Nota bestuurlijk tegenhouden

27 juni 2008

366162

Samenvatting

 

Het doel van de nota Bestuurlijk tegenhouden is bij te dragen aan een gemeente waarin mensen veilig kunnen wonen, werken en recreëren. De nota doet dit door het aanpakken van de georganiseerde criminaliteit. Voor een succesvolle aanpak van georganiseerde criminaliteit zijn bepaalde handhavinginstrumenten noodzakelijk. Middels deze nota wordt daarin voorzien. Bovendien geeft de gemeente middels de nota en de onderliggende convenanten een goede invulling aan haar regierol. Zo draagt deze nota bij aan de doelstellingen zoals deze in het programma veiligheid genoemd zijn.

 

Zoals veel gemeenten wordt ook Delft geconfronteerd met de gevolgen van georganiseerde criminaliteit; de veiligheid en het woon- en leefklimaat in wijken en buurten verslechteren, de economische activiteiten van lokale bedrijven kunnen ontwricht raken en ontduiking of misbruik van regelgeving en vergunningverlening zorgen voor financiële en maatschappelijke schade door bijvoorbeeld fraude of verhoogt het risico op brand, vernieling en bedreiging.

 

Voor een succesvolle bestrijding van de georganiseerde criminaliteit is een integrale aanpak essentieel. De repressieve aanpak door OM en politie wordt gevormd door de strafrechtelijke aanpak. Het doel hiervan is het opsporen, beëindigen en bestraffen van criminele activiteiten. De preventieve aanpak krijgt vorm in het Tegenhouden. Het doel hiervan is het voorkomen of vroegtijdig beëindigen van (recidive) criminele activiteiten. Het OM en politie beschikken echter over beperkte mogelijkheden tot Tegenhouden.

 

Het onderwerp van deze notitie: bestuurlijk tegenhouden sluit aan op deze twee invalshoeken. Bestuurlijk tegenhouden omvat dus zowel preventieve als repressieve (handhavend) componenten. De specifieke vormen van criminele praktijken die zich in de gemeente manifesteren, vragen om een bestuurlijke aanpak op maat. Dit betekent dat daar waar de strafrechtelijke aanpak niet toereikend is, er vaak wel een bestuursrechtelijke aanpak is om een criminele activiteit een halt toe te roepen. Daarnaast is het mogelijk om gelijk oplopend met een strafrechtelijk traject ook een bestuursrechtelijk traject in te zetten. Zo versterken de strafrechtelijke en de bestuursrechtelijke aanpak elkaar.

 

Het versterken van de bestuurlijke aanpak maakt deel uit van het coalitie(regerings)akkoord 2007-2010. Onder het project Veiligheid begint bij Voorkomen (VbbV) wordt hieraan invulling gegeven door het Programma Versterking Aanpak Georganiseerde Misdaad (PVAGM).

 

Met inachtneming van de beschikbare middelen is gekozen om binnen het bestuurlijk tegenhouden in te zetten op de volgende thema’s:

Voor deze drie thema’s zijn convenanten opgesteld die de samenwerking en informatie uitwisseling tussen partners mogelijk maken. Deze convenanten zijn als bijlagen bij deze notitie gevoegd.

 

Eind 2010 zal de gehele nota Bestuurlijk tegenhouden geëvalueerd worden. Ook de convenanten zullen dan worden meegenomen in de evaluatie.Tijdens de evaluatie wordt er ook gekeken of de bestuurlijke aanpak kan worden uitgebreid.

 

Gelet op het bovenstaande stellen wij voor het volgende te besluiten:

  1. Akkoord te gaan met de inhoud van de nota
  2. Ondertekenen van de 3 convenanten door de burgemeester van Delft
  3. De nota ter kennisname aan de raad te zenden

 

 


Inhoudsopgave

Samenvatting. 0

Inhoudsopgave. 3

1     Inleiding bestuurlijk tegenhouden. 4

1.1     Schade door de georganiseerde misdaad. 4

Burgers en de woonomgeving. 4

Ondernemerschap. 4

Lokaal bestuur 5

1.2     Bestrijding georganiseerde misdaad: twee sporen. 5

1.3     Inbedding landelijk beleid. 6

1.4     Doelstelling nota Bestuurlijk tegenhouden. 6

2     Wettelijk kader Bestuurlijk tegenhouden. 8

2.1     Algemene wet bestuursrecht 8

2.2     Wet Bibob. 8

2.3     Overige vormen bestuurlijk tegenhouden. 9

2.3.1      Binnentreden. 9

2.3.2      Weigeren van een beschikking. 9

2.3.3      Sluiting en onteigening. 10

2.3.4      Opkopen van panden en gemeentelijke herstructurering. 10

3     Bestuurlijk tegenhouden in Delft 11

3.1     Samenwerking. 11

3.2     Informatieuitwisseling: het RIE. 11

3.3     Prioritering. 12

3.3.1      Aanpak Bibob. 12

3.3.2      Aanpak hennepteelt 12

3.3.3      Aanpak handhavingsknelpunten. 13

3.4     Communicatie. 14

3.5     Financiën. 14

3.6     Evaluatie nota. 14

3.7     Gevraagd besluit 14

 

 


1         Inleiding bestuurlijk tegenhouden

Alle gemeenten in Nederland, zowel kleine als grotere, kunnen te maken hebben met (uitwassen van) georganiseerde criminaliteit. Drugshandel, illegale prostitutie, hennepkwekerijen, illegale autohandel en witwaspraktijken zijn voorbeelden van criminele praktijken die zich op lokaal niveau kunnen manifesteren. Dergelijke criminele praktijken kunnen zich bijvoorbeeld voordoen in de horeca, coffeeshops, belwinkels en seksinrichtingen, maar ook in woningen. Dit brede terrein waarop criminele activiteiten plaatsvinden, maakt dat elke gemeente er kwetsbaar voor is.

 

Veel criminele praktijken zijn verweven met elkaar. Zo kan er crimineel geld worden witgewassen in een horecaonderneming die vervolgens als dekmantel dient om er drugs te handelen. Een ander voorbeeld is het runnen van een autosloperij waar gestolen auto’s worden gesloopt en de onderdelen worden doorverkocht. Een crimineel of crimineel netwerk beperkt zich zelden tot slechts één misdaadbranche: de handel in harddrugs kan bijvoorbeeld gepaard gaan met wapenhandel. Hoewel er wel enkele kwetsbare branches waar criminele activiteiten ontplooid worden, zijn aan te wijzen - zoals de horeca - , is de problematiek eerder persoonsgebonden dan branchegebonden. De onderneming is vaak niet meer dan een (noodzakelijk) middel om de criminele activiteiten te exploiteren.

1.1        Schade door de georganiseerde misdaad

 

Criminele praktijken komen in elke gemeente voor. Op lokaal niveau zijn criminelen en criminele netwerken afhankelijk van gemeenten voor het verkrijgen van bijvoorbeeld vergunningen. De aard en verschijningsvorm van criminele praktijken verschillen van gemeente tot gemeente. Criminele praktijken kunnen op verschillende wijzen hun impact hebben in de gemeente. De meest zichtbare schade die door criminelen op lokaal niveau veroorzaakt kan worden, kan op drie onderwerpen betrekking hebben.

Burgers en de woonomgeving

De veiligheid en het woon- en leefklimaat in wijken en buurten verslechteren door overlast en verloedering die criminele activiteiten met zich mee brengen. De handel in drugs bedreigt bijvoorbeeld de lokale rust en veiligheid doordat dit junks en drugstoeristen aantrekt. Ook meer direct kunnen burgers last hebben van criminele praktijken zoals wanneer zij als huurder een woning huren van een malafide huisjesmelker. Zeker wanneer de verhuurder zo de regelgeving voor bouw- en brandveiligheid omzeilt.

Ondernemerschap

De economische activiteiten van lokale bedrijven kunnen ontwricht raken door criminele praktijken. Illegaal ondernemerschap veroorzaakt concurrentievervalsing: de economische activiteiten van de legale ondernemers worden aangetast door de criminele praktijken van malafide collega-ondernemers, omdat deze laatste bijvoorbeeld een lagere kostprijs hebben of verliezen kunnen aanvullen met zwart geld. Dit kan haar weerslag hebben op de uitstraling van de lokale economie, omdat er hierdoor verschraling van het winkel- en horeca-aanbod kan optreden.

Lokaal bestuur

Criminele praktijken druisen in tegen de regels, wetten en beleid die binnen de gemeente gelden. Wanneer een gemeente hierop geen goed zicht en geen grip (meer) heeft, kunnen illegale praktijken de bestuurskracht van het lokale bestuur aantasten. Wanneer bijvoorbeeld meerdere panden in een bepaald gebied in handen komen van één eigenaar en er daarin structureel criminele activiteiten worden ontplooid, kan dit het gezag en het imago van de gemeente ondermijnen. Daarnaast kan ontduiking of misbruik van regelgeving en vergunningverlening zorgen voor financiële en maatschappelijke schade door bijvoorbeeld fraude of verhoogt risico op brand, vernieling en bedreiging.

1.2        Bestrijding georganiseerde misdaad: twee sporen

Voor een succesvolle bestrijding van de georganiseerde criminaliteit is een integrale aanpak essentieel. Het OM en de politie bestrijden de georganiseerde misdaad in eerste instantie zowel preventief als repressief. De repressieve aanpak wordt gevormd door de strafrechtelijke aanpak. Het doel hiervan is het opsporen, beëindigen en bestraffen van criminele activiteiten. De preventieve aanpak krijgt vorm in het Tegenhouden[1]. Het doel hiervan is het voorkomen of vroegtijdig beëindigen van (recidive) criminele activiteiten. Het OM en politie beschikken echter over beperkte mogelijkheden tot Tegenhouden.

 

Het bestuurlijk tegenhouden sluit aan op deze twee invalshoeken. Bestuurlijk tegenhouden omvat dus zowel preventieve als repressieve (handhavend) componenten. De specifieke vormen van criminele praktijken die zich in de gemeente manifesteren, vragen om een bestuurlijke aanpak op maat. Bestuurlijk tegenhouden vult de strafrechtelijke aanpak aan. Dit betekent dat daar waar de strafrechtelijke aanpak niet toereikend is, er vaak wel een bestuursrechtelijke aanpak is om een criminele activiteit een halt toe te roepen. Daarnaast is het mogelijk om gelijk oplopend met een strafrechtelijk traject ook een bestuursrechtelijk traject in te zetten. Via het strafrecht kan winst uit criminele activiteiten worden afgenomen, terwijl tegelijk de exploitatievergunning van het bedrijf waarbinnen die activiteiten werden ontplooid wordt ingetrokken. Zo versterken de strafrechtelijke en de bestuursrechtelijke aanpak elkaar.

 

Tegenhouden vindt veelal plaats via een bestuursrechtelijke aanpak. De gemeente heeft, in vergelijking met haar partners in de lokale driehoek, een breed scala aan instrumenten die kunnen worden ingezet om ontplooiing van georganiseerde criminaliteit tegen te gaan. Een bestuurlijke aanpak biedt enerzijds de mogelijkheid om criminelen en criminele groepen te ontmoedigen zich in de gemeente te vestigen en anderzijds om gevestigde criminelen uit de gemeente te weren. Zo kan er met een adequate aanpak voorkomen worden dat criminelen of criminele groepen activiteiten ontplooien door hen aanvragen van vergunningen en subsidies te weigeren. Daarnaast kan opgetreden worden tegen situaties waarin blijkt dat vergunningen worden aangewend voor criminele activiteiten of verordeningen worden overtreden. Maatregelen kunnen bijvoorbeeld inhouden dat een inrichting voor bepaalde of onbepaalde tijd wordt gesloten, er nadere voorwaarden aan een vergunning worden verbonden of dat een vergunning wordt ingetrokken. Een goed georganiseerde en ingebedde bestuurlijke aanpak zal op termijn resulteren in een effectief, preventief gemeentebeleid.

 

De strafrechtelijke en bestuursrechtelijke aanpak vormen samen de twee sporen waarlangs georganiseerde criminaliteit kan worden bestreden.

1.3        Inbedding landelijk beleid

Het versterken van de bestuurlijke aanpak maakt deel uit van het coalitie(regerings)akkoord 2007-2010. Onder het project Veiligheid begint bij Voorkomen (VbbV) wordt invulling gegeven aan dit gedeelte van het coalitieakkoord.

 

In het Programma Versterking Aanpak Georganiseerde Misdaad (PVAGM) wordt nader uitwerking gegeven aan hetgeen op hoofdlijnen is beschreven in het VbbV project op het terrein van de bestrijding van de georganiseerde misdaad. Het PVAGM richt zich niet alleen op de opsporing en vervolging van individuele daders en ontmanteling van criminele organisaties, maar ook op de achterliggende gelegenheidsstructuren. Daarbij wordt gebruik gemaakt van het (nationaal en internationaal) strafrechtelijk instrumentarium, maar ook van bestuurlijke en preventieve mogelijkheden; bestuurlijk tegenhouden.

 

Het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties heeft vanuit het PVAGM een specifiek plan van aanpak opgesteld voor het versterken van de bestuurlijke aanpak op lokaal en regionaal niveau. Dit plan van aanpak Programma Bestuurlijke Aanpak Georganiseerde Misdaad ondersteunt de bestuurlijke, geïntegreerde aanpak van georganiseerde misdaad op lokaal niveau.

1.4        Doelstelling nota Bestuurlijk tegenhouden

Het doel van de nota Bestuurlijk tegenhouden is bij te dragen aan een gemeente waarin mensen veilig kunnen wonen, werken en recreëren. De nota doet dit door het aanpakken van de georganiseerde criminaliteit. Voor een succesvolle aanpak van georganiseerde criminaliteit zijn bepaalde handhavinginstrumenten noodzakelijk. Middels deze nota wordt daarin voorzien. Bovendien geeft de gemeente middels de nota en de onderliggende convenanten een goede invulling aan haar regierol. Zo draagt deze nota bij aan de doelstellingen zoals deze in het programma veiligheid genoemd zijn:

 

Voor de in de nota opgenomen convenanten zijn de volgende kwantitatieve doelstellingen geformuleerd(de kwalitatieve doelstellingen zijn opgenomen in de afzonderlijke convenanten):

 

Convenant Hennepteelt

Convenant handhavingsknelpunten

Convenant bestuurlijk aanpak georganiseerde criminaliteit

 


2         Wettelijk kader Bestuurlijk tegenhouden

De laatste jaren heeft de gemeente steeds meer mogelijkheden (en verplichtingen) gekregen om op lokaal niveau bestuursrechtelijk te handhaven of preventief op te treden. Bijvoorbeeld de Wet Bibob geeft nieuwe mogelijkheden om een integriteitstoets uit te voeren maar daarnaast bestaan er bestuurlijk al langer mogelijkheden om preventief invloed uit te oefenen zoals met behulp van bestemmingsplannen, aan- of toepassing van de APV en exploitatievergunningen.

 

Benadrukt moet worden dat het handhavingsaspect binnen het bestuursrecht nog relatief nieuw is en dat de mogelijkheden en onmogelijkheden nog niet volledig duidelijk zijn. Dit komt onder andere tot uitdrukking in recente jurisprudentie over de (on)mogelijkheden van de bestaande wetgeving met betrekking tot de bestuurlijke aanpak. Daarnaast is men nog steeds doende verschillende wetten aan te passen en liggen er verschillende wetsvoorstellen klaar. Het bestuursrecht is dus nog zeer in ontwikkeling.

 

Hieronder volgt een korte opsomming van de mogelijkheden die de wetgeving biedt tot het toepassen van een bestuursrechtelijke aanpak.

2.1        Algemene wet bestuursrecht

De Algemene wet bestuursrecht (Awb) geeft een uitgebreid instrumentarium voor gemeenten om handhavend op te treden. De wet kent vier sancties:

 

Deze sancties zijn in het maatschappelijke verkeer een steeds grotere rol gaan spelen. Aan de mogelijkheden om deze sancties toe te passen, liggen afhankelijk van de te handhaven illegale of criminele praktijken verschillende wetten ten grondslag.

2.2        Wet Bibob

De Wet Bibob geeft gemeenten de bevoegdheid om voor bepaalde branches vergunningen en subsidies te weigeren of in te trekken indien ernstig gevaar bestaat dat daarmee strafbare feiten zullen worden gepleegd of uit strafbare feiten verkregen voordelen zullen worden benut. Het toepassingsgebied van de Wet Bibob heeft betrekking op:

 

Voor de vaststelling van de mate van gevaar laat het college zich bijstaan door het Bureau Bibob van het Ministerie van Justitie. Alvorens een adviesaanvraag in te dienen bij Bureau Bibob doet de gemeente een vooronderzoek naar het dossier.Na een adviesaanvraag doet Bureau Bibob onderzoek naar de achtergrond en activiteiten van aanvragers van vergunningen, houders van reeds verleende vergunningen, subsidieaanvragers en gegadigden voor overheidsopdrachten. Het Bureau Bibob kan hierbij gebruik maken van open en gesloten bronnen, waaronder databanken die voor gemeenten niet toegankelijk zijn. Op basis van de bevindingen stelt het Bureau een advies op voor de gemeente en formuleert daarin een niet-bindend advies over de te verwachten dreiging. De gemeente neemt vervolgens een besluit over de aanvraag.

 

In Delft is het Bibob-beleid vanaf 1 januari 2006, conform het idee van de nationale wetgever, in fases ingevoerd. De derde en laatste fase is in de eerste helft van 2008 in werking getreden.

2.3        Overige vormen bestuurlijk tegenhouden

Naast de bovengenoemde brede mogelijkheden die onder de Awb en de Wet Bibob vallen, beschikt de gemeente ook nog over de volgende mogelijkheden:

2.3.1        Binnentreden

Het gemeentebestuur heeft de bevoegdheid een machtiging tot binnentreden te geven (op basis van de Algemene wet op het binnentreden). Deze machtiging kan in uiteenlopende situaties worden gebruikt: zowel in het kader van de bestuurlijke handhaving als bij hulpverlening. De burgemeester kan alleen een machtiging geven voor niet-strafvorderlijke doeleinden. De Algemene wet op het binnentreden geeft vormvoorschriften. Een ambtenaar van de gemeente is in het kader van de rechtmatige uitoefening van zijn functie bevoegd een woning (na legitimatie en mededeling van het doel van het bezoek) binnen te treden om een aantal zaken te controleren. Het gaat hierbij onder andere om de inschrijving in de gemeentelijke basisadministratie, controle op persoon en controle van de woning (bijvoorbeeld achterstallig onderhoud en brandgevaar). Er kunnen vanuit de Algemene wet op het binnentreden geen dwangmiddelen worden toegepast. Wel mag de ambtenaar in geval van aangetroffen misstanden bijvoorbeeld de politie inschakelen, en zo een strafrechtelijke aanpak in werking zetten.

2.3.2        Weigeren van een beschikking

In het verlengde van het intrekken van een beschikking via de Algemene wet bestuursrecht kan een gemeente ook een vergunning weigeren. Vergunningen waar dit betrekking op heeft zijn onder andere:

 

Dit kan indien een aanvraag bijvoorbeeld niet aan de vereisten voldoet (bijvoorbeeld brandveiligheid), indien deze niet overeenkomstig is met het gemeentelijk beleid, indien er sprake is van een dreigende verstoring van de openbare orde en veiligheid, indien onvoldoende informatie is aangeleverd of indien omwonenden bezwaar aantekenen. De mogelijkheden om een beschikking te weigeren, zijn uitgebreid met de komst van de Wet Bibob. De vergunning kan de aanvrager worden onthouden indien ter verkrijging van de vergunning strafbare feiten zijn begaan of indien er ernstig gevaar bestaat dat de aanvrager de vergunning zal gebruiken voor het plegen van strafbare feiten of dat de vergunning wordt gefinancierd met geld verkregen uit strafbare feiten. In de toekomst zullen een aantal van deze vergunningen opgaan in de Omgevingsvergunning.

2.3.3        Sluiting en onteigening

Het gemeentebestuur heeft verschillende mogelijkheden om panden, inrichtingen of woningen te sluiten of in het ergste geval te onteigenen. Voorbeelden hiervan zijn:

2.3.4        Opkopen van panden en gemeentelijke herstructurering

De gemeente heeft de mogelijkheid om strategische en overlastgevende panden op te kopen. Op deze manier kan gestimuleerd worden dat zich in het gebied nieuwe ondernemers vestigen. In het verlengde hiervan is het voor gemeenten ook mogelijk de aanpak van een probleemgebied binnen een gemeentelijk herstructureringsprogramma te brengen.


3         Bestuurlijk tegenhouden in Delft

Voorafgaand aan het implementeren van een bestuurlijke aanpak van criminele praktijken is het noodzaak dat gemeenten bepaalde bewustwordingsprocessen doorlopen. Zo is het allereerst van belang dat men beseft dat de gemeente het speelveld kan zijn van criminelen en daarvan schade kan ondervinden. Om een goed beeld te krijgen van de mate waarin criminele praktijken op lokaal niveau voorkomen, is een goede informatiepositie vereist. Gemeenten moeten zich vervolgens realiseren dat zij een belangrijke taak en verantwoordelijkheid hebben om in te grijpen op de vastgestelde problematiek én beseffen dat zij ook over de kansen en mogelijkheden daartoe beschikken. Hier worden de eerste noodzakelijke stappen en processen richting een bestuurlijke aanpak van criminele praktijken belicht.

3.1        Samenwerking

Succesvolle implementatie van bestuurlijk tegenhouden is staat of valt met een goede samenwerking tussen de betrokken partners. De diverse betrokken partijen hebben immers ieder hun eigen wettelijk vastgelegde bevoegdheden. Bovendien is men vaak afhankelijk van informatie uit diverse bronnen voordat een strafrechtelijk of bestuursrechtelijk traject kan worden ingezet. Vaste partner bij het bestuurlijk tegenhouden zijn de politie en het OM. Daarnaast zijn er diverse partners die bij een groot aantal verschillende vormen van het bestuurlijk tegenhouden een rol kunnen spelen. Hierbij valt te denken aan de belastingdienst (en de FIOD), de energiebedrijven en de woningcorporaties. Zij zijn belangrijke partners omdat de georganiseerde criminaliteit veelal (mis)bruik maakt van de infrastructuur en faciliteiten die zij aan burgers aanbieden. Daardoor hebben zij ook een goede informatie positie en beschikken over bepaalde bevoegdheden (vb. woninginspectie, controle van nutsvoorzieningen etc) waarvan bij bestuurlijk tegenhouden gebruik kan worden gemaakt.

 

Het uitwisselen van informatie is aan strenge regels gebonden is (Wet bescherming persoonsgegevens), en voor de gezamenlijke inzet van de diverse bestuursrechtelijke middelen is een gedoe coördinatie vereist. Daarom is het van belang om deze aspecten vast te legen in de vorm van een convenant. Hierin kan dan worden vastgelegd op welke wijze informatie wordt gedeeld en vastgelegd en welke inzet er van de betrokken partners verwacht mag worden.

3.2        Informatieuitwisseling: het RIE

Een onmisbaar element van het bestuurlijk tegenhouden is een goede informatiepositie. Goede informatie is leidend voor een effectieve aanpak van georganiseerde criminaliteit. Om tot een bestuurlijke aanpak op maat te kunnen komen, is de beschikking over specifieke informatie over de problematiek die in Delft speelt noodzakelijk. Het is van groot belang dat de gebruikte informatie up to date is. Enkele belangrijke elementen van een goede informatiepositie zijn de samenwerking, benutting van informatiebronnen en signaleerders evenals de dossiervorming.

 

In het programma Bestuurlijke Aanpak georganiseerde Misdaad is ruimte voor het opzetten van Regionale Informatie en Expertisecentra (RIE), die voor alle betrokken partijen informatie gaan verzamelen en veredelen. Door het RIE wordt het mogelijk om ook op gevoelige dossiers informatie uit te wisselen. Daarnaast wordt de regelgeving die voortvloeit uit de Wet bescherming persoonsgegevens via het RIE geborgd.Vanuit de regio Haaglanden wordt een pilot Regionaal Informatie en Expertisecentrum gestart en is een subsidieverzoek ingediend bij het ministerie van BZK. Mogelijk sluit ook de regio Hollands Midden zich op een later moment aan bij de pilot. In deze pilot zal gestart worden met een “Delftse casus”. Om het mogelijk te maken dat alle betrokken partners kunnen participeren is er een convenant opgesteld dat u vindt in bijlage 1.

3.3        Prioritering

Het ambitieniveau voor de bestuurlijke aanpak van georganiseerde criminaliteit moet in overeenstemming zijn met wat er capacitair, kwalitatief en financieel mogelijk is. Het geld, de tijd en de energie die in de bestuurlijke aanpak kunnen worden geïnvesteerd dienen in verhouding te staan tot de doelen die er binnen onze gemeente worden gesteld. Gezien de beperktheid van mensen en middelen zijn we gedwongen strategische keuzes te maken. Dit betekent dat er in eerste instantie een beperkt aantal van de mogelijkheden van bestuurlijk tegenhouden kunnen worden uitgewerkt. Er is, naast deelname aan de pilot van het RIE Haaglanden, gekozen voor de volgende onderdelen:

 

In de volgende paragrafen wordt per prioriteit benoemt wat het belang hiervan is en op welke wijze de aanpak vorm zal worden gegeven/ gegeven wordt.

3.3.1        Aanpak Bibob

In Delft is het Bibob-beleid per 1 januari 2006 van kracht. Het is, conform het idee van de nationale wetgever, in fases ingevoerd. In 2006 is begonnen met toepassing van het Bibob instrumentarium bij de horecabranche (fase I). Halverwege 2007 is ook fase II van het Delftse Bibob-beleid van kracht geworden. Deze fase heeft betrekking op de aanbestedingen die de gemeente Delft doet. In de eerste helft van 2008 is tenslotte ook Bibob fase III in werking getreden. Aan de hand van de ‘tip functie’, op basis van o.a. artikel 26 van de Wet Bibob, kan een Bibob-onderzoek worden gestart naar aanvragers van subsidies. 

 

Op deze wijze weert de gemeente niet-integere ondernemers uit Delft en voorkomt de gemeente dat het ongewild en onbedoeld criminele activiteiten faciliteert. Naast deze reactieve werking (onderzoek n.a.v. aanvragen of op basis van tips/indicatoren) van de Wet Bibob heeft de toepassing ook een preventieve werking. Ondernemers of aanvragers met niet-integere bedoelingen zullen eerder geneigd zijn af te zien van het doen van een aanvraag of het doen van een bod in een aanbestedingsprocedure, indien zij weten dat het Bibob-beleid van toepassing is.

3.3.2        Aanpak hennepteelt

De gemeente Delft wil de Illegale hennepteelt aanpakken. Deze illegale teelt vindt vaak plaats in onderdelen van grote wooncomplexen en levert een ernstige mate van brandgevaar op. In veel gevallen zijn het de sociaal zwakkeren die door criminele organisaties worden overgehaald om (woon)ruimte ter beschikking te stellen van de illegale teelt. De echte criminelen blijven zo bij het oprollen van een kwekerij buiten schot. De aanpak hennepteelt is erop gericht om juist ook deze achterliggende structuren aan te pakken. Daarnaast zijn ook de grote kwekerijen die door deze georganiseerde criminelen worden opgezet doel van de aanpak. Bovendien is deze aanpak al met succes in buurgemeenten(Den Haag, Westland) ingezet. Om te voorkomen dat er dankzij dit succes een verplaatsingseffect optreedt vanuit de regio naar de gemeente Delft is het van belang om middels het convenant tot een integrale aanpak hennepteelt te komen.

 

De samenwerking binnen het convenant richt zich dus op een structurele integrale aanpak van hennepkwekerijen en heeft tot doel :

·        het beëindigen van overtredingen van de Opiumwet als gevolg van het telen van hennep;

·       het beëindigen van gevaarlijke situaties die optreden bij het telen van hennep;

·       het tegengaan van de door hennepteelt veroorzaakte schade aan het woningbestand;

·       het tegengaan van criminele activiteiten die gepaard gaan met het telen van hennep;

·       bijdragen aan het verbeteren van het woon- en leefklimaat in de gemeente Delft.

 

Van het convenant aanpak hennepteelt bestaan twee versies. Één convenant voor publieke partijen en één convenant voor publieke en private partijen. Dit is gedaan vanwege de wettelijke vereisten met betrekking tot de informatiedeling tussen de bij dit convenant betrokken partners. Hierdoor was het noodzakelijk om tot verschillende afspraken over de informatiedeling te komen. In de praktijk functioneren de deelnemers aan de twee convenanten als 1 werkgroep, en is er 1 stuurgroep. De volledige versies van de convenanten vindt u in bijlagen 2 en 3.

3.3.3        Aanpak handhavingsknelpunten

 

De aanpak handhavingsknelpunten heeft tot doel het terugdringen van overlast en criminaliteit op en vanuit handhavingsknelpunten, ook wel vrijplaatsen genoemd. Hieronder worden verstaan:

De volgende gebieden kunnen onder de noemer handhavingsknelpunt vallen: illegale casino’s, belwinkels, coffeeshops, malafide uitzendbureau’s, bijzondere doelgroepen, bedrijventerreinen en risicogebieden.

 

De samenwerking op grond van het convenant handhavingsknelpunten is aanvullend op projecten die in het kader van integrale overheidshandhaving en in het kader van interventieprojecten al worden uitgevoerd. De doelstellingen van het convenant zijn:

 

Een volledige versie van het convenant vindt u in bijlage 4.

3.4        Communicatie

Communicatie speelt een sleutelrol bij de perceptie van veiligheid bij bewoners. Anders dan bij de repressie aanpak (perceptie bewoners: er is criminaliteit), levert de preventieve aanpak (bestuurlijk tegenhouden) bij bewoners het beeld dat de overheid de criminaliteit voor is, hetgeen het veiligheidsgevoel verhoogt. Dus is communicatie cruciaal.

 

Dat vereist derhalve continue communicatie: onder meer bij het aannemen van deze nota, ondertekening van de convenanten en successen van bestuurlijk tegenhouden. Via de media, maar ook de eigen media (Stadskrant en website). Hiertoe zal een communicatieplan worden opgesteld.

3.5        Financiën

In de afzonderlijke convenanten die onderdeel uitmaken van de aanpak bestuurlijk tegenhouden, worden afspraken gemaakt over de financiering van de individuele trajecten. Uitgangspunt hierbij is dat iedere partner in principe de eigen kosten zelf dekt. Het convenant met betrekking tot de opzet van een RIE vormt hierop ten dele een uitzondering. Het ministerie van binnenlandse zaken is bereid om de pilot te cofinancieren. De deelnemende gemeenten zullen ook een deel van de kosten van het centrum dragen. De jaarlijkse bijdrage van de gemeente Delft is € 25.000 euro. Dit bedrag wordt gefinancierd uit de lopende begroting van het programma veiligheid.

 

De uitvoering van de verschillende onderdelen van de aanpak bestuurlijk tegenhouden kent een sterke juridische component. De regie over de aanpak als geheel en specifiek de convenanten hennepteelt en aanpak handhavingsknelpunten vragen een gedegen kennis van de bestuursrechtelijke trajecten die hieraan verbonden zijn. Om een goede coördinatie van de aanpak bestuurlijk tegenhouden te garanderen is het belangrijk om hier voldoende capaciteit voor te reserveren. In de eerste fase is 1 FTE, onder te brengen binnen het programma veiligheid, afdoende. Om deze formatie te bekostigen is binnen de programmabegroting 2009 een bedrag van 83.000 euro gereserveerd.

3.6        Evaluatie nota

De nota en de onderliggende convenanten hebben in principe een looptijd van 2 jaar. Eind 2010 zal de gehele nota Bestuurlijk tegenhouden geëvalueerd worden. Ook de convenanten zullen dan worden meegenomen in de evaluatie. In de evaluatie wordt gekeken of de doelstellingen uit de nota en de convenanten zijn behaald. Tevens wordt per convenant het proces geëvalueerd. Hieruit voortkomende aanbevelingen kunnen dan worden gebruikt bij het hernieuwen van de convenanten.Tijdens de evaluatie wordt er ook gekeken of de bestuurlijke aanpak kan worden uitgebreid. Alleen het convenant bestuurlijke aanpak georganiseerde criminaliteit kent een andere looptijd (2009) en een eigen halfjaarlijkse evaluatie cyclus.

3.7        Gevraagd besluit

Gelet op het bovenstaande stellen wij voor het volgende te besluiten:

  1. Akkoord te gaan met de inhoud van de nota
  2. Ondertekenen van de 3 convenanten door de burgemeester van Delft
  3. De nota ter kennisname aan de raad te zenden

Bijlagen

 

  1. Convenant bestuurlijke aanpak georganiseerde criminaliteit
  2. Convenant hennepteelt (private & publieke partijen)
  3. Convenant hennepteelt (publieke partijen)
  4. Convenant handhavingsknelpunten

 



[1] Defenitie tegenhouden: “Het zodanig beïnvloeden van gedrag en van omstandigheden, dat criminaliteit of andere inbreuken op de veiligheid en de maatschappelijke integriteit worden voorkomen of vroegtijdig worden beëindigd, door middel van een systeemgerichte, multi disciplinaire aanpak door verschillende actoren, die elk vanuit hun eigen kerntaken en verantwoordelijkheden opereren.” Tegenhouden troef, raad van hoofdcommissarissen 2003, p. 38.