Op 1 januari 2005 is de Gemeenschappelijke Regeling Brandweer Delft-Rijswijk (GR) opgericht. De Gemeenschappelijke regeling is een voortzetting van de voormalige gemeentelijke brandweerkorpsen van Delft en Rijswijk. Conform de beleids- of planning- en controle cyclus[1] van Brandweer Delft-Rijswijk is het tijd om de programmabegroting 2009 op te stellen, met een meerjarenraming tot en
met 2013. Het beleid van Brandweer Delft-Rijswijk is erop gericht om de programmabegroting, de meerjarenraming, de productenramingen en de verplichte BBV onderwerpen of paragrafen te integreren in één begrotingsdocument.

De voorgaande programmabegroting 2008 – 2012 en de programmaverantwoording 2006 zijn in 2007 door het Algemeen Bestuur van de GR en Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland goedgekeurd. De programmabegroting 2009 – 2013 wordt goedgekeurd door het Algemeen Bestuur en vervolgens aangeboden aan GS.

Brandweer Delft-Rijswijk heeft in haar streven om met elke cyclus het kwaliteitsniveau van de beleidsproducten te verhogen, de adviezen en kritische commentaren van onder andere het Algemeen Bestuur en Gedeputeerde Staten vertaald in een aantal belangrijke verbeteringen ten opzichte van de voorgaande programmabegroting. Ten eerste zijn de uitgangspunten voor de begroting 2009 via een kaderbrief vooraf aan het Algemeen Bestuur voorgelegd en door deze goedgekeurd. Ten tweede zijn de prestatie-indicatoren verder uitgewerkt ten derde zijn de volgens
het BBV verplichte paragrafen uitgebreid met informatie, zoals in de financiële verordening van Brandweer Delft-Rijswijk is voorgeschreven. Ten vierde zijn de adviezen en reacties van de adviseurs van het Bestuur – dit zijn de controllers van beide deelnemende gemeenten – reeds verwerkt in de onderhavige ontwerpbegroting om zodoende de behandeling van het onderhavige begrotingsdocument in het bestuur te versoepelen. In het vervolg van dit inleidende hoofdstuk zijn kort de functies weergegeven van de onderhavige programmabegroting en is ingegaan op de vraag welke informatie hierin te vinden is.

1.2 Regionalisering

De begroting 2009 is waarschijnlijk de laatste begroting van de Gemeenschappelijke Regeling Brandweer Delft-Rijswijk. Eind november heeft het Algemeen Bestuur van de Hulpverleningsregio Haaglanden het ‘voorgenomen besluit’ tot regionalisering van de brandweer naar de colleges en gemeenteraden doorgestuurd. De besluitvorming over het voorgenomen besluit in de gemeenteraden is in februari 2008 afgerond. Alle gemeenteraden hebben ingestemd met het voorgenomen besluit.

Het definitief besluit zal begin juli 2008 in het AB moeten worden vastgesteld, waarna behandeling in de colleges en gemeenteraden rond het zomerreces kan plaatsvinden. Het definitief besluit zal naast de elementen uit het voorgenomen besluit, bestaan uit een personele, een financiële, en een organisatorische paragraaf. Tevens zal het basispakket worden benoemd en zal een voorstel tot aanpassing van de huidige gemeenschappelijke regeling “Hulpverleningsregio Haaglanden” (HRH) naar de “Veiligheidsregio Haaglanden” (VRH) er deel van uit maken.

1.3 Functies programmabegroting

De programmabegroting van Brandweer Delft-Rijswijk dient een viertal functies, te weten die van de autorisatie, de allocatie, het beheer en de controle. In de tabel 1 zijn deze toegelicht.

Tabel 1: functies programmabegroting

Functie	Omschrijving
Autorisatie	Door het vaststellen van de begroting geeft het Algemeen Bestuur van de GR toestemming aan het Dagelijks Bestuur tot het doen van uitgaven tot maximaal de bedragen die in de begroting zijn genoemd en het realiseren van de inkomsten tot tenminste de bedragen die in de begroting zijn genoemd.
Allocatie	In de begroting wordt de verdeling van de middelen over de verschillende bestedingsmogelijkheden vastgelegd. Daarmee wordt ook de samenhang tussen beleid en financiën inzichtelijk gemaakt.
Beheer	Door het vastleggen en vaststellen van verschillende beheers- (of uitvoerende) aspecten van het beleid, zoals de hoeveelheid geld, inzet van personeel of weergeven van prestatie-indicatoren, is de begroting een instrument waarmee de uitvoering van het beleid beheerst kan worden.
Controle	De jaarrekening wordt afgezet tegen de begroting om na te gaan wat er van de taakstellingen in de begroting gerealiseerd is. De begroting fungeert dus als planning waaraan de realisatie wordt getoetst.

1.4 Informatie programmabegroting

Kenmerkend voor deze begroting is dat hij is opgebouwd uit een beleidsbegroting en een financiële begroting. Tevens is hierin de meerjaren productenraming opgenomen, geïnitieerd vanuit de wens van Brandweer Delft-Rijswijk om te komen tot één integraal meerjaren begrotingsdocument.

2.1.1 Beleidsbegroting

De beleidsbegroting omvat onder andere het programmaplan en een aantal voorgeschreven paragrafen, conform het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV).

Een programma is een pakket van samenhangende en/of soortgelijke producten en activiteiten en geldmiddelen, dat gericht is op het bereiken van vooraf bepaalde maatschappelijk effecten. De programmabegroting dient inzicht te bieden in de (beleids-)inhoudelijke voornemens van de GR. Per programma moet daarvoor een antwoord worden gegeven op de drie zogenaamde W-vragen:

1. Wat willen we bereiken?

2. Wat gaan we daarvoor doen?

3. Wat gaat het kosten?

Bij de eerste vraag gaat het om het beoogde maatschappelijke effect van het programma. Dit kan worden vertaald naar een of meerdere algemene beleidsdoelstellingen. Bij de tweede vraag wordt ingegaan op de bijdrage van Brandweer Delft-Rijswijk (de investeringsprojecten en nieuwe activiteiten) aan het bereiken van het beoogde maatschappelijke effect (de gewenste en/of verwachte output) en het kader, de beleidsvoornemens waarbinnen dit gerealiseerd moet worden. Tot slot moet de derde vraag beantwoorden welke baten en lasten worden toegewezen aan het programma om de gewenste effecten te bereiken.

De vanuit het BBV verplichte paragrafen geven als het ware een “dwarsdoorsnede” van de begroting, bezien vanuit een bepaald perspectief en zijn daarmee een belangrijke aanvulling op de informatie over de (meerjarige) financiële positie. De paragrafen dienen als instrument om de beleidskaders van de betreffende onderdelen vast te stellen en om de uitvoering te kunnen controleren.

2.1.2 Financiële begroting

De financiële begroting bestaat voornamelijk uit een overzicht van baten en lasten per programma en een vooruitblik naar het meerjarenperspectief en de financiële positie van Brandweer Delft-Rijswijk. De basis voor het opstellen van de financiële ramingen voor 2009 – 2013 wordt gevormd door de goedgekeurde programmabegroting 2008 – 2012. Ten opzichte van deze uitgangspositie (op basis van de primitieve begroting bij oprichting GR) zijn via de “Kaderbrief begroting 2009 – 2013” de volgende wijzigingen goedgekeurd door het Algemeen Bestuur:

· Loon- en prijscompensatie zijn verwerkt conform de trend voor 2009 op basis van macro-economische verkenningen: 2,75% (door HRH gehanteerde prijsindexatie in haar begroting 2009 –2013).

·

De structurele effecten van begrotingswijzigingen op de primitieve begroting 2006-2010 zijn meegenomen.

· Er is in deze begroting nog geen rekening gehouden met de per 1-1-2009 geplande fusie van brandweerkorpsen binnen de regio.

· De gevolgen van het Arbeidstijdenbesluit (ATB) zijn in deze begroting meegenomen

· De extra kosten levensloop zijn nog niet verwerkt, omdat deze jaarlijks berekend moeten worden.

2.1.3 Productenraming

De meerjaren productenraming is doorgaans een afzonderlijk begrotingsdocument bedoeld voor het management en het Dagelijks Bestuur. Brandweer Delft-Rijswijk heeft het integreren hiervan in de onderhavige programmabegroting bewust nagestreefd. Ten eerste beschikt zij hiermee over één integraal begrotingsdocument. Daarnaast vergroot zij hiermee de transparantie in de informatieverschaffing naar haar stake-holders. De belangrijkste stake-holders zijn het bestuur (AB / DB) en de ondernemingsraad van de GR, de gemeenteraden van de deelnemende gemeenten en Gedeputeerde Staten van de provincie Zuid-Holland.

1.5 Opzet programmabegroting

De onderhavige programmabegroting van Brandweer Delft-Rijswijk bestaat uit twee delen, zoals gemeengoed is.

Het eerste deel bestaat uit de beleidsbegroting, waarin eerst het programma is gedefinieerd langs de drie W-vragen (hoofdstuk 2) en vervolgens de relevante paragrafen uit het BBV zijn toegelicht (hoofdstuk 3).
In het tweede deel is de financiële begroting opgenomen (hoofdstuk 4). De informatie die hierin is opgenomen, is (deels) al verwerkt in de 3^e W-vraag in de beleidsbegroting.

2 Beleidsbegroting

2.1 Programma veiligheid

Conform het BBV is Brandweer Delft-Rijswijk als gemeenschappelijke regeling vrij in de keuze van het aantal programma’s en de inhoudelijke indeling hiervan. In aansluiting op de programmabegrotingen van beide deelnemende gemeenten Delft en Rijswijk hanteert Brandweer Delft-Rijswijk één programma bestaande uit 4 producten. In tabel 2 zijn deze producten benoemd.

Tabel 2: overzicht programma en producten

Programma	Producten
Veiligheid	Brandweer algemeen
	Brandpreventie
	Werken derden
	OMS

In de navolgende paragrafen is het programma gedefinieerd en beschreven volgens de 3 W-vragen.

2.1.4 Beschrijving programma

Het programma omvat het waarborgen van de veiligheid in het verzorgingsgebied van Brandweer Delft-Rijswijk. Dit gebied beslaat direct het grondgebied van de gemeenten Delft en Rijswijk alsmede een deel van de nieuwbouwwijken in Delfgauw (gemeente Pijnacker-Nootdorp). Indirect strekt het gebied zich uit tot de gehele regio in het kader van regionale samenwerking op het gebied van operationele leiding, waarin ook personeel van brandweer Delft-Rijswijk een belangrijke rol vervult.

2.1.5 Wat willen we bereiken?

Het programma Veiligheid is gericht op het bereiken van het…

Beoogd maatschappelijk effect:

Een vergroting van de fysieke veiligheid in het verzorgingsgebied van Brandweer Delft-Rijswijk

De doelstellingen op het gebied van veiligheid, zoals beschreven in de beide gemeentelijke begrotingen, zullen voor zover van toepassing en indien mogelijk, door de GR nagestreefd worden ter waarborging en optimalisering van de veiligheid in beide gemeenten.

Meer concreet en in lijn met de gestelde kaders[2] richt Brandweer Delft-Rijswijk zich op:

· Het onder alle omstandigheden bewerkstelligen van een doelmatig georganiseerde en gecoördineerde uitvoering van werkzaamheden ter zake van het voorkomen, beperken en bestrijden van brand, het beperken van brandgevaar, het voorkomen en beperken van ongevallen bij brand en al hetgeen daarmee verband houdt;

· Het beperken en bestrijden van gevaar voor mensen en dieren bij ongevallen anders dan bij brand;

· Het beperken en bestrijden van rampen en zware ongevallen als bedoeld in artikel 1 van de Wet Rampen en Zware Ongevallen;

· Het bevorderen van een goede hulpverlening bij ongevallen en van een doelmatig georganiseerde en gecoördineerde hulpverlening bij rampen en zware ongevallen.

Brandweer Delft-Rijswijk heeft binnen het programma Veiligheid prioriteiten benoemd. Deze zijn opgenomen in tabel 3 op de volgende pagina. Hierbij zijn, voor zover mogelijk, tevens aangegeven de kwalitatieve en kwantitatieve doelstellingen. Per prioriteit zijn ook de activiteiten benoemd die Brandweer Delft-Rijswijk voor de komende jaren heeft gepland.

2.1.6 Wat gaan we daarvoor doen?

Voor de realisatie van het beoogd maatschappelijk effect van het programma Veiligheid richt Brandweer Delft-Rijswijk haar organisatie en primaire proces in conform de…

Veiligheidsketen:

Pro-actie Preventie Preparatie Repressie Nazorg

Pro-actie is gericht op het wegnemen van structurele oorzaken van onveiligheid en ter voorkoming van het ontstaan daarvan, o.a. door in de vroegste fase van planning gevaren te voorkomen / vermijden.

Preventie betreft het nemen van maatregelen vóóraf ter voorkoming van het ontstaan van incidenten (het zoveel mogelijk beperken van inbreuken op de veiligheid)[3].

Preparatie is de voorbereiding op te nemen acties bij inbreuken op de veiligheid.

Repressie is de daadwerkelijke incidentbestrijding gericht op de bronbestrijding, de effect- en gevolgbestrijding, maar ook op de hulpverlening aan mogelijke slachtoffers in acute noodsituaties.

Nazorg is de zorg om zo snel mogelijk weer terug te keren naar de ‘normale’ verhoudingen, een evaluatie van bestreden incidenten, en de zorg om het eigen personeel.

In aanvulling op een inrichting naar het model van de veiligheidsketen rekent Brandweer Delft-Rijswijk binnen het programma Veiligheid tot haar kerntaken:

Rampenbestrijding

Dit betreft de voorbereiding en coördinatie ter bestrijding van rampen en zware ongevallen waarbij een gecoördineerde inzet van verschillende interne en/of externe disciplines aan de orde is en het beperken van het risico van voorzienbare rampen. De gemeenten zijn verantwoordelijk voor hun eigen voorbereiding op en communicatie rondom rampen en zware ongevallen. Hiervoor moeten de gemeenten beschikken over een rampenplan en rampenbestrijdingsplannen voor voorzienbare grote incidenten. De coördinatie van de gemeentelijke voorbereiding is opgedragen aan Brandweer Delft-Rijswijk.

Dienstverlening

Dit is het verlenen van (brandweer)diensten, zoals het verzorgen van BHV opleidingen en het vervullen van bedrijfsbrandweertaken, die buiten de wettelijke taak vallen alsmede het optreden bij niet-spoedeisende ongemakken.

Beheer

Dit is gericht op de continuïteit van de (taakuitoefening door de) organisatie.

2.1.7 Wat mag het kosten?

De lasten voor het programma Veiligheid en de daarbinnen onderscheiden producten zijn gebaseerd op het programma Veiligheid van de gemeente Delft respectievelijk het programma Openbare Orde en Veiligheid van de gemeente Rijswijk. Dit initiële kader is aangepast ten opzichte van het voorgaande en lopende begrotingsjaar 2008 om voor 2009 en in de meerjarenraming tot en met 2013 meer recht te doen aan met name recente ontwikkelingen, verwachte loon- en prijsbijstellingen en correcties[4].

In tabel 4 is de programmabegroting opgenomen voor 2009, de meerjarenraming tot en met 2013 en de historische vergelijking met 2008. Om deze historische vergelijking zinvol te maken, is de begroting voor 2008 aangepast aan de begroting zoals die er uit ziet na verwerking van de begrotingswijziging m.b.t de structuur en de prijscompensatie 2008.

Tabel 4: programmabegroting en meerjarenraming

Toelichting op de programmabegroting:

In de meerjarenraming is gerekend met de prijscompensatie, zoals die door de HRH wordt gehanteerd, zijnde MEV 2,75%;
Ongeveer 75% van de totale lasten betreft personele vaste lasten. Tot de overige dekkingsmiddelen wordt gerekend: de declarabele werkzaamheden die Brandweer Delft-Rijswijk zal uitvoeren voor de deelnemende gemeenten (55%), alsmede de inkomsten uit werken voor derden (45%);

· Brandweer Delft-Rijswijk kent geen structurele winstdoelstelling. Ten behoeve van het spreiden van jaarresultaten (positief dan wel negatief) wordt een egalisatiereserve aangehouden;

De consequenties van het ATB zijn in deze begroting meegenomen;
De consequenties van de Levensloop zijn niet meegenomen, omdat de kosten ervan per jaar verschillen en pas aan het einde van elk kalenderjaar berekend kunnen worden. Zodra deze bekend zijn, declareren wij deze kosten bij beide gemeenten. Overigens hebben beide gemeenten wel met een structureel budget hiervoor rekening gehouden (Delft: 330.000; Rijswijk: 120.000)
De gemeentecontrollers van gemeenten Delft en Rijswijk onderzoeken berekeningsmethodieken om de bijdragen per inwoner in de gemeenten Delft en Rijswijk te herijken.

Brandweer Delft-Rijswijk kent binnen het programma Veiligheid een viertal producten ter realisering van de genoemde maatschappelijke doelstelling en prioriteiten. De productenraming is opgenomen in hoofdstuk 4.2.

2.1.8 Prestatie indicatoren

Brandweer Delft-Rijswijk heeft voor haar sectoren Veiligheid en Preparatie, Repressie en Nazorg beleidsplannen opgesteld, waarin de meest relevante prestatie-indicatoren en normen nader zijn vastgelegd. Deze zijn onderdeel van het instrumentarium van het management om de activiteiten te kunnen sturen, maar zijn tevens geschikt om het bereiken van het beoogde maatschappelijk effect te kunnen meten. De prestatie-indicatoren zijn zoveel mogelijk SMART geformuleerd, voorzover dit praktisch haalbaar is en indien noodzakelijke en/of gewenst voor sturing.

In tabel 5 op de volgende pagina zijn deze indicatoren en normen per sector opgenomen.

Sector	Product / activiteit	Prestatie indicator	Prestatie norm	Toelichting
Veiligheid	Brandweer Algemeen / Repressief optreden	· Paraatheid	· Repressief personeel 99% van de tijd paraat · Operationeel commando op piketbasis 100% beschikbaar	· Tijdens inzet van personeel voor daadwerkelijk repressief optreden wordt in 80% van de gevallen de paraatheid binnen 20 minuten weer op peil gebracht door het in overwerk in dienst roepen van personeel.
	Veiligheid / vergunningverlening Adviezen bouw- en milieuvergunningen	· Doorlooptijd	· Verlening gebruiksvergunning binnen afgesproken (niet-fatale) termijn 90% · Adviezen op bouwplannen binnen afgesproken termijn 100%	· Deze normen gelden bij volledigheid van de (ingezonden) documenten
	Veiligheid / Controle en handhaving	· Wijze van uitvoering	· 90% conform beleidsplan	· 10% is gereserveerd voor niet geplande controles op verzoek van andere diensten of burgers
	Veiligheid / Rampenbestrijding	· Actualiteit plannen · Actualiteit kennis gemeentepersoneel belast met rampenbestrijding	· Conform vastgestelde criteria, maar minimaal 1x per 4 jaar · Opleiden en oefenen conform beleidsplan	· Criteria in beleidsplan Rampenbestrijding · Brandweer faciliteert en organiseert

3 Verplichte paragrafen BBV

Conform het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten, waar ook de GR aan moet voldoen, geeft Brandweer Delft-Rijswijk hieronder inzicht in een aantal specifieke relevante onderwerpen.

3.1 Lokale heffingen

Brandweer Delft-Rijswijk heeft conform de afspraken bij de oprichting van de gemeenschappelijke regeling in of over 2007 geen eigen lokale heffingen opgelegd, noch heeft zij deze geïnd voor of namens de gemeente Delft of Rijswijk.

Voor de dienstverlening zonder wettelijke basis heeft de Brandweer Delft-Rijswijk in 2007 een geharmoniseerde tarievenverordening opgesteld. Deze tarievenverordening is door het algemeen bestuur goedgekeurd. In deze verordening zijn tarieven opgenomen m.b.t. opleiden derden, dienstverlening ademlucht, verhuur voertuigen etc.

3.2 Weerstandsvermogen

In 2007 zijn schaderisico’s voor personeel en materieel afgedekt via verzekeringen. Als dekking voor mogelijke exploitatierisico’s in 2007 is ten laste van het resultaat 2006 een bestemmingsreserve ad € 150.000 getroffen. In 2007 is € 131.000 onttrokken vanuit de reserves.

In de primitieve begroting, die als uitgangspunt is gehanteerd bij de oprichting van de GR, zijn marges ingebouwd voor het opvangen van onvoorziene kosten. Een voorbeeld is de budgettering van de personele lasten op basis van normbedragen, die per functie zijn gesteld op de maximum trede van de bij die functie behorende salarisschalen. Hierdoor is een buffer aangelegd als weerstandsvermogen. Ook hierlangs heeft Brandweer Delft-Rijswijk in 2007 weerstandsvermogen opgebouwd. De kosten voor FLO van voormalig gemeentelijk brandweerpersoneel is bij de gemeenten Delft en Rijswijk achtergebleven. De kosten die jaarlijks verschillen worden door de GR bij de gemeenten gedeclareerd.

Het arbeidstijdenbesluit

Landelijk is een nieuw arbeidstijdenbesluit ingevoerd waardoor structureel 15 medewerkers meer benodigd zijn. Inmiddels zijn de structurele financiële consequenties 2008 e.v. bekend. De daarbij behorende kosten zijn structureel verwerkt in de begroting (meerjarig).

3.3 Onderhoud kapitaalgoederen

Brandweer Delft-Rijswijk heeft de activa, zijnde het rijdende materieel en de bedrijfsinventaris, overgenomen van beide gemeenten. De huisvesting is in 2007 op locatie Rijswijk gehuurd en de nieuwbouw locatie Delft is aangekocht. De kosten die gemoeid zijn met de door Vastgoed Delft opgestelde meerjaren Onderhoudsplanning, zijn 2007 verwerkt in de begroting. De overgenomen activa zijn op de beginbalans opgenomen tegen overnameprijs en worden op basis van economische levensduur lineair afgeschreven, waarna zal worden overgegaan tot gelijkwaardige vervanging. Hiervoor is een lange termijn investeringsplanning opgesteld, waarin voor de rentelasten rekening is gehouden met een rekenrente van 5%.

3.4 Financiering

De Wet financiering decentrale overheden (FIDO) kent een tweetal kwantitatieve randvoorwaarden. Dit zijn de kasgeldlimiet, die een grens stelt aan het te lopen renterisico op de korte schuld, en de renterisiconorm, die ditzelfde doet voor de vaste schuld.

De kasgeldlimiet is gedefinieerd als een percentage van de begroting (het totaal van de lasten).
Voor de gemeenten (en gemeenschappelijke regelingen) bedraagt dit percentage 8,2% met een ondergrens van € 300.000. De renterisiconorm is gedefinieerd als een percentage van de vaste schuld (rentetypische looptijd > 1jaar) en bedraagt 20% met een drempelbedrag van € 2.500.000.

Brandweer Delft-Rijswijk streeft geen zelfstandige rentevisie na, maar sluit zich aan bij die van
de gemeente Delft. Op basis hiervan heeft zij in haar begroting 2009 – 2013 een meerjarige investeringsplanning een rekenrente gehanteerd van 5%.

In 2006 heeft Brandweer Delft-Rijswijk een lening aangetrokken voor de aankoop van de nieuwbouwkazerne locatie Delft en overname activa deelnemende gemeenten. Het betreft een vaste geldlening van € 11.600.000 waarbij de eerste rente en aflossing in 2007 moeten worden vergoed. In 2007 heeft Brandweer Delft-Rijswijk voortvloeiend uit de planning met betrekking tot investeringen 2 geldlening aangetrokken van respectievelijk € 1.855.000 en € 764.000 waarbij de eerste rente en aflossing in 2008 moet worden vergoed

3.5 Paragraaf bedrijfsvoering

De sector Bedrijfsvoering en Managementondersteuning (BMO) levert een bijdrage aan de beleidsontwikkeling en –uitvoering op het gebied van beheer en de bedrijfsvoering van de organisatie. Doelstelling is dat de wijze van organiseren en beheren van de brandweerorganisatie voldoet aan de eisen die aan hedendaags management kunnen worden gesteld.

Voor de ondersteuning hierin heeft Brandweer Delft-Rijswijk via een dienstverleningsovereenkomst met de gemeente Delft relevante vakinhoudelijkheid (adviseurs, ad hoc expertise) en instrumenten (administratiekantoor, ICT-infrastructuur) ingekocht.

Wat betreft de organisatie van Brandweer Delft-Rijswijk kan over 2007 nog de volgende relevante informatie worden verstrekt:

aantal	functionele schaal	aantal	functionele schaal
1	15	24	8
1	13	62	7
2	12	34	6
6	11	2	5
7	10	1	4
9	9	4	1

Gegevens verloop personeel (incl. gedetacheerde medewerkers):

· Instroom; 38 (incl. FLO)

· Uitstroom;13 (incl. FLO)
Percentage ziekteverzuim; 5,16%

· Gemiddeld keer ziek; 1,21

· Gemiddeld aantal dagen ziek; 16,39

Directe loonkosten (incl. 1e storting levensloop): € 8.200.000,--

Personeelskosten (incl. 1e storting levensloop): € 8.900.000,--

Kosten van ingehuurde externen: Brandweer Delft-Rijswijk heeft
in 2007 geen externe deskundigen ingehuurd voor eigen nut.

Huisvestingskosten (huurlasten en kapitaallasten):

· Kapitaallasten Vestiging Delft*: € 530.000,--

· Huurlasten Vestiging Rijswijk**: € 126.000,--

* Naast de kapitaallasten is er een Meerjaren Onderhoud Plan voor de vestiging in Delft. Gemiddelde kosten hiervan bedragen € 86.000,-- per jaar.

** In het jaar 2008 wordt de nieuwbouw kazerne locatie Rijswijk opgeleverd en zal door brandweer Delft-Rijswijk in gebruik worden genomen. Het is nog niet bekend wat de hoogte is van de daarbij behorende kapitaallasten. Ook de kosten voor het Meerjaren Onderhoud Plan zijn nog niet bekend. Over hoe deze kosten met gemeente Rijswijk worden verrekend zijn nog geen definitieve afspraken gemaakt en zijn derhalve nog niet in deze begroting meegenomen.

Facilitaire zaken: Brandweer Delft-Rijswijk en de gemeente Delft hebben een dienstverleningsovereenkomst (DVO) afgesloten voor de levering van ondersteuning aan de secundaire bedrijfsprocessen. Deze ondersteuning betreft zowel vakinhoudelijke expertise als tastbare producten. De DVO betreft specifiek:

· Financiële administratie, advies en informatievoorziening;

· P&O administratie, advies, producten en diensten;

· Huisvesting, ICT en informatiebeheer;

· Juridische zaken;

· Communicatie;

· Controlling;

· Treasury;

· Risk management.

3.6 Verbonden partijen

Verbonden partijen zijn gedefinieerd als die waarin Brandweer Delft-Rijswijk zowel een bestuurlijk als een financieel belang heeft. Aan beide voorwaarden moet gelijktijdig worden voldaan om als verbonden partij te worden aangemerkt. Brandweer Delft-Rijswijk heeft geen bestuurlijke en/of financiële belangen in andere publiek- of privaatrechtelijke organisaties gehad. Brandweer Delft-Rijswijk beschikt over een Algemeen Bestuur (AB) en een Dagelijks Bestuur (DB). De bestuursleden leggen verantwoording af aan de bestuursorganen die hen hebben afgevaardigd (in casu de beide gemeenteraden). De directeur/commandant is ambtelijk verantwoordelijk en legt verantwoording af aan het DB.

3.7 Grondbeleid

Brandweer Delft-Rijswijk heeft geen actief grondbeleid gevoerd. De grond behorend bij de nieuwbouwkazerne te Delft is in erfpacht.

4 Financiële begroting

Bij een beleidsbegroting bestaande uit meerdere programma’s is het ten behoeve van de inzichtelijkheid aan te bevelen de financiële consequenties op totaalniveau te resumeren. Brandweer Delft-Rijswijk heeft één programma: Veiligheid.

4.1 Programmabegroting 2009 – 2013

Toelichting op de programmabegroting:

· Ongeveer 75% van de totale lasten betreft personele vaste lasten;

De dekkingsmiddelen van de GR bestaan voor 87% uit vast te declareren kosten bij de deelnemende gemeenten. De overige 13% bestaan voor 33% inkomsten uit leges en rechten (OMS, Brandweerrechten), voor 18% uit declarabele kosten bij de deelnemende gemeenten (vergunningen, planbeoordeling,) en voor 49 % uit werken voor derden (o.a. voor TU,DSM, Pijnacker, BHV);

· In de meerjarenraming zijn de verwachte loon- en prijsontwikkelingen opgenomen (zie ook paragraaf 2.1.4) en de kosten ATB (18 extra brandwachten);

· Brandweer Delft-Rijswijk kent geen winstdoelstelling. Ten behoeve van het egaliseren van periodieke resultaten (positief dan wel negatief) zal een egalisatiereserve worden opgebouwd;

· De GR doet zelfstandig aangifte voor BTW-plichtige ondernemingsactiviteiten, terwijl de overige (betaalde) BTW zal worden teruggevraagd bij het BTW-compensatiefonds (via de deelnemende gemeenten).

4.2 Productenraming 2009 – 2013 (bedragen x € 1)

* Bij het product Brandweer Algemeen is o.a. een baten verwerkt van ad € 30.524 (Administratieve Posten). Deze baten moet worden aangemerkt als een stelpost. Daartegenover is in de Administratieve Posten (€ 7.914.962) een bedrag van € 26.271 opgenomen met een gelijke toelichting.

Toelichting op de productenraming:

· Brandweer algemeen: Binnen het product brandweer algemeen voert de brandweer de volgende werkzaamheden uit: het opstellen van procedures voor sleutelkluizen, het verzorgen van bluswatervoorziening, het opstellen van inzetprocedures en uitrukvoorstellen alsmede het feitelijke repressieve optreden;

· Veiligheid: omvat 3 elementen;

Pro-actie; het zoveel mogelijk voorkomen van onveilige situaties, bijvoorbeeld door vanuit veiligheidsoptiek invloed uit te oefenen op het maken van ruimtelijke en infrastructurele plannen. Dit wordt gedeeltelijk gefinancierd vanuit via de HRH toegekende PVPP-gelden (ministerie van BZK).

Rampenbestrijding; richt zich op de voorbereiding en de inzet ten tijde van rampen, crisis en grootschalige incidenten.

Preventie; het voeren van overleg met bedrijven en projectontwikkelaars over grote bouwprojecten en het adviseren van beide gemeenten over de brandveiligheidsaspecten van bouw- en milieuvergunningen. Het verstrekken van gebruiksvergunningen en tijdelijke gebruiksvergunningen en controle en handhaving van zowel gebruiksvergunningen als de brandveiligheidsaspecten van milieu- en bouwvergunningen.

· Werken derden: werkzaamheden met als uitgangspunt de brandveiligheid in het verzorgingsgebied verhogen. De brandweer zal bij afwegingen omtrent eventuele nieuwe activiteiten steeds meenemen of de inspanningen opwegen tegen de baten (verhoging brandveiligheid)

Openbaar Meld Systeem (OMS): Een gebouw of instelling kan een brandmeldinstallatie in het gebouw hebben. Indien deze installatie, ingevolge de Bouwverordening van de gemeente, door de brandweer is geëist, dient een eventuele brandmelding te worden doorgemeld naar de alarmcentrale van de brandweer (HRH). Het systeem dat zorgdraagt voor deze doormelding heet Openbaar Meld Systeem (OMS). Deze doormelding is echter aan regels gebonden. Zo is het sinds 2001 verplicht het brandmeldsysteem aan te leggen en te ontwerpen volgens een programma van eisen (PvE) en dient het systeem gecertificeerd te zijn door een erkend bureau. Indien een ondernemer een brandmeldsysteem in zijn gebouw heeft dat niet door de brandweer is geëist vanwege de afgegeven Bouwverordening, dient deze installatie wél gecertificeerd te worden om in aanmerking te komen voor een doormelding via het OMS-systeem van de HRH. Eén medewerker van de afdeling is belast met de behandeling en afhandeling van alle aanvragen van de aansluiting op het openbaar meldsysteem.

[1] In bijlage 1 treft u ter informatie een schematische weergave van deze planning- en controlecyclus aan.

[2] De belangrijkste kaders voor de Brandweer Delft – Rijswijk zijn:

· Brandweerwet 1985;

· Wet Rampen en Zware Ongevallen;

· Organisatie en beleidsplan 2005-2008 brandweer Delft – Rijswijk;

· Programmabegroting Rijswijk met de daarin vermeldde randvoorwaarden en uitgangspunten;

· Programmabegroting Delft met het daarin vermeldde beleidskader (Nota “Naar een veiliger Delft”, 2003)

[3] Een belangrijk verschil tussen pro-actie en preventie is dat het bij eerstgenoemde meer gaat om veiligheid als onderdeel van de bestuurlijke besluitvorming. Preventie betreft het uitdenken van maatregelen, die het beleid ten aanzien van rampenbestrijding en het voorkomen van calamiteiten omzetten in harde procedures, voorschriften en dergelijke.

[4] Zie ook hoofdstuk 1.3.2 en/of bijlage 2 voor een uiteenzetting van de wijzigingen.