Geacht college,

 

De grachten in de Delftse binnenstad worden onder meer vanwege de ten dele beperkte waterdiepte en doorvaarhoogte van diverse binnenstedelijke bruggen beperkt gebruikt voor vervoer van personen of goederen. Het terughoudend gebruik van de grachten is ook gemeentelijk beleid om het historisch stadsgezicht en de kademuren zo veel mogelijk te beschermen. Dit blijkt ondermeer uit de begeleidende nota bij het voorstel tot vaststelling van de Verordening Openbaar Gemeentewater Delft uit 1996.

 

Diverse politieke en maatschappelijke groeperingen, alsmede verschillende marktpartijen hebben in het recente verleden om redenen van toeristische aantrekkelijkheid en alternatieve bereikbaarheid, veelal onafhankelijk van elkaar, de mogelijkheid onderzocht om het water wel voor met name openbaar personenvervoer te gebruiken. Dergelijke initiatieven bleken in de praktijk echter lastig exploiteerbaar. Grotere schepen hebben in de Delftse binnenstedelijke wateren een zeer beperkte actieradius en kleine scheepjes zijn relatief duur vanwege de dan in verhouding tot de exploitatieopbrengst per scheepje hoge personeelslasten.

 

De Stichting Stunt heeft onlangs een voorstel ingediend waarin de exploitatie van een watertaxi wordt ingezet als plaats om werkervaring op te doen. Hierdoor blijven de personeelslasten relatief beperkt, waardoor het wel economisch mogelijk is om met kleine “fluisterbootjes” te gaan varen en dus   relatief veel binnenstedelijke bestemmingen over water bereikbaar worden.

 

Stichting Stunt is een zelfstandige stichting die zich ten doel stelt om sociale activering en werkgelegenheidsprojecten te realiseren voor Delftenaren met een grote afstand tot de arbeidsmarkt. De stichting is zelfstandig en werkt nauw samen met het Kringloopbedrijf Delft. De directeur Kringloop is bestuurslid van de stichting. Bij de stichting werken vier trajectbegeleiders. De caseload is ongeveer 50 medewerkers per trajectbegeleider. Stichting Stunt is één van de partijen waar de gemeente trajecten heeft ingekocht om mensen sociaal te activeren c.q. naar de arbeidsmarkt te begeleiden.

 

Het voorstel behelst een verzoek tot ontheffing in de zin van de Verordening Openbaar Gemeentewater Delft (VOGD); een verzoek om een aantal randvoorwaarden voor het goed functioneren van de beoogde watertaxi te realiseren en een financiële bijdrage te leveren ten behoeve van de aanschaf van de sloepen. Dit laatste verzoek wordt overigens niet gehonoreerd. De gemeente schaft geen bedrijfsmiddelen voor de stichting aan, noch draagt zij hier aan bij. Wel wordt in deze nota voorgesteld om bij de Stichting Stunt de dienst watertaxi in te kopen.

 

Er zijn verschillende redenen om positief te staan tegenover het initiatief tot introductie van een watertaxi als plaats om werkervaring op te doen.

·          Het verhoogt de bereikbaarheid van de binnenstad op een aantrekkelijke en geheel autoluwe wijze;

·          Het draagt bij aan het toeristisch functioneren van de binnenstad;

·          Het ondersteunt het imago van Delft als ‘waterstad’;

·          Het realiseert aantrekkelijke werkervaringsplaatsen / sociale activeringsplaatsen voor Delftenaren die voor het voorzien in hun levensonderhoud langdurig op een uitkering zijn aangewezen;

·          De gecreëerde werkervaringsplaatsen concurreren niet met reguliere werkgelegenheid, terwijl de output wel bijdraagt aan het algemeen economisch functioneren van (in dit geval) de binnenstad;

 

Dat het bevaren van de binnenstedelijke wateren in de belangstelling staat en ook anderen naast stichting Stunt de verwachting hebben dat het als aantrekkelijk zal worden ervaren, blijkt uit het recent door de gemeente ontvangen initiatief van de heer Van der Marel om ca. 8 “fluisterbootjes” ter verhuur te gaan aanbieden, zodat mensen zelfstandig de binnenstad vanaf het water kunnen ontdekken. Hoewel dit plan nog prematuur is; de nodige haken en ogen kent, waaronder veiligheid en hiertoe nog geen enkele besluitvorming heeft plaatsgevonden, is het niet onverstandig om de gedachte dat dit idee daadwerkelijk tot uitvoering komt mee te nemen in afweging rond het besluit tot instemming met de watertaxi. Aan Stichting Stunt en de heer Van der Marel zal in overweging worden gegeven om tot samenwerking te komen, mocht de heer van der Marel zijn initiatief doorzetten. Het is uiteraard aan beide partijen om hier over te besluiten. De gemeente heeft hierin geen rol.   

 

Alvorens een door Stichting Stunt geëxploiteerde watertaxi adequaat kan functioneren moet wel een aantal met name praktische zaken geregeld worden. Een deel hiervan vereist ook bestuurlijke besluitvorming. In deze nota worden deze praktische aspecten kort uiteengezet. Na besluit tot instemming met het voorstel van Stichting Stunt tot introductie van een watertaxi, moeten één en ander nog feitelijk gerealiseerd worden. Hier zal de nodige tijd mee gemoeid zijn. Pas als deze zaken geregeld zijn, kan overgegaan worden tot het verlenen van de benodigde ontheffingen. In de paragraaf voorafgaand aan het voorstel wordt een doorzicht van deze activiteiten en tijdspanne worden gegeven. Hierdoor wordt duidelijk op welke termijn de watertaxi daadwerkelijk kan rondvaren in de Delftse grachten, waarbij we er van uit gaan dat Stichting Stunt ook alle noodzakelijk voorwaarden heeft kunnen invullen.

 

Hoewel veel van de navolgende zaken vooral gericht zijn op de korte termijn (2007 / 2008) wordt opgemerkt dat indien de watertaxi tot exploitatie komt, deze op de lange termijn gericht zal zijn. Qua lange termijn consequenties moet vooral gedacht worden aan onderhoud van de opstapplaatsen en het bevaarbaar houden van de grachten. Overigens wordt opgemerkt dat wat e.e.a. qua onderhoud op de lange termijn kan gaan betekenen nu nog niet goed is te overzien. Dit aspect wordt in samenwerking met Stadsbeheer nader onderzocht. Het is  niet in de huidige beheersplannen opgenomen.

De staat van onderhoud aan vaarwegen en opstapplaatsen is een gemeentelijke verantwoordelijkheid en kan qua verantwoordelijkheid niet aan de Stichting Stunt overgedragen worden. De stichting kan hierin zo mogelijk wel hand en spandiensten verlenen in het kader van werkervaring of sociale activering. Verwacht mag worden dat een watertaxi, onder voorbehoud dat telkenmale de ontheffing verleend kan worden, een reeks van jaren zal varen.

 

1. Ontheffingen

Op grond van de in 1996 vastgestelde VOGD is het (gemotoriseerd) varen op het openbaar gemeentewater verboden. Het college is bevoegd om hiervan een ontheffing te geven (artikel 4 lid 1 respectievelijk lid 2 VOGD). Het afmeren van vaartuigen is ook verboden en ook hiervan kan het college een ontheffing verlenen (artikel 6 lid 1 respectievelijk lid 2 VOGD). Tenslotte is het exploiteren van vaartuigen, zoals een rondvaartboot, kano, roeiboot of waterfiets in gemeentewater verboden. Het college kan ook hiervoor ontheffing verlenen indien het betreffende gebied op de ligplaatsenkaart is aangeduid als gebied bestemd voor “exploitatie rondvaartschepen” of  exploitatie kano's, roeiboten, waterfietsen, ed.” indien aan bepaalde voorwaarden wordt voldaan (artikel 16 VOGD).

 

Overigens zij opgemerkt dat inzake de exploitatie van rondvaartschepen in de nota bij de verordening is uitgegaan van één exploitant met één exploitatiepunt omdat de gedachte was dat in de grachten geen ruimte is voor meerdere exploitatiepunten / meerdere exploitanten. Een rondvaartboot vaart echter een vaste route op vaste tijdstippen en de opstapplaats is gelijk aan de afstapplaats. Transport is derhalve niet het primaire doel van een rondvaart. Een watertaxi heeft wel transport als primair doel. De passagier wordt op aanvraag (niet vast tijdstip) van A naar B gebracht. 

 

De VOGD maakt het dus juridisch niet onmogelijk om de gevraagde ontheffing te verlenen, indien voor het extra exploitatiepunt en exploitatiegebied  de ligplaatsenkaart wordt aangepast. Deze aanpassing is een collegebevoegdheid.

 

Het beleid dat ten grondslag ligt aan de VOGD is strikt. Immers het vaar- en afmeerverbod is ingesteld om het historische stadsgezicht en de kademuren zoveel mogelijk te beschermen. De bedoeling van de VOGD was eertijds om ontheffing alleen op incidentele basis te verlenen. De gevraagde ontheffing voor een watertaxi is echter  meer dan alleen incidenteel. Met de ontheffing wordt  dus  afgeweken van de strikte geest van de VOGD. Een minder incidentele ontheffing is  verleenbaar als het varen geen geweld doet aan de redenen waarom het strikte beleid eertijds is afgekondigd: bescherming van het historisch aanzien van de stad en het voorkomen van  schade aan de kademuren. Door een goede en bij het historisch stadsgezicht passende inpassing van de op/afstapplaatsen en het gebruik van kleine scheepjes met een elektramotor wordt aan de geest van het beleid voldaan. Er zal gebruik worden gemaakt van een type elektraboot die ook gebruikt in de Groene Hart natuurgebieden Nieuwkoopse-, Reeuwijkse-, Vinkeveense- en Loosdrechtse plassen, Kinderdijk en Alblasserwaard. Deze bootjes zijn geluidarm, hebben een topsnelheid van 5 km per uur, een kruissnelheid van 3,5 km per uur en een diepgang van 40 cm.

 

Vooralsnog wordt er van uit gegaan dat de ontheffing jaarlijks met een looptijd van een jaar verleend wordt.

 

Rest nog het aspect van de waterbegroeiing. In de Delftse grachten komen o.a. waterlelies voor. De voorkomende planten zijn de Nymphaea Alba (Witte waterlelie of Witte Lotus; een in Nederland zeer algemeen voorkomende waterplant) en de Nuphar Lutea (Gele plomp of Gele Waterlelie; een sterke plant met een in Nederland ruim verspreidingsgebied) Beide planten zijn niet beschermd op basis van de Flora en Faunawet. In een aantal grachten is deze begroeiing vrij dicht. De waterlelies maken deel uit van het stadsgezicht en mogen niet verdwijnen. Daarbij wordt de aanwezigheid van de planten door veel bewoners en bezoekers gewaardeerd. In de ontheffing zullen daarom grachten met een zeer dichte begroeiing van het varen worden uitgesloten.  Bij de andere grachten moet de middengeul gemaaid worden om de doorgang vrij te houden. Aan de kadekant zullen de planten om redenen van aangezicht wel behouden blijven, met uitzondering van het gedeelte bij de opstapplaatsen.

 

Overigens zij opgemerkt dat sinds het van kracht worden van de Kader-richtlijn Water (KRW) er ecologische eisen voor watergangen worden geformuleerd. Deze eisen worden vastgelegd voor een waterlichaam. Het boezemwater in Delft behoort tot het waterlichaam Oostboezem. De eisen voor het Oostboezem zijn nog niet vastgesteld. Op dit moment wordt er gedacht aan meer vegetatie in zowel water als langs de oever en ook doorzicht kan een criterium worden. Chemische kwaliteitseisen worden door de EU opgelegd

 

2. Bevaarbaar maken en houden van de vaarroutes

Het hoogheemraadschap van Delfland is verantwoordelijk voor het op diepte houden. Dit op diepte houden vindt zijn ratio in het realiseren van waterberging capaciteit in de Delftse binnenstad. Bevaring op zich is voor het Heemraadschap geen hoofddoel van de Delftse grachten en daarmee de route waar de ontheffing voor wordt afgegeven. Tijdens het herpolderproces is het Hoogheemraadschap van Delfland onderhoudsplichtig geworden voor de grachten in de binnenstad. Dit betekent dat zij de watergangen op diepte moeten houden. De gemeente is verantwoordelijk voor het verwijderen van zwerfvuil (drijfvuil). Een deel van de route die de watertaxi voornemens is te varen, bevindt zich op dit moment niet in de reguliere onderhoud plannen. Als de gemeente besluit om de watertaxi  toe te staan, moeten zo nodig extra werkzaamheden uitgevoerd worden, zoals het verwijderen van obstakels in het water. Door de beperkte diepgang van de bootjes is extra baggeren evenwel niet aan de orde. Anderzijds zou de begroeiing in de grachten het varen niet onmogelijk moeten maken. Mogelijk geeft dit extra werkzaamheden voor het snoeien/terugdringen van de planten in het water, waardoor het aangezicht van de gracht zal veranderen. De gemeente is verantwoordelijk voor het bevaarbaar maken en houden, voor zover het de waterplanten betreft, van die watergangen waarvoor zij een ontheffing verleent. De vrije waterweg is één van de praktische voorwaarden die ingevuld moet worden voordat overgegaan kan worden tot het verlenen van de ontheffingen. Ontheffing kan namelijk alleen verleend worden voor die waterwegen waar de waterweg voldoende vrij is om te kunnen bevaren.

 

Tenslotte moet opgemerkt worden dat het onderhoudsplan voor de kademuren op dit moment voorziet in die kademuren die sneller slijten door de frequente vaarbewegingen van de rondvaartboot. De watertaxi zal dergelijke schade aan de kademuren door de geringe waterdiepte en vaarsnelheid niet veroorzaken. Enige schade aan de kademuren die kan ontstaan zal veroorzaakt worden door het meren. Dit zal in de ontheffing dan ook worden verboden, behoudens op de daartoe aangewezen plekken (opstapplaatsen). De kademuren op de aangewezen plekken zullen ter bescherming voorzien worden van rubberen fenders. Om schade veroorzaakt door de landvasten (afmeertouw) om de bolders te voorkomen zal in de ontheffing het gebruik van rubberen manchetten om de landvasten verplicht worden gesteld. Met deze extra maatregelen bij het meren zal schade tot een minimum worden beperkt en lijkt het op dit moment niet noodzakelijk om de kademuren aldaar in een meer intensief onderhoudsprogramma onder te brengen om de huidige kwaliteit van de muren te waarborgen.

 

Overigens moet er rekening mee worden gehouden dat bij het aanbrengen van de voorzieningen voor het beheersen van het waterpeil in het oostelijke deel van de binnenstad delen van de route op termijn mogelijk niet meer toegankelijk zullen zijn. Daarnaast kunnen de variaties in het waterpeil leiden tot een zodanige situatie dat het varen onder bepaalde bruggen te gevaarlijk is. Beide aspecten zullen in de ontheffing geregeld worden.

Tevens zal in de ontheffing geregeld worden dat niet gevaren kan worden bij locaties waar waterwerken of kademuren aangelegd, onderhouden of hersteld worden. Dit is met name voor dit jaar en 2008 relevant vanwege het feit dat dan een deel van de voorzieningen tot beheersing van het waterpeil worden aangelegd. Deze aanleg zal dit jaar en in 2008 relatief veel stremming van waterwegen tot gevolg hebben.

 

Sinds juni 2007 wordt uitgegaan van de volgende indicatieve (dus niet vastgestelde) planning: uitvoering de constructies aan Achterom medio augustus - november 2007;Geerweg: eind augustus - medio november;en Oosteinde/Oostpoort: begin september eind november;de Oude Langendijk en Voldersgracht: medio januari - medio april 2008;Vlaming en Rietveld: werkzaamheden zijn beperkter en (vrijwel zonder verkeersoverlast): november - december 2007. 

 

Als er ingestemd wordt met de plannen voor de watertaxi is het noodzakelijk dat er in Delft een verkeersplan voor het water wordt gemaakt. Immers het aantal gebruikers neemt toe, terwijl er ook in verschillende richtingen gevaren gaat worden. Dit verkeersplan, inclusief bebording, dient voor de start van de exploitatie van de watertaxi gerealiseerd te worden

 

3. Voorzieningen voor afmeren

Aangezien het afmeerverbod tot op heden strikt is gehanteerd, zijn geen afmeervoorzieningen aanwezig bij de voorgestelde op- en afstapplaatsen. Door de exploitant worden in totaal 13 plaatsen voorgesteld in de omgeving toeristische attracties, het kernwinkelgebied, de parkeergarages en OV halteplaatsen, waarbij het voor 12 noodzakelijk is om voorzieningen aan te brengen, zodat veilig op- en afstappen mogelijk is. Op grond van nautische wetgeving is het niet mogelijk om bestaande objecten zoals hekwerkjes bij boomkransen of palen voor verkeersborden voor afmeren te gebruiken. Daarnaast is het noodzakelijk om een voorziening (reling/hekje) aan te brengen die de passagiers kunnen vastpakken om zo stabiel mogelijk in en uit de watertaxi te stappen. Deze voorziening dient aard en nagelvast te staan in/op de kade. Onder punt 2 is reeds genoemd dat maatregelen vereist zijn om schade aan de kademuur te voorkomen. Aangezien de opstapplaatsen in de binnenstad zich bevinden in beschermd stadsgezicht zullen deze voorzieningen hierin goed ingepast moeten worden. Goede inpassing betekent allereerst gebruik maken van hetgeen al aanwezig is en voorzichtig te zijn met het toevoegen van bouwwerken of extra meubilair ter plaatse om verrommeling van het straatbeeld te voorkomen. Verder zal grote terughoudendheid betracht worden met het plaatsen van voorzieningen in of boven het water, zoals steigers. Daar waar aanpassingen noodzakelijk zijn om de hoogte van de kademuur te overbruggen (dit betekent concreet een verlaging van de kade) zal een plek gekozen worden waar in het verleden ook een dergelijke verlaging heeft bestaan, zodat e.e.a. historisch verantwoord blijft. De exacte locaties worden in overleg met het vakteam Monumenten en Bouwkwaliteit voorbereid en de principes en uitgangspunten van de aanleg van de opstapplaatsen zullen met de welstandcommissie worden besproken.

Ontheffing kan overigens alleen verleend worden voor een opstapplaats indien deze feitelijk gerealiseerd is en aan de wettelijke eisen voldoet.

 

4. Doorvaardiepten en -hoogten

De reguliere gemiddelde waterstand in Delft staat op 0,42 m min NAP en kent een fluctuatie van enkele centimeters. De vastgestelde keurdiepte voor de noord-zuid grachten is 1,50 m en voor de oost-west grachten 1,00 m. De maximale peilstijging is 20 cm. Bij het bepalen van de doorvaarroutes is met name de doorvaarhoogte onder de bruggen bepalend. Juist vanwege deze fluctuaties wordt bij het bepalen van de doorvaarthoogte ten behoeve van de te verlenen ontheffing uitgegaan van een waterstand van 0,35 m min NAP.


5. Exploitatiepunt

Het exploitatiepunt is de locatie waar de watertaxi’s, die niet in bedrijf zijn, worden afgemeerd en (kunnen) worden opgeladen. Stichting Stunt stelt het exploitatiepunt voor in de Westsingelgracht. Deze kan in het seizoen 2007 en mogelijk ook een deel van 2008 gebruikt worden. Echter, de uitvoering van het project Spoorzone betekent dat op een zeker moment de Westsingelgracht optie niet langer mogelijk is. Het is de verantwoordelijkheid van de exploitant om met een oplossing voor na deze periode te komen.

 

Met de realisatie van de spoorzone kan het volgende terzake soelaas bieden: ter hoogte van de Binnenwatersloot wordt in de Spoorzone het vroegere ‘Bolwerk’ gereconstrueerd (zie plan Busquets) als een door middel van een via een (voetgangers)brug bereikbaar eiland. Een mogelijkheid zou kunnen zijn om te zijner tijd het exploitatiepunt, eventueel met andere water gerelateerde voorzieningen en/of activiteiten op dit eiland in te richten. Een optie is om hiertoe het voormalig Stations Koffiehuis (een monument dat zich in het huidig tunneltraject op de Houttuinen bevindt en daarom gesloopt moet worden) op het eiland te herbouwen. In hoeverre gebruik van het eiland voor dit doel wenselijk, mogelijk en qua exploitatie haalbaar is zou onderzocht moeten worden.

 

6. Provinciaal water

In de planvorming van Watertaxi staan ook een aantal zaken waarover de initiatiefnemers bij de provincie om besluitvorming moeten vragen. Het gaat hierbij om het varen op provinciaal water (o.a. De Kolk) en het op- en afstappen van de passantenhaven in de Kolk. Als aanvulling, op  de huidige regelgeving, zal de provincie een klein vaarbewijs en het gebruik maken van een marifoon verplicht stellen. Het is aan de exploitant om  zelf de noodzakelijke vergunningen en ontheffingen bij de provincie aan te vragen en te voldoen aan de provinciale vereisten. 

 

7. Investering

In de programmabegroting is voor 2007 onder activiteit nr. 603938 nog een bedrag van € 40.000,-- beschikbaar voor het beter benutten van water als vervoer- en recreatie mogelijkheid. Als bestedingsoptie wordt in deze begroting een watertaxi genoemd. De Stichting Stunt verzoekt de gemeente om realisatie van de randvoorwaarden en een financiële bijdrage.

 

De Stichting beschikt zelf niet over de financiële middelen voor de aanschaf van de scheepjes en kan deze scheepjes niet (volledig) commercieel financieren omdat dit uit exploitatieoogpunt niet haalbaar is. Juist omdat gewerkt wordt met een maatschappelijk kwetsbare groep mensen is continuïteit van de activiteit essentieel en behoud van een gezonde financiële bedrijfsvoering is daartoe een voorwaarde. Om deze reden is de stichting aangewezen op de verwerving van giften of investeringssubsidies ter financiering van de scheepjes. Inmiddels heeft de Kamer van Koophandel Haaglanden een bijdrage van € 5000,-- toegezegd. De stichting is thans met diverse organisaties, zoals het VSB fonds, de Stichting Doen en de Start foundation, in gesprek. Deze organisaties hebben een positieve grondhouding ten opzichte van het voorstel, maar stellen wel als voorwaarde dat de gemeente daadwerkelijk blijk geeft positief te staan tegenover het voorstel.

 

Met de realisatie van de randvoorwaarden als opstapplaatsen en doorvaar-baarheid verbetering, geeft de gemeente blijk van een positieve houding ten opzichte van het project, omdat hiermee investeringen worden gepleegd die ten dienste staan van dit project. De gemeente gaat daarnaast een zakelijke overeenkomst aan met de Stichting Stunt door de dienst watertaxi (ofwel publiekgericht personenvervoer) bij de Stichting Stunt voor de periode van heden tot en met 31 december 2009 in te kopen, waarbij Stichting Stunt deze watertaxi ondermeer als werkervaringsplaats /sociale activeringsplaats gericht op Delftenaren die nu van een uitkering afhankelijk zijn zal inzetten. Met deze inkoop is een bedrag gemoeid van éénmalig € 20.000 (excl. BTW).

 

De betaling voor deze dienst is vooraf. Het bedrag wordt maandelijks in gelijke delen lineair ‘afgeschreven’ voor periode 1 augustus 2007 tot en met 31 december 2009. Mocht onverhoopt sprake zijn van wanprestatie, dan is het bedrag voor het resterende deel terugvorderbaar.

Als wanprestatie kunnen worden aangemerkt;

·         Intrekken van de vergunning wegens niet houden aan de vergunningvoorwaarden.

·         Niet meer verlenen van een “vervolg”vergunning (vergunning wordt jaarlijks verleend) wegens niet houden aan de vergunningvoorwaarden

·         Gegronde klacht wegens wangedrag / onheuse bejegening door het personeel

·         Niet houden aan de vooraf afgesproken tijden van varen (“dienstregeling”)

·         Onvoldoende scoren bij halfjaarlijks te houden klant tevredenheid onderzoek (nadere criteria en meetmethoden afspreken)

 

Zowel in de vergunning als in de inkoopovereenkomst worden hiertoe afspraken gemaakt.

 

De kosten/ investering gemoeid met de genoemde realisatie van de randvoorwaarden worden geraamd op eenmalig ca. € 30.000,--. Hierbij is rekening gehouden dat de Stichting Stunt bij wijze van werkervaringsproject kan voorzien in assistentie bij met name het obstakelvrij maken van de vaarwegen. De structurele kosten voor het schoonhouden van de opstapplaatsen komen niet voor rekening van de gemeente, omdat Stichting Stunt deze activiteiten bij wijze van werkervaringsproject zelf zal verzorgen.

Vooralsnog is reeds € 20.000 beschikbaar. Omdat de werkzaamheden zich eenvoudig in afzonderlijke delen zijn uit te voeren, kunnen deze tot dit bedrag worden uitgevoerd, zodat met het varen met de taxi op een deel van de route begonnen kan worden. Dit zal in overleg met Stichting Stunt worden vastgesteld. Het resterende bedrag van € 10.000,-- zal door de raad ter beschikking moeten worden gesteld. Indien het geraamde bedrag van

€ 30.000,-- niet toereikend blijk door tegenvallers of extra kosten om aan de vereisten die het beschermd stadsgezicht met zich meebrengen te voldoen, zal in overleg met de Stichting Stunt het aantal te realiseren opstapplaatsen of doorvaarbare grachten worden herzien. Hiermee wordt voorkomen dat  het totaal bedrag van € 50.000,-- te boven wordt gegaan.

 

8. Vervolgtraject na besluitvorming

Indien uw college instemt met het voorstel moeten eerst de navolgende zaken geregeld worden alvorens de watertaxi feitelijk kan varen:

1.       Vaststellen van de exacte vaarroutes en exacte locatie van de opstapplaatsen. Naar verwachting is dit voor of rond 1 augustus 2007 gerealiseerd. Overigens kan mogelijk niet in alle gevallen de opstapplaats in deze termijn exact bepaald worden. Daar waar de hoogte van de kademuur door een voorziening overbrugd moet worden is eerst historisch onderzoek noodzakelijk om de exacte locatie te bepalen. Dit vloeit voort uit de instandhouding van het historisch karakter van de binnenstad

2.       Vaststellen van de exacte inrichting van de opstapplaatsen, advies van de welstandcommissie hierop en verlening van eventuele vergunningen en vervolgens realisatie van de plekken. Het realisatietempo zal sterk per opstapplaats verschillen. Dit kan betekenen dat een aantal opstapplekken pas per 2008 of pas in de loop van dat jaar feitelijk in gebruik genomen zullen worden. In ieder geval wordt met de meest eenvoudig te realiseren opstapplekken begonnen.

3.       Gelijktijdig aan 2 voorbereiding en realisatie van de vaarroutes. De voorbereiding bestaat uit het opstellen van een verkeersplan voor het water en de realisatie uit het zo nodig aanbrengen van de door het verkeersplan vereiste tekens, het verwijderen van bodemobstakels en het maaien (en soms verwijderen) van waterlelies. Ook dit zal betekenen dat de vaarroutes feitelijk gefaseerd gebruikt zullen kunnen worden; eveneens pas voor een aantal routes ultimo 2008.

4.       Gefaseerd verlenen van ontheffing voor de routes en opstapplaatsen die feitelijk gereed zijn. Er vindt ontheffingverlening plaats voor die locaties / grachtvakken waar feitelijk gevaren, afgemeerd en veilig in en uitgestapt kan worden. Naar verwachting zal de ontheffing verleend kunnen worden binnen 2 werkweken nadat de eerste tranche vaarwegen en opstapplaatsen gereed is.

5.       Los van het realiseren van de vaarroutes en opstapplaatsen moet nog een aantal zaken nader uitgezocht c.q. gerealiseerd worden zoals het exploitatiepunt en het borgen van de doorvaarbaarheid en staat van onderhoud van de opstapplaatsen op lange termijn. Deze laatste punten betekenen het opnemen hiervan in reguliere onderhoudsplanningen en zo mogelijk hiertoe inzetten van Stichting Stunt.  

 

VOORSTEL

 

Voorgesteld wordt:

1.        in te stemmen met de inhoud van deze nota;

2.        in te stemmen met het verlenen van een ontheffing aan de Stichting Stunt voor het exploiteren van een watertaxi in de binnenstad en aan deze ontheffing nadere voorwaarden te verbinden als genoemd in deze nota;

3.        in te stemmen met de inkoop van de dienst watertaxi (publiekgericht personenvervoer) bij de stichting Stunt voor de periode van heden tot en met 31 december 2009, voor eenmalig  € 20.000,-- ;

4.        het ter beschikking stellen van € 20.000,-- ter realisatie van een deel van de randvoorwaarden, zoals het realiseren van een aantal opstapplaatsen en het doorvaarbaar maken van de grachten;

5.        De raad te verzoeken eenmalig € 10.000,-- ter beschikking te stellen ter realisatie van het resterend deel van de randvoorwaarden.

 

Hoogachtend,

 

 

Ronald de Groot

(i.o.v. vakteam CKE)