Bijlage 1

1         Convenant betreffende de bestuurlijke aanpak van georganiseerde criminaliteit in de “Delftse casus”

 

Partijen:

De Hoofdofficier van Justitie van het Openbaar Ministerie, Arrondissementsparket Den Haag

De Korpschef van de Politie Haaglanden

De Burgemeester van Delft

De Burgemeester van Den Haag, mede als korpsbeheerder van de Politie Haaglanden

De voorzitter M1 van de Belastingdienst Haaglanden, mede namens,

·       De Belastingdienst/FIOD-ECD

·       De Belastingdienst Douane West

 

Overwegende dat:

 

·     voor de bestuurlijke aanpak van georganiseerde misdaad de oprichting van het Regionaal Informatie- en Expertisecentrum in voorbereiding is;

·     bij die voorbereiding behoefte is aan een “proeftuin” die bij de uitwerking van het projectvoorstel duidelijk maakt hoe een dergelijk centrum optimaal kan functioneren;

·     de proeftuin met name dient om te bezien of uit het strafrechtelijk onderzoek informatie komt die bestuursrechtelijk van belang kan zijn. Bestuursorganen vervolgens op grond van eigen afwegingen binnen de hun gegeven (wettelijke) kaders besluiten tot het al dan niet inzetten van bestuursrechtelijke (handhavings)middelen;

·     in de periode van januari 2007 tot en met januari 2008 verschillende incidenten hebben plaatsgevonden binnen de gemeente Delft en omstreken (hierna aan te duiden als: de “Delftse casus”), waardoor aanzienlijke maatschappelijk onrust is ontstaan. De incidenten variëren van het handelen in en produceren van verdovende middelen (zowel softdrugs als harddrugs) tot betrokkenheid bij geweldsdelicten. Gezien de aard van de incidenten en de frequentie daarvan, lijkt er sprake te zijn van een samenwerking van verschillende personen of een groepsverband;

·     de “Delftse casus” een goede gelegenheid biedt voor de gewenste “proeftuin”;

 

Komen overeen:

·       Hun samenwerking en integrale aanpak bij de toepassing en handhaving van overheidsregelingen in de “Delftse casus” vorm te geven zoals hierna omschreven.

·       Informatie uit te wisselen die nodig is om de samenwerking en de integrale aanpak effectief en efficiënt te laten verlopen.

 

 

Artikel 1.

Doelstellingen

De samenwerking richt zich op de toepassing en handhaving van overheidsregelingen alsmede het uitoefenen van toezicht op het naleven van relevante regelgeving bij de aanpak van de “Delftse casus”. Dit betreft de casus zoals die bij de lokale, regionale en bovenregionale recherche in onderzoek is over een reeks van met elkaar verbonden criminele activiteiten in en rond de gemeente Delft, met vertakkingen naar in ieder geval de gemeente Den Haag. Daarbij zijn tevens de volgende individuele taakstellingen te onderscheiden:

 

1.1

Wat betreft de Gemeenten

·       Het doeltreffender bestrijden van de overlast en de illegale / onrechtmatige praktijken als gevolg van handelen / nalaten van de doelgroep waarop de samenwerking is gericht;

·       Het overheidsoptreden, gericht op bestuurlijke en strafrechtelijke handhaving, doelmatiger en doeltreffender maken;

·       Het bevorderen van de veiligheid van de bewoners en omwonenden.

 

1.2

Wat betreft de Politie Haaglanden en het Arrondissementsparket Den Haag

·       Het doeltreffender bestrijden van de criminaliteit en handhaven van de openbare orde bij de doelgroep waarop de samenwerking gericht is;

·       Het overheidsoptreden, gericht op bestuurlijke en strafrechtelijke handhaving, doelmatiger en doeltreffender maken.

 

1.3

Wat betreft de Belastingdienst

·       Het overheidsoptreden gebaseerd op de fiscale regelgeving en de niet fiscale douanetaken bij de in artikel 2 genoemde doelgroep, gericht op bestuurlijke handhaving, doelmatiger en doeltreffender maken;

·       Het overheidsoptreden gebaseerd op de fiscale regelgeving en de niet fiscale douanetaken bij de in artikel 2 genoemde doelgroep, gericht op strafrechtelijke handhaving door de FIOD-ECD, doelmatiger en doeltreffender maken.

 

Artikel 2.

De opzet van de samenwerking

·       Het in onderling overleg en wederzijdse afstemming richting geven aan de samenwerking door middel van het bij elkaar brengen van activiteiten en het brengen van samenhang hierin, met inachtneming van ieders verantwoordelijkheden en bevoegdheden.

·       Het genereren en analyseren van informatie over de doelgroep die nodig is met het oog op het realiseren van de hierboven omschreven doelstelling(en).

·       Het onderling uitwisselen van de informatie die wordt beheerd door ieder der partijen.

·       Het onderzoeken van de meest effectieve en efficiënte vorm van samenwerking ten behoeve van de oprichting van het Regionaal Informatie- en Expertisecentrum.

 

Artikel 3.

Structuur van de samenwerking

De bestuurlijke aansturing van de samenwerking vindt plaats in de regiegroep, bestaande uit de leden van de regionale driehoek Haaglanden, aangevuld met de Burgemeester van Delft en een lid van het managementteam van de Belastingdienst Haaglanden, onder leiding van de Burgemeester van Den Haag.

 

De operationele aansturing van de samenwerking vindt plaats door de werkgroep die bestaat uit afgevaardigden van partijen. Partijen wijzen elk een afgevaardigde en desgewenst een plaatsvervangend afgevaardigde aan. De projectleider is de afgevaardigde van de burgemeester van Den Haag in de werkgroep.

 

Artikel 4.

Planning, financiën en control

·       Partijen dragen ieder zelf de kosten die de samenwerking en de informatie-uitwisseling met zich meebrengen.

·       Voor de als gevolg van het convenant gegenereerde opbrengsten geldt dat deze hun normale, door de wetgever beoogde bestemming volgen.

·       Partijen komen halfjaarlijks met een voortgangsrapportage over het effect van de samenwerking en informatie-uitwisseling. Naar aanleiding van de resultaten uit deze voortgangsrapportage kan het convenant worden aangepast.

 

Partijen zijn ieder zelf verantwoordelijk voor de resultaatmeting, bewaking en beheersing van hun eigen activiteiten in het kader van het convenant, welke als zodanig deel uitmaken van de reguliere evaluaties van hun organisaties. Deze informatie leveren zij ten behoeve van de voortgangsrapportage aan de projectleider.

 

Artikel 5.

Informatie-uitwisseling

 

Partijen verplichten zich over en weer om binnen de werkgroep als bedoeld in artikel 3 en met inachtneming van de wettelijke bepalingen die informatie te verstrekken die nodig is om de samenwerking effectief en efficiënt te laten verlopen.

 

·       De politie is daarbij in ieder geval gehouden aan de Wet politiegegevens en het Besluit politiegegevens.

·       Het Openbaar Ministerie is daarbij gehouden aan de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens, de Wet politiegegevens en vanaf 1 november 2004 aan de Aanwijzing verstrekking van strafvorderlijke gegevens voor buiten de strafrechtspleging gelegen doeleinden.

·       De gemeente is daarbij in ieder geval gehouden aan de Wet bescherming persoonsgegevens.

·       De Belastingdienst is daarbij in ieder geval gehouden aan de Algemene wet inzake rijksbelastingen, de Invorderingswet 1990, de Algemene wet bestuursrecht, de Wet bescherming persoonsgegevens

·       De FIOD-ECD is daarbij bovendien gehouden aan de Wet bescherming persoonsgegevens en de Wet politiegegevens en het Besluit politiegegevens.

 

Binnen de hiervoor genoemde wettelijke kaders zal de gegevensuitwisseling en de aanwending van de verkregen gegevens uitsluitend plaatsvinden ten behoeve van een goede vervulling van de publieke taak van de diverse partijen. Het Openbaar Ministerie zal daarbij in iedere afzonderlijke concrete zaak een afweging maken omtrent het al dan niet verstrekken van informatie op basis van een voldoende gemotiveerd verzoek.

 

Niet uitputtend kan aan de volgende informatie worden gedacht:

NAW gegevens, verblijftitels, locatiegegevens, gegevens over rechtsvorm en andere ondernemingsgegevens, gegevens over inkomen en uitkeringen, gegevens over ondernemingswinst en vermogen, gegevens over belastingen, gegevens over zakelijke zekerheidsrechten, gegevens over financieringen, gegevens over vastgoed, gegevens over schenkingen en erfenissen, gegevens over vergunningen, gegevens over subsidies, gegevens over notariële akten, gegevens uit administratiefrechtelijke onderzoeken, gegevens uit processen verbaal, gegevens uit vonnissen en arresten, gegevens uit opsporingsonderzoeken, gegevens over overtredingen en misdrijven.

 

Met inachtneming van het voorgaande maken partijen in de werkgroep afspraken over de wijze van verstrekking van informatie en over de waarborgen waaronder dit gebeurt. Dit wordt schriftelijk vastgelegd. Informatie-uitwisseling vindt uitsluitend plaats binnen de werkgroep, door tussenkomst van de projectleider. Partijen kunnen de uitgewisselde gegevens gebruiken voor noodzakelijke vervolgacties.

 

Het geheel van gegevensverwerkingen dat ter uitvoering van dit convenant plaatsvindt, wordt door de projectleider gemeld bij het College bescherming persoonsgegevens (Cbp).


 

Artikel 6.

Geheimhouding/privacy

De gegevens worden uitsluitend aangewend voor het doel waarvoor zij zijn verstrekt. Gegevens worden zonder toestemming van de verstrekker niet overgedragen of ter beschikking gesteld van niet-convenantpartners en zijn niet raadpleegbaar voor niet- convenantpartners. Onder geen enkel beding mag vermenging plaatsvinden van politiegegevens met gegevens in bestanden ten behoeve van andere doeleinden van betrokken partners.

Ten aanzien van de gegevens die (de werknemers van) partijen verwerken ter uitvoering van dit convenant, nemen zij de geheimhoudingsbepalingen in acht uit de voor hen relevante wet- en regelgeving. De leden van de werkgroep ondertekenen ten behoeve van dit project een geheimhoudingsverklaring.

 

Artikel 7.

Bevoegdheden

Medewerkers van partijen mogen uitsluitend worden ingezet voor het verrichten van de werkzaamheden waarvoor zij bevoegd zijn.

 

Artikel 8.

Voorlichting en contacten met media

In het kader van dit convenant vinden geen voorlichtingsactiviteiten en contacten met de media plaats.                                       

 

Artikel 9.

Uitsluiting aansprakelijkheid

Partijen sluiten jegens elkaar elke aansprakelijkheid uit voor mogelijke schade bij de uitvoering van het convenant.

 

Artikel 10.

Evaluatie en signaleren van belemmeringen

Dit convenant wordt aan het einde van de convenantperiode door de projectleider geëvalueerd. Daarbij wordt in ieder geval bezien wat de meerwaarde is van de samenwerking en welke belemmeringen in die samenwerking worden gesignaleerd. De evaluatie dient in het licht te staan van de totstandkoming van het Regionaal Informatie- en Expertisecentrum.

 

Wanneer naar de mening van partijen wettelijke kaders de samenwerking en/of de informatieverstrekking in de weg staan leggen zij dit voor aan de betrokken bewindslieden. Het Openbaar Ministerie Den Haag informeert in deze gevallen het College van Procureurs-Generaal dat vervolgens beslist of de gesignaleerde belemmering aan de Minister van Justitie wordt voorgelegd.

 

Artikel 11.

Toetreding

1.     Dit convenant staat open voor toetreding door andere overheidsinstellingen die in relatie tot de doelgroep gelijke doelstellingen nastreven als de huidige convenantpartners.

2.     Een nieuwe partner kan door een aanvraag in te dienen bij de Burgemeester van Den Haag, in zijn hoedanigheid van voorzitter van de in artikel 3 bedoelde regiegroep, toestemming vragen om toe te treden tot dit convenant. Na goedkeuring van alle convenantpartners kan de nieuwe partner toetreden via ondertekening van een bijlage bij het convenant.


 

Artikel 12.

Inwerkingtreding, opzegging en beëindiging

Dit convenant:

 

Aldus overeengekomen te Den Haag op … juli 2008,

 

Mr. drs. G.A.A. Verkerk

Burgemeester van Delft

 

J.J. van Aartsen

Burgemeester van Den Haag,

mede als korpsbeheerder van de Politie Haaglanden

 

Mr. W.V. de Haan

Voorzitter Managementteam 1 Belastingdienst Haaglanden

 

 

Mr. G. Th Hofstee

Hoofdofficier van Justitie Den Haag

 

Mr. H.P. van Essen

Korpschef  Politie Haaglanden

 

 

 

 

 

 

 


 


 

Bijlage 2

Convenant betreffende de integrale aanpak van hennepkwekerijen (publieke & private partijen)

 

*  De gemeente Delft;

*  Het Openbaar Ministerie arrondissementsparket Den Haag;

*  Politie Haaglanden, bureau Delft; 

*  Vestia;

*  Woonbron;

*  Vidomes;

*  Stichting DUWO;

*  ENECO Netbeheer B.V. (m.i.v. 1 juli 2008 genaamd “Stedin B.V.”;

 

komen overeen:

Hun onderlinge samenwerking en integrale aanpak van hennepkwekerijen vorm te geven zoals hierna beschreven. Informatie uit te wisselen die nodig is om de samenwerking en de integrale aanpak van hennepkwekerijen effectief en efficiënt te laten verlopen.

 

Onder een hennepkwekerij wordt in deze overeenkomst verstaan: een inrichting van welke aard ook, waarin anders dan voor strikt persoonlijk eigen gebruik (max. 5 planten) hennep wordt geteeld, bewaard, bereid, bewerkt of verwerkt

 

Artikel 1.

Doelstellingen

Partijen gaan een samenwerkingsverband aan ter verwezenlijking van de integrale aanpak van hennepkwekerijen betreffende het grondgebied van de gemeente Delft dat ressorteert onder de regio Politie Haaglanden, bureau Delft en het Arrondissementsparket Den Haag en mede ter verwezenlijking van de volgende individuele taaktellingen:

1:1

Gemeente Delft

-        Het doeltreffend bestrijden van de overlast en de illegale/onrechtmatige praktijken als gevolg van hennepteelt;

-        Het overheidsoptreden, dat zich richt op doelmatiger en doeltreffender bestuurlijke en strafrechtelijke handhaving, mogelijk te maken;

-        Het handhaven en bevorderen van de veiligheid van de bewoners en omwonenden;

-        Het tegengaan van misbruik en oneigenlijk gebruik van sociale voorzieningen.

1:2

Politie Haaglanden, bureau Delft en het Arrondissementsparket Den Haag

-        Het integraal en doeltreffend bestrijden van de criminaliteit en het handhaven van de openbare orde bij hennepteelt, alsmede het bestrijden van daarmee gepaard gaande andere vormen van criminaliteit;

-        Het overheidsoptreden, dat zich richt op doelmatiger en doeltreffender bestuurlijke en strafrechtelijke handhaving, mogelijk te maken;

1: 3

Corporaties:

-        Het doeltreffend bestrijden van overlast, (brand)gevaar en oneigenlijk gebruik van woningen als gevolg van hennepteelt;

-        Het doelmatig en doeltreffend maken van het optreden van de corporaties, gericht op het leefbaar en veilig houden van de woonomgeving en correct gebruik van woonruimte.

1:4

Wat betreft ENECO:

-        Het doeltreffend bestrijden van illegale stroomaansluitingen / verzwaringen die kunnen leiden tot overbelasting cq. uitval van de energienetten van ENECO en/of die kunnen leiden tot diefstal van energie.

 

Artikel 2.

Het doel van de samenwerking :

De samenwerking richt zich op een structurele integrale aanpak van hennepkwekerijen en heeft tot doel :

-         het beëindigen van overtredingen van de Opiumwet als gevolg van het telen van hennep;

-         het beëindigen van gevaarlijke situaties die optreden bij het telen van hennep;

-         het tegengaan van de door hennepteelt veroorzaakte schade aan het woningbestand;

-         het tegengaan van criminele activiteiten die gepaard gaan met het telen van hennep;

-         bijdragen aan het verbeteren van het woon- en leefklimaat in de gemeente Delft.

 

Artikel 3.

De opzet van de samenwerking

De samenwerking heeft tot doel om de activiteiten op elkaar af te stemmen en in onderling overleg en wederzijdse afstemming richting geven aan de samenwerking door gemeenschappelijk op te treden.

 

Artikel 4.

Planning, financiën en controle

Partijen dragen ieder zelf de kosten die de samenwerking en de informatie-uitwisseling met zich meebrengen. Voor de als gevolg van het convenant gegenereerde opbrengsten geldt dat deze hun normale, door de wetgever beoogde bestemming krijgen. Partijen nemen deel aan de in artikel 7 genoemde overlegstructuren. Partijen komen jaarlijks met een rapportage over het effect van de samenwerking en informatie-uitwisseling. Naar aanleiding van de resultaten uit deze rapportage kan het convenant worden aangepast. Partijen zijn ieder zelf verantwoordelijk voor de resultaatmeting, bewaking en beheersing van hun eigen activiteiten in het kader van het convenant, welke als zodanig deel uitmaken van de reguliere evaluaties van hun organisaties.

 

Artikel 5.

Informatie-uitwisseling

Het genereren en analyseren van informatie over de doelgroep die nodig is met het oog op het realiseren van de hierboven omschreven doelstelling(en). Het onderling binnen de wettelijke kaders uitwisselen van de informatie die beheerd wordt door ieder der partijen.

5:1

De convenantpartners verplichten zich over en weer die informatie te verstrekken die nodig is om de samenwerking effectief en efficiënt te laten verlopen, met inachtneming van de wettelijke bepalingen.

De politie is daarbij in ieder geval gehouden aan de Wet politieregisters en het Besluit politieregisters.

Het Openbaar Ministerie is daarbij gehouden aan de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens (Wjsg) en aan de Aanwijzing verstrekking van strafvorderlijke gegevens voor buiten de strafrechtspleging gelegen doeleinden.(zie bijlage I)

De gemeente, de corporaties en ENECO zijn daarbij in ieder geval gehouden aan de Wet bescherming persoonsgegevens (WBP). ENECO is daarbij ook nog gehouden aan de Elektriciteitswet 1998 (artikel 19 en 79) en de interpretatie hiervan door de Directie Toezicht Energie, zoals verwoord in haar brief van 1 juli 2007 (zie bijlage). Het voorgaande houdt voor ENECO o.a. in dat zij in het kader van dit convenant alleen informatie aan de politie zla verstrekken en met de politie zal uitwisselen.

Binnen de hiervoor genoemde wettelijke kaders vindt de gegevens uitwisseling en de aanwending van de verkregen gegevens uitsluitend plaats ten behoeve van een goede vervulling van de publieke taak van de diverse partijen.

5:2

Indien bij een van de convenantpartners op basis van hen ter beschikking staande feitelijke gegevens of andere informatie het vermoeden bestaat dat er sprake is van de exploitatie van een hennepkwekerij, dan informeert zij onverwijld de politie over de plaats van de vermoedelijke hennepkwekerij alsmede de aanleiding waarop het vermoeden is gebaseerd.

5:3

De politie gaat de juistheid van het vermoeden na. Nadat gebleken is dat er voldoende aanwijzingen zijn, wordt overleg gepleegd met het Openbaar Ministerie. De politie informeert de convenantpartners zodat zij desgewenst adequate maatregelen kunnen treffen. De politie gaat over tot het betreden van het betreffende pand. Indien de hennepkwekerij wordt aangetroffen, wordt deze door de politie ontmanteld.

5:4

De politie verzoekt ENECO vooraf haar bij het binnentreden met het oog op veiligheidsrisico's vanwege mogelijk aanwezige illegale elektriciteitsaansluitingen te begeleiden. ENECO kan dan tevens zelf ter plaatse aanwijzingen verzamelen over door hen geleden schade en hun maatregelen tegen de hennepkweker treffen. Alhoewel de elektrische installatie van de desbetreffende woningen voor de verantwoordelijkheid van de woningeigenaar komen, zal ENECO, gelet op de ervaring die zij heeft met hennepkwekerijen (gaat vaak gepaard met ondeugdelijke en gevaarlijke elektrische installaties) een visuele inspectie van de elektrische installatie uitvoeren.

5:5

Indien het een huurwoning van een van de betrokken woningcorporaties betreft, wordt de betreffende corporatie verzocht om bij het binnentreden aanwezig te zijn, teneinde schade aan de woning vanwege het binnentreden tot een minimum te beperken. De woningcorporatie kan dan tevens zelf ter plaatse aanwijzingen verzamelen over door hen geleden schade verzamelen en hun maatregelen tegen de hennepkweker treffen.

5:6

De politie informeert de convenantpartners onmiddellijk na de ontmanteling van de hennepkwekerij, bij of krachtens het bepaalde in de Wet Politieregisters, zodat zij maatregelen kunnen treffen, zoals in het convenant is vastgelegd.

De politie verstrekt de volgende informatie:

-                 Personalia van de verdachte;

-                 Locatie van de hennepkwekerij;

-                 Datum ontmanteling hennepkwekerij;

-                 Aangetroffen aantal hennepplanten / hoeveelheid hennep;

-                 Aangetroffen situatie (o.a. inrichting van de hennepkwekerij en wijze van; elektriciteitsafname; aanwijzingen of de woning al dan niet wordt bewoond)

-                 Is er sprake van recidiverend gedrag, zo ja, dan datum eerdere ontmanteling;

-                 Indicatie over het aantal eerdere oogsten (duur van de periode waarin de hennepkwekerij, voorafgaand aan de ontmanteling door de politie, tenminste heeft gefunctioneerd);

-                 Eventueel risico voor omwonenden;

-                 Dossiernummer / mutatienummer;

5:7

Nadat het proces-verbaal door de politie aan het Openbaar Ministerie is gezonden, verstrekt het Openbaar Ministerie de eerder genoemde gegevens aan de convenantpartners, voor zover dit in het voorgaande traject nog niet heeft plaatsgevonden.(zie bijlage I)

5:8

Binnen de hiervoor genoemde wettelijke kaders vindt de gegevensuitwisseling en de aanwending van de verkregen gegevens uitsluitend plaats ten behoeve van een goede vervulling van de publieke taak van de diverse partijen.

 

Artikel 6.

Geheimhouding privacy

De gegevens worden uitsluitend gebruikt voor het doel waarvoor zij zijn verstrekt. Gegevens worden zonder toestemming van de verstrekker niet overgedragen of ter beschikking gesteld aan niet convenantpartners en zijn niet raadpleegbaar voor niet convenantpartners.

Geheimhoudingsvoorschriften in wet- en regelgeving van de convenantpartners worden in acht genomen. Het gestelde hieromtrent in respectievelijk de Wet politieregisters, het Besluit politieregisters, de Wet bescherming persoonsgegevens, de Wet Justitiële en Strafvorderlijke gegevens en Elektriciteitswet 1998, wordt daarbij in acht genomen.

 

De convenantpartners verplichten zich jegens elkaar om alle redelijkerwijs te nemen voorzorgsmaatregelen te treffen om de ontvangen informatie strikt vertrouwelijk en met de gepaste geheimhouding te behandelen.

 

Verplichtingen welke naar hun aard bestemd zijn om ook na ontbinding van het convenant voort te duren, blijven na ontbinding van dit convenant bestaan. Tot deze verplichtingen behoren onder meer het bepaalde omtrent geheimhouding.

 

Artikel 7.

Structuur van de samenwerking.

Er wordt een stuurgroep integrale aanpak hennepteelt geformeerd bestaande uit de leden van de lokale driehoek en een vertegenwoordiger van de belastingdienst.

 

Er wordt een ambtelijke werkgroep geformeerd waarin alle convenantpartners zijn vertegenwoordigd en gemandateerd om hun organisatie te vertegenwoordigen. De werkgroep maakt zonodig nadere afspraken ter uitvoering van dit convenant en ter regeling van zijn werkzaamheden. Deze nadere afspraken worden ter goedkeuring voorgelegd aan de Stuurgroep. De werkgroep rapporteert de lokale driehoek eenmaal per jaar over de voortgang van de integrale aanpak hennepkwekerijen.

De programmamanager Veiligheid van de gemeente Delft is trekker van de ambtelijke werkgroep. 

 

In Delft opereert een Operationeel Team waarin de convenantpartners op uitvoerend niveau zijn vertegenwoordigd. Dit team handelt bij de voorbereiding en ontmantelingen van hennepkwekerijen overeenkomstig het draaiboek voor de ontmanteling van hennepkwekerijen, dat als bijlage bij dit convenant is gevoegd. Het team maakt concrete afspraken over de uitvoering van afgesproken integrale handhavingactiviteiten. De politie heeft hierbij de trekkersrol. Het OM levert aan de operationele activiteiten en de voorbereiding daarvan, zonodig medewerking, maar maakt geen deel uit van het team.

 

Artikel 8.

Veiligheidsaspecten

Waar nodig zorgt de politie voor voldoende capaciteit om de sterke armfunctie te kunnen vervullen, zodanig dat de convenantpartners hun werkzaamheden kunnen uitvoeren met gebruikmaking van hun bevoegdheden.

 

Bij het beletten en/of belemmeren van ambtshandelingen, het plegen van wederspannigheid en bij strafbare feiten (o.a. mishandeling, bedreiging en vernieling) tegen de persoonlijke integriteit voert de politie een opsporingsonderzoek uit en maakt zo mogelijk proces-verbaal op tegen de dader(s). Het Openbaar Ministerie Den Haag gaat afhankelijk van de resultaten van het opsporingsonderzoek over tot vervolging van de strafbare feiten. Medewerkers (van alle convenantpartners) die hiermee worden geconfronteerd, doen aangifte bij de politie.

 

Artikel 9.

Bevoegdheden

Medewerkers van de convenantpartners worden uitsluitend ingezet voor het verrichten van de werkzaamheden waarvoor zij bevoegd zijn.

 

Artikel 10.

Voorlichting en contacten met media

Convenantpartners maken zonodig nadere afspraken over (voorgenomen) voorlichtingsactiviteiten en contacten met de media, op basis van een advies van de Communicatie- en Voorlichtingsafdelingen van de convenantpartners.

 

Artikel 11.

Bijzondere bepalingen

11:1    Indien er voor ENECO aanleiding bestaat te veronderstellen dat er sprake is van frauduleus en/of gevaarlijk handelen met betrekking tot de elektriciteitsaansluiting als gevolg van de mogelijke exploitatie van een hennepkwekerij dan kan zij een controle uitvoeren.

11:2    Indien ENECO constateert dat ten behoeve van de exploitatie van de

hennepkwekerij gebruik is gemaakt van gestolen elektriciteit dan zal zij bij de politie aangifte doenvan diefstal van elektriciteit, de elektriciteitsmeter bij betrokkenen verwijderen, de elektriciteit bij betrokkenen afsluiten, en voert zij zonodig verweer in door de betrokkene(n) aangespannen gerechtelijke procedure.

11:3    Indien sprake is van een (bijstands)uitkering, start de gemeente Delft een procedure om ten onrechte verkregen bijstand terug te vorderen, tot de aangiftegrens een maatregel opleggen en daarboven aangifte doen bij de Politie Haaglanden, bureau Delft.

11:4    De gemeente neemt zonodig bestuurlijke maatregelen om strijdigheid met bestemmingsplan, Woningwet, bouwverordening en eventueel andere toepasselijke regelgeving ongedaan te maken.          

11:5    Indien blijkt dat er sprake is van een hennepkwekerij in een huurwoning of daarbij behorend bijgebouw dan gaan de corporaties, na toetsing op juridische haalbaarheid, over tot het opstarten van een procedure tot ontbinding van de huurovereenkomst met de huurder van de huurwoning, garage of huurwoonwagen zonodig inclusief verhaal van schade.

11:6    Na toetsing op juridische haalbaarheid zorgt het Openbaar Ministerie voor strafrechtelijke afhandeling. Daarbij beoordeelt zij tevens de mogelijkheid om een vordering tot wederrechtelijk verkregen voordeel in te dienen.

 

Artikel 12.

Toetreding

12:1    Dit convenant staat open voor toetreding door andere overheids- en particuliere

instellingen, die in relatie tot de doelgroep gelijke doelstellingen nastreven als de huidige convenantpartners.

12:2    Een nieuwe partner kan door een aanvraag in te dienen bij de Burgemeester van Delft in zijn hoedanigheid van voorzitter van de in artikel 7 bedoelde Stuurgroep, toestemming vragen om toe te treden tot dit convenant. Na goedkeuring van alle convenantpartners kan de nieuwe partner toe treden via ondertekening van een bijlage bij het convenant.

 

Artikel 13.

Uitvoering en wijziging

Waar nodig maken partijen nadere afspraken om een goede uitvoering van dit convenant te verzekeren. Wijzigingen of aanvullingen van dit convenant dienen door alle convenantpartners te worden bekrachtigd.

 

Artikel 14.

Inwerkinqtreding, opzeqqing en beëindiqing

Dit convenant treedt op  sept 2008 in werking en geldt tot en met december 2010.

 

-         Het convenant kan eenzijdig worden opgezegd, zulks met inachtneming van een opzegtermijn van twee maanden, of op elk moment zonder opzegtermijn wanneer dit gebeurt met instemming van alle partijen.

-         Het convenant kan verlengd worden na een voorafgaande evaluatie van de bereikte effecten.

 

 

 

 

 

 

 

Aldus overeengekomen te Delft op …..    september  2008,

 

 

Ondertekenaars Convenant betreffende de integrale aanpak van hennepkwekerijen (publieke & private partijen)

 

De gemeente Delft

De Burgemeester van Delft, mede namens het College van B&W van de Gemeente Delft;

De heer mr.drs. G.A. Verkerk

 

Openbaar Ministerie

De Officier van Justitie van het Openbaar Ministerie, Arrondissementsparket Den Haag

Mevrouw mr. R L. Robert

 

Politie Haaglanden 

De Bureauchef van Politie Haaglanden, Bureau Delft

De heer M.L.M. van Tol

 

Vestia

De directeur Vestia Delft

De heer drs. G.P.M. den Ouden

 

Woonbron

De directeur Woonbron Delft

Mevrouw K. Schrederhof

 

Vidomes

De directeur Vidomes Delft

Mevrouw M. van Leeuwen

 

DUWO

De directeur DUWO

Mr. J.W. van Beek

 

ENECO

De directeur van ENECO NetBeheer B.V.,

De heer dr. J.W.A. de Swart

 

 

 

Bijlage  bij Convenant betreffende de integrale aanpak van hennepkwekerijen (publieke & private partijen)

 

 

De in art 5.6 bedoelde gegevensverstrekking door het OM geschiedt per convenantpartner op de volgende gronden:

 

-                 Verstrekking aan de uitkeringsinstanties ten behoeve van fraudebestrijding op het terrein van sociale zekerheid kan plaatsvinden met toepassing van paragraaf 4, sub c, onder I, van de Aanwijzing Wjsg.

 

-                 Verstrekking aan de gemeentelijke afdeling Bouwen en Milieu in geval de hennepkwekerij is aangetroffen in een kennelijk illegaal bouwwerk en/of sprake is van overtreding van de bouwregels (Bouwverordening, Woningwet en/of het Bestemmingsplan)   kan plaatsvinden met toepassing van paragraaf 4, sub d, van de Aanwijzing Wjsg.

 

-                 Verstrekking aan andere gemeentelijke toezichthouders (brandweer) kan, indien de situatie daartoe aanleiding geeft gezien de wettelijke bevoegdheden van deze toezichthouders, plaatsvinden met toepassing van paragraaf 4, sub b, onder III, in geval van vastgesteld gevaar voor personen en/of goederen, paragraaf 4, sub c, onder I, of paragraaf 4, sub d, van de Aanwijzing Wjsg.

 

-                 Verstrekking aan Eneco kan plaatsvinden met toepassing van paragraaf 4, sub b, onder VI, in geval vastgesteld is dat er sprake is van een situatie waarin gevaar bestaat voor personen of goederen of met toepassing van paragraaf 4, sub f2, onder I van de Aanwijzing Wjsg ingeval het energiebedrijf slachtoffer is van een strafbaar feit (diefstal van stroom).

 

-                 Verstrekking aan woningcorporaties kan plaatsvinden met toepassing van paragraaf 4, sub b, onder V, van de Aanwijzing Wjsg met dien verstande dat het openbaar ministerie alleen de genoemde gegevens aan de woningcorporatie kan verstrekken in het geval van bedrijfsmatige teelt. Bij de beoordeling of er sprake is van bedrijfsmatige teelt wordt aangesloten bij de Aanwijzing Opiumwet.

 


Bijlage 3

Convenant betreffende de integrale aanpak van hennepkwekerijen (publieke partijen)

 

*         De gemeente Delft;

*         Openbaar Ministerie arrondissementsparket Den Haag;

*         Politie Haaglanden, bureau Delft; 

*         Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV);

*         Belastingdienst Haaglanden;

 

komen overeen:

 

Hun onderlinge samenwerking en integrale aanpak van hennepkwekerijen vorm te geven zoals hierna beschreven. Informatie uit te wisselen die nodig is om de samenwerking en de integrale aanpak van hennepkwekerijen effectief en efficiënt te laten verlopen.

 

Onder een hennepkwekerij wordt in deze overeenkomst verstaan: een inrichting van welke aard ook, waarin anders dan voor strikt persoonlijk eigen gebruik (max. 5 planten) hennep wordt geteeld, bewaard, bereid, bewerkt of verwerkt.

 

Artikel 1.

 

Doelstellingen

Partijen gaan een samenwerkingsverband aan ter verwezenlijking van de integrale aanpak van hennepkwekerijen betreffende het grondgebied van de gemeente Delft dat ressorteert onder de regio Politie Haaglanden, bureau Delft en het Arrondissementsparket Den Haag en mede ter verwezenlijking van de volgende individuele taakstellingen:

 

1:1

Gemeente Delft

-        Het doeltreffend bestrijden van de overlast en de illegale/onrechtmatige praktijken als gevolg van hennepteelt;

-        Het overheidsoptreden, dat zich richt op doelmatiger en doeltreffender bestuurlijke en strafrechtelijke handhaving, mogelijk te maken;

-        Het handhaven en bevorderen van de veiligheid van de bewoners en omwonenden;

-        Het tegengaan van misbruik en oneigenlijk gebruik van sociale voorzieningen.

 

1:2

Politie Haaglanden, bureau Delft en het Arrondissementsparket Den Haag 

-        Het integraal en doeltreffend bestrijden van de criminaliteit en het handhaven van de openbare orde bij hennepteelt alsmede het bestrijden van daarmee gepaard gaande andere vormen van criminaliteit;

-        Het overheidsoptreden, dat zich richt op doelmatiger en doeltreffender bestuurlijke en strafrechtelijke handhaving, mogelijk te maken;

 

1:3

UWV

Het opsporen van feiten met betrekking tot mogelijke fraude ten aanzien van sociale

verzekeringswetgeving en het verbaliseren ten behoeve van het Openbaar Ministerie, indien de benadeling boven de aangiftegrens ligt. 

 

1:4

Belastingdienst

De Belastingdienst onderzoekt -in overleg met het OM en met inachtneming van het Besluit ontneming wederrechtelijk verkregen voordelen- of ter zake van de uit de hennepteelt verkregen voordelen in de belastingheffing betrokken kunnen worden en zorgt er voor dat de daaruit voortvloeiende aanslagen op effectieve wijze worden ingevorderd.

 

Artikel 2.

 

Het doel van de samenwerking :

De samenwerking richt zich op een structurele integrale aanpak van hennepkwekerijen en heeft tot doel :

-         het beëindigen van overtredingen van de Opiumwet als gevolg van het telen van hennep;

-         het beëindigen van gevaarlijke situaties die optreden bij het telen van hennep;

-         het tegengaan van criminele activiteiten die gepaard gaan met het telen van hennep;

-         bijdragen aan het verbeteren van het woon- en leefklimaat in de gemeente Delft;

-         het tegengaan van oneigenlijk gebruik van sociale zekerheidsuitkeringen;

-         bijdragen aan het ontnemen van het wederrechtelijk verkregen voordeel en/of de heffing en inning van belastingen terzake van die voordelen.

 

Artikel 3.

 

De opzet van de samenwerking

 

De samenwerking heeft tot doel om de activiteiten op elkaar af te stemmen en in onderling overleg en wederzijdse afstemming richting geven aan de samenwerking door gemeenschappelijk op te treden.

 

Artikel 4.

 

Planning, financiën en control

 

Partijen dragen ieder zelf de kosten die de samenwerking en de informatie-uitwisseling met zich meebrengen. Voor de als gevolg van het convenant gegenereerde opbrengsten geldt dat deze hun normale, door de wetgever beoogde bestemming volgen. Partijen nemen deel aan de in artikel 7 genoemde overlegstructuren. Partijen komen jaarlijks met een rapportage over het effect van de samenwerking en informatie-uitwisseling. Naar aanleiding van de resultaten uit deze rapportage kan de uitvoering van het convenant worden aangepast. Partijen zijn ieder zelf verantwoordelijk voor de resultaatmeting, bewaking en beheersing van hun eigen activiteiten in het kader van het convenant, welke als zodanig deel uitmaken van de reguliere evaluaties van hun organisaties.

 

Artikel 5.

 

Informatie-uitwisseling

 

Het genereren en analyseren van informatie over de doelgroep die nodig is met het oog op het realiseren van de hierboven omschreven doelstelling(en).Het onderling, binnen de wettelijke kaders, uitwisselen van de informatie die beheerd wordt door ieder der partijen.

 

5:1

De convenantpartners verplichten zich over en weer met inachtneming van de wettelijke bepalingen die informatie te verstrekken die nodig is om de samenwerking effectief en efficiënt te laten verlopen.

 

De politie is daarbij in ieder geval gehouden aan de Wet politieregisters en het Besluit politieregisters.

 

Het Openbaar Ministerie is daarbij gehouden aan de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens (Wjsg) en aan de Aanwijzing verstrekking van strafvorderlijke gegevens voor buiten de strafrechtspleging gelegen doeleinden.(bijlage I)

 

De gemeente is daarbij in ieder geval gehouden aan de Wet bescherming persoonsgegevens.

 

Het UWV is daarbij gehouden aan de Wet Structuur Uitvoeringsorganisatie Werk en Inkomen (SUWI) en de Wet Bescherming Persoonsgegevens.

 

De Belastingdienst is daarbij in ieder geval gehouden  aan de Algemene wet inzake rijksbelastingen, de Invorderingswet 1990, de  Wet bescherming Persoonsgegevens en het Voorschrift informatieverstrekking 1993 (VIV). De FIOD-ECD is daarbij bovendien gehouden aan de Wet bescherming persoonsgegevens en de Wet politieregisters.

 

5:2

Indien bij een van de convenantpartners op basis van hen ter beschikking staande feitelijke gegevens of andere informatie het vermoeden bestaat dat er sprake is van de exploitatie van een hennepkwekerij, dan informeert zij onverwijld de politie over de plaats van de vermoedelijke hennepkwekerij en de aanleiding waarop het vermoeden is gebaseerd.

 

5.3

De politie gaat de juistheid van het vermoeden na. Nadat gebleken is dat er voldoende aanwijzingen zijn, wordt overleg gepleegd met het Openbaar Ministerie. De politie informeert de convenantpartners met een controlebevoegdheid en/of opsporingsbevoegdheid  (Belastingdienst, uitkeringsinstantie UWV en gemeentelijke dienst Werk, inkomen en Zorg), zodat zij desgewenst adequate maatregelen kunnen treffen. Op basis van hun bevindingen van de verstrekte informatie kunnen Belastingdienst en uitkeringsinstanties (UWV en gemeentelijke dienst Werk, inkomen en zorg) desgewenst de politie vergezellen bij het binnentreden. De politie gaat over tot het betreden van het betreffende pand. Indien de hennepkwekerij wordt aangetroffen, wordt deze door de politie ontmanteld.

 

5.4

De politie informeert de convenantpartners onmiddellijk na de ontmanteling van de hennepkwekerij, bij of krachtens het bepaalde in de Wet Politieregisters, zodat zij maatregelen kunnen treffen zoals in het convenant is vastgelegd.

 

De politie verstrekt de volgende informatie:

-        Personalia van de verdachte;

-        Locatie van de hennepkwekerij;

-        Datum ontmanteling hennepkwekerij;

-        Aangetroffen aantal hennepplanten / hoeveelheid hennep;

-        Aangetroffen situatie (o.a. inrichting van de hennepkwekerij en wijze van elektriciteitsafname; informatie of de woning al dan niet wordt bewoond);

-        Is er sprake van recidiverend gedrag, zo ja, dan datum eerdere ontmanteling;

-        Indicatie over het aantal eerdere oogsten (duur van de periode waarin de hennepkwekerij, voorafgaand aan de ontmanteling door de politie, tenminste heeft gefunctioneerd);

-        Eventueel risico voor omwonenden;

-        Dossiernummer/ mutatienummer;

 

5.5

Nadat het proces-verbaal door de politie is gezonden aan het Openbaar Ministerie, verstrekt het Openbaar Ministerie de eerder genoemde gegevens aan de convenantpartners voor zover dit in het voorgaande traject nog niet heeft plaatsgevonden.(zie bijlage I)

 

5.6

Binnen de hiervoor genoemde wettelijke kaders vindt de gegevensuitwisseling en de aanwending van de verkregen gegevens uitsluitend plaats ten behoeve van een goede vervulling van de publieke taak van de diverse partijen. Het UWV maakt daarbij in iedere afzonderlijke concrete zaak een afweging over het al dan niet verstrekken van informatie. De belastingdienst verstrekt geen gegevens, behoudens de mogelijkheid genoemd in  het VIV 1993. 

 

Artikel 6.

Geheimhouding privacy

De gegevens worden uitsluitend gebruikt voor het doel waarvoor zij zijn verstrekt. Gegevens worden zonder toestemming van de verstrekker niet overgedragen of ter beschikking gesteld aan niet convenantpartners en zijn niet raadpleegbaar voor niet convenantpartners.

 

Geheimhoudingsvoorschriften in wet- en regelgeving van de convenantpartners worden in acht genomen. Het gestelde hieromtrent in respectievelijk de Wet politieregisters, het Besluit politieregisters, de Wet bescherming persoonsgegevens, de Wet Justitiële en Strafvorderlijke gegevens, de wet SUWI wordt in acht genomen. UWV is daarbij gehouden aan de Wet Structuur Uitvoeringsorganisatie Werk en inkomen (SUWI) en de Wet Bescherming Persoonsgegevens.

De belastingdienst is daarbij in ieder geval gehouden aan de  WBP, Algemene wet inzake rijksbelastingen, de Invorderingswet 1990 en het Voorschrift informatie verstrekking 1993 (VIV).

De FIOD-ECD is daarbij bovendien gehouden aan de Wet bescherming persoonsgegevens en de

Wet politieregisters.

 

De convenantpartners verplichten zich jegens elkaar om alle redelijkerwijs te nemen voorzorgsmaatregelen te treffen om de ontvangen informatie strikt vertrouwelijk en met de gepaste geheimhouding te behandelen.

 

Verplichtingen welke naar hun aard bestemd zijn om ook na ontbinding van het convenant voort te duren, blijven na ontbinding van dit convenant bestaan. Tot deze verplichtingen behoren onder meer het bepaalde omtrent geheimhouding.

 

Artikel 7.

 

Structuur van de samenwerking.

Er wordt een stuurgroep integrale aanpak hennepteelt geformeerd bestaande uit de leden van de lokale driehoek en een vertegenwoordiger van de belastingdienst.

 

Er wordt een ambtelijke werkgroep geformeerd waarin alle convenantpartners zijn vertegenwoordigd en gemandateerd om hun organisatie te vertegenwoordigen. De werkgroep maakt zonodig nadere afspraken ter uitvoering van dit convenant en ter regeling van zijn werkzaamheden. Deze nadere afspraken worden ter goedkeuring voorgelegd aan de Stuurgroep. De werkgroep rapporteert de lokale driehoek een maal per jaar over de voortgang van de integrale aanpak hennepkwekerijen.

De programmamanager Veiligheid van de gemeente Delft is trekker van de ambtelijke werkgroep.

 

In Delft opereert een Operationeel Team waarin de convenantpartners, behoudens de belastingdienst op uitvoerend niveau zijn vertegenwoordigd. Dit team handelt bij de voorbereiding en ontmantelingen van hennepkwekerijen overeenkomstig het draaiboek voor de ontmanteling van hennepkwekerijen, dat als bijlage bij dit convenant is gevoegd. Het team maakt concrete afspraken over de uitvoering van afgesproken integrale handhavingactiviteiten. De politie heeft hierbij de trekkersrol. Het OM levert aan de operationele activiteiten en de voorbereiding daarvan, zonodig medewerking, maar maakt geen deel uit van het team. De belastingdienst neemt niet deel aan operationele activiteiten of aan de voorbereiding daarvan.        

 

Artikel 8.

 

Veiligheidsaspecten

Waar nodig zorgt de politie voor voldoende capaciteit om de sterke armfunctie te kunnen vervullen, zodanig dat de convenantpartners hun werkzaamheden kunnen vervullen met gebruikmaking van hun bevoegdheden.

 

Bij het beletten en/of belemmeren van ambtshandelingen, het plegen van wederspannigheid en bij strafbare feiten (o.a. mishandeling, bedreiging en vernieling) tegen de persoonlijke integriteit voert de politie een opsporingsonderzoek uit en maakt zo mogelijk proces-verbaal optegen de dader(s).

Het Openbaar Ministerie Den Haag gaat afhankelijk van de resultaten van het opsporingsonderzoek over tot vervolging van de strafbare feiten. Medewerkers (van alle convenantpartners) die hiermee worden geconfronteerd, doen aangifte bij de politie.

Artikel 9.

 

Bevoegdheden

Medewerkers van de convenantpartners worden uitsluitend ingezet voor het verrichten van de werkzaamheden waarvoor zij bevoegd zijn.

 

Artikel 10.

 

Voorlichting en contacten met media

Convenantpartners maken zonodig nadere afspraken over (voorgenomen) voorlichtingsactiviteiten en contacten met de media, op basis van een advies van de Communicatie- en Voorlichtingsafdelingen van de convenantpartners.

 

Artikel 11.

 

Bijzondere bepalingen

 

11:1    Indien sprake is van een (bijstands)uitkering, dan start de gemeente een procedure om ten onrechte verkregen bijstand terug te vorderen, tot de aangiftegrens een maatregel opleggen en daarboven aangifte doen bij de Politie Haaglanden, bureau Delft;

 

11:2    De gemeente neemt zonodig bestuurlijke maatregelen om strijdigheid met bestemmingsplan, Woningwet, bouwverordening en eventueel andere toepasselijke regelgeving ongedaan te maken;

 

11:3    Na toetsing op juridische haalbaarheid zorgt het Openbaar Ministerie voor strafrechtelijke afhandeling. Daarbij wordt ook de mogelijkheid bezien om een vordering tot wederrechtelijk verkregen voordeel in te dienen.

 

11:4    Het UWV treedt op tegen feiten met betrekking tot mogelijke fraude ten aanzien van sociale

verzekeringswetgeving en het verbaliseert ten behoeve van het Openbaar Ministerie.

 

11:5     De Belastingdienst onderzoekt of de deelnemers aan het strafbare feit inkomsten uit de teelt van hennep hebben genoten welke niet in een aangifte zijn verantwoord. De Belastingdienst corrigeert een onjuiste aangifte door een naheffing of navordering of, bij een ontbrekende aangifte, door het  uitreiken van een uitgifte.

 

Artikel 12.

 

Toetreding

 

12:1    Dit convenant staat open voor toetreding door andere  overheidsinstellingen die in relatie tot de doelgroep gelijke doelstellingen nastreven als de huidige convenantpartners. Het is niet mogelijk om particuliere partners te laten toetreden.

 

12: 2    Een nieuwe partner kan door een aanvraag in te dienen bij de Burgemeester van Delft in zijn hoedanigheid van voorzitter van de in artikel 7 bedoelde Stuurgroep, toestemming vragen om toe te treden tot dit convenant. Na goedkeuring van alle convenantpartners kan de nieuwe  partner toetreden via ondertekening van een bijlage bij het convenant.

 

Artikel 13.

 

Uitvoering en wiiziqinq

 

Waar nodig maken partijen nadere afspraken om een goede uitvoering van dit convenant te verzekeren. Wijzigingen of aanvullingen van dit convenant dienen door alle convenantpartners te worden bekrachtigd.

Artikel 14.

 

Inwerkinqtreding, opzeqqing en beëindiqing

 

Dit convenant treedt op  ## september 2008 in werking en geldt tot 31 december 2010

 

-         Het convenant kan eenzijdig worden opgezegd, zulks met inachtneming van een opzegtermijn van twee maanden, of  op elk moment zonder opzegtermijn wanneer dit gebeurt met instemming van alle partijen.

-         Het convenant kan verlengd worden na een voorafgaande evaluatie van de bereikte effecten.

 

 

Aldus overeengekomen te Delft op  ## september 2008,

 

 

Ondertekenaars Convenant betreffende de integrale aanpak van hennepkwekerijen (publieke & private partijen)

 

De gemeente Delft

De Burgemeester van Delft, mede namens het College van B&W van de Gemeente Delft;

De heer mr.drs. G.A. Verkerk

 

Openbaar Ministerie

De Officier van Justitie van het Openbaar Ministerie, Arrondissementsparket Den Haag

Mevrouw mr. R L. Robert

 

Politie Haaglanden 

De Bureauchef van Politie Haaglanden, Bureau Delft

De heer M.L.M. van Tol

 

Uitvoeringsinstituut Werknemers Verzekering (UWV)

De directeur van het directoraat Fraude, Preventie en Opsporing  

De heer / mevr. ####

 

Belastingdienst

Lid van het managementteam Belastingdienst Haaglanden

De heer / mevr. ####

 

 

Bijlage bij Convenant betreffende de integrale aanpak van hennepkwekerijen (publieke partijen)

 

De in artikel 5.5 genoemde gegevensverstrekking door het Openbaar Ministerie aan de convenantpartners geschiedt per convenantpartner op de volgende gronden:

 

-        Verstrekking aan de uitkeringsinstanties ten behoeve van fraudebestrijding op het terrein van sociale zekerheid kan plaatsvinden met toepassing van paragraaf 4, sub c, onder I, van de Aanwijzing Wjsg.

 

-        Verstrekking aan de Belastingdienst kan plaatsvinden met toepassing van paragraaf 4, sub c, onder I, van de Aanwijzing Wjsg.

 

-        Verstrekking aan de gemeentelijke afdeling Bouwen en Milieu  in geval de hennepkwekerij is aangetroffen in een kennelijk illegaal bouwwerk en/of sprake is van overtreding van de bouwregels (Bouwverordening, Woningwet en/of het Bestemmingsplan)  kan plaatsvinden met toepassing van paragraaf 4, sub d, van de Aanwijzing Wjsg.

 

-        Verstrekking aan andere gemeentelijke toezichthouders (brandweer) kan, indien de situatie daartoe aanleiding geeft gezien de wettelijke bevoegdheden van deze toezichthouders, plaatsvinden met toepassing van paragraaf 4, s ub b, onder III, in geval van vastgesteld gevaar voor personen en/of goederen, paragraaf 4, sub c, onder I, of paragraaf 4, sub d, van de Aanwijzing Wjsg.


Bijlage 4:

Convenant betreffende de toepassing en handhaving

van overheidsregelingen bij handhavingsknelpunten

De Staatssecretaris van Financiën, voor de Belastingdienst, met name

·         De Belastingdienst Haaglanden

·         De Belastingdienst/FIOD-ECD

·         De Belastingdienst Douane West

 

De Burgemeester van Delft, mede namens Het College van B&W van de Gemeente Delft

 

De officier van Justitie van het Openbaar Ministerie, Arrondissementsparket Den Haag

 

De bureauchef Regiopolitie Haaglanden bureau Delft

Komen overeen:

·         Hun onderlinge samenwerking en integrale aanpak bij de toepassing en handhaving van overheidsregelingen bij handhavingsknelpunten vorm te geven zoals hierna omschreven.

·         Informatie uit te wisselen die nodig is om de samenwerking en de integrale aanpak effectief en efficiënt te laten verlopen.

 

Artikel 1.

Doelstellingen

Partijen gaan een samenwerkingsverband aan ter verwezenlijking van de integrale aanpak van het overheidsoptreden, betreffende de gemeente Delft en mede ter verwezenlijking van de volgende individuele taakstellingen:

 

1.1

Wat betreft de Gemeente

·         Het bevorderen van de veiligheid van de bewoners en omwonenden.

·         Het doeltreffender bestrijden van de overlast en de illegale / onrechtmatige praktijken als gevolg van handelen en/of nalaten van de doelgroep waarop de samenwerking gericht is;

·         Het overheidsoptreden, gericht op bestuurlijke en strafrechtelijke handhaving, doelmatiger en doeltreffender maken;

 

1.2

Wat betreft de Politie Haaglanden en het parket Delft

·         Het doeltreffender bestrijden van de criminaliteit en handhaven van de openbare orde bij de doelgroep waarop de samenwerking gericht is;

·         Het overheidsoptreden, gericht op bestuurlijke en strafrechtelijke handhaving, doelmatiger en doeltreffender maken.

 

1.3

Wat betreft de Belastingdienst

·         Het overheidsoptreden gebaseerd op de fiscale regelgeving en de niet fiscale douanetaken bij de in artikel 2 genoemde doelgroep, gericht op bestuurlijke handhaving, doelmatiger en doeltreffender maken;

·         Het overheidsoptreden gebaseerd op de fiscale regelgeving en de niet fiscale douanetaken bij de in artikel 2 genoemde doelgroep, gericht op strafrechtelijke handhaving door de FIOD-ECD, doelmatiger en doeltreffender maken.


 

Artikel 2.

Het doel van de samenwerking

De samenwerking richt zich op de toepassing en handhaving van overheidsregelingen bij handhavingsknelpunten, bij de Belastingdienst ook wel bekend onder de benaming vrijplaatsen. Hieronder worden verstaan:

 

Groepen of locaties waar een effectief overheidsoptreden wordt belemmerd, leidend tot een maatschappelijk ongewenste situatie, waarbij structurele fraude van wezenlijke betekenis is. De belemmering betreft soms een bestaande of vermeende dreiging, soms een sociaal-culturele hindernis.

 

Handhavingsknelpunten doen zich onder meer voor op de gebieden van: illegale casino’s, belwinkels, coffeeshops, malafide uitzendbureau’s, bijzondere doelgroepen, bedrijventerreinen en risicogebieden.

 

In de stuurgroep maken partijen afspraken over de prioritering van de aanpak van vrijplaatsen. De samenwerking op grond van dit convenant is aanvullend op projecten die in het kader van integrale overheidshandhaving en in het kader van interventieprojecten al worden uitgevoerd. Tevens is dit convenant een onderdeel van de aanpak “bestuurlijk tegenhouden” van de gemeente Delft.

 

Artikel 3.

De opzet van de samenwerking

·         Het in onderling overleg en wederzijdse afstemming richting geven aan de samenwerking door middel van het bij elkaar brengen van activiteiten en het brengen van samenhang hierin.

·         Het genereren en analyseren van informatie over de doelgroep die nodig is met het oog op het realiseren van de hierboven omschreven doelstelling(en).

·         Het onderling uitwisselen van de informatie die beheerd wordt door ieder der partijen.

 

Artikel 4.

Planning, financiën en control

·         Partijen dragen ieder zelf de kosten die de samenwerking en de informatie-uitwisseling met zich meebrengen.

·         Voor de als gevolg van het convenant gegenereerde opbrengsten geldt dat deze hun normale, door de wetgever beoogde bestemming volgen.

·         Partijen nemen deel aan de in artikel 7 genoemde overlegstructuren.

·         Partijen komen halfjaarlijks met een voortgangsrapportage over het effect van de samenwerking en informatie-uitwisseling. Naar aanleiding van de resultaten uit deze voortgangsrapportage kan het convenant worden aangepast.

Partijen zijn ieder zelf verantwoordelijk voor de resultaatmeting, bewaking en beheersing van hun eigen activiteiten in het kader van het convenant, welke als zodanig deel uitmaken van de reguliere evaluaties van hun organisaties.

 

Artikel 5.

Informatie-uitwisseling

De convenantpartners verplichten zich over en weer met inachtneming van de wettelijke bepalingen die informatie te verstrekken die nodig is om de samenwerking effectief en efficiënt te laten verlopen.

·         De politie is daarbij in ieder geval gehouden aan de Wet politieregisters en het Besluit politieregisters.

·         Het Openbaar Ministerie is daarbij gehouden aan de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens en vanaf 1 november 2004 aan de Aanwijzing verstrekking van strafvorderlijke gegevens voor buiten de strafrechtspleging gelegen doeleinden.

·         De gemeente is daarbij in ieder geval gehouden aan de Wet bescherming persoonsgegevens.

·         De Belastingdienst is daarbij in ieder geval gehouden aan de Algemene wet inzake rijksbelastingen, de Invorderingswet 1990 en het Voorschrift informatieverstrekking 1993 (VIV). Gelet op het voorgaande is het verstrekken van genoemde informatie in overeenstemming met het door de Staatssecretaris van Financiën in hoofdstuk 2.2, onderdeel b, van het voorschrift informatieverstrekking 1993 neergelegde beleid met betrekking tot informatieverstrekking door de Belastingdienst en De Staatssecretaris van Financiën verleent door ondertekening van deze overeenkomst zijn goedkeuring aan de informatieverstrekking.

·         De FIOD-ECD is daarbij bovendien gehouden aan de Wet bescherming persoonsgegevens en de Wet politieregisters.

 

Binnen de hiervoor genoemde wettelijke kaders zal de gegevensuitwisseling en de aanwending van de verkregen gegevens uitsluitend plaatsvinden ten behoeve van een goede vervulling van de publieke taak van de diverse partijen. Het Openbaar Ministerie zal daarbij in iedere afzonderlijke concrete zaak een afweging maken omtrent het al dan niet verstrekken van informatie op basis van een voldoende gemotiveerd verzoek.

 

Niet uitputtend kan aan de volgende informatie worden gedacht:

NAW gegevens, verblijftitels, locatiegegevens, gegevens over rechtsvorm en andere ondernemingsgegevens, gegevens over inkomen en uitkeringen, gegevens over ondernemingswinst en vermogen, gegevens over belastingen, gegevens over zakelijke zekerheidsrechten, gegevens over financieringen, gegevens over vastgoed, gegevens over schenkingen en erfenissen, gegevens over vergunningen, gegevens over subsidies, gegevens over notariële akten, gegevens uit administratiefrechtelijke onderzoeken, gegevens uit processen verbaal, gegevens uit vonnissen en arresten, gegevens uit opsporingsonderzoeken, gegevens over overtredingen en misdrijven.

 

Met in achtneming van het voorgaande maken partijen in de stuurgroep afspraken over de wijze van verstrekking van informatie en over de waarborgen waaronder dit gebeurt.

 

Artikel 6.

Geheimhouding/privacy

De gegevens worden uitsluitend aangewend voor het doel waarvoor zij zijn verstrekt. Gegevens worden zonder toestemming van de verstrekker niet overgedragen of ter beschikking gesteld van niet convenantpartners en zijn niet raadpleegbaar voor niet convenantpartners. 

Geheimhoudingsvoorschriften in wet- en regelgeving van de convenantpartners worden in acht genomen. Het gestelde hieromtrent in respectievelijk de Wet politieregisters, het Besluit politieregisters, de Wet bescherming persoonsgegevens, de Wet Justitiële en Strafvorderlijke gegevens, de Algemene wet inzake rijksbelastingen, de Invorderingswet 1990 en het Voorschrift informatieverstrekking (VIV) zal daarbij in acht worden genomen.

 

Artikel 7.

Structuur van de samenwerking.

Er wordt een Stuurgroep integrale sturing handhavingsknelpunten geformeerd onder leiding van de Burgemeester van Delft waarin de convenantpartners bestuurlijk zijn vertegenwoordigd en gemandateerd zijn om hun organisatie te binden in relatie tot de gemaakte samenwerkingsafspraken. De Stuurgroep maakt afspraken over de regeling van zijn werkzaamheden.

 

Daarnaast is er een ‘operationeel team’ waarin alle convenantpartners vertegenwoordigd zijn op uitvoerend niveau. In dat team worden concrete afspraken gemaakt over de uitvoering van in de Stuurgroep afgesproken integrale handhavingactiviteiten en/of toepassing van overheidsregelingen. Tevens kunnen in dat team werkafspraken worden gemaakt over de uitvoering van activiteiten die voortvloeien uit de individuele doelstellingen van de convenantpartijen. In dat laatste geval gaat het vaak om één convenantpartij die afspraken maakt met de Politie Haaglanden omdat de sterke arm nodig is om tot uitvoering over te kunnen gaan. Bij het daadwerkelijk beschikbaar stellen van de capaciteit van de sterke arm heeft de politie een regiefunctie in de mogelijkheid om de activiteiten van de convenantpartijen te combineren.

 

Artikel 8.

Veiligheidsaspecten

Waar nodig zorgt de politie conform het gestelde in artikel 7 voor voldoende capaciteit om de sterke armfunctie te kunnen vervullen, zodanig dat de convenantpartners hun werkzaamheden kunnen vervullen met gebruikmaking van hun bevoegdheden.

Bij het beletten en/of  belemmeren van ambtshandelingen, het plegen van wederspannigheid en bij strafbare feiten (o.a. mishandeling, bedreiging en vernieling) tegen de persoonlijke integriteit zal de politie  een opsporingsonderzoek uitvoeren en zo mogelijk proces-verbaal opmaken tegen de daders. Het Openbaar Ministerie Den Haag zal afhankelijk van de resultaten van het opsporingsonderzoek in beginsel overgaan tot vervolging van de strafbare feiten. Medewerkers (van alle convenantpartners) die hiermee worden geconfronteerd, worden geacht aangifte te doen bij de politie (Zie Geweldsprotocol?). Daarbij kiezen ze domicilie bij hun eigen organisatie.

 

Artikel 9.

Bevoegdheden

Medewerkers van de convenantpartners mogen uitsluitend worden ingezet voor het verrichten van de werkzaamheden waarvoor zij bevoegd zijn.

 

Artikel 10.

Voorlichting en contacten met media

De in artikel 7 genoemde Stuurgroep maakt afspraken over (voorgenomen) voorlichtingsactiviteiten en contacten met de media. Een en ander op basis van een advies van de Communicatie- en Voorlichtingsafdelingen van de convenantpartners.

 

Artikel 11.

Uitsluiting aansprakelijkheid

Convenantpartijen sluiten elke aansprakelijkheid jegens elkaar van schade op grond van deze overeenkomst uit.

 

Artikel 12 .

Signaleren van belemmeringen

Wanneer naar de mening van partijen wettelijke kaders de samenwerking en/of de informatieverstrekking in de weg staan leggen zij dit voor aan de betrokken bewindslieden. Het Openbaar Ministerie Delft informeert in deze gevallen het College van Procureurs-Generaal dat vervolgens beslist of de gesignaleerde belemmering aan de Minister van Justitie wordt voorgelegd.

 

Artikel 13.

Toetreding

1.       Dit convenant staat open voor toetreding door andere overheidsinstellingen die in relatie tot de doelgroep gelijke doelstellingen nastreven als de huidige convenantpartners.

2.       Een nieuwe partner kan door een aanvraag in te dienen bij de Burgemeester van Delft, in zijn hoedanigheid van voorzitter van de in artikel 7 bedoelde Stuurgroep, toestemming vragen om toe te treden tot dit convenant. Na goedkeuring van alle convenantpartners kan de nieuwe partner toetreden via ondertekening van een bijlage bij het convenant.

 

Artikel 14.

Uitvoering en wijziging

Waar nodig maken partijen in de stuurgroep nadere afspraken om een goede uitvoering van dit convenant te verzekeren. Aan de hand van dit convenant kunnen de convenantpartijen nader uitvoeringsregelingen opstellen. Wijzigingen of aanvullingen van dit convenant dienen door alle convenantpartners te worden bekrachtigd.


 

Artikel 15.

Inwerkingtreding, opzegging en beëindiging

Dit convenant:

·         treedt in werking op ## september 2008 en loopt tot en met 31 december 2010.

·         kan eenzijdig worden opgezegd, zulks met inachtneming van een opzegtermijn van twee maanden, of op elk moment zonder opzegtermijn wanneer dit gebeurt met instemming van alle convenantpartijen.

·         kan verlengd worden na een voorafgaande evaluatie van de bereikte effecten.

 

Aldus overeengekomen te Delft op ## september 2008,

 

Staatssecretaris van Financiën

 

Politie Haaglanden bureau Delft

 

Burgemeester van Delft

 

Officier van Justitie  arrondissementsparket Den Haag