Nota van beantwoording

 

                    Inspraakreacties op concept onttrekkingsbesluit Mekelweg

 

 

Delft, oktober 2007

 

 

1. Inleiding

Ten behoeve van de aanleg van het Mekelpark wordt het gebied rond de Mekelweg heringericht als verblijfsgebied en dient een aantal wegen en parkeerplaatsen aan de openbaarheid te worden onttrokken. Dit betekent dat na de onttrekking de Mekelweg alleen nog beschikbaar is voor openbaar vervoer (buslijnen en tramijn 19) en langzaam verkeer (fietsers en voetgangers). De eerste fase van het project betreft het functievrij maken van de Mekelweg tussen de Christiaan Huygensweg en de Watermanweg.

 

De tweede fase van het project betreft het laatste deel van het functievrij maken van de Mekelweg tussen de Christiaan Huygensweg en de Watermanweg, alsmede het functievrij maken van de Mekelweg tussen de Watermanweg en de Thijsseweg en het eerste deel van de Thijsseweg zelf (parallel lopend met de Thijssevaart), ten behoeve van de aanleg van de trambaan voor Tramlijn 19.

 

Bij besluit van 31 mei 2007 heeft de raad van de gemeente Delft ingestemd met het ontwerp onttrekkingsbesluit.

Dit ontwerp heeft vanaf 2 juli 2007 gedurende zes weken ter inzage gelegen voor het indienen van zienswijzen.

Bij brief van 28 juni 2007, ontvangen op 2 juli 2007 heeft de Belangenvereniging TU Noord zienswijzen ingebracht. In het onderstaande wordt ingegaan op deze zienswijzen.

 

 

2. Inspraakreactie

Punt 1:

De Belangenvereniging TU‑Noord stelt dat er een gebrek is aan een visie over de gevolgen van de onttrekking. Dit illustreert zij aan de hand van het gefragmenteerd vóórkomen van de afsluiting in verschillende bestemmingsplannen en het LVVP.

 

Reactie:

De klacht omtrent gebrek aan visie en het gefragmenteerd voorkomen van de ontsluiting wordt niet herkend. Het beleidskader wordt namelijk gevormd door het LVVP. Hierin zijn voor Delft integrale afwegingen gemaakt voor het verkeers‑ en vervoersbeleid. Hierin is ook de onttrekking van de Mekelweg meegenomen. De gevolgen er van op de belasting van het wegennet zijn ook ingeschat, met behulp van het verkeersmodel voor Delft.

 

Waar noodzakelijk wordt het LVVP telkens doorvertaald naar andere plannen. Zo wordt in het Bestemmingsplan TU‑Midden opgenomen welke ruimtelijke consequenties volgen voor de verkeersruimte volgens het LVVP. Hier maakt de onttrekking van de Mekelweg onderdeel van uit.

 

 


Punt 2:

De Belangenvereniging TU‑Noord stelt dat de effecten van de luchtkwaliteit op de omliggende wegen ten onrechte niet zijn meegenomen in het onttrekkingsbesluit.

 

Reactie:

Er is geen afzonderlijk luchtkwaliteitonderzoek verricht naar de afsluiting van de Mekelweg. Het onttrekkingbesluit Mekelweg maakt namelijk onderdeel uit van de realisatie van het verkeersbeleid rondom het TU Middengebied dat is ingezet met het LVVP, uitgewerkt in o.a. bestemmingsplannen. De luchtkwaliteit is onderzocht in het kader van deze bestemmingsplannen. De afsluiting Mekelweg is als vaststaande maatregel meegenomen in het luchtkwaliteitonderzoek voor de bestemmingsplannen TU Noord (Onderzoek Luchtkwaliteit bestemmingsplan TU Noord, adviesbureau RBOI, 31 augustus 2006) en TU Midden (Luchtkwaliteitsonderzoek TU Midden, gemeente Delft, 23 juni 2006).

 

Uit deze onderzoeken blijkt dat de effecten van de afsluiting van de Mekelweg op de luchtkwaliteit beperkt blijven tot de Schoemakerstraat en dat er geen overschrijdingen zijn van de luchtkwaliteitsnormen. Er is daarmee aangetoond dat wordt voldaan aan de grenswaarden uit het Besluit Luchtkwaliteit 2005.

 

 

Punt 3:

De Belangenvereniging TU Noord stelt dat van het ambtelijk apparaat is vernomen dat de afsluiting van de Mekelweg belangrijke gevolgen zal hebben voor met name de Schoemakerstraat en dat hier nog altijd oplossingen voor worden gezocht.

 

Reactie:

Op dit moment vinden inderdaad verkenningen plaats naar aanpassingen van de infrastructuur in en rondom het TU‑gebied. Deze hebben echter niet alleen te maken met de onttrekking van de Mekelweg, maar evenzeer met andere ontwikkelingen, zoals de ontwikkeling van het (voormalige) TNO‑terrein, de ontwikkeling van Technopolis, en gewenste veranderingen in de ontsluitingsstructuur van het TU‑Noordgebied.

 

De onttrekking van de Mekelweg leidt niet tot in totaal meer verkeer van en naar de TU, maar wel tot een andere verdeling van het verkeer over het netwerk. Een aanzienlijk deel van het verkeer komt uiteindelijk uit op de Schoemakerstraat. Deze is op dit moment al aanzienlijk belast, maar volgens de uitgevoerde verkenningen kunnen de gevolgen van de onttrekking van de Mekelweg nog opgevangen worden. Het lijkt er echter op dat vervolgens voor de overige (bovenstaande) ontwikkelingen de beschikbare reserve te klein is, zodat verwacht wordt dat in de toekomst wel aanpassingen van de Schoemakerstraat noodzakelijk zijn.

 

 

Punt 4:

De Belangenvereniging TU Noord stelt dat met de keuze voor de onttrekking van de Mekelweg bewust een keuze is gemaakt voor het laten groeien van de intensiteit op de Julianalaan en de Schoemakerstraat. Dit zou in strijd zijn met de ‘nulgroei’ die de gemeente zou hanteren als argument voor ontwikkelingen.

 

Reactie:

De nulgroei waar in het bezwaar naar verwezen wordt verwijst vermoedelijk naar het uitgangspunt van het LVVP dat stelt dat de zogenaamde ‘autonome groei’ van het autoverkeer niet wordt gefaciliteerd, maar dat alleen uitbreiding van de auto‑infrastructuur overwogen wordt als dit noodzakelijk is vanwege nieuwe of veranderde bestemmingen (bijvoorbeeld: een nieuwe woonwijk) of vanwege veranderingen in het wegennet. Dit laatste is het geval bij de onttrekking van de Mekelweg. Het onttrekken van de Mekelweg is aldus niet in strijd met het Delftse verkeersbeleid.

 

Met de keuze voor de onttrekking van de Mekelweg, en, daarmee, voor de realisatie van het Mekelpark, blijft de totale hoeveelheid verkeer van en naar de TU hetzelfde. Wel zal een deel van het verkeer andere routes kiezen. Verwacht wordt dat dit niet zal leiden tot een toename van het verkeer op de op de gehele Julianalaan of Schoemakerstraat. Daarentegen is een toename op delen ervan wel mogelijk, gecombineerd met afnamen op andere delen.

 

Beschouw bijvoorbeeld verkeer vanuit het westen van de TU‑wijk dat in de richting van de Nassaulaan wil gaan. Met de open Mekelweg zal dit verkeer misschien in hoofdzaak kiezen voor een route die de Mekelweg kruist om vervolgens op de Schoemakerstraat uit te komen. Vanaf de Schoemakerstraat wordt vervolgens via het Poortlandplein de Nassaulaan bereikt. Met de gesloten Mekelweg zal dit verkeer eerder kiezen voor een route via de Rotterdamseweg en Julianalaan naar het Poortlandplein. Dit leidt zo tot een toename op de westelijke Julianalaan[1], maar daarentegen een afname op de Schoemakerstraat.

 

Er wordt op gewezen dat op dit moment toegewerkt wordt naar een uitgebreide reconstructie van het wegennet in het TU‑Noordgebied, samen met de aanleg van tramlijn 19 (zoals vastgelegd in het LVVP). Hierin wordt bijvoorbeeld de verbinding Jaffalaan - Zuidplantsoen geschikt gemaakt als de oost‑west ontsluitingsroute, de Mijnbouwstraat wordt geschikt gemaakt voor twee richtingen, en de Julianalaan wordt geknipt ter hoogte van het voormalige hoofdgebouw van de TU Delft. Uiteindelijk wordt er zo aan gewerkt de leefbaarheid in het gebied te verbeteren. Het zal nog enige jaren vergen voordat alle reconstructies gerealiseerd zijn, maar de uitvoering van de Jaffalaan wordt bijvoorbeeld in 2008 voorzien.

 

 

Punt 5:
De Belangenvereniging TU Noord stelt dat het risico bestaat dat al het verkeer tussen de Rotterdamseweg en de Schoemakerstraat zal kiezen voor een noordelijke route (bijvoorbeeld via de Julianalaan) wanneer de in fase 2 geplande afsluiting van de Mekelweg niet tegelijkertijd plaatsvindt met de opening van een alternatieve oost-west verbinding.

 

Reactie:

Er zal ten alle tijde een oost‑westverbinding beschikbaar blijven aan de zuidzijde van het gebied. De gemeente Delft kan dit garanderen aangezien het de gemeente is die hier het verloop van de werkzaamheden bepaalt, voor de aanleg van Tramlijn 19 en het wegennet van Technopolis. Er is dus geen risico dat vanwege het ontbreken van een zuidelijke ontsluiting meer verkeer zal kiezen voor een noordelijker ontsluitingsroute.

 

De zuidelijke route tussen de Rotterdamseweg en de Schoemakerstraat blijft lopen via de Watermanweg - Mekelweg - Kluyverweg. Tijdens de werkzaamheden kan het noodzakelijk zijn ter hoogte van de Mekelweg een tijdelijke verharding te gebruiken. Vervolgens, na voltooiing van de bus‑/trambaan aldaar, zal tijdelijk de bus‑/trambaan gebruikt worden om ook het autoverkeer tussen de Watermanweg en de Kluyverweg te verwerken. Uiteindelijk, na aanleg van de hoofdverbindingen van Technopolis, zal de verbinding tussen de Schoemakerstraat en de Rotterdamseweg beschikbaar zijn via de hoofdverbinding van Technopolis (de ‘centrale as’).



Punt 6:

De Belangenvereniging maakt zich grote zorgen dat fase 2 van de onttrekking door eigenhandig handelen van de TU Delft te vroeg wordt uitgevoerd.

 

Reactie:

De situatie ligt in handen van de gemeente Delft (zie het antwoord bij punt 5). Naar mening van de gemeente Delft geen reden is er dan ook geen reden voor de zorgen over eigenhandig handelen van de TU Delft.

 

 

Conclusie

De ingebrachte zienswijzen geven geen aanleiding het ontwerp onttrekkingsbesluit d.d. 31 mei 2007 te heroverwegen, zodat het definitief kan worden vastgesteld.

 



[1] Het deel tussen de Rotterdamseweg, de Michiel de Ruyterweg en het Poortlandplein.