichtingen fietsverkeer zijn
niet opgenomen.
Wel zijn specifieke maten opgenomen in het Handboek
Openbare Ruimte, stad uit 1999. Hierin wordt uitgegaan van een breedte van 3,85
meter (minimaal 3,50 meter) voor éénrichtingsverkeer voor automobilisten in
combinatie met tweerichtingenfietsverkeer. Deze cijfers zijn te herleiden naar
de oudere, reeds vervallen, CROW publicaties.
De breedte van de rijbanen langs de Delftse
grachten varieert in de meeste gevallen tussen de 2,60 meter en 3,20 meter (zie
bijlage 2 en 3). Dit is te smal om op een veilige manier
tweerichtingenfietsverkeer toe te staan op de grachten waar autoverkeer in één
richting mag rijden.
Op vrijwel alle grachten wordt aan de linkerzijde
van de weg geparkeerd door auto’s. Dit parkeren maakt dat uitwijken voor de
fietsers komend vanuit de tegengestelde richting onmogelijk is. Ook kunnen
openslaande portieren voor gevaarlijke situaties zorgen.
De enige mogelijkheid die er is om de combinatie
tussen éénrichtingsverkeer voor automobilisten en tweerichtingsverkeer voor de
fietser op de grachten mogelijk te maken is door het verbreden van de rijbaan.
Dit kan alleen door het opheffen van het parkeren langs de grachten of door het
gedeeltelijk dempen van de grachten. Beiden zijn geen optie. Het compenseren
van de parkeerplaatsen is gezien de beschikbare ruimte in de binnenstad niet
haalbaar. Het gedeeltelijk dempen van de grachten doet afbreuk aan de historische,
soms zelfs monumentale, waarde van de grachten.Dempen van grachten is ook in
strijd met het Waterplan Delft.
De aansprakelijkheid van de wegbeheerder is
geregeld in artikel 6:174 van het Burgerlijk Wetboek. De wegbeheerder is
risico-aansprakelijk voor een gebrekkige of onveilige weg. De weggebruiker moet
de onveiligheid aantonen, maar wat is ‘onveilig’? Jurisprudentie wijst uit dat
de rechtbank hiervoor de richtlijnen en aanbevelingen die in de loop der jaren
door het CROW zijn opgesteld hanteert. Indien een gemeente afgeweken is van
deze richtlijnen of aanbevelingen, dient dit te zijn gemotiveerd. Uit deze
motivatie moet dan blijken dat dit een veilige situatie betreft.
Als de wegen niet verbreed worden, en
tweerichtingenfietsverkeer in combinatie met éénrichtingsverkeer voor
automobilisten wordt toegestaan, zal de gemeente aansprakelijk gesteld worden
bij een ongeval. Deze aansprakelijkheidsstelling zal gehonoreerd waarschijnlijk
moeten worden.
3.3 Fietsers
in de autoluwe binnenstad
Het autoluwe deel van de binnenstad is in Delft
vrijwel geheel toegankelijk voor fietsers. Slechts enkele straten, zoals de
Jacob Gerritstraat zijn niet toegankelijk voor fietsers. In de beantwoording
van de motie ‘Eenduidige regelgeving voor fietsers en voetgangers in de
binnenstad’, wordt voorgesteld de fietser in het gehele autoluwe gebied toe te
staan als gast van de voetganger. In dit gebied zijn geen richtingsbeperkingen
voor de fietser.
Bij de uitvoering van autoluw vierde fase wordt het voetgangersgebied uitgebreid. Met de uitbreiding van het autoluwe deel van de binnenstad moet ook het gebied waar de fietser toegestaan wordt uitgebreid worden. Hiermee wordt dus ook het fietsnetwerk verbeterd.
3.4 Knelpunten
op de grachten
Doordat de meeste grachten aan weerszijden
opengesteld zijn voor verkeer, en de afstanden tussen de bruggen relatief klein
zijn, blijven de omrijdafstanden voor fietsers bij éénrichtingsverkeer beperkt.
Hierop zijn enkele uitzonderingen, te weten:
Dit zijn ook de straten waar in Delft veelvuldig
tegen de richting in wordt gefietst.
De Kantoorgracht en de Geerweg zijn
éénrichtingsstraten aan weerszijden van dezelfde gracht (zie bijlage 3). In
tegenstelling tot andere straten aan weerszijden van dezelfde gracht in Delft
hebben deze straten dezelfde rijrichting. Fietsverkeer van het Oostplantsoen
richting Oude Delft mag officieel niet over beide straten. Als alternatief kan
gereden worden via Koningsplein of Doelenstraat-Visstraat. Veel fietsers kiezen
hier toch om tegen de richting in te rijden. Beide straten zijn dermate smal
dat tweerichtingen fietsverkeer gecombineerd met éénrichtingsverkeer voor
automobilisten niet veilig toe te staan is.
Om fietsverkeer hier toch mogelijk te maken kan de
richting van een gedeelte van de Kantoorgracht veranderd worden. Verkeer van en
naar de Kantoorgracht kan dan via de Paardenmarkt, Kantoorgracht, naar de
Verwersdijk/Molenstraat. Door de richting van de Kantoorgracht om te draaien
kan een belangrijke ontbrekende schakel in het fietsnetwerk opgelost worden.
Om uitvoering te geven aan het veranderen van de
rijrichting op de Kantoorgracht moet het verkeersbesluit voor het instellen van
éénrichtingsverkeer opnieuw genomen worden. In deze wettelijke procedure heeft iedere
belanghebbende de gelegenheid zijn of haar bezwaren kenbaar te maken.
De Lange Geer kent slechts aan één zijde van de
gracht verkeer (zie
bijlage 4). Het is een drukke fietsroute voor fietsverkeer
van en naar het achterom. Op de Lange Geer is éénrichtingsverkeer richting de
Koornmarkt. Het éénrichtingsverkeer geldt hier ook voor fietsers, maar wordt
veelvuldig overtreden. De Lange Geer kent een relatief brede rijbaan in
vergelijking met andere grachten, te weten 4,25 meter breed. De fietser in
tweerichting toestaan is hier mogelijk volgens het Handboek Openbare Ruimte,
stad uit 1999. Volgens de nieuwe CROW-richtlijnen is het net iets te krap.
Het toestaan van tweerichtingenfietsverkeer op de Lange
Geer voorziet duidelijk in een behoefte. Om uitvoering te geven aan het
toestaan van de fietsers in beide richtingen moet het verkeersbesluit voor het
instellen van éénrichtingsverkeer opnieuw genomen worden. In deze wettelijke
procedure heeft iedere belanghebbende de kans zijn of haar bezwaren kenbaar te
maken.
Het
Vrouwenregt is een straat gelegen tussen het Oosteinde en Vrouwjuttenland,
richting Verwersdijk (zie bijlage 5). De straat is net als de Lange Geer een
straat met slechts aan één zijde van de gracht verkeer. Het Vrouwenregt kent
éénrichtingsverkeer in de richting van Vrouwjuttenland. Het Vrouwenregt is een
straat met een breedte van 4,00 meter. De fietser in
tweerichting toestaan is hier mogelijk volgens het Handboek Openbare Ruimte,
stad uit 1999. Volgens de nieuwe CROW-richtlijnen is het ruim te krap.
In de uitvoering van Autoluw fase 4 zal het
Vrouwenregt gaan behoren tot het voetgangersgebied. Pas als autoluw fase 4
uitgevoerd wordt, kan de fietser hier veilig in tweerichtingen toegestaan
worden.
3.5
Buitenwatersloot
Aan de rand van de binnenstad ligt als belangrijke
ader voor fietsers de Buitenwatersloot (zie bijlage 6). Op de Buitenwatersloot
is aan een zijde van de gracht slechts een smal voetpad aanwezig. Aan de andere
zijde ligt een éénrichtingsstraat voor (vracht)verkeer, waar fietsverkeer in
tweerichtingen toegestaan is. Volgens de huidige richtlijnen is de
Buitenwatersloot veel te smal voor fietsers in tweerichtingen in combinatie met
(vracht)verkeer, namelijk 3,50 meter breed. Aangezien hier voor fietsers weinig
alternatieve routes aanwezig zijn, is het geen optie het tweerichtingenverkeer
voor fietsers hier te gaan verbieden. De fietsers zullen ondanks een verbod
hier blijven rijden.
In de zin van aansprakelijkheid zal dit geen
gevolgen hebben. Toen hier het tweerichtingenfietsverkeer werd ingevoerd was
volgens de richtlijnen de minimaal benodigde maatvoering nog 3,50 meter. Dit
kan een uitzondering blijven.
4.1 Kosten
De kosten voor de direct
uit te voeren noodzakelijke aanpassingen komen op een bedrag van circa 420
euro, exclusief btw. Dit bedrag is nodig voor het plaatsen en verhangen van de
bebording.
De kosten die
voortvloeien uit toekomstige uitbreiding van het autoluwe gebied, zoals autoluw
fase 4, komen voor rekening van het desbetreffende uitbreidingsproject.
4.2 Dekking
De noodzakelijke aanpassingen kunnen
uit de vakteambudgetten van Mobiliteit gerealiseerd worden.
5.1 Algemeen
In Delft kan geen tweerichtingenfietsverkeer op
alle grachten worden toegestaan. Gezien de breedte, kan dit niet op een manier
die door de CROW als veilig wordt aangemerkt, met als gevolg dat een
aansprakelijkheidsrisico gelopen wordt.
5.2 Voorstel
Voorgesteld
wordt;
A. Geen
tweerichtingenfietsverkeer op alle grachten van Delft toe te staan;
B. De
rijrichting van een deel van de Kantoorgracht om te draaien (richting
Verwersdijk);
C. Tweerichtingenfietsverkeer
in te stellen in de Lange Geer.
Bijlage 1
Bijlage 2
Profielen van diverse grachten
Verwersdijk
Oosteinde
Vlamingstraat
Oude Delft
Noordeinde
Koornmarkt
Binnenwatersloot
Bijlage 3
Geerweg
Kantoorgracht
Bijlage 4
Lange Geer
Bijlage 5
Vrouwenregt
Bijlage 6
Buitenwatersloot