Samenvatting

 

Het busvervoer in Haaglanden wordt uitgevoerd op basis van een concessie. Voor 1 oktober 2008 zal een nieuwe concessie moeten worden verleend. De verlening vindt plaats middels aanbesteding.

De aanbesteding is dé kans om wensen en eisen die de gemeente heeft met betrekking tot het Openbaar Vervoer gerealiseerd te krijgen. Eén van die wensen is de inzet van schone bussen, d.w.z. bussen met een lage uitstoot. Aardgas is de schoonste techniek die momenteel op de markt is. Aardgas is tevens een bewezen techniek: er rijden miljoenen voertuigen (waaronder ook vele bussen) op aardgas in landen als Frankrijk Duitsland, Italië, maar ook Argentinië en Iran. In Nederland wordt momenteel in Haarlem en Ede met aardgasbussen gereden. De (jaarlijkse) meerkosten zijn gering omdat door de lage aardgasprijs de investeringen in vulstations en nieuwe bussen grotendeels (of zelfs geheel) terugverdiend worden.

 

De verwachting is dat de aanbesteding van de concessie een aanbestedingsvoordeel voor het stadsgewest geeft van enkele miljoenen per jaar. Uit deze “winst” zouden de wensvoorzieningen betaald kunnen worden. Wensvoorzieningen zijn bijvoorbeeld: toegankelijkheidsvoorzieningen gehandicapten, halte-aankondigingssystemen, en aardgas. Niettemin is het mogelijk dat de “aanbestedingswinst” niet toereikend is voor al deze wensen. Er dient dan een reservering te zijn om deze wensen te financieren. Het gaat voor Delft om maximaal € 55.000,-- aan meerkosten per jaar voor aardgas voor een periode van 4 jaar. Een reservering voor deze mogelijke meerkosten kan als claim voor de programmabegroting 2008 tot 2011 worden meegenomen, te financieren uit de Reserve Energiebesparende Maatregelen (REM).

 

Voorstel: standpunt innemen. Delft kiest om in het programma van eisen voor de aanbesteding van het Openbaar Vervoer aardgas expliciet als eis te noemen.

 

Bovenstaand voorstel past binnen de uitvoering van het Coalitieakkoord. “Zo bepleit de gemeente bij Haaglanden opname in het eisenpakket van de aanbesteding van kleinere schone bussen.” Aardgas past goed binnen het door de Raad vastgestelde klimaatbeleidsplan omdat het ongeveer 350 ton CO2 per jaar bespaart. Aardgas is zelfs de enige optie als we de doelstelling van 75 ton CO2 reductie per jaar (in het OV) willen bewerkstelligen. Tot slot, en zeker niet het minst belangrijk, draagt aardgas bij aan een verbetering van de lokale luchtkwaliteit (fijn stof, NO2) zoals is opgenomen in het Plan van Aanpak luchtkwaliteit, te meer omdat het busvervoer plaatsvindt door woongebieden.

 

 

Inleiding

 

Voor het busvervoer in de regio Haaglanden is het stadsgewest de vervoersautoriteit. Dat wil zeggen dat het stadsgewest verantwoordelijk is voor de uitvoering van het busvervoer (middels een concessie). Het stadsgewest is de partij die de aanbesteding van de vervoersconcessie verzorgt.  Een vervoersconcessie is een ‘vergunning’ om gedurende een langere periode het Openbaar Vervoer te mogen uitvoeren in een bepaald gebied. De huidige concessie (Connexxion) loopt tot en met 30 september 2008. Per 1 oktober 2008 zal een nieuwe concessie verleend moeten zijn.

 

Een nieuwe concessie biedt de mogelijkheid nieuwe wensen en eisen te formuleren. De meeste wensen van het stadsgewest en de verschillende gemeenten zijn al bekend. Enkele wensen / eisen zijn bijvoorbeeld:

Voor een deel van deze wensen / eisen is het noodzakelijk geheel nieuwe bussen aan te schaffen. Zo ook als besloten wordt de concessie uit te laten voeren op aardgas. Gezien de reeds geformuleerde wensen en eisen van de verschillende gemeenten ligt het voor de hand als uitgangssituatie te nemen dat het huidige wagenpark hoe dan ook geheel vervangen gaat worden. Met dit uitgangspunt is omschakeling van dieselbussen (huidig) naar aardgasaandrijving (gewenst) een financieel aantrekkelijke optie, die tot geen of relatief geringe meerkosten leidt.

 

Deze notitie heeft alleen betrekking op het onderdeel aardgas. Belangrijk om te weten is dat géén van de overige wensen en eisen in het geding komt als er gekozen wordt voor aardgasbussen. Met andere woorden: alle wensen en eisen die door Delft,  Haaglanden en/of de overige gemeenten zijn geformuleerd, zijn en blijven tegen de oorspronkelijke kosten mogelijk als voor aardgas gekozen wordt. Dit rechtvaardigt ook deze notitie, die alleen betrekking heeft op de keuze voor aandrijving van de bussen met aardgas.

 

 

Onderzoek

 

De sector milieu van Haaglanden heeft onderzoek uitgevoerd naar de kosten en milieueffecten van de invoering van bussen op aardgas. Achterliggende gedachte bij het onderzoek is dat (milieu)eisen voor de aanbesteding realistisch en haalbaar moeten zijn. Onhaalbare of dure milieueisen kunnen er toe leiden dat de aanbesteding te duur wordt en daardoor mislukt. Inzicht in de kosten is ook belangrijk om de biedingen van busbedrijven te kunnen beoordelen en in een later stadium onderhandelingen te kunnen voeren. Het onderzoek naar kosten en milieueffecten is uitgevoerd in de periode oktober 2006 tot februari 2007.

 

Het onderzoek heeft laten zien dat bussen op aardgas een milieuvriendelijk alternatief zijn voor dieselbussen. De milieuwinst ligt vooral in verbetering van de luchtkwaliteit en in de lagere uitstoot van CO2. Voorts biedt aardgas mogelijkheden voor verdergaande transitie naar duurzame(re) brandstoffen. Voornoemd onderzoek toont in voldoende mate de milieuwinst van aardgas aan. De milieuwinst ten opzichte van zowel conventionele dieseltechniek als ook ten opzichte van de schoonste dieseltechniek die momenteel beschikbaar is (EEV-norm; de Enhanced Environmentallyfriendly Vehicles norm) is significant.

 

milieuwinst

diesel (conventioneel)  gefaseerd vervangen*

diesel EEV**

aardgas heel Haaglanden***

reductie uitstoot NOx

 0%

 10%

 100% (geen meetbare uitstoot NOx)

reductie uitstoot fijn stof

 0%

 49%

 83%

reductie**** uitstoot CO2

 0%

 - 5% (dus 5% méér uitstoot)

 16%

reductie uitstoot giftige koolwater-stoffen

 0%

 87%

 96%

Tabel 1: reductie uitstoot bussen Haaglanden (diesel conventioneel is als referentie op 0% gesteld)

* start concessie met huidig wagenpark (of vergelijkbaar) en reguliere vervanging volgens economische afschrijving.

** start concessie met huidig wagenpark en vervanging van gehele wagenpark door EEV bussen in periode van 2 jaar. EEV wordt ook wel euro-6 genoemd.

*** start concessie met huidig wagenpark en vervanging gehele wagenpark door aardgasbussen in periode van 2 jaar.

**** feitelijk de reductie van broeikasgassen uitgedrukt in CO2 equivalenten.

 

De uitstoot van NOx, fijn stof en giftige koolwaterstoffen wordt vrijwel volledig teruggedrongen. De winst in CO2 reductie is ook aanzienlijk. In geheel Haaglanden wordt ten opzichte van conventioneel diesel 2,27 miljoen kilogram CO2 per jaar bespaart. Ten opzichte van diesel EEV zelfs 3,47 miljoen kilogram CO2 reductie. Hoewel niet eenduidig vast te stellen is welk deel van bovengenoemde reducties in uitstoot toe te kennen zou zijn aan ‘Delftse’ buskilometers, is het niet onredelijk om aan te nemen dat Delft voor ongeveer 10% meetelt in Haaglanden (op basis van jaarkilometrage, zowel stadsdienst als regionale buslijnen; ter vergelijking: in Den Haag worden 45% van de kilometers gemaakt). Op basis van bovenstaande aanname kan Delft dus ongeveer 350 ton CO2 per jaar besparen door voor aardgas te kiezen. Hiermee wordt ruimschoots voldaan aan de doelstelling in het klimaatbeleidsplan van 75 ton CO2 reductie per jaar op het Openbaar Vervoer. Opgemerkt moet worden dat alleen met aardgas de doelstelling uit het klimaatplan kan worden gehaald.

 

Hoewel bij niemand twijfel is over de milieuwinst van aardgas, leidde de berekening van de kosten en meerkosten van aardgas in voornoemd onderzoek tot discussie binnen Haaglanden. Dit omdat in een nooit gepubliceerd onderzoek van onderzoeksbureau Goudappel Coffeng er andere, en veel ongunstigere, uitkomsten waren. Dit onderzoek van Goudappel Coffeng wordt echter niet representatief geacht omdat het ongefundeerde aannamen bevat, geen bronvermeldingen geeft bij gebruikte cijfers, en tegenstrijdigheden vertoont met andere onderzoeken die Goudappel Coffeng heeft gemaakt voor andere gemeenten. Hoewel de invoergegevens uit het Goudappel Coffeng rapport deels onjuist en ongefundeerd zijn, is het rekenmodel van Goudappel Coffeng echter wél valide. Het rekenmodel is daarom ook door de sector milieu gebruikt.

 

De cijfers die de sector milieu in het onderzoek heeft gebruikt zijn afkomstig van onderzoeksinstituten en marktpartijen. Het rekenmodel dat door Goudappel Coffeng is opgesteld stond niet ter discussie.

De kosten betreffen de brandstofkosten, de kosten voor de tankstations en de meerkosten voor het tanken. Overgenomen uit het rekenmodel van Goudappel Coffeng zijn de aanschafkosten en onderhoudskosten voor de bussen en de overige kosten. Tabel 2 geeft het overzicht van de meerkosten.


 

Tabel 2. meerkosten concessie op aardgas in heel Haaglanden

 

GEHEIM op basis van art. 10, tweede lid, onder b, Wet openbaarheid bestuur.
Het onderzoek van de sector milieu is aan SenterNovem en de gemeente Haarlem (waar reeds een concessie op aardgas is) voorgelegd. Het oordeel van deze deskundigen geeft voldoende zekerheid over de gehanteerde kosten en de gehanteerde methode. De sector milieu van Haaglanden en de afdelingen Milieu van de gemeenten Delft en Zoetermeer staan hierdoor volledig achter het onderzoek.

 

 

Conclusie

 

De milieuwinst van aardgas ten opzichte van diesel is aanzienlijk.

 

Alle eenmalige kosten zijn omgerekend naar jaarlijkse kosten door ze over de gehele concessieperiode af te schrijven (incl. renteverlies etc.).

 

Als aangenomen wordt dat 10% van de totale concessie ‘Delftse’ kilometers betreft, dan zou de gemeente Delft maximaal € 55.000,-- aan jaarlijkse meerkosten moeten dragen gedurende een periode van 4 jaar.

 

Opgemerkt moet worden dat helemaal niet zeker is dat het rijden op aardgas ook daadwerkelijk tot deze meerkosten leidt. De meerkosten kunnen ook veel lager uitvallen, en zelfs is het mogelijk dat er helemaal geen sprake zal zijn van meerkosten.

 

Naast Den Haag is ook de gemeente Zoetermeer voornemens om zich uit te spreken voor aardgas als eis in de aanbesteding van het Openbaar Vervoer.