Delft – Veilige stad om te wonen, werken en recreëren
Delft, 30 oktober 2007
Registratienummer 20340472
Samenvatting
Delft is een veilige stad. In een
vergelijking met negen andere gemeenten scoort Delft tweede (zie 2.3). En dat
willen wij graag zo houden. Door criminaliteit en overlast te verminderen en
het gevoel van veiligheid te verbeteren willen wij er voor zorgen dat Delft
voor iedereen een aangename stad is om te wonen, te werken en recreëren. Daarom
gaf in het coalitieakkoord “Ruimte zien,
ruimte
maken” dit college aan om jaarlijks een integraal veiligheidsplan op te
stellen. Om de samenhang en de breedte van het onderwerp veiligheid recht te doen, kiest dit
college voor een meerjarenprogramma Veiligheid, dat jaarlijks bijgesteld wordt.
Integrale aanpak
Omdat veiligheid zo’n breed begrip
is, raakt het verschillende beleidsterreinen. Dat betekent dat de aanpak van
veiligheid vanuit veel verschillende disciplines aandacht moet krijgen. Dit
vraagt een goede vorm van samenwerking. In de afgelopen jaren zijn hierin
belangrijke stappen gezet, maar het is goed om de komende tijd hieraan een
extra impuls te geven. Daarom is er gekozen voor een programmatische aanpak.
Voor de komende kabinetsperiode streeft het kabinet dan ook
naar een daling van de criminaliteit met 25% in 2010 ten opzichte van 2002.
Daarbij legt het de nadruk op bestrijden en voorkomen van geweld.
In “Samen aan de Slag”, het bestuursakkoord tussen rijk en
gemeenten zijn afspraken gemaakt over de inzet van gemeenten. Deze is immers
ook hard nodig om de gewenste vermindering van criminaliteit en overlast te
realiseren. De regierol van de gemeente wordt daarom in 2007 wettelijk
vastgelegd.
Ons college kan zich vinden in de doelstellingen van het
kabinet. De nadruk op preventie staat in het Bestuursakkoord tussen VNG en het
rijk en in het coalitieakkoord van ons college “Ruimte zien, ruimte maken”. In
de kadernota 2008-2011 hebben wij de voornemens van dit kabinet verwerkt. Veiligheid
in de stad is voor de begroting 2008 een belangrijk thema.
Doelen van het Programma Veiligheid
Gezien de ontwikkelingen in en rond Delft kiezen wij voor de
volgende doelen voor het programma Veiligheid:
·
80% van de bewoners voelt zich veilig in de eigen buurt
·
Daling criminaliteit met 25% t.o.v. 2002
·
Versterken van de regierol en het verbeteren van de
kwaliteit van de samenwerking waarbinnen ook meer aandacht komt voor de relatie
met de wijkaanpak en de bewonersparticipatie.
Jeugd is en blijft een prioriteit. In 2008 behouden wij de
aandacht op jeugd, vooral op het gebied van overlast, uitgaans-geweld en geweld
waarbij jeugd betrokken is krijgt prioriteit.
De afgelopen jaren is het aantal geweldplegingen gestegen,
terwijl overige vormen van criminaliteit zijn gedaald. Bij huiselijk geweld
heeft dit bijvoorbeeld te maken met het beter zichtbaar worden ervan. Dat is op
zich positief, omdat wij dan een goede aanpak kunnen formuleren. In de cijfers
lijkt het dan op een stijging, terwijl er vooral sprake is van het zichtbaar worden
van dit type geweld. Maar bij andere vormen van geweld is er duidelijk een
stijging te zien. Daarom willen wij ons in 2008 vooral richten op huiselijk
geweld en uitgaansgeweld.
Wij constateren vervolgens dat het begrip veiligheid nog
niet in alle beleidsterreinen een vertaling gekregen heeft. Zo kan bij het
ontwikkelen van gebieden in onze stad nog meer rekening worden gehouden met
aspecten van veiligheid en gevoelens van veiligheid. Hier is in Nederland
instrumentarium voor beschikbaar dat wij ook in Delft willen hanteren. Dus voor
2008 richten wij ons op beleidsterreinen waar meer aandacht aan fysieke
veiligheid kan worden besteed.
Op het terrein van jeugd en van geweldsbestrijding moeten in
2008 resultaten zichtbaar zijn. Daarop willen wij dan ook een daling zien van
criminaliteit en van het aandeel van jongeren bij criminaliteit. De investering
in de samenwerking is waarschijnlijk niet al in 2008 zichtbaar. Daarom nemen
wij ons voor om in 2008 een daling van de criminaliteit te hebben gerealiseerd
ten opzichte van 2002 met 22%.
Op basis van de wijkanalyse en veiligheidsscan kijken wij
per wijk naar de nodige prioriteiten. De hoofdthema’s van het veiligheidsbeleid
voeren wij waar mogelijk (deels) op wijkniveau.
Programmasturing
Vanwege de breedte van het begrip ‘veiligheid’ is dit een
breed programma dat meerdere beleidsterreinen van de gemeente raakt. Het
programma beschrijft de gemeentebrede inzet voor veiligheid en omvat daarom ook
meer activiteiten dan het huidige programma. Het sturen van een dergelijk breed
programma vergt dan ook een aparte invulling.
Om te beginnen heeft het programma een tijdelijk karakter en
loopt tot het einde van het collegeperiode. Veel activiteiten zullen blijken
reguliere activiteiten van de gemeente en anderen te zijn. De
programmastructuur is dan ook bedoeld om belangrijke initiatieven op het gebied
van veiligheid te nemen, maar vooral om te zorgen voor een goede voortgang en
afstemming tussen de verschillende elementen.
Inhoudsopgave
2 Ontwikkelingen
in en rondom Delft
2.1.1 Kabinet
heeft veel aandacht voor veiligheid
2.1.2 Aandacht
van politie Haaglanden voor jeugd en de burgers in de regio
2.2 Wat
is de situatie in Delft?
2.2.3 Vergelijking
met andere steden
3.1 In
2010 voelt 80% van de bewoners zich veilig in eigen buurt
3.2 In
2010 25% daling van criminaliteit t.o.v. 2002
3.3 Versterking
regierol en verbetering kwaliteit van samenwerking
4 Prioriteiten
van het programma Veiligheid
4.2 Bestrijden
en voorkomen van geweld
4.4 Behalen
van resultaten in 2008
4.5 Keuze
voor activiteiten in 2009-2010
5.1 Schematische
weergave van veiligheidsthema’s
5.2 Jeugdoverlast
en jeugdcriminaliteit
5.5 Huiselijk
en eergerelateerd geweld
6.1 Looptijd
programma Veiligheid 2007-2010
6.2 Programmamanager:
voortgang en samenhang
6.3 Bestuurlijke
en organisatorische afstemming programma Veiligheid
6.3.1 Stuurgroep
programma Veiligheid
6.3.3 Strategisch
handhavingsoverleg
7 Financiën
programma Veiligheid
In het
coalitieakkoord “Ruimte zien, ruimte maken’ gaf ons College aan om jaarlijks
een integraal veiligheidsplan op te stellen. Om de samenhang en de breedte van
het onderwerp veiligheid recht te doen, kiest het college voor een meerjarenprogramma
Veiligheid,
dat jaarlijks bijgesteld
wordt.
Veiligheid
is een belangrijk onderwerp. Het biedt bepalende randvoorwaarden voor de ontwikkeling
van stad en bewoners, zowel economisch als persoonlijk. In een veilige omgeving
is het gemakkelijker zaken doen. Een veilige omgeving is je op straat veilig voelen, dat je kinderen veilig buiten kunnen
spelen. Veiligheid is een onderwerp met veel raakvlakken, vandaar dat dit
programma ook aandacht geeft aan een veelheid van onderwerpen, als jeugd en
veiligheid, veilig uitgaan, veiligheid in de openbare ruimte.
De trend
in Nederland is dat de criminaliteit de afgelopen jaren is gedaald, maar dat
het aantal geweldsdelicten is gestegen. Het terugdringen van dit geweld is voor
Delft, maar ook voor het kabinet van groot belang. In zijn plannen streeft het
kabinet een daling van de criminaliteit na van 25% ten opzichte van 2002.
“Samen
aan de Slag” is de titel van het bestuursakkoord van het Rijk met de gemeenten.
Daarin staat
een breed programma over de verbeteringen die wij in Nederland en ook in Delft
willen bereiken. Bij een onderwerp als veiligheid, kan dat ook niet anders.
Veel verschillende mensen, instellingen, bedrijven en overheden zijn nodig om
veiligheid te realiseren. Daarom is er een apart hoofdstuk over Veiligheid. De
regierol van de gemeente op het gebied van veiligheid zal in 2007 nog wettelijk worden verankerd. Ook krijgt de
gemeente meer bevoegdheden op het gebied van bestuurlijke boetes.
Deze
regierol wil Delft waarmaken. Dat betekent samenwerken met veel verschillende
actoren, maar ook door burgers betrekken bij de veiligheid in hun eigen wijk.
Het doel van dit programma is dan ook om die samenwerking vorm te geven waar
deze ontbreekt
en te verbeteren
waar deze nog onvoldoende werkt.
Gevoelens van veiligheid worden
door meer factoren beïnvloed dan alleen maar objectieve criminaliteitscijfers.
Hoe mensen hun leef- en woonomgeving ervaren speelt in veel gevallen een
doorslaggevendere rol. Wij betrekken onze bewoners bij de aanpak van
veiligheids-problemen in hun wijk. Het gaat hier niet alleen om sociale
problemen die zij ervaren maar ook om een aantal fysieke problemen zoals enge
plekken of verkeersoverlast. Door zichtbaar een aantal voorzieningen en
samenwerkingsverbanden te verbeteren krijgen bewoners meer grip op hun eigen
leef- en woonomgeving. De goede ervaringen die wij hebben met de Delftse
wijkaanpak, willen wij daarom ook gebruiken om de veiligheid in onze stad en
buurten te verbeteren.
Het doel
voor 2010 is een daling van de criminaliteit met 25% ten opzichte van 2002 en
een verbetering van de gevoelens van veiligheid zodat 80% van de bewoners zich veilig voelt in de eigen buurt
In dit
programma Veiligheid staat wat Delft in de komende periode blijft en gaat doen
om veiligheid in de stad te bevorderen. De doelen, de prioriteiten en het kader
waarbinnen wij dat willen realiseren worden in dit programmaplan geschetst. Het gaat dan ook om
meerjarendoelen voor de periode 2007-2010. Tevens staan de lopende activiteiten
en de activiteiten voor 2008 in dit
programma.
Vervolgens stelt het programma Veiligheid jaarlijks de activiteiten bij op basis
van evaluaties en ontwikkelingen die zich voordoen.
In hoofdstuk 2 staat een omgevingsanalyse. Daarin beschrijven wij
enkele ontwikkelingen die van invloed zijn op de veiligheid in onze stad en op
onze aanpak. Aan de hand van de analyse staat in hoofdstuk 3 welke doelen ons college zich stelt met dit
programma. En omdat er al veel gebeurt en nog veel gedaan moet worden, geven
wij in hoofdstuk 4 aan welke prioriteiten wij stellen.
Binnen het programma Veiligheid is
ervoor gekozen om een aantal veiligheidsthema’s te benoemen. Bij die thema’s
geven wij schematisch weer welke knelpunten onze burgers en wij daar
constateren, welke activiteiten wij ondernemen om hier aandacht aan te schenken
en welke beleidsmaatregelen en projecten hiervoor in gang zijn of worden gezet.
Deze schematische weergave staat in hoofstuk 5.
Vanwege de breedte van het begrip
veiligheid is een programmatische aanpak nodig. De programmastructuur die wij
hiervoor willen inzetten beschrijven wij in hoofdstuk 6. In hoofdstuk 7 geven wij aan welke financiële middelen hiervoor
nodig zijn.
Delft is een veilige stad. In een vergelijking met negen
andere gemeenten scoort Delft tweede (zie 2.2.3). En dat willen wij graag zo houden. Door
criminaliteit en overlast te verminderen en het gevoel van veiligheid te
verbeteren willen wij er voor zorgen dat Delft voor iedereen een aangename stad
is om te wonen, te werken en recreëren. Veiligheid is een belangrijke
randvoorwaarde voor de economische ontplooiing van de stad, maar ook de
individuele ontplooiing van de bewoners.
De Randstad levert nog steeds een belangrijke bijdrage aan
de Nederlandse economie. Door zich te ontwikkelen als kennisstad pakt Delft
hiermee ook de nodige economische kansen, hetgeen de economische positie van de
stad goed van pas kan komen. De verwachting is dan ook dat de Randstad in het
algemeen en Delft in het bijzonder bijdragen aan de economische groei.
De Randstad zorgt ook voor een
jongere bevolking. Daar waar in de rest van Nederland het aantal ouderen de
komende jaren zal toenemen, is dit in de Randstad en in universiteitssteden
minder van toepassing. Dus ook voor Delft zal de vergrijzing minder gevolgen
hebben. Onze stad behoudt een relatief jonge bevolking, wat betekent dat Delft
een uitgaansstad zal blijven. De jonge bevolking stimuleert ook de economische
groei.
De aanwezigheid van de universiteit in Delft biedt vele
mogelijkheden op het gebied van technologische innovatie. Dit heeft economische
voordelen. Gezien de ambitie van de Europese Unie waarbij Europa zich wil
ontwikkelen in een stevige kenniseconomie, biedt dit onbetwiste mogelijkheden.
Onze plaats in de Randstad biedt economische kansen.
Echter, wij kijken ook naar de mogelijke nadelige gevolgen
van technologische innovatie. Alertheid is bijvoorbeeld geboden voor het
fenomeen dat kinderen elkaar via mobiele telefonie of internet pesten. En wat
valt te denken van de mogelijkheid dat groepen elkaar snel kunnen oproepen als
bijvoorbeeld ergens een confrontatie dreigt. Ernstiger is de mogelijkheid die
nieuwe informatie- en communicatietechnologie biedt aan bijvoorbeeld
georganiseerde criminaliteit. Daarnaast kunnen technische innovaties juist
helpen om bepaalde vormen van misdaad te bestrijden.
Een goed voorbeeld hiervan is cameratoezicht. Gericht
cameratoezicht in bepaalde openbare ruimten zoals uitgaanscentra, wegen en
pleinen kunnen helpen bij de handhaving van de openbare orde en voor de
verkeersveiligheid. Ook kunnen camera’s strafbare feiten registreren en daarmee
bijdragen aan de opsporing ervan. Op dit moment gebruikt een vijfde van de
Nederlandse gemeenten cameratoezicht[1].
Uit evaluaties over cameratoezicht blijkt dat het bijdraagt aan gevoelens van
veiligheid en tot daling van criminaliteit en overlast kan leiden[2].
De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) moedigt
gemeenten aan om gebruik te maken van ‘intelligent cameratoezicht’, waarmee
automatisch agressief gedrag wordt geregistreerd en het analyseren van beelden
makkelijker en efficiënter wordt gemaakt.
Onze plaats in de Randstad en de aanwezigheid van de
universiteit bieden ons economische kansen. Veiligheid is daarbij een
randvoorwaarde om deze kansen te benutten.
Bij veiligheid in Delft ligt de nadruk op het verhogen van
de sociale veiligheid en het zorgdragen voor de afwezigheid van criminaliteit
en overlast.[3] Daarnaast
gaat het erom te zorgen voor een fysiek veilige leefomgeving en het bewust
afwegen van resterende risico’s.
Bij de totstandkoming van dit programma hebben wij rekening
gehouden met een aantal ontwikkelingen in en om Delft. Het betreft de doelen
die het kabinet zich gesteld heeft, maar ook enkele algemene ontwikkelingen om
onze stad heen. Het wegvallen van de Europese grenzen, de uitbreiding van de
Europese Unie met nieuwe lidstaten, maar ook het gebruik van internet hebben de
omgeving van onze bewoners vergroot.
Het kabinet besteedt in haar plannen veel aandacht aan
veiligheid. Het kabinet wil een samenleving waarin mensen zich veilig,
vertrouwd en met elkaar verbonden voelen. Veiligheid, stabiliteit en respect
vormen een van de peilers van het Coalitieakkoord van de regering. Het gaat
daarbij niet alleen om bestrijding van criminaliteit en geweld, maar ook om
preventie daarvan. Voor de komende kabinetsperiode streeft het kabinet dan ook
naar een daling van de criminaliteit met 25% in 2010 ten opzichte van 2002.
Daarbij legt het kabinet de nadruk op het bestrijden en voorkomen van geweld.
In “Samen aan de Slag”, het bestuursakkoord tussen Rijk en
gemeenten, zijn afspraken gemaakt over de inzet van gemeenten. Dezeinzet is immers hard nodig om de gewenste
vermindering van criminaliteit en overlast te realiseren. De regierol van de
gemeente wordt daarom in 2007 wettelijk vastgelegd.
Ons college kan zich
vinden in de doelstellingen van het kabinet. De nadruk op preventie staat in
het Bestuursakkoord tussen VNG en het rijk en in het coalitieakkoord van ons
college “Ruimte zien, ruimte maken”. In de kadernota 2008-2011 hebben wij de
voornemens van dit kabinet verwerkt. Veiligheid in de stad is voor de begroting
2008 een belangrijk thema.
Op regionaal niveau is veiligheid ook een thema. In 2006 is
een eerste tekst van de concept wet veiligheidsregio’s beschikbaar gekomen. De
strekking daarvan luidde: meer regionale samenwerking op het gebied van
rampenbestrijding en crisisbeheersing en (gedwongen) regionalisering van de
brandweer. Dit wetsontwerp is niet ter behandeling aan de Kamer aangeboden. De
burgemeesters in Haaglanden hebben echter, vooruitlopend op een nieuw ontwerp,
besloten nader te gaan samenwerken en regionalisering van de brandweer te
onderzoeken. Het nieuwe wetsontwerp van juli 2007 kan rekenen op brede
politieke steun. Ook hiervan is de strekking meer regionale samenwerking en
regionalisering van de brandweer, maar met een sterke lokale inbedding en niet
gedwongen. Daarnaast zullen er bij algemene maatregel van bestuur
kwaliteitseisen worden gesteld. In de regio Haaglanden wordt aangestuurd op
regionalisering van de brandweer.
De prioriteiten van dit kabinet voor de politie -
jeugdcriminaliteit, geweld, veilige wijken en versterking van de opsporing -
zijn door het regionale college Haaglanden overgenomen. De politie in de regio
werkt ook met het concept burgeroriëntatie. Het gaat om het betrekken van
burgers bij het politiewerk zoals bij burgernet, digitaal platform en burgers
in blauw.
Ons college herkent zich in de door het rijk en de politie
gestelde doelen. Er is sprake van een goede overlap met de vraagstukken waar
onze bewoners zich zorgen over maken.
Uit politiecijfers, de wijkbarometers en bezoeken van de
burgemeester aan de buurt blijkt dat er sprake is van relatief veel
jeugdoverlast, een verhoging in de afgelopen jaren van geweld en dreigingen,
diefstallen, uitgaansoverlast en verkeersoverlast. Dit zijn zaken waar onze
burgers direct last van hebben. Daarnaast constateren wij zelf dat op het
gebied van samenwerking tussen partners nog veel winst te behalen valt.
In zijn algemeenheid kan echter gesteld worden dat de
afgelopen jaren de criminaliteit in Delft flink gedaald is. Ten opzichte van
2002 is in 2006 sprake van een daling van de criminaliteit van 21%[4].
Onze bewoners geven verder aan dat zij zich in toenemende mate veilig voelen in
eigen wijk. In 2006 was dit 74% van de ondervraagde bewoners.
Omdat veiligheid zo’n breed begrip
is, raakt het verschillende beleidsterreinen. Dat betekent dat de aanpak van
veiligheid vanuit veel verschillende disciplines aandacht moet krijgen. Dit
vraagt een goede vorm van samenwerking. In de afgelopen jaren zijn hierin
belangrijke stappen gezet, maar het is goed om de komende tijd hieraan een
extra impuls te geven. Daarom is er gekozen voor een programmatische aanpak.
Het veiligheidsbeeld van Delft
hebben wij met negen andere gemeenten vergeleken[5].
Het gaat om steden die voor wat betreft het inwonertal, het vervullen van een
regiofunctie, de aanwezigheid van een historisch stadscentrum en de
aanwezigheid van een universiteit of hogeschool, gelijkenissen vertonen met
onze stad. Het gaat om Amersfoort, Alkmaar, Deventer, Dordrecht, Haarlem,
Leeuwarden, Leiden, 's-Hertogenbosch en Zwolle.
Uit de vergelijking blijkt dat Delft
als tweede scoort op veiligheid. Er zijn dus acht gemeenten die slechter scoren
dan Delft. Het gaat hier om het aantal aangiften per 1.000 inwoners, op basis
van de Misdaadscore 2006. Alleen Leeuwarden heeft een betere score. Uit de
vergelijking blijkt ook dat ten opzichte van 2005, Delft in 2006 een stijging
ziet in het aantal aangiften per 1.000 inwoners.
De conclusie uit deze vergelijking
is dat Delft een veilige stad is, maar dat er inspanningen nodig zijn om dit zo
te houden.
Aan de hand van dit overzicht hebben wij het doel van het
programma Veiligheid geformuleerd en zijn de prioriteiten voor de periode
2007-2010 vastgelegd.
Gezien de ontwikkelingen in en rond Delft kiezen wij voor de
volgende doelen voor het programma Veiligheid per 2010:
·
80% van de bewoners voelt zich veilig in eigen buurt ·
Daling criminaliteit met 25% t.o.v. 2002 ·
Versterken van de regierol en het verbeteren van de
kwaliteit van de samenwerking waarbinnen ook meer aandacht komt voor de
relatie met de wijkaanpak en de bewonersparticipatie. |
74% van de bewoners geeft aan zich veilig in eigen buurt te
voelen. Dat vinden wij nog te weinig. Daarom willen wij de komende tijd meer
aandacht besteden aan het bevorderen van de gevoelens van veiligheid. Het
hoofddoel van het programma Veiligheid 2007-2010 is daarom dat in 2010 80% van
onze inwoners zich in de eigen buurt veilig voelt.
Uit onderzoek naar gevoelens van veiligheid blijkt dat veel
verschillende aspecten hierbij een rol spelen. Een rechtstreeks causaal verband
tussen de objectieve veiligheid en subjectieve van gevoelens van veiligheid is
niet aangetoond. Ook kunnen plotselinge gebeurtenissen een grote indruk maken
op gevoelens van veiligheid. Desalniettemin is het van belang hiervoor aandacht
te blijven houden.
De afgelopen tijd is veel aandacht besteed aan de aanpak van
criminaliteit. Dat heeft dan ook z’n vruchten afgeworpen. Het aantal aangiften
van de meeste vormen van criminaliteit is gedaald. Deze resultaten willen wij
vasthouden, maar extra accenten zijn nog nodig. Dit sluit aan bij de
doelstellingen van het nieuwe programma Veiligheid van het rijk om tussen 2008
en 2010 een daling van criminaliteit te realiseren van 25% ten opzichte van
2002. In Delft is in 2006 ten opzichte van 2002 al een daling gerealiseerd van
21%.
De komende tijd blijven wij hier dan ook aandacht aan
besteden. Ook omdat het niveau gedurende meerdere jaren vastgehouden moet
worden. Vooral op de thema’s jeugd en geweld moet nog het nodige gebeuren. Deze
daling is niet alleen vanuit Delft te realiseren. Landelijk beleid, maar ook
trends in Nederland kunnen van invloed zijn op criminaliteit. Ook de ligging
van Delft, in de buurt van Den Haag en Rotterdam brengt z’n eigen dynamiek mee.
De basis van de veiligheidsaanpak is brede samenwerking
tussen overheden, maatschappelijke organisaties en instellingen en betrokkenheid
van onze bewoners. Het is van belang om veiligheid met alle mogelijke middelen
te steunen. Bewoners, bedrijven, instellingen en overheid werken ieder op hun
eigen manier aan het waarborgen van de veiligheid van hun omgeving. Zo werkt de
inzet van iedereen mee om een goed niveau van veiligheid te realiseren.
Maatregelen die huiseigenaren kunnen nemen en een betere
inbedding van veiligheidsaspecten in planvorming bij de bouw van gebouwen en
buurten, dragen bij aan het voorkomen van verschillende vormen van
criminaliteit. Daarnaast vernieuwen technische ontwikkelingen bijvoorbeeld het
toezicht. Het gebruik van cameratoezicht, zoals rondom het stationsplein, biedt
de politie en gemeentelijke handhavers meer ‘ogen’. En omdat potentiële daders
zich gezien voelen, gaat hier een preventieve werking van uit. Preventie is
daarom de kern van de aanpak die wij voorstaan. Cameratoezicht zal ook de
komende jaren als instument kunnen worden ingezet om met name preventief
toezicht te verbeteren. Er komt in het voorjaar van 2008 een evaluatie van het
cameratoezicht in het stationsgebied.
Naast preventie is toezicht een belangrijk
veiligheidsinstrument. Flexibele inzet moet aansluiten op
veiligheidsvraagstukken in Delft en in de wijken. Een goede samenhang tussen de
inzet van toezicht en andere maatregelen uit het Veiligheidsprogramma is
daarvoor van groot belang, zoals bijvoorbeeld bij de aanpak van jeugdoverlast.
De regierol van de gemeente bij veiligheid wordt nog in 2007
wettelijk verankerd. Daarbij geldt dat iedere gemeente een werkplan integrale
veiligheid moet hebben, hetgeen in Delft al vier jaar bestaat. De
kernwerkzaamheden van de gemeente liggen op het gebied van proactie, preventie,
toezicht en zorg. Het is vooral die keten waar de gemeente de regierol op
heeft.
De regierol zorgt ervoor dat er nu in nauw overleg met
intern en extern betrokkenen een
programma Veiligheid opgesteld wordt, en dat in de projecten nauw wordt
samengewerkt bij het opstellen en uitvoeren van de plannen. De belangrijkste
partners van de gemeente zijn politie, brandweer, onderwijs,
woningbouwcorporaties, welzijnsinstellingen en bedrijfsleven zoals horeca en
spoorwegen.
De regierol houdt bovendien in dat de gemeente op de
kwaliteit van de samenwerking let en waar nodig met de betrokken partners
afspraken maakt over gezamenlijke inzet, afstemming en het verbeteren van
werkprocessen. Het gaat hierbij om het maken van goede en duidelijke afspraken,
waar men zich aan houdt. Maar ook een goede informatie-uitwisseling tussen
betrokken instellingen en diensten komt de kwaliteit van de samenwerking ten
goede.
De afgelopen jaren is steeds meer aandacht voor de aanpak in
de wijk. Daarmee pogen wij de directe leefomgeving van bewoners op een
positieve manier te beïnvloeden. En vanzelfsprekend is daarvoor de
betrokkenheid van de bewoners essentieel.
Gevoelens van veiligheid worden namelijk door meer factoren beïnvloed dan alleen maar
objectieve criminaliteitscijfers. Hoe mensen hun leef- en woonomgeving ervaren
speelt in veel gevallen een doorslaggevendere rol. Wij betrekken onze bewoners
bij de aanpak van veiligheids-problemen in hun wijk. Door zichtbaar een aantal
voorzieningen en samenwerkingsverbanden te verbeteren krijgen bewoners meer
grip op hun eigen leef- en woonomgeving. De goede ervaringen die wij hebben met
de Delftse wijkaanpak, willen wij daarom ook gebruiken om de veiligheid in onze
stad en buurten te verbeteren.
Deze doelen vergen een brede inzet van activiteiten. Omdat
niet alles tegelijk kan, stellen wij prioriteiten. Door onze inzet hierop te
richten kunnen wij de gestelde doelen behalen.
Vanaf 2002 is een belangrijke daling te zien in de
criminaliteit in onze stad. Voor 2008 willen wij ons daarom ook richten op een
aantal prioriteiten.
Jeugd is en blijft een prioriteit. Daar zijn de afgelopen
tijd goede projecten en samenwerkingsverbanden voor opgezet. Te denken valt aan
aanpak jeugdoverlast met signaleringsoverleg, interventieteams en regiegroepen.
Vanuit de samenwerking tussen de programma’s Veiligheid en Jeugd en Onderwijs
is het beleid tot stand gekomen en in samenwerking en afstemming wordt het
uitgevoerd.
De afgelopen jaren is het aantal geweldplegingen gestegen,
terwijl overige vormen van criminaliteit zijn gedaald. Bij huiselijk geweld
heeft dit bijvoorbeeld te maken met het beter zichtbaar worden ervan. Dat is op
zich positief, omdat wij dan een goede aanpak kunnen formuleren. In de cijfers
lijkt het dan op een stijging, terwijl er vooral sprake is van het zichtbaar worden
van dit type geweld. Maar bij andere vormen van geweld is er wel een duidelijke
stijging waarneembaar. Daarom willen wij ons in 2008 vooral richten op
huiselijk geweld en uitgaansgeweld.
Wij constateren vervolgens dat het begrip veiligheid nog
niet in alle beleidsterreinen een vertaling gekregen heeft. Zo wordt bij het
ontwikkelen van gebieden in onze stad nog onvoldoende rekening gehouden met
aspecten van veiligheid en gevoelens van veiligheid. In ons coalitieakkoord
staat dat bij de inrichting van de openbare ruimte en de herstructurering van
buurten veiligheid één van de leidende principes is. Hier is in Nederland
instrumentarium voor beschikbaar dat wij ook in Delft willen hanteren. Dus voor
2008 en volgende jaren richten wij ons
met name ook op beleidsterreinen waar meer aandacht aan fysieke veiligheid kan
worden besteed. Daarnaast willen wij investeren in samenwerkingsvormen waarbij
de kennis van verschillende organisatieonderdelen beter wordt benut, zodat
mogelijke knelpunten vroegtijdig worden geconstateerd.
Op het terrein van jeugd en van geweldsbestrijding moeten
eind 2008 de eerste resultaten zichtbaar zijn. Daarop willen wij dan ook een
daling zien van criminaliteit en van het aandeel van jongeren bij
criminaliteit. De investering in de samenwerking is waarschijnlijk niet al in
2008 zichtbaar. Daarom nemen wij ons voor om in 2008 een daling van de
criminaliteit te hebben gerealiseerd ten opzichte van 2002 met 22%.
In 2009 en 2010 willen wij de resterende 3%-punt daling van
criminaliteit realiseren. Gezien de gemiddelde daling van zo’n 3% per jaar over
de afgelopen vier jaar, zou het ook mogelijk moeten zijn meer ambitie te tonen.
Maar in combinatie van de daling van criminaliteit willen wij ook dat onze
bewoners zich veiliger in eigen buurt voelen. Dat vergt een ander type aandacht
dan alleen de aandacht voor de daling van criminaliteit. Daarom investeren wij
de komende tijd liever in de kwaliteit van de samenwerking tussen verschillende
organisaties en instellingen en in een goede dialoog met onze burgers. Dat
levert op de lange termijn een beter resultaat.
De activiteiten voor 2009 en 2010 willen wij aan de hand van
goede evaluaties en monitoring over 2007 en 2008 formuleren. De aandacht voor
de geconstateerde veiligheidsthema’s blijft, maar het is goed denkbaar dat er
accentverschuivingen komen in de knelpunten die wij willen aanpakken. Over de
activiteiten in 2009 en 2010 rapporteren wij in de reguliere programmabegrotingen
voor die jaren.
Op basis van de wijkanalyse en veiligheidsscan kijken wij
per wijk naar de nodige prioriteiten. De hoofdthema’s van het veiligheidsbeleid
voeren wij waar mogelijk (deels) op wijkniveau uit.
Uit de omgevingsanalyse, politiecijfers, de wijkbarometer en
de bezoeken van onder andere de burgemeester aan de buurt, is voor onze stad
een aantal knelpunten gebleken. Deze knelpunten hebben wij thematisch
ingedeeld. Het gaat om de thema’s jeugd, criminaliteit, verkeer, huiselijk
geweld, radicalisering, uitgaan, openbare ruimte en externe veiligheid.
Niet alle knelpunten zijn voor onze bewoners zichtbaar. Soms
constateren wij achterstallig onderhoud in onze eigen plannen, maar ook willen
wij dat de samenwerking tussen verschillende partijen wordt verbeterd.
In dit programma Veiligheid hebben wij gekozen om per
veiligheidsthema’s de knelpunten schematisch weer te geven. In dit hoofdstuk,
staat per knelpunt waar wij ons in 2008 op willen richten.
In het schema staan in het ‘blauw’ de geconstateerde
knelpunten. In het ‘geel’ staan de activiteiten en instrumenten die nodig zijn
om de knelpunten aan te pakken. In de tabel staat welke beleidsstukken en
projecten op dit moment onze aanpak beschrijven. Daarna geven wij aan welke
activiteiten wij op dit moment voor de komende jaren voor ogen hebben. Het kan
daarbij gaan om een beleidsnota, maar ook om bijvoorbeeld een evaluatie. In
sommige gevallen ronden wij een bepaald project af.
Verschillende van de activiteiten kennen eigen
doelstellingen en voortgangsrapportages. De programmamanager stuurt op het
geheel maar let daarbij ook op de voortgang van de verschillende activiteiten .
Voor intern gebruik is er een overzicht gemaakt van de
betrokken in- en externe partners bij het programma veiligheid. In dat kader is
er ook een korte beschrijving van alle activiteiten gemaakt in verband met de
sturing.
De schema’s staan telkens op een eigen pagina om de
leesbaarheid ervan te bevorderen.
Stand
beleid |
Onderwijsbeleidsplan – samenwerkingsovereenkomst Veilig
uitgaan – Coffeeshopnota |
|
|
Lopende
activiteiten |
Projectgroep Veilige school – Aanpak Jeugd en Overlast
(signaleringsoverleg en interventieteam) – Ontwikkelen draaiboek overlast van
jeugd op locatie – Regiegroep Brasserskade – Regiegroep Tanthof – analyse
Buitenhof – Halt – Aanpak Enge Plekken – Aanpak Oud & Nieuw – advisering
herstructurering Bomenwijk – advisering beheerplan herstructurering Poptahof
– Keurmerk Veilig Ondernemen (KVO) Hoven Passage – samenwerkingsverband
aanpak overlast Kromstraat – APV –plan van aanpak Jongeren en alcohol |
|
|
Nieuwe
activiteiten 2008 |
Beleid Graffiti –Alcoholmatiging |
|
|
Nieuwe
activiteiten 2009 |
Evaluatie regieaanpak |
|
|
Nieuwe
activiteiten 2010 |
|
In 2008 behouden wij de aandacht op jeugd. Vooral het gebied
van overlast, uitgaans-geweld en geweld waarbij jeugd betrokken is krijgt
prioriteit. Wij sturen hierbij sterk op een goede samenwerking en ketenaanpak. Vanuit
de samenwerking tussen de programma’s Veiligheid en Jeugd en Onderwijs is het
beleid tot stand gekomen en in nauwe samenwerking en afstemming wordt het
uitgevoerd.
Staand
beleid |
Nota Politiekeurmerk Veilig Wonen (PKVW) – Nota
Maatschappelijk herstel veelplegers – handhavingsarrangement en
beheerconvenant Station |
|
|
Lopende
activiteiten |
Cameratoezicht – Beheerplan dagopvang Surinamestraat –
Advisering herinrichting TU-gebied – Burgernet – (uitvoering) Plan van aanpak
Fietsendiefstal – Keurmerk Veilig ondernemen Hoven Passage –
Samenwerkingsverband aanpak overlast Kromstraat – Slachtofferhulp en Tourist
Assistance Service (TAS) Halt – Plan van aanpak Coördinatiepunt Nazorg
Ex-gedetineerden – Voorbereidingen pilot Burgernet |
|
|
Nieuwe
activiteiten 2008 |
Uitvoeringen beheerplan dagopvang Surinamestraat –
Uitvoering plan van aanpak Coördinatiepunt Nazorg Ex-gedetineerden –
Evaluatie cameratoezicht station – Onderzoek toepassing cameratoezicht in
uitgaansgebied binnenstad – Pilot Burgernet |
|
|
Nieuwe
activiteiten 2009 |
|
|
|
Nieuwe
activiteiten 2010 |
|
In 2008 richten wij onze aandacht
vooral op het bestrijden van geweld, waarbij de samenwerking een belangrijk
middel is.
Toezicht en Handhaving Alcoholcontrole Inventarisatie gevaarlijke plekken Educatie en Voorlichting Te hard rijden Fout parkeren (fiets en auto)in de wijken ‘Hufterig” rijgedrag Bewonersacties
Staand
beleid |
Lokaal Verkeers- en Vervoersplan – Fietsactieplan II -
Kinderen Veiliger door Delft |
|
|
Lopende
activiteiten |
Delft doet! - Herinrichting Ruys de Beerenbrouckstraat (in
het kader van het LVVP) – “Groene Golf acties” – Inzet
snelheidsinformatieborden – Straatspeeldag – Actie “De scholen zijn weer
begonnen” – Activiteiten in de Week
van de Vooruitgang – Monitoring Verkeersveiligheid |
|
|
Nieuwe
activiteiten 2008 |
Herinrichting Krakeelpolderweg (in het kader van het LVVP)
– Verkeersquiz 2008 – Hernieuwde aanpak Verkeersexamen |
|
|
Nieuwe
activiteiten 2009 |
Verkeersquiz 2009 |
|
|
Nieuwe
activiteiten 2010 |
|
De inwoners van Delft ervaren relatief veel overlast van het
verkeer. In 2008 ligt de nadruk dan ook komen op het bestrijden van te hard
rijden in de wijken. per jaar en ook op basis van de wijkveiligheidsscans
kunnen wij hier per jaar accenten leggen.
Staand
beleid |
Aanpak Huiselijk geweld (casusoverleg, meld- en adviespunt
HG) |
|
|
Lopende
activiteiten |
Startnotitie en uitvoering aanpak Eer gerelateerd geweld
(ketenaanpak, preventie, bescherming en Strafrechtelijke aanpak) |
|
|
Nieuwe
activiteiten 2008 |
Verder ontwikkelen van maatregelen aanpak huiselijk en eer
gerelateerd geweld |
|
|
Nieuwe
activiteiten 2009 |
|
|
|
Nieuwe
activiteiten 2010 |
|
Door meer aandacht te besteden aan
huiselijk en eergerelateerd geweld zal in eerste instantie het aantal aangiften
moeten stijgen. Dat is een positieve ontwikkeling omdat wij daarmee beter zicht
krijgen op de ware toedracht. Daarom investeren wij in 2008 om onze
informatiepositie op dit veiligheidsthema te versterken, om zo onze aanpak
beter te kunnen richten. Hiervoor werken wij samen met het programma Wonen Zorg
Welzijn.
.
Staand
beleid |
Nvt |
|
|
Lopende
activiteiten |
Notitie Radicalisering |
|
|
Nieuwe
activiteiten 2008 |
afhankelijkvan notitie in 2007 |
|
|
Nieuwe
activiteiten 2009 |
|
|
|
Nieuwe
activiteiten 2010 |
|
Radicalisering is voor Nederland
een relatief nieuw begrip. Daarom willen wij ook in 2008 veel aandacht besteden
aan het verbeteren van ons inzicht in de ware toedracht van dit knelpunt. Dat
biedt ons de mogelijkheid om onze aanpak te verbeteren. Hierbij wordt nauw
samengewerkt met het programma Integratie en Inburgering.
Staand
beleid |
Samenwerkingsconvenant Veilig Uitgaan – Veiligheidsplan
Evenemententerrein Lijm & Cultuur – Coffeeshopnota |
|
|
Lopende
activiteiten |
Jaarlijkse aanpak
Oud & Nieuw – Evenementenbeleid – Ontwikkelen Informatiegestuurde
handhaving – Advisering herinrichting TU-gebied – samenwerkingsverband aanpak
overlast Kromstraat – plan van aanpak jongeren en alcohol |
|
|
Nieuwe
activiteiten 2008 |
Uitvoering van de
handhaving Evenementenbeleid –Alcoholmatiging |
|
|
Nieuwe
activiteiten 2009 |
|
|
|
Nieuwe
activiteiten 2010 |
|
In 2008 zal de aandacht vooral gericht zijn op het
bestrijden van geweld en geweld waarbij jongeren betrokken zijn.
Staand
beleid |
Delft doet! – Nota Pkvw – Nota Nalevingsstrategie –
handhavingsarrangement en beheerconvenant Station |
|
|
Lopende
activiteiten |
Aanpak Enge Plekken – Aanpak Oud & Nieuw – verankering
Pkvw in processen IB en SO – Draaiboek overlast van jeugd op locaties –
Afbouw regiegroep Brasserskade – Regiegroep Tanthof – advisering beheerplan
herstructurering Bomenwijk – advisering beheerplan herstructurering Poptahof
– advisering beheerplan Delftse Hout – Keurmerk Veilig Ondernemen (KVO) Hoven
Passage – samenwerkingsverband aanpak overlast Kromstraat – Beheerplan
Dagopvang Surinamestraat |
|
|
Nieuwe
activiteiten 2008 |
uitvoering beheerplan Dagopvang Surinamestraat – Beleid
Grafitti |
|
|
Nieuwe
activiteiten 2009 |
|
|
|
Nieuwe
activiteiten 2010 |
|
In 2008 komt de nadruk te liggen
het investeren in samenwerkingsvormen binnen de gemeente waarbij de kennis van
verschillende organisatieonderdelen beter wordt benut, zodat mogelijke
knelpunten vroegtijdig worden geconstateerd. Daarnaast zal worden gewerkt aan
de verankering van het begrip veiligheid in verschillende ontwikkelings- en
bouwplannen.
Staand
beleid |
Rampenplan, rampenbestrijdingsplan, extern
veiligheidsbeleid Haaglanden, handhavingsbeleid milieutoezicht,
risicoinventarisatiei inrichtingen |
|
|
Lopende
activiteiten |
Veiligheidseffecten in beeld bij grote projecten dmv
veiligheidseffectrapportages. Criteria voor herzien (rampen- en
rampbestrijdings)plannen, beter opleiden gemeentelijke organisatie voor taken
bij rampenbestrijding. Risico-inventarisatie op alle soorten risico’s voor
grootschalige incidenten. Integrale handhaving, bereikbaarheid stad voor
hulpdiensten. Projecten integrale veiligheid: Ikea, Bomenwijk, Spoorzone,
Reinier de Graaff, herontwikkeling TU-gebied. Actualisatie rampen (bestrijdings-) plannen, reguliere
milieu controles inrichtingen, afronding risicoinventarisatie inrichtingen Deelname aan bureau Externe Veiligheid haaglanden (BEVH) tot 2010, bevorderen
kennis en ervaring over EV en verankering daarvan in gemeentelijke
organisatie, project transport en EV(BEVH). Advisering bij ruimtelijke
plannen (bestemmingsplannen, ontwikkelingsplannen). Ontwikkelen EV-visie voor
delft. Opleiden gemeentelijek organisatie op EV gebied. |
|
|
Nieuwe
activiteiten 2008 |
Wijzigingen in planvorming rampenbestrijding vanwege wet
op de veiligheidsregio’s. Coordinatie van plannen regionaal, gemeentelijke
uitvoering blijft lokaal. Regionalisering van de brandweer, samenwerking
gemeenten borgen. Opleidings- en oefenbeleid gemeentelijke
rampenbestrijdingsorganisatie. |
|
|
Nieuwe
activiteiten 2009 |
|
|
|
Nieuwe
activiteiten 2010 |
|
Vanwege de breedte van het begrip ‘veiligheid’ is dit een
breed programma dat meerdere beleidsterreinen van de gemeente raakt. Het
programma beschrijft de gemeentebrede inzet voor veiligheid en omvat daarom ook
meer activiteiten dan de huidige nota integrale veiligheid. Het sturen van een
dergelijk breed programma vergt dan ook een aparte invulling.
Om te beginnen heeft het programma een tijdelijk karakter en
loopt tot het einde van het collegeperiode. Veel activiteiten zullen blijken
straks reguliere activiteiten van de gemeente en anderen te zijn. De
programmastructuur is dan ook bedoeld om belangrijke initiatieven op het gebied
van veiligheid te nemen, maar vooral om te zorgen voor een goede voortgang en
afstemming tussen de verschillende elementen. Zodra hier een goede structuur
voor gerealiseerd is, kunnen de werkzaamheden in de staande organisatie worden
geplaatst. Het laatste jaar van het programma besteedt dan ook aandacht aan deze
fase.
Het programma Veiligheid heeft een programmastructuur
waarbij de programmamanager verantwoordelijk is voor de goede voortgang van en
samenhang in het programma. De programmamanager stuurt op de naleving van de
samenwerkingsafspraken, zowel binnen de gemeentelijke organisatie als met de
externe partners. In dat kader rapporteert de programmamanager in formele zin
aan het college van burgemeester en wethouders over de samenhang, vorderingen,
knelpunten, vertragingen en resultaten van het gehele programma en de
afzonderlijke activiteiten. De programmamanager zorgt voor een goede afstemming
met de betrokkenen.
Gezien de vele deelnemers die een bijdrage leveren aan de
veiligheid in onze stad, is afstemming over de te nemen maatregelen zowel op
bestuurlijk als op ambtelijk niveau van groot belang.
De burgemeester – als portefeuillehouder Veiligheid – zit de
nieuw op te richten stuurgroep programma Veiligheid voor. In de stuurgroep
worden de vorderingen van het programma besproken. Trends en ontwikkelingen die
invloed kunnen hebben op de voortgang van het programma zijn voortdurend
onderwerp van bespreking. Deze stuurgroep vervangt de stuurgroep integrale
veiligheid
De stuurgroep bestaat uit de volgende deelnemers: bureauchef
politie, commandant brandweer, vakteamhoofd Wijkzaken, vakteamhoofd Mobiliteit,
vakteamhoofd Vergunningen en Ontheffingen, coördinator Zorg, sectorhoofd
Toezicht Openbare Ruimte, sectorhoofd Stadsbeheer, handhavingregisseur,
vakteamhoofd Milieu, sectorhoofd Bouw- en Milieutoezicht. De stuurgroep komt
maandelijks bijeen.
Naast de burgemeester zijn de activiteiten uit de portefeuilles
van de wethouder Jeugd en Onderwijs en de wethouder Wijkaanpak van belang voor
een goede uitvoering van het programma. De burgemeester en deze twee wethouders
bespreken regelmatig de vorderingen van het Veiligheidsprogramma. De
programmamanager is secretaris van dit overleg.
Het Strategisch Handhavingsoverleg speelt eveneens een rol
bij het realiseren van de doelen van het programma Veiligheid. Naast de
programmamanager Veiligheid (voorzitter) nemen vakteamhoofd Wijkzaken,
sectorhoofd Toezicht Openbare Ruimte, sectorhoofd Bouw- en Milieutoezicht,
vakteamhoofd Ruimtelijke Ordening, vakteamhoofd Milieu en de
handhavingsregisseur (secretaris) aan deze stuurgroep deel. Dit overleg buigt
zich over de strategie bij handhaving en toezicht, waarbij kwaliteit van de
handhaving en vertaling van strategie naar uitvoering centraal staan. Onder
deze stuurgroep zijn twee operationele overleggen ingesteld, te weten het
integraal handhavingsoverleg openbare ruimte (IHOR) en het integraal handhavingsoverleg
gebouw en gebruik (IHOGG).
Er is ook een programmateam dat bestaat uit de vier
programmamanagers van maatschappelijek ontwikkeling, de programmamanager
wijk-stad en een vertegenwootrdiging van WIZ. Doel is om op strategisch niveau
maatschappelijk relevante vraagstukken te bespreken en te bezien hoe
ontwikkelingen passen in de verschillende programma’s.
Het politieoverleg en de lokale driehoek (burgemeester,
officier van justitie en bureauchef van politie) blijven bestaan. Deze
overleggen vloeien voort uit de wettelijke verantwoordelijkheid van de
burgemeester voor de openbare orde en veiligheid.
Het periodieke brandweeroverleg blijft eveneens bestaan. Dit
overleg vloeit eveneens voort uit de wettelijke verantwoordelijkheid van de
burgemeester voor veiligheid en crisisbeheersing.
Het doel van dit programma is de verbetering van het gevoel
van veiligheid en daling van de criminaliteit. Jaarlijks wordt dit resultaat in
de jaarcijfers van politiebureau Delft, de Politiemonitor Bevolking , na 2008
de Veiligheidsmonitor, gemeten.
Daarnaast kennen afzonderlijk projecten een eigen
projectresultaat. De eindresultaten worden in de stuurgroep Veiligheid besproken.
Aan de hand daarvan kan telkens worden bekeken welke nieuwe activiteiten nodig
zijn om de dan geconstateerde knelpunten aan te pakken. Maar het is ook
mogelijk dat activiteiten worden beëindigd omdat de resultaten zijn bereikt en
het knelpunt in belangrijke mate verholpen is of beheersbaar geworden is.
Het is het totaal aan succesvolle projecten en samenwerking
dat ervoor zorgt dat de doelen van het programma gerealiseerd worden. De
verantwoording van het programma vindt plaats via de formele lijnen van
programmabegroting, de eerste en tweede beheersrapportage en de jaarrekening.
Indien nodig rapporteert de programmamanager aan de
portefeuillehouder over de afwijkingen van afzonderlijke projecten, vooral daar
waar het samenwerking of samenhang met ander projecten kan hinderen. De kracht
van het programma ligt in een goede monitoring van de veelheid van activiteiten
die de veiligheid van de stad vooruit helpen.
Een goede vordering van het programma Veiligheid staat of
valt met goede communicatie. De brede verspreiding van informatie, zodat ieder
zijn werkzaamheden in samenhang met anderen kan uitvoeren is uiteindelijk de
kracht van de programmatische aanpak. Voor dit programma heeft communicatie
verschillende aspecten, te weten:
·
Communicatie van de programmamanager Veiligheid met de
portefeuillehouder en het college: de stuurgroep programma Veiligheid, de
daaruit voortvloeiende rapportages en de reguliere rapportagecyclus
(programmabegroting, beheersrapportages en jaarrekening) moeten de
portefeuillehouder en het college informeren over de vorderingen van het programma.
Deze informatie moet tijdig beschikbaar zijn, zodat de leden van het college
adequaat kunnen reageren.
·
Communicatie van de programmamanager met de verschillende
projectleiders: de stuurgroep programma Veiligheid, het Strategisch
Handhavingsoverleg en de reguliere overleggen met politie en justitie en met de
brandweer bieden de mogelijkheid om de beschikbare informatie breed uit te
wisselen, zodat ieder zijn werkzaamheden in samenhang met anderen kan uitvoeren.
·
Communicatie van de projecten met de belangrijkste
stakeholders: vanwege de breedte van het onderwerp veiligheid zijn er veel
verschillende mensen bij betrokken, zoals scholen, horecagelegenheden,
maatschappelijke instellingen etc. Het is van groot belang om de vorderingen
met deze stakeholders te bespreken, zodat ieder zijn werkzaamheden in samenhang
met anderen kan uitvoeren.
·
Communicatie met bewoners uit wijken: wij betrekken onze
bewoners bij de aanpak van veiligheids-problemen in hun wijk. De goede ervaringen
die wij hebben met de Delftse wijkaanpak, willen wij daarom ook gebruiken om de
veiligheid in onze stad en buurten te verbeteren.
De programmamanager is verantwoordelijk voor een goede
informatie-uitwisseling binnen de activiteiten van het programma. Uiteindelijk
wordt het beste resultaat geboekt als alle partijen hun werkzaamheden in
samenhang met anderen uitvoeren.
Voor 2008 en volgende jaren is er totaal € 633.000,- als
werkbudget beschikbaar voor veiligheid.
In de programmabegroting 2008 is budget gekomen voor de
handhaving (zowel geluid als van reiniging) van het in 2007 op te stellen
evenementenbeleid (€ 100.000), voor een beleid rond illegale graffiti (€
50.000) en een uitbreiding van het algemene budget veiligheid onder andere voor
de evaluatie cameratoezicht, enge plekken en Delft doet campagnes
(€50.000). Deze gelden zijn reeds
verwerkt in het bedrag van €633.000,- .
Daarnaast is voor 2008 en 2009 (125.000 jaarlijks) een
investeringsbudget opgenomen voor uitbreiding cameratoezicht.
Om het programma veiligheid te kunnen uitvoeren is per 1
oktober 2007 4,3 fte beschikbaar.
In de programmabegroting 2008 is voorzien in de uitbreiding
met 1 beleidsadviseur voor het versterken van de adviesfunctie m.b.t. fysieke veiligheid zoals sociaal veilig
ontwerpen en verbeteren veiligheidsbeleving openbare ruimte en het instellen
van een coördinatiepunt terugkeer gedetineerden (0,5fte).
De programmamanager heeft de verantwoordelijkheid om
jaarlijks met diverse leidinggevenden af
te spreken welke capaciteit (beleid, project, uitvoering) beschikbaar
wordt gesteld uit de lijnorganisatie om de programmadoelen te realiseren. Daarnaast
is er ook overleg met politie en brandweer over hun bijdrage aan het programma
Veiligheid.
In deze bijlage geven wij aan welke definities wij hanteren
in dit programma Veiligheid. Hier definiëren wij vier begrippen, te weten:
sociale veiligheid, fysieke veiligheid, objectieve veiligheid en subjectieve
veiligheid. Deze vier begrippen spelen allen een rol bij het meten en beleven
van veiligheid. Deze definities worden in Delft al sinds de nota “Een veilige
stad voor iedereen” uit 1999 gehanteerd.
Objectieve
veiligheid
Onder objectieve veiligheid verstaan wij de kans om
daadwerkelijk slachtoffer van criminaliteit te worden. Deze kans houdt direct
verband met het aantal woninginbraken, auto-inbraken, fietsdiefstallen, en
andere vormen van criminaliteit die in Delft voorkomen.
Subjectieve
veiligheid
Onder subjectieve veiligheid verstaan wij het gevoel van
veiligheid of onveiligheid dat bewoners hebben. Deze gevoelens hoeven niet
altijd te sporen met de feitelijke veiligheid in de leefomgeving van burgers.
Veel verschillende factoren zijn hierop van invloed.
Sociale
veiligheid
Sociale veiligheid betreft ‘het mogelijke gevaar (of
dreiging daarvan) voor mens en dier dat samenhangt met het menselijk gedrag ten
aanzien van andermans lichaam, persoonlijke integriteit, eerbaarheid,
opvattingen, gewoonten en bezittingen.’ Sociale veiligheid betreft de dreiging
die uitgaat van ‘mensen’.
Fysieke
veiligheid
Fysieke veiligheid betreft ‘het mogelijke gevaar (of
dreiging daarvan) voor mens en dier dat samenhangt met de ontwikkeling, de
staat en het gebruik van grond/water/lucht, gebouwen, transportwegen,
vervoermiddelen, technische hulpmiddelen, energiebronnen en chemische stoffen.’
Fysieke veiligheid betreft de dreiging die uitgaat van ‘zaken’.
Externe
veiligheid
[1] Onderzoek “Cameratoezicht in Nederland”, Ministerie van BZK, 2006
[2] Evaluaties van gebruik cameratoezicht in Alkmaar (2004-2005), Amsterdam (2003-2004) en Rotterdam (2000-2001)
[3] Gehanteerde definities rond het begrip ‘veiligheid’ treft u in bijlage 1.
[4] Jaarverslag 2006 regiopolitie Haaglanden, juni 2007.
[5] Wever, J. “Veiligheidsbeleid gemeente Delft: een snelle vergelijking met negen andere gemeenten”, op basis van de misdaadmeter 2006, DSP Groep, augustus 2007.