1.         Inleiding

 

1.1       Aanleiding

In de gemeenteraadsvergadering bijeen op 2 en 7 november 2006 is de volgende motie aangenomen:

Een onderzoek te verrichten naar de mogelijkheden om in het autoluwe gedeelte van de binnenstad het onderscheid tussen voetgangers- en fietserszones te laten vervallen en het gehele gebied eensluidend te reguleren met de volgende uitgangspunten:

·         Voetgangers hebben ten opzichte van fietsers altijd voorrang uit oogpunt van veiligheid,

 

De motie is aangenomen, overwegende dat,

·         de bereikbaarheid van de binnenstad gebaat is bij een zo groot mogelijk gebruik van de fiets en de benenwagen,

·         het fietsen en wandelen in de binnenstad moet worden aangemoedigd door het zo aantrekkelijk en makkelijk mogelijk te maken,

·         in de huidige situatie er plaatselijk verwarring is waar men mag fietsen en/of wandelen en waar niet,

·         door het invoeren van het parkeerbeleid en het autoluw-gebied het primaat in de binnenstad bij voetgangers en fietsers is komen te liggen,

·         dat een eenduidige regelgeving leidt tot meer zelfregulering bij de gebruikers.

 

De tekst van de motie is opgenomen in bijlage 1.


 

 

2.         Onderzoeken naar ‘Fietsers in Voetgangersgebieden’

 

In de loop der tijd zijn diverse onderzoeken verricht in binnen- en buitenland naar het toestaan van fietsers in voetgangersgebieden. In Nederland zijn diverse voetgangersgebieden waar de fietser (soms alleen op bepaalde momenten) als gast wordt toegelaten onderzocht. In met name Duitsland en België is ook onderzoek verricht. Hier zijn diverse steden, zoals Gent, waar fietsen in de complete binnenstad wordt toegestaan.

 

2.1       Conclusies uit de diverse onderzoeken

Hinder

Voetgangers ondervinden over het algemeen nauwelijks last van fietsers. De fietser past zich in voetgangersgebieden namelijk aan de aanwezige voetgangers aan. Bij een dichtheid van minder dan 100 voetgangers per uur per meter profielbreedte is de combinatie van fietsers en voetgangers vrijwel altijd mogelijk. Ze ondervinden dan weinig hinder van elkaar. Al dan niet gestimuleerd door verbodsbepalingen en fietsvoorzieningen in en buiten het voetgangersgebied, nemen fietsers bij hoge voetgangersintensiteiten andere, aantrekkelijker routes.

 

Scheiding van voetgangers en fietsers

Bij dichtheden van boven de 100 voetgangers per uur per meter profielbreedte is scheiding van voetgangers en fietsers binnen het profiel wenselijk. Tot dichtheden van 160 voetgangers per uur per meter profielbreedte kan volstaan worden middels verschillen in de bestrating een optische scheiding aan te brengen. Bij hogere voetgangersdichtheden (tot ruim 200 voetgangers per uur per meter profielbreedte) kan een profiel met een hoogteverschillen tussen trottoir en straat uitkomst bieden. Als de dichtheid boven de 200 voetgangers per uur per meter profielbreedte uitstijgt, biedt de scheiding van voetgangers en fietsers niet langer uitkomst. De combinatie van fietsers en voetgangers is dan niet meer mogelijk en dan kan het wenselijk worden om fietsers te weren.

 

Zelfregulering en alternatieven voor fietsers

Het heeft alleen zin om het fietsen te verbieden als fietsers een fatsoenlijk alternatief hebben en fietsen door het voetgangersgebied door de drukte niet mogelijk is. Als geen alternatief voorhanden is, en fietsers het een aantrekkelijke route vinden, wordt er ook gefietst.

Wel is het zo dat de fietser zelfregulerend is. De praktijk wijst uit dat bij hoge voetgangersdruk de fietsers de betreffende route zelf al niet meer willen gebruiken. Een andere route wordt vooral gekozen als in het fietsroutenetwerk een alternatief wordt aangeboden met een hoge kwaliteit en lage omrijdfactor. De fietser zal dan zelf besluiten dat hij beter voor het alternatief kan kiezen. Het is dus niet vanzelfsprekend een fietsverbod in te stellen als de voetgangersintensiteiten hoog zijn.

 

Bebording

Uitgaande van de vastgestelde zelfregulering bij fietsers, zou de bebording deze moeten ondersteunen. In verreweg de meeste situaties volstaat het om voor de aanduiding van het voetgangersgebied een verkeersbord ‘voetpad’ (nummer G7 in bijlage 1 van het RVV 1990[1]) toe te passen, al dan niet in zone-uitvoering (nummer E10(G7) in bijlage 1 van het RVV 1990). Met onderborden kan vervolgens worden aangeduid welke overige vervoerwijzen ook zijn toegestaan. Hierdoor is voor alle weggebruikers duidelijk dat de hele profielbreedte ter beschikking staat van voetgangers en dat overige weggebruikers te gast zijn en zich dus aan de voetgangers moeten aanpassen. Een profiel zonder hoogteverschillen tussen trottoir en straat, of een trottoir van gevel tot gevel geniet in dit geval de voorkeur. Hierbij moet worden opgemerkt dat, wanneer fietsers via een onderbord worden toegestaan, ze juridisch gezien van de gehele profielbreedte gebruik mogen maken. Indien een rijloper, een kleur of materialisatieverschil wat een rijbaan suggereert, aanwezig is, zullen fietsers als vanzelf op deze loper gaan rijden. Voetgangers zullen zich dan veelal concentreren aan de buitenkanten (het trottoir) van het profiel.

 

2.2       Waarneming Delft door Fietsberaad

Het Fietsberaad[2] heeft middels waarnemingen door verkeerskundigen, een schouw gehouden naar fietsers in de voetgangersgebieden van de Delftse binnenstad, zie bijlage 2. De waarnemingen zijn gehouden op een werkmiddag en op een koopavond in juli 2004. Waarnemingen zijn gedaan op de volgende punten:

1.       Wijnhaven

2.       Jacob Gerritstraat

3.       Brabantse Turfmarkt

4.       Hippolytusbuurt

5.       Molslaan

6.       Paradijspoort

7.       Choorstraat.

 

Van deze waarnemingspunten is het in de huidige situatie niet toegestaan om te fietsen op de Jacob Gerritstraat en de Paradijspoort. Op basis van de waarnemingen zijn de volgende bevindingen gerapporteerd:

 

Op de Wijnhaven, de Hippolytusbuurt, de Molslaan en de Choorstraat is de combinatie van fietsers en voetgangers in beide situaties mogelijk. Op de Brabantse Turfmarkt en de Paradijspoort is de combinatie fietsers en voetgangers ’s middags mogelijk en op koopavond moeilijk maar niet onmogelijk. In de Jacob Gerritstraat is ’s middags de combinatie fietsers en voetgangers moeilijk, maar niet onmogelijk, en op koopavond is de combinatie fietsers en voetgangers onmogelijk. Tekstueel stelt het Fietsberaad echter dat ondanks deze onmogelijkheid het toestaan niet verboden hoeft te worden. Er kan ook uitgegaan worden van zelfregulering door fietsers, zeker indien alternatieven voor handen zijn.

 

 

3.         Delft nader beschouwd

 

3.1       Huidige situatie

In Delft is een deel van het centrum autoluw gemaakt. Dit gebied is vormgegeven als voetgangersgebied. In dit voetgangersgebied is op een aantal plaatsen het fietsen toegestaan. Hierbij is als uitgangspunt gesteld dat de fietser te gast is in het voetgangersgebied. Snor- en bromfietsen worden niet toegestaan.

In Delft is fietsen niet overal toegestaan in het voetgangersgebied van de binnenstad. Op de ene lokatie wordt dit door fietsers als vanzelfsprekend ervaren, zoals in de Jacob Gerritstraat. De meeste fietsers stappen hier van de fiets om met de fiets in de hand door te gaan, of pakken een alternatieve route. Op andere lokaties is het minder vanzelfsprekend en fietst de fietser in veel gevallen gewoon door.

 

3.2       Voorstel: uniformering in Delft

Het is wenselijk om in de binnenstad van Delft te komen tot een uniforme heldere vormgeving, waar de fietser op een natuurlijke wijze deelneemt aan het verkeer, zonder conflicten met voetgangers te veroorzaken.

 

Het voorbeeld van de Jacob Gerritstraat onderstreept de stelling dat de fietser bij hoge voetgangersdruk, deze route mijdt, of zich gedraagt naar de drukte en de fiets aan de hand meeneemt. Ervaringen in Gent (België), waar de fietser in de complete binnenstad wordt toegestaan in het voetgangersgebied, vertonen hetzelfde beeld.

 

Uit waarneming van het Fietsberaad blijkt dat overal de fietser kan worden toegestaan. Alleen op koopavond wordt fietsen toestaan in de Jacob Gerritstraat onmogelijk geacht. Hier kan echter ook uitgegaan worden van zelfregulering door de fietsers. De zelfregulering op de Jacob Gerritstraat is nu al op straat waarneembaar. De doorgaande fietser hoeft geen gebruik van deze straat te maken, en zal op drukke tijden eerder kiezen voor de Koornmarkt of de Burgwal. Voor de Jacob Gerritstraat is geen uitzondering, middels een verbod, noodzakelijk. Een uniforme uitvoering is mogelijk.

 

3.3       Uitvoering

Autoluwe Binnenstad fase 4

Medio 2008 wordt uitvoering gegeven aan de vierde fase van het autoluw maken van de binnenstad. Bij de uitvoering van autoluw fase 4 wordt het voetgangersgebied uitgebreid. Dus ook het gebied waar de fietser toegestaan moet worden in het voetgangersgebied wordt uitgebreid.

 


Bebording

De uitvoering van het toestaan van fietsers in voetgangersgebieden in Delft moet middels eenduidige bebording geschieden. Door in het gehele autoluwe deel de fietser toe te staan kunnen veel verkeersborden verwijderd worden. Het volstaat om aan de randen van het autoluwe gebied de verkeersborden voetgangerszone te plaatsen, met een onderbord met de tekst “fietsen toegestaan, snor- en bromfietsen niet”, zie bijlage 3. Hiermee wordt aangegeven dat de fietser te gast is in het voetgangersgebied, en zich als zodanig te gedragen heeft. De fietser moet dus rekening houden met de voetganger.

 

Het verwijderen van overbodige bebording draagt ook weer mee aan de eenduidigheid en herkenbaarheid van het gebied. Door één maatregel in de gehele binnenstad is het voor zowel de voetganger als de fietser duidelijk wat van hen verwacht wordt, en wat hen te wachten staat. Slechts één maatregel in het hele gebied maakt ook het werk van de handhaver makkelijker. Het is duidelijk wat wel en niet mag, en begrijpelijk uit te leggen. De grond voor handhaving is gelegen in artikel 5 van de wegenverkeerswet “het is een ieder verboden zich zodanig te gedragen dat gevaar op de weg wordt veroorzaakt of kan worden veroorzaakt of dat het verkeer op de weg wordt gehinderd of kan worden gehinderd”. Ook de controleurs van Toezicht Openbare Ruimte kunnen op deze basis handhaven.

 

Knelpunten in de uitvoering

Voorrangsknelpunten

Uitvoering van de maatregel betekent ook dat in diverse smalle steegjes gefietst mag worden. Voor wat betreft de fietser en voetganger leidt dit door de eerder genoemde zelfregulering niet tot problemen. Echter daar waar deze steegjes uitkomen op voor autoverkeer openstaande wegen, kan dit tot conflicten leiden. Automobilisten hebben vaak slecht zicht op verkeer uit de steegjes. Als dan ook slechts incidenteel een fietser uit de steeg komt, kan dit problemen veroorzaken. Dit komt voor op zowel de Kromstraat bij de aansluiting met de Koornmarkt, als bij de Molstraat bij de aansluiting met de Koornmarkt, zie bijlage 4. In beide steegjes verlaat de fietser het voetgangersgebied op onduidelijke wijze, niet via een inrit.

 

Als de fietser via een verlaagde trottoirband op de weg aansluit, dan moet de fietser juridisch gezien voorrang verlenen aan de automobilist. Ook als de fietser van rechts komt. De verlaagde trottoirband fungeert dan als ouderwetse uitritconstructie. Een simpele aanpassing is dan ook om een verlaagde trottoirband in te graven bij de aansluitingen van de Kromstraat en de Molstraat op de Koornmarkt. Dit maakt deze situatie veiliger.

 

Hoogteverschillen

Een ander knelpunt wordt veroorzaakt door verhoogde trottoirbanden in de binnenstad. Door de fietser toe te staan moeten hoogteverschillen waar de straat aansluit op het voetgangersgebied verlaagd worden. Dit speelt slechts op één punt, de Brabantse Turfmarkt bij de Molslaan, zie bijlage 5. Bij inrichting die hoort bij uitvoering van autoluw fase 4 worden problemen met hoogteverschillen meegenomen in de uitvoering.

 


Oude Langendijk

De Oude Langendijk vormt een apart verhaal binnen het autoluwe gebied. De Oude Langendijk is een busroute. Omwille van veiligheid is het profiel voorzien van een rijbaan met naastgelegen verhoogd trottoir. De rijbaan heeft de juridische status van fiets/bromfietspad, met uitzondering van lijnbussen. Gezien de hoge frequentie van de buslijnvoering in tweerichtingen op deze smalle weg is het raadzaam de huidige situatie hier te handhaven. Consequentie hiervan is dat de voetgangerszone aan weerszijden van de Oude Langendijk moet beginnen.

 

Gasthuislaan

De Gasthuislaan is een weg die openstaat voor alle verkeer. De Gasthuislaan snijdt de voetgangerszone van het Bastiaansplein/Zuidpoort los van de Voetgangerszone van de Paradijspoort/Brabantse Turfmarkt/Jacob Gerritstraat. De voetgangerszone moet dus aan weerszijden van de Gasthuislaan beginnen.

 

Schoolstraat

De Schoolstraat is een voetpad tussen de autoluwe binnenstad en de Phoenixstraat. Officieel valt de Schoolstraat buiten het autoluwe gebied. Door de situering van de verlaagde trottoirbanden voorbij de Schoolstraat behoort de straat inrichtingstechnisch wel tot het autoluwe gebied, zie bijlage 6, foto 1. De Schoolstraat vormt een belangrijke schakel tussen de fietsroute van de Phoenixstraat en de binnenstad. Het verdient dan ook aanbeveling om de Schoolstraat op te nemen in de voetgangerszone waar fietsers toegestaan worden. De zone begint dan bij de Schoolstraat aan de Phoenixstraatzijde. Bijkomend voordeel is dat de voetgangersoversteek van de Phoenixstraat door inritbanden reeds geschikt is voor fietsers, zie bijlage 6, foto’s 2 en 3.

 

3.4       Inspraak / communicatie

Inspraak

Om uitvoering te geven aan het toestaan van de fietser in de gehele voetgangerszone van de binnenstad moet een verkeersbesluit worden genomen. In deze wettelijke procedure heeft iedere belanghebbende de gelegenheid zijn of haar bezwaren kenbaar te maken.

 


Communicatie

Het grootste deel van het voetgangersgebied in de Delftse binnenstad is nu toegankelijk voor fietsers. Niet iedereen is zich daarvan misschien bewust. In andere steden worden fietsers tijdens winkelopeningstijden vaak uit de voetgangersgebieden geweerd. Daar komt bij dat de bebording in de Delftse binnenstad nu niet eenduidig en duidelijk is.

 

Indien het voetgangersgebied geheel toegankelijk voor fietsers wordt en de verkeersborden worden aangepast, is er een goede aanleiding om de regel ‘fietsen in het voetgangersgebied van de Delftse binnenstad is toegestaan’ te communiceren. Voetgangers moeten weten dat er fietsers mogen rijden en fietsers moeten rekening houden met de voetgangers.

 

Duidelijke bebording heeft de meeste attentiewaarde en is dus het beste communicatiemiddel. Grootschalig communicatie is niet aan de orde omdat het de suggestie geeft dat er veel verandert, terwijl dat niet zo is. De maatregel kan gezien worden als een fietsmaatregel van Delft fietst! De pagina’s Delft fietst! en het ‘fietsnetwerk’ van de gemeente (fietsersbond, Haaglanden etc.) kunnen hiervoor ingezet worden. En verder de ingangsdatum van de nieuwe regel gebruiken om publiciteit te genereren. Het is immers een uitzonderlijke maatregel in Nederland.

 

 

4.         Financiën

 

4.1       Kosten

De kosten voor de direct uit te voeren noodzakelijke aanpassingen komen op een bedrag van 8.403 euro exclusief btw. Dit bedrag is nodig voor het plaatsen van nieuwe bebording, het verhangen en verwijderen van bestaande bebording, en voor het straatwerk.

 

De kosten die voortvloeien uit toekomstige uitbreiding van het autoluwe gebied, zoals autoluw fase 4, komen voor rekening van het desbetreffende uitbreidingsproject.

 

4.2               Dekking

De noodzakelijke aanpassingen kunnen uit de vakteambudgetten van Mobiliteit gerealiseerd worden.


5.         Conclusie en voorstel

 

5.1       Algemeen

Het gehele autoluwe gebied moet eenduidig vorm gegeven worden, en fietsers moeten als gast worden toegestaan in het hele voetgangersgebied. Hiertoe moet:

·         Het hele gebied worden aangeduid als voetgangerszone (verkeersborden E10(G7) en E11(G7) uit bijlage 1 van het RVV1990), met onderborden met de tekst “fietsen toegestaan, snor- en bromfietsen niet”;

·         De Oude Langendijk een fiets/bromfietspad blijven;

·         De maatregel via Delft fietst! En het fietsnetwerk van de gemeente gecommuniceerd worden

 

5.2       Voorstel

Voorgesteld wordt;

A.      Fietsers toe te staan als gast in het gehele autoluwe gebied van de binnenstad;

B.      Bij uitbreiding van het autoluwe gebied, zoals de uitvoering van autoluw fase 4, de voetgangerszone, waarin de fietser als gast wordt toegestaan uit te breiden.

 

 


Bijlage 1

 

Tekst van de motie


Bijlage 2

 

Waarneming door Fietsberaad (juli 2004)


Bijlage 3

 

Verkeersbord ‘Voetgangerszone’, model E10 (G7) uit bijlage 1 van het RVV1990, met onderbord ‘Fietsen toegestaan, snor- en bromfietsen niet’.

 

 

 

 

 


Bijlage 4

Kromstraat

 


Molstraat

 


Bijlage 5

Brabantse Turfmarkt

 


Bijlage 6

Schoolstraat

 

 



[1] Reglement Verkeerstekens en Verkeersregels 1990 (wetgeving)

[2] Het Fietsberaad is een groep verkeerskundigen, voornamelijk werkzaam bij gemeenten, kaderwetgebieden, provincies en adviesbureaus. Het Fietsberaad is medio 2001 ingesteld door het ministerie van Verkeer en Waterstaat en vooralsnog voor vijf jaar aan de slag gegaan. Het beraad opereert zelfstandig, onafhankelijk en kritisch en komt vier à vijf keer per jaar bijeen. Het secretariaat is ondergebracht bij CROW, kenniscentrum voor verkeer, vervoer en infrastructuur.