1.                   Inleiding

In de programmabegroting voor 2007 is besloten tot een onderzoek naar maatregelen om fietsendiefstal in Delft tegen te gaan. Voor dit onderzoek is een bedrag begroot van € 40.000,-. Daarnaast is er een motie aangenomen, waarin gesteld wordt het ‘model Harderwijk’[1] nadrukkelijk te betrekken in het onderzoek en al in 2007 te starten met de uitvoering van maatregelen.

 

In het voorjaar van 2007 is een plan van aanpak geschreven waarin de mogelijkheden verkend zijn. Uit deze mogelijkheden is een concreet maatregelenpakket geformuleerd, welke in de periode van 2007 tot en met 2010 wordt uitgevoerd. Deze nota geeft aan op welke thema’s activiteiten zijn uitgevoerd of worden gepland om fietsendiefstal in Delft verder terug te dringen.

 

1.1       Probleemanalyse

Er is de laatste jaren uit verschillende hoeken steeds meer aandacht geweest voor de bestrijding van fietsendiefstal. Dit lijkt zijn vruchten af te werpen gezien de dalende cijfers. Zo is het aantal aangiften van fietsendiefstal in Delft in 2006 ten opzichte van 2002 met 27 procent afgenomen.

 

Fietsendiefstal brengt de nodige problemen met zich mee. Allereerst is er de economische schade. Hierbij moet gedacht worden aan de kosten voor een nieuwe fiets en een nieuw slot, maar ook de kosten om je fiets te verzekeren tegen het risico van fietsendiefstal.

 


Verder wordt door diefstal het fietsgebruik negatief beïnvloed. Ook in Delft blijkt dat men met name naar risicovolle bestemmingen, zoals het station of het centrum, minder fietst uit angst voor diefstal[2].

Daarbij rijdt men uit angst voor diefstal vaak op oudere, slecht onderhouden fietsen (‘stadsfietsen’).

 

Een ander maatschappelijk probleem zijn de onveiligheidsgevoelens die fietsdiefstal, heling of de aanblik van gestripte fietsen met zich meebrengen.Tenslotte is er soms sprake van normvervaging. Zo wordt bij fietsendiefstal heling of ‘terugstelen’ normaler gevonden.

 

1.2       Hoe groot is het probleem in Delft?

Landelijk worden er gemiddeld ieder jaar 5 van de 100 fietsen gestolen. In de 4 grote steden en universiteitssteden, waaronder ook Delft ligt het gemiddelde hoger. Van oudsher ‘scoort’ de regio Haaglanden samen met Amsterdam-Amstelland, Rotterdam-Rijnmond en Groningen dan ook bovengemiddeld[3].

 

Wel heeft de regio als geheel de laatste 5 jaar een forse daling laten zien. Ook in Delft is deze dalende trend waarneembaar. Waar in 2002 nog 1656 fietsen als gestolen werden gemeld, waren dat er in 2006 nog 1208[4]. Dat is een afname van meer dan 25%. Het centrum van Delft blijft samen met de centra van Den Haag en Zoetermeer wel hotspot[5] in de regio.

 

Naast de Binnenstad, rond winkelcentra en horeca, zijn de stations plaatsen waar van oudsher veel fietsen gestolen worden. Beide stations hebben ten aanzien van fietsendiefstal vanaf 2005 wel een aanzienlijke daling laten zien. Bij Station-Zuid was die afname van 2004 op 2005 zelfs meer dan 70%. En op Station Centrum was een halvering te zien ten opzichte van 2004. Van 2005 op 2006 heeft zich dit gestabiliseerd[6]. Het project ‘Veilig verkeren op en rond station Delft’, lijkt hiermee zijn vruchten af te werpen. Binnen dit project wordt door een gerichte aanpak met diverse betrokken partijen gewerkt aan verbetering van de veiligheid en leefbaarheid op het station, onder andere door realisatie van extra stallingscapaciteit, reguleren van fietsparkeren en meer toezicht.

 

1.3       Doelstelling

Zoals gezegd laten de cijfers ten aanzien van fietsendiefstal een dalende lijn zien. Het is dus zaak deze lijn vast te houden. In het regeerakkoord zijn op landelijk niveau afspraken gemaakt over veiligheid. We willen hier bij aansluiten. Ingezet wordt daarom op de volgende doelstelling:

“Een reductie van 15% in 2010 ten opzichte van 2006”.

 


Dat betekent dat het absolute aantal fietsendiefstallen in het jaar 2010 minder moet zijn dan 1026. Een kanttekening die hierbij gemaakt moet worden is dat het aantal fietsendiefstallen afgemeten wordt aan het aantal aangiften. Helaas wordt niet elke diefstal gemeld, waardoor het eigenlijke aantal fietsendiefstallen hoger ligt. Hoe groot het aantal niet gemelde fietsendiefstallen, oftewel het ‘dark number’ precies is, is onbekend.

 

Omdat het doen van aangifte belangrijk is voor de opsporing van gestolen fietsen is binnen het project als subdoelstelling geformuleerd:

“Het verhogen van de aangiftebereidheid”

 

Indien dit doel gehaald wordt, zou het echter een vertekend beeld kunnen geven ten aanzien van het aantal fietsendiefstallen. Om hier een helder beeld van te kunnen krijgen is het zaak in de nul-situatie een onderzoek te doen naar de aangiftebereidheid, om zo een beeld te krijgen van het ‘dark number’. Mede hierdoor wordt bepaald of de hoofddoelstelling gehaald is. Dit gebeurt met behulp van enquêtes van het Delfts Internet Panel (DIP).  


2.         Maatregelen

Het probleem van fietsendiefstal wordt alleen goed aangepakt door een integrale aanpak. Dit betekent dat alle betrokken partijen eraan moeten werken om gezamenlijk het probleem van fietsendiefstal te bestrijden. Verder wil de integrale aanpak zeggen dat er op alle onderdelen van de keten maatregelen getroffen dienen te worden. Tenslotte is communicatie bij alle onderdelen van essentieel belang.

 

Proactie,

Preventie

Treffen van maatregelen die de structurele oorzaak van diefstal wegnemen of het risico verkleinen

Verbeteren

stallingsvoorzieningen en toezicht en bevorderen gebruik

Communicatie

Preparatie

Voorbereiding op bestrijding fietsendiefstal

Registratie

Repressie

Bestraffing fietendiefstal en heling

Controle en handhaving

Nazorg

Acties om terug te keren naar situatie voor diefstal

Terugbezorging, voorlichting slachtoffers

 

 

2.1.      Proactie en Preventie

Veel fietsendiefstallen kunnen voorkomen worden door het goed parkeren (bewaakt, inpandig) en het goed op slot zetten van de fiets (vastzetten aan een rek met aanbindmogelijkheid). Omdat voorkomen natuurlijk altijd beter is dan genezen, zal er meer aandacht worden besteed aan pro-actieve en preventie maatregelen. Voldoende stallingen van goede kwaliteit zijn hierbij noodzakelijk. Daarbij is het zaak om te zorgen voor een goed gebruik ervan. Communicatie speelt daarbij een belangrijke rol.

In Delft is de laatste jaren vanuit het Fietsactieplan I en Fietsactieplan II veel gedaan om stallingsvoorzieningen te verbeteren. Ten aanzien van het gebruik valt echter nog een verbetering te behalen.

 

2.1.1     Fysiek

Vanuit het Fietsactieplan I en II zijn en worden nog steeds maatregelen getroffen om de stallingsvoorzieningen zowel kwalitatief en kwantitatief te verbeteren.

 

Trommels, buurtstallingen

Aan de herkomstzijde, oftewel de kant van de woning zijn in de afgelopen 8 jaar 36 fietsentrommels en 1 buurtstalling gerealiseerd. Deze zijn bedoeld voor mensen die bij hun woning geen goede stallingsvoorziening hebben. De vraag naar trommels blijft onverminderd groot. Zo zijn er sinds begin dit jaar 7 nieuwe trommelaanvragen binnengekomen. Daarnaast stonden er nog 4 op de wachtlijst.

 

Trommels zijn relatief makkelijk realiseerbaar. Vanuit de gemeente wordt echter de voorkeur gegeven aan buurtstallingen, omdat ze een effectiever ruimtegebruik hebben en minder inbreuk doen op de openbare ruimte. Buurtstallingen blijken echter veel moeilijker te realiseren. Het budget is ontoereikend hiervoor grond of panden aan te kopen, als die al beschikbaar zijn. Er dient meegelift te worden met andere projecten. Door subsidiemaatregelen worden particuliere initiatieven voor het starten van een buurtstalling gestimuleerd. Er wordt een subsidie verstrekt van maximaal € 2.000,- per stalling. Hiervoor is voor de periode tot 2010

€ 6.000,- uitgetrokken. Binnen het Fietsactieplan is hiervoor dekking gevonden.

 

Kwalitatieve en kwantitatieve uitbreiding klemmen

Niet iedereen heeft behoefte aan een plaats in een overdekte stalling. Ook het plaatsen van klemmen in de openbare ruimte kan, bij woningen waar het aan een eigen stallingsvoorziening ontbreekt, helpen in de strijd tegen fietsendiefstal. In Delft worden twee typen klemmen gebruikt, het nietje en de tulip, die beiden voldoen aan de eisen van het fietsparkeur.[7]

Vanuit het Fietsactieplan worden op verzoek klemmen geplaatst (uitbreiding en vervanging oude rekken). Zo heeft in de binnenstad en op het station de afgelopen jaren een forse verbetering plaatsgevonden ten aanzien van de klemmen. Middels een inventarisatie zijn de probleem-gebieden in kaart gebracht, waarna een grootscheepse uitbreidings- en vervangingsactie heeft plaatsgevonden. Eenzelfde inventarisatie heeft ook in het een aantal wijken in Hof van Delft plaatsgevonden. Vervolgens blijft het noodzakelijk de stallingscapaciteit te monitoren en waar nodig en mogelijk bij te plaatsen.

 

Fietsparkeervoorzieningen bij nieuwbouw

Bij nieuwbouw van woningen is het van belang te zorgen voor goede stallingsvoorzieningen in of bij de woning (berging). Met de vastgestelde nota Politie Keurmerk Veilig Wonen (PKVW) uit 2004 is geregeld dat de ontwerpen bij nieuwbouw altijd, en bij herstructurering zo veel als mogelijk, moeten voldoen aan de richtlijnen van het PKVW.

 

Verder geeft de nota Parkeren en Stallen (vastgesteld in 2006) richtlijnen over de benodigde oppervlakten van de benodigde stalling. Deze zijn helaas niet af te dwingen. Bij de nieuwbouw van voorzieningen met name die met een publieksfunctie dient ook te worden gezorgd voor goede stallings-voorzieningen. Ook hiervoor zijn in de nota Parkeren en Stallen en PKVW richtlijnen opgesteld.

 

2.1.2 Organisatorisch

In Delft zijn de laatste jaren veel fysieke maatregelen getroffen op stallings-gebied. Ten aanzien van het gebruik van de stallingen valt echter nog verbetering te behalen. Te denken valt aan organisatorische maatregelen.

 

Stimuleren gebruik bewaakte fietsenstallingen

In de afgelopen jaren zijn in Delft drie bewaakte stallingen gerealiseerd. Een bij winkelcentrum In de Hoven en twee in het centrum. Het gebruik van deze stallingen kan echter nog verbeterd worden. Daar is de afgelopen jaren mee gestart door tariefacties te houden. Zo is vanaf 1 oktober 2005 het eerste uur gratis en loopt er momenteel in het Vesteplein een actie voor gratis stallen bij een theater- of bioscoopbezoek. Het houden van tariefacties is een goed middel om de stalling te promoten en bekend te maken bij een groter publiek. Er is daarom besloten jaarlijkse enkele tarievenacties te houden. Kosten hiervan bedragen € 300,- per jaar.

 

Verder wordt sinds enige tijd aan promotie gedaan. Er wordt regelmatig gecommuniceerd over diverse services die verleend worden, van buggyverhuur en kluisjes tot een werkplaats, waar noodreparaties als het plakken van een band of reparatie van het licht kunnen plaatsvinden.

Promotiemaatregelen zullen ook worden ingezet om het gebruik van de bewaakte stallingen op het station te vergroten. Dit zal preventief werken ten aanzien van fietsendiefstal, en tegelijkertijd zorgen voor een betere balans tussen de onbewaakte en bewaakte stallingen. Een en ander zal in samenwerking met de NS plaatsvinden.

 

Evenementenstallingen

Evenementen veroorzaken tijdelijk een verhoogde vraag naar stallings-voorzieningen. Om tijdens deze piekmomenten voldoende capaciteit te bieden, worden sinds 2006 bij twee grote evenementen, Koninginnedag en Lichtjesavond, tijdelijke gratis bewaakte stallingen gerealiseerd. Om organisatoren van andere evenementen te stimuleren ook tijdelijke stallingen op te richten, zal een financiële prikkel (subsidie) worden gegeven. Deze bedraagt 50 % van de kosten met een maximum van

€ 800,-. Voor deze nieuwe maatregel is tot 2010 € 3.000,- gereserveerd. Hiervoor is binnen het Fietsactieplan dekking gevonden. Organisatoren van evenementen moeten bij de aanvraag van de vergunning worden geattendeerd op deze subsidiemogelijkheid. Daarbij moet het opgenomen worden in de evenementennota.

 

Reguleren fietsparkeren

Om optimaal gebruik te maken van de beschikbare fietsparkeer-voorzieningen, is het nodig regelmatig te controleren op wrakken en weesfietsen[8]. Dit geldt met name voor gebieden waar de vraag naar fietsparkeervoorzieningen groot is, zoals op het station. Het verwijderen van weesfietsen en wrakken is via de APV[9] geregeld. Op het station worden er frequent (ongeveer maandelijks) acties gehouden. In de rest van Delft  gebeurt dit ad-hoc.

 

Controle op buiten de rekken geparkeerde fietsen, vindt alleen op het station plaats (indien er voldoende vrije stallingscapaciteit is). Als een fiets gevaarlijk of hinderlijk geparkeerd staat, kan deze wel onmiddellijk worden verwijderd.

 

Stallingen bij scholen

Bij middelbare scholen worden van oudsher veel fietsen gestolen. Om dit aan te pakken verleent de gemeente een startsubsidie aan scholen die een bewaakte fietsenstalling willen realiseren. Er zijn inmiddels 4 middelbare scholen in Delft die over een bewaakte fietsenstalling beschikken.

Op basisscholen zijn het afgelopen jaar onder de vlag van het project Kinderen veiliger door Delft met budget vanuit het Fietsactieplan II stallingsvoorzieningen geïnventariseerd en waar nodig kwalitatief en kwantitatief verbeterd.

 

Voorlichting, communicatie

Tenslotte kan communicatie, educatie of voorlichting ook preventief werken tegen fietsendiefstal. Zo kan er voorlichting gegeven worden over de manier waarop men het beste kan stallen (in een bewaakte stalling), de te gebruiken sloten en de manier van op slot zetten (behalve het ringslot ook verankeren aan een rek). Verder kan door communicatie het besef gekweekt worden, dat men niet alleen verantwoordelijk is voor zijn eigen fiets, maar ook actie onderneemt als men diefstal van een andere fiets vermoedt. Deze vorm van burgerparticipatie zorgt ervoor dat toezicht niet alleen vanuit politie komt (formeel toezicht), maar eenieder zich hiervoor verantwoordelijk voelt (informeel toezicht).

 

2.1.3     Conclusie

Delft heeft met de uitvoering van het Fietsactieplan I en II veel geïnvesteerd in stallingsvoorzieningen en doet dat nog steeds. Ook in het kader van diefstalpreventie is voortzetting van dit beleid noodzakelijk. Het gebruik van bewaakte stallingen kan wel worden verbeterd. Tarievenacties en promotie-activiteiten zullen hiervoor worden ingezet. Verder zal de private sector door het geven van financiële prikkels worden gestimuleerd om te werken aan stallingsvoorzieningen, bijvoorbeeld als het gaat om buurtstallingen en evenementenstallingen. Tenslotte kan er in de communicatiesfeer winst behaald worden ten aanzien van diefstalpreventie.

 

 

2.2       Preparatie: Stimuleren van fietsregistratie

Een tweede stap in de keten van fietsendiefstal is de directe voorbereiding op bestrijding van fietsendiefstal. Hieraan wordt binnen Delft momenteel weinig tot niets gedaan. De belangrijkste maatregel op dit gebied is de registratie van fietsen met het uiteindelijke doel het gemakkelijker kunnen controleren op gestolen fietsen, zodat deze terugbezorgd kunnen worden. Het is belangrijk de registers makkelijk toegankelijk te maken en te koppelen. In januari 2008 wordt de databank gestolen fietsen operationeel. Deze databank wordt beheerd door de Rijksdienst voor het wegverkeer RDW. Daarnaast is het van essentieel belang de aangiftebereidheid te verhogen, want zonder aangiften is registratie zinloos. Het verhindert doelmatige opsporing.

 

2.2.1     Registreren

Een goede methode om je fiets te registreren is het graveren van een code in de fiets. Veel gestolen fietsen blijken in de praktijk te worden terug-gebracht aan de hand van de postcode of een andere ingegraveerde code.

Ondezocht wordt op welke wijze de code kan worden opgenomen in de databank van de RDW. Na aangifte van diefstal van de fiets kan deze worden geoormerkt in de databank.

 

Delftenaren kunnen met ingang van oktober fietsen, die nog niet voorzien zijn van een dergelijke code gratis laten graveren. Dit gebeurt in de werkplaats van de bewaakte fietsenstalling op het Vesteplein, met een digitaal graveerapparaat, zodat men niet bang hoeft te zijn voor ontsiering van de fiets. Hiermee wordt op professionele wijze een code in het frame gezet. De Stichting Biesieklette wordt hiervoor ingezet. De kosten bedragen € 5.575,- voor de periode tot en met 2010.

 

Gemakkelijker en sneller is registratie met een chip (tag). Opsporing van gestolen fietsen zou zo razendsnel en zonder veel moeite kunnen plaatsvinden. Een dergelijke chip zal uiteindelijk in alle nieuwe fietsen moeten worden ingebouwd.

 

Uit een eerdere proef met fietsregistratietags in Amsterdam bleek deze nog niet landelijk toegepast te kunnen worden. Deze tag kon alleen op korte afstand uitgelezen worden, waardoor het systeem te duur en te weinig effectief bleek. Daarnaast worden de tags op dit moment ingebouwd in de sloten van fietsen. Dit is bij fietsendiefstal het eerste element dat van de fiets wordt verwijderd en heeft daarom op het punt van registratie van gestolen fietsen op dit moment nog geen toegevoegde waarde.

 

Landelijk is men nu op zoek naar een goede methode voor het chippen van fietsen. Het gaat hierbij dan om de locatie van de chip op nieuwe fietsen en een chip op bestaande fietsen. Tot die methode gevonden is, blijft graveren de beste optie. De kenmerken van de unieke gravering worden opgenomen in de databank. Wanneer de fiets gestolen is, kan deze worden geoormerkt. Wanneer de fiets dan wordt teruggevonden kan deze op eenvoudige wijze worden terugbezorgd bij de rechtmatige eigenaar.

 

De TU Delft is gevraagd onderzoek te doen naar de mogelijkheid van het onderbrengen van een chip, in nieuwe en  bestaande fietsen, op een manier waarop de chip niet gemakkelijk kan worden verwijderd. Mogelijk kan dit onderzoek in samenwerking met fietsfabrikanten plaatsvinden. Gezocht wordt naar een mogelijkheid om deze chip ook rijdend uit te lezen. Op deze wijze kan op “mechanische” wijze op diverse locaties in de stad controle plaatsvinden op gestolen fietsen. De pakkans voor berijders van gestolen fietsen wordt hiermee significant vergroot. Voor een bijdrage in de onderzoekskosten is € 4.500,- beschikbaar.

 

Op het moment dat chips op grote schaal effectief kunnen worden toegepast, zal in Delft gezocht worden naar een systeem waarbij het “chippen” van fietsen laagdrempelig kan worden aangeboden. Dit in vergelijk met het graveren dat nu plaatsvindt. Omdat het geheel zich nog in de onderzoekfase bevind, is het niet mogelijk om nu aan te geven welke kosten hiermee gemoeid zijn.

 

2.2.2.    Verhogen aangiftebereidheid

Zonder aangifte is registratie van fietsen zinloos. Het verhindert doelmatige opsporing. Een gestolen fiets staat immers niet als zodanig bekend. Er zal daarom breed gecommuniceerd moeten worden dat het doen van aangifte een belangrijk wapen is in de strijd tegen fietsendiefstal.

Hierbij wordt direct gecommuniceerd dat, binnen Delft, ook actief wordt gezocht naar gestolen fietsen. Zie 2.3.3. Hier zal een communicatie-campagne voor moeten komen. Zo moet bijvoorbeeld het feit, dat ook via internet aangifte kan worden gedaan bij diefstal van een fiets, meer bekendheid krijgen. Een subdoelstelling in dit onderzoek is om de aangiftebereidheid in Delft te verhogen.

 

Begonnen is om een beeld te krijgen van de hoogte van de aangifte-bereidheid in de huidige situatie. Daarvoor is in oktober het Delfts Internet Panel (DIP) geraadpleegd. De resultaten hiervan zijn bij het opstellen van dit stuk nog niet bekend. Na uitvoering van het plan moet de meting worden herhaald. De totale kosten van deze onderzoeken bedragen €2.000,-.

 

Door bepaling van de aangiftebereidheid kan het ‘dark number’ (het aantal niet geregistreerde fietsendiefstallen) worden bepaald, waardoor de einddoelstelling, een reductie van het aantal fietsendiefstallen, kan worden getoetst, ook bij stijgende aangiftebereidheid.

 

2.2.3 Conclusie

Registratie van gestolen fietsen moet in Delft worden gestimuleerd. Zo kan er gemakkelijker gecontroleerd worden op gestolen fietsen, en kunnen opgespoorde fietsen worden terugbezorgd. Graveren van fietsen wordt daarom vanaf medio oktober kosteloos aangeboden. De stichting Biesieklette doet dit vanuit de werkplaats van de stalling Vesteplein. Daarnaast is bij de TU Delft een onderzoeksvraag neergelegd naar een gebruiksvriendelijk registratiemiddel voor de langere termijn (chip). Tenslotte wordt de aangiftebereidheid verhoogd door middel van een comunicatiecampagne. De aangiftebereidheid is allereerst middels een enquête gemeten wat op termijn wordt geëvalueerd.

 

 

2.3       Repressie: Controle en handhaving

Onder de repressiemaatregelen vallen maatregelen die erop gericht zijn gestolen fietsen op te sporen en fietsendieven en helers te bestraffen. De maatregelen in dit onderdeel vallen onder controle en handhaving.

 

2.3.1 Handhaving: opsporing gestolen fietsen

Na de aangifte kan de gestolen fiets worden opgespoord. Daar zijn verschillende mogelijkheden voor.

 

Voorheen was het mogelijk om bij verkeersacties (bijv. verlichtings-controles) te controleren op diefstal. Dat is door de scheiding in bevoegdheden (strafrecht en verkeersrecht) niet meer mogelijk. Ook gaan er geluiden op om deze taak bij Toezicht Openbare Ruimte neer te leggen. Hierover meer in paragraaf 2.3.3

 

Wel een mogelijkheid is om verwijderde fietsen (wrakken, weesfietsen, fout-geparkeerde fietsen) te controleren. Dit gebeurde voorheen niet, omdat ervaring had geleerd, dat het tijdrovend was en weinig opleverde. Dat zou te maken kunnen hebben met het kleine aantal fietsen dat als gestolen staat geregistreerd. De kans bestaat hiermee dat gestolen verwijderde fietsen gedemonteerd worden ten behoeve van het ‘Afrika Bike Project’[10], wat niet wenselijk is.

 

Verwacht wordt dat de resultaten van deze maatregel groter zullen zijn, na het starten van de graveeracties en de campagne om de aangifte-bereidheid te vergroten. Besloten is daarom deze controlerende werkzaamheden weer op te pakken. Vanuit kosten- en capaciteits-overwegingen zal dit niet bij TOR, maar bij de Kringloop worden ondergebracht.

 

Dit geeft bovendien een positieve karakter aan de nu vrij negatief getinte werkzaamheden van het transporteren en beheren van de verwijderde fietsen. De Kringloop zal hiervoor inzicht krijgen in de bestanden van gestolen fietsen. Politie dient hierin richting Kringloop te voorzien.

 

Aan de stichting Kringloop wordt per 1 november opdracht verleend om te gaan controleren op gestolen fietsen onder verwijderde fietsen. De kosten hiervoor bedragen €1.950,- voor de totale periode tot en met 2010. Naar aanleiding van de ervaringen in deze periode kan besloten worden dit structureel te blijven doen.

 

Ten behoeve van opsporing van gestolen fietsen vindt er tenslotte controle plaats op registers van tweedehands fietsenwinkels. Deze zijn wettelijk verplicht een register bij te houden van alle fietsen die zij te koop aanbieden, om te voorkomen dat gestolen tweedehands fietsen doorverkocht en op die manier legaal gemaakt worden. Vanuit de politie wordt hierop gehandhaafd, zodat heling via de tweedehands fietsenwinkels opgespoord wordt. Dit bestaande beleid dient te worden gecontinueerd.

 

2.3.2          Handhaving: Opsporing daders

Als er betere controle is op diefstalsignalering, zullen ook meer daders van fietsendiefstal en heling tegen de lamp lopen. Fietsendiefstal en heling wordt in de publieke opinie soms niet als serieus misdrijf beschouwd. In bepaalde kringen wordt het zelfs terecht gevonden dat men, indien de eigen fiets gestolen is, er een ‘terugsteelt’ of een gestolen fiets koopt. Hiermee wordt de keten in stand gehouden.

 

Het is daarom zaak fietsendiefstal en heling hard aan te pakken. De politie Haaglanden werkt er de laatste jaren met succes aan om de pakkans voor stelers en helers te verhogen, onder andere door de gerichte aanpak van veelplegers en probleemgebieden zoals het station.

 

Met het projectVeilig verkeren op en rond station Delft” wordt aan verbetering van de veiligheid en leefbaarheid op het station gewerkt onder andere door realisatie van extra stallingscapaciteit, het reguleren van fietsparkeren en meer toezicht.  Dit beleid dient hier te worden gecontinueerd.

 

2.3.3          Methode Harderwijk

De methode die in Harderwijk sinds 1998 wordt toegepast, is gebaseerd op het principe “zonder heler, geen steler”.  Stadstoezichthouders beschikken daar over een handcomputer met een actueel overzicht van aangiften van gestolen fietsen in de regio. Hiermee kunnen ze op straat verdachte fietsen direct checken. Indien ze hierbij op een gestolen fiets stuiten krijgt de “eigenaar” een boete wegens heling.

 

Door kopers aan te pakken, bereikt men een bewust gedrag en een kritische houding bij de aankoop van tweedehands fietsen. Hiermee wordt de afzet van gestolen fietsen lastiger, waardoor deze vorm van criminaliteit minder aantrekkelijk wordt. Tenslotte is er nog de kans dat men via de ‘koper’ de dief weet te achterhalen, waardoor deze uiteindelijk bestraft kan worden.

 

In Harderwijk worden deze werkzaamheden uitgevoerd door zogenaamde stadstoezichthouders. Door een versobering in de financiering van gesubsidieerde arbeid vanuit de rijksoverheid, zijn er in Delft momenteel echter geen stadstoezichthouders meer. Bij TOR wordt gewerkt met controleurs openbare ruimte, die aanzienlijk duurder zijn, dan de oude stadstoezichthouders.

 

De werkzaamheden zijn daarbij zeer arbeidsintensief en tijdrovend. De investering die nodig is, om dit tot de structurele werkzaamheden van TOR te laten behoren, zijn groot, vooral met het oog op de verwachte resultaten.

 

Binnen Delft streven wij ernaar om de controle werkzaamheden (het opsporen van gestolen fietsen) uit te laten voeren door een andere groep medewerkers dan de controleurs openbare ruimte. Gedacht wordt aan bijvoorbeeld medewerkers van combiwerk. Er wordt uitgezocht welke mogelijkheden hiervoor juridisch en operationeel beschikbaar zijn. Voorlopig wordt een bedrag van € 4.000 geraamd voor de uitvoering van de controles.

 

De Delftse aangiftebereidheid is vermoedelijk aan de lage kant, terwijl Harderwijk daarentegen een zeer hoge aangiftebereidheid (80 %) kent. Een hoge aangiftebereidheid is een belangrijke randvoorwaarde voor het succes van de maatregel. Tenslotte kan het creëren van bewust gedrag en kritische houding bij de aankoop van tweedehands fietsen, ook door communicatie worden bereikt.

 

2.3.4     Conclusie

In Delft wordt actiever op zoek gegaan worden naar gestolen fietsen. Dat is met name van belang als er meer gestolen fietsen geregistreerd worden. Zo zal er weer gezocht worden onder de verwijderde fietsen. Verder wordt de registercontrole bij tweedehands fietsenwinkels gecontinueerd.

 

 

2.4       Nazorg

Als de gestolen fiets is opgespoord en indien mogelijk de steler of heler bestraft, moet de fiets worden geretourneerd naar de rechtmatig eigenaar. Verder dient ter preventie voorlichting gegeven te worden aan het slachtoffer. Deze taken worden nu alleen door politie vervuld. Het terugbezorgen van fietsen kan echter ook door de Kringloopwinkel worden uitgevoerd.


 

3.                   Communicatie

Een belangrijk middel in de strijd tegen fietsendiefstal is communicatie.

Er zijn 4 specifieke aandachtsgebieden benoemd waarvoor maatregelen zijn geformuleerd: preventie, preparatie, repressie, nazorg. Alle onderdelen vragen specifieke communicatiemomenten.

 

3.1       Communicatiedoelstelling

In een ideale situatie is een communicatiedoelstelling zo omschreven, dat hij meetbaar is (SMART[11]). Alleen dan kan worden getoetst of de input effect heeft gehad. Maar dat is voor kennis- en houdingsdoelstelling te ambitieus. Deze worden daarom abstracter omschreven.

 

Kennisdoelstelling:

We streven ernaar dat de doelgroep weet dat de gemeente maatregelen tegen diefstal intensiveert en dat de burger zelf kan bijdragen aan de strijd tegen diefstal.

 

Houdingdoelstelling:

We streven ernaar dat de doelgroep een positieve houding heeft ten aanzien van de bestrijding van fietsendiefstal, in die zin dat de gezamenlijke strijd tegen diefstal effect zal sorteren.

 

Gedragsdoelstelling:

In 2009 moet er een verhoging zijn in de bereidheid om aangifte te doen bij fietsendiefstal bij de primaire doelgroep. De uiteindelijke doelstelling wordt bepaald aan de hand van de nulmeting, waarvoor in oktober het Delfts Internet Panel is geraadpleegd. De resultaten ervan zijn bij het opstellen van dit stuk nog niet bekend.

 

3.2       Communicatiedoelgroep en strategie

Doelgroepen voor deze communicatiemaatregelen zijn de inwoners en bezoekers van Delft (mensen die hier werken of studeren en in het bezit zijn van een fiets). In het bijzonder de (ouders van) scholieren, studenten, uitgaand publiek, treinforensen, en winkelend publiek in stadscentrum.

Een aparte doelgroep wordt gevormd door medewerkers van fietsenwinkels, het kringloopbedrijf, schoolbesturen, TU, NS, Biesieklette, Fietsersbond, bestuurders, medewerkers van gemeente en politie

 

Ten aanzien van de strategie is het zo dat gemeente en politie voorwaarden scheppen (preventie, preparatie, repressie), maar bij de bestrijding van fietsendiefstal is de medewerking van de burgers onmisbaar. Daarom is het noodzakelijk de belangrijke rol van de doelgroep te benadrukken; Het is een gezamenlijk project. We moeten de doelgroep duidelijk maken wat het beleid voor hen kan betekenen, en waarom ze gevraagd worden mee te werken (gebruik maken van stalling, goed op slot zetten bij klemmen, laten graveren, aangifte doen). Benadrukt moet worden dat ze bij bepaald gedrag iets ‘winnen’.

 

Er kan worden aangehaakt op de bestaande campagne “Delft doét!”

Dit is een in 2006 gestart initiatief van de gemeente Delft om samen met partners, bewoners en bedrijven te werken aan een schonere, veiligere, meer leefbare en prettigere stad. ‘Delft doet!’ informeert via de site over de regels die gelden binnen Delft en roept iedereen op zich aan deze regels te houden. Daarnaast wordt men gevraagd zelf stadgenoten aan te spreken op hoe het wel en niet moet, en vragen, ideeën en klachten aan de gemeente door te geven.

 

De maatregelen kunnen concreet worden gepresenteerd, maar altijd moet worden verwezen naar het totale pakket, dus naar de samenhang in maatregelen (pro-actie/preventie, preparatie, repressie, nazorg).

De ‘tone of voice’ zal niet algemeen zijn, maar persoonlijk. Niet dwingend of belerend, maar positief stimulerend. Niet wijzend op het maatschappelijk voordeel, maar gericht op de voordelen voor de burger zelf.

 

3.3       Communicatieboodschap en momenten

De gemeente bindt samen met haar burgers de strijd tegen fietsendiefstal aan en gaat samen met hen fietsendiefstal verminderen.

 

De belangrijkste communicatiemomenten zijn de lancering van het plan dit najaar en de registratie van fietsen bij Biesieklette.

 

Andere aanknopingspunten zijn het verlenen van startsubsidies voor buurtstallingen, het verlenen van subsidie voor evenementenstallingen, de controle door Kringloop bij verwijderde fietsen en de onderzoeksvraag aan de TU Delft ten aanzien van de chip. Voor het opstellen en uitvoeren van de communicatie is een totaal budget van € 15.000,- beschikbaar voor de totale periode.


4.         Maatregelenoverzicht

As

pect

Maatregel

Uitvoerende

Dekking vanuit aanpak fietsendiefstal

Dekking vanuit Fietsactieplan II

Looptijd

Preventie

Realisatie buurtstallingen, trommels

Gemeente:

Mobiliteit

 

 

 

Deels voortzetting huidige beleid, extra kosten € 6.000,-

2007

(va 4e kwartaal) tm 2010

Kwalitatieve en kwantitatieve uitbreiding klemmen

Gemeente: mobiliteit

 

Voortzetting huidige beleid

doorlopend

Realisatie fietsparkeer-voorzieningen bij nieuwbouw

Gemeente: mobiliteit

 

Voortzetting huidige beleid

doorlopend

Stimuleren gebruik bewaakte fietsenstallingen

Gemeente:

mobiliteit, Politie, particuliere stallingen

 

€ 975,-

 

Deels voortzetting huidige beleid

2007

(va 4e kwartaal) tm 2010

Stimuleren evenementenstallingen

Gemeente: mobiliteit

 

 

 

Deels voortzetting huidige beleid, extra kosten € 3.000

2007

(va 4e kwartaal) tm 2010

Reguleren fietsparkeren

Gemeente: TOR

 

Voortzetting huidige beleid TOR

doorlopend

Realisatie stallingen bij scholen

Gemeente: mobiliteit

 

Voortzetting huidige beleid FAP

doorlopend

Preparatie

Registratie d.m.v. graveren

Biesieklette

€ 5.575,-

 

2007

(va. 4ekwartaal)

tm 2010

Onderzoek naar mogelijkheden tags of chips

TU Delft, evt. i.s.m. fietsfabrikanten

€ 4.500,-

 

 

1e helft 2008

Meting aangiftebereidheid

Gemeente: O&S

 

€ 2.000,-

 

2007

(va 4e kwartaal)

tm 2010

Verhogen aangiftebereidheid

Gemeente: communicatie, mobiliteit

Meegenomen bij communicatie

 

 

-

Repressie

Controle op diefstalsignalering o.a. bij verwijderde fietsen

Kringloop, Politie

(evt Combiwerk)

 

€ 5.950

 

 

2007

(va 4e kwartaal)  tm 2010

Registercontrole bij tweedehands fietsenwinkels

Politie

 

-

Voortzetting huidige beleid

doorlopend

Gebiedsgewijze aanpak

Gemeente: TOR, Prog.Veiligheid, Politie

 

-

Voortzetting huidige beleid

doorlopend

Nazorg

Terugbezorging gestolen fietsen

Politie, Kringloop

Meegenomen bij controle diefstal-

signalering

 

2007

(va 4e kwartaal)  tm 2010

Communicatie, Overige

Opstellen en uitvoeren

over-all communicatieplan

Gemeente, communicatie

 

 

 

€ 15.000,-

 

 

 

2007

(va 4e kwartaal)

tm 2010

Algemene tijdsbesteding projectteamleden

Gemeente, Politie

€ 6.000,-

 

 

2007

(va 4e kwartaal)

tm 2010


5.         Conclusie

Er is de laatste jaren steeds meer aandacht voor fietsendiefstal. Het huidige beleid bevat al veel maatregelen die een positief effect hebben op het tegengaan van fietsendiefstal. Dit lijkt zijn vruchten af te werpen. Om de einddoelstelling te behalen, is een maatregelenpakket opgesteld, welke vanaf oktober 2007 wordt uitgevoerd.

 

5.1       Planning

In het 4e kwartaal van 2007 is gestart met de uitvoering van het maatregelenpakket. Medio 2009 zal gekeken worden, in hoeverre het project tot dan toe heeft bijgedragen aan de doelstelling: Reductie van het aantal fietsendiefstallen met 15% in 2010 ten opzichte van 2006. Specifiek zal ook de hoogte van de aangiftebereidheid gemeten worden.

 

5.2       Maatregelen

Met het volgende maatregelenpakket is het 4e kwartaal van 2007 gestart;

A.      Invoeren van stimuleringsmaatregelen welke worden gedekt uit bestaand Fietsactieplan II;

o        Verlening van startsubsidies voor nieuwe buurtstallingen;

o        Verlening van subsidies voor realisatie van evenementen-stallingen;

B    Stichting Biesieklette graveert gratis fietsen van Delftse burgers in de werkplaats van de stalling Vesteplein. Kosten hiervan bedragen €5.575,- voor de totale periode, gedekt uit gereserveerde budget voor de aanpak van fietsendiefstal;

C    Stichting Kringloop controleert alle verwijderde fietsen op diefstalsignalering. Daarnaast wordt gezocht naar een controlemethode voor niet-verwijderde fietsen. Totale kosten bedragen €5.950,- voor de totale periode, gedekt uit het gereserveerde budget voor de aanpak van fietsendiefstal;

D    Er is worden jaarlijkse enkele tarievenacties te houden ter stimulering van het gebruik van de bewaakte stallingen. Kosten hiervan bedragen € 975,- voor de totale periode, gedekt uit het gereserveerde budget voor de aanpak van fietsendiefstal;

E    Er is een onderzoeksvraag neergelegd bij de TU Delft naar een gebruiksvriendelijk registratiemiddel voor de langere termijn. Hiervoor is € 4.500,- onderzoeksgeld gereserveerd, gedekt uit het gereserveerde budget voor de aanpak van fietsendiefstal;

F    Onderzoek en Statistiek hebben een nulmeting verricht naar de huidige aangiftebereidheid ten aanzien van fietsendiefstal. Dit zal in 2009 worden geëvalueerd.Totale kosten hiervan zijn €2.000,-, gedekt uit het gereserveerde budget voor de aanpak van fietsendiefstal;

G.  Er is een communicatieplan opgesteld, welke tot en met 2010 wordt uitgevoerd. Dit plan beoogt naast communiceren op specifieke aspecten ook de aangiftebereidheid omhoog te brengen. De totale kosten bedragen €15.000,- gedekt uit het gereserveerde budget voor de aanpak van fietsendiefstal.



[1] In Harderwijk sporen stadswachten actief gestolen fietsen op. Zij zijn hiervoor uitgerust met een handcomputer, waarin gegevens van alle aangiften uit de politieregio Noord- en Oost-Gelderland zijn opgeslagen

[2] Bron: fietsenquête (2006)

[3] Bron: Politiemonitor 2005

[4] Bron: Criminaliteitskaart Haaglanden 2006

[5] Locatie waar de meeste fietsen gestolen worden

[6] Bron: diefstalgegevens Haaglanden 2005

[7] Fietsparkeur garandeert de kwaliteit van fietsparkeervoorzieningen. Het is een initiatief van de Fietsersbond en de vereniging van fabrikanten en leveranciers van fietsenrekken. Het stelt onder andere eisen aan het gebruiksgemak en de diefstalveiligheid.

[8] Fiets die langer dan 28 dagen op dezelfde locatie geparkeerd staat, zonder te zijn gebruikt

[9] Algemene Plaatselijke Verordening

[10] Bij dit werkgelegenheidsproject worden niet opgehaalde verwijderde fietsen gedemonteerd en bruikbare onderdelen worden naar Afrika gestuurd

[11] Specifiek, meetbaar, acceptabel, realistische en tijdgebonden